NL2009481C2 - Inrichting voor het heffen van objecten. - Google Patents

Inrichting voor het heffen van objecten. Download PDF

Info

Publication number
NL2009481C2
NL2009481C2 NL2009481A NL2009481A NL2009481C2 NL 2009481 C2 NL2009481 C2 NL 2009481C2 NL 2009481 A NL2009481 A NL 2009481A NL 2009481 A NL2009481 A NL 2009481A NL 2009481 C2 NL2009481 C2 NL 2009481C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frame
lifting
drive member
base frame
base
Prior art date
Application number
NL2009481A
Other languages
English (en)
Inventor
Leendert Cornelis Mizelmoe
Original Assignee
Peinemann Equipment Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Peinemann Equipment Bv filed Critical Peinemann Equipment Bv
Priority to NL2009481A priority Critical patent/NL2009481C2/nl
Priority to EA201590598A priority patent/EA029564B1/ru
Priority to EP13759881.9A priority patent/EP2897893B1/en
Priority to CA2884511A priority patent/CA2884511A1/en
Priority to PCT/NL2013/050633 priority patent/WO2014046541A1/en
Priority to US14/429,116 priority patent/US20150246799A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2009481C2 publication Critical patent/NL2009481C2/nl
Priority to SA515360152A priority patent/SA515360152B1/ar

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66FHOISTING, LIFTING, HAULING OR PUSHING, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. DEVICES WHICH APPLY A LIFTING OR PUSHING FORCE DIRECTLY TO THE SURFACE OF A LOAD
    • B66F9/00Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes
    • B66F9/06Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes movable, with their loads, on wheels or the like, e.g. fork-lift trucks
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66FHOISTING, LIFTING, HAULING OR PUSHING, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. DEVICES WHICH APPLY A LIFTING OR PUSHING FORCE DIRECTLY TO THE SURFACE OF A LOAD
    • B66F9/00Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes
    • B66F9/06Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes movable, with their loads, on wheels or the like, e.g. fork-lift trucks
    • B66F9/07Floor-to-roof stacking devices, e.g. "stacker cranes", "retrievers"
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66FHOISTING, LIFTING, HAULING OR PUSHING, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. DEVICES WHICH APPLY A LIFTING OR PUSHING FORCE DIRECTLY TO THE SURFACE OF A LOAD
    • B66F11/00Lifting devices specially adapted for particular uses not otherwise provided for
    • B66F11/04Lifting devices specially adapted for particular uses not otherwise provided for for movable platforms or cabins, e.g. on vehicles, permitting workmen to place themselves in any desired position for carrying out required operations
    • B66F11/042Lifting devices specially adapted for particular uses not otherwise provided for for movable platforms or cabins, e.g. on vehicles, permitting workmen to place themselves in any desired position for carrying out required operations actuated by lazy-tongs mechanisms or articulated levers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66FHOISTING, LIFTING, HAULING OR PUSHING, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. DEVICES WHICH APPLY A LIFTING OR PUSHING FORCE DIRECTLY TO THE SURFACE OF A LOAD
    • B66F11/00Lifting devices specially adapted for particular uses not otherwise provided for
    • B66F11/04Lifting devices specially adapted for particular uses not otherwise provided for for movable platforms or cabins, e.g. on vehicles, permitting workmen to place themselves in any desired position for carrying out required operations
    • B66F11/044Working platforms suspended from booms
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66FHOISTING, LIFTING, HAULING OR PUSHING, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. DEVICES WHICH APPLY A LIFTING OR PUSHING FORCE DIRECTLY TO THE SURFACE OF A LOAD
    • B66F9/00Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes
    • B66F9/06Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes movable, with their loads, on wheels or the like, e.g. fork-lift trucks
    • B66F9/075Constructional features or details
    • B66F9/07572Propulsion arrangements
    • B66F9/07577Propulsion arrangements not supported by wheels, e.g. tracks or air cushions
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66FHOISTING, LIFTING, HAULING OR PUSHING, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. DEVICES WHICH APPLY A LIFTING OR PUSHING FORCE DIRECTLY TO THE SURFACE OF A LOAD
    • B66F9/00Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes
    • B66F9/06Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes movable, with their loads, on wheels or the like, e.g. fork-lift trucks
    • B66F9/075Constructional features or details
    • B66F9/20Means for actuating or controlling masts, platforms, or forks
    • B66F9/22Hydraulic devices or systems

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Forklifts And Lifting Vehicles (AREA)
  • Handcart (AREA)

