NL8100408A

NL8100408A - Verpakkingsinrichting.

Info

Publication number: NL8100408A
Application number: NL8100408A
Authority: NL
Original assignee: Thimon Sa
Priority date: 1980-01-30
Filing date: 1981-01-28
Publication date: 1981-09-01
Also published as: FR2474440B1; BR8100534A; DE3103130A1; ES498900A0; JPS56123207A; GB2070550B; FR2474440A1; GB2070550A; IT8119330A0; IT1135178B; ES8200290A1

Description

I . r

Verpakkingsinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een verpakkingsinrichting voor het verpakken van een lading in een koker-vormig omhulsel van soepel materiaal , zoals in het bijzonder 5 kunststof en voorzien van middelen voor het toevoeren van stukken van een platgevouwen verpakkingskoker, middelen voor het openen van het voorste uiteinde van elk kokerstuk, tenminste een plooiinrichting voor het geleidelijk ten dele plooien van elk kokerstuk met draaibare organen voor het aan-10 drukken van het kokerstuk tegen daarbinnen gelegen geleidingen, een omhul!ingsraam met een dwarsdoorsnede, welke groter is dan die van de te verpakken lading, dat een geplooid kokerstuk kan opnemen en middelen voor het langs de lading verplaatsen van dit raam, teneinde tijdens deze beweging het 15 kokerstuk automatisch te ontplooien en om de lading aan te brengen.

Een dergelijke verpakkingsinrichting is bekend uit de ter inzage gelegde Franse octrooiaanvrage 7318756. Deze bekende verpakkingsinrichting is voorzien van een omhullings-20 raam met een dwarsdoorsnede, welke groter is dan die van de te verpakken lading, een met dit raam samenwerkende plooiinrichting voor het geleidelijk plooien van een op het raam aangebracht kokerstuk, een magazijn voor het opnemen van het geplooide kokerstuk en middelen voor het in verticale rich-25 ting langs de lading verplaatsen van het omhul!ingsraam en het magazijn, teneinde het in het magazijn aanwezige geplooide kokerstuk, dat tijdens deze beweging automatisch wordt ontplooid om de lading aan te brengen.

• De onderhavige uitvinding-beoogt, een verbeterde 30 inrichting van de bovenbeschreven soort te verschaffen, waarvan met name de toepassingsmogelijkheden groter zijn dan die van de bekende inrichting.

De uitvinding verschaft een dergelijke verpakkingsinrichting, waarmede het gestelde doel is bereikt, doordat 35 daarbij elke plooiinrichting zijdelings ten opzichte van de te verpakken lading verschoven is aangebracht en de verpak- · kingsinrichting is voorzien van middelen voor het in horizontale en verticale richting verplaatsen van het omhul!ingsraam tussen de lading en elke plooiinrichting, teneinde elk door 40 deze inrichting gevormd geplooid kokerstuk achtereenvolgens 81 0 0 40 8 - 2 - * * op te nemen, tot boven de lading te verplaatsen en om de lading omlaag te bewegen en tenslotte het lege raam weer naar een plooiinrichting terug te brengen.

De verpakkingsinrichting volgens de uitvinding kan 5 bijvoorbeeld zijn voorzien van tenminste twee, aan weerszijden van de te verpakken lading aangebrachte plooiinrichtingen voor het plooien van kokerstukken met verschillende afmetingen, teneinde ladingen met verschillende dwarsdoorsneden te kunnen verpakken. Een andere mogelijkheid bestaat daarin, dat de 10 inrichting is voorzien van meerdere voorraadrol1 en met ver-pakkingskokers van dezelfde afmetingen, doch van verschillende aard, teneinde eenzelfde lading in deze onderling verschillende over elkaar aangebrachte kokers te kunnen verpakken.

Deze toepassingsmogelijkheid is in het bijzonder van belang 15 voor het geval, dat de inrichting is bestemd voor het verpakken van groepen voorwerpen, zoals bekerglazen en potten in een folie van bij verwarming krimpend materiaal, zoals bijvoorbeeld polyetheen, teneinde verkoopeenheden te vormen.

Deze verkoopeenheden worden dan op hun beurt opgestapeld op 20 laadborden, terwijl elke stapel van verkoopeenheden dan weer wordt verpakt in een de gehele stapel omgevend omhulsel van polyetheen. Teneinde te voorkomen, dat dit buitenste omhulsel van polyetheen aan de vooraf verpakte verkoopeenheden vastplakt kan door middel van de inrichting volgens de uitvinding 25 op hetzelfde enkele bewerkingsstation een omhulsel van kunststof met een hoger smeltpunt, zoals bijvoorbeeld polypropeen tussen de voorverpakte eenheden en het buitenste omhulsel worden aangebracht.

