NL2007489C2 - Bestratingselement en werkwijze. - Google Patents
Bestratingselement en werkwijze. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2007489C2 NL2007489C2 NL2007489A NL2007489A NL2007489C2 NL 2007489 C2 NL2007489 C2 NL 2007489C2 NL 2007489 A NL2007489 A NL 2007489A NL 2007489 A NL2007489 A NL 2007489A NL 2007489 C2 NL2007489 C2 NL 2007489C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- cement
- concrete
- cover layer
- element according
- olivine
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B28—WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
- B28B—SHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
- B28B1/00—Producing shaped prefabricated articles from the material
- B28B1/14—Producing shaped prefabricated articles from the material by simple casting, the material being neither forcibly fed nor positively compacted
- B28B1/16—Producing shaped prefabricated articles from the material by simple casting, the material being neither forcibly fed nor positively compacted for producing layered articles
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B28—WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
- B28B—SHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
- B28B13/00—Feeding the unshaped material to moulds or apparatus for producing shaped articles; Discharging shaped articles from such moulds or apparatus
- B28B13/02—Feeding the unshaped material to moulds or apparatus for producing shaped articles
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B28—WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
- B28B—SHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
- B28B13/00—Feeding the unshaped material to moulds or apparatus for producing shaped articles; Discharging shaped articles from such moulds or apparatus
- B28B13/02—Feeding the unshaped material to moulds or apparatus for producing shaped articles
- B28B13/0215—Feeding the moulding material in measured quantities from a container or silo
- B28B13/022—Feeding several successive layers, optionally of different materials
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Manufacturing & Machinery (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Ceramic Engineering (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Road Paving Structures (AREA)
- Curing Cements, Concrete, And Artificial Stone (AREA)
Description
Bestratingselement en werkwijze
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een bestratingselement omvattende een althans in hoofdzaak blokvormig lichaam van een beton houdende samenstelling met 5 een althans qua kleur, structuur en/of materiaal daarvan afwijkende deklaag. De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een bestratingselement.
Dergelijke bestratingselementen vinden op grote schaal toepassing als verharding van 10 wegen, trottoirs, pleinen, terrassen en dergelijke meer. De daarbij toegepaste betonstenen of tegels omvatten een cementgebonden lichaam waaraan toeslagstoffen zoals grind en zand zijn toegevoegd om daaraan sterkte en duurzaamheid te geven evenals een pigment die dient als kleurstof in de uiteindelijk te vormen steen. Overigens dient het begrip blokvorm binnen het kader van de onderhavige uitvinding ruim te 15 worden opgevat zodanig dat daaronder niet slechts rechthoekige balklichamen zijn te verstaan maar ook andere geometrische vormen en fantasievormen.
Een bezwaar van conventionele betonstenen en tegels is dat deze verre van C02-neutraal zijn. De productie van het daarbij veel toegepaste portlandcement vereist een grote 20 hoeveelheid warmte die door verbranding van fossiele brandstoffen, zoals olie, gas, steenkool en bruinkool, wordt opgewekt. Bovendien zijn de gewoonlijk in betonstenen gebruikte synthetische pigmenten van chemische aard en ook mede daardoor een belasting voor het milieu.
25 Met de onderhavige uitvinding wordt onder meer beoogd te voorzien in een bestratingselement dat althans in aanmerkelijk grotere mate milieuvriendelijk is.