Description

INRICHTING VOOR HET HEFFEN VAN OBJECTEN
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het heffen van objecten, zoals elektromotoren voor 5 industriële ventilatoren. De uitvinding heeft voorts betrekking op een schaarlift voorzien van een dergelijke inrichting.
In de chemische industrie wordt gebruik gemaakt van 10 warmtewisselaars in de vorm van zich naast elkaar in een horizontaal vlak uitstrekkende buizen waarin het te koelen medium stroomt. Onder een dergelijk bed van buizen zijn ventilatoren aangebracht, die in een verticale richting relatief koude omgevingslucht langs de buizen van de 15 warmtewisselaar voeren. Dergelijke ventilatoren zijn voorzien van elektromotoren die de bladen van de ventilator aandrijven. Dergelijke elektromotoren zijn aan slijtage onderhevig, zodat deze van tijd tot tijd moeten gereviseerd.
20 Bij een dergelijke revisie, maar ook als een motor onverhoopt uitvalt door een storing, moet de motor worden verwijderd. Hiertoe zijn door een typische industriële installatie gangpaden aangebracht die zijn uit stalen roosters zijn opgebouwd. Met deze gangpaden is het doorgaans 25 mogelijk is om tot vlakbij, in het bijzonder onder, een dergelijke motor te komen. Dit is echter niet altijd het geval, dat in het bijzonder in die gevallen het loskoppelen en verwijderen van de motor ingewikkeld en niet zonder risico is.
Maar ook indien een te vervangen motor zich bevindt boven een gangpad is het loskoppelen, verwijderen en vervolgens afvoeren niet eenvoudig. Het is bijvoorbeeld bekend om een 30 2 strop te verbinden aan de installatie, bijvoorbeeld het frame of zelfs een buis van een warmtewisselaar, om de motor vervolgens te kunnen laten zakken aan deze strop nadat deze is losgekoppeld. Het verbinden van de strop en het 5 vervolgens laten zakken van de motor is hierbij niet zonder risico voor de monteurs. Bovendien kan de installatie zelf beschadigd raken.
Het is daarom een doel, naast andere doelen, van de 10 onderhavige uitvinding om te voorzien in een veilige, efficiënte en/of eenvoudige inrichting voor het heffen van objecten, zoals elektromotoren voor industriële ventilatoren, waarmee bovengenoemde problemen althans deels zijn opgelost.
15
Dit doel, naast andere doelen, wordt bereikt door een inrichting zoals gedefinieerd in conclusie 1.
Meer in het bijzonder wordt dit doel bereikt door een 20 inrichting voor het heffen van objecten, zoals elektromotoren voor industriële ventilatoren, omvattende: een van wielen voorziene basis; een op de basis aangebracht basisframe; een ten opzichte van het basisframe in verticale richting 25 beweegbaar hefframe, waarbij het hefframe een houder omvat die is ingericht voor het houden van het object; een dubbelwerkende hydraulische cilinder die is ingericht voor het verplaatsen van het hefframe ten opzichte van het basisframe.
De van wielen voorziene inrichting kan efficiënt nabij het object, bijvoorbeeld een te behandelen motor, worden gebracht, waarna met behulp van de hydraulische cilinder het 30 3 hefframe naar een opgeheven toestand worden verplaatst zodanig dat de houder in contact komt met het object. De houder is hierbij bij voorkeur uitgevoerd met een geschikte opname voor het object. Meer bij voorkeur omvat de houder 5 een zich horizontaal uitstrekkend oppervlak, waarin bij voorkeur een sleuf is aangebracht. Deze sleuf kan de aansluiting van een motor ontvangen, die zich normaal gesproken bevindt aan de onderzijde van de motor.
10 Om de inrichting eenvoudig aan te kunnen passen aan het te behandelen object, is het bovendien voordelig wanneer de houder loskoppelbaar, bijvoorbeeld met moerboutverbindingen, is verbonden aan het hefframe. Het is bovendien voordelig wanneer op het hefframe een hoeveelheid aan 15 verbindingsplaatsen voor een houder is aangebracht, waarbij deze verbindingsplaatsen zich bevinden op verschillende locaties in de verticale richtingen. Dit maakt een instelling van de inrichting op de grootte, in het bijzonder de hoogte, van het te heffen object mogelijk.
20
Doordat gebruik wordt gemaakt van een dubbelwerkende hydraulische cilinder vindt het laten zaken van het hefframe bij het bewegen naar de neergelaten toestand actief plaats. Zou er een storing optreden aan een zijde van de 25 hydraulische zuiger, dan zal het hefframe niet onder invloed van de zwaartekracht naar beneden bewegen.
Bij voorkeur zijn het basisframe en het hefframe in een breedterichting van de inrichting aangebracht. De houder is 30 daarbij bij voorkeur aan het hefframe verbonden zodanig dat deze uitsteekt in een richting dwars op die breedterichting.
4
Het is in het bijzonder voordelig wanneer de hefinrichting volgens uitvinding kan worden gebruikt en verplaatst op de gangpaden die zijn aangebracht in industriële installaties. Dergelijk gangpaden, afhankelijk van de toepassing of 5 leverancier, hebben typisch een breedte van maximaal circa 75 cm of circa 87 cm. Een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft derhalve een maximale breedte die gelijk is aan of die kleiner is dan circa 75 cm. Een andere uitvoering kan een maximale breedte hebben van 87 10 cm of kleiner.
Om de inzetbaarheid van de inrichting verder te vergroten, heeft de inrichting bij voorkeur een draaicirkel die gelijk is aan of kleiner is dan 75 cm, respectievelijk 87 cm. De 15 inrichting, en in het bijzonder de wielen daarvan, zijn dan zodanig ingericht dat de bocht tussen twee loodrecht op elkaar geplaatste gangpaden van 75 cm, respectievelijk 87 cm, gemaakt kan worden.
20 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is aan de basis één paar vaste wielen is aangebracht die een gezamenlijke rotatieaslijn hebben. Deze vaste, ofwel niet zwenkbare, wielen bieden stabiliteit aan de inrichting. Het is hierbij mogelijk dat de wielen een gezamenlijke wielas hebben, het 25 is echter ook mogelijk dat de wielen afzonderlijke wielassen hebben, die in eikaars verlengde liggen. Bij voorkeur bevindt de rotatieaslijn zich hiertoe bovendien in het verlengde van het basisframe voor een goede overdracht van krachten.
Vanwege de wendbaarheid is het voordelig wanneer er bovendien ten minste één zwenkwiel op een afstand van de rotatieaslijn is aangebracht aan de basis. De houder, in 30 5 bovenaanzicht gezien, strekt zich dan bij voorkeur uit tussen de vaste wielen en het zwenkwiel, zodanig dat het zwaartepunt zich ook bevindt tussen deze wielen. De afstand tussen dit zwenkwiel de twee vaste wielen is bij voorkeur 5 gelijk, zodat een stabiel samenstel wordt gekregen.
Omwille van de stabiliteit is het verder gunstig als deze afstand tussen de rotatieaslijn en het zwenkwiel zo groot mogelijk is. Om echter ook in een goede wendbaarheid te 10 voorzien, met name in bochten van gangpaden, is het voordelig wanneer het zwenkwiel op een zodanige afstand van de rotatieaslijn is aangebracht dat het zwenkwiel en de vaste wielen worden omsloten door een gelijkzijdige driehoek waarvan de lengte van de zijdes ongeveer overeenkomt met de 15 lengte van de wielbasis, in het bijzonder de maximale breedte van de inrichting, en waarbij de wielen zich bevinden nabij de toppen van die driehoek. De afstand tussen de wielen is hierbij maximaal, terwijl toch wordt voorkomen dat bij bochten de inrichting de opstaande wanden van de 20 gangpaden raakt.
Voor een verdere verbetering van de stabiliteit zijn bij voorkeur twee zwenkwielen aangebracht aan weerszijden van de rotatieaslijn. Aan iedere kant van de rotatieaslijn is dan 25 één zwenkwiel aangebracht, bij voorkeur op de hierboven beschreven manier.