Elke zijdelings ten opzichte van de te verpakken 30 lading opgestelde plooiinrichting kan in het bovenste deel van de inrichting of nabij de bodem worden opgesteld. In dit laatstgenoemde geval wordt als bijkomend voordeel verkregen, dat de plooiinrichting gemakkelijk toegankelijk is.

Het principe van het aanbrengen van een geplooide 35 verpakkingskoker kan ook worden gerealiseerd met behulp van een enkel station voor het vormen van een geplooid kokerstuk in combinatie met verscheidene stations voor het aanbrengen van deze kokerstukken om op laadborden aangebrachte ladingen.

De uitvinding zal thans nader worden beschreven 8100408 ί ; - 3 - aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden, welke zijn weergegeven in de bijgaande tekening, waarin is: fig. 1 een schematische afbeelding in zijaanzicht van een verpakkingsinrichting volgens de uitvinding met twee, 5 zijdelings ten opzichte van een te verpakken lading verschoven en op een grotere hoogte dan de lading aangebracht plooi-inrichtingen; fig. 2 een schematische afbeelding in zijaanzicht van een verpakkingsinrichting volgens de uitvinding met een 10 zijdelings ten opzichte van de te verpakken lading verschoven aangebrachte en op de bodem opgestelde plooiinrichting; fig. 3 een schematische afbeelding in zijaanzicht van een verpakkingsinrichting volgens de uitvinding met een enkele, zijdelings in het bovenste gedeelte daarvan aangebrach-15 te plooiinrichting en drie stations voor het aanbrengen van door deze inrichting gevormde geplooide verpakkingskokers om naast elkaar opgestelde ladingen.

De in fig. 1 weergegeven verpakkingsinrichting is bestemd voor het verpakken van een lading 1, die kan bestaan 20 uit een stapel voorwerpen, welke is aangebracht op een laad-bord, dat door middel van een horizontale transportband kan worden verplaatst. Deze lading kan worden verpakt door middel van een of twee kokerstukken, welke worden afgesneden van twee banen 2 en 3 van platgevouwen kokervormig verpakkingsmateri-25 aal, welke vanaf twee voorraadrollen 4 en 5 aan de inrichting worden toegevoerd. De voorraadrollen 4 en 5 kunnen zijdelings ten opzichte van de verpakkingsinrichting op de grond of in het bovenste gedeelte van het niet in de tekening weergegeven gesteKdaarvan zijn aangebracht. De beide kokerbanen 2 en 3 30 worden over om horizontale assen draaibare leirollen 6 toegevoerd aan twee plooiinrichtingen, die in hun geheel respectievelijk met de verwijzingscijfers 7 en 8 zijn aangeduid.

Deze plooiinrichtingen 7 en 8 zijn zijdelings ten opzichte van de lading 1 verschoven opgesteld en bij de in fig. 1 35 weergegeven uitvoeringsvorm aangebracht op een hoogte, welke groter is dan de hoogte van de lading. Boven de beide plooiinrichtingen 7 en 8 zijn las- en snijinrichtingen 9 en 10 van een willekeurig bekend type aangebracht, welke zijn voorzien van door middel van een vijzel beweegbare lasbekken.

40 8 1 0 0 4 0 8 * * - 4 -

Deze inrichtingen.worden gebruikt wanneer de lading 1 moet worden verpakt in een of meer kokerstukken 2 en 3, die aan de bovenzijde van de lading zijn gesloten.

De plooiinrichtingen 7 en 8 kunnen op verschillende 5 wijzen zijn uitgevoerd. Deze inrichtingen zijn in het algemeen voorzien van plaoiorganen, zoals draaibare rollen, door middel waarvan elke verpakkingskoker tegen aan de binnenzijde daarvan gelegen steungeleidingen wordt aangedrukt, teneinde een geplooid kokerstuk daaruit te vormen. Plooiinrichtingen 10 van deze soort zijn beschreven in de bovengenoemde Franse octrooiaanvrage 7318756 en derhalve zal een gedetailleerde beschrijving daarvan hier achterwege worden gelaten.

De inrichting bevat voorts met de plooi inrichtingen 7 en 8 samenwerkende omhul!ingsramen 11 en 12 met openingen, Γ.5 waarvan de afmetingen overeenkomen met de dwarsdoorsnede van de te verpakken lading 1. Deze omhul!ingsramen 11 en 12 zijn in horizontale dwarsrichting, alsmede in verticale richting beweegbaar in het gestel van de inrichting aangebracht, zoals door middel van pijlen is aangeduid.

