NL2008339C2 - Groenproductenverpakkingslijn en werkwijze voor het verpakken van groenproducten, zoals paprika's. - Google Patents

Groenproductenverpakkingslijn en werkwijze voor het verpakken van groenproducten, zoals paprika's. Download PDF

Info

Publication number
NL2008339C2
NL2008339C2 NL2008339A NL2008339A NL2008339C2 NL 2008339 C2 NL2008339 C2 NL 2008339C2 NL 2008339 A NL2008339 A NL 2008339A NL 2008339 A NL2008339 A NL 2008339A NL 2008339 C2 NL2008339 C2 NL 2008339C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
product
green
products
conveyor track
packaging line
Prior art date
Application number
NL2008339A
Other languages
English (en)
Inventor
Ronald Walter Neutel
Original Assignee
Roboxis B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Roboxis B V filed Critical Roboxis B V
Priority to NL2008339A priority Critical patent/NL2008339C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2008339C2 publication Critical patent/NL2008339C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B9/00Enclosing successive articles, or quantities of material, e.g. liquids or semiliquids, in flat, folded, or tubular webs of flexible sheet material; Subdividing filled flexible tubes to form packages
    • B65B9/06Enclosing successive articles, or quantities of material, in a longitudinally-folded web, or in a web folded into a tube about the articles or quantities of material placed upon it
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B25/00Packaging other articles presenting special problems
    • B65B25/02Packaging agricultural or horticultural products
    • B65B25/04Packaging fruit or vegetables
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B35/00Supplying, feeding, arranging or orientating articles to be packaged
    • B65B35/30Arranging and feeding articles in groups
    • B65B35/44Arranging and feeding articles in groups by endless belts or chains
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G17/00Conveyors having an endless traction element, e.g. a chain, transmitting movement to a continuous or substantially-continuous load-carrying surface or to a series of individual load-carriers; Endless-chain conveyors in which the chains form the load-carrying surface
    • B65G17/06Conveyors having an endless traction element, e.g. a chain, transmitting movement to a continuous or substantially-continuous load-carrying surface or to a series of individual load-carriers; Endless-chain conveyors in which the chains form the load-carrying surface having a load-carrying surface formed by a series of interconnected, e.g. longitudinal, links, plates, or platforms
    • B65G17/061Conveyors having an endless traction element, e.g. a chain, transmitting movement to a continuous or substantially-continuous load-carrying surface or to a series of individual load-carriers; Endless-chain conveyors in which the chains form the load-carrying surface having a load-carrying surface formed by a series of interconnected, e.g. longitudinal, links, plates, or platforms the load carrying surface being formed by profiles, rods, bars, rollers or the like attached to a single traction element
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G17/00Conveyors having an endless traction element, e.g. a chain, transmitting movement to a continuous or substantially-continuous load-carrying surface or to a series of individual load-carriers; Endless-chain conveyors in which the chains form the load-carrying surface
    • B65G17/30Details; Auxiliary devices
    • B65G17/32Individual load-carriers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G17/00Conveyors having an endless traction element, e.g. a chain, transmitting movement to a continuous or substantially-continuous load-carrying surface or to a series of individual load-carriers; Endless-chain conveyors in which the chains form the load-carrying surface
    • B65G17/30Details; Auxiliary devices
    • B65G17/32Individual load-carriers
    • B65G17/36Individual load-carriers having concave surfaces, e.g. buckets
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B9/00Enclosing successive articles, or quantities of material, e.g. liquids or semiliquids, in flat, folded, or tubular webs of flexible sheet material; Subdividing filled flexible tubes to form packages
    • B65B9/06Enclosing successive articles, or quantities of material, in a longitudinally-folded web, or in a web folded into a tube about the articles or quantities of material placed upon it
    • B65B2009/063Forming shoulders

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Agronomy & Crop Science (AREA)

Description

P31095NL00/KHO
Korte aanduiding: Groenproductenverpakkingslijn en werkwijze voor het verpakken van groenproducten, zoals paprika's.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een groenproductenverpakkingslijn voor het verpakken van groenproducten. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een groenproductenverpakkingslijn als paprikaverpakkingslijn voor het in een foliewikkel verpakken van paprika. Met groenproducten zijn hier natuurlijke producten, in het bijzonder 5 groente- en fruitproducten, zoals paprika's, uien, witlof, aubergines, tomaten et cetera bedoeld. Voorts heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het verpakken van dergelijke groenproducten.
Uit de stand van de techniek is een paprikaverpakkingslijn bekend. De paprikaverpakkingslijn heeft een transportbaan die fungeert als een toevoertransportbaan 10 voor een foliewikkel eenheid. De toevoertransportbaan heeft een bovengelegen baan gedeelte waarover paprika's kunnen worden getransporteerd. De paprika's worden door productdragers gedragen en getransporteerd naar een distaai einde van de toevoertransportbaan. Het distaai einde van het toevoertransportbaan is open en vormt een vrije uitloop naar de foliewikkel eenheid. De foliewikkel eenheid heeft aan het proximaal 15 einde een open inloop voor het ontvangen van de paprika's. Het proximaal einde van de foliewikkel eenheid en het distaai einde van de toevoertransportbaan vormt een overgangszone alwaar de paprika's overgaan van de toevoertransportbaan naar de foliewikkel eenheid.
Het blijkt dat de bekende paprikaverpakkingslijn behoorlijk gevoelig is voor storing. 20 De paprika's lopen vaak, dat wil zeggen ongeveer elke 5 minuten, vast op de toevoertransportbaan, dan wel in de overgangszone van de toevoertransportbaan naar de foliewikkel eenheid. Het vastlopen van de paprika's is een breed erkend probleem en wordt doorgaans gelaten geaccepteerd. Na het vastlopen van de paprika's worden de vastgelopen paprika's handmatig verwijderd, waarna het transport weer kan worden voortgezet. Het 25 moge duidelijk zijn dat het telkens vastlopen van de paprika's de efficiëntie van de paprikaverpakkingslijn sterk negatief beïnvloed en dat dit verschijnsel ongewenst is.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel ten minste één van de bovengenoemde nadelen ten minste gedeeltelijk te ondervangen, dan wel om een bruikbaar alternatief te verschaffen. In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel om een 30 groenproductenverpakkingslijn, in het bijzonder een paprikaverpakkingslijn, te verschaffen welke minder storingsgevoelig is als gevolg van het vastlopen van groenproducten.
-2-
Dit doel is bereikt met een groenproductenverpakkingslijn, zoals gedefinieerd in conclusie 1.
Volgens de uitvinding is een groenproductenverpakkingslijn verschaft voor het verpakken van groenproducten. De groenproducten worden doorgaans verpakt in een 5 foliewikkel. De groenproductenverpakkingslijn omvat een transportbaan voor het transporteren van groenproducten. De transportbaan strekt zich in een in hoofdzaak horizontale transport richting uit. De transportbaan is ingericht voor een in hoofdzaak horizontaal transport van groenproducten. De transportbaan heeft een bovengelegen baan gedeelte voor het ontvangen en transporteren van groenproducten. De transportbaan heeft 10 een distaai einde voor het afgeven van de groenproducten. De transportbaan heeft een aandrijfbaar eindloos transportorgaan voor het transporteren van groenproducten. Verder omvat de transportbaan ten minste een productdrager voor het dragen van ten minste een groenproduct. De productdrager omvat een productdrager basis voor het ondersteunen van een groenproduct. De productdrager basis is aan een transport zijde verbonden met het 15 transportorgaan.
De groenproductenverpakkingslijn volgens de uitvinding is verbeterd doordat de productdrager verder een producthouder omvat voor het houden van een groenproduct. De producthouder is aan een van het transportorgaan afgekeerde zijde voorzien en verbonden met de productdrager basis. De producthouder omvat ten minste een producthouder 20 element voor het vormen van een binnenruimte op de productdrager voor het houden van een groenproduct. De binnenruimte is door het ten minste ene producthouder element ten minste in een richting dwars, een zijwaartse richting, op de transport richting begrenst. De zijwaartse richting is een in hoofdzaak horizontale richting dwars op de lengterichting. Een opwaartse richting kan gedefinieerd worden als een in hoofdzaak verticale richting dwars op 25 de lengterichting. De binnenruimte omvat verder een toevoeropening voor het van bovenaf toevoeren van groenproducten naar de binnenruimte. Met voordeel biedt de producthouder zijdelingse ondersteuning aan een groenproduct.
