NL2008245C2 - Remlicht voor een voertuig. - Google Patents

Remlicht voor een voertuig. Download PDF

Info

Publication number
NL2008245C2
NL2008245C2 NL2008245A NL2008245A NL2008245C2 NL 2008245 C2 NL2008245 C2 NL 2008245C2 NL 2008245 A NL2008245 A NL 2008245A NL 2008245 A NL2008245 A NL 2008245A NL 2008245 C2 NL2008245 C2 NL 2008245C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
series
lighting units
sub
braking force
brake light
Prior art date
Application number
NL2008245A
Other languages
English (en)
Inventor
Joost Cornelis Johan Dunnen
Original Assignee
Joost Cornelis Johan Dunnen
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Joost Cornelis Johan Dunnen filed Critical Joost Cornelis Johan Dunnen
Priority to NL2008245A priority Critical patent/NL2008245C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2008245C2 publication Critical patent/NL2008245C2/nl

Links

Landscapes

  • Lighting Device Outwards From Vehicle And Optical Signal (AREA)

Description

P031/NLpd
Remlicht voor een voertuig
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een remlicht volgens de aanhef van conclusie 1.
Een dergelijke uitvinding is in de techniek bekend. Bijvoorbeeld heeft elke personenwagen twee remlichten op dezelfde hoogte aan 5 weerszijden aan de achterzijde van de wagen. Tevens is elke nieuwe personenwagen tegenwoordig voorzien van een derde remlicht, dat doorgaans op een hogere positie is geplaatst dan de twee gebruikelijke remlichten en tussen die beide in.
Het derde remlicht heeft tot doel de zichtbaarheid van het vi-10 suele remsignaal te verhogen. De remlichten zijn doorgaans uitgevoerd als een aan/uit systeem waarbij alle remlichten gelijktijdig oplichten zodra het rempedaal van de wagen wordt bediend.
In de praktijk is het eenvoudige aan/uit systeem niet altijd even doeltreffend gebleken, met name niet omdat er geen aanduiding 15 mee wordt gegeven van de remintensiteit. Ongeacht hoe hard er wordt geremd, zullen de remlichten te allen tijde op identieke wijze oplichten. Er is daarom gepoogd om de visuele aanduiding van de remhan-deling te verbeteren om ook een aanduiding van de remkracht aan een achterligger te geven. Bijvoorbeeld bestaat een systeem om de lampen 20 van het derde remlichten met hogere intensiteit te laten branden of om simpelweg meer lampen te laten branden.
Deze systemen zijn in de praktijk niet voldoende adequaat gebleken om een duidelijk beeld te geven van de remintensiteit.
De uitvinding heeft nu tot doel een verbeterd remlicht van de 25 in de aanhef genoemde soort te verschaffen. In het bijzonder met het oog op de zichtbaarheid van de remhandeling.
Volgens een eerste aspect heeft de uitvinding tot doel een remlicht van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen die een aanduiding verschaft van de remkracht die wordt uitgeoefend.
30 Volgens een tweede aspect heeft de uitvinding tot doel een ver beterd remlicht te verschaffen die een aanduiding geeft van de relatieve remkracht ten opzichte van de maximaal uit te oefenen remkracht .
2
Ter verkrijging van ten minste een van de hiervoor genoemde voordelen, verschaft de uitvinding volgens een eerste uitvoeringsvorm een remlicht dat de maatregelen van conclusie 1 bevat. Dit remlicht heeft het voordeel dat bij het bedienen van het rempedaal een aandui-5 ding wordt verkregen van de remkracht die wordt uitgeoefend.
Tevens wordt met de uitvinding de alertheid van een achterligger verhoogd, doordat bij het remmen onmiddellijk duidelijk is dat een van een standaard afwijkende hoeveelheid verlichting brandt. De achterligger zal derhalve niet alleen geïnformeerd worden over de 10 remkracht die een voorligger uitoefent maar bovendien daarop onmiddellijk op geattendeerd worden. Een dergelijke synergetische werking wordt met geen enkel ander remlicht verkregen. De uitvinding verschaft daarom een aanzienlijke verhoging van de veiligheid in het verkeer.
15 De verlichtingseenheden kunnen direct worden aangestuurd door regelelektronica van het voertuig waarin ze zorgdragen voor het verschaffen van het visuele remsignaal.