Om het beoogde doel te bereiken heeft een bestratingselement van de in de aanhef beschreven soort volgens de uitvinding als kenmerk dat een in de deklaag toegepaste 30 toeslagstof vrij is van synthetische toevoegingen en dat de deklaag één of meer pigmenten en/of natuursteengranulaat van een volstrekt natuurlijke oorsprong omvat. Door aldus louter in de deklaag een pigment en/of natuursteengranulaat toe te passen kan het verbruik daarvan tot een minimum worden beperkt terwijl, eenmaal toegepast in 2007489 -2- een bestrating, een gewenste esthetische uitstraling niettemin ten volle wordt bereikt. Bovendien wordt volgens de uitvinding in de deklaag althans nagenoeg uitsluitend een zuiver natuurlijk pigment toegepast, dat wil zeggen een pigment dat rechtstreeks uit het milieu werd gewonnen en dus daarvoor in het geheel geen (extra) belasting vormt als 5 het daarin wordt teruggebracht.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van het bestratingselement heeft volgens de uitvinding als kenmerk dat de deklaag cement omvat waaraan ten minste één natuurlijk pigment is toegevoegd. Aldus omvat het bestratingselement een cement gebonden deklaag waarin 10 het pigment werd verwerkt. Eventueel kunnen daaraan ook andere toeslagstoffen zoals steenslag (split) en zand zijn toegevoegd. Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het bestratingselement volgens de uitvinding heeft in dat verband als kenmerk dat de deklaag cementgebonden natuursteengranulaat omvat. Het aldus in de deklaag toegepaste natuursteenmateriaal geeft daaraan een bijzonder fraaie esthetische 15 uitstraling, terwijl ook in dit geval de toepassing van althans voornamelijk louter natuurlijke grondstoffen een milieubelasting tot een minimum beperken.
Niet alleen de herkomst maar ook de winning van het pigment is met voordeel zoveel mogelijk C02 neutraal. Met het oog daarop heeft een verdere bijzonder uitvoeringsvorm 20 van het bestratingselement volgens de uitvinding als kenmerk dat het pigment natuurlijk ijzeroxide omvat, in het bijzonder dagbouw gewonnen ijzeroxide afkomstig uit Zaragoza. Dagbouw vereist in vergelijking met mijnbouw aanmerkelijk minder inspanning en dus verbruik van fossiele brandstoffen.
25 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft het bestratingselement volgens de uitvinding als kenmerk dat de toplaag granulair olivijn omvat. Olivijn heeft in de vorm van fijne granules het vermogen om kooldioxide in een vochtige atmosfeer om te zetten in magnesium(bi)carbonaat. Tevens heeft natuurlijk olivijn de eigenschap dat het zware metalen aan zich bindt zonder uit te logen. Aldus levert de in het bestratingselement 30 volgens de uitvinding toegepaste deklaag zelfs een positieve bijdrage aan het milieu.
-3-
Door daarmee volledige wegdekken te beleggen kan aldus een aanzienlijk actief, milieu vriendelijk oppervlak worden gecreëerd.
Niet alleen de herkomst maar ook de winning van het olivijn is met voordeel zoveel 5 mogelijk C02 neutraal. Met het oog daarop heeft een verdere bijzonder uitvoeringsvorm van het bestratingselement volgens de uitvinding als kenmerk dat de toplaag althans nagenoeg volledig uit gebonden granulair olivijn is samengesteld, in het bijzonder dagbouw gewonnen olivijn afkomstig uit Noorwegen. Dagbouw vereist in vergelijking met mijnbouw aanmerkelijk minder inspanning en dus verbruik van fossiele 10 brandstoffen.
Bijzonder gunstige resultaten zijn geboekt met een bijzondere uitvoeringsvorm van het bestratingselement volgens de uitvinding, gekenmerkt doordat het granulair olivijn overwegend granulaat omvat met een deeltjesgrootte groter dan 0 millimeter en kleiner 15 of gelijk aan 3 millimeter. Deze deeltjes grootte is enerzijds voldoende klein om een relatief groot reactief oppervlak te beiden waaraan C02 kan reageren, en anderzijds voldoende groot om niet binnen een aan het bestratingselement gewoonlijk gestelde levensduur volledig te vergruizen en dus te verdwijnen.
20 Berekeningen tonen aan dat een aldus met olivijn verrijkt bestratingselement volgens de uitvinding in staat is om per vierkante meter al naar gelang het olivijn gehalte daarvan een hoeveelheid C02 om te zetten. De toplaag bevat gebruikleijk tussen 11 en 14 kg olivijn en, uitgaande van een reactiviteit van circa 1,25 kilogram C02 per kilogram olivijn, kan derhalve 13,75 tot 17,5 kg C02 omzetten. Eveneens kan worden berekend 25 dat de productie van een vierkante meter conventionele bestratingselementen uit beton een C02 belasting van de orde van 20 kg/m2 vergt. Deze belasting wordt aldus dankzij de uitvinding in belangrijke mate gecompenseerd.