De groenproductenverpakkingslijn volgens de uitvinding is door toepassing van de productdrager met producthouder minder storingsgevoelig. De groenproducten worden met 30 behulp van de producthouders op een stabiele wijze getransporteerd. De groenproducten worden tijdens het transport ondersteunt en in positie gehouden. De groenproducten zijn tijdens het transport minder vatbaar voor verdraaiingen en verplaatsingen door aanraking of botsingen met omgevings componenten.
Een verder voordeel van de groenproductenverpakkingslijn volgens de uitvinding is 35 dat de transportbaan van de groenproductenverpakkingslijn eenvoudiger geconfigureerd kan worden. Zijwanden als langsgeleiding voor het geleiden van groenproducten zijn overbodig geworden. Het ontbreken van zijwanden is verder voordelig bij het inleggen van -3- groenproducten. De groenproducten hoeven niet meer over de zijwanden heen worden overgezet naar de productdragers. Hierdoor is een eenvoudigere en meer betrouwbare toevoer van groenproducten naar de transportbaan in de groenproductenverpakkingslijn mogelijk.
5 In een uitvoeringsvorm van de groenproductenverpakkingslijn volgens de uitvinding is het producthouder element elastisch deformeerbaar. Het producthouder element is flexibel. Het producthouder element is vervormbaar, waarbij het producthouder element naar een vervorming terugkeert naar zijn oorspronkelijke vorm.
In een uitvoeringsvorm omvat het producthouder element ten minste een borstel 10 element. Met voordeel kan het producthouder element vervormen wanneer het producthouder element in aanraking komt met een omgeving's component. Dit komt met name tot zijn recht, wanneer een groenproduct moet worden overgezet in een overgangszone van de transportbaan naar een bewerkingsstation, zoals een foliewikkel eenheid. In de overgangszone tussen de transportbaan en het bewerkingsstation kan de 15 productdrager passeren door een kleine doorlaat, waarbij de producthouder vervormd en meegetrokken wordt, maar waarbij een groenproduct niet door de kleine doorlaat kan passeren en achterblijft. Een flexibel producthouder element dat verkregen is door het toepassen van een borstelelement blijkt in de toepassing voor groenproducten bijzonder effectief voor het opvangen en ondersteunen van de onregelmatige vorm.
20 In een uitvoeringsvorm kan het flexibel producthouder element een zacht materiaal, zoals een schuim materiaal (foam) of een zacht plastic materiaal, zoals PU omvatten. Met een zacht materiaal wordt hier bedoeld, dat het materiaal dermate zacht is dat het materiaal vervormd door het afsteunen van een groenproduct. Het zachte materiaal kan voorgevormd zijn, waarbij een verdieping in het zachte materiaal de binnenruimte vormt. De binnenruimte 25 kan tevens gevormd worden door het ontstaan van de verdieping in het zachte materiaal na het indrukken van het zachte materiaal door het gewicht van een groenproduct.
In een uitvoeringsvorm van de groenproductenverpakkingslijn volgens de uitvinding heeft de productdrager een productdrager basis met een bovenvlak dat in hoofdzaak volledig bezet is met een flexibel producthouder element. Het bovenvlak van de 30 productdrager basis kan in hoofdzaak volledig bezet zijn met borstelharen of een schuimlaag. Met voordeel kan de uitvoering van de overgangszone tussen een toevoertransportbaan en een bewerkingsstation aanzienlijk eenvoudiger worden uitgevoerd, waarbij een doorlaat voor het passeren van productdragers overbodig is geworden. Dit zal nader worden toegelicht aan de hand van figuur 6.
35 In een uitvoeringsvorm van de groenproductenverpakkingslijn volgens de uitvinding omvat de producthouder ten minste twee tegenover elkaar gelegen producthouder elementen. De producthouder omvat ten minste twee producthouder elementen, die rondom -4- de binnenruimte tegenover elkaar gepositioneerd zijn. De producthouder elementen strekken zich vanaf de productdrager basis uit in een van het transportorgaan afgekeerde richting. Hiermee is de binnenruimte gevormd door de ten minste twee tegenover elkaar gelegen producthouder elementen. Twee producthouder elementen begrenzen de 5 binnenruimte in zijwaartse richting. Hierdoor verschaft de producthouder een groenproduct zijdelingse steun en blijft een groenproduct stabiel gepositioneerd op de productdrager. De binnenruimte is bijvoorkeur in een voorgelegen gebied in transport richting open en vrij van een producthouder element. Het ontbreken van een voorgelegen producthouder element vereenvoudigd de afgifte van het groenproduct via de open voorzijde van de binnenruimte 10 aan een bewerkingsstation.
In een uitvoeringsvorm van de groenproductenverpakkingslijn volgens de uitvinding strekken de producthouder elementen zich uit in een richting weg van de productdrager basis. De producthouder elementen strekken zich in het bovengelegen baangedeelte van de transportbaan in opwaartse richting uit. In het bijzonder strekken de producthouder 15 elementen zich in opwaartse en zijwaartse richting uit. De producthouder is in opwaartse richting divergerend. Met voordeel vormen de producthouder elementen een inloop voor het ontvangen van groenproducten.
In een uitvoeringsvorm van de groenproductenverpakkingslijn volgens de uitvinding als paprikaverpakkingslijn zijn de producthouder elementen geconfigureerd voor het 20 ontvangen van paprika's. Met name bij een partij paprika's is een onderlinge grote variatie extreem. Een kleine en een grote paprika kan een grootte variatie in een verhouding 1:3 hebben. Voor een stabiel transport van de paprika's hebben de producthouder elementen een zich van de productdrager basis weg strekkende lengte van ten minste 5cm, in het bijzonder ten minste 8 cm, maar bij voorkeur ten minste 10 cm in een uitvoeringsvorm met 25 divergerende producthouder elementen om de grootte variatie op te kunnen vangen.
In een alternatieve uitvoeringsvorm van de groenproductenverpakkingslijn volgens de uitvinding strekken de producthouder elementen zich uit in een richting weg van de productdrager basis. De producthouder elementen strekken zich in het bovengelegen baangedeelte van de transportbaan in opwaartse richting uit. In het bijzonder strekken de 30 producthouder elementen zich in opwaartse en zijwaartse richting uit, waarbij de producthouder in opwaartse richting convergerend is. De convergerend opgestelde producthouder elementen van de producthouder zijn gunstig in het verloop ter hoogte van de overgangszone. De convergerend opgestelde producthouder elementen kunnen namelijk makkelijker wijken wanneer de producthouder elementen langs een component, 35 bijvoorbeeld een inlooplepel moeten bewegen. Een verder voordeel van convergerend opgestelde producthouder elementen is dat hiermee een folie strak over een groenproduct gespannen kan worden. In de overgangszone tussen de transportbaan en een foliewikkel -5- eenheid wordt een folie over de groenproducten getrokken en bewegen de producthouder elementen neerwaarts van het bovengelegen baan gedeelte naar het ondergelegen baangedeelte van de transportbaan. De neerwaartse beweging draagt bij aan het strak omwikkelen van de groenproducten.
5 In een uitvoeringsvorm van de groenproductenverpakkingslijn volgens de uitvinding omvat de transportbaan een opduw element voor het opduwen van groenproducten, waarbij het opduw element flexibel is. In het bijzonder is het opduw element vervaardigd uit een flexibel materiaal, meer in het bijzonder uit een elastisch deformeerbaar materiaal. Bij voorkeur is het opduw element een borstelelement. Het flexibele opduw element is voordelig 10 in de overgangszone tussen de transportbaan en een bewerkingsstation, waarbij het flexibele opduw element eenvoudig weggeduwd kan worden, wanneer het flexibele opduw element in aanraking komt met componenten uit de omgeving. Met voordeel maakt het flexibele opduw element een complex inklapmechanisme voor het weg laten klappen van het opduw element overbodig. Met voordeel kan de uitvoering van de overgangszone 15 tussen een toevoertransportbaan en een bewerkingsstation aanzienlijk eenvoudiger worden uitgevoerd, waarbij een doorlaat voor het passeren van productdragers overbodig is geworden. Dit zal nader worden toegelicht aan de hand van figuur 6.
