NL1008515C2 - Worstpakmachine. - Google Patents

Worstpakmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL1008515C2
NL1008515C2 NL1008515A NL1008515A NL1008515C2 NL 1008515 C2 NL1008515 C2 NL 1008515C2 NL 1008515 A NL1008515 A NL 1008515A NL 1008515 A NL1008515 A NL 1008515A NL 1008515 C2 NL1008515 C2 NL 1008515C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sausage
sausages
pot
group
conveyor
Prior art date
Application number
NL1008515A
Other languages
English (en)
Inventor
Jeroen Herman Hubertus Mulder
Original Assignee
Selo Service B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Selo Service B V filed Critical Selo Service B V
Priority to NL1008515A priority Critical patent/NL1008515C2/nl
Priority to DE1999109608 priority patent/DE19909608A1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1008515C2 publication Critical patent/NL1008515C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B19/00Packaging rod-shaped or tubular articles susceptible to damage by abrasion or pressure, e.g. cigarettes, cigars, macaroni, spaghetti, drinking straws or welding electrodes
    • B65B19/34Packaging other rod-shaped articles, e.g. sausages, macaroni, spaghetti, drinking straws, welding electrodes

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Meat, Egg Or Seafood Products (AREA)
  • Processing Of Meat And Fish (AREA)

