NL2006898C2 - Inrichting voor het samenstellen van een bos bloemen, alsmede toepassing daarvan. - Google Patents

Description

P30750NL00/JVO

Korte aanduiding: Inrichting voor het samenstellen van een bos bloemen, alsmede toepassing daarvan

De onderhavige uitvinding heeft volgens een eerste aspect betrekking op een inrichting voor het samenstellen van een bos bloemen. Een tweede aspect van de onderhavige uitvinding betreft de toepassing van de inrichting voor het samenstellen van een bos bloemen.

5 In het vak zijn inrichtingen voor het samenstellen van een bos bloemen bekend. Een bekende inrichting omvat een aangedreven transportband zonder einde met een eerste uiteinde en een afvoeruiteinde voor het afvoeren van een samengestelde bos bloemen. Tijdens bedrijf passeert de transportband een aantal in de machinerichting op afstand van elkaar gelegen oplegposities. Bij de eerste oplegpositie legt een persoon handmatig een 10 bloem of ander in een bos bloemen te verwerken element zoals een tak groen of dergelijke op de transportband, of in een met de transportband verbonden houder. Bij de volgende oplegposities worden steeds een of meer bloemen of elementen toegevoegd aan de eerste bloem of element, zodat een uit meerdere bloemen bestaande bos wordt samengesteld. Gebruikelijk worden daarna de stelen van de samengestelde bos bloemen in een keer op 15 lengte gesneden, voorzien van een binder, zoals tape of elastiek, en/of in een foliehoes verpakt.

Bij een uitvoeringsvorm van de bekende inrichting is een vaste aanslag zoals een verticaal opstaande strook opgesteld nabij een langsrand van de transportband tegenover de 20 personen opgesteld, welke aanslag zich over alle oplegposities uitstrekt. De personen leggen de bovenkant van de bloem tegen deze aanslag. Een nadeel van deze uitvoeringsvorm is dat de met de transportband meebewegende bloemen met de stilstaande aanslag in aanraking komen en daardoor en het resulterende wrijvingscontact beschadigd kunnen raken.

25

Bij een andere uitvoeringsvorm omvat de op een vaste positie gepositioneerde aanslag een met de transportband met dezelfde snelheid meebewegende band, waardoor nagenoeg geen wrijving tussen bloem en aanslag tijdens verplaatsing met de transportband het gevolg is. Bij het opleggen is er echter wel sprake van een contactmoment, dat tot beschadiging van 30 de bloem kan leiden. Daarnaast kan bij bijvoorbeeld lelies en pioenrozen dit contactmoment 2 er toe leiden dat de bloemknop openspringt. Dit is ongewenst, omdat deze soorten bloemen met gesloten bloemknoppen op de veiling dienen te worden aangeleverd en gepresenteerd.

Het hierboven beschreven contact tast de kwaliteit van de bloemen aan en reduceert 5 derhalve de uiteindelijke prijs van de samengestelde bos bloemen. Een ander nadeel van de bekende inrichting is dat vanwege de op een vaste breedte ten opzichte van de transportband opgestelde aanslag de bloemen allemaal dezelfde totale lengte bezitten en de inrichting zodoende niet geschikt is voor het samenstellen van een bos bloemen, waarvan de individuele bloemen een onderscheiden lengte dienen te bezitten.

10

Indien de vaste aanslag in een voor elke oplegpositie afzonderlijke deelaanslag zou worden opgedeeld, zouden de aanslagen alleen in een vaste volgorde van toenemende breedtepositie (toenemende bloemlengte) kunnen worden opgesteld, omdat anders eerder opgelegde bloemen tegen een volgende aanslag zouden botsen.

15

Er zijn ook transportbanden bekend, die voorzien zijn van zich over de hele band in de lengterichting uitstrekkende kleurstrepen, die als positiemarkeringen worden gebruikt, eventueel in combinatie met hoog boven de transportband opgehangen spiegels voor het verbeteren van de zichthoek. Een nadeel daarvan is dat de bloemen op deze strepen 20 worden gelegd, en dus de positiemarkeringen voor het opleggen in stroomafwaarts gelegen oplegposities bedekken, zodat het juist positioneren daar bemoeilijkt wordt. Daarnaast worden op het oppervlak van de transporteur aangebrachte kleurlijnen door slijtage en vervuiling in de loop van de tijd minder goed zichtbaar of verdwijnen deze zelfs. Indien toegepast, verbeteren de spiegels weliswaar de zichthoek, maar de daaruit resulterende 25 werkhouding wordt als onprettig ervaren.