In een uitvoeringsvorm van de groenproductenverpakkingslijn volgens de uitvinding omvat de transportbaan een bovengelegen baan gedeelte met een naar buiten toe aflopend 20 bodemdeel. In het bijzonder is de transportbaan in het bovengelegen baangedeelte vrij van zijwanden. Met voordeel is de transportbaan hierdoor minder storingsgevoelig. Wanneer groenproducten van de productdrager vallen, zullen de groenproducten van het baangedeelte afvallen en geen obstructie meer kunnen vormen voor de overige groenproducten in het transport. Door het aflopende bodemdeel is de 25 groenproductenverpakkingslijn minder gevoelig voor vervuiling.
In een uitvoeringsvorm van de groenproductenverpakkingslijn omvat de groenproductenverpakkingslijn verder een bewerkingsstation, in het bijzonder een foliewikkel inrichting voor het in een foliewikkel verpakken van een groenproduct. De transportbaan is een toevoertransportbaan dat voor een foliewikkel eenheid is 30 gepositioneerd. De foliewikkel eenheid is gepositioneerd aan het distaai einde van de toevoertransportbaan. De foliewikkel eenheid is ingericht voor het insluiten van een toegevoerd groenproduct in de foliewikkel. De foliewikkel eenheid heeft een proximaal einde dat aangrenzend aan het distaai einde van de toevoertransportbaan is gepositioneerd. Het proximaal einde van de foliewikkel eenheid en het distaai einde van de 35 toevoertransportbaan vormt een overgangszone voor het overbrengen van groenproducten van de toevoertransportbaan naar de foliewikkel eenheid. De foliewikkel eenheid omvat aan het proximaal einde ten minste een inlooplepel voor het afvangen van een groenproduct. De -6- inlooplepel is gepositioneerd in een transport vlak dat parallel is aan het transportorgaan in het bovengelegen baangedeelte van de toevoertransportbaan. Met behulp van de inlooplepel kan een groenproduct uit de producthouder van de productdrager worden genomen en in de foliewikkel eenheid geleid worden. De inlooplepel omvat een uitsparing 5 die het distaai einde van de transportbaan ten minste gedeeltelijk omgeeft. De uitsparing verschaft een doorlaat, waarbij de doorlaat een maximale breedte heeft die groter is dan een maximale breedte van een productdrager basis. Hierdoor kan de productdrager basis vrij passeren door de doorlaat. De maximale breedte van het doorlaat is echter kleiner dan een maximale breedte van de producthouder. Hierdoor zal de producthouder vervormen 10 wanneer de producthouder door de doorlaat passeert. Bij voorkeur is de producthouder flexibel voor het passeren door de doorlaat. Als alternatief kan de producthouder ook wegklapbaarzijn.
Verder heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het verpakken van groenproducten, in het bijzonder van paprika's. De werkwijze volgens de uitvinding omvat 15 een stap van het toevoeren van de groenproducten aan een transportbaan voor het transporteren van de groenproducten. Op de transportbaan wordt het groenproduct ontvangen door een productdrager. De productdrager is voorzien van een producthouder voor het stabiel in positie houden van het groenproduct. De productdrager omvat een productdrager basis en een producthouder. Het groenproduct wordt via een bovengelegen 20 doorvoeropening van de productdrager in de producthouder gebracht. Het groenproduct wordt door de producthouder zijdelings ondersteund. De in de producthouder gehouden groenproducten worden vervolgens getransporteerd naar het bewerkingsstation. Het bewerkingsstation is onderdeel van de groenproductenverpakkingslijn, bijvoorbeeld een foliewikkel eenheid voor het in een foliewikkel insluiten van ten minste een groenproduct, 25 een weegstation voor het wegen van een groenproduct, een dimensiecontrolestation voor het bepalen van buitenmaten van een groenproduct of een selectiestation voor het selecteren van groenproducten. De verschillende bewerkingsstations kunnen in de groenproductenverpakkingslijn onderling verbonden zijn door transportbanen, zoals hier beschreven met productdragers voorzien van producthouders voor het stabiel in positie 30 houden en zijdelings ondersteunen van de groenproducten.
Voor de storingsproblemen in een groenproductenverpakkingslijn die samenhangen met de specifieke eigenschappen van groenproducten, in het bijzonder paprika's, zoals de onregelmatige vorm en de onderlinge grootte variatie, biedt de werkwijze volgens de uitvinding een oplossing en kan stagnatie van de groenproducten gereduceerd worden.
35 In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat werkwijze een stap voor het selecteren van groenproducten in een selectiestation. De groenproducten, in het bijzonder paprika's, kunnen worden geselecteerd op basis van een gewicht van het -7- groenproduct. De werkwijze kan een stap omvatten van het combineren van geselecteerde groenproducten om een combinatie te verkrijgen van groenproducten met een vooraf bepaald gezamenlijk totaalgewicht, bijvoorbeeld ten hoogste 500gram. De combinatie kan bijvoorbeeld drie paprika's omvatten, waarbij de drie paprika's een gezamenlijk gewicht 5 hebben van ongeveer 500gram. De combinatie van drie paprika's kan een rode, groene en gele paprika omvatten. Typisch omvat de combinatie van de drie paprika's een relatief grote paprika in combinatie met twee relatief kleine paprika's. Na selectie en combinatie kan de werkwijze verder een stap omvatten van het groepsgewijs aan een transportbaan toevoeren van de groenproducten. Hierdoor komt de werkwijze volgens de uitvinding met name tot zijn 10 recht in een groenproductenverpakkingslijn in de uitvoering van een paprikaverpakkingslijn.
Verdere voorkeursuitvoeringsvormen zijn vastgelegd in de overige onderconclusies. Voorts heeft uitvinding betrekking op het gebruik van een groenproductenverpakkingslijn volgens de uitvinding of de toepassing van een werkwijze volgens de uitvinding voor het verpakken van groenproducten, in het bijzonder voor het 15 verpakken van paprika's, meer in het bijzonder voor het groepsgewijs verpakken van paprika's.
De uitvinding zal nader worden uitgelegd aan de hand van bijgevoegde tekeningen. 20 De tekeningen vormen een praktische uitvoering van de uitvinding, welke niet mogen worden beschouwd in beperkende zin. Specifieke detailkenmerken kunnen ook los van het uitvoeringsvoorbeeld in generale zin als kenmerkend voor de uitvinding worden gezien, waarin:
Fig. 1A-1D in schematische aanzichten in perspectief een toevoertransportbaan en 25 foliewikkel eenheid tonen, zoals bekend uit de stand van de techniek;
Fig. 2 in een schematisch bovenaanzicht drie verschillende transport situaties, waarin paprika's groepsgewijs over een transportbaan kunnen worden getransporteerd toont;
Fig. 3 in een schematisch aan zich in perspectief voordeel verschaffende onderdelen 30 van een groenproductenverpakkingslijn volgens de uitvinding toont;
Fig. 4A in een schematisch aanzicht in dwarsdoorsnede een transportbaan volgens de uitvinding in vergelijking tot een transportbaan volgens de stand van de techniek toont;
Fig. 4B in een schematisch aanzicht in dwarsdoorsnede een transportbaan volgens 35 de uitvinding toont; -8-
Fig. 5A in een schematisch bovenaanzicht een overgangszone tussen een toevoertransportbaan en inloop van een bewerkingsstation volgens de stand van de techniek toont;
Fig. 5B in een schematisch bovenaanzicht een overgangszone tussen een uitloop 5 van een toevoertransportbaan en een inloop van een bewerkingsstation volgens de uitvinding toont;
Fig. 5C in een schematisch aanzicht in dwarsdoorsnede een overgangszone tussen een uitloop van een toevoertransportbaan en een inloop van een bewerkingsstation volgens de uitvinding toont, waarbij producthouder elementen divergerend zijn 10 opgesteld.
Fig. 5D in een schematisch aanzicht in dwarsdoorsnede een overgangszone tussen een uitloop van een toevoertransportbaan en een inloop van een bewerkingsstation volgens de uitvinding toont, waarbij producthouder elementen convergerend zijn opgesteld; 15 Fig. 6A in een bovenaanzicht een overgangszone tussen een bewerkingsstation en een toevoertransportbaan toont, waarbij de overgangszone in transportrichting voor het distaai einde van de toevoertransportbaan is gepositioneerd; en Fig. 6B-6C in een aanzicht een dwarsdoorsnede de overgangszone uit Fig. 6A toont, waarbij de producthouder en het opduw element beiden een borstelelement 20 omvatten.
