NL2003874C2 - Bandenbouwtrommel met opslagmechanisme. - Google Patents
Bandenbouwtrommel met opslagmechanisme. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2003874C2 NL2003874C2 NL2003874A NL2003874A NL2003874C2 NL 2003874 C2 NL2003874 C2 NL 2003874C2 NL 2003874 A NL2003874 A NL 2003874A NL 2003874 A NL2003874 A NL 2003874A NL 2003874 C2 NL2003874 C2 NL 2003874C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- tire
- arms
- drum
- tire building
- building
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29D—PRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
- B29D30/00—Producing pneumatic or solid tyres or parts thereof
- B29D30/06—Pneumatic tyres or parts thereof (e.g. produced by casting, moulding, compression moulding, injection moulding, centrifugal casting)
- B29D30/08—Building tyres
- B29D30/20—Building tyres by the flat-tyre method, i.e. building on cylindrical drums
- B29D30/24—Drums
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29D—PRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
- B29D30/00—Producing pneumatic or solid tyres or parts thereof
- B29D30/06—Pneumatic tyres or parts thereof (e.g. produced by casting, moulding, compression moulding, injection moulding, centrifugal casting)
- B29D30/08—Building tyres
- B29D30/20—Building tyres by the flat-tyre method, i.e. building on cylindrical drums
- B29D30/24—Drums
- B29D30/26—Accessories or details, e.g. membranes, transfer rings
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29D—PRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
- B29D30/00—Producing pneumatic or solid tyres or parts thereof
- B29D30/06—Pneumatic tyres or parts thereof (e.g. produced by casting, moulding, compression moulding, injection moulding, centrifugal casting)
- B29D30/08—Building tyres
- B29D30/20—Building tyres by the flat-tyre method, i.e. building on cylindrical drums
- B29D30/24—Drums
- B29D30/244—Drums for manufacturing substantially cylindrical tyre components with cores or beads, e.g. carcasses
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29D—PRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
- B29D30/00—Producing pneumatic or solid tyres or parts thereof
- B29D30/06—Pneumatic tyres or parts thereof (e.g. produced by casting, moulding, compression moulding, injection moulding, centrifugal casting)
- B29D30/08—Building tyres
- B29D30/20—Building tyres by the flat-tyre method, i.e. building on cylindrical drums
- B29D30/32—Fitting the bead-rings or bead-cores; Folding the textile layers around the rings or cores
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29D—PRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
- B29D30/00—Producing pneumatic or solid tyres or parts thereof
- B29D30/06—Pneumatic tyres or parts thereof (e.g. produced by casting, moulding, compression moulding, injection moulding, centrifugal casting)
- B29D30/08—Building tyres
- B29D30/20—Building tyres by the flat-tyre method, i.e. building on cylindrical drums
- B29D30/32—Fitting the bead-rings or bead-cores; Folding the textile layers around the rings or cores
- B29D2030/3221—Folding over means, e.g. bladders or rigid arms
- B29D2030/3264—Folding over means, e.g. bladders or rigid arms using radially expandable, contractible mechanical means, e.g. circumferentially spaced arms, spring rollers, cages
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Manufacturing & Machinery (AREA)
- Tyre Moulding (AREA)
- Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)
Description
Nr. NLP185339A
Bandenbouwtrommel met op slacrme chan isme ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een bandenbouwtrommel met een opslagmechanisme voor gebruik in 5 het bouwen van een ongevulkaniseerde band met bandcomponenten van rubber, al dan niet voorzien van versterkingskoorden en twee al dan niet van een hiel-vulstrook voorziene hielkernen.
