NL2007777C2 - Component-plaatsingsinrichting voorzien van een machineframe en ten minste twee component-opneemeenheden, alsmede werkwijze voor het aandrijven van een dergelijke component-plaatsingsinrichting. - Google Patents

Component-plaatsingsinrichting voorzien van een machineframe en ten minste twee component-opneemeenheden, alsmede werkwijze voor het aandrijven van een dergelijke component-plaatsingsinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL2007777C2
NL2007777C2 NL2007777A NL2007777A NL2007777C2 NL 2007777 C2 NL2007777 C2 NL 2007777C2 NL 2007777 A NL2007777 A NL 2007777A NL 2007777 A NL2007777 A NL 2007777A NL 2007777 C2 NL2007777 C2 NL 2007777C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
component
frame
sub
unit
exerted
Prior art date
Application number
NL2007777A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Hubertus Antonius Rijdt
Original Assignee
Assembleon Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Assembleon Bv filed Critical Assembleon Bv
Priority to NL2007777A priority Critical patent/NL2007777C2/nl
Priority to DE102012110704A priority patent/DE102012110704A1/de
Priority to KR1020120126517A priority patent/KR20130052522A/ko
Priority to US13/673,943 priority patent/US9193015B2/en
Priority to TW101141912A priority patent/TW201332870A/zh
Priority to CN2012104460927A priority patent/CN103108535A/zh
Application granted granted Critical
Publication of NL2007777C2 publication Critical patent/NL2007777C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05KPRINTED CIRCUITS; CASINGS OR CONSTRUCTIONAL DETAILS OF ELECTRIC APPARATUS; MANUFACTURE OF ASSEMBLAGES OF ELECTRICAL COMPONENTS
    • H05K13/00Apparatus or processes specially adapted for manufacturing or adjusting assemblages of electric components
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23PMETAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; COMBINED OPERATIONS; UNIVERSAL MACHINE TOOLS
    • B23P11/00Connecting or disconnecting metal parts or objects by metal-working techniques not otherwise provided for 
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23QDETAILS, COMPONENTS, OR ACCESSORIES FOR MACHINE TOOLS, e.g. ARRANGEMENTS FOR COPYING OR CONTROLLING; MACHINE TOOLS IN GENERAL CHARACTERISED BY THE CONSTRUCTION OF PARTICULAR DETAILS OR COMPONENTS; COMBINATIONS OR ASSOCIATIONS OF METAL-WORKING MACHINES, NOT DIRECTED TO A PARTICULAR RESULT
    • B23Q1/00Members which are comprised in the general build-up of a form of machine, particularly relatively large fixed members
    • B23Q1/70Stationary or movable members for carrying working-spindles for attachment of tools or work
    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05KPRINTED CIRCUITS; CASINGS OR CONSTRUCTIONAL DETAILS OF ELECTRIC APPARATUS; MANUFACTURE OF ASSEMBLAGES OF ELECTRICAL COMPONENTS
    • H05K13/00Apparatus or processes specially adapted for manufacturing or adjusting assemblages of electric components
    • H05K13/04Mounting of components, e.g. of leadless components
    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05KPRINTED CIRCUITS; CASINGS OR CONSTRUCTIONAL DETAILS OF ELECTRIC APPARATUS; MANUFACTURE OF ASSEMBLAGES OF ELECTRICAL COMPONENTS
    • H05K13/00Apparatus or processes specially adapted for manufacturing or adjusting assemblages of electric components
    • H05K13/04Mounting of components, e.g. of leadless components
    • H05K13/0404Pick-and-place heads or apparatus, e.g. with jaws
    • H05K13/0406Drive mechanisms for pick-and-place heads, e.g. details relating to power transmission, motors or vibration damping
    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05KPRINTED CIRCUITS; CASINGS OR CONSTRUCTIONAL DETAILS OF ELECTRIC APPARATUS; MANUFACTURE OF ASSEMBLAGES OF ELECTRICAL COMPONENTS
    • H05K13/00Apparatus or processes specially adapted for manufacturing or adjusting assemblages of electric components
    • H05K13/04Mounting of components, e.g. of leadless components
    • H05K13/0404Pick-and-place heads or apparatus, e.g. with jaws
    • H05K13/0411Pick-and-place heads or apparatus, e.g. with jaws having multiple mounting heads
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/49Method of mechanical manufacture
    • Y10T29/49826Assembling or joining
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/53Means to assemble or disassemble

Description

5
Component-plaatsingsinrichting voorzien van een machineframe en ten minste twee component-opneemeenheden , alsmede werkwijze voor het aandrijven van een dergelij ke component-plaatsingsinrichting
De uitvinding heeft betrekking op een component-plaatsingsinrichting voorzien van een machineframe en ten minste twee component-opneemeenheden die verplaatsbaar zijn ten opzichte van ten minste een door een machineframe ondersteund sub-frame, waarbij elke component-opneemeenheid ten minste 10 verplaatsbaar is in een verplaatsingsrichting.
Een dergelijke component-plaatsingsinrichting is ondermeer uit de Europese octrooiaanvrage EP1937050A1 van aanvraagster bekend.