Description

Worstpakmachine
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verpakken van langwerpige worsten in potten en dergelijke.
Worsten zoals frankfurters worden groepsgewijs 5 verpakt in glazen potten of blikken. Gewoonlijk wordt een groep worsten min of meer recht opstaand in de pot of het blik verpakt.
Gebleken is dat consumenten het aantrekkelijk vinden indien de worsten niet recht opstaand in de verpak-10 king, in het bijzonder de pot, verpakt zijn, maar zich daarin op parallelle, schuine of spiraalvormige wijze van de bodem naar de hals uitstrekken. Een dergelijke verpak-kingswijze wordt met de hand gerealiseerd: de arbeider pakt met de ene hand een pot en met de andere hand een 15 groep worsten, brengt de groep worsten met het uiteinde in de pot en verdraait die groep vervolgens gestaag bij het verder invoeren van de groep in de pot. Waar bij het op de voornoemde wij ze opstaand verpakken van de worsten gebruik gemaakt kan worden van automatische vulmachines, is deze 20 werkwijze omslachtig en duur en bovendien onnauwkeurig, want afhankelijk van de behendigheid van de arbeider. Hierbij komt het meermalen voor dat de -tere- worsten door onregelmatig hanteren scheuren of breken.
Vanuit een aspect heeft de uitvinding tot doel 25 hierin verbetering te brengen. Hiertoe wordt voorzien in 1008515 2 de maatregelen, dat de in de aanhef genoemde inrichting omvat worstgroephoudermiddelen voor het voor invoering in een pot gereed houden van een groep worsten, pothouder-middelen voor het gereedhouden van de pot voor de invoe-; 5 ring van de groep worsten daarin, invoermiddelen voor het groepsgewijs vanuit de worstgroephoudermiddelen in een pot invoeren van de worsten en rotatiemiddelen voor het tijdens het invoeren ten opzichte van de houdermiddelen om haar langsas roteren van de pot onder het volgens gestrek-10 te banen transporteren van de potten en de worstgroephoudermiddelen. Met de maatregelen volgens de uitvinding kan de spiraalvormige schikking van de worsten volmaakt beheerst worden uitgevoerd. Een snelle en uitvalarme vulling : van de potten is daardoor mogelijk.
15 Opgemerkt wordt dat uit het Duitse "Offenle- gungsschrift" 35 15 965 een inrichting voor het vullen van potten met worsten bekend is, waarin de potten tijdens het inbrengen van de worsten langs een gebogen omkeerbaan gevoerd worden. De potten worden daarbij enerzijds rollend 20 ondersteund door de omkeerbaan en anderzijds door twee aandrukrollen. Voor een regelmatige rotatie zijn hierbij extra voorzieningen nodig, terwijl door de omwenteling van de worsthouders tijdens het inbrengen van de worsten in de potten de onderlinge, relatieve ligging verstoord kan 25 worden.
Bij voorkeur zijn de rotatiemiddelen aangebracht voor roterende aangrijping van de pot, waardoor de roterende beweging eenvoudig gerealiseerd kan worden en de worsten niet meer dan nodig bewogen worden. Bij voorkeur 30 grijpen de rotatiemiddelen de omtrekswand van de pot aan waardoor gebruik gemaakt kan worden van een relatief groot aangrijpingsoppervlak.
De pothoudermiddelen omvatten dan bij voorkeur j draailagermiddelen voor het gelagerd houden van de pot 35 tijdens rotatie daarvan, zodat beschadiging van oppervlak-ken van de pot zoveel mogelijk voorkomen wordt. Voor “T verhoging van de stabiliteit van de pot is het dan voor- 100851 § 3 delig indien de draailagermiddelen een eerste draailager omvatten, die de hals van de pot lagert. Dit draaileger dient voorts om ongewilde verplaatsing van de pot naar de worstgroephoudermiddelen te voorkomen.
5 Volgens een eerste verdere ontwikkeling van de uitvinding omvat de inrichting een transporteur waarop de worstgroep- en de pothoudermiddelen zijn aangebracht om de daarop dwars en parallel gelegen worstgroepen en de potten in een procesrichting te transporteren, en waarop tenmin-10 ste één met de pot of potten meebewegende, om zichzelfo-teerbaar potaandrijfvlak aangebracht is, waarbij de in-richting verder omvat een gestrekte stationaire baan waarmee het potaandrijfvlak in aangrijping is voor omlopende aandrijving tijdens voortbeweging van de eerste transpor-15 teur om de pot te laten roteren. Hiermee kan op eenvoudige wijze een rotatie van de potten bewerkstelligd worden.
Bij voorkeur zijn de rotatiemiddelen ingericht voor het laten tegen-roteren van de potten tijdens het vullen, tijdens voortgaand transport.
2 0 Bij voorkeur is de stationaire baan gelegen aan de van de pot afgekeerde zijde van het op om zichzelf roteerbare potaandrijfvlak, dat bij voorkeur althans enige ondersteuning biedt aan de pot. Hiermee wordt een voor het vulproces effectieve tegenrotatie van de potten tijdens 25 het voortgaande transport bewerkstelligd.
Bij voorkeur omvat het roteerbare potaandrijf-vlak voor elke pot tenminste twee in langsrichting op afstand van elkaar geplaatste rollen. De twee rollen kunnen de pot op stabiele wijze ondersteunen.
3 0 Bij voorkeur is de inrichting voorzien van een stationaire potgeleidingsbaan boven de potten, waardoor enige neiging van de potten om op te wippen onderdrukt wordt. De potten zijn dan in dwarsdoorsnede beschouwd op drie punten ondersteund.
35 Bij voorkeur omvat de inrichting nog een gelei ding voor het aangrijpen van de bodem van de potten, om de potten op hun plaats te schuiven in dwarsrichting en/of te 100851® 4 voorkomen dat de potten tijdens het vulproces terug bewegen .
: Volgens een alternatieve verdere ontwikkeling van de inrichting volgens de uitvinding wordt de opzet 5 eenvoudig gehouden doordat deze omvat een eerste transporteur waarop de worstgroep- en de pothoudermiddelen zijn aangebracht om de daarop dwars en parallel gelegen worst-groepen en de potten in een procesrichting te transporteren, waarbij de rotatiemiddelen aangebracht zijn op een 10 gestrekte tweede transporteur, die evenwijdig aan de procesrichting opgesteld is.