Een bekende bandenbouwtrommel is voorzien van een 10 basisdeel met een centrale as, twee om de as en op afstand van elkaar geplaatste ringsegmenten (ook wel klemmechanismen genoemd) voor het ondersteunen van de hielkernen en middelen voor het radiaal doen expanderen van het zich binnen de ringsegmenten bevindende deel van de bandcomponenten. De 15 bandenbouwtrommel is aan weerszijden buiten de ringsegmenten voorzien van een groep zich axiaal uitstrekkende armen (ook wel opslag- of omvouwarmen genoemd), waarbij elke arm aan een naar het ringsegment gericht eerste vrij uiteinde voorzien is van een eerste opslagmiddel, in het algemeen een 20 opslagrol, en aan een tegengesteld tweede uiteinde scharnierbaar verbonden is met een axiaal verschuifbare armsteun. Nabij het eerste uiteinde kan althans een deel van elke arm voorzien zijn van middelen voor het steunen van de bandcomponent, alternatief kan de bandenbouwtrommel 25 afzonderlijke steunmiddelen bevatten, die niet met de armen 2 verbonden zijn.
In een zogenoemde uitgangsstand vormen de steunmiddelen een omlopend steunvlak voor de bandcomponenten. Voor het opslagproces wordt gebruik gemaakt 5 van middelen voor het verschuiven van de armsteunen.
Enerzijds kunnen deze middelen de tweede uiteinden van de beide groepen armen in een eerste richting axiaal naar elkaar toe bewegen. Doordat tegelijkertijd het zich binnen de ringsegmenten bevindende deel van de bandcomponenten 10 uitgezet wordt zullen de armen een kanteling in radiale vlakken ondergaan naar een kantelstand, waardoor de eerste uiteinden axiaal en radiaal verplaatsen onder het tegen het zich binnen de ringsegmenten bevindende geëxpandeerde deel van de bandcomponenten aandrukken van het zich 15 oorspronkelijk buiten de ringsegmenten bevindende deel van de bandcomponenten. Anderzijds zorgen deze middelen ervoor dat de armen vanuit de kantelstand terug naar de uitgangsstand bewogen kunnen worden, doordat de middelen de armsteunen in een tweede richting, tegengesteld aan de 20 eerste richting, axiaal uit elkaar bewegen.
Dergelijke, van een opslagmechanisme voorziene bandenbouwtrommels zijn algemeen bekend. Zij kunnen uitgevoerd zijn als bandenbouwtrommel waarop de bandcomponenten, in het bijzonder voering- en karkaslagen en 25 zijkanten worden toegevoerd en daarvan een cilindervormige mantel wordt gemaakt, en tevens hielkernen worden toegevoerd, waarna de cilindervormige mantel op de bandenbouwtrommel wordt uitgezet naar een gebombeerde torusvorm, waarbij de zijkanten van de mantel middels het 30 opslagmechanisme opgeslagen worden om de hielkernen. Zij kunnen ook uitgevoerd zijn als vormtrommel, waaraan een reeds gevormde cilindervormige karkasmantel is toegevoerd.
Een dergelijke bandenbouwtrommel met opslagmechanisme is onder meer bekend uit EP-A-1.562.738. Tijdens het 35 opslagproces, waarin de armen kantelen, schuiven de op de steunmiddelen gelegen gedeelten van de bandcomponenten over de steunmiddelen naar het opslagmiddel (opslagrol) om 3 vandaar af te worden afgegeven. De groepen scharnierbare armen aan weerszijden zijn buiten de ringsegmenten door een mechanische koppeling synchroon van de uitgangsstand naar de kantelstand verplaatsbaar. Hoewel de bekende 5 bandenbouwtrommel veelal naar tevredenheid functioneert en binnen gestelde toleranties nauwkeurige banden produceert, is toch in de praktijk gebleken dat een aantal geproduceerde banden van mindere kwaliteit was.
10 SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Het is een doel van de onderhavige uitvinding een bandenbouwtrommel met een eenvoudig opslagmechanisme met armen te verschaffen waarmee op nauwkeurige wijze banden 15 vervaardigd kunnen worden.