Bij deze bekende component-plaatsingsinrichting wordt door het machineframe een aantal sub-frames ondersteund. Elk sub-frame is voorzien van een 15 geleiding, waarover een component-opneemeenheid in een zich evenwijdig aan de geleiding uitstrekkende verplaatsingsrichting verplaatsbaar is. Elke component-opneemeenheid is verder ten opzichte van het sub-frame verplaatsbaar in een zich dwars op de verplaatsingsrichting uitstrekkende richting. De geleidingen strekken zich evenwijdig aan elkaar uit. Onder de component-opneemeenheden is een 20 zich dwars op de verplaatsingsrichting uitstrekkende transportinrichting gelegen voor het transporteren van substraten. Elke sub-frame is ten minste voorzien van een motor voor het verplaatsen van de component-opneemeenheid in de verplaatsingsrichting. Met behulp van component-opneemeenheid worden componenten vanaf component-opneemposities opgenomen, waarna de component-25 opneemeenheid tot boven een gewenste positie op het substraat wordt verplaatst om vervolgens de component op de gewenste positie op het substraat te plaatsen.
Het plaatsen van dergelijke componenten dient zo snel en zo nauwkeurig mogelijk plaats te vinden.
Om een dergelijke hoge snelheid snel te bereiken, wordt de component-30 opneemeenheid vanaf de opneempositie met een relatief hoge versnelling verplaatst. Op eenzelfde wijze dient de component-opneemeenheid nabij de gewenste positie op het substraat snel te worden vertraagd oftewel met een relatief hoge negatieve versnelling te worden verplaatst. Ook bij het terug verplaatsen naar de opneempositie treden dergelijke hoge versnellingen op. Door deze versnellingen worden relatief grote 35 reactiekrachten door de component-opneemeenheid op het sub-frame uitgeoefend. Deze reactiekrachten veroorzaken ondermeer trillingen in en vervormingen van het machineframe en andere door het machineframe ondersteunde sub-frame en 2 beïnvloeden aldus de nauwkeurigheid waarmee een andere component-opneemeenheid naar een gewenste positie kan worden verplaatst. Dit effect wordt dynamische overspraak (cross-talk) genoemd, waarmee de invloed van het dynamisch gedrag van de ene component-opneemeenheid op de positioneringsnauwkeurigheid 5 van een andere component-opneemeenheid wordt bedoeld.
Om de invloed van dergelijke reactiekrachten te verminderen, is het mogelijk om de component-opneemeenheid met minder grote versnellingen te verplaatsen. Dit gaat echter ten koste van het aantal componenten dat per tijdseenheid kan worden geplaatst.
10 Een andere mogelijldaeid is het machineframe veel zwaarder en stijver uit te voeren, waardoor de reactiekrachten beter kunnen worden opgevangen. Dit maakt de component-plaatsingsinrichting echter relatief duur om te vervaardigen en in het gebruik.
De uitvinding beoogt een component-plaatsingsinrichting en werkwijze voor 15 het aansturen van een dergelijke component-plaatsingsinrichting te verschaffen, waarbij door de ene component-opneemeenheid uitgeoefende reactiekrachten nagenoeg geen invloed hebben op de positioneringsnauwkeurigheid van een andere component-opneemeenheid.
Dit doel wordt bij de component-plaatsingsinrichting volgens de uitvinding 20 bereikt doordat voor het ten minste gedeeltelijk tegenwerken van de door ten minste een component- opneemeenheid tijdens verplaatsing in de verplaatsingsrichting van de component-opneemeenheid ten opzichte van het sub-frame, op het sub-frame uitgeoefende reactiekracht, de component-plaatsingsinrichting is voorzien van middelen voor het bepalen van de grootte van een op het sub-frame in hoofdzaak in 25 de verplaatsingsrichting uit te oefenen tegenkracht, alsmede van ten minste een aandrijving voor het op het sub-frame in hoofdzaak in de verplaatsingsrichting uitoefenen van de met behulp van de middelen bepaalde tegenkracht.
Door het actief en doelgericht uitoefenen van een tegenkracht in de verplaatsingsrichting, die qua richting tegengesteld is aan de reactiekracht en qua 30 grootte bij voorkeur even groot is als de reactiekracht, wordt de op het sub-frame uitgeoefende reactiekracht ten minste gedeeltelijk en bij voorkeur nagenoeg volledig weerstaan, waardoor het optreden van trillingen en vervormingen van ondermeer het machineframe en de doorgeleiding daarvan naar andere sub-frames ten minste gedeeltelijk en bij voorkeur nagenoeg volledig nabij de oorsprong van de bron, zijnde 35 het sub-frame, worden voorkomen. De dynamische overspraak wordt hierdoor aanzienlijk verminderd of nagenoeg volledig voorkomen. De grootte van de uit te oefenen tegenkracht wordt oftewel door berekeningen oftewel door metingen bepaald.
3
Een uitvoeringsvorm van de component-plaatsingsinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het sub-frame is voorzien van een eerste deel van de aandrijving, terwijl een met het eerste deel van de aandrijving samenwerkend tweede deel van de aandrijving op een van het machineframe vrijstaand hulpframe is 5 gelegen.
Onder een vrij staand hulpframe wordt elke ondersteuning voor een aandrijving verstaan, die in staat is om van het machineframe en de door het machineframe ondersteunde sub-frames afkomstige krachten te onderdrukken of op te heffen, waardoor er minder of geen trillingen ontstaan.