Op efficiënte wijze wordt dan voor de rotatie gebruik gemaakt van de beweging van de eerste transporteur, wanneer de tweede transporteur voorzien is van aan-15 drijfmiddelen voor het tegengesteld aan de eerste transporteur aandrijven van de tweede transporteur.
Het inbrengen van de worsten in de houder voor een groep worsten in bestaande automatische inrichtingen voor het recht opstaand verpakken van worsten vindt door-20 gaans plaats door de worsten snel, achter elkaar van een toevoertransporteur met dwarsgelegen, in serie opgestelde een-worsthouders af te laten vallen tot in de houder. De worsten kunnen tijdens die overgang enigszins verdraaien of kantelen. Voorts kunnen zij bij het neerkomen in de 25 houder en bij het neerkomen van volgende worsten uit een min of meer zuivere dwarsligging verschoven worden. Indien de worsten in de groep niet parallel aan elkaar liggen, dan is het mogelijk dat een worst beschadigd raakt tijdens het verpakken. Bovendien zal de aanblik van een pot met 30 zich niet evenwijdig uitstrekkende worsten niet verkoopbe- vorderend werken. Dit bezwaar is het sterkst bij verpak- j kingen met schuin of spiraalvormig verpakte groepen wor sten.
Bij een bekende inrichting zijn de houders 35 opgebouwd uit twee gelijke, tegenover elkaar gelegen en scharnierbaar met elkaar verbonden wandhelften, die tijdens het inbrengen van de worsten een ontvangstruimte 1008515 5 vormen met een in het midden verhoogde bodem. Hierdoor wordt echter de kans op een verkeerde ligging van de worsten bevorderd.
Vanuit een ander aspect heeft de uitvinding 5 daarom tot doel een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarin -in vergelijking met bestaande machines- een verminderde kans bestaat op onderling scheef liggen van de worsten in een houder voor de groep worsten.
10 Hiertoe wordt er volgens de aanvrage in voor zien, dat de worstgroephoudermiddelen elk een wand bezitten met tenminste een wandgedeelte dat aangebracht is voor verplaatsing van een open, worstontvangende stand naar een gesloten, de groep worsten in dwarsrichting daarop in 15 hoofdzaak omsluitende stand -onafhankelijk van de naastgelegen worstgroephoudermiddelen-, waarbij de wand tevens een vast onderste wandgedeelte bezit, dat langgerekt en komvormig is. De houder voor de groep worsten benaderd hiermee tijdens het vullen een V-vorm, waardoor de worsten 20 slechts een beperkte ruimte hebben om scheef te gaan liggen.
Het heeft daarbij de voorkeur indien het vaste onderste wandgedeelte deels cirkelcilindervormig is, bij voorkeur halfcirkelcilindervormig is.
25 Het heeft daarbij verder de voorkeur indien het verplaatsbare wandgedeelte scharnierbaar verbonden is met het vaste onderste wandgedeelte.
De toegankelijkheid van de houder tijdens het vullen en de geleiding van de worsten daarbij wordt bevor-30 derd indien het verplaatsbare wandgedeelte uit twee kwartcirkelcilindervormige wandgedeelten bestaat, die aan tegenoverliggende randen scharnierbaar bevestigd zijn aan het vaste onderste wandgedeelte en bij voorkeur in hoofdzaak taps uitlopende langsranden bezitten.
35 Op voordelige wijze zijn de worstgroephoudermid delen voorzien van van de bodem daarvan opstaande worst-keermiddelen, die zich in langsrichting van de worstgroep- 1008519 6 houdermiddelen uitstrekken, welke worstkeermiddelen bij voorkeur verwijderbaar zijn. Deze maatregel voorkomt op een zekere wijze een verplaatsing van de worsten in dwars-richting daarop, zodat de verdraaiing van dw worsten met 5 zekerheid uitsluitend in de pot zelf plaatsvindt. De vorm van de invoermiddelen is aangepast aan de worstkeermiddelen om in de worstgroephouder te kunnen bewegen.
Op voordelige wijze zijn de worstgroephoudermid-delen voorzien van een centraal gelegen opvulmiddel zoals 10 een stang, dat een ruimtebeslag heeft dat vergelijkbaar is met een van de worsten. Het opvulmiddel kan voor eenvoud ^ aangebracht zijn op de voornoemde worstkeermiddelen. Dit maakt het goed mogelijk om de groep worsten in de pot te brengen met een lege centrale ruimte, zodat alle worsten 3 15 tegen de potwand aanliggen, hetgeen een gebruikelijke wijze van vulling is. De vorm van de invoermiddelen is aangepast aan het opvulmiddel.
Volgens een verdere ontwikkeling bezitten de worstgroephoudermiddelen wanden die beweegbaar zijn van 20 een relatief open, worstontvangende stand naar een gesloten, de groep worsten in dwarsrichting daarop omsluitende stand, waarbij de inrichting voorts omvat middelen voor het dwingen van de wanden van de open naar de gesloten stand, welke middelen ingericht zijn voor het tijdens de := 25 sluitbeweging heen en weer laten bewegen van de wanden.
Bij voorkeur zijn de wanden voor beweging verbonden met nokken, die een nokkenbaan volgen, welke nokkenbaan een gegolfd verloop heeft, waarbij de wanden van elke worstgroephouder onafhankelijk van naastgelegen worstgroephou-30 ders met de betreffende nokken verbonden zijn. De groep worsten worden hierdoor als het ware opgeschud om optimaal ! parallel uitgericht te worden.
| Zoals hiervoor is besproken worden de worsten bij het inbrengen in de worstgroephouders één voor één ; 3 5 af gegeven, waarbij zij over een bepaald traject door de lucht zweven. Tijdens die vlucht kunnen zij echter verdraaien en daardoor scheef in de houder terechtkomen.
1008511 7