Met name in het geval van latere inbouw, heeft het in het bijzonder de voorkeur dat het remlichtsysteem volgens de uitvinding te-20 vens een regeleenheid voor het regelen van het oplichten van de verlichtingseenheden omvat. Een dergelijke regeleenheid kan zijn voorzien in een behuizing waarin zich ook de verlichtingseenheden bevinden, met aansluitingen voor voeding, remsignaal en remkracht. De laatste twee signalen zullen door de elektronica van het voertuig 25 worden verschaft.
Om een geschikte en eenvoudige aansturing te verschaffen, heeft het de voorkeur dat de sub-series verlichtingseenheden alle onafhankelijk met de regeleenheid zijn verbonden; en dat de regeleenheid een sensor omvat voor het bepalen van de remkracht en is ingericht voor 30 het op basis van de remkracht aansturen van ten minste een van de sub-series verlichtingseenheden.
Een visueel duidelijk signaal wordt verschaft wanneer de eerste serie verlichtingseenheden in een rij is geplaatst. Hierdoor wordt bij het oplichten van het remsignaal onmiddellijk duidelijk wat de 35 uiterste posities van de verlichtingseenheid zijn.
Een duidelijke indicatie van de mate van oplichten van de tweede serie verlichtingseenheden wordt zeer duidelijk verkregen wanneer 3 ook de tweede serie verlichtingseenheden in een rij is geplaatst.
Door de parallelle plaatsing ten opzichte van de eerste serie verlichtingseenheden is onmiddellijk duidelijk of met beperkte of maximale remkracht wordt geremd.
5 Een geschikte en voordelige indicatie van de remkracht wordt verschaft wanneer de tweede sub-serie verlichtingseenheden aan weerszijden van de eerste sub-serie verlichtingseenheden is voorzien, of juist omgekeerd, wanneer de eerste sub-serie verlichtingseenheden aan weerszijden van de tweede sub-serie verlichtingseenheden is voorzien. 10 Een meest duidelijke indicatie van de uitgeoefende remkracht wordt verkregen wanneer de beide series verlichtingseenheden twee parallelle en in hoofdzaak even lange rijen verlichtingseenheden omvatten .
Het remlichtsysteem volgens de uitvinding is eenvoudig toe te 15 passen wanneer het systeem een aansluiting omvat voor een elektrische voeding voor het doen oplichten van de verlichtingseenheden. Dit kan op geschikte wijze een aansluiting zijn op de boordaccu van het voertuig .
De uitvinding verschaft volgens een verder aspect een werkwijze 20 voor het visualiseren van een remhandeling van een voertuig, omvattende de stappen van: - het verschaffen van een remlicht met een eerste serie verlichtingseenheden en een parallel daaraan geplaatste tweede serie verlichtingseenheden, waarbij de tweede serie verlichtingseenheden ten minste twee sub-series verlichtingseenheden omvat, 25 - het controleren van een remhandeling van het voertuig, - het aansturen van ten minste de eerste serie verlichtingseenheden en een eerste sub-serie van de tweede serie verlichtingseenheden bij een uitgeoefende remkracht die geringer is dan een vooraf ingesteld percentage van een maximaal uit te oefenen remkracht, - en het aansturen 30 van een volgende sub-serie verlichtingseenheden bij een uitgeoefende remkracht die gelijk is aan of groter is dan het vooraf ingesteld percentage van de maximaal uit te oefenen remkracht. Bijvoorbeeld kan de stap van het controleren van een remhandeling van het voertuig zijn gebaseerd op het door de auto-elektronica verschafte remsignaal 35 naar de gebruikelijke remlichten. De voordelen van het remlichtsysteem volgens de uitvinding, worden met deze werkwijze verkregen.
Een geschikte visuele indicatie van de relatieve remkracht die 4 door het voertuig wordt uitgeoefend, wordt verkregen door het vooraf ingestelde percentage bijvoorbeeld in te stellen op 90%, bij voorkeur 70%, met meer voorkeur 50%, met nog meer voorkeur 35%.