De onderhavige uitvinding heeft ten doel een of meer van genoemde nadelen ten minste gedeeltelijk op te heffen. Meer in het bijzonder is een doel van de uitvinding een inrichting te verschaffen, waarbij het risico op beschadiging van de bloemen vermindert is. Nog een 30 ander doel is een inrichting te verschaffen, die geschikt is voor het samenstellen van een bos bloemen, waarvan de bloemen een onderscheiden lengte hebben, zoals een boeket van verschillende soorten bloemen en/of elementen, waarbij de bloemen na het samenstellen in een keer op de gewenste lengte kunnen worden gesneden. Een verder doel van de uitvinding is een inrichting te verschaffen, waarbij de werkhouding voor de 35 bedieningspersoon of -personen is verbeterd.

3

De inrichting volgens de uitvinding omvat daartoe een transporteur met een eerste uiteinde en een in de machinerichting stroomafwaarts gelegen afvoeruiteinde voor het afvoeren van een samengestelde bos bloemen, voor het transporteren van bloemen in de richting van het afvoereinde tijdens het samenstellen, een aantal oplegposities langs een langsrand van de 5 transporteur voor het op de transporteur leggen van een voorafbepaald aantal bloemen bij elke oplegpositie, waarbij elke oplegpositie is voorzien van een contactloze, niet met de transporteur verbonden positiemarkering voor het positioneren van een bloem op een voor de betreffende oplegpositie voorafbepaalde breedtepositie op de transporteur.

10 De uitvinding volgens de uitvinding omvat een transporteur, zoals een van een geschikte aandrijving voorziene band met een bovenste transportpart voor het transporteren van de bloemen en een onderste retourpart, welke band zich uitstrekt tussen een eerste uiteinde en een afvoeruiteinde. Aan het afvoeruiteinde worden samengestelde bossen bloemen een voor een afgevoerd, eventueel na afsnijden, binden en/of verpakken. Die bewerkingen kunnen 15 desgewenst ook elders plaatsvinden, indien nodig. Tijdens verplaatsing van de transporteur passeert het transportpart de verschillende oplegposities, die aan een langszijde van de transporteur, in de machinerichting op afstand van elkaar, zijn gedefinieerd. Bij elke oplegpositie is tijdens bedrijf een persoon aanwezig, die uit een voorraad van de betreffende bloemsoort of element telkens een voorafbepaald aantal bloemen op de transporteur legt. De 20 bloem wordt met zijn steel in hoofdzaak dwars op de langsrichting van de transporteur gericht. Bij de uitvinding is elke oplegpositie voorzien van een positiemarkering, die niet met de transporteur is verbonden en die geen contact met de bloem maakt, zodat de kans op beschadiging is verminderd. De positiemarkering fungeert als het ware als een virtuele aanslag parallel aan de machinerichting, die geen (wrijvings)contact met de bloemen geeft.

25 De positiemarkering bepaalt de afstand tussen een vooraf gedefinieerd uitgangspunt van de bloem, bijvoorbeeld de top van de bloem of de onderkant van een bloemknop en de langsrand van de transporteur, in deze beschrijving breedtepositie genoemd, en derhalve de afstand tussen de top van de bloem en een snijmes van de snij-inrichting, die gebruikelijk op een vaste breedtepositie ten opzichte van de transporteur is opgesteld. De positiemarkering 30 bij elke oplegpositie bepaalt zodoende de lengte van de betreffende de bloem.

De inrichting volgens de uitvinding maakt het ook mogelijk een bos bloemen met verschillende lengte, zoals een boeket van meerdere soorten bloemen samen te stellen, in een willekeurige volgorde, omdat de positiemarkeringen geen fysieke belemmering vormen voor het passeren van de bloemen.

35

Bij een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is de positiemarkering een van boven op de transporteur geprojecteerde positiemarkering, bijvoorbeeld een met de 4 bloemen en transporteur contrasterende laserlijn of een schaduwlijn afkomstig van een tussen een lichtbron en de transporteur, evenwijdig aan de transporteur, geplaatst strookvormig voorwerp zoals een stuk draad. Een dergelijke lijn is ook op reeds op de transporteur gelegde bloemen nog zichtbaar, en wordt niet afgedekt. De bloemen, 5 bijvoorbeeld een bloem met veel bladeren, kunnen een dergelijke geprojecteerde positiemarkering wel als het ware vervormen vanwege de zichthoek waaronder een persoon naar het opleggebied kijkt, waardoor het positioneren kan worden bemoeilijkt.