Vanuit een verder aspect verschaft de aanvrage hierin een verbetering, door de maatregelen dat de inrichting is voorzien van middelen voor het toevoeren van de worsten naar de worstgroephoudermiddelen, waarbij de 5 worstgroephoudermiddelen parallel aan elkaar, en dwars aangebracht zijn op een eerste transporteur voor beweging in een procesrichting, waarbij de toevoermiddelen ingericht zijn voor het dwars, achter elkaar toevoeren van de worsten en middelen omvatten voor het geleidend ondersteu-10 nen van de worsten naar de worstgroephoudermiddelen toe, waarbij de geleidingsmiddelen een eindgedeelte bezitten dat in verticale zin meegevend is. Hierdoor worden de worsten tijdens hun overgang van de toevoertransporteur naar de worstgroephouders aan hun onderzijde gesteund en 15 geleid, waarbij de meegevendheid de geleider met de daaropliggende worst mee laat buigen naar de houder toe, zodat de valbeweging gedempt wordt. Bovendien zal hierdoor - indien de geleiders op afstand van de bodem van de houders eindigen - de valafstand verkleind worden.
20 Optimale geleiding wordt verkregen indien het eindgedeelte een zodanige lengte bezit dat dit tot in de worstgroephoudermiddelen reikt, bij voorkeur tot op de bodem daarvan.
De geleidingsmiddelen kunnen een stijf gedeelte 25 bezitten dat in distale richting daarvan aansluit op het eindgedeelte, waardoor de overgang tussen de vaste delen van de toevoermiddel naar het meegevende gedeelte soepel plaatsvindt.
De geleidingsmiddelen, althans het eindgedeelte, 30 kunnen langwerpige delen, zoals bijvoorbeeld flexibele buisjes, omvatten.
Vanuit een ander aspect verschaft de aanvrage een maatregel waarmee een schuine ligging van een of meerdere worsten in de worstgroephouder wordt tegengegaan, 35 waartoe de inrichting is voorzien van middelen voor het toevoeren van de worsten naar de eerste worstgroephoudermiddelen, waarbij de worstgroephoudermiddelen parallel aan 100851 § 8 elkaar, en dwars aangebracht zijn op een eerste transporteur voor beweging in een procesrichting, waarbij de toevoermiddelen ingericht zijn voor het dwars, achter elkaar toevoeren van de worsten en waarbij de inrichting 5 voorts omvat middelen voor het tijdens voortgaand transport van de eerste worstgroephoudermiddelen in omtrekszin aandrijvend aangrijpen van althans enige van de worsten aanwezig in de worstgroephoudermiddelen.
Hiermee wordt op eenvoudige wijze gezorgd voor 10 het onderling uitrichten van de worsten in die groep.
Het uitrichtend effect wordt bevorderd indien de aangrijpmiddelen ingericht zijn om op in lengterichting van de worsten op afstand van elkaar gelegen plaatsen de worsten aan te grijpen.
15 De aangrijpmiddelen omvatten bij voorkeur strijk- of sleepdelen, die langs de worsten strijken en bij voorkeur stationair zijn opgesteld.
Op voordelige wijze vormen de strijkdelen tevens een bovengeleiding voor de worsten tijdens afgifte door de 20 toevoermiddelen aan de worstgroephoudermiddelen. Aldus worden de worsten optimaal geleid tijdens hun overgang naar de worstgroephouders.
Bij voorkeur zijn de strijkdelen meegevend, zodat zij vloeiend de configuratie van de bovenlaag van de 25 groep reeds gedeponeerde worsten kunnen volgen, wanneer zij tot in de houder reiken, of - in voorkomende gevallen - de beweging van de worst kunnen volgen wanneer deze over een flexibele ondergeleiding beweegt.
Om de overgang naar de worstgroephouders zo 30 soepel mogelijk te laten verlopen is er vanuit een ander aspect in voorzien dat, indien de eindgedeelten van de ondergeleiders en/of de strijk- of sleepdelen zich voor optimale geleiding tot binnen de worstgroephouders uit-| strekken, en de worstgroephoudermiddelen elk een wand 35 bezitten met tenminste een wandgedeelte dat aangebracht is voor verplaatsing van een open, worstontvangende stand naar een gesloten, de groep worsten omsluitende stand, 1Ό085Τ5 9 waarbij de wand tevens een vast wandgedeelte bezit, dat langgerekt en komvormig is, waarbij de wand voorzien is van verdiepingen voor het doorlaten van de voornoemde meegevende eindgedeelten van ondergeleiders en/of de 5 voornoemde strijkdelen tijdens beweging van de eerste worstgroephoudermiddelen.
Het heeft daarbij de voorkeur dat het verplaatsbare wandgedeelte scharnierbaar verbonden is met het vaste wandgedeelte en althans deels gelegen is aan de achter-10 lopende zijde van de wand en aldaar voorzien is van de verdiepingen.
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van de in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeeld-uitvoering 15 Getoond wordt in:
Figuur 1 een schematisch aanzicht op een deel van de voorbeelduitvoering van de inrichting volgens de uitvinding, tijdens het vulproces;
Figuren 2A en 2B de inrichting van figuur 1, 20 met weglating van enige onderdelen, gezien volgens pijl II in figuur 1, tijdens het vulproces;
Figuur 3 een pot die met worsten gevuld is met gebruikmaking van de inrichting van figuur 1;
Figuur 4 een schematische weergave van een 25 alternatieve opzet voor de middelen voor het laten roteren van de potten;
Figuren 5A en 5B aanzichten op de invoerzijde van de inrichting volgens de uitvinding waarin opgenomen het roteermechanisme van figuur 4; 30 Figuren 6A en 6B een vooraanzicht en een zij aanzicht op een worstkeerschot voor gebruik in de inrichting volgens de uitvinding; en
Figuur 7 een zuiger voor het verplaatsen van een groep worsten voor gebruik bij het worstkeerschot van de 35 figuren 6A en 6B.
In figuur 1 is weergegeven een worstpakmachine 1, althans in de delen daarvan die van belang zijn voor de 1008515 10 begrip van de uitvinding.
De worstpakmachine 1 omvat een niet weergegeven gestel, waarop diverse onderdelen en motoren zijn bevestigd, onder meer een toevoerrinrichting 79 met een omlo-5 pende transporteur 2, waarop in richting A omlopende gootjes 3 bevestigd zijn, in welke gootjes telkens één frank-furterworst 4 opgenomen is. Aan het benedenstroomse eind van de transporteur 2 bevind zich een toevoerdoorgang 100, die aan de bovenzijde begrenst wordt door een aantal 10 vaste, parallelle gebogen staven 6 en aan de onderzijde door een aantal vaste, parallelle gebogen staven 5. Aan de ondereinden van twee van de staven 5 zijn bevestigd zich in het verlengde daarvan uitstrekkende flexibele slangetjes 7. Boven de benedenstroomse uitmonding van de toe-15 voerdoorgang 100 hangt een paar kettingen 8 neerwaarts vanaf een vast opgestelde dwarsstaaf 9.