Een verder verbeterde duidelijkheid van de relatieve remkracht 5 wordt verkregen door de tweede serie verlichtingseenheden uit te voeren met drie of meer sub-series verlichtingseenheden. Bij een meest geringe remkracht, bijvoorbeeld tot 35%, zal slechts een eerste subserie oplichten. Bij een iets verder verhoogde remkracht, bijvoorbeeld tot 50% of 75%, zal ook een tweede sub-serie oplichten. Bij een 10 nog verder verhoogde remkracht, bijvoorbeeld tot 100% wanneer drie sub-series aanwezig zijn, zal ook de derde sub-serie oplichten. De percentages zoals genoemd kunnen in de praktijk en naar wens worden aangepast. Bij vier sub-series kunnen bijvoorbeeld de grenzen worden gesteld op 25%, 50% en 75%. Tot 25% licht dan slechts de eerste sub-15 serie op, vanaf 25% en tot 50% lichten de eerste en tweede sub-serie op. Vanaf 50% en tot 75% komt daar de derde sub-serie bij. Alle vier sub-series zullen oplichten vanaf 75%.
De beide series verlichtingseenheden kunnen in de hierboven genoemde gevallen gelijktijdig worden verlicht om een directe aandui-20 ding van de remintensiteit te verschaffen. Volgens een ander aspect is het mogelijk om de eerste serie verlichtingseenheden en de tweede serie verlichtingseenheden achtereenvolgens te verlichten, dus niet gelijktijdig. Voorts kan de eerste serie verlichtingseenheden gelijktijdig met de eerste sub-serie van de tweede serie verlichtingseenhe-25 den worden verlicht, terwijl de tweede sub-serie (en eventueel de derde of volgende sub-serie indien die ook worden verlicht wegens een respectievelijk hogere remintensiteit) met een geringe tijdsvertraging na de eerste sub-serie wordt verlicht. Dit zal een verhoogde alertheid bij een achterligger kunnen oproepen.
30 Hierbij heeft het in het bijzonder de voorkeur dat de tweede serie (of sub-serie) verlichtingseenheden met een vertraging van ten minste 0,05 sec, bij voorkeur ten minste 0,1 sec, met meer voorkeur ten minste 0,4 sec, en maximaal 1,0 sec, bij voorkeur maximaal 0,7 sec na de eerste serie (respectievelijk sub-serie) verlichtingseenhe-35 den wordt verlicht.
De visualisatie wordt verder verbeterd wanneer de eerste serie en de tweede serie verlichtingseenheden een in hoofdzaak gelijke 5 lengte hebben en in lijn in een behuizing zijn voorzien.
De werkwijze wordt bij voorkeur gekenmerkt door de tweede subserie verlichtingseenheden aan weerszijden van de eerste sub-serie verlichtingseenheden te voorzien. Daardoor kan de achterliggende be-5 stuurder een directe vergelijking maken tussen de maximaal mogelijke remkracht die door de eerste serie verlichtingseenheden wordt aangeduid en de werkelijke relatieve remkracht die wordt uitgeoefend en die wordt weergegeven door de tweede serie verlichtingseenheden. Met name heeft het de voorkeur dat de eerste sub-serie centraal in de rij 10 van de tweede serie verlichtingseenheden is voorzien en de tweede sub-serie symmetrisch daaromheen. Bijvoorbeeld kan een derde subserie weer naast de tweede sub-serie zijn voorzien, waardoor vanaf een centraal punt in de rij met de tweede serie verlichtingseenheden naar de uiteinden van die rij, in beide richtingen de eerste, tweede 15 en derde sub-serie elkaar achtereenvolgens opvolgen.
De uitvinding zal hierna aan de hand van een tekening nader worden uitgelegd. De tekening toont hierbij in: fig. 1 een remlicht volgens de uitvinding in een eerste toestand, 20 fig. 2 een remlicht volgens de uitvinding in een tweede toe stand, fig. 3 een remlicht volgens de uitvinding in een derde toestand, en fig. 4 een remlicht volgens de uitvinding in een vierde toe-25 stand.
In de figuren zijn dezelfde onderdelen middels dezelfde verwij-zingscijfers aangeduid. Echter, niet alle voor een praktische uitvoering van de uitvinding noodzakelijke onderdelen zijn getoond, vanwege de eenvoud van de weergave.
30 Fig. 1 toont een remlicht 1 van een remlichtsysteem volgens de uitvinding in een eerste toestand, waarbij alle verlichtingselementen uit zijn, wat wil zeggen dat ze zich bevinden in de niet verlichtende toestand.