De doorgaans uit metalen rooster opgebouwde gangpaden hebben een beperkte capaciteit wat betreft laadvermogen. Ter 30 indicatie, een belasting van 290 kg/m2 wordt op sommige fabrieksterreinen als maximum gesteld. Om de inrichting volgens de uitvinding alsnog in te kunnen zetten op dergelijke gangpaden, is het voordelig wanneer de inrichting 6 in hoofdzaak is vervaardigd uit aluminium. Ten minste de grootste, en daarmee potentieel zwaarste onderdelen, zoals de basis, het basisframe en het hijsframe zijn bij voorkeur uit aluminium vervaardigd.
5
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de wielen vrij lopende wielen, ofwel niet aangedreven wielen. Gewichtsbesparing kan dan ook worden bereikt indien de inrichting geen motor omvat. Volgens deze uitvoering dient 10 de inrichting door mankracht of althans door een externe aandrijving te worden aangedreven. In het bijzonder is het voordelig wanneer de inrichting simpelweg wordt geduwd over de gangpaden. De inrichting kan hiertoe zijn voorzien van een geschikte duwstang.
15
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting een hydraulische handpomp voor het bedienen van de hydraulische cilinder. Het gewicht van een motor, bijvoorbeeld een elektrische motor of een verbrandingsmotor, 20 wordt hierbij uitgespaard. Aanvullend, of als alternatief, is het ook mogelijk te voorzien in een relatief lange leiding tussen de cilinder en de pomp. Bij gebruik kan de pomp, die dan eventueel gemotoriseerd kan zijn uitgevoerd, op een afstand van de inrichting worden gebruikt. Die 25 afstand bedraagt dan minstens 1 meter, bij voorkeur ten minste 2 meter. De leiding heeft daartoe dan ten minste een overeenkomstige lengte.
Om de inrichting efficiënt in te kunnen zetten op gangpaden 30 die zijn aangebracht op een hoogte boven de ondergrond, is het voordelig wanneer de inrichting is voorzien van ten minste een hijsoog. Bij voorkeur is er voorzien in ten minst twee hijsogen voor het stabiel hijsen van de inrichting.
7
Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting is ingericht om te worden aangebracht en te worden verplaatst op ten minste één rail die is ingericht om te worden 5 verbonden aan een schaarlift. Dit maakt het mogelijk de inrichting aan te brengen op een schaarlift, zodat ook motoren die niet benaderbaar zijn via een gangpad eenvoudig kunnen worden ontkoppeld en afgevoerd. Aan het platform, ofwel bak, van een schaarlift wordt hiertoe een rail, bij 10 voorkeur twee rails, verbonden waarover de inrichting kan bewegen. De rails zijn bij voorkeur aangebracht in een richting die dwars staat op de richting van voortbeweging van schaarlift. De schaarlift dan worden gebruikt om uit te lijnen in een eerste richting, terwijl de inrichting over de 15 rail kan worden uitgelijnd in een tweede richting, die loodrecht staat op die eerste inrichting. Op deze manier hoeft de schaarlift niet te steken om de inrichting onder de te behandelen motor te brengen.
20 Het is hierbij voordelig wanneer aan de basis eerste wielen zijn aangebracht die zijn ingericht om te rollen bovenop de rails en waarbij voorts ten minste één tweede wiel verwijderbaar is aangebracht aan de basis dat is ingericht om te rollen op de onderzijde van de rails, waarbij de rails 25 zich in verbonden toestand bevindt tussen de eerste en tweede wielen. Voor het aanbrengen van de inrichting op de rails wordt het tweede wiel verwijderd, dat bijvoorbeeld met een moerboutverbinding bevestigbaar is, zodat de eerste wielen rusten op de rail. Vervolgens wordt het tweede wiel 30 aangebracht, waarbij de rail is opgenomen tussen de twee wielen. Op deze wijze is de inrichting stevig aangebracht op de rails en wordt voorkomen dat deze, bijvoorbeeld bij het omhoog of omlaag bewegen van de schaarlift, van de rails kan 8 geraken. Bij voorkeur is er voorzien in meerdere sets van eerste en tweede wielen, bij voorkeur vier.
Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat een ten opzichte 5 van het basisframe en het hefframe in verticale richting beweegbaar aandrijforgaan, waarbij de hydraulische cilinder aangebracht is tussen het basisframe en het aandrijforgaan voor het bewegen van het aandrijforgaan ten opzichte van het basisframe. Een overbrenging kan dan zijn aangebracht tussen 10 het basisframe en het hefframe, waarbij de overbrenging verloopt via een op het aandrijforgaan aangebrachte geleiding voor het heffen van het hefframe ten opzichte van het basisframe onder beweging van het aandrijforgaan. De beweging van het aandrijforgaan ten opzichte van het 15 basisframe onder invloed van de cilinder, zal zo ook het hefframe ten opzichte van het aandrijforgaan bewegen. In de opgeheven toestand van de inrichting, strekt het aandrijforgaan zich bij voorkeur uit tussen het basisframe en het hefframe, in het bijzonder tussen de onderzijde van 20 het basisframe en de bovenzijde van het hefframe. Het is hierbij voordelig dat met een relatief kleine slag van de cilinder, die overeenkomt met de verplaatsing van het aandrijforgaan ten opzichte van het basisframe, via de overbrenging een grotere slag tussen het basisframe en het 25 hefframe kan worden gemaakt. In de neergelaten toestand van de inrichting bevinden het hefframe en het aandrijforgaan zich bij voorkeur in, of althans op gelijke hoogte van, het basisframe.
30 Hoewel bijvoorbeeld een ketting als overbrenging en een tandwiel als geleiding kan worden gebruikt, is bij voorkeur als overbrenging een heikabel aangebracht tussen het basisframe en het hefframe, waarbij de heikabel verloopt via 9 een op het aandrijforgaan aangebrachte katrol voor het heffen van het hefframe ten opzichte van het basisframe onder beweging van het aandrijforgaan. Dit bespaart gewicht, terwijl bovendien in een efficiënte heffing kan worden 5 voorzien. De heikabel strekt zich hierbij uit vanaf, en is verbonden aan, de het basisframe en verloopt via een katrol van het aandrijforgaan om vervolgens te eindigen op, waarbij deze is verbonden aan, het hefframe.
10 Ter vergroting van de slag van het hefframe tussen de opgeheven toestand en de neergelaten toestand, is de heikabel bij voorkeur verbonden nabij de onderzijdes van het basisframe en het hefframe en waarbij de katrol zich bevindt nabij de bovenzijde van het aandrijforgaan. Bij voorkeur 15 bevinden de verbindingen zich in de neergelaten toestand op een althans gelijke hoogte, terwijl in de opgeheven toestand de verbinding aan het hefframe zich op ongeveer dezelfde hoogte bevindt als de katrol van het aandrijforgaan.
20 De heikabel is in het bijzonder ingericht voor het heffen van inrichting. Door spanning uit te oefenen op deze kabel door het bewegen van het aandrijforgaan, zal het hefframe ten opzichte van het basisframe omhoog worden bewogen. Het laten zakken van het hefframe kan geschieden door het 25 simpelweg laten zakken van een aandrijforgaan, zodat door het wegvallen van de spanning in de heikabel het hefframe onder het eigen gewicht weer zakt.
Om echter in een efficiënte beweging naar de neergelaten 30 toestand te voorzien die niet afhankelijk is van het gewicht van het hefframe, is bij voorkeur voorts een zakkabel aangebracht tussen het basisframe en het hefframe, waarbij de zakkabel verloopt via een op het aandrijforgaan 10 aangebrachte katrol voor laten zakken van het hefframe ten opzichte van het basisframe onder beweging van het aandrijforgaan, waarbij de zakkabel bij voorkeur is verbonden nabij de bovenzijdes van het basisframe en het 5 hefframe en waarbij de katrol zich bevindt nabij de onderzijde van het aandrijforgaan. Deze kabel zal onder spanning komen te staan bij het naar beneden bewegen van het aandrijforgaan en zo het hefframe naar beneden trekken.