De inrichting 1 omvat voorts een transporteur 80, die eveneens omloopt en (zie figuur 2A) een reeks houders 29 omvat, waarop twee evenwijdige staven 28 20 bevestigd zijn, op welke staven 28 een aantal omlopende onderdelen bevestigd zijn.
In de eerste plaats valt te noemen een worst-groephouder 81, gevormd door een vaste, half-cirkelcilin-der vormige schaal 11, die middels blok 27 bevestigd is op 25 de stangen 28. De schaal 11 is aan zijn beide bovenranden middels scharnieren 12 verbonden met twee kwart-cirkelci-linder vormige schalen 13, die een afgeronde buitenrand 14 bezitten. De schalen 13 zijn aan hun buitenzijde ter plaatse van scharnieren 16 verbonden met stangen 15, die 30 middels scharnieren 17 verbonden zijn met hefboomstangen 18, die aan hun uiteinde middels scharnieren 20 verbonden zijn met staven 21, die op een niet nader weergegeven wijze bevestigd zijn op de stangen 28. De hefboomstangen 18 zijn aan een ondereind voorzien van nokken 19, die i 35 rusten op vaste geleider 30. De vaste geleider 30 is j benedenstrooms van de middelen voor toevoeren van de '“1 worsten tot in de worstgroephouders 81 voorzien van een 1008515 11 enigszins oplopend traject 31 en benedenstrooms daarvan van een traject 32, dat hoger ligt dan het traject 30. De geleiders 30 kunnen een in het verticale vlak gegolfd verloop bezitten, om een opschudeffect te bewerkstelligen 5 op de groep worsten, waardoor deze optimaal uitgericht worden.
Zoals in figuren 2A, 2B te zien is zijn in dwarsrichting naast de worstgroephouders 81 pothouders 82 opgesteld, welke meelopen met de worstgroephouders 81 en 10 althans deels bevestigd zijn op de stangen 28. De pothouders 82 omvatten twee U-vormige steunen 47, die in het midden van de U-vormige opneemruimtes 48 voor een van boven af neer te laten (richting H) glazen pot 40 bepalen. De pothouders 82 omvatten voort een op de stangen 28 15 bevestigde plaat 38, waarin een ring 39 gelagerd is. De ring 39 bezit een schouder waartegen de hals 51 van de pot 40 aan kan komen.
Aan de andere zijde van de houder 82 met U-vormige steunen 47 is op een richting J verschuifbare 20 wijze een op staaf 45 bevestigde schijf 44 voorzien, welke schijf 44 voorzien is van een verdieping 46 voor opname van de bodem 43 van de pot 40. Het verschuiven van de staaf 45 met schijf 44 kan plaatsvinden met gebruikelijke middelen, zoals een op de staaf 45 bevestigde nok dwars in 25 een schuin lopende, horizontale nokkenbaan beweegt bij voortbeweging van de eenheden 81, 82 in de richting C.
Aan de andere zijde van de worstgroephouders 81 bevindt zich een zuigervormige uitstoter 35, die bevestigd is op staaf 36, die verschuifbaar is in de richtingen I. 3 0 De uitstoter 35 kan op zelfde wijze heen en weer beweegbaar zijn als de schijf 44 en past in de worstgroephouders 81 wanneer deze gesloten zijn.
De inrichting 1 omvat voorts een rotatie-eenheid 83, die boven de baan die gevolgd wordt door de potten 40 35 opgesteld is en een band 37 omvat die in de in richting D geroteerd wordt en de wand 41 van de potten 40 aangrijpt om deze bij voortbeweging van de potten in richting C in
100851S
12 te roteren de richting E om hun langsas.
De werking van de inrichting 1 is als volgt. Frankfurterworsten 4 worden aangevoerd in de richting A op de toevoertransporteur 2. Met een snelheid van bijvoor-5 beeld 900/minuut .Wanneer de bakjes 3 aan het eind van de transporteur 2 omkantelen vallen de worsten 4 in de richting B in de doorgang 100, en vervolgens, ondersteund op staven 5 en neerwaarts gehouden door de bovenliggende staven 6, schuin naar beneden, om in de opneemruimte 10 10 van een openstaande worstgroephouder 81 te vallen. De worstgroephouder 81 wordt tijdens het vullen in de richting C getransporteerd en biedt door de over 90 graden j opengeklapte wanddelen 13 een grote toegangsopnenig en een V-vormige opneemruimte 10 voor de worsten 4, waarin de 15 worsten weinig ruimte hebben om te gaan verliggen naar een kriskraspositie. De afgeronde randen 14 bevorderen de toegang van de worsten 5 tot de opneemruimte 10. Met de vaste, half-cirkelcilindervormige bodemwand 11 wordt bovendien een vast opvangvlak voor de worsten 5 gevormd, 20 dat bij het sluiten van de worstgroephouders 81 relatief niet in vorm verandert, zodat de daarop liggende worsten 4 zomin mogelijk beroerd worden.
Door de kettingen 8 worden de uit de doorgang 100 komende worsten 4 op meegevende wijze in beneden-25 stroomse richting tegengehouden. De kettingen 8 strijken bovendien over de opgevangen worsten 4, waarbij zij corrigerend inwerken op de oriëntatie van de opgevangen worsten 4. Aan de andere zijde van de valbaan van de worsten 4 zorgen de slangetjes 7 voor een meegevende, extra onder-30 steuning voor de worsten 4, zodat deze tijdens hun val gesteund blijven en ook nog enigszins geremd worden om de snelheid van neerkomst te beperken. Zoals in figuur 2A en 2B te zien is zijn de kwart-cirkelcilindervormige wanddelen 13 voorts voorzien van gleuven 25, die gelegen zijn om 35 de slangetjes 7 en de kettingen 8 door te laten tijdens -- beweging van de worstgroephouders 81 in de richting C.
| Begrepen zal worden dat de afgifte van de wor- 1008515 i 13 sten 4 in de doorgang 100 met geschikte middelen in overeenstemming wordt gebracht met de positie van de worst -groephouders 81 ten opzichte van de doorgang 100.