20 Het vormen van de geplooide kokerstukken kan plaats vinden op de omhullingsramen 11 en 12 zelf, waarbij deze dan ter plaatse van de plooiinrichtingen zijn aangebracht of op onafhankelijke ondersteuningen, zoals draaibare plooiarmen, waarbij dan elk geplooid kokerstuk vervolgens op de omtrek 2.5 van het omhull i ngsraam wordt overgebracht, nadat dit in het kokerstuk is aangebracht.

Thans zal de werking van de in fig. 1 weergegeven inrichting volgens de uitvinding nader worden beschreven voor het geval, dat de lading 1 moet worden voorzien van twee 30 over elkaar aangebrachte verpakkingskokers en wel bijvoorbeeld een eerste of binnenste koker, gevormd uit de baan 2 van polypropeen en een tweede, buitenste koker, gevormd uit de baan 3 van polyetheen.

Om te beginnen wordt op het raam 11 of op de daarvan 35 onafhankelijke armen een geplooid kokerstuk van polypropeen gevormd, nadat dit van de baan 2 is afgesneden. Dit geplooide kokerstuk wordt gevormd door de aan de linkerzijde opgestelde plooiinrichting 7. Nadat het uit polypropeen bestaande geplooide kokerstuk op het raam 11 is gevormd of daarop is 40 8 1 0 0 4 0 8 « « - 5 - overgebracht wordt dit raam 11 in horizontale richting verplaatst, totdat het zich boven de te verpakken lading 1 bevindt en vervolgens langs deze lading omlaagbewogen, zoals door de pijlen is aangeduid. Tijdens dit omlaagbewegen van 5 het raam wordt het uit polypropeen bestaande geplooide koker-stuk geleidelijk om de lading 1 aangebracht, welke bijvoorbeeld kan bestaan uit een stapel verkoopeenheden (groepen potten, bekerglazen enz.), die zelf reeds afzonderlijk in folies van polyetheen zijn verpakt.

10 Wanneer het omhulsel van polypropeen om de lading 1 is aangebracht wordt het raam 11 weer omhoogbewogen en vervolgens weer naar links in de richting van de plooiinrich-ting 7 verplaatst, teneinde een volgend geplooid kokerstuk op te nemen.

15 Hierna wordt op dezelfde wijze te werk gegaan vanaf de rechterzijde van de inrichting met behulp van de plooi-inrichting 8. Door deze laatste wordt op onafhankelijke plooi-armen of rechtstreeks op het omhul 1ingsraam 12 een geplooid kokerstuk van polyetheen gevormd, dat vervolgens van de baan 20 3 wordt afgesneden. Vervolgens wordt het raam 12 met het geplooide kokerstuk van polyetheen boven de lading 1 aangebracht en daarna omlaagbewogen,teneinde aldus over het eerder aangebrachte omhulsel van polypropeen een tweede buitenste omhulsel van polyetheen aan te brengen.

25 Wanneer de aldus van de beide omhulsels voorziene lading 1 vervolgens in een oven voor het krimpen van deze omhulsels wordt gebracht zal het omhulsel van polypropeen, dat een betrekkelijk hoog smeltpunt bezit verhinderen, dat het buitenste omhulsel van polyetheen aan de om de eenheden 30 afzonderlijk aangebrachte folies van polyetheen zal vastplakken .

De over elkaar om eenzelfde lading 1 aangebrachte verpakkingskokers kunnen uit verschillende materialen bestaan of aan verschillende bewerkingen zijn onderworpen of verschil- 35 lende dikten bezitten. De in fig. 1 weergegeven inrichting volgens de uitvinding kan ook worden gebruikt voor het verpakken van ladingen 1, welke zijn aangebracht op laadborden met verschillende dwarsafmetingen, zoals bijvoorbeeld laadborden van 0,8 x 1 m en 1 x 1,2 m. In dit geval bezit de koker 2 40 8 1 0 0 4 0 8 - 6 - * * afmetingen, welke met die van het ene laadbord overeenkomen, terwijl de andere koker 3 afmetingen bezit, welke met die van de andere laadborden overeenkomen.