10 Het is derhalve voordelig wanneer het aandrijforgaan is voorzien van twee katrollen: één voor de zakkabel en één voor de heikabel, die zich aan weerzijden, of althans nabij de uiteinden, van het aandrijforgaan bevinden. Het is hierbij voordelig als het basisframe, het aandrijforgaan en 15 het hefframe een ongeveer gelijke hoogte hebben. Dit levert een compacte samenstelling, in het bijzonder in de hoogterichting, op in de neergelaten toestand, terwijl door de plaatsing van de katrollen een grote slag gemaakt kan worden tussen het basisframe en het hefframe.
20
Ter zekering is er bij voorkeur voorzien in twee parallel lopende heikabels. Het is bovendien gunstig als er ook is voorzien in twee parallel lopende zakkabels. Ieder van de kabels verloopt hierbij via een aparte katrol. Wanneer dus 25 gebruik wordt gemaakt van de twee heikabels en twee zakkabels, is het aandrijforgaan voorzien van vier katrollen. Voor een gelijkmatige belasting van de frames, strekken de kabels zich bij voorkeur naast elkaar en op afstand van elkaar uit in de breedterichting van de frames.
Bij voorkeur verloopt ten minste de hefkabel via een balansinrichting die is ingericht voor het corrigeren van een spanningsverschil tussen de twee kabels. Zou er 30 11 onverhoopt speling optreden in een van de kabels, dan kan de balansinrichting dit verschil uitbalanceren zodat het heffen, of in het geval van een balansinrichting voor de zakkabels; het laten zakken, van het hefframe efficiënt 5 verloopt.
Meer bij voorkeur is de balansinrichting scharnierend verbonden met één van de frames of het aandrijforgaan en waarbij de twee kabels verlopen aan weerzijden van die 10 scharnierende verbinding. Bij een spanningsverschil in de kabels zal de balansinrichting scharnieren, zodat de spanning op de twee kabels aan weerzijden van de scharnier weer gelijk wordt. Het is mogelijk dat de balansinrichting is voorzien van katrollen waarover de kabels lopen. Een 15 eenvoudigere opbouw wordt bereikt indien de kabels zijn verbonden aan de balansinrichting. Meer bij voorkeur is de balansinrichting verbonden nabij de onderzijde van het basisframe, waarbij de uiteindes van de kabels zijn verbonden aan de balansinrichting.
20
Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van staalkabel voor de heikabel(s) en/of de zakkabel(s). Deze kabels zijn sterk, terwijl zij toch voldoende flexibiliteit bieden.
25 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten het basisframe en het hefframe ieder twee door ten minste één dwarsbalk verbonden staanders. Een dergelijke opbouw voorziet in een goede stevigheid en stabiliteit. Bij voorkeur hebben ten minste de staanders van één van de 30 frames een U-vormige dwarsdoorsnede, zodat daarin de staanders van het andere frame kunnen worden opgenomen. In de neergelaten toestand bevindt het ene frame, bij voorkeur 12 het hefframe, zich dan binnen de staanders van het andere frame, in het bijzonder het basisframe.
In het bijzonder wanneer er gebruik wordt gemaakt van een 5 aandrijforgaan voor het vergroten van de slag van het hefframe ten opzichte van het basisframe, is het voordelig wanneer de inrichting voorts verlengstaanders omvat, waarbij de staanders van de frames en de verlengstaanders telescopisch zijn aangebracht voor het vormen van een 10 telescopisch frame. De verlengstaanders verlengen als het ware de staanders van het basisframe en het hefframe, zodat deze verder uit elkaar kunnen bewegen. Dit maakt het mogelijk dat de onderzijde van het hefframe zich in de opgeheven toestand uitstrekt boven de bovenzijde van het 15 basisframe, waarbij de verlengstaanders de frames verbinden. Bij voorkeur zijn ook de verlengstaanders U-vormig uitgevoerd, die kunnen worden opgenomen in de U-vormige staanders van het basisframe, waarbij het hefframe vervolgens wordt opgenomen in de U-vormige verlengstaanders. 20 Een zeer compacte samenstelling wordt verkregen wanneer de cilinder, en eventueel het aandrijforgaan, zich bevinden tussen de staanders van het telescopische frame.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een schaarlift 25 waarvan het platform is voorzien van ten minste één rail en een inrichting volgens de vinding, waarbij de rail bij voorkeur in de richting dwars op de richting van voortbewegen van de schaarlift is aangebracht, waarbij de inrichting beweegbaar is in die richting dwars op de 30 richting van voortbewegen van de schaarlift. De rail is bij voorkeur voorzien van verbindingsmiddelen voor het verbinden van de rail aan het platform van de schaarlift. De verbindingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld een klem omvatten 13 die aangrijpt op en/of om het platform. Meer bij voorkeur is er voorzien twee zich naast elkaar uitstrekkende rails, waarbij de inrichting van overeenkomstige wielen is voorzien zodat deze kan rijden op deze op afstand van elkaar 5 geplaatste rails.
De onderhavige uitvinding wordt verder geïllustreerd aan de hand van de volgende figuren, die voorkeursuitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding weergeven, en zijn 10 niet bedoeld om de reikwijdte van de uitvinding op enige manier in te perken, waarbij:
Figuur 1 de inrichting volgens een eerste uitvoeringsvorm in neergelaten toestand in perspectief 15 toont;
Figuur 2 de inrichting uit figuur 1 in bovenaanzicht toont; 20 - Figuur 3 de inrichting uit figuur 1 in opgeheven toestand toont;
Figuren 4a-c details tonen uit figuur 3; 25 - Figuur 5 een vooraanzicht van de inrichting uit figuur 1 toont;
Figuur 5 een vooraanzicht van de inrichting toont terwijl het hefframe wordt geheven; 30
Figuren 7a-d het verloop van de kabels tonen;
Figuur 8 een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de vinding in perspectief toont, en;
Figuur 9 een detail uit figuur 8 toont.
35 14
In figuur 1 is een inrichting volgens de vinding in de vorm van een motorlifter 1 getoond. De lifter 1 is voorzien van een basis 1 die is gevormd uit twee dwarsbalken 11 waaraan 5 via verlopen 14 wielen 15 zijn aangebracht. De wielen 15 hebben een gezamenlijke rotatieaslijn A, zie figuur 2. Via een in de lengterichting verlopende balk 12 is bovendien een zwenkwiel 15 aangebracht. Aan de andere zijde van de rotatieaslijn A is via een balk 13 bovendien een tweede 10 zwenkwiel 17 (niet afgedeeld) aangebracht.
De maximale breedte van de motorlifter 1 is 75 cm en het zwenkwiel 16 en de wielen 15 vormen in bovenaanzicht een driehoek. De maximale afstand tussen het zwenkwiel 16 en de 15 wielen 15 wordt bepaald door de minimale breedte van de gangpaden waarin de inrichting wordt ingezet. Om goed een draai te kunnen maken in twee loodrecht op elkaar staande paden, is de inrichting volgens deze uitvoering ingesloten door een gelijkzijde driehoek waarvan de lengte van de 20 zijdes kleiner of gelijk is aan die minimale breedte van dat gangpad.