De C02 belasting die van beton uitgaat houdt voor een belangrijk deel verband met de 30 productie van het veelal daarin toegepaste portlandcement. Om te worden verklinkerd dient dit materiaal te orden verhit tot een temperatuur van de orde van 1500 graden -4-
Celsius, wat gewoonlijk wordt bereikt door de verbranding van fossiele brandstoffen. Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het bestratingselement volgens de uitvinding heeft dan ook als kenmerk dat de beton houdende samenstelling overwegend hoogovencement als bindmiddel omvat. Hoogovencement wordt vervaardigd van 5 hoogovenslakken, die een bij-product in de staalindustriezijn en als zodanig geen additionele milieu belasting vergen. De C02 belasting bedraagt dan ook niet meer dan circa 10 kg/m2 voor wat betreft het betonaandeel in de bestratingselementen (door het gebruik van hoogovencement, het gebruik van betongranulaat en zand afkomstig van een locatie binnen 10 kilometer van de productielocatie en het C02 reducerende 10 produktieproces), hetgeen meer dan gecompenseerd kan worden door de C02 reductie met een met olivijn verrijkte deklaag volgens de uitvinding.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft het bestratingselement volgens de uitvinding als kenmerk dat de beton houdende samenstelling granules van hergebruikt 15 beton omvat. Door aldus uit te gaan van hergebruikt beton als toeslagmateriaal voor de productie van nieuwe bestratingselementen kan het cementaandeel worden gereduceerd en daarmee een verdergaande C02-reductie worden bereikt.
Het bestratingselement volgens de uitvinding is realiseerbaar met diverse deklagen en 20 uiteenlopende nabehandelingen, in het bijzonder met een dichte deklaag, een uitgewassen deklaag, een gestraalde deklaag, een gecurlde deklaag, een gepolijste deklaag, een gehamerde deklaag of een combinatie daarvan. Aldus kan gelijk welke uitstraling daarmee worden verwezenlijkt.
25 De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een bestratingselement waarbij uit cement, water en ten minste één toeslagstof beton wordt samengesteld, een mal ten dele met het beton wordt afgevuld, uit cement, water en één of meer toeslagstoffen, waaronder ten minste één puur natuurlijk pigment en/of natuursteenslag, een afdekmortel wordt samengesteld, de mal wordt aangevuld met een 30 deklaag van de afdekmortel en het aldus gevormde lichaam wordt uitgehard. Mogelijke toeslagstoffen zijn bij voorbeeld zand, grind, betongranulaat en kalksteenmeel. Bij -5- voorkeur wordt daarbij voor het cement hoogovencement, als toeslagstof her te gebruiken betonkorrels en lokaal gewonnen zand en gerecycled water gebruikt. Daarmee is het beton grotendeels samengesteld uit gerecyclede stoffen of restmaterialen en wordt het milieu daarvoor minimaal belast.
5
In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft de werkwijze volgens de uitvinding als kenmerk dat de ten minste ene toeslagstof voor het beton wordt voorverwarmd vooraleer deze met het cement en het water te mengen, en meer in het bijzonder heeft een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze als kenmerk dat de toeslagstof met stoom wordt 10 voorverwarmd. Het blijkt dat met een dergelijke maatregel de werkwijze tot relatief lage omgevingstemperaturen kan worden uitgevoerd, terwijl voor het beton hoogovencement als bindmiddelen wordt gebmikt in plaats van of naast het veel voor het milieu aanmerkelijk meer belastende portlandcement. De voorverwarming van met name de toeslagmaterialen, zoals zand en grind, zorgt daarbij voor voldoende warmte in het 15 betonmengsel zodat de temperatuur daarvan boven de activeringstemperatuur van hoogovencement ligt. Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze heeft dan ook als voorkeur dat voor het cement althans overwegend hoogovencement wordt toegepast. Hoogovencement is een bijproduct van de staalindustrie zodat daarvoor geen afzonderlijk verhittingsproces is vereist wat anders tot een additionele C02-belasting 20 van het milieu zou leiden. Hoogovencement met een hoog percentage hoogovenslakken(zoals bijvoorbeeld CEM III A+B ) is met name bijzonder geschikt.
Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de werkwijze heeft volgens de uitvinding als kenmerk dat voor de deklaag olivijngranulaat als toeslagstof wordt toegepast en 25 wordt onderworpen aan een oppervlaktebewassing alvorens het lichaam volledig uit te harden. Olivijn heeft als nuttige eigenschap dat het koolstofdioxide omzet in magnesiumbicarbonaat, wat op zijn beurt als meststof en grondverbetering dient.
Dankzij de oppervlaktebewassing ligt in het uiteindelijke eindproduct voldoende olivijn vrij aan de lucht om deze eigenschap ten volle te kunnen benutten. Het olivijn hoeft 30 echter niet te worden uitgewassen, het is ook toepasbaar bij een gesloten deklaag.
-6-
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft de werkwijze volgens de uitvinding als kenmerk dat het lichaam aan de lucht wordt uitgehard in een met waterdamp verzadigde atmosfeer bij een verhoogde temperatuur van boven 30 graden Celsius, in het bijzonder bij een temperatuur van rond 40 graden Celsius. In de praktijk is gebleken dat een 5 dergelijke droging van de stenen tot een aanzienlijke reductie van de totale droogtijd en een bijzonder duurzame steenkwaliteit leidt.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden en een bijbehorende tekening. In de tekening toont: 10 figuur 1 een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een bestratingselement volgens de uitvinding met een cement gebonden deklaag waarin een natuurlijk pigment werd verwerkt; figuur 2 een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een bestratingselement volgens de uitvinding met deklaag die vrijwel volledig uit natuurlijk olivijngruis is 15 samengesteld; en figuur 3 een schematische weergave van een productieomgeving voor het uitvoeren van een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding.
De figuren zijn overigens zuiver schematische en niet op schaal weergegeven. Met name 20 kunnen terwille van de duidelijkheid sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren zoveel mogelijk met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.
In figuur 1 is een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een bestratingselement volgens de 25 uitvinding weergegeven. Het bestratingselement 1 heeft in deze uitvoeringsvorm een blokvormig lichaam 11 van een hoog percentage gerecycled beton. Op het blokvormig lichaam 11 bevindt zich deklaag 12, welke cementgebonden split, bij voorbeeld een natuursteengranulaat of een mengsel daarvan, omvat waarin een zuiver natuurlijk pigment is verwerkt. In dit uitvoeringsvoorbeeld is het pigment in dagbouw gewonnen 30 natuurlijk ijzeroxide uit Zaragoza. Dit pigment is zuiver natuurlijk en vrij van chemicaliën. Doordat het pigment gemicroniseerd in de deklaag 12 is verwerkt, heeft -7- deze een constante kleur. Het onder de deklaag 12 gelegen deel van het blokvormig lichaam 11 is nagenoeg vrij van pigment. Het bestratingselement 1 heeft een lichtechtheid van 8 (op een schaal van 1 -8) en een weersechtheid van 5 (op een schaal van 1-5).
5
In figuur 2 is een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een bestratingselement volgens de uitvinding weergegeven. Het bestratingselement 2 heeft in deze uitvoeringsvorm een H-vormig bloklichaam 21 van een hoog percentage gerecycled beton. Op het blokvormig lichaam 21 bevindt zich een deklaag 22, die in dit geval althans nagenoeg volledig is 10 samengesteld uit in dagbouw gewonnen gebonden granulair puur olivijn afkomstig uit
Noorwegen. Naast dat de deklaag 22 een C02-reducerend effect heeft en zware metealen bindt, is de deklaag 22 bovendien kleurvast, slijtvast, duurzaam en esthetisch bijzonde fraai.