Hiertoe de uitvinding in een bandenbouwtrommel zoals beschreven in conclusie 1. Het is na lang onderzoek gebleken dat tenminste een deel van de problemen bij de bekende bandenbouwtrommel wordt veroorzaakt doordat in 2 0 sommige gevallen ten minste één van de armen nadat deze in de kantelstand is gebracht, daarna niet volledig in de uitgangsstand wordt bewogen. Hierdoor steekt het eerste uiteinde van de arm nog iets radiaal uit, waardoor niet alleen bandcomponenten die op de arm worden aangebracht niet 25 correct gepositioneerd worden, maar tevens processtappen die na het incorrect in de uitgangsstand brengen van de arm onjuist, en in een enkel geval onveilig uitgevoerd worden. Door nu volgens de uitvinding de bandenbouwtrommel te voorzien van een detectie-inrichting voor het detecteren of 30 de armen zich in de uitgangsstand bevinden, en voor het afgeven van een detectiesignaal aangevende of de armen zich al dan niet in de uitgangsstand bevinden, kan nagegaan worden of de armen zich correct in de uitgangsstand bevinden. Indien dit niet zo is dan kan het afgegeven 35 signaal automatisch verhinderen dat een volgende processtap uitgevoerd wordt. Aanvullend of alternatief kan het afgegeven signaal bijvoorbeeld een alarminrichting activeren 4 om een alarm af te geven of kan het detectiesignaal automatisch de werking van de bandenbouwtrommel stopzetten. Hierdoor is het dus mogelijk de armen voordat een volgende processtap uitgevoerd dient te worden in de correcte positie 5 te brengen, zodat op veilige en nauwkeurige wijze banden vervaardigd kunnen worden.
In een voordelige uitvoering van een bandenbouwtrommel volgens de uitvinding omvat de detectie-inrichting een in de bandenbouwtrommel aangebracht 10 elektrisch contact. Aanvullend of alternatief kan de detectie-inrichting een externe sensor omvatten. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een lichtsensor, een magneetsensor of een camerasysteem.
In een uiterst compacte uitvoering van een 15 bandenbouwtrommel volgens de uitvinding, omvat de detectie-inrichting een luchtdrukbron en een met een luchtdrukbron verbonden of verbindbaar luchtkanaal, waarbij een armsteun in de uitgangsstand afdichtend aanligt tegen een contactoppervlak van een aanslagdeel van het basisdeel, 20 waarbij het luchtkanaal door het aanslagdeel heen loopt, waarin het luchtkanaal uitmondt op het contactoppervlak van het aanslagdeel, waarbij de detectie-inrichting bij voorkeur tevens een flow- en/of drukmeter bevat voor het meten van de flow respectievelijk de druk in het luchtkanaal. In een 25 uitvoering van een bandenbouwtrommel volgens de uitvinding wordt een nog nauwkeurigere detectie van de positie van de armen en een nog veiligere werking van de bandenbouwtrommel verkregen doordat het tweede uiteinde van elke arm is voorzien van een stooteinde, waarin elk aanslagdeel aan zijn 30 uitwendige omtrek is voorzien van een uitsparing, waarbij in de uitsparing een veiligheidsbus opgenomen is, welke veiligheidsbus een contactwand heeft die door middel van een voorspanningsveer afdichtend tegen een wand van de uitsparing gedrukt wordt, waarbij de veiligheidsbus is 35 voorzien van een vrij uiteinde dat in uitgangstand krachtloos tegen het stooteinde van de armen ligt, en waarbij het luchtkanaal door een deel van de veiligheidsbus 5 heen loopt. Doordat gebruik gemaakt wordt van een luchtkanaal wordt een compacte bandenbouwtrommel verkregen.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN 5
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bij gevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in: 10 Figuren IA tot en met 1D schematisch in langs- doorsnede een bandenbouwtrommel met opslagmechanisme voor het bouwen van een ongevulkaniseerde band, in verschillende bewerkingsstappen;
Figuur 2 schematisch in langsdoorsnede een deel 15 van een bandenbouwtrommel volgens de uitvinding, waarbij de armen zich in de uitgangsstand bevinden;
Figuur 3 schematisch in langsdoorsnede een deel van een bandenbouwtrommel volgens de uitvinding, waarbij de armen zich in de kantelstand bevinden; 20 Figuur 4 schematisch in langsdoorsnede een deel van een bandenbouwtrommel volgens de uitvinding, waarbij de armen zich in een positie bevinden tussen de kantelstand en de uitgangsstand;
Figuur 5 schematisch in langsdoorsnede een deel 25 van een bandenbouwtrommel volgens de uitvinding, waarbij de armen zich incorrect in de uitgangsstand bevinden; en
Figuur 6 schematisch in langsdoorsnede een deel van een bandenbouwtrommel volgens de uitvinding, waarbij de armen zich weer in de uitgangsstand bevinden.
