NL2008732C2

NL2008732C2 - Werkwijze en inrichting voor het tegen vervuiling beschermen van een camera.

Info

Publication number: NL2008732C2
Application number: NL2008732A
Authority: NL
Inventors: Menno Jansen; Erik Andreas Holten
Original assignee: Q I Press Controls Holding B V
Priority date: 2012-04-27
Filing date: 2012-04-27
Publication date: 2013-10-29
Also published as: US10571688B2; US20150077539A1; WO2013162372A1

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET TEGEN VERVUILING BESCHERMEN

VAN EEN CAMERA

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze 5 voor het tegen vervuiling beschermen van een camera en op een inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze.

In de grafische industrie, in het bijzonder tijdens het produceren van drukwerk op rotatie offset drukpersen, worden camera's gebruikt voor het meten van 10 kwaliteit. Er zijn verschillende camera's voor verschillende functies, zoals kleurregister, afsnijregiser, kleurmeting en dergelijke.

Omdat deze camera's door het productieproces van drukken vrij snel vervuilen zijn verschillende oplossingen 15 bedacht om de vervuiling te minimaliseren en om vervuilde camera's snel schoon te kunnen maken.

Zo bestaan manieren om door lucht te blazen voor de camera de vervuiling te minimaliseren. Tevens bestaan verwijderbare glaasjes zodat de vervuilde camera's snel en 20 goed schoongemaakt kunnen worden.

Sommige camera's rijden zelfs in een "dog house" waar ze worden schoongemaakt. Dit kan bijvoorbeeld door een borsteltje of door een luchtpuls.

Omdat er geen definitieve oplossing is voor 25 vervuiling en de camera's uiteindelijk toch vervuilen, blijft er altijd onderhoud. De onderhoudskosten zijn een probleem, vooral voor de processen waar veel camera's gebruikt worden en weinig mensen meer betrokken zin bij het productieproces.

30 De uitvinding heeft nu tot doel een werkwijze te verschaffen waarmee een camera tegen vervuiling kan worden beschermd. Volgens de uitvinding wordt dit bereikt door een werkwijze als beschreven in conclusie 1.

2

Bij voorkeur toegepaste varianten van de werkwijze volgens de uitvinding vormen de materie van de volgconclusies 2-7.

De uitvinding betreft verder een inrichting 5 waarmee de hiervoor beschreven werkwijze kan worden uitgevoerd. Een dergelijke beschermingsinrichting wordt gedefinieerd in conclusie 8.

Voorkeursuitvoeringen van deze beschermingsinrichting volgens de uitvinding vormen de 10 materie van de volgconclusies 9-18.

De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een tweetal voorbeelden, waarbij wordt verwezen naar de bijgevoegde tekening, waarin:

Fig. 1 een schematisch bovenaanzicht is op een 15 camera met een inrichting volgens de uitvinding,

Fig. 2 een schematisch vooraanzicht is van de beschermingsinrichting van fig. 1,

Fig. 3 een perspectivisch aanzicht toont van een variant van de beschermingsinrichting, en 20 Fig. 4 een doorsnede toont door de beschermingsinrichting van fig. 4.

Een inrichting 1 voor het tegen vervuiling beschermen van een camera 2, in het bijzonder een camera voor het controleren van drukwerk tijdens het drukken, omvat 25 een tussen de camera 2 en het te controleren drukwerk te plaatsen verwisselbare cassette 3. In de cassette 3, die losneembaar met de camera 2 verbonden kan zijn, is een opening 4 gevormd, die in register ligt met de optiek 5 en belichtingsmiddelen 6 van de camera 2. Deze opening 4 wordt 30 afgesloten door een doorzichtig beschermingselement 7, dat vervangen kan worden wanneer de doorzichtigheid daarvan afneemt.

3

Daartoe is de beschermingsinrichting 1 voorzien van middelen 8 voor het vervangen van het beschermingselement 7. In het getoonde voorbeeld omvatten de vervangingsmiddelen 8 een voorraad doorzichtig materiaal, 5 waarvan het doorzichtig beschermingselement 7 een onderdeel vormt. De vervangingsmiddelen 8 zijn ingericht om het doorzichtig materiaal stapsgewijs voor de camera 2 langs te bewegen. De voorraad doorzichtig materiaal is hier een folie die op een voorraadrol 9 gewikkeld is en die langs de 10 opening 4 naar een opnamerol 10 geleid wordt. De vervangingsmiddelen 8 omvatten een met de opnamerol 10 verbonden wikkelmotor 11, die wordt aangestuurd door middelen voor het waarnemen van de doorzichtigheid van het deel van de folie dat zich voor de opening 4 bevindt en daar 15 het doorzichtig beschermingselement 7 vormt.

Deze waarnemingsmiddelen zijn in de camera 2 opgenomen of werken daarmee samen, aangezien in het getoonde voorbeeld de afname van de doorzichtigheid wordt vastgesteld op basis van scherpte en/of kleur van opnames die door de 20 camera 2 gemaakt worden. Telkens wanneer wordt vastgesteld dat een opname onvoldoende scherp is of bijvoorbeeld te donker is, stuurt de camera 2 een signaal naar de wikkelmotor 11. Dit signaal geeft aan dat de folie 7 voor de lens vervuild is en wordt gebruikt om de folie voor de 25 camera 2 te verversen. De vervuilde folie wordt in de cassette 3 opgewikkeld op de opnamerol 10.