10 Een dergelijk hulpframe kan worden gevormd door een wand van het gebouw waar de component-plaatsingsinrichting zich in bevindt. Een dergelijk hulpframe kan echter ook een bijvoorbeeld metalen constructie zijn dat nabij het machineframe is geplaatst. Hierdoor ondervindt het door het hulpframe ondersteunde tweede deel van de aandrijving geen effect van de door de component-opneemeenheid tijdens 15 verplaatsing van de component-opneemeenheid in de verplaatsingsrichting op het bijbehorende sub-frame uitgeoefende reactiekracht en kan de door het tweede deel op het eerste deel uitgeoefende kracht volledig worden benut voor het tegenwerken van de reactiekracht.
Een andere uitvoeringsvorm van de component-plaatsingsinrichting volgens de 20 uitvinding wordt gekenmerkt doordat het eerste deel ten minste een permanent magneet omvat terwijl het tweede deel ten minste een elektrisch bekrachtigbare spoel omvat of vice versa.
Met behulp van een permanent magneet en een daarmee samenwerkende elektrisch bekrachtigbare spoel kunnen eenvoudig tegenkrachten van verschillende 25 en in de tijd variërende groottes worden opgewekt.
Een weer andere uitvoeringsvorm van de component-plaatsingsinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de component-plaatsingsinrichting is voorzien van een aanstuureenheid voor het afgeven van een aanstuursignaal voor het aansturen van de verplaatsing van de component-opneemeenheid in de 30 verplaatsingsrichting, waarbij de aandrijving is voorzien van middelen voor het bepalen van de grootte van de door de aandrijving uit te oefenen tegenkracht afhankelijk van het aanstuursignaal.
Een dergelijk aanstuursignaal omvat gebruikelijk informatie over het gewenst verplaatsingspatroon in de tijd, bijvoorbeeld de verplaatsing gedurende de tijd die 3 5 nodig is om de component-plaatsingseenheid van een component-opneempositie naar de gewenste positie boven het substraat te verplaatsen. Het verplaatsingspatroon omvat bijvoorbeeld drie fases, een eerste versnellingsfase, een tweede fase met een 4 constante hoge snelheid en een derde remfase met een negatieve versnelling. Gedurende de eerste en derde fases wordt door de aandrijving een kracht opgewekt die afhankelijk is van de optredende versnellingen (vertragingen) en de verplaatsende massa.
5 Een nog andere uitvoeringsvorm van de component-plaatsingsinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de component-plaatsingsinrichting is voorzien van een krachtsensor voor het bepalen van de door de verplaatsende component-opneemeenheid op het sub-frame uitgeoefende reactiekracht, waarbij de aandrijving is voorzien van middelen voor het bepalen van de grootte van de door de 10 aandrijving uit te oefenen tegenkracht afhankelijk van de door de krachtsensor gemeten, op het betreffende sub-frame uitgeoefende reactiekracht.
Op deze wijze wordt de optredende reactiekracht direct gemeten en is hieruit direct de door de aandrijving uit te oefenen tegenkracht bekend.
Het doel van de uitvinding wordt bij de werkwijze volgens de uitvinding 15 bereikt doordat bij de werkwijze voor het aandrijven van een component-plaatsingsinrichting die is voorzien van een machineframe en ten minste twee component-opneemeenheden die verplaatsbaar zijn ten opzichte van ten minste een door een machineframe ondersteund sub-frame, waarbij elke component-opneemeenheid ten minste verplaatsbaar is in een verplaatsingsrichting, 20 ten minste een component-opneemeenheid in de verplaatsingsrichting ten opzichte van het sub-frame wordt verplaatst, waarbij door de component- opneemeenheid op het sub-frame een reactiekracht wordt uitgeoefend, dat met behulp van middelen een op het sub- frame in hoofdzaak in de verplaatsingsrichting uit te oefenen tegenkracht wordt bepaald voor het ten minste gedeeltelijk tegenwerken van reactiekracht , waarna 25 met behulp van ten minste een aandrijving op het sub-frame in hoofdzaak in de verplaatsingsrichting de met behulp van de middelen bepaalde tegenkracht wordt uitgeoefend
Elke keer dat de component-opneemeenheid ten opzichte van het sub-frame wordt verplaatst en hierbij een reactiekracht op het-sub-frame uitoefent, zal door de 30 aandrijving een tegenkracht op het sub-frame worden uitgeoefend.
Een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de grootte van de uit te oefenen tegenkracht ten minste wordt bepaald aan de hand van een aanstuursignaal voor het aansturen van de verplaatsing van de component-opneemeenheid in de verplaatsingsrichting.
35 Uit het aanstuursignaal zijn de optredende versnellingen (vertragingen) te bepalen en in combinatie met de bekende gewicht van de verplaatsende onderdelen kunnen hieruit de krachten die zullen gaan optreden en derhalve de gewenste 5 tegenkrachten worden bepaald.
Een weer andere uitvoeringsvorm van de werkwij ze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat met behulp van een krachtsensor de door de verplaatsende component-opneemeenheid op het sub-frame uitgeoefende reactiekracht wordt 5 gemeten, waarna ten minste afhankelijk van de door de krachtsensor gemeten, op het sub-frame uitgeoefende reactiekracht, de grootte van de uit te oefenen tegenkracht wordt bepaald.
Met behulp van de krachtsensor wordt direct de optredende reactiekracht en derhalve de gewenste tegenkracht bepaald.