Het remlicht 1 omvat een schematisch aangeduide behuizing 2 35 waarin twee rijen 3, 4 verlichtingselementen 5, 6 zijn getoond. De verlichtingselementen 5 in rij 3 zijn in de weergegeven uitvoeringsvorm enigszins kleiner dan de verlichtingselementen 6 in rij 4. Het 6 ligt binnen het bereik van de uitvinding om de zichtbaarheid van de verlichtingselementen 5 geringer te laten zijn dan die van de ver-lichtingselementen 6 wat kan worden verkregen door de verlichtingselementen 5 kleiner of minder fel verlichtend uit te voeren dan de 5 verlichtingselementen 6.
De beide rijen 3, 4 zijn in de weergegeven uitvoeringsvorm even lang uitgevoerd.
De verlichtingselementen worden aangestuurd door de elektronica van het voertuig of door een eigen regeleenheid (niet getoond). Elk 10 voertuig is voorzien van elektronica om een remlicht te laten verlichten bij bediening van het rempedaal. Op voordelige wijze kunnen de verlichtingselementen 5 van de eerste rij 3 worden verlicht bij bediening van het rempedaal. Dit is in hoofdzaak identiek als bij gebruikelijke derde remlichten van voertuigen, zoals personenvoertui-15 gen.
Zoals hiervoor genoemd omvat het remlicht een tweede rij 4 van verlichtingselementen 6. In Fig. 2 is een toestand getoond waarbij zowel alle verlichtingselementen 5 van de eerste rij 3 als een gering deel verlichtingselementen 6' van rij 4 zijn verlicht. De getoonde 20 verlichtingselementen 5, 6' worden bijvoorbeeld alle verlicht bij bediening van het rempedaal en bij een geringe uitgeoefende rem-kracht.
Bijvoorbeeld kunnen slechts de getoonde verlichtingselementen 4, 6' worden verlicht wanneer de uitgeoefende remkracht minder is dan 25 35%. Een ander percentage kan naar wens worden gekozen.
In fig. 3 is een toestand getoond waarbij in rij 4 tevens verlichtingselementen 6" zijn verlicht. Deze toestand kan bijvoorbeeld worden verkregen wanneer de uitgeoefende remkracht ten minste 35% bedraagt maar minder is dan 75%.
30 Fig. 4 toont ten slotte een toestand waarbij alle verlichtings elementen 6', 6" en 6'" uit de rij 4 zijn verlicht. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de uitgeoefende remkracht ten minste 75% bedraagt .
Met de uitvinding wordt het voordeel verkregen dat bij het be-35 dienen van het rempedaal te allen tijde duidelijk is wat een maximaal uit te oefenen remkracht is wegens de verlichtingselementen in rij 3 die bij het bedienen van het rempedaal alle zullen oplichten. Doordat 7 de verlichtingselementen in rij 4 slechts afhankelijk van de uitgeoefende remkracht zullen oplichten is het onmiddellijk duidelijk aan een achterligger hoe hard wordt geremd.
De aandacht van een achterligger kan op een verder verbeterde 5 wijze worden getrokken door de verlichtingselementen 6', 6" en 6'" achtereenvolgens te doen oplichten in plaats van gelijktijdig. Eventueel kan ook de rij 3 eerder worden verlicht dan de verlichtingselementen in rij 4, maar een gelijktijdig oplichten van de verlichtingselementen 5 en 6' met een daaropvolgende verlichting van de elementen 10 6" en eventueel 6'" zorgt ook voor een verbeterde aandacht.
In de beschrijving en de figuren zijn de verlichtingselementen 6 in rij 4 gevormd door de verlichtingselementen 6', 6" en 6'".
De uitvinding is niet beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren getoonde uitvoeringsvormen. De uitvinding wordt slechts 15 beperkt door de bij gevoegde conclusies. Bijvoorbeeld kan de tweede serie verlichtingseenheden bijvoorbeeld uit slechts twee sub-series bestaan of uit een onbeperkt maximaal aantal sub-series. Wanneer de tweede serie verlichtingseenheden totaal bijvoorbeeld 30 led's (waarbij elke led een verlichtingseenheid is) zou bevatten, zou deze 30 20 sub-series kunnen omvatten welke elk onafhankelijk van elkaar aangestuurd en verlicht worden. Derhalve kan binnen de onderhavige uitvinding elke sub-serie uit een enkele verlichtingseenheid bestaan of uit meerdere verlichtingseenheden.
Met het remlicht volgens de uitvinding kunnen auto's veilige 25 dichter op elkaar rijden.
De uitvinding strekt zich tevens uit over elke combinatie van maatregelen die hiervoor onafhankelijk van elkaar zijn beschreven