In de breedterichting is op de balken 11 een basisframe 3 aangebracht. Het basisframe 3 is voorzien van twee U-vormige 25 staanders 31, zie figuur 2, en is aan de onderzijde voorzien van een dwarsbalk 32. Aan de bovenzijde is bovendien voorzien in een tweede dwarsbalk 37, zie bijvoorbeeld figuren 6, 7a, 7c en 7d. In de neergelaten toestand zoals getoond in figuur 1, bevindt zich binnen dit frame 3 een 30 hefframe 5 met ook U-vormige staanders 51 die aan een bovenzijde zijn verbonden met een dwarsbalk 52. De hoogtes van de frames 3 en 5 komen ongeveer overeen, zodat het frame 15 5 in de neergelaten toestand netjes past in het basisframe 3.
Tussen de staanders 31 van het basisframe 3 en de staanders 5 51 van het hefframe zijn staanders 41 aangebracht. Ook deze staanders hebben een U-vormige dwarsdoorsnede. Zoals goed zichtbaar is in figuur 2, zijn de staanders 51 van het hefframe 5 opgenomen in de U-vorm van de staanders 41, die op hun beurt weer zijn opgenomen in de U-vormige staanders 10 31 van het basisframe 3. Aldus is een telescopisch frame verkregen, wat goed zichtbaar is in figuur 3 dat de motorlifter 1 in de opgeheven toestand toont. Tussen de staanders 31, 41 en 51 zijn geschikte aanslagen en geleiders aangebracht.
15
Aan het hefframe 5 is een houder 6 aangebracht die is ingericht voor het houden van een motor 99, zie figuur 3. In twee zich in de verticale richting uitstrekkende platen 53 van het hefframe is een veelheid aan gaten 51 aangebracht.
20 Deze gaten 51 kunnen worden gebruikt om met behulp van een moer en een bout 61 de houder 6 via een achterwand 62 te verbinden met het hefframe. De veelheid aan gaten 51 maakt bovendien een hoogte-instelling van de houder 6 ten opzichte van het hefframe 5 mogelijk. De houder 6 is voorzien van 25 plaat 63 waarin een gleuf 64 is aangebracht die complementair is gevormd aan de motor 99. Zoals goed zichtbaar is in figuur 2, bevindt de houder 6 zich tussen de wielen 15 en het zwenkwiel 16 voor een stabiele samenstelling.
Aan het basisframe 3 zijn bovendien buizen 105 aangebracht, waaraan steunen 106 kunnen worden aangebracht. Indien er voldoende ruimte is bij het inzetten van de inrichting 1, 30 16 kunnen de steunen 106 worden uitgeklapt voor extra ondersteuning. Ook aangebracht aan het basisframe 3 zijn hijsogen 39, die kunnen worden gebruikt om de motorlifter op te kunnen hijsen, bijvoorbeeld naar een gangpad op hoogte.
5
Het hefframe 5 wordt ten opzichte van het basisframe 3 bewogen met behulp van een dubbelwerkende hydraulische cilinder 82 en zuiger 81 die kunnen worden bediend met een handpomp 84 die in deze uitvoering is aangebracht aan de 10 basis 2. De cilinder 82 is aangebracht aan de onderzijde 32 van het basisframe 3, zie figuur 4c en het uiteinde van de zuiger 81 is aangebracht aan een aandrijforgaan in de vorm van aandrijfraamwerk 7. Met verwijzing naar figuren 4a, 4b en in het bijzonder figuur 6, is de zuiger 81 verbonden aan 15 een dwarsbalk 72 van het aandrijfraamwerk 7. Aan weerzijden van deze dwarsbalk 72 zijn bovendien katrollen 92 aangebracht, die later meer in detail zullen worden besproken. Aan de dwarsbalk 72 zij twee U-vormige staanders 73 aangebracht. Aan het uiteinde daarvan is een tweede 20 dwarsbalk 74 aangebracht. Aan weerzijden daarvan zijn katrollen 96 aangebracht. De hoogte van het raamwerk 7 komt overeen met de hoogte van de frames 3 en 5, zie figuur 5. De onderste dwarsbalk 74 is om de cilinder 82 aangebracht, zie figuur 4b, zodat het raamwerk 7 efficiënt wordt geleid. Het 25 aandrijfraamwerk 7 is hierbij beweegbaar tussen het basisframe 3 en het hefframe 5 met behulp van de cilinder 82. Zoals goed zichtbaar is in figuur 6, bevindt het aandrijfraamwerk 7 zich tussen de staanders van de frames 3 en 5.
Om het hefframe 5 te bewegen ten opzichte van het basisframe 3, wordt gebruik gemaakt van kabels 91 en 95. De kabels 91 30 17 worden gebruikt om te heffen, de kabels 95 om het hefframe 5 te laten zakken ten opzichte van het basisframe 3.
Met verwijzing naar figuren 4c, 7a en 7b, zijn de uiteinden 5 91a van de heikabels 91 via een balans 33 verbonden aan de onderzijde 32 van het basisframe. De balans 33 is via een voet 32a en een scharnier 34 verbonden. Nabij de uiteinden 33a en 33b van de balans 33 zijn de kabels 91 verbonden met behulp van lussen. De balans 33 heft eventuele 10 spanningsverschillen tussen de twee kabels 91 op. De heikabels 91 verlopen vervolgens door de U-vormige staanders 73 via de katrollen 92 die zijn aangebracht aan de bovenzijde van het aandrijfraamwerk 7. De andere uiteinden 91b van de heikabels zijn aangebracht aan de onderzijde van 15 het hefframe 5, zie figuren 5, 6 en 7a. In de neergelaten toestand is de afstand tussen de katrollen 92 en de uiteindes 91b aan het hefframe 5 groot, terwijl deze afstand in de opgeheven toestand, zie figuur 7a, zeer klein is. Met behulp van de kabels 91 is het mogelijk om met een beperkte 20 slag van de zuiger 81 toch een relatief grote slag te maken met het via de kabels 91 aangedreven hefframe 5.
Op overeenkomstige, maar tegengestelde, wijze verlopen de kabels 95 die worden gebruikt om het hefframe 5 weer te 25 laten zakken. Het verloop van deze zakkabels 95 is goed zichtbaar in figuren 7c en 7d. De eerste uiteinden 95a zijn vast verbonden aan de dwarsbalk 37 aan de bovenzijde van het basisframe 3. De kabels 95 verlopen vervolgens via de aan de onderzijde van het aandrijfraamwerk 7 aangebrachte katrollen 30 96. De andere uiteinden 95b van de kabels 95 zijn vast verbonden aan de dwarsbalk 52 aan de bovenkant van het hefframe 5.
18
Zoals goed zichtbaar is in figuur 6, is het samenstel voor het heffen symmetrisch opgebouwd, waarbij de cilinder 82 in het midden is aangebracht. De aan weerzijden van de cilinder 82 aangebrachte kabels 91 en 95 zorgen dan voor een 5 evenwichtige aandrijving.
De onderdelen van de basis 2, de frames 3, 5, de houder 6 en de staanders 41 en het aandrijfraamwerk 7 zijn vervaardigd uit aluminium zodat een lichte samenstelling wordt 10 verkregen. Ook het gebruik van staalkabels voor het liften van de hefinrichting levert een relatief lichte constructie op ten opzichte van bijvoorbeeld het gebruik van kettingen met tandwielen. Het gewicht van de totale inrichting is circa 100 kg.
15
Een alternatieve versie van de motorlifter la is getoond in figuren 8 en 9. Deze uitvoering is ingericht om te worden aangebracht aan een platform 200 van een schaarlift. Een dergelijk platform 200 is typisch voorzien van een omheining 20 201, waarin personeel kan staan. Om de bodem van het platform 200 zijn twee rails 100 aangebracht met behulp van klemmen 101. De klemmen 101 kunnen scharnieren om rails aan te kunnen brengen. Aan de uiteinden van de rails 100 is er voorzien stops 102. De basis 2a van deze uitvoering is 25 voorzien van vier sets van wielen. Een set is in meer detail getoond in figuur 9. Twee wielen 18 zijn hierbij ingericht om te rijden op de rails 100, terwijl een derde wiel 19, dat zich in de lengterichting gezien bevindt tussen de wielen 19, is ingericht om te rollen op de onderzijdes de rails 30 100. Met behulp van wielen 18, 19 kan de lifter la in een richting I bewegen ten opzichte van het platform 200. De schaarlift met platform 200 kan zelf weer eenvoudig in de 19 richting II bewegen, zodat het uitlijnen van de houder 6 ten opzichte van een te behandelen motor eenvoudig is.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de weergegeven 5 uitvoeringsvormen, maar strekt zich ook uit tot andere uitvoeringsvormen, die vallen binnen de reikwijdte van de aangehechte conclusies. Zo zal duidelijk zijn dat de inrichting evengoed geschikt is voor het heffen en laten zakken van andere objecten dan motoren.
10