Nadat in het voorbeeld negen worsten 4 zijn 5 opgevangen in de worstgroephouders 81 bevindt deze zich in de middelste positie van figuur 1. Direct daarna lopen de nokken 19 op tegen het geleidertrajeet 31 en zal de hefboom 18 om scharnieren 20 omhoog gedraaid worden. Vervolgens wordt een opwaartse kracht F uitgeoefend op de wand-10 delen 13, die vervolgens zullen verdraaien in de richtingen G om de gesloten toestand, weergeven links in figuur 1, te bereiken. Het hoogliggende traject 32 zorgt ervoor dat de wanddelen 13 in de gesloten stand blijven, zolang dat nodig is.
15 Tegelijkertijd is middels gebruikelijke middelen een pot 40 neergelaten in de U-vormige steunen 47. Vervolgens wordt de schijf 44 in de richting J bewogen om de pot 40 met het uiteinde 42 tot in de ring 39 te duwen. De bodem 43 van de pot 40 is hierbij opgenomen in de verdie-20 ping 46 in de schijf 44. Met de schijf 44 wordt de hals 51 tegen de schouder 39' aangedrukt. De ring 39 en de schijf 44 zijn zodanig gelegen ten opzichte van de steunen 47, in het bijzonder de bodems van de opneemt ruimt es 48, dat de wand 41 van de pot 40 iets boven die bodems komt te lig-25 gen. Hierdoor wordt de wrijving tijdens het roteren van de pot 40 geminimaliseerd en beschadiging van de glazen potwand voorkomen.
Vervolgens komt de pothouder 82 aan bij de rotatie-inrichting 83 en wordt de wand 41 van de pot 40 30 aangegrepen door het oppervlak van de in richting D roterende band 37. Hierdoor wordt de pot 40 in de richting E geroteerd. Tijdens dit roteren wordt de uitstoter 35 in de richting I bewogen naar de in figuur 2B gestippeld weergegeven stand, bij die beweging wordt de groep worsten 4 in 35 de pot 40 geduwd. Begrepen zal worden dat de pot 40 precies in de lijn ligt met de worstgroephouder 81.
Doordat de pot 40 roteerd wordt, wordt buiten de 1008518 14 houder 81 een wringende kracht uitgeoefend op de groep worsten als geheel, waardoor deze van een recht-parallelle i rangschikking naar een spiraalvormige rangschikking omgevormd zal worden. De worsten, die nauw in de houder 81 5 liggen opgesloten, worden in de houder 81 tegengehouden te roteren door de wrijving met de wandoppervlakken ,en voorts door het niet-roterende duwoppervlak van uitstoter 35.
Nadat de worsten in de pot zijn geduwd wordt de 10 schijf 44 weer teruggetrokken in de richting J en wordt met niet weergegeven geschikte middelen de pot 40 met het boveneind 42 uit de ring 39 gebracht, zodat de pot 40 weer op de steunen 47 steunt. Waar de steunen 47 neerwaarts bewegen voor de aanvang van het retourtraject kan de pot 15 40 eenvoudig uit de inrichting 1 vallen en opgevangen worden voor vulling en het plaatsen van de deksel 50 (figuur 3) . Het resultaat is dan een pot worst 40, waarin de worsten 4 spiraalvormig opgenomen zijn.
In figuur 4 is een alternatief roteermechanisme 20 voor de potten weergegeven. Dit mechanisme is ook weergegeven in de figuren 5A en 5B. In figuur 4 is te zien de pot 140, die ondersteund wordt op twee rollen 161 en 162. De rollen 161 en 162 lopen mee met de pot 140 en ook met de worstgroephouders 181 in de richting C. De rollen 161 25 en 162 zijn vrijdraaiend en lopen over een vaste geleider 160. Bij deze beweging draaien de rollen 161 en 162 in de richting K, waardoor de pot bij transportinrichting C als vanzelf tegendraait in de richting L. Boven de potten 140 bevindt zich een vaste geleider 150, die een derde opleg-3 0 punt voor de pot, gezien in dwarsdoorsnede, verschaft. De wand van de pot 140 rolt zonder wrijving langs het bene-denoppervlak van de geleider 150.
In figuur 5B is te zien dat de bovengeleider 150 een schuin oplopend invoergedeelte 151 bezit. Voorts is in 35 de figuren 5A en 5B te zien dat draailegers 138, 139 voorzien zijn voor het houden van de hals van de potten 140. Voorts is in deze figuren nog een verticaal opgestel- 1 1008515 15 de vaste geleider 170 te zien, die een schuin naar binnen toe inlopend traject 171 bezit. De geleider 170, 171 grijpt de bodem van de potten aan en dwingt deze in de richting van het draaileger 138, om de hals van de pot 5 daarin te brengen. In het verdere verloop van het vulpro-ces wordt de pot in dwarsrichting vast op zijn plaats gehouden door aan de ene zijde het draaileger 13 8 en aan de andere zijde de vaste geleider 170.
In de figuren 6A en 6B is een keerschot 190 10 weergegeven, dat met behulp van bevestigingspennen 193 op losneembare wijze geplaatst kan worden in de worstgroep-houder 181. Eventueel kan het worstkeerschot 190, dat zich centraal in de worstgroephouder 181 bevindt, voorzien zijn van gleuven die in lijn liggen met de voornoemde gleuven 15 25 in de wanden van de worstgroephouder.
Bijzonder is voorts dat het worstkeerschot 190 voorzien kan zijn van een staaf 191 met afgeronde einden 192, die de functie vervult van steunworst, en gelegen zal komen te liggen in het midden van de groep worsten. Hier-20 door zullen de worsten nadat zij in de pot gebracht zijn, een centrale ruimte vrijlaten en er dus niet meer worsten in de pot aanwezig zijn dan die welke van buitenaf zichtbaar zijn.
Indien het worstkeerschot 190 toegepast wordt, 25 zal het nodig zijn om de zuiger van de invoermiddelen aan te passen. Een dergelijke zuiger is weergegeven in figuur 7, waarin de zuiger 135 voorzien is van een gecombineerde spleet 138, 139 die over en om het worstkeerschot 190 en de "steunworst" 191 kan schuiven. De gaten 137 zijn voor 30 opname van in dit geval een dubbele zuigerstang.
Bij wijze van voorbeeld volgen hier enige verdere afmetingen in het geval vijf worsten van 250 gram verpakt worden. De diameter en de lengte van de worst bedraagt resp. 19 mm en 130 mm, de diameter van de pot 68-35 70 mm, de diameter van de toegangsopening daarvan 53 mm, de hoogte van de pot 115 mm, terwijl de worstgroephouder een diameter van 55 mm of iets minder heeft.
1008518