Claims (15)

1. Remlichtsysteem voor een voertuig, omvattende een eerste serie verlichtingseenheden welke oplichten bij het uitoefenen van een remkracht, met het kenmerk, dat het remlichtsysteem parallel aan de eerste serie verlichtingseenheden een tweede serie verlich- 5 tingseenheden omvat; welke tweede serie verlichtingseenheden ten minste twee gescheiden sub-series verlichtingseenheden omvat, welke sub-series verlichtingseenheden zijn ingericht voor onafhankelijke aansturing, elk afhankelijk van een uitgeoefende remkracht. 10
2. Remlichtsysteem volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een regeleenheid voor het regelen van het oplichten van de verlichtingseenheden.
3. Remlichtsysteem volgens conclusie 2, waarbij de sub-series verlichtingseenheden alle onafhankelijk met de regeleenheid zijn verbonden; en waarbij de regeleenheid een sensor omvat voor het bepalen van de remkracht en is ingericht voor het op basis van de remkracht aan-20 sturen van ten minste een van de sub-series verlichtingseenheden.
4. Remlichtsysteem volgens een der conclusies 1-3, waarbij de eerste serie verlichtingseenheden in een rij is geplaatst.
5. Remlichtsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de tweede serie verlichtingseenheden in een rij is geplaatst.
6. Remlichtsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de tweede sub-serie verlichtingseenheden aan weerszijden van de 30 eerste sub-serie verlichtingseenheden is voorzien, vice versa.
7. Remlichtsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de beide series verlichtingseenheden twee parallelle en in hoofdzaak even lange rijen verlichtingseenheden omvatten.
8. Remlichtsysteem volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een elektrische voeding voor het doen oplichten van de ver-lichtingseenheden. 5
9. Werkwijze voor het visualiseren van een remhandeling van een voertuig, omvattende de stappen van: - het verschaffen van een remlicht met een eerste serie verlich-tingseenheden en een parallel daaraan geplaatste tweede serie ver- 10 lichtingseenheden, waarbij de tweede serie verlichtingseenheden ten minste twee sub-series verlichtingseenheden omvat, - het controleren van een remhandeling van het voertuig, - het aansturen van ten minste de eerste serie verlichtingseenheden en een eerste sub-serie van de tweede serie verlichtingseenhe- 15 den bij een uitgeoefende remkracht die geringer is dan een vooraf ingesteld percentage van een maximaal uit te oefenen remkracht, - en het aansturen van een volgende sub-serie verlichtingseenheden bij een uitgeoefende remkracht die gelijk is aan of groter is dan het vooraf ingesteld percentage van de maximaal uit te oefenen 20 remkracht.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij het vooraf ingestelde percentage 90%, bij voorkeur 70%, met meer voorkeur 50%, met nog meer voorkeur 35% is. 25
11. Werkwijze volgens conclusie 8 - 10, waarbij de tweede serie verlichtingseenheden drie sub-series verlichtingseenheden omvat.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij, bij een remkracht die 30 groter is dan het vooraf ingestelde percentage, de eerste serie verlichtingseenheden en de tweede serie verlichtingseenheden achtereenvolgens worden verlicht.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij de tweede sub-serie 35 verlichtingseenheden met een vertraging van ten minste 0,05 sec, bij voorkeur ten minste 0,1 sec, met meer voorkeur ten minste 0,4 sec, en maximaal 1,0 sec, bij voorkeur maximaal 0,7 sec na de eerste sub-serie verlichtingseenheden wordt verlicht.
14. Werkwijze volgens een der conclusies 9 - 13, waarbij de eerste 5 serie en de tweede serie verlichtingseenheden een in hoofdzaak gelijke lengte hebben en in lijn in een behuizing zijn voorzien.
15. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de tweede sub-serie verlichtingseenheden aan weerszijden van de eer- 10 ste sub-serie verlichtingseenheden is voorzien.
NL2008245A 2012-02-07 2012-02-07 Remlicht voor een voertuig. NL2008245C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2008245A NL2008245C2 (nl) 2012-02-07 2012-02-07 Remlicht voor een voertuig.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2008245A NL2008245C2 (nl) 2012-02-07 2012-02-07 Remlicht voor een voertuig.
NL2008245 2012-02-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2008245C2 true NL2008245C2 (nl) 2013-08-08