Claims (15)

1. Inrichting voor het heffen van objecten, zoals 5 elektromotoren voor industriële ventilatoren, omvattende: - een van wielen voorziene basis; - een op de basis aangebracht basisframe; - een ten opzichte van het basisframe in verticale 10 richting beweegbaar hefframe, waarbij het hefframe een houder omvat die is ingericht voor het houden van het object; - een dubbelwerkende hydraulische cilinder die is ingericht voor het verplaatsen van het hefframe ten 15 opzichte van het basisframe.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de inrichting een draaicirkel en een maximale breedte heeft die gelijk is aan of kleiner is dan 75 cm.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij aan de basis één paar vaste wielen is aangebracht die een gezamenlijke rotatieaslijn hebben, waarbij voorts ten minste één zwenkwiel op een zodanige afstand van de 25 rotatieaslijn is aangebracht dat het zwenkwiel en de vaste wielen worden omsloten door een gelijkzijdige driehoek waarvan de lengte van de zijdes overeenkomt met de lengte van de wielbasis en waarbij de wielen zich bevinden in de toppen van die driehoek. 30
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij twee zwenkwielen zijn aangebracht aan weerszijden van de rotatieaslijn.
5. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de inrichting is ingericht om te worden aangebracht en te worden verplaatst op ten minste één rail die is ingericht om te worden verbonden aan een schaarlift, waarbij aan de 5 basis eerste wielen zijn aangebracht die zijn ingericht om te rollen bovenop de rails en waarbij voorts ten minste één tweede wiel verwijderbaar is aangebracht aan de basis dat is ingericht om te rollen op de onderzijde van de rails, waarbij de rails zich in verbonden 10 toestand bevindt tussen de eerste en tweede wielen.
6. Inrichting volgens ten minste een van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting in hoofdzaak is vervaardigd uit aluminium. 15
7. Inrichting volgens ten minste een van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting geen motor omvat.
8. Inrichting volgens ten minste een van de voorgaande 20 conclusies, waarbij de inrichting een hydraulische handpomp omvat voor het bedienen van de hydraulische cilinder.
9. Inrichting volgens ten minste een van de voorgaande 25 conclusies, waarbij de inrichting is voorzien van ten minste één hijsoog voor het hijsen van de inrichting.
10. Inrichting volgens ten minste een van de voorgaande conclusies, voorts omvattende een ten opzichte van het 30 basisframe en het hefframe in verticale richting beweegbaar aandrijforgaan, waarbij de hydraulische cilinder aangebracht is tussen het basisframe en het aandrijforgaan voor het bewegen van het aandrijforgaan ten opzichte van het basisframe en waarbij een hefkabel is aangebracht tussen het basisframe en het hefframe, waarbij de hefkabel verloopt via een op het aandrijforgaan aangebrachte katrol voor het heffen van 5 het hefframe ten opzichte van het basisframe onder beweging van het aandrijforgaan.
11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij de hefkabel is verbonden nabij de onderzijdes van het basisframe en het 10 hefframe en waarbij de katrol zich bevindt nabij de bovenzijde van het aandrijforgaan.
12. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, waarbij voorts een zakkabel is aangebracht tussen het basisframe en het 15 hefframe, waarbij de zakkabel verloopt via een op het aandrijforgaan aangebrachte katrol voor laten zakken van het hefframe ten opzichte van het basisframe onder beweging van het aandrijforgaan, waarbij de zakkabel is verbonden nabij de bovenzijdes van het basisframe en het 20 hefframe en waarbij de katrol zich bevindt nabij de onderzijde van het aandrijforgaan.
13. Inrichting volgens ten minste een van de conclusies 10 -12, waarbij er is voorzien in twee parallel lopende 25 heikabels en zakkabels, waarbij ieder van die kabels verloopt via een aparte katrol en waarbij ten minste de hefkabel verloopt via een balansinrichting die is ingericht voor het corrigeren van een spanningsverschil tussen de twee kabels, waarbij de balansinrichting een 30 scharnierend is verbonden met één van de frames of het aandrijforgaan en waarbij de twee kabels verlopen aan weerzijden van die scharnierende verbinding.
14. Inrichting volgens ten minste een van de voorgaande conclusies 10 - 13, waarbij het basisframe en het hefframe ieder twee door ten minste één dwarsbalk verbonden staanders omvatten, waarbij de inrichting 5 voorts verlengstaanders omvat, waarbij de staanders van de frames en de verlengstaanders telescopisch zijn aangebracht voor het vormen van een telescopisch frame, waarbij de cilinder en het aandrijforgaan zich bevinden tussen de staanders van het telescopische frame. 10
15. Schaarlift waarvan het platform is voorzien van ten minste één rail en een inrichting volgens ten minste conclusie 5, waarbij de rail in de richting dwars op de richting van voortbewegen van de schaarlift is 15 aangebracht, waarbij de inrichting beweegbaar is in die richting dwars op de richting van voortbewegen van de schaarlift.
NL2009481A 2012-09-18 2012-09-18 Inrichting voor het heffen van objecten. NL2009481C2 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2009481A NL2009481C2 (nl) 2012-09-18 2012-09-18 Inrichting voor het heffen van objecten.
EA201590598A EA029564B1 (ru) 2012-09-18 2013-09-02 Устройство для подъема предметов
EP13759881.9A EP2897893B1 (en) 2012-09-18 2013-09-02 Device for lifting objects
CA2884511A CA2884511A1 (en) 2012-09-18 2013-09-02 Device for lifting objects
PCT/NL2013/050633 WO2014046541A1 (en) 2012-09-18 2013-09-02 Device for lifting objects
US14/429,116 US20150246799A1 (en) 2012-09-18 2013-09-02 Device for lifting objects
SA515360152A SA515360152B1 (ar) 2012-09-18 2015-03-17 أداة معدة لرفع أجسام