Bij een voorkeursinrichting volgens de uitvinding is elke oplegpositie voorzien van een 10 beeldopname-inrichting zoals een camera voor het opnemen van een beeld van het bij de oplegpositie behorende opleggebied op de transporteur, alsmede een beeldweergave-inrichting, zoals een beeldscherm, voor het weergeven van het met de beeldopname-inrichting opgenomen beeld van het opleggebied op de transporteur. Bij deze uitvoeringsvorm wordt met de beeldopname-inrichting bij voorkeur vanaf een positie boven 15 het opleggebied op de transporteur (semi-)continu een beeld opgenomen, meer bij voorkeur vanaf een positie loodrecht boven dit opleggebied, dat wordt weergegeven op de beeldweergave-inrichting. Hierdoor speelt de zichthoek bij een geprojecteerde positiemarkering een minder significante rol en is de positiemarkering goed zichtbaar voor de persoon, die naar het beeld op de beeldweergave-inrichting kijkt.

20

In een bijzonder de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm is de positie van een beeldweergave-inrichting instelbaar, zodat die positie zoals hoogte, afstand , waarnemingshoek aan de individuele wensen en/of lichaamskenmerken van de betreffende bedieningspersoon kan worden aangepast.

25

Bij een verdere voorkeursinrichting is de beeldweergave-inrichting zelf voorzien van een positiemarkering, die met meer voorkeur instelbaar is. Bij een uitvoeringsvorm daarvan is de beeldweergave-inrichting voorzien van een fysieke positiemarkering, die is opgesteld voor het scherm van de beeldweergave-inrichting, maw tussen de bedieningspersoon en de 30 beeldweergave-inrichting. De positiemarkering kan ook een elektronisch gegenereerde positiemarkering zijn, die aan het met de beeldopname-inrichting opgenomen beeld wordt toegevoegd. Bij deze uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding is de zichtbaarheid van de positiemarkering ongeacht de bloemen en de zichthoek verzekerd.

35 De inrichting volgens de uitvinding kan worden toegepast voor het verwerken van bloemen tot een bos of boeket, waarbij de bloemen dezelfde totale lengte bezitten.

5

De uitvinding heeft ook betrekking op een bijzondere toepassing van een inrichting volgens de uitvinding voor het samenstellen van een bos bloemen met verschillende steellengtes, in het bijzonder een boeket bloemen van verschillende soorten.

5 De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekening, waarin

Fig. 1 een bovenaanzicht is van een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding;

Fig. 2 een langsaanzicht is van de in Fig. 1 weergegeven uitvoeringsvorm;

Fig. 3 een vooraanzicht is van de in Fig. 1 weergegeven uitvoeringsvorm; en 10 Fig. 4 een uitvoeringsvorm van een beeldweergave-inrichting, toepasbaar bij een inrichting volgens de uitvinding is.

Fig. 1-4 tonen schematisch een uitvoeringsvorm van een inrichting 10 voor het samenstellen van een bos bloemen volgens de uitvinding, welke is opgenomen in een totale 15 bloemenverpakkingslijn. De inrichting 10 omvat een met behulp van wielen 12 verrijdbaar gestel 14. In dit gestel 14 is een transporteur 16, in dit geval een transportband zonder einde, opgesteld. De transporteur 16, die beweegt in de met een pijl aangegeven richting, strekt zich uit vanaf een eerste uiteinde 18 tot aan het tegenoverliggende afvoeruiteinde 20, waar tot een bos 22 samengestelde bloemen uit de inrichting 10 worden afgevoerd. Bij de 20 weergegeven uitvoeringsvorm zijn op de transporteur 16 aan een langsrand 24 daarvan houders 26 voor het opnemen van bloemen voorzien. Elke houder 26 is in dit geval opgebouwd uit 2 zich in langsrichting van de inrichting 16 uitstrekkende rijen 28 van in langsrichting van de inrichting aangrenzende in een punt omhoog wijzende materiaalstroken 30, die met de transportband zijn verbonden, bijvoorbeeld door middel van lijmen of 25 heetlassen. Aldus begrenzen de materiaalstroken en de transportband V-vormige houders 26. Elke houder definieert een opleggebied van de transporteur 16. Langs langsrand 24 zijn een aantal (in dit geval 4) oplegstations 32 gedefinieerd, waar een bedieningspersoon 34 vanuit een schematisch aangeduide voorraad 36 een bloem 38 (alleen bij 1e oplegstation weergeven) of een aantal bloemen in een houder 26 plaatst. Begrepen zal worden dat bij de 30 tweede en volgende oplegstations de in het eerste oplegstation gevulde houder 26 wordt aangevuld met meer bloemen om een bos bloemen samen te stellen. Benedenstrooms van de oplegstations 32 zijn achtereenvolgens een op een vaste positie opgestelde snij-inrichting 40 voor het afsnijden van de steeleinden van de bloemen van een samengesteld bos bloemen, een bladverwijderingsinrichting 42 voor het (gedeeltelijk) verwijderen van bladeren 35 van de samengestelde bos bloemen en een bindinrichting 44 voor het samenbinden van de samengestelde bos bloemen opgesteld. De aldus verkregen bossen 22 bloemen worden aan het afvoeruiteinde 20 van de transporteur 16 overgebracht op een verdere transporteur 46, 6 waar de bossen bloemen verder worden verpakt, bijvoorbeeld verpakt of in emmers met water geplaatst.