In de navolgende figuurbeschrijving zal de uitvinding worden gepresenteerd in een vergelijking tot een groenproductenverpakkingslijn uit de stand van de techniek. 25 Overeenkomstige verwijzingscijfers bij de tekeningen uit de stand van de techniek duiden op identieke, soortgelijke of functioneel identieke componenten in de tekeningen van de groenproductenverpakkingslijn volgens de uitvinding.
Fig. 1A toont in een schematisch aanzicht in perspectief een foliewikkel inrichting van een groenproductenverpakkingslijn volgens de stand van de techniek. De foliewikkel 30 inrichting omvat een toevoerstransportbaan 10 en een foliewikkel eenheid 20. De foliewikkel inrichting is voorzien voor het in een foliewikkel 201 verpakken van producten. De producten kunnen groepsgewijs, bijvoorbeeld per drie stuks in een foliewikkel worden verpakt of per enkel stuks.
De toevoertransportbaan 10 is een in hoofdzaak horizontaal opgestelde 35 transportbaan 10 voor het transporteren van producten. De getoonde uitvoeringsvorm van de transportbaan wordt gebruikelijk opgesteld in een groenproductenverpakkingslijn voor het verpakken van groente en fruitproducten, hierna verder genoemd groenproducten. De -9- groente en fruit producten, de groenproducten, omvatten natuurlijke producten als tomaten, paprika's, aubergines, uien, witlof. Kenmerkend voor de groenproducten is dat deze organisch, dat wil zeggen niet-vormvast zijn, dat wil zeggen een onregelmatige vorm hebben. Verder is kenmerkend dat de groenproducten voor verpakking normaliter in een 5 partij aangeleverd worden, en onderling een grootte variatie hebben in een extreme verhouding, waarbij de grootste maat groenproduct in verhouding soms wel drie maal groter is dan de kleinste maat groenproduct. Een extreme verhouding in grootte is met name aanwezig bij paprika's. Hierdoor worden specifieke eisen gesteld aan een transportbaan in een groenproductenverpakkingslijn.
10 De toevoertransportbaan 10 heeft een bovengelegen baangedeelte 10A en een ondergelegen baangedeelte 10B. De toevoertransportbaan 10 omvat een eindloos transportorgaan 11 dat zich uitstrekt in lengterichting en een transportrichting T voor het toevoeren van groenproducten in het bovengelegen baangedeelte 10A definieert. De groenproducten worden getransporteerd in een transportvlak. Het transportorgaan 11 omvat 15 een ketting 110. Aan een einde van de transportbaan keert het transportorgaan via een keerwiel 111 van het bovengelegen baangedeelte 10A naar het ondergelegen baan gedeelte 10B. In het ondergelegen baangedeelte 10B retourneert het transportorgaan 11.
Volgens de stand van de techniek, is het bovengelegen baangedeelte 10A van de toevoertransportbaan 10 gootvormig. De toevoertransportbaan heeft een horizontaal 20 bodemdeel 15 en zijwanden 14 welke een langsgeleiding vormen om te verhinderen dat producten van het baangedeelte vallen. De zijwanden 14 voorkomen dat het groenproduct van het productdragerplateau valt. De zijwanden 14 van de transportbaan 10 zijn overeenkomstig de grootte van de te transporteren groenproducten zo nauw mogelijk afgesteld om te voorkomen dat de groenproducten verdraaien of verplaatsen. Het 25 transportorgaan 11 strekt zich uit in parallel met het bodemdeel 15. De toevoertransportbaan omvat verder een verscheidenheid aan productdragers 12. De productdragers 12 zijn aan een transport zijde, een onderzijde, verbonden met het transportorgaan 11. Elke productdrager omvat een vlak productdragerplateau voor het ondersteunen van een groenproduct. Het groenproduct kan van bovenaf vrij worden 30 geplaatst op het productdragerplateau. Verder omvat de toevoertransportbaan een verscheidenheid van opduwelementen 13 voor het opduwen van groenproducten.
De toevoertransportbaan heeft een distaai einde. Het distaai einde is open en vormt een vrije uitloop voor het afgeven van producten. Aan het distaai einde omvat de toevoertransportbaan het keerwiel 111 voor het retourneren van het transportorgaan 11 en 35 de productdragers. In bedrijf loopt het transportorgaan 11 aan het distaai einde over het keerwiel 111 en keren de productdragers 12 van het bovengelegen baangedeelte 10A naar het ondergelegen baangedeelte 10B.
- 10-
Aan het distaai einde van de toevoertransportbaan is een foliewikkel eenheid 20 opgesteld. Hier is de foliewikkel eenheid 20 geconfigureerd voor het aanbrengen van een type foliewikkel, ook wel een flowwrap genoemd. De foliewikkeleenheid 20 heeft een open inloop voor het ontvangen van producten. De open inloop omvat twee inlooplepels 200L, 5 200R voor het ontvangen van producten. De inlooplepels zijn plaatvormig. De inlooplepels zijn in een vlak spiegelsymmetrisch tegenover elkaar gepositioneerd. De inlooplepels zijn parallel opgesteld en hebben een bovenvlak dat parallel is aan en in hoofdzaak op een gelijk hoogteniveau is gepositioneerd als een transportvlak van een productdrager 12 van de toevoertransportbaan.
10 De inlooplepels definiëren een V-vormige uitsparing 202. De V-vormige uitsparing heeft een monding die convergerend is in de transportrichting T. De V-vormige uitsparing omsluit het distaai einde van de transportbaan 10. De V-vormige uitsparing mondt uit in een sleuf 203. De sleuf is enkele millimeters breed en gedimensioneerd voor het geleiden van een folie, een flowwrap. Een gedeelte van de V-vormige uitsparing 202 dat aansluit op de 15 sleuf 203 vormt een doorlaat 204 en maakt een doorgang van de productdragers 12 aan het distaai einde van de toevoertransportbaan 10 mogelijk, terwijl de doorlaat 204 een breedte heeft die zodanig is gedimensioneerd dat een toegevoerd groenproduct opgevangen wordt op de inlooplepels 200 aan weerszijden van de V-vormige uitsparing 202. De doorlaat 204 strekt zich in transport richting T uit vanaf het distaai einde van de transportbaan 10 tot de 20 sleuf 203.
Fig. 1B toont in een schematisch aanzicht in perspectief een toevoertransportbaan met een foliewikkel eenheid 20 zoals in Fig. 1A, waarbij een folie 201 is getoond die in de foliewikkel eenheid is gemonteerd. De folie is afkomstig van een folierol, welke in een bovengelegen deel van de foliewikkel eenheid is opgesteld. Aan het distaai einde van de 25 toevoertransportbaan is de folie via foliegeleiders naar een hoogteniveau geleid dat overeenkomt met het transportvlak. In bedrijf wordt de folie over de groenproducten getrokken en gevoerd in transportrichting T. De folie heeft in breedterichting folieranden die via de V-vormige uitsparing 202 in de foliesleuf 203 wordt gevoerd. Aan een onderzijde van de sleuf worden de folieranden bijeengebracht en versmolten, zodanig dat een 30 lengteafdichting verkregen wordt.
Fig. 1C toont in een bovenaanzicht het distaai einde van de toevoertransportbaan, waarbij een overgangszone TZ is gevormd door de uitloop van de toevoertransportbaan en de inloop van de foliewikkel eenheid. Een folierol is opgesteld boven het distaai einde van de transportbaan en wikkelt in bedrijf af in transportrichting. De folieranden worden via de V-35 vormige uitsparing in de sleuf gevoerd.
Fig. 1D toont in een schematisch aanzicht in dwarsdoorsnede een transport van een combinatie van groenproducten, hier paprika's, over het bovengelegen baangedeelte 10A
-11 - van de toevoertransportbaan. De groenproducten liggen op het productdragerplateau en worden opgeduwd door het opduwelement 13. De groenproducten hebben countour afmetingen die groter zijn dan een breedte van het productdragerplateau, zodanig dat het groenproduct kan worden afgegeven in de overgangszone TZ aan het distaai einde van de 5 transportbaan 10. Aan weerszijden is de transportbaan voorzien van vaste zijwanden 14. De zijwanden 14 omsluiten de groenproducten in zijwaartse richting. Een vast horizontaal vlak bodemdeel 15 van de transportbaan is opgesteld aan weerszijden van het transportorgaan 11. Door het vaste bodemdeel 15 en de vaste zijwanden 14 ontstaat het probleem dat bij een contact van het groenproduct, het groenproduct slipt, verplaatst of verdraait en uit 10 positie raakt. De combinatie van een klein en groter groenproduct kan door verdraaien en verplaatsen in de gootvormige transportbaan 10 leiden tot vastlopen van de groenproducten.