10 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin, figuur 1 een schematisch zijaanzicht van een component-plaatsingsinrichting volgens de stand der techniek toont, figuur 2 een schematisch zijaanzicht van een component-plaatsingsinrichting 15 volgens de uitvinding toont, figuren 3A en 3B respectievelijk een bovenaanzicht en een aanzicht in de door pijlen IIIB-IIIB aangegeven richting van een aandrijving van de in figuur 2 weergegeven component-plaatsingsinrichting tonen, figuur 4 een perspectivisch vooraanzicht van een uitvoeringsvorm van een 20 component-plaatsingsinrichting volgens de uitvinding toont, figuur 5 een perspectivisch, gedeeltelijk opengewerkt vooraanzicht van de in figuur 3 weergegeven component-plaatsingsinrichting toont, figuur 6 een perspectivisch, gedeeltelijk opengewerkt achteraanzicht van de in figuur 3 weergegeven component-plaatsingsinrichting toont, 25 figuur 7 een gedeeltelijk opengewerkt zijaanzicht van de in figuur 3 weergegeven component-plaatsingsinrichting toont, figuur 8 een gedeeltelijk opengewerkt zijaanzicht van de in figuur 3 weergegeven component-plaatsingsinrichting toont, waarbij het sub-frame ten opzichte van het machineframe omhoog is gekanteld, 30 figuur 9 een dwarsdoorsnede in de door pijlen VIII-VIII in figuur 6 aangegeven richting van de aandrijving van de component-plaatsingsinrichting volgens de uitvinding toont.
In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde verwij zingscij fer.
35 Figuur 1 toont een schematisch zijaanzicht van een component- plaatsingsinrichting 1 volgens de stand der techniek, die is voorzien van een machineframe 2, een door het machineframe 2 ondersteund sub-frame 3 en ten 6 opzichte van het sub-frame 3 verplaatsbare component-opneemeenheid 4. De component-opneemeenheid 4 is ten minste verplaatsbaar in en tegengesteld aan een door pijl Pi aangegeven uitstrekkende verplaatsingsrichting. Het machineframe 2 omvat een ondersteuningsdeel 5 en aan weerszijden van het ondersteuningsdeel 5 5 gelegen opstaande delen 6. Het ondersteuningsdeel 5 rust met ondersteuningspoten 7 op een ondergrond 8. Tussen de opstaande delen 6 is op het ondersteuningsdeel 5 een transportinrichting (niet weergegeven) gelegen voor het transporteren van substraten 9 in een zich dwars op het vlak van de tekening uitstrekkende richting. De component-opneemeenheid 4 is op gebruikelijke wijze, zoals bijvoorbeeld bekend uit 10 EP1937050A1, verplaatsbaar van een component-opneempositie (niet weergegeven) naar een boven het substraat 9 gelegen gewenste positie voor het opnemen, verplaatsen en vervolgens positioneren van de opgenomen component op het substraat 9. De verplaatsing van de component-opneemeenheid 4 ten opzichte van het sub-frame 3 geschiedt met behulp van een motor die door een aanstuureenheid 15 wordt aangestuurd voor het met de gewenste versnellingen en snelheden verplaatsen van de component-opneemeenheid 4. Tijdens het versnellen van de component-opneemeenheid 4 in de door pijl Pi aangegeven richting, wordt er door de motor een kracht Fi in de door pijl Pi aangegeven richting op de component-opneemeenheid 4 uitgeoefend. Dit resulteert in een reactiekracht F2 van de component-opneemeenheid 20 4 op het sub-frame 3, welke reactiekracht F2 qua grootte gelijk is aan de kracht Ft maar qua richting daar tegengesteld aan is. Deze reactiekracht F2 wordt via het sub-frame 3 uitgeoefend op het opstaande deel 6, dat hierdoor elastisch zal buigen in de door pijl P2 aangegeven richting. De gebogen vorm is met stippellijnen weergegeven. De mate van buiging is voor de duidelijkheid vergroot weergegeven. De vervorming 25 van deel 6, leidt tot verschuiving van het sub-frame 3 in een aan pijl Pi tegengestelde richting. Door de variërende reactiekrachten F2 zullen trillingen ontstaan. Zodra de reactiekracht F2 afneemt, zal het deel 6 terugbuigen. Omdat de reactiekracht F2 afneemt tot nul als de component-opneemeenheid 4 tot stilstand wordt gebracht voor het opnemen of plaatsen van een component, zullen de trillingen uitdempen en 30 beïnvloedt de door reactiekracht F2 veroorzaakte trillingen en verplaatsingen in het machine-frame, de nauwkeurigheid tijdens het plaatsen van de component met de stilstaande de component-opneemeenheid 4 nagenoeg niet.
Indien echter op het machineframe 2 naast het eerste sub-frame 3 een tweede sub-frame 3 is gelegen, welk tweede sub-frame 3 eveneens is voorzien van een ten 35 opzichte van het tweede sub-frame 3 verplaatsbare tweede component-opneemeenheid 4, dan zal tijdens het nauwkeurig willen plaatsen van een component met die tweede component-opneemeenheid 4, hinder worden ondervonden van door 7 de reactiekracht F2 op het eerste sub-frame 3 veroorzaakte vervormingen en trillingen in het machineframe 2 aangezien deze via de met stippellijnen aangegeven lus 10, de onderlinge posities van de in de lus 10 gelegen onderdelen beïnvloeden. Hierdoor is nauwkeurig plaatsen van een component met de component-opneemeenheid 4 van 5 het tweede sub-frame met een nauwkeurigheid van minder dan 15 micron of minder niet mogelijk. Uiteraard geldt ook dat tijdens verplaatsing van de component-opneemeenheid 4 over het tweede sub-frame, de daarbij optredende reactiekrachten een negatief effect hebben op de plaatsingsnauwkeurigheid van de component-opneemeenheid 4 van het eerste sub-frame.