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2009481A NL2009481C2 (nl) 2012-09-18 2012-09-18 Inrichting voor het heffen van objecten.
NL2009481 2012-09-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2009481C2 true NL2009481C2 (nl) 2014-03-19

Family

ID=46982895

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2009481A NL2009481C2 (nl) 2012-09-18 2012-09-18 Inrichting voor het heffen van objecten.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US20150246799A1 (nl)
EP (1) EP2897893B1 (nl)
CA (1) CA2884511A1 (nl)
EA (1) EA029564B1 (nl)
NL (1) NL2009481C2 (nl)
SA (1) SA515360152B1 (nl)
WO (1) WO2014046541A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN107804806A (zh) * 2016-09-09 2018-03-16 J.C.班福德挖掘机有限公司 滑轮组件

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN106430013B (zh) * 2016-08-24 2018-10-12 国网安徽省电力公司检修公司 一种可移动气动式闸刀升降检修平台
CN106276726A (zh) * 2016-08-24 2017-01-04 合肥超赢工业设计有限公司 一种带有升降功能的电力维修梯
CN107487746A (zh) * 2017-07-31 2017-12-19 梁慰爱 一种吊挂式电动工件翻转搬运装置
DE102019112580A1 (de) * 2019-05-14 2020-11-19 Hubtex Maschinenbau Gmbh & Co. Kg Flurförderzeug
CN110217721B (zh) * 2019-06-19 2023-09-22 安徽行健智能制造装备股份有限公司 升降装置
TWI709523B (zh) * 2019-10-09 2020-11-11 金士盾科技股份有限公司 工業吊扇高空單人組裝設備
WO2021086195A1 (en) * 2019-11-03 2021-05-06 Novon Benelux B.V. Lift system for heat pumps and method for installing a heat pump
CN111186789B (zh) * 2020-01-10 2021-04-27 创际建工集团有限公司 一种建筑施工用的角度可调式提升搬运装置
CN112151258B (zh) * 2020-09-29 2022-02-15 江西赣电电气有限公司 一种可调式铁芯叠装台
US20220177285A1 (en) * 2020-12-04 2022-06-09 Saudi Arabian Oil Company Motor lifting devices and methods for operating the same
CN115072247B (zh) * 2022-07-22 2022-11-08 太原市奥特莱物流科技有限公司 一种高承载能力的堆垛机
CN115306132B (zh) * 2022-08-26 2024-05-14 广东尚华建筑工程有限公司 一种建筑施工平台

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2627943A (en) * 1951-11-29 1953-02-10 Shepard Co Lewis Lifting mechanism
GB1451035A (en) * 1975-04-23 1976-09-29 Machinery Lifts Etab Anstalt Device for lifting a lift truck
US5417541A (en) * 1994-03-16 1995-05-23 Gregg Herron Manual forklift pallet jack for unloading the contents of a beverage delivery truck