15 Het olivijn is in de deklaag 22 in de vorm van granulaat met een doorsnee korrelmaat van groter dan 0 en kleiner of gelijk aan 3 millimeter. De voor de laag 22 gebruikte toeslagstof bestaat voor 75-100% uit dit materiaal dat in staat is tot 25% meer dan zijn eigen massa aan kooldioxide af te breken. Een bestrating gelegd uit de getoonde bestratingselementen kan daardoor binnen zijn geprojecteerde levensduur per vierkante 20 meter typisch van de orde van 13,75 tot 17,5 kilogram kooldioxide reduceren. Door bij de productie daarvan gebruik te maken van hergebruikt beton, hoogovencement met een hoog percentage hoogovenslak en zand afkomstig van een afstand binnen 10 kilometer van de productielocatie, kan de kooldioxidebelasting die aan het productieproces is verbonden zelfs onder deze waarden worden gehouden, waarmee het bestratingselement 25 volgens de uitvinding een actieve bijdrage kan leveren aan een mondiale C02-reductie. Een dergelijk fabricage-proces zal navolgend op hoofdlijnen aan de hand van figuur 3 worden beschreven.
De in figuur 3 getoonde installatie omvat een aantal opslagsilo’s met daarin cement 30 (11), zand (12), gebroken beton (13) en grind (14) als belangrijkste bestanddelen voor een betonproductie. Het cement omvat daarbij een hoog gehalte tot 100% aan -8- hoogovenslakken dat als bijproduct van de zware metaalindustrie op grote schaal verkrijgbaar is. Belangrijker nog, behoeft dit materiaal, anders dan het portlandcement, geen zogenaamde verklinkering zodat de daarvoor anders noodzakelijk afzonderlijke verhitting en verbranding van fossiele brandstoffen wordt vermeden. Het gebruik van 5 gebroken beton als toeslagmateriaal in plaats van zuiver grind laat daarbij bovendien een lager cementaandeel toe.
Ter bevordering van de latere betonactivering bevinden zich onderin de silo’s (12,13,14) van de toeslagmaterialen stoomlansen (15) waarmee het materiaal tot een verhoogde 10 temperatuur wordt verwarmd vooraleer het aan de silo wordt onttrokken. Hierdoor kan de productie ook plaatsvinden bij gematigde omgevingstemperaturen, zoals in noordelijke gebieden ‘s winters buiten.
Een mengsel van 60% zand, 20% gebroken beton, 5% grind, 13% hoogovencement en 15 2% kalksteenmeel wordt in een eerste menger (21) met water gemengd. Als water wordt daarbij opgepompt grondwater toegepast naast zoveel mogelijk uit voorgaande productiegangen teruggewonnen en gefiltreerd proceswater. Het toegepaste zand wordt zo mogelijk bij voorkeur in de onmiddellijke nabijheid, bijvoorbeeld binnen 10 kilometer, van de installatie gewonnen, zodat ook transportkosten en de daaraan 20 verbonden C02-uitstoot tot een minimum worden beperkt. Aldus ontstaat een betonmengsel met een minimale milieubelasting dat naar een eerste doseereenheid (31) wordt verpompt.
Conform de uitvinding worden bestratingselementen met een van de basis afwijkende 25 toplaag uitgevoerd. Hiertoe omvat de installatie een stel verdere opslagsilo’s (41,42), respectievelijk voor natuurlijk olivijn en natuurlijk pigment. Het olivijn omvat daarbij in Noorwegen in dagbouw gewonnen puur olivijn met een korrelgrootte van groter dan 0 millimeter en kleiner dan of gelijk aan 3 millimeter. Het pigment is eveneens zuiver natuurlijk en heeft een oorsprong in Zaragoza. Het omvat hoofdzakelijk ijzeroxide en 30 wordt in dagbouw gewonnen. Het pigment is in rood of zwart leverbaar. Desgewenst -9- kan een aantal pigmentsilo’s (42) worden toegepast, ieder voor een afzonderlijke kleur, van waaruit kan worden gedoseerd en gemengd om verschillende tinten te verkrijgen.
Een mengsel van pigment en/of olivijn wordt tezamen met een aandeel cement aan een 5 tweede menger (22) toegevoerd en daarin met een afgestemde hoeveelheid water tot een afdekmortel gebonden. In dit voorbeeld omvat de afdekmortel puur cement gebonden olivijn zonder verdere toevoeging van pigment. Deze mortel wordt verpompt naar een tweede doseereenheid (32).