10 Figuur 2 toont een schematisch zijaanzicht van een component- plaatsingsinrichting 21 volgens de uitvinding die zich onderscheidt van de in figuur 1 weergegeven component-plaatsingsinrichting 1 doordat het naast een machineframe 2, een sub-frame 3, component-opneemeenheid 4, een ondersteuningsdeel 5 en delen 6 is voorzien van een hulpframe 22. Het hulpframe 22 omvat onder het 15 ondersteuningsdeel 5 gelegen profielen 23 die steunen op de ondersteuningspoten 7 van het machineframe 2. Het hulpframe 22 omvat verder zich evenwijdig aan de delen 6 uitstrekkende staanders 24 en een zich tussen uiteinden van de staanders 24 gelegen ligger 25. Doordat de verbinding tussen het machineframe 2 en het hulpframe 22 op relatief grote afstand van de lus 10 is gelegen, worden krachten nabij de component-20 opneemeenheid 4 niet waarneembaar doorgegeven naar het hulpframe 22 en vice versa. Het hulpframe 22 is bijvoorbeeld van metaal vervaardigd.
De component-plaatsingsinrichting 21 is verder voorzien van een aandrijving 26 die in de figuren 3A en 3B vergroot zijn weergegeven. De aandrijving 26 omvat een met het uiteinde 27 van het sub-frame 3 verbonden eerste deel dat twee op afstand 25 van elkaar gelegen blokken 28, 29 met permanent magneten 30, 31 omvat. De magneten 30 van de blokken 28, 29 zijn tegenover elkaar gelegen en op eenzelfde wijze gepolariseerd. De magneten 31 van de blokken 28, 29 zijn tegenover elkaar gelegen en op eenzelfde wijze gepolariseerd maar zijn tegengesteld gepolariseerd aan de magneten 30. De polarisatierichtingen strekken zich uit in een evenwijdig aan de 30 transportrichting van het substraat 9 uitstrekkende richting. De aandrijving 26 omvat verder een tweede deel dat is voorzien van een met de ligger 25 verbonden elektrisch be krach tigbare spoel 32 waarvan een linker gedeelte tussen de magneten 30 en een rechter gedeelte tussen de magneten 31 is gelegen.
De verplaatsing van de component-opneemeenheid 4 ten opzichte van het sub-35 frame 3 geschiedt met behulp van een motor die door een aanstuureenheid 33 wordt aangestuurd voor het met de gewenste versnellingen en snelheden verplaatsen van de component-opneemeenheid 4. Tijdens het versnellen van de component- 8 opneemeenheid 4 in de door pijl Pi aangegeven richting, wordt er door de motor een kracht Fi in de door pijl Pi aangegeven richting op de component-opneemeenheid 4 uitgeoefend. Dit resulteert in een reactiekracht F2 van de component-opneemeenheid 4 op het sub-frame 3, welke reactiekracht F2 qua grootte gelijk is aan de kracht Fi 5 maar qua richting daar tegengesteld aan is. Tegelijkertijd wordt door de aanstuureenheid 33 het aanstuursignaal naar een hulpaanstuureenheid 34 gestuurd, waarin op grond van een versnelling-tijd profiel in het aanstuursignaal en de bekende verplaatsende massa, de te verwachten reactiekracht F2 wordt berekend. Op grond van deze te verwachten reactiekracht F2, wordt met behulp van de 10 hulpaanstuureenheid 34 een elektrische stroom naar de spoel 32 geleid die een tegen Dacht in de aandrijving 26 opwekt die qua grootte gelijk is aan de te verwachten reactiekracht F2 maar qua richting dezelfde richting heeft als de lcracht Fi. De Dachten Ft, F2 en de door de aandrijving 26 opgewekte Dacht liggen bij voorkeur in eikaars verlengde gelegen. Hierdoor wordt vermeden dat de door de aandrijving 15 opgewekte Dachten een koppel introduceren. Door de door de aandrijving 26 opgewekte tegenDacht zal de op de sub-frame 3 uitgeoefende reactieDacht F2 worden tegengewerkt en opgeheven. Aangezien er geen resulterende Dacht op het sub-frame 3 wordt uitgeoefend, zullen er geen trillingen en vervormingen in de component-plaatsingsinrichting 21 optreden. Aldus beïnvloedt de verplaatsing van de component-20 opneemeenheid 4 ten opzichte van het sub-frame 3 niet de nauwkeurigheid waarmee met behulp van een daarnaast gelegen component-opneemeenheid 4 een component op een substraat 9 kan worden geplaatst. In figuur 2 zijn met stippellijnen de vervormingen weergegeven die het hulpframe 22 door de daarop uitgeoefende Dachten ondervindt. Doordat het hulpframe 22 vrijstaand is, worden deze Dachten 25 niet door geleidt naar het machineframe 5 en hebben deze vervormingen en daarbij optredende trillingen geen invloed op de plaatsingsnauwkeurigheid van de component-opneemeenheid 4.