Fig. 2 is illustratief voor een erkend probleem bij het transport van groenproducten, in het bijzonder bij het transport van paprika's in een groenproductenverpakkingslijn. De 15 paprika's worden per drietal voorgeselecteerd en gecombineerd en vervolgens groepsgewijs getransporteerd. Een groep van groenproducten wordt geselecteerd op een gezamenlijk totaal gewicht. De groep wordt bijvoorbeeld samengesteld op een totaalgewicht van 500gr. Een groep paprika's kan in een combinatie een rode, gele en groene paprika omvatten, een zogenaamde stoplicht-combinatie. In een ideale situatie I hebben de drie groenproducten 20 een nagenoeg gelijk gewicht en kunnen de groenproducten achter elkaar op de transportbaan opgesteld worden. In een minder ideale situatie II en III heeft de groep één extra groot groenproduct, waardoor om op een totaal gezamenlijk gewicht uit te komen, de andere twee groenproducten in de groep kleiner moeten zijn. Het grote groenproduct wordt door een bewerkingsstation van de groenproductverpakkingslijn, een selectiestation, 25 herkend en gecombineerd met kleinere groenproducten om op een vooraf bepaald gezamenlijk totaal gewicht uit te komen. De combinatie van een groot groenproduct met twee kleinere groenproducten wordt over de transportbaan getransporteerd. Een probleem tijdens transport is dat de groenproducten de neiging hebben om vast te lopen. Situatie II toont een drietal paprika's, waarbij twee kleinere paprika's in lijn liggen met een grotere 30 paprika. Situatie III illustreert het vastlopen van een combinatie groenproducten. Een kleiner groenproduct en naastliggend groter groenproduct hebben de neiging om door slip en trillingen als keggen in elkaar te lopen, waardoor een obstructie ontstaat. Voor een groenproductverpakkingslijn en in het bijzonder een paprikaverpakkingslijn is in het in de stand van de techniek een geaccepteerd verschijnsel om telkens vastgelopen paprika's los 35 te trekken of te verwijderen. Het is bekend dat bij paprika's een zodanige spreiding in groottes van paprika's aanwezig is dat het blijkbaar niet te voorkomen is dat vooral bij een groepsgewijs transport de paprika's telkens vastlopen. Bij een stand van de techniek paprika - 12 - verpakkingslijn is het geaccepteerd dat de verpakkingslijn elke vijf minuten stilvalt vanwege een vastgelopen paprika.
De uitvinding verschaft een oplossing voor het probleem van het telkens vastlopen van groenproducten tijdens het transport in een groenproductverpakkingslijn, in het 5 bijzonder voor een paprikaverpakkingslijn.
Fig. 3 toont in een schematisch aanzicht in perspectief voordeelverschaffende onderdelen van een transportbaan 10 volgens de uitvinding voor gebruik in een groenproductverpakkingslijn 1. De transportbaan 10 omvat een transportorgaan 11 voor het voortbewegen van productdragers 12. Het transportorgaan is hier een ketting 110. Verder 10 omvat de transportbaan een verscheidenheid aan productdragers 12. De productdragers zijn verbonden met het transportorgaan 11. De productdragers omvatten een productdrager basis 120 en een producthouder 122. De producthouder basis 120 is gelegen in het transportvlak. De producthouder 122 is verbonden met de producdrager basis 120. De producthouder omvat twee tegenover elkaar gepositioneerde producthouder elementen 15 122L, 122R. De producthouder elementen 122L, 122R strekken zich uit vanaf de productdrager basis 120 in een van het transportorgaan 11 afgekeerde richting. In het bovengelegen baangedeelte 10A van de transportbaan strekken de producthouder elementen 122L, 122R zich naar omhoog U uit. Het producthouder element 122L heefteen zich van de productdrager basis af strekkende lengte van ten minste 5cm, in het bijzonder 20 ten minste 8cm, maar bij voorkeur ten minste 10cm, zodanig dat het producthouder element geschikt is voor het vasthouden van een groenproduct, in het bijzonder voor het vasthouden van een verscheidenheid in grootten van paprika's.
De producthouder elementen 122L, 122R vormen een binnengelegen ruimte, een binnenruimte IS, voor het ontvangen van een groenproduct. De binnenruimte IS is door de 25 producthouder elementen in zijwaartse richting S begrenst. De binnenruimte IS is in de transportrichting T naar voren en naar achteren toe open. Verder is de binnenruimte IS in een van de productdrager basis 120 afgekeerde richting, dat is op het bovengelegen baangedeelte 10A een richting naar omhoog, open, zodanig dat de binnenruimte IS een toevoeropening omvat voor het toevoeren van groenproducten. De producthouder 30 elementen zijn naar omhoog U divergerend opgesteld. De producthouder elementen zijn in zijwaartse richting S vanaf de productdrager basis 120 naar buiten gericht en onder een scherpe hoek van ten minste 5°, bij voorkeur ten minste 30° opgesteld ten opzichte van een verticaal U. De producthouder elementen 122L, 122R vormen hierdoor een inloop voor groenproducten. Hierdoor kan de productdrager van bovenaf met een groenproduct beladen 35 worden en is het beladen van de productdragers in een groenproductenverpakkingslijn minder storingsgevoelig.
- 13-
Bijzonder aan de producthouder elementen 122L, 122R is dat de producthouder elementen flexibel zijn. De producthouder elementen zijn elastisch deformeerbaar. Het producthouder element kan flexibele stripelementen omvatten. Een producthouder element omvat bij voorkeur borstelharen. Het producthouder element kan bijvoorbeeld een 5 borstelstrip omvatten. Een producthouder element kan zich door de flexibiliteit eenvoudig tijdelijk aanpassen aan een geometrie van een ontvangen groenproduct.
Fig. 4A en Fig. 4B tonen ter vergelijking met de transportbaan uit Fig. 1D een schematisch aanzicht in dwarsdoorsnede van de groenproductentransportbaan 10 volgens de uitvinding. Fig. 4A toont twee groenproducten GP, hier paprika's, die gepositioneerd zijn 10 op een productdrager basis. De groenproducten worden voortgeduwd in de transportrichting door een opduwelement 13. Uit Fig. 4A is duidelijk dat het grootte verschil tussen verschillende groenproducten aanzienlijk kan zijn. De groenproducten liggen elk stabiel op een productdrager basis 120 tussen twee producthouder elementen 122L, 122R. De flexibele producthouder elementen 122L, 122R zijn door de last van de groenproducten in 15 zijwaartse richting naar buiten en in een richting naar de productdrager basis 120 toe geweken. De producthouder elementen 122L, 122R bieden in zijwaartse richting steun aan de groenproducten. De groenproducten GP zijn hierdoor stabiel opgenomen in de producthouder 122 op de productdrager 12. Hierdoor kan voorkomen worden dat de groenproducten verdraaien of verplaatsen in zijwaartse richting. Met voordeel zijn de 20 zijwanden 14 van de transportbaan door toepassing van de productdragers 12 met producthouder 122 overbodig geworden. De zijwanden 14 kunnen verwijderd worden, zoals getoond in Fig. 4A door middel van de doorhalingskruisen of op een ruime afstand van het transportorgaan worden geplaatst om afgevallen groenproducten buiten het bereik van getransporteerde groenproducten op te vangen, zodat de groenproducten niet verder, 25 bijvoorbeeld op de vloer vallen.
Zoals getoond in Fig. 4B, kan het bodemdeel 15 van de transportbaan naar buiten toe aflopend zijn. Door het aflopende bodemdeel 15 kan de storingsgevoeligheid van de groenproductenverpakkingslijn verder verminderd worden. Indien namelijk een groenproduct toch vrij zou komen van een productdrager 12 dan zal het groenproduct naast de 30 productdrager 12 terecht komen en van het aflopende bodemdeel 15 afglijden. Het risico dat een groenproduct blijft liggen en voor een obstructie zal zorgen is daardoor kleiner. De transportbaan 10 kan een eenvoudige configuratie hebben. De transportbaan 10 kan een basisframe 100 omvatten met framelengtedelen 101 uit een extrusie profiel. De extrusie framelengtedelen 101 hebben een in een dwarsdoorsnede constante vorm. De 35 framelengtedelen 101 kunnen een buitenzijde van de transportbaan vormen, waarbij het aflopende bodemdeel 15 van de transportbaan geïntegreerd is in de framelengtedelen 101.