Claims (32)

1. Inrichting voor het verpakken van langwerpige worsten in potten en dergelijke, omvattend worstgroephou-dermiddelen voor het voor invoering in een pot gereed houden van een groep worsten, pothoudermiddelen voor het 5 gereedhouden de pot voor de invoering van de groep worsten daarin, invoermiddelen voor het groepsgewijs vanuit de houdermiddelen in een pot invoeren van de worsten en t rotatiemiddelen voor het tijdens het invoeren ten opzichte van de worstgroephoudermiddelen om haar langsas roteren 10 van de pot onder het volgens gestrekte banen transporteren van de pot en de worstgroephoudermiddelen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de rotatiemiddelen aangebracht zijn voor roterende aangrij-ping van de pot, bij voorkeur de wand van de pot.
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de pothoudermiddelen draailagermiddelen omvatten voor het lageren van de pot tijdens rotatie daarvan.
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de draailagermiddelen een draailager omvatten, die althans de 20 hals van de pot lagert.
5. Inrichting volgens conclusie 2, 3 of 4, voorts omvattend een transporteur waarop de worstgroep- en de pothoudermiddelen zijn aangebracht om de daarop dwars en parallel gelegen worstgroepen en de potten in een 25 procesrichting te transporteren, en waarop tenminste een met de pot of potten meebewegende, om zichzelf roteerbaar j potaandrijfvlak aangebracht is, waarbij de inrichting I verder omvat een gestrekte, stationaire baan waarmee het potaandrijfvlak in aangrijping is voor omlopende aandrij- 30 ving tijdens voortbeweging van de eerste transporteur om de pot te laten roteren. 100851®
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de rotatiemiddelen ingericht zijn voor het laten tegen-roteren van de potten tijdens het vullen, tijdens voortgaand transport.
7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, waarbij de stationaire baan gelegen is aan de van de pot afgekeerde zijde van het op om zichzelf roteerbare potaandrijf-vlak, dat bij voorkeur althans enige ondersteuning biedt aan de pot.
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij het roteerbare potaandrijfvlak voor elke pot tenminste twee in langsrichting op afstand van elkaar geplaatste rollen omvat.
9. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, voorts 15 voorzien van een stationaire potgeleidingsbaan boven de potten en/of achter de bodem van de potten.
10. Inrichting volgens conclusie 2, 3 of 4, voorts omvattend een eerste transporteur waarop de worst-groep- en de pothoudermiddelen zijn aangebracht om de 20 daarop dwars en parallel gelegen worstgroepen en de potten in een procesrichting te transporteren, waarbij de rotatiemiddelen aangebracht zijn op een gestrekte tweede transporteur, die evenwijdig aan de procesrichting opgesteld is.
11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij de tweede transporteur voorzien is van aandrijfmiddelen voor het tegengesteld aan de eerste transporteur aandrijven van de tweede transporteur.
12. Inrichting volgens een der voorgaande con-30 clusies, waarbij de worstgroephoudermiddelen elk een wand bezitten met tenminste een wandgedeelte dat aangebracht is voor verplaatsing van een open, worstontvangende stand naar een gesloten, de groep worsten in dwarsrichting daarop omsluitende stand -onafhankelijk van de naastgele-35 gen worstgroephoudermiddelen-, waarbij de wand tevens een vast onderste wandgedeelte bezit, dat langgerekt en komvormig is. 1008515
13. Inrichting volgens conclusie 12 waarbij het vaste wandgedeelte deels cirkelcilindervormig is.
14. Inrichting volgens conclusie 12 of 13, waarbij het vaste wandgedeelte halfcirkelcilindervormig is.
15. Inrichting volgens conclusie 12, 13 of 14, waarbij het verplaatsbare wandgedeelte scharnierbaar verbonden is met het vaste wandgedeelte.
16. Inrichting volgens conclusie 15, waarbij het verplaatsbare wandgedeelte uit twee kwartcirkelcilinder- 10 vormige wandgedeelten bestaat, die aan tegenoverliggende randen scharnierbaar bevestigd zijn aan het vaste wandgedeelte en bij voorkeur in hoofdzaak taps uitlopende langsranden bezitten.
17. Inrichting volgens een der conclusies 12-16, 15 waarbij de worstgroephoudermiddelen voorzien zijn van van de bodem daarvan opstaande worstkeermiddelen, die zich in langsrichting van de worstgroephoudermiddelen uitstrekken, welke worstkeermiddelen bij voorkeur verwijderbaar zijn.
18. Inrichting volgens conclusie 17, waarbij de 20 worstkeermiddelen op afstand van de bodem voorzien zijn van een opvulmiddel, zoals een stang, met een ruimtebeslag vergelijkbaar met dat een van de worst.
19. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de worstgroephoudermiddelen wanden bezit- 25 ten die beweegbaar zijn van een relatief open, worstont-vangende stand naar een gesloten, de groep worsten in dwarsrichting daarop omsluitende stand, voorts omvattend middelen voor het dwingen van de wanden van de open naar de gesloten stand, welke middelen ingericht zijn voor het 30 tijdens de sluitbeweging heen en weer laten bewegen van de wanden.
20. Inrichting volgens conclusie 19, waarbij de wanden voor beweging verbonden zijn met nokken, die een nokkenbaan volgen, welke nokkenbaan een gegolfd verloop 35 heeft, waarbij de wanden van elke worstgroephouder onafhankelijk van naastgelegen worstgroephouders met de betreffende nokken verbonden zijn. 1008515
21. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van middelen voor het toevoeren van de worsten naar de worstgroephoudermiddelen, waarbij de worstgroephoudermiddelen parallel aan elkaar, en dwars 5 aangebracht zijn op een eerste transporteur voor beweging in een procesrichting, waarbij de toevoermiddelen ingericht zijn voor het dwars, achter elkaar toevoeren van de worsten en middelen omvatten voor het geleidend ondersteunen van de worsten naar de worstgroephoudermiddelen toe, 10 waarbij de geleidingsmiddelen een eindgedeelte bezitten dat in verticale zin meegevend is.
22. Inrichting volgens conclusie 21, waarbij het eindgedeelte een zodanige lengte bezit dat dit tot in de eerste houdermiddelen reikt, bij voorkeur tot op de bodem 15 daarvan.
23. Inrichting volgens conclusie 21 of 22, waarbij de geleidingsmiddelen een stijf gedeelte bezitten dat in distale richting aansluit op het eindgedeelte.
24. Inrichting volgens conclusie 23, waarbij de 20 geleidingsmiddelen, althans het eindgedeelte, langwerpige delen, zoals bijvoorbeeld flexibele buisjes, omvat.
25. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van middelen voor het toevoeren van de worsten naar de worstgroephoudermiddelen, waarbij de 25 worstgroephoudermiddelen parallel aan elkaar, en dwars aangebracht zijn op een eerste transporteur voor beweging in een procesrichting, waarbij de toevoermiddelen ingericht zijn voor het dwars, achter elkaar toevoeren van de worsten, waarbij de inrichting voorts omvat middelen voor 30 het tijdens voortgaand transport van de worstgroephoudermiddelen aangrijpen van althans enige van de worsten aanwezig in de worstgroephoudermiddelen voor het uitrichten van de worsten in die groep.
26. Inrichting volgens conclusie 25, waarbij de 35 aangrijpmiddelen ingericht zijn om op in lengterichting van de worsten op afstand van elkaar gelegen plaatsen de worsten aan te grijpen. 1008515
27. Inrichting volgens conclusie 25 of 26, waarbij de aangrijpmiddelen sleep- of strijkdelen omvatten, die langs de worsten strijken.
28. Inrichting volgens conclusie 27, waarbij de 5 sleep- of strijkdelen stationair zijn opgesteld.
29. Inrichting volgens conclusie 28, waarbij de sleep- of strijkdelen tevens een bovengeleiding vormen voor de worsten tijdens afgifte door de toevoermiddelen aan de worstgroephoudermiddelen.
30. Inrichting volgens conclusie 27, 28 of 29. waarbij de sleep- of strijkdelen meegevend zijn en zich bij voorkeur tot in de worstgroephoudermiddelen uitstrek- - ken.
31. Inrichting volgens conclusie 21 of 30, 15 waarbij de worstgroephoudermiddelen elk een wand bezitten : met tenminste een wandgedeelte dat aangebracht is voor - verplaatsing van een open, worstontvangende stand naar een gesloten, de groep worsten in dwarsrichting daarop omsluitende stand, waarbij de wand tevens een vast wandgedeelte 20 bezit, dat langgerekt en komvormig is, waarbij de wand voorzien is van verdiepingen voor het doorlaten van de meegevende eindgedeelten en/of de sleep- of strijkdelen tijdens beweging van de worstgroephoudermiddelen.
32. Inrichting volgens conclusie 31, waarbij het 25 verplaatsbare wandgedeelte scharnierbaar verbonden is met het vaste wandgedeelte en althans deels gelegen is aan de achterlopende zijde van de wand en aldaar voorzien is van de verdiepingen. -o-o-o-o-o-o-o-o- ! TOO 8515
NL1008515A 1998-03-06 1998-03-06 Worstpakmachine. NL1008515C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008515A NL1008515C2 (nl) 1998-03-06 1998-03-06 Worstpakmachine.
DE1999109608 DE19909608A1 (de) 1998-03-06 1999-03-05 Wurstverpackungsmaschine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008515 1998-03-06
NL1008515A NL1008515C2 (nl) 1998-03-06 1998-03-06 Worstpakmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1008515C2 true NL1008515C2 (nl) 1999-09-10