10 Onder de eerste- en tweede doseereenheid (31,32), gewoonlijk aangeduid als vulwagens, worden kunststof planken (50) op een eindloze transportband (60) aangevoerd. In eerste instantie wordt een mal voor typisch 90% afgevuld met betonmortel uit de eerste doseereenheid (31) en vervolgens aangetrild om het beton daarin te verdichten. De daarbij toegepaste trilinrichting is in de figuur niet nader weergegeven.
15
Niet getoond in deze figuur is dat tussen de vulwagens (31,32) een op en neer gaande bovenmal (stempel) en een ondermal (vorm) aanwezig is. Deze wordt op de kunststofplanken geplaatst en slaat steeds opnieuw een kunststofplank met daarop de stenen. De mal blijft dus in de machine en komt pas naar beneden als deze gevuld gaat 20 worden.
Vervolgens wordt de mal onder de tweede doseerinrichting (32) gebracht, dan wel omgekeerd de tweede doseereenheid boven de mal gebracht, om van daaruit de mal verder aan te vullen met een afdeklaag van cement gebonden puur olivijngranulaat. het 25 geheel wordt vervolgens nogmaals aangetrild om ook de deklaag te verdichten en deze een goede hechting met het ondergelegen beton te geven.
Het betonlichaam is nu handvast maar nog niet uitgehard. In deze toestand wordt het geheel onder een sproei-inrichting (70) gebracht waarmee water onder verhoogde druk 30 op de afdeklaag wordt gesproeid om overtollig cement uit de toplaag te verwijderen. In de aldus gewassen afdeklaag ligt het daarin toegepaste olivijn aldus bloot aan de lucht -loom daarmee optimaal in contact te kunnen treden. Bovendien komt de fraaie natuurlijke uitstraling van puur olivijn zo ten volle tot zijn recht.
Nadat de omgevende delen van de mal zijn weggenomen, worden de aldus gevormde 5 stenen gedroogd in een droogkamer. De stenen zijn reeds handvast en behouden hun vorm. De droging wordt uitgevoerd in een geklimatiseerde omgeving bij een verhoogde temperatuur van 30-40 graden Celsius. In dit voorbeeld wordt een temperatuur van rond 40 graden aangehouden. Na een verhardingstijd van niet meer dan 8-10 uur zijn de stenen gereed. Droging in een normale droogkamer zou een aanzienlijk langere 10 droogtijd van meer dan 24 uur vergen, waarmee de werkwijze ook in dit opzicht een belangrijke verbetering biedt.
Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van louter een enkel voorbeeld nader werd toegelicht moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt.
15 Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en andere verschijningsvormen mogelijk.
Zo zal een vakman inzien dat het blokvormige lichaam in allerlei dimensies en vormen kan worden uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld kleine of grote polygonale of ronde 20 uitvoeringen en tal van fantasievormen. Verder kunnen er andere natuurlijke pigmenten worden toegepast zodat bij voorbeeld rode, zwarte, gele en anders gekleurde deklagen worden verkregen. Op andere plaatsen gewonnen natuurlijke pigmenten of olivijnen kunnen ook bijzonder geschikt zijn en eventueel variaties in uiterlijk of eigenschappen bieden. Ook zal een vakman inzien dat ook een niet afgesproeide dichte toplaag goed 25 werkzaam zal zijn.
2 0 0 7 4 8 9
Claims (15)
1. Bestratingselement omvattende een althans in hoofdzaak blokvormig lichaam van een beton houdende samenstelling met een althans qua kleur, structuur en/of 5 materiaal daarvan afwijkende deklaag met het kenmerk dat een in de deklaag toegepaste toeslagstof vrij is van synthetische toevoegingen en dat de deklaag één of meer pigmenten en/of natuursteengranulaat van een volstrekt natuurlijke oorsprong omvat.
2. Bestratingselement volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de deklaag cement 10 omvat waaraan ten minste één natuurlijk pigment is toegevoegd.
3. Bestratingselement volgens conclusie 2 met het kenmerk dat de deklaag cementgebonden natuursteengranulaat omvat.
4. Bestratingselement volgens conclusie 2 of 3 met het kenmerk dat het pigment natuurlijk ijzeroxide omvat, in het bijzonder dagbouw gewonnen ijzeroxide afkomstig uit Zaragoza.