- 14-
Fig. 5A en 5B tonen in een schematisch bovenaanzicht de overgangszone TZ tussen de toevoertransportbaan 10 en de foliewikkel eenheid 20, waarbij in Fig. 5A de overgangszone uit de stand van de techniek is weergegeven, terwijl in Fig. 5B de overgangszone volgens de uitvinding is weergegeven. In Fig. 5A is de transportbaan 10 5 voorzien van zijwanden 14. De zijwanden van de transportbaan zijn aan het distaai einde van de transportbaan afgeschuind. Het distaai einde van de transportbaan 10 heeft een open uitloop. De folio eenheid 20 heeft een open inloop voor groen producten. De folie eenheid 20 heeft een V-vormige uitsparing welke het distaai einde van de transportbaan 10 omgeeft. Een gedeelte van de V-vormige uitsparing 202 is gearceerd. Dit gedeelte vormt de 10 doorlaat 204 voor een passage van een productdrager van de transportbaan. Het gearceerde gedeelte 204 heeft een breedte die kleiner is dan de breedte van een groen product, zodanig dat een groenproduct niet door het gearceerde gedeelte van de V-vormige uitsparing 202 kan passeren. Het groen product zal hierdoor van de productdrager worden opgenomen op de inloop lepels 200 van de folie wikkel eenheid 20.
15 Fig. 5B toont in een vergelijkend aanzicht de overgangszone TZ tussen de transportbaan 10 volgens de uitvinding en de folie wikkeleenheid 20. De transportbaan volgens de uitvinding is vrij van zijwanden 14, waardoor het distaai einde van de transportbaan verder in de V-vormige uitsparing geplaatst kan worden. De transportbaan volgens de uitvinding is voorzien van verscheidene productdragers 12 met producthouders 20 122, zoals getoond in Fig. 3. De producthouder 122 strekt zich uit in zijwaartse richting S, waarbij de producthouder een maximale breedte heeft die groter is dan het gearceerde gedeelte, de doorlaat, van de V-vormige uitsparing van de folio eenheid 20. Dankzij de flexibiliteit van de producthouder, kan de producthouder de doorlaat passeren, terwijl een groenproduct ontvangen wordt op de inloop lepels. In een vergelijking van de grootte van de 25 doorlaat in de overgangszone tussen de transportbaan 10 en folio eenheid 20 tussen Fig. 5A en Fig. 5B komt naar voren dat de doorlaat 204 aanmerkelijk kleiner kan worden uitgevoerd bij toepassing van een transportbaan 10 volgens de uitvinding. Door de kleinere doorlaat 204 kan het risico op storing door een vastgelopen groenproduct verder verkleind worden.
30 Fig. 5C toont in een schematisch vooraanzicht de overgangszone TZ tussen de transportbaan 10 en de foliewikkel eenheid 20. Een productdrager 12 is gepositioneerd in het bovengelegen baangedeelte 10A van de transportbaan 10 en houdt een groenproduct GP, hier een paprika, in de producthouder 122. In de folio eenheid 20 is een folie 201 opgenomen. De folie vormt een tunnel waardoorheen het groenproduct gevoerd zal worden. 35 De folie omsluit het groenproduct en de producthouder. In bedrijf zal de productdrager 12 neerwaarts bewegen naar het ondergelegen baangedeelte van de transportbaan 10 en het groenproduct achterlaten op de inlooplepels 200 van de foliewikkel eenheid 20. In de - 15- neerwaartse beweging van de productdrager 12, zullen de producthouder elementen 122L, 122R van de producthouder 122 tussen de folie en het groenproduct weggetrokken worden. De folie 201 zal het groenproduct verder meetrekken in de foliewikkel 21.
Fig. 5C toont een uitvoeringsvorm van de productdrager met producthouder 122, 5 waarbij de producthouder 122 een linker en een rechter producthouder element 122L.122R omvat die zich in het bovengelegen baangedeelte van de transportbaan 10A in opwaartse richting U divergerend uitstrekken. De producthouder elementen 122 L, 122 R omvatten borstelharen. Het groenproduct steunt tijdens transport af op een mantelvlak van de borstelharen. Wanneer de producthouder elementen in de overgangszone TZ neerwaarts 10 weggetrokken worden, zullen de borstelharen tangentiaal aan het groenproduct bewegen. Met voordeel kan het groenproduct hierdoor stabiel in positie blijven.
Fig. 5D toont een uitvoeringsvorm van de productdrager 12, waarbij de producthouder 122 twee zich in opwaartse richting U uitstrekkende convergerende producthouder elementen 122L, 122R omvat. Het linker product houder element 122L wijkt 15 naar het tegenoverliggende rechter producthouder element 122R. De producthouder elementen omvatten borstelharen die de producthouder 122 flexibel maken. Een groenproduct steunt af op de toppen van de borstelharen die het groenproduct daarmee zijdelingse steun bieden.
Verder toont Fig. 5D een flexibel opduw element 13. Het opduw element 13 is 20 flexibel doordat het vervaardigd is van een flexibel materiaal. Het opduw element is elastisch deformeerbaar. Het opduw element 13 heeft een initiële vorm naar welke het opduw element verend terugkeert na vervorming. Het opduw element is stripvormig. Het flexibel opduw element omvat een borstel element. Het opduw element 13 omvat zich opwaarts uitstrekkende borstelharen die het opduw element 13 een flexibel karakter geven. Het 25 flexibel opduw element 13 is voordelig bij het passeren van de overgangszone TZ, waarbij het opduw element 13 eenvoudig kan wijken wanneer het in aanraking komt met een omgeving's component en weer terugkeert naar de initiële vorm wanneer het opduw element 13 is gepasseerd.
Fig. 6A toont in een bovenaanzicht een overgangszone TZ tussen een 30 bewerkingsstation 20 en een toevoertransportbaan 10. De toevoertransportbaan 10 omvat een verscheidenheid aan productdragers 12, waarbij de productdrager een productdrager basis 120 heeft welke over een in hoofdzaak volledig bovenvlak bedekt is met een flexibel producthouder element 122. Het bovenvlak van de productdrager basis 120 is bedekt met opwaarts gerichte borstelharen welke een bedding vormen als producthouder 122 voor een 35 groenproduct GP. De bedding heeft een voorgevormde verdieping 123 of verkrijgt een verdieping 123 door een indrukking na het ontvangen van een groenproduct. De verdieping - 16- vormt 123 de binnenruimte IS van de producthouder 122, waarbij een groenproduct GP in de binnenruimte zijdelings ondersteuning krijgt van de producthouder 122.
In Fig. 6A vormt de bedding van flexibel materiaal een in hoofdzaak volledige bedekking van de productdrager basis 120. Het is voordelig om de volledige productdrager 5 basis 120 te bedekken, maar in een alternatieve uitvoeringsvorm kan ook een centraal gedeelte van de productdrager basis 120 vrijblijven van flexibel materiaal. In de uitvoeringsvorm is ten minste een omtrekszone bedekt met flexibel materiaal.
Verder toont Fig. 6A een uitvoeringsvorm van de overgangszone TZ zonder een doorlaat 204, waarbij een uitsparing 202 voor het geleidelijk overnemen van groenproducten 10 , en waarbij de uitsparing 202 gevormd is door de inlooplepels 200, zich volledig uitstrekt over een lineair bewegingspad van de productdragers 12 van de transportbaan 10. In de getoonde uitvoeringsvorm van Fig. 6A is het voordelig dat een doorlaat 204 binnen de V-vormige uitsparing ontbreekt, zoals die eerder getoond is in fig. 5B. De doorlaat 204 is vaak een bron voor storing door stagnatie van groenproducten. In de uitvoeringsvorm, zoals 15 getoond in Fig. 6A worden de groenproducten van de productdragers 12 afgeschept door de inlooplepels 200. Tijdens het afscheppen van de groenproducten vervormen de flexibele producthouders 122 van de productdragers 12. Met voordeel is een storingsgevoeligheid door vastlopen van groenproducten in de overgangszone TZ hiermee in hoofdzaak geëlimineerd.