Family

ID=19766683

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1008515A NL1008515C2 (nl) 1998-03-06 1998-03-06 Worstpakmachine.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE19909608A1 (nl)
NL (1) NL1008515C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US11794434B2 (en) 2019-11-08 2023-10-24 Provisur Technologies, Inc. Separating machine
US11832623B2 (en) 2019-11-08 2023-12-05 Provisur Technologies, Inc. Separating machine with feeding wheel

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10110787A1 (de) * 2001-03-06 2002-09-12 Focke & Co Verfahren und Vorrichtung zum Verpacken von länglichen Gegenständen
DE10124712C2 (de) * 2001-05-18 2003-12-11 Christof Stimpfl Vorrichtung zum Einlegen von Würsten in eine Verpackung
GR1004854B (el) * 2004-07-05 2005-04-12 Λαζαρος Φωτιαδης Μηχανη συσκευασιας κυλινδρικων μπισκοτων σε κυλινδρικο κουτι
CN104875911B (zh) * 2015-03-06 2017-07-04 北京洋航科贸有限公司 火腿肠自动装罐系统
EP3381541A1 (en) * 2017-03-29 2018-10-03 Gambro Lundia AB Device and process for the manufacture of hollow fiber membrane bundles

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1298041B (de) * 1966-01-07 1969-06-19 Boeklunder Konservenfabrik Gmb Vorrichtung zum Einbringen von laenglichen stueckigen Lebensmitteln, insbesondere Wuerstchen, in durchsichtige, mit verengtem Hals versehene Behaelter
DE2431386A1 (de) * 1974-06-29 1976-01-15 Zentrale Ag Coop Vorrichtung zum automatischen abpacken von wuerstchen
DE3328275A1 (de) * 1983-08-05 1985-02-21 TBJ Trading ApS, Hedehusene Vorrichtung zum einfuellen von wuersten oder aehnlich geformten lebensmitteln in einen behaelter
DE3515965A1 (de) * 1985-04-30 1986-10-30 Fa. Frank Koop, 2082 Uetersen Verfahren und einrichtung zum befuellen von glaesern mit wuerstchen
DE4425512A1 (de) * 1994-07-20 1996-01-25 Christof Stimpfl Vorrichtung zum Befüllen eines Behälters mit einer Wurst

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1298041B (de) * 1966-01-07 1969-06-19 Boeklunder Konservenfabrik Gmb Vorrichtung zum Einbringen von laenglichen stueckigen Lebensmitteln, insbesondere Wuerstchen, in durchsichtige, mit verengtem Hals versehene Behaelter
DE2431386A1 (de) * 1974-06-29 1976-01-15 Zentrale Ag Coop Vorrichtung zum automatischen abpacken von wuerstchen
DE3328275A1 (de) * 1983-08-05 1985-02-21 TBJ Trading ApS, Hedehusene Vorrichtung zum einfuellen von wuersten oder aehnlich geformten lebensmitteln in einen behaelter
DE3515965A1 (de) * 1985-04-30 1986-10-30 Fa. Frank Koop, 2082 Uetersen Verfahren und einrichtung zum befuellen von glaesern mit wuerstchen
DE4425512A1 (de) * 1994-07-20 1996-01-25 Christof Stimpfl Vorrichtung zum Befüllen eines Behälters mit einer Wurst

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US11794434B2 (en) 2019-11-08 2023-10-24 Provisur Technologies, Inc. Separating machine
US11832623B2 (en) 2019-11-08 2023-12-05 Provisur Technologies, Inc. Separating machine with feeding wheel

Also Published As

Publication number Publication date
DE19909608A1 (de) 2000-01-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2345581B1 (en) Large container loading system and method for a packaging machine
EP3498638B1 (fr) Dispositif d'alimentation d'accumulation
US4751997A (en) Pad turner and inverter
US8015776B2 (en) Overhead lug system for packaging machine
US20160362208A1 (en) Drive mechanism and methods of grouping articles
NL8802075A (nl) Werkwijze en inrichting voor het in een houder rangschikken van voorwerpen.
US9580254B2 (en) Apparatus for grouping articles into arrays of various configurations
US20160362254A1 (en) Systems, apparatus, and methods for grouping articles into arrays of various configurations
JPS5924922B2 (ja) 包装機械
NL1008515C2 (nl) Worstpakmachine.
NL9300764A (nl) Hanteersysteem voor houders.
NL1018425C2 (nl) Inrichting voor het afleveren van in hoofdzaak bolvormige producten in een in hoofdzaak rechthoekige houder.
NL1017176C1 (nl) Verpakkingsinrichting.
NL8101837A (nl) Werkwijze en inrichting voor het verpakken van houders.
WO2013045806A1 (fr) Machine d'emballage
US4122939A (en) Load transfer mechanism for packaging machine
NL8103567A (nl) Inrichting voor het verpakken van fruit.
FR2563494A1 (fr) Machine d'emballage a files multiples
NL1018415C2 (nl) Toevoerder.
AU2016228290A1 (en) A collecting device for a conveyor
US4995225A (en) Compact food tray film wrapping machine
CZ298407B6 (cs) Zpusob balení predmetu nebo skupin predmetu a stroj k provádení zpusobu
NL1015247C2 (nl) Inrichting voor het in houders verpakken van met producten gevulde zakken.
NL1025185C2 (nl) Inrichting voor het invouwen van kratten.
EP4041539B1 (fr) Dispositif et procede de formage de conteneur par pliage

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20021001