5. Bestratingselement volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de toplaag granulair 20 olivijn omvat.
6. Bestratingselement volgens conclusie 5 met het kenmerk dat de toplaag althans nagenoeg volledig uit gebonden granulair olivijn is samengesteld, in het bijzonder dagbouw gewonnen olivijn afkomstig uit Noorwegen. 25
7. Bestratingselement volgens conclusie 5 of 6 met het kenmerk dat het granulair olivijn overwegend granulaat omvat met een deeltjesgrootte groter dan 0 millimeter en kleiner of gelijk aan 3 millimeter. 200 7 4 89 -12-
8. Bestratingselement volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de beton houdende samenstelling overwegend hoogovencement als bindmiddel omvat.
9. Bestratingselement volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de beton houdende samenstelling granules van hergebruikt beton omvat.
10. Werkwijze voor het vervaardigen van een bestratingselement waarbij uit cement, water en ten minste één toeslagstof beton wordt samengesteld, een mal ten dele met het 10 beton wordt afgevuld, uit cement, water, cement en één of meer toeslagstoffen, waaronder ten minste één zuiver natuurlijk pigment en/of natuursteenslag, een afdekmortel wordt samengesteld, de mal wordt aangevuld met een deklaag van de afdekmortel en het aldus gevormde lichaam wordt uitgehard.
11. Werkwijze volgens conclusie 10 met het kenmerk dat de ten minste ene toeslagstof voor het beton wordt voorverwarmd vooraleer deze met het cement en het water te mengen.
12. Werkwijze volgens conclusie 11 met het kenmerk dat de toeslagstof met stoom 20 wordt voorverwarmd.
13. Werkwijze volgens conclusie 10 of 11 met het kenmerk dat voor het cement althans overwegend hoogovencement wordt toegepast.
14. Werkwijze volgens conclusie 11,12 of 13 met het kenmerk dat voor de deklaag olivijngranulaat als toeslagstof wordt toegepast en wordt onderworpen aan een oppervlaktebehandeling alvorens het lichaam volledig uit te harden.
15. Werkwijze volgens één der conclusies 11 tot en met 14 met het kenmerk dat het 30 lichaam aan de lucht wordt uitgehard in een met waterdamp verzadigde atmosfeer bij -13- een verhoogde temperatuur van boven 30 graden Celsius, in het bijzonder bij een temperatuur van rond 40 graden Celsius. 200 74 89'
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2007489A NL2007489C2 (nl) | 2011-09-28 | 2011-09-28 | Bestratingselement en werkwijze. |
NL2009483A NL2009483C2 (nl) | 2011-09-28 | 2012-09-18 | Bestratingselement en werkwijze. |
EP12186278A EP2574438A1 (en) | 2011-09-28 | 2012-09-27 | Paving element and method for its manufacturing |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2007489A NL2007489C2 (nl) | 2011-09-28 | 2011-09-28 | Bestratingselement en werkwijze. |
NL2007489 | 2011-09-28 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2007489C2 true NL2007489C2 (nl) | 2013-04-02 |
Family
ID=46881015
Family Applications (2)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2007489A NL2007489C2 (nl) | 2011-09-28 | 2011-09-28 | Bestratingselement en werkwijze. |
NL2009483A NL2009483C2 (nl) | 2011-09-28 | 2012-09-18 | Bestratingselement en werkwijze. |
Family Applications After (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2009483A NL2009483C2 (nl) | 2011-09-28 | 2012-09-18 | Bestratingselement en werkwijze. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP2574438A1 (nl) |