Teneinde de bloemen 38 op de juiste wijze op de transporteur 16 of in een houder 26 te 5 plaatsen is elk oplegstation 32 voorzien van beeldopname-inrichting 50 voor maken van een opname van het bijbehorende opleggebied (in dit geval een deel van het oppervlak van transporteur 16 en betreffende houder 26). De beeldopname-inrichting 50, zoals een videocamera, gedragen door een staander 52, is boven de transporteur 16 opgesteld en neemt van boven af een opname. Aan de staander 52 is een beeldweergave-inrichting 54 10 zoals een beeldscherm, bij voorkeur ingesteld op ooghoogte van de betreffende bedieningspersoon en verder aangepast aan zijn of haar wensen, bevestigd, waarop een met de beeldopname-inrichting 50 opgenomen beeld wordt getoond. Zoals duidelijk uit Fig. 4 blijkt, is voor de beeldweergave-inrichting 54 een positiemarkering 56 bevestigd, waarvan de positie ten opzichte van het getoonde beeld kan worden ingesteld. Bijvoorbeeld is de 15 positiemarkering 56 een strook, buis of stang, die aan weerszijden is bevestigd in lopers, die in de hoogterichting van de beeldweergave-inrichting 54 verplaatsbaar zijn. In de weergegeven uitvoeringsvorm is daartoe ook een schaalaanduiding 58, bijvoorbeeld een centimeterverdeling, aangebracht.

20 Tijdens bedrijf wordt een voorafbepaald referentiepunt van de bloem 38, bijvoorbeeld de top, op de transporteur 16 gelegd zodanig dat op het weergegeven beeld dit referentiepunt de positiemarkering 56, die evenwijdig loopt aan de machinerichting raakt. Omdat er geen fysiek contact is tussen de bloem 38 en de positiemarkering 56 treedt er als gevolg daarvan geen beschadiging van de bloem op.

25

In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn alle positiemarkeringen 56 bij elk oplegstation 32 op dezelfde hoogte ingesteld. Begrepen zal worden dat de positiemarkeringen eenvoudig op een voor de betreffende bloemen verschillende hoogte kunnen worden ingesteld, zodat een bos bloemen kan worden samengesteld waarvan de toppen zich niet op een en dezelfde 30 hoogte bevinden en die na de snijbewerking in snij-inrichting 40 verschillende lengtes zullen bezitten. Dit is vooral bij het samenstellen van boeketten uit verschillende bloemen en elementen van belang. Bovendien zullen afwijkingen van die lengtes in achtereenvolgens samengestelde bossen bloemen niet afwijken.

Claims (9)

1. Inrichting (10) voor het samenstellen van een bos (22) bloemen, omvattende een transporteur (16) met een eerste uiteinde (18) en een in de machinerichting stroomafwaarts gelegen afvoeruiteinde (20) voor het afvoeren van een samengestelde bos bloemen, voor het transporteren van bloemen (38) in de richting van het afvoereinde tijdens het 5 samenstellen van een bos bloemen, een aantal oplegposities langs een langsrand van de transporteur voor het op de transporteur leggen van een voorafbepaald aantal bloemen bij elke oplegpositie, waarbij elke oplegpositie is voorzien van een contactloze, niet met de transporteur verbonden positiemarkering (56) voor het positioneren van een bloem op een voor de betreffende oplegpositie voorafbepaalde breedtepositie op de transporteur. 10

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de positiemarkering (56) een op de transporteur geprojecteerde positiemarkering is.

3. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij elke oplegpositie is 15 voorzien van een beeldopname-inrichting (50) voor het opnemen van een beeld van het bij de oplegpositie behorende opleggebied op de transporteur, alsmede een beeldweergave-inrichting (54) voor het weergeven van het met de beeldopname-inrichting opgenomen beeld van het opleggebied op de transporteur.

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de beeldweergave-inrichting (54) is voorzien van een fysieke positiemarkering (56), die is opgesteld vóór het scherm van de beeldweergave-inrichting .

5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1-3, waarbij de beeldweergave-25 inrichting (54) is voorzien van een elektronische positiemarkering.

6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de positie van een positiemarkering (56) instelbaar is.

7. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 3-6, waarbij de positie van een beeldweergave-inrichting (54) instelbaar is.

8. Toepassing van een inrichting (10) volgens een van de voorgaande conclusies voor het samenstellen van een bos (22) van bloemen (38) met verschillende steellengtes. 35

9. Toepassing volgens conclusie 8 bij verschillende bloemsoorten.