De figuren 4-9 tonen diverse aanzichten van een uitvoeringsvorm van een component-plaatsingsinrichting 41 volgens de uitvinding, die is voorzien van een 3 0 machineframe 42, een door het machineframe 42 ondersteunende transportinrichting 43 voor substraten 44 en drie sub-frames 45 die elk twee naast elkaar gelegen geleidingen 46 omvatten. Over elke geleiding 46 is een component-opneemeenheid 47 verplaatsbaar, die ondermeer is voorzien van een mondstuk 147 waarmee een component kan worden opgenomen. De component-plaatsingsinrichting 41 omvat aan 35 een voorzijde een aantal component-toevoerinrichtingen 48 die in verwisselbare houders 49 zijn gelegen. De component-plaatsingsinrichting 41 is verder voorzien van een hulpframe 50 dat twee zich onder het machineframe gelegen profielen 51, twee 9 zich dwars daarop uitstrekkende, aan de achterzijde van de component-plaatsingsinrichting 41 gelegen staanders 52 en een tussen de staanders 52 uitstrekkende ligger 53 omvat. De profielen 51 zijn via poten 54 met het machineframe 55 verbonden. Door de relatief grote afstand tussen de poten 54 en de component-5 opneemeenheid 47, kan een dergelijke opstelling van het hulpframe 50 toch als vrijstaand worden beschouwd. Elk sub-frame 45 is nabij de ligger 53 en in het verlengde van elke geleiding 46, voorzien van permanent magneten 54 die tussen met de ligger 53 verbonden spoelenblokken 55 zijn gelegen. De permanent magneten 54 zijn via een verbindingsprofiel 56 met het sub frame 45 verbonden.
10 De werking van de door de permanent magneten 54 en de spoelenblokken 55 gevormde aandrijving 57 is vergelijkbaar met de aan de hand van de figuren 2, 3A3B beschreven aandrijving 26. Bij elk sub-frame 45 behoren twee aandrijvingen 57, waarbij met behulp van de eerste respectievelijk tweede aandrijving 57 een tegenkracht wordt gegenereerd voor het opheffen van de reactiekracht afkomstig van de eerste 15 respectievelijk tweede component-opneemeenheid 47 over de eerste respectievelijk tweede geleiding 46 verplaatsende component-opneemeenheid 47.
Om toegang tot de onder de sub-frames 45 gelegen ruimte, bijvoorbeeld voor onderhoud, mogelijk te maken, kan een elk sub-frame 45 in een door pijl P3 aangegeven richting worden gezwenkt om een nabij de ligger 53 gelegen zwenkas 58. 20 Deze gezwenkte stand van het sub-frame 45 is in figuur 8 weergegeven, waarbij de permanent magneten 54 tussen de spoelenblokken 55 uit zijn gezwenkt.
Opgemerkt wordt dat bij de in de figuren 4-9 weergegeven component-plaatsingsinrichting 41 zes geleidingen zich parallel aan elkaar uitstrekken, die elk zijn voorzien van een component-opneemeenheden 47. In bedrijf wordt bijvoorbeeld door 25 een eerste van de zes component-opneemeenheden 47 een component op een substraat 9 geplaatst, terwijl de andere vijf component-opneemeenheden 47 met relatief hoge versnellingen worden verplaatst. Door het gebruik van de aandrijvingen 57 die op de sub-frames 45 krachten uitoefenen om de door de verplaatsende component-opneemeenheden 47 op de sub-frames 45 uitgeoefende reactiekrachten 30 tegen te werken, worden trillingen en vervormingen aanzienlij kverminderd of volledig voorkomen, waardoor de component door het eerste component-opneemeenheid 47 nauwkeurig op het substraat kan worden geplaatst, waarbij een nauwkeurigheid van minder dan 10-15 micron realiseerbaar is.
Het is ook mogelijk dat de verplaatsingsrichtingen van de verschillende 35 component-opneemeenheden 47 zich dwars op elkaar uitstrekken of een andere hoek met elkaar insluiten.
Indien de component-opneemeenheid 47 tevens verplaatsbaar is in een zich 10 dwars op de verplaatsingsrichting uitstrekkende verdere verplaatsingsrichting, is het ook mogelijk om de component-plaatsingsinrichting te voorzien van aandrijvingen voor het genereren van tegenkrachten in die verdere verplaatsingsrichting.
Het is ook mogelijk om voor de aandrijving ander combinaties van magneten 5 en spoelen toe te passen zoals Lorentz-actuatoren. Ook hydraulische aandrijvingen zijn mogelijk.

Claims (7)

1. Component-plaatsingsinrichting voorzien van een machineframe en ten minste twee component-opneemeenheden die verplaatsbaar zijn ten opzichte van ten minste 5 een door een machineframe ondersteund sub-frame, waarbij elke component-opneemeenheid ten minste verplaatsbaar is in een verplaatsingsrichting, met het kenmerk, dat voor het ten minste gedeeltelijk tegenwerken van de door ten minste een component- opneemeenheid tijdens verplaatsing in de verplaatsingsrichting van de component-opneemeenheid ten opzichte van het sub-frame, op het sub-frame 10 uitgeoefende reactiekracht, de component-plaatsingsinrichting is voorzien van middelen voor het bepalen van de grootte van een op het sub-frame in hoofdzaak in de verplaatsingsrichting uit te oefenen tegenkracht, alsmede van ten minste een aandrijving voor het op het sub-frame in hoofdzaak in de verplaatsingsrichting uitoefenen van de met behulp van de middelen bepaalde tegenkracht. 15
2. Component-plaatsingsinrichting volgen conclusie 1, met het kenmerk, dat het sub-frame is voorzien van een eerste deel van de aandrijving, terwijl een met het eerste deel van de aandrijving samenwerkend tweede deel van de aandrijving op een van het machineframe vrijstaand hulpframe is gelegen. 20
3. Component-plaatsingsinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het eerste deel ten minste een permanent magneet omvat terwijl het tweede deel ten minste een elektrisch bekrachtigbare spoel omvat of vice versa.