Family Cites Families (44)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US620331A (en) * 1899-02-28 Barrel-truck
US800235A (en) * 1904-10-18 1905-09-26 Carl Nelson Lifting-jack.
US937256A (en) * 1908-12-08 1909-10-19 Mary C Minnich Portable telescoping elevator.
US1576836A (en) * 1924-06-09 1926-03-16 Thomas J Mccarthy Portable jack
US1964119A (en) * 1933-07-17 1934-06-26 Hendry William Portable tire wheel lifting apparatus and the like
US2314129A (en) * 1940-02-06 1943-03-16 William E Daley Caster truck
US2514563A (en) * 1946-09-21 1950-07-11 Aerl Inc Electric hoist structure
US2670811A (en) * 1949-01-17 1954-03-02 Towmotor Corp Multicylinder hydraulic lift truck
US2875852A (en) * 1954-06-21 1959-03-03 John P Morrell Power driven material handling trucks
US2946406A (en) * 1958-04-08 1960-07-26 Henry Mfg Company Inc Variable load limiting system for extensible masts and booms
US3166209A (en) * 1961-07-27 1965-01-19 Clark Equipment Co Forklift truck with forks that are pivoted about a vertical axis by lateral movement of the fork assembly carriages
US3172500A (en) * 1962-02-20 1965-03-09 Lansing Bagnall Ltd Load-lifting trucks
US3231044A (en) * 1964-01-28 1966-01-25 Mobile Aerial Towers Inc Articulated tower construction
US3289872A (en) * 1964-04-20 1966-12-06 Shepard Co Lewis Order picking and stacking truck
US3250399A (en) * 1964-12-24 1966-05-10 Harnischfeger Corp Stacker crane
US3682424A (en) * 1969-07-16 1972-08-08 Winton C Strumpell Transportable camera pedestal
US4061237A (en) * 1975-07-10 1977-12-06 The Brevet Corporation Forklift truck
US4050597A (en) * 1975-11-06 1977-09-27 Hawkins Wallace H Dolly for lifting and transporting vehicle wheels
US4219302A (en) * 1978-02-13 1980-08-26 Towmotor Corporation Cylinder arrangement for raising a carriage and uprights of a mast
US4178006A (en) * 1978-02-21 1979-12-11 Johnson Richard E Furniture dolly
USD269216S (en) * 1980-08-11 1983-05-31 R. & D. Greenheck Manufacturing Co., Inc. Load carrying dolly
US4435113A (en) * 1981-08-24 1984-03-06 Superior Handling Equipment, Inc. Self-propelled freight handling truck
US4413708A (en) * 1982-03-05 1983-11-08 Caterpillar Tractor Co. Industrial truck with pivotal front frames
US4531615A (en) * 1982-06-25 1985-07-30 Towmotor Corporation High-visibility mast assembly for lift trucks
US4571142A (en) * 1984-02-13 1986-02-18 Niewald Jack L Mechanism for lifting vehicle tires
US5184930A (en) * 1990-10-05 1993-02-09 Kuhn Charles J Vehicle lifting system and method
US5848668A (en) * 1995-11-08 1998-12-15 Ez Life Products, Inc. Portable lifting system for easy movement of moderately heavy items
US5873694A (en) * 1997-04-24 1999-02-23 Osborn, Jr.; Thomas H. Method and apparatus for lifting a load
US5911408A (en) * 1998-02-11 1999-06-15 Stertil B.V. Transportable lift
US6551050B1 (en) * 1999-06-25 2003-04-22 Kaltec Of Minnesota Rolling stabilizer lift attachment
US6382644B1 (en) * 1999-11-05 2002-05-07 Safe Tools Shop, Inc. Apparatus for transporting and positioning tire and wheel assemblies
US6537017B2 (en) * 2001-02-09 2003-03-25 Bishamon Industries Corporation Cantilevered, self-adjusting pneumatic pallet positioner
IES20010241A2 (en) * 2001-03-13 2002-09-18 Combilift Res & Dev Ltd Steering circuit for forklift trucks
FI116562B (fi) * 2003-11-17 2005-12-30 Kone Corp Menetelmä hissin asentamiseksi
FI119769B (fi) * 2003-11-17 2009-03-13 Kone Corp Menetelmä hissin asentamiseksi ja hissi
AT500229B1 (de) * 2004-03-15 2008-12-15 Tgw Mechanics Gmbh Rechnergesteuerte transportvorrichtung
CA2540716A1 (en) * 2005-03-25 2006-09-25 Aarno Vesa Lift device and pneumatic actuator therefor
US7823698B2 (en) * 2007-08-01 2010-11-02 Wiggins Light Co., Inc. Three stage mast
US8167528B2 (en) * 2008-09-30 2012-05-01 Keeven Ronald A Back saver lift
NL2002749C2 (nl) * 2009-04-15 2010-10-18 Helm Pijnacker Tractoren V D Liftsteekwagen.
US8684654B2 (en) * 2010-08-24 2014-04-01 Quality Stainless Products, Inc. Wheel assembly positioning device
US8935058B2 (en) * 2011-02-16 2015-01-13 Crown Equipment Corporation Materials handling vehicle estimating a speed of a movable assembly from a lift motor speed
WO2014120735A1 (en) * 2013-02-04 2014-08-07 Crown Equipment Corporation Mast assembly with improved operator visibility for a materials handling vehicle
US9527711B2 (en) * 2014-06-04 2016-12-27 Jungheinrich Aktiengesellschaft Lift frame for an industrial truck

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2627943A (en) * 1951-11-29 1953-02-10 Shepard Co Lewis Lifting mechanism
GB1451035A (en) * 1975-04-23 1976-09-29 Machinery Lifts Etab Anstalt Device for lifting a lift truck
US5417541A (en) * 1994-03-16 1995-05-23 Gregg Herron Manual forklift pallet jack for unloading the contents of a beverage delivery truck

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN107804806A (zh) * 2016-09-09 2018-03-16 J.C.班福德挖掘机有限公司 滑轮组件

Also Published As

Publication number Publication date
WO2014046541A1 (en) 2014-03-27
EA029564B1 (ru) 2018-04-30
EA201590598A1 (ru) 2015-11-30
SA515360152B1 (ar) 2016-06-13
CA2884511A1 (en) 2014-03-27
EP2897893A1 (en) 2015-07-29
US20150246799A1 (en) 2015-09-03
EP2897893B1 (en) 2017-03-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2009481C2 (nl) Inrichting voor het heffen van objecten.
AU580874B2 (en) Device at a hydraulic lifting table
EP3725732B1 (en) Vehicle lifting mechanism and automatic power conversion system
US20080149420A1 (en) Vehicle mountable elevating platform
US20160176688A1 (en) Mechanical Scissor Lift
US3667632A (en) Floor crane
US9598271B2 (en) Portable automobile lift
US4897011A (en) Mechanical lift device
US7862285B1 (en) Compressor trolley
US6364601B1 (en) Straddle type container lifting device
CN211998645U (zh) 一种新型铁道车辆用检修用轨道式液压升降平台
US8695942B2 (en) Vehicle lift
ES2289359T3 (es) Dispositivo elevador para contenedores.
CN211255124U (zh) 油漆桶装车用移动式升降平台
KR101669152B1 (ko) 농업용 고소 작업차
CN211035074U (zh) 一种无障碍运输平台
CN218404875U (zh) 一种接触轨安装移动平台
NL1023747C2 (nl) Werkwagen geschikt voor gebruik in warenhuizen.
CN216997556U (zh) 一种折叠式升降机
CN221027481U (zh) 手动液压叉车
CN213505521U (zh) 一种高效型导轨式液压升降机
RU2785824C1 (ru) Подъемник телескопический
NL1021706C2 (nl) Inrichting voor opslag van producten.
CN216687339U (zh) 一种可升降移动的牵引升降装置
NL1024897C1 (nl) Beladingsinrichting voor een voertuig met een heforgaan.