Volgens een andere mogelijke uitvoeringsvorm kunnen 5 de beide plooiinrichtingen 7 en 8, alsmede de inrichtingen voor het toevoeren van de kokerbanen 2 en 3 zijn bevestigd op eenzelfde ondersteuning, welke in horizontale dwarsrich-ting in het gestel van de inrichting is aangebracht. Hierdoor kan met behulp van een van de plooiinrichtingen 7 en 8 een 10 geplooid kokerstuk van een bepaald materiaal of bepaalde afmetingen worden gevormd, waarbij deze inrichting zijdelings ten opzichte van de lading 1 is verschoven, terwijl de andere plooiinrichting zich dan boven de lading 1 bevindt en het daarbij behorende omhul!ingsraam bij het omlaagbewegen daarvan 15 een eerder gevormd geplooid kokerstuk om de lading 1 aanbrengt. Wanneer deze bewerking is beëindigd kan de beweegbare ondersteuning in horizontale dwarsrichting worden verplaatst, teneinde de eerstgenoemde plooiinrichting boven de lading aan te brengen en de andere plooiinrichting in zijdelingse rich-20 ting ten opzichte van de lading te verschuiven, teneinde met behulp van deze laatstgenoemde inrichting een volgend geplooid kokerstuk te vormen, terwijl het met behulp van de eerstgenoemde inrichting eerder gevormde kokerstuk om de lading 1 wordt aangebracht.

25 Hoewel de uitvinding in het voorgaande is beschreven aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden van de verpakkings-inrichting, waarbij deze twee plooiinrichtingen 7 en 8 bevat, welke aan weerszijden van de lading 1 zijn aangebracht zal het duidelijk zijn, dat de verpakkingsinrichting ook van meer 30 dan twee van dergelijke plooiinrichtingen kan worden voorzien, teneinde de toepassingsmogelijkheden daarvan voor het aanbrengen van verpakkingskokers van verschillende soorten en/of afmetingen om op laadborden aangebrachte ladingen 1 te vergroten .

35 Fig. 2 toont een inrichting voor het aanbrengen van een verpakking om een op een laadbord aangebrachte lading 1, welke is voorzien van een plooiinrichting 13, die zijdelings ten opzichte van de lading 1 verschoven op de grond is opgesteld. Ook bij deze inrichting wordt elke geplooid kokerstuk, 40 8 1 0 0 40 8 *' f - 7 - dat uitgaande van een platgevouwen kokerbaan 14 wordt gevormd om de lading aangebracht met behulp van een omhul 1ingsraam 15, dat hierbij de door de pijlen aangeduide baan doorloopt. Dit omhullingsraam 15 kan in verticale richting van beneden naar 5 boven tot in de plooiinrichting 13 worden verplaatst, teneinde het door deze gevormde geplooide kokerstuk op te nemen, terwijl het raam hierna achtereenvolgens zijdelings in de richting van de lading 1 wordt bewogen, daarna tot boven de lading omhoog wordt bewogen en boven deze lading wordt aange-10 bracht en tenslotte om de lading omlaag wordt bewogen, teneinde het kokerstuk daaromheen aan te brengen. Nadat het raam 15 hierbij zijn laagste stand nabij de bodem heeft bereikt wordt het weer in horizontale richting zijdelings verplaatst tot in zijn uitgangsstand onder de plooiinrichting 13.

15 De in fig. 2 weergegeven inrichting biedt de mogelijk heid om de verpakkingssnelheid van de inrichting te vergroten door toepassing van twee omhul!ingsramen 15, waarbij dan steeds het ene raam 15 naast het verpakkingsstation omhoogbeweegt, terwijl het andere raam 15 langs de lading 1 omlaagbeweegt, 20 teneinde de verpakking daaromheen aan te brengen.

In fig. 3 is nog een andere mogelijke uitvoeringsvorm van de verpakkingsinrichting volgens de uitvinding weergegeven, waarbij de inrichting is voorzien van een enkele plooiinrichting 16 voor het vormen van geplooide kokerstukken, 25 die zijn bestemd om te worden aangebracht om een aantal ladingen 1, die op verschillende aanbrengplaatsen of stations 17, 18 en 19 zijn opgesteld. Evenals bij de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvormen van de inrichting worden de door de inrichting 16 gevormde geplooide kokerstukken om de ladingen 30 aangebracht door middel van omhul!ingsramen 20, die in horizontale en verticale richting beweegbaar zijn. Deze omhullingsra-men 20 worden beurtelings naar de plooiinrichting 16 bewogen, teneinde een door deze gevormd geplooid kokerstuk op te nemen. Vervolgens wordt het betreffende raam 20 in horizontale rich-35 ting verplaatst, totdat dit zich boven één van de te verpakken ladingen 1 bevindt, waarna het raam langs de lading 1 omlaag wordt bewogen, waarbij dan het kokerstuk om deze lading wordt aangebracht.