NL (2) | NL2007489C2 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE102019111432A1 (de) * | 2019-05-03 | 2020-11-05 | Schindler GmbH | Verfahren zum Dosieren eines flüssigen oder pastösen Baugrundstoffes |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPH0584714A (ja) * | 1991-09-26 | 1993-04-06 | C C A Kk | 模様入り人造石成形体の製造方法 |
DE19860664A1 (de) * | 1997-12-22 | 1999-06-24 | Emigres Sl | Verfahren zur Herstellung polierter keramischer Bodenbeläge und Verkleidungen |
US6079900A (en) * | 1998-06-16 | 2000-06-27 | Kabushiki Kaisha Discovery | Pavement composite material with elastic surface layer and production method thereof |
DE10311124A1 (de) * | 2003-03-12 | 2004-09-23 | Kurt Von Berg | Betonplatte mit einer verschiedenfarbigen Sichtseite und Verfahren zu ihrer Herstellung |
Family Cites Families (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS60216150A (ja) * | 1984-04-11 | 1985-10-29 | Makoto Miyagi | 蓄熱材ブロツクの温床蓄熱暖房システム |
-
2011
- 2011-09-28 NL NL2007489A patent/NL2007489C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2012
- 2012-09-18 NL NL2009483A patent/NL2009483C2/nl not_active IP Right Cessation
- 2012-09-27 EP EP12186278A patent/EP2574438A1/en not_active Withdrawn
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPH0584714A (ja) * | 1991-09-26 | 1993-04-06 | C C A Kk | 模様入り人造石成形体の製造方法 |
DE19860664A1 (de) * | 1997-12-22 | 1999-06-24 | Emigres Sl | Verfahren zur Herstellung polierter keramischer Bodenbeläge und Verkleidungen |
US6079900A (en) * | 1998-06-16 | 2000-06-27 | Kabushiki Kaisha Discovery | Pavement composite material with elastic surface layer and production method thereof |
DE10311124A1 (de) * | 2003-03-12 | 2004-09-23 | Kurt Von Berg | Betonplatte mit einer verschiedenfarbigen Sichtseite und Verfahren zu ihrer Herstellung |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL2009483C2 (nl) | 2013-01-03 |
NL2009483A (nl) | 2012-10-29 |
EP2574438A1 (en) | 2013-04-03 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US11780784B2 (en) | Concrete mixing and concrete products | |
JP5765125B2 (ja) | 簡易舗装材料及び簡易舗装方法 | |
KR20110073435A (ko) | 고무화 아스팔트 펠릿 | |
KR20180014320A (ko) | 1액형 바이오바인더를 이용한 투수포장재 시공방법 및 이에 의해 만들어진 투수포장 | |
KR100689183B1 (ko) | 투수 콘크리트 블록의 제조방법, 및 이에 의하여 제조된투수 콘크리트 블록 | |
NL2007489C2 (nl) | Bestratingselement en werkwijze. | |
KR101273006B1 (ko) | 황토색 흙 콘크리트 조성물 및 이를 이용한 도로포장 방법 | |
JP4850777B2 (ja) | 製鋼スラグ固化体の製造方法、及び製鋼スラグ固化体 | |
KR101655881B1 (ko) | 청정 표면을 가지는 콘크리트제품 제조방법 | |
JP2002146709A (ja) | 再生骨材を利用した透水性路盤材 | |
KR101403672B1 (ko) | 친환경 흙포장 조성물 및 이를 사용한 시공 방법 | |
Castro-Gomes et al. | Recycled materials for technical-artistic applications obtained with tungsten mine coarse wastes | |
Gillmore | Report on Beton Agglomere | |
KR100446091B1 (ko) | 동슬래그를 함유한 소성벽돌 | |
KR100789877B1 (ko) | 순환자원형 무기계바인더를 이용한 마사토 경도로 포장재의제조 방법 및 이를 이용한 포장체 제조 방법 | |
KR100581227B1 (ko) | 토양 경화용 화학 조성물 | |
JPS62171972A (ja) | 透水性床材 | |
CN104761216A (zh) | 一种用建筑垃圾复合电炉渣的道路铺筑材料及其制备方法 | |
Marras | Recovery and valuation of ultrafine marble dust contained in waste slurries deriving from carbonatic natural stones processing plants | |
US12103894B2 (en) | Polymer masonry unit and method therefor | |
JP5857995B2 (ja) | 人工石材の製造方法 | |
RU2478471C2 (ru) | Технологическая линия для производства строительных изделий из кремнеземистой керамики | |
KR101112452B1 (ko) | 적토 및 제지 연소재를 이용한 건축자재용 조성물 및 이의 제조방법 | |
KR20050032541A (ko) | 버력을 이용한 토목자재의 제조방법 | |
JP2009084828A (ja) | 透水性と保水性のある舗装材料及び舗装かた工法 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20161001 |