4. Component-plaatsingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de component-plaatsingsinrichting is voorzien van een aanstuureenheid voor het afgeven van een aanstuursignaal voor het aansturen van de verplaatsing van de component-opneemeenheid in de verplaatsingsrichting, waarbij de aandrijving is voorzien van middelen voor het bepalen van de grootte van de door 30 de aandrijving uit te oefenen tegenkracht afhankelijk van het aanstuursignaal. 1 Component-plaatsingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de component-plaatsingsinrichting is voorzien van een krachtsensor voor het bepalen van de door de verplaatsende component-opneemeenheid op het 3 5 sub-frame uitgeoefende reactiekracht , waarbij de aandrijving is voorzien van middelen voor het bepalen van de grootte van de door de aandrijving uit te oefenen tegenkracht afhankelijk van de door de krachtsensor gemeten, op het betreffende sub-frame uitgeoefende reactiekracht.
6. Werkwijze voor het aandrijven van een component-plaatsingsinrichting die is voorzien van een machineframe en ten minste twee component-opneemeenheden die 5 verplaatsbaar zijn ten opzichte van ten minste een door een machineframe ondersteund sub-frame, waarbij elke component-opneemeenheid ten minste verplaatsbaar is in een verplaatsingsrichting, met het kenmerk, dat ten minste een component-opneemeenheid in de verplaatsingsrichting ten opzichte van het sub-frame wordt verplaatst, waarbij door de component- opneemeenheid op het 10 sub-frame een reactiekracht wordt uitgeoefend, dat met behulp van middelen een op het sub- frame in hoofdzaak in de verplaatsingsrichting uit te oefenen tegenkracht wordt bepaald voor het ten minste gedeeltelijk tegenwerken van reactiekracht , waarna met behulp van ten minste een aandrijving op het sub-frame in hoofdzaak in de verplaatsingsrichting de met behulp van de middelen bepaalde tegenkracht wordt 15 uitgeoefend.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de grootte van de uit te oefenen tegenkracht ten minste wordt bepaald aan de hand van een aanstuursignaal voor het aansturen van de verplaatsing van de component-opneemeenheid in de 20 verplaatsingsrichting.
8. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat met behulp van een krachtsensor de door de verplaatsende component-opneemeenheid op het sub-frame uitgeoefende reactiekracht wordt gemeten, waarna ten minste afhankelijk van de door 25 de krachtsensor gemeten, op het sub-frame uitgeoefende reactiekracht, de grootte van de uit te oefenen tegenkracht wordt bepaald.
NL2007777A 2011-11-11 2011-11-11 Component-plaatsingsinrichting voorzien van een machineframe en ten minste twee component-opneemeenheden, alsmede werkwijze voor het aandrijven van een dergelijke component-plaatsingsinrichting. NL2007777C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2007777A NL2007777C2 (nl) 2011-11-11 2011-11-11 Component-plaatsingsinrichting voorzien van een machineframe en ten minste twee component-opneemeenheden, alsmede werkwijze voor het aandrijven van een dergelijke component-plaatsingsinrichting.
DE102012110704A DE102012110704A1 (de) 2011-11-11 2012-11-08 Eine Komponentenplatzierungsvorrichtung, die einen Maschinenrahmen und zumindest zwei Komponentenaufnahmeeinheiten umfasst, sowie ein Verfahren zum Antreiben einer solchen Komponentenplatzierungsvorrichtung
KR1020120126517A KR20130052522A (ko) 2011-11-11 2012-11-09 기계 프레임 및 적어도 2개의 부품 픽업 유닛들을 포함하는 부품 배치 디바이스 및 이러한 부품 배치 디바이스를 구동하기 위한 방법
US13/673,943 US9193015B2 (en) 2011-11-11 2012-11-09 Methods for component placement utilizing a counteracting force drive
TW101141912A TW201332870A (zh) 2011-11-11 2012-11-09 包含機臺與至少兩組元件拾取單元之元件置放裝置及驅動此元件置放裝置之方法
CN2012104460927A CN103108535A (zh) 2011-11-11 2012-11-09 构件放置装置以及驱动该构件放置装置的方法

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2007777 2011-11-11
NL2007777A NL2007777C2 (nl) 2011-11-11 2011-11-11 Component-plaatsingsinrichting voorzien van een machineframe en ten minste twee component-opneemeenheden, alsmede werkwijze voor het aandrijven van een dergelijke component-plaatsingsinrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2007777C2 true NL2007777C2 (nl) 2013-05-14

Family

ID=48145311