Voordat de voorraadrol 9 met schone folie in de cassette 3 aan zijn einde is, wordt er een waarschuwingssignaal gestuurd dat de cassette 3 verwisseld 30 moet worden. De cassette 3 wordt dan losgenomen en vervangen door een nieuwe cassette. Dit hoeft bij normaal gebruik slechts enkele malen per jaar te gebeuren.

4

Bij de uitvoering van figuren 3 en 4 is de enkele opening 4 in de cassette 3 vervangen door een centrale opening 4A waarvan de vorm is aangepast aan een dubbele lens in de camera 2, en een tweetal langwerpige openingen 4B voor 5 de belichting.

Hoewel de uitvinding hiervoor is toegelicht aan de hand van een tweetal voorbeelden, zal het duidelijk zijn dat deze daartoe niet is beperkt. Ook andere soorten doorzichtige beschermingselementen zijn denkbaar, 10 bijvoorbeeld kunststof vellen of zelfs dunne glasplaten. Ook zijn andere bewegingen van de beschermingselementen langs de camera denkbaar, bijvoorbeeld een rotatiebeweging in een vlak voor de camera.

De uitvinding wordt dan ook uitsluitend bepaald 15 door de nu volgende conclusies.

Claims

1. Werkwijze voor het tegen vervuiling beschermen van een camera, in het bijzonder een camera voor het 5 controleren van drukwerk tijdens het drukken, door een doorzichtig beschermingselement voor de camera, in het bijzonder tussen de camera en het te controleren drukwerk te plaatsen en het beschermingselement te vervangen wanneer de doorzichtigheid daarvan afneemt. 10

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het doorzichtig beschermingselement onderdeel vormt van een voorraad doorzichtig materiaal en vervangen wordt door een ander deel van de voorraad doorzichtig materiaal voor de 15 camera te plaatsen.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het doorzichtig materiaal stapsgewijs voor de camera langs bewogen wordt. 20

4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de voorraad doorzichtig materiaal een baan doorzichtige folie omvat, die afgewikkeld wordt van een voorraadrol en opgewikkeld wordt op een opnamerol. 25

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de voorraadrol vervangen wordt wanneer de baan doorzichtige folie in hoofdzaak volledig afgewikkeld is.

6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afname van de doorzichtigheid wordt vastgesteld op basis van een met de camera gemaakte opname.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de afname van de doorzichtigheid wordt vastgesteld op basis van scherpte en/of kleur van de opname. 5

8. Inrichting voor het tegen vervuiling beschermen van een camera, in het bijzonder een camera voor het controleren van drukwerk tijdens het drukken, omvattende een voor de camera, in het bijzonder tussen de camera en het te 10 controleren drukwerk te plaatsen doorzichtig beschermingselement en middelen voor het vervangen van het beschermingselement wanneer de doorzichtigheid daarvan afneemt.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de vervangingsmiddelen een voorraad doorzichtig materiaal omvatten, waarvan het doorzichtig beschermingselement onderdeel vormt, en de vervangingsmiddelen ingericht zijn om een ander deel van de 20 voorraad doorzichtig materiaal voor de camera te plaatsen wanneer de doorzichtigheid van het doorzichtig beschermingselement afneemt.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het 25 kenmerk, dat de vervangingsmiddelen ingericht zijn om het doorzichtig materiaal stapsgewijs voor de camera langs te bewegen. 1 Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het 30 kenmerk, dat de voorraad doorzichtig materiaal een op een voorraadrol aangevoerde baan doorzichtige folie omvat en de vervangingsmiddelen ingericht zijn om de folie af te wikkelen van de voorraadrol en op te wikkelen op een opnamerol.

12. Inrichting volgens conclusie 11, met het 5 kenmerk, dat de vervangingsmiddelen een met de opnamerol verbonden wikkelmotor omvatten.

13. Inrichting volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de voorraadrol en de opnamerol zijn opgenomen 10 in een cassette, die tussen de voorraadrol en de opnamerol ten minste één opening vertoont waar de doorzichtige folie langs bewogen wordt.

14. Inrichting volgens conclusie 13, met het 15 kenmerk, dat de ten minste ene opening in register ligt met een optiek en/of belichtingsmiddelen van de camera.

15. Inrichting volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat de cassette losneembaar met de camera verbonden 20 is.

16. Inrichting volgens één der conclusies 8-15, gekenmerkt door besturend met de vervangingsmiddelen verbonden middelen voor het waarnemen van de doorzichtigheid 25 van het doorzichtig beschermingselement.

17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de waarnemingsmiddelen ingericht zijn om de doorzichtigheid te bepalen op basis van een met de camera 30 gemaakte opname.

18. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de waarnemingsmiddelen ingericht zijn om de doorzichtigheid te bepalen op basis van scherpte en/of kleur van de opname.