Volgens de uitvinding kan de in fig. 3 weergegeven 40 81 0 0 408 - 8 - * * inrichting ook zijn voorzien van slechts een enkel omhullings-raam 20, door middel waarvan geplooide kokerstukken aan de verschillende stations 17, 18 en 19 worden toegevoerd, teneinde om de aldaar opgestelde ladingen 1 te worden aangebracht.

5 Bij alle in het voorgaande beschreven uitvoerings vormen van de inrichting volgens de uitvinding zijn vanzelfsprekend in het gestel van deze inrichting rolbanen of geleidingen voor de omhul!ingsramen, alsmede organen voor het aandrijven van deze ramen, zoals bijvoorbeeld aan door motoren 10 aangedreven eindloze kettingen bevestigde meeneemvingers aangebracht. Voor het verplaatsen van de omhul!ingsramen 15 kan een willekeurig, op zichzelf bekend aandrijfmechanisme worden gebruikt.

15 8 1 0 0 40 8

Claims

1. Verpakkingsinrichting voor het verpakken van een lading in een kokervormig omhulsel van soepel materiaal, zoals in het bijzonder kunststof en voorzien van middelen voor het toevoeren van stukken van een platgevouwen verpakkingskoker, 5 middelen voor het openen van het voorste uiteinde van elk kokerstuk, tenminste een plooiinrichting voor het geleidelijk ten dele plooien van elk kokerstuk met draaibare organen voor het aandrukken van het kokerstuk tegen daarbinnen gelegen geleidingen, een omhul!ingsraam met een dwarsdoorsnede, welke 10 groter is dan die van de te verpakken lading, dat een geplooid kokerstuk kan opnemen en middelen voor het langs de lading verplaatsen van dit raam, teneinde tijdens deze beweging het kokerstuk automatisch te ontplooien en om de lading aan te brengen, met het kenmerk, dat elke plooiinrich-15 ting (7,8,13,16) zijdelings ten opzichte van de te verpakken lading (1) verschoven is aangebracht en de verpakkingsinrichting is voorzien van middelen voor het in horizontale en verticale richting verplaatsen van het omhul!ingsraam (11,12,15, 20) tussen de lading (1) en elke plooiinrichting (7,8,13,16), 20 teneinde elk door deze inrichting gevormd geplooid kokerstuk achtereenvolgens op te nemen, tot boven de lading te verplaatsen en om de lading omlaag te bewegen en tenslotte het lege raam weer naar een plooiinrichting terug te brengen.

2. Verpakkingsinrichting volgens conclusie 1, 25 met het kenmerk, dat de inrichting van tenmin ste twee, aan weerszijden van de te verpakken lading (1) aangebrachte plooiinrichtingen (7,8) is voorzien.

3. Verpakkingsinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de aan weerszijden van 30 de te verpakken lading (1) aangebrachte plooi inrichtingen (7,8) worden gevoed met kokerstukken (2,3), welke voor wat hun aard, de behandeling, die zij hebben ondergaan of hun dikten betreft van elkaar verschillen.

4. Verpakkingsinrichting volgens conclusie 2, 35 met het kenmerk, dat de aan weerszijden van de te verpakken lading (1) aangebrachte plooiinrichtingen (7,8) met kokerstukken (2,3) van verschillende afmetingen worden gevoed. 8100408 * * - 10 -

5. Verpakkingsinrichting volgens een der conclusies 1 t/m 4, m e t h e t k e n m e r k, dat elke plooi inrichting (7,8) is aangebracht op een hoogte, welke groter is dan die van de te verpakken lading (1).

6. Verpakkingsi nri'chti ng volgens een der conclusies 1 t/m 5, met het kenmerk, dat de plooiinrich-tingen (7,8) en de daarbij behorende inrichtingen voor het daaraan toevoeren van de kokerstukken (2,3) op eenzelfde, in horizontale richting en dwarsrichting boven de lading beweeg-10 baar gestel zijn aangebracht.

7. Verpakkingsinrichting volgens een der conclusies 1 t/m 4, met het kenmer k,dat elke plooiinrich-ting (13) op korte afstand van de bodem is aangebracht.

8. Verpakkingsinrichting volgens conclusie 1, 15 met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een plooi inrichting (16) en een aantal stations (17,18,19) voor het aanbrengen van geplooide kokerstukken om verscheidene, ter plaatse van deze stations opgestelde ladingen omvat, waarbij een of meer omhul!ingsramen (20) zijn aangebracht, 20 die elk tussen een van de verpakkingsstations (17,18,19) en de enkele plooiinrichting (16) beweegbaar zijn. 8 1 0 0 4 0 8