20 Fig. 6B toont in een aanzicht een dwarsdoorsnede een overgangszone TZ tussen een foliewikkel eenheid 20 en een toevoertransportbaan 10. De toevoertransportbaan 10 is voorzien van productdragers 12 met een productdrager basis 120. De productdrager basis 120 heeft een, in het bovengelegen baan gedeelte 10A gezien, bovenvlak dat in hoofdzaak volledig bedekt is met een flexibel producthouder element 122 L. Het bovenvlak van de 25 productdrager basis 120 is een van het transportorgaan 11 afgekeerde zijde. Het flexibel producthouder element 122L, 122R omvat borstelharen die zich in opwaartse richting U uitstrekken. De borstelharen hebben een in hoofdzaak gelijke lengte, waardoor de producthouder 122 in een hoofdzaak constante hoogte heeft. Een groenproduct is gepositioneerd in een centraal gelegen gebied van de product drager 12.
30 Fig. 6C toont in een aanzicht in dwarsdoorsnede een overgangszone TZ tussen een foliewikkel eenheid 20 en een toevoertransportbaan 10. De toevoertransportbaan 10 is voorzien van productdragers 12 met een productdrager basis 120. De productdrager 12 omvat een flexibele producthouder 122 uit een flexibel materiaal. De producthouder 122 omvat een borstel element. Het borstelelement heeft borstelharen die zich in opwaartse 35 richting U uitstrekken. De borstelharen hebben een variërende lengte, waardoor de producthouder 122 een geprofileerd bovenvlak omvat. De producthouder 122 heeft in het bovenvlak een reliëf. Het geprofileerde bovenvlak van de producthouder 122 omvat een - 17- verdieping 123 voor het ontvangen van een groenproduct GP. De verdieping onder 23 geeft een ontvangen groenproduct GP zijdelings in een richting S ondersteuning. Verder omvat de getoonde productdrager 12 in Fig. 6C een opduw element 13 dat flexibel is. Het opduw element 13 omvat een borstel element, zodat het opduw element 13 geïntegreerd is in de 5 producthouder 122 dat ook een borstel element omvat.
Naast de in de figuren getoonde uitvoeringen zijn vele varianten mogelijk. In een variant op de getoonde uitvoeringsvormen met borstelharen kan ook een flexibel materiaal zoals een opgeschuimd materiaal, een zacht plastic of een flexibel stripelement, zoals een siliconen of PU stripelement worden toegepast voor het verkrijgen van een flexibele 10 producthouder of flexibel opduw element.
Naast de in de figuren getoonde uitvoeringen zijn vele varianten mogelijk. Hoewel de uitvinding is geopenbaard met verwijzing naar bijzondere uitvoeringsvormen, zal een vakman na het lezen van de beschrijving veranderingen of aanpassingen willen doorvoeren die vanuit een technisch oogpunt mogelijk zijn, maar nadrukkelijk niet vallen buiten de 15 beschermingsomvang van de uitvinding, zoals in de bijgaande conclusies is gedefinieerd. In het bijzonder kunnen wijzigingen ten opzichte van de geopenbaarde uitvoeringsvormen worden doorgevoerd die vallen binnen de lering van de uitvinding zonder daarbij het wezen van de uitvinding te verlaten. De vakman dient te begrijpen dat verschillende aanpassingen gemaakt kunnen worden en dat elementen vervangen kunnen worden door equivalenten 20 zonder daarbij het wezen van de uitvinding te verlaten. Aldus is de uitvinding niet beperkt tot de geopenbaarde uitvoeringsvormen die in de beschrijving zijn opgenomen, maar zal de uitvinding alle uitvoeringsvormen omvatten die vallen binnen de beschermingsomvang zoals gedefinieerd door de conclusies.
25

Claims (18)

1. Groenproductenverpakkingslijn (1) voor het verpakken van groenproducten (GP), in het bijzonder paprika's, in een verpakking, in het bijzonder in een foliewikkel, waarbij de groenproductenverpakkingslijn (1) een transportbaan (10) omvat voor het transporteren van groenproducten, waarbij de transportbaan zich in een in hoofdzaak horizontale 5 transportrichting (T) uitstrekt, waarbij de transportbaan (10) een bovengelegen baan gedeelte (10A) heeft voor het ontvangen en transporteren van groenproducten en een distaai einde heeft voor het afgeven van de groenproducten, waarbij de transportbaan een aandrijfbaar eindloos transportorgaan (11) voor het transporteren van groenproducten omvat en ten minste één productdrager (12) voor het dragen van ten minste één 10 groenproduct omvat, waarbij de productdrager een productdrager basis (120) heeft die aan een transportzijde verbonden is met het transportorgaan, met het kenmerk, dat de productdrager (12) verder een producthouder (122) omvat voor het houden van een groenproduct, waarbij de producthouder verbonden is met de productdrager basis (120), waarbij de producthouder (122) ten minste een producthouder element (122L) omvat dat 15 zich aan een van het transportorgaan afgekeerde zijde uitstrekt in een richting weg van de productdrager basis (120) voor het vormen van een binnenruimte (IS) voor het houden van een groenproduct, waarbij de binnenruimte ten minste in een richting dwars op de transportrichting (T) begrenst is door het ten minste ene producthouder element (122L), waarbij de binnenruimte (IS) een toevoeropening omvat voor het van bovenaf toevoeren van 20 producten naar de binnenruimte.
2. Groenproductenverpakkingslijn volgens conclusie 1, waarbij het producthouder element (122L) flexibel is.
3. Groenproductenverpakkingslijn volgens conclusie 2, waarbij het producthouder element (122L) ten minste een borstel element omvat.
4. Groenproductenverpakkingslijn volgens conclusie 2 of 3, waarbij de productdrager basis (120) in hoofdzaak volledig bezet is met een flexibel producthouder element (122), 30 waarbij de binnenruimte (IS) gevormd is door een bij voorkeur voorgevormde verdieping (123) in het flexibel producthouder element (122L.122R).
5. Groenproductenverpakkingslijn volgens een van de conclusies 1-3, waarbij de producthouder (122) ten minste twee tegenover elkaar gelegen producthouder elementen - 19- (122L.122R) omvat die zich vanaf de productdrager basis (120) divergerend uitstrekken in een van het transportorgaan (11) afgekeerde richting.
6. Groenproductenverpakkingslijn volgens conclusie 5, waarbij het producthouder 5 element (122L) een zich van de productdrager basis (120) weg strekkende lengte heeft van ten minste 5cm, in het bijzonder ten minste 8cm, maar bij voorkeur ten minste 10cm.
7. Groenproductenverpakkingslijn volgens een van de conclusies 1-3, waarbij de producthouder (122) ten minste twee tegenover elkaar gelegen producthouder elementen 10 (122L.122R) omvat die zich vanaf de productdrager basis (120) convergerend uitstrekken in een van het transportorgaan (11) afgekeerde richting.
8. Groenproductenverpakkingslijn volgens een van voorgaande conclusies, waarbij de binnenruimte (IS) van de producthouder (122) in een voor gelegen gebied in hoofdzaak 15 open is voor het afgeven van een groenproduct en in het bijzonder vrij is van een producthouder element (122L).
9. Groenproductenverpakkingslijn volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de transportbaan (10) een opduw element (13) omvat voor het opduwen van 20 groenproducten, waarbij het opduw element (13) flexibel is, in het bijzonder een borstel element omvat.
10. Groenproductenverpakkingslijn volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de transportbaan (10) een boven gelegen baangedeelte (10A) omvat met een naar buiten 25 toe aflopend bodemdeel (15) voor het afvoeren van afgevallen groenproducten.