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2007777A NL2007777C2 (nl) 2011-11-11 2011-11-11 Component-plaatsingsinrichting voorzien van een machineframe en ten minste twee component-opneemeenheden, alsmede werkwijze voor het aandrijven van een dergelijke component-plaatsingsinrichting.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US9193015B2 (nl)
KR (1) KR20130052522A (nl)
CN (1) CN103108535A (nl)
DE (1) DE102012110704A1 (nl)
NL (1) NL2007777C2 (nl)
TW (1) TW201332870A (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2592363A (en) * 1947-05-23 1952-04-08 Eastman Kodak Co P-phenylenediamine developer containing nu-alkylacetamido ethyl substituent
CN110089209B (zh) * 2016-09-29 2022-03-29 安必昂公司 部件放置装置及其驱动方法
KR20180058250A (ko) * 2016-11-23 2018-06-01 주식회사 탑 엔지니어링 카메라 모듈용 부품의 픽업 유닛 및 이를 포함하는 카메라 모듈 조립 장치
EP3757586B1 (en) * 2019-06-26 2023-07-05 Etel S.A. Method and automated motion system for controlling a component handler

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1999044407A1 (de) * 1998-02-25 1999-09-02 Siemens Aktiengesellschaft Positioniereinrichtung für einen positionierkopf
WO2000040069A1 (en) * 1998-12-29 2000-07-06 Koninklijke Philips Electronics N.V. Component placement machine
US20090217514A1 (en) * 2008-02-29 2009-09-03 Sony Corporation Component mounting apparatus, vibration controlling apparatus, and vibration controlling method
JP2011187468A (ja) * 2010-03-04 2011-09-22 Panasonic Corp 部品実装装置および部品実装装置における振動抑制方法

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH09130084A (ja) * 1995-11-06 1997-05-16 Matsushita Electric Ind Co Ltd 部品実装装置および部品実装設備
JP3196626B2 (ja) * 1995-12-26 2001-08-06 ソニー株式会社 部品実装方法
JP3046014B1 (ja) * 1998-12-18 2000-05-29 三菱電機株式会社 Dsrc車載器
CN1204801C (zh) * 1999-11-05 2005-06-01 松下电器产业株式会社 元器件安装装置及方法
WO2005039268A1 (ja) * 2003-10-15 2005-04-28 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. 部品装着装置
JP4408682B2 (ja) * 2003-10-31 2010-02-03 株式会社日立ハイテクインスツルメンツ 電子部品装着装置
CN101043198A (zh) * 2006-03-22 2007-09-26 Juki株式会社 电子部件搭载装置
NL1033099C2 (nl) 2006-12-20 2008-06-23 Assembleon Bv Componentplaatsingsinrichting alsmede werkwijze voor het transporteren van dragers door een dergelijke componentplaatsingsinrichting.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1999044407A1 (de) * 1998-02-25 1999-09-02 Siemens Aktiengesellschaft Positioniereinrichtung für einen positionierkopf
WO2000040069A1 (en) * 1998-12-29 2000-07-06 Koninklijke Philips Electronics N.V. Component placement machine
US20090217514A1 (en) * 2008-02-29 2009-09-03 Sony Corporation Component mounting apparatus, vibration controlling apparatus, and vibration controlling method
JP2011187468A (ja) * 2010-03-04 2011-09-22 Panasonic Corp 部品実装装置および部品実装装置における振動抑制方法

Also Published As

Publication number Publication date
US9193015B2 (en) 2015-11-24
KR20130052522A (ko) 2013-05-22
DE102012110704A1 (de) 2013-05-16
US20130117989A1 (en) 2013-05-16
CN103108535A (zh) 2013-05-15
TW201332870A (zh) 2013-08-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2007777C2 (nl) Component-plaatsingsinrichting voorzien van een machineframe en ten minste twee component-opneemeenheden, alsmede werkwijze voor het aandrijven van een dergelijke component-plaatsingsinrichting.
KR101699373B1 (ko) 스태커 크레인
US9919879B2 (en) Sorting device
JP4442694B2 (ja) 部品実装装置、振動制御装置及び振動制御方法
JP6779767B2 (ja) 成形品取出機
CN104755398A (zh) 具有可控输送元件的运送装置
JP5622191B2 (ja) 鉄筋の供給ユニットと、それを使用する鉄筋の供給装置
US20160176552A1 (en) Film wrapping module for containers as a component of a packaging machine, and method therefor
TWI327627B (en) Apparatus for preventing displacement of retainer
JP2012082045A (ja) 搬送装置
JP5739637B2 (ja) 整列方法および搬送装置
CN110089209B (zh) 部件放置装置及其驱动方法
JP2010241579A (ja) 移動棚設備
JP6248176B1 (ja) 移載装置
EP3736554B1 (en) Non-impact methods and devices for testing the rigidity and / or the stability of one or more loads
JP4326474B2 (ja) 位置決め装置の少なくとも2つの要素を動かす方法、及び、かかる位置決め装置
US8875590B2 (en) Crash simulation and crash simulation method
JP2009535003A (ja) リニア電気モータのスタンドを装着するための装置
JP5793943B2 (ja) 物品分別搬送装置
CN107792753B (zh) 电梯的主动减振装置
JP7377516B2 (ja) 搬送装置
NL1027851C2 (nl) Werkwijze voor het regelen van een dynamisch systeem alsmede een dergelijke inrichting.
JP2018103364A5 (nl)
JP2022157863A (ja) 同期駆動ステージ装置
JP2008285270A (ja) 物品搬送装置

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150601