Family

ID=49546676

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2008245A NL2008245C2 (nl) 2012-02-07 2012-02-07 Remlicht voor een voertuig.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2008245C2 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20150274071A1 (en) Lighting Device for a Motor Vehicle
CN101118036B (zh) 汽车尾灯
US8310357B2 (en) After market sequential turn signal
EP2269870B1 (en) Exterior vehicle lights
US20090051522A1 (en) Led sequential lighting system for vehicles and method of use
CN105358374A (zh) 动态的视域照亮
WO2009029510A2 (en) Led sequential lighting system for vehicles and method of use
DK178269B1 (en) A warning system for a vehicle and a vehicle comprising such a warning system
JP2008143499A (ja) 追突防止のためのリアランプの制御方法
JP5809701B2 (ja) 照明システム
CN102381244A (zh) 一种汽车制动灯的控制系统及其控制方法
KR20080002627U (ko) 차량의 제동 및 가속의 심동 인디케이터
NL2008245C2 (nl) Remlicht voor een voertuig.
JP7172283B2 (ja) 車両用灯具
DE102016006847A1 (de) Verfahren zum Betreiben einer Beleuchtungsvorrichtung eines Kraftfahrzeugs, Vorrichtung für ein Kraftfahrzeug und Kraftfahrzeug
CN109476256B (zh) 用于照明灯的控制装置以及用于操作照明灯的方法
JP2013184521A (ja) 車輌用灯火装置およびその制御方法
KR101006577B1 (ko) 브레이크등 표시제어장치
CN211223218U (zh) 一种制动显示装置和车辆
JP2013189105A (ja) 車載用照明装置
CN108367706A (zh) 用于机动车辆的均匀性后灯系统
JP5598904B2 (ja) 制動灯制御装置
ITGE20130082A1 (it) Sistema di segnalazione luminosa per veicoli
CN201694100U (zh) Ads刹车灯光控制系统
JP4831536B2 (ja) 側方照射灯システム

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150901