11. Groenproductenverpakkingslijn volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de transportbaan (10) een boven gelegen baangedeelte (10A) omvat dat vrij is van zijwanden (14). 30
12. Groenproductenverpakkingslijn volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de groenproductenverpakkingslijn verder een foliewikkel inrichting omvat voor het in een foliewikkel (201) verpakken van een groenproduct, waarbij de transportbaan (10) een toevoertransportbaan is, waarbij de foliewikkel inrichting een foliewikkel eenheid (20) omvat 35 voor het insluiten van een toegevoerd groenproduct in de foliewikkel (201), waarbij de foliewikkeleenheid (20) aan een proximaal einde ten minste één inlooplepel (200) omvat voor het in een overgangszone (TZ) overnemen van een toegevoerd groenproduct vanuit de -20- productdrager (12) naar de foliewikkel eenheid (20), waarbij de inlooplepel (200) gepositioneerd is in een transportvlak parallel aan het transportorgaan (11), waarbij de inlooplepel (200) een uitsparing (202) omvat voor het geleidelijk overnemen van groenproducten vanaf de toevoertransportbaan en voor het geleiden van een folie (201). 5
13. Groenproductenverpakkingslijn volgens conclusie 12, waarbij de uitsparing (202) het distaai einde van de transportbaan (10) ten minste gedeeltelijk omgeeft, waarbij de uitsparing (202) een doorlaat (204) verschaft met een maximale breedte die groter is dan een breedte van een productdrager basis (120) voor het laten retourneren van de 10 productdragers met producthouder, maar waarbij de breedte van de doorlaat (Fig.5B; 204) kleiner is dan de maximale breedte van de producthouder (122), zodanig dat de producthouder vervormd bij een passage van de doorlaat.
14. Groenproductenverpakkingslijn volgens conclusie 12, waarbij de uitsparing (202) 15 gepositioneerd is in een zich lineair uitstrekkend bewegingspad van productdragers (12), zodanig dat de overgangszone (Fig. 6A; TZ) zich in transport richting (T) gezien voor het distaai einde van de toevoertransportbaan (10) bevindt, waarbij de producthouder (122) flexibel is en in een vervormde toestand verplaatsbaar is over het bewegingspad onder de inlooplepel (200).
15. Werkwijze voor het in een groenproductenverpakkingslijn (1) verpakken van groenproducten (GP), in het bijzonder paprika's, omvattende de stappen van: - het van bovenaf (U) toevoeren van de groenproducten (GP) aan een transportbaan (10) voor het transporteren van de groenproducten naar een bewerkingsstation; 25. het ontvangen van de groenproducten met een productdrager (12) van de transportbaan (10), waarbij de productdrager (12) een productdrager basis (120) en een producthouder (122) omvat, waarbij het groenproduct via een bovengelegen doorvoeropening in de producthouder (122) wordt gebracht, waarbij een in de productdrager ontvangen groenproduct door de producthouder zijdelings (S) ondersteund wordt; 30. het transporteren van de groenproducten (GP) naar een bewerkingstation.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij het bewerkingsstation onderdeel is van de groenproductenverpakkingslijn en uitgevoerd is als een foliewikkel eenheid (20) voor het in een foliewikkel (201) insluiten van ten minste een groenproduct, een weegstation voor het 35 wegen van een groenproduct, een dimensiecontrolestation voor het bepalen van buitenmaten van een groenproduct of een selectiestation voor het selecteren van groenproducten. -21 -
17. Werkwijze volgens conclusie 14 of 15, waarbij de groenproducten geselecteerd worden in een selectiestation en op basis van een vooraf bepaald criterium gecombineerd worden tot een combinatie van groenproducten om vervolgens in combinatie groepsgewijs 5 verder getransporteerd te worden.
18. Gebruik van een groenproductenverpakkingslijn volgens een van de conclusies 1-14 voor het verpakken van groenproducten, in het bijzonder voor het verpakken van paprika's.
NL2008339A 2012-02-23 2012-02-23 Groenproductenverpakkingslijn en werkwijze voor het verpakken van groenproducten, zoals paprika's. NL2008339C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2008339A NL2008339C2 (nl) 2012-02-23 2012-02-23 Groenproductenverpakkingslijn en werkwijze voor het verpakken van groenproducten, zoals paprika's.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2008339 2012-02-23
NL2008339A NL2008339C2 (nl) 2012-02-23 2012-02-23 Groenproductenverpakkingslijn en werkwijze voor het verpakken van groenproducten, zoals paprika's.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2008339C2 true NL2008339C2 (nl) 2013-08-26

Family

ID=45990668

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2008339A NL2008339C2 (nl) 2012-02-23 2012-02-23 Groenproductenverpakkingslijn en werkwijze voor het verpakken van groenproducten, zoals paprika's.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2008339C2 (nl)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE594036C (de) * 1934-03-09 Wilhelm Metzger Foerdereinrichtung mit federnder Gesamtoberflaeche
FR1369443A (fr) * 1963-06-29 1964-08-14 Polyvalente Des Plastiques Machine à emballer les fruits et produits analogues, dans des enveloppes de matière plastique
US3342306A (en) * 1964-01-09 1967-09-19 Fabbri Ermanno Conveyor with troughs of variable depth
US3961701A (en) * 1974-07-10 1976-06-08 Sunkist Growers, Inc. Method of and conveyor for transporting fragile objects
FR2428590A1 (fr) * 1978-06-16 1980-01-11 Somic Sondermaschin Innerbetri Dispositif adjoint aux transporteurs mecaniques continus pour le transport d'objets devant etre proteges lors du transport
DE10126120A1 (de) * 2001-05-29 2002-12-05 Kamal Daas Vorrichtung und Verfahren zum Portionieren und Abpacken von Agrarprodukten, insbesondere Gemüse und Salatpflanzen
WO2008084446A1 (en) * 2007-01-11 2008-07-17 S.A.M.M.O. S.P.A. Conveying device in machines for grading fruit and vegetable products

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE594036C (de) * 1934-03-09 Wilhelm Metzger Foerdereinrichtung mit federnder Gesamtoberflaeche
FR1369443A (fr) * 1963-06-29 1964-08-14 Polyvalente Des Plastiques Machine à emballer les fruits et produits analogues, dans des enveloppes de matière plastique
US3342306A (en) * 1964-01-09 1967-09-19 Fabbri Ermanno Conveyor with troughs of variable depth
US3961701A (en) * 1974-07-10 1976-06-08 Sunkist Growers, Inc. Method of and conveyor for transporting fragile objects
FR2428590A1 (fr) * 1978-06-16 1980-01-11 Somic Sondermaschin Innerbetri Dispositif adjoint aux transporteurs mecaniques continus pour le transport d'objets devant etre proteges lors du transport
DE10126120A1 (de) * 2001-05-29 2002-12-05 Kamal Daas Vorrichtung und Verfahren zum Portionieren und Abpacken von Agrarprodukten, insbesondere Gemüse und Salatpflanzen
WO2008084446A1 (en) * 2007-01-11 2008-07-17 S.A.M.M.O. S.P.A. Conveying device in machines for grading fruit and vegetable products

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8651264B2 (en) Transport device and method for the transport of articles
DK2389330T3 (en) Hanging conveyor system for transporting packaging trays
US7104027B2 (en) Product packaging system
HU220152B (hu) Eljárás és berendezés érintkező, vagy átlapoltan elhelyezkedő áruk sorozatának csomagolására
US20150068870A1 (en) Device and Method for Horizontal Movement of Layers of Articles Between Adjacent Conveyor Modules
US9126758B2 (en) Arrangements for transferring articles
NL8802075A (nl) Werkwijze en inrichting voor het in een houder rangschikken van voorwerpen.
CA3058100A1 (fr) Transfert multilignes de produits
NL2008339C2 (nl) Groenproductenverpakkingslijn en werkwijze voor het verpakken van groenproducten, zoals paprika's.
NL8901580A (nl) Inrichting voor het ontpakken van in rechthoekige houders opgenomen produkten.
JP2016022472A (ja) 長尺果菜選別装置
US9932180B2 (en) Tray stack dispenser
FR3092015A1 (fr) Systeme de tri/manutention de paquets a convoyeur a plateaux et unite de transfert par gravite
NL1008515C2 (nl) Worstpakmachine.
JP6121372B2 (ja) 横形製袋充填機における付属品供給装置
JP5343481B2 (ja) 包装装置
NL1018415C2 (nl) Toevoerder.
JP2564261Y2 (ja) 被包装物供給装置
JP4572398B2 (ja) 果実コンベア
JP2706041B2 (ja) 果菜自動選別装置
JP7015945B2 (ja) 物品搬送装置
JP3767757B2 (ja) 各種商品の自動集積装置
NL2033640B1 (en) Device for discharging mushrooms from a conveyor
NL8302266A (nl) Werkwijze en inrichting voor het vormen en verwerken van spiesvormige voedselprodukten.
JP2001080736A (ja) 物品切出装置および物品1列払出機

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20160301