30
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Figuur IA toont een zijaanzicht in dwarsdoorsnede van een voorbeelduitvoeringsvorm van een bandenbouwtrommel 35 waarop de uitvinding toepasbaar is. Het bouwen van een ongevulkaniseerde band met bandcomponenten van rubber vindt plaats op een eerste trommelhelft 2 en een tweede 6 trommelhelft 3, die althans nagenoeg in hoofdzaak symmetrisch ten opzichte van het midden van de bandenbouwtrommel en om de trommelas 1 aangebracht zijn. De eerste en tweede trommelhelften 2, 3 zijn in axiale richting 5 langs de trommelas 1 verplaatsbaar. Elke trommelhelft 2, 3 omvat een omvouwarmeenheid, ook wel opslagmechanisme genoemd, met omvouwarmen 14, die zwenkbaar met de betreffende trommelhelft 2, 3 verbonden zijn. Verder zijn de trommelhelften 2, 3 voorzien van een schoudersteun 12 en een 10 ringsegment 13 voor het ondersteunen van de hielkernen b, ook wel klemmechanisme genoemd.
De bandenbouwtrommel omvat een holle trommelas 1 waarin een overbrenging voor de aandrijving van de trommelhelften 2, 3 en van de omvouwarmeenheden is 15 ondergebracht. Deze overbrenging omvat een viertal trek/duwstangen 101, 103, 105, 107, die concentrisch in de trommelas 1 geplaatst zijn.
De meest centrale trek/duwstang is de eerste trek/duwstang 101 die nabij zijn binnen de trommelas 1 20 gelegen uiteinde via een eerste verbindingsdeel of meeneempin 102 gekoppeld is met de eerste trommelhelft 2 (niet in detail getoond) . Om althans een gedeelte van de centrale eerste trek/duwstang 101 is de buisvormige derde trek/duwstang 103 geplaatst, die nabij zijn binnen de 25 trommelas 1 gelegen uiteinde via een derde verbindingsdeel of meeneempin 104 gekoppeld is met de omvouwarmeenheid van de eerste trommelhelft 2. Om althans een gedeelte van de derde trek/duwstang 103 is de buisvormige vierde trek/duwstang 105 geplaatst, die nabij zijn binnen de 30 trommelas 1 gelegen uiteinde via een vierde verbindingsdeel of meeneempin 106 gekoppeld is met de omvouwarmeenheid van de tweede trommelhelft 3. Om althans een gedeelte van de vierde trek/duwstang 105 is de buisvormige tweede trek/duwstang 107 geplaatst, de nabij zijn binnen de 35 trommelas 1 gelegen uiteinde via een tweede verbindingsdeel of meeneempin 108 gekoppeld is met de tweede trommelhelft 3.
De vier trek/duwstangen 101, 103, 105, 107 7 strekken zich in hoofdzaak parallel aan de hartlijn h van de trommelas 1 uit tot binnen in de hoofdbehuizing 4 van de bandenbouwtrommel. In de hoofdbehuizing 4 is een aandrijfinrichting 9, 10 geplaatst waarmee de 5 trek/duwstangen 101, 103, 105, 107 gekoppeld zijn zoals hieronder meer in detail beschreven.
De trommelas 1 omvat een eerste en een tweede trommelasgedeelte, waarbij het eerste trommelasgedeelte, ook wel aandrijfas 5 genoemd, draaibaar in een in de 10 hoofdbehuizing 4 geplaatste lagerinrichting 6. Het tweede trommelasgedeelte is verbonden met het eerste trommelasgedeelte via een koppelingsorgaan dat is ingericht voor in hoofdzaak axiaal en losneembaar koppelen van het eerste trommelasgedeelte met het tweede trommelasgedeelte, 15 via een flenskoppeling 15.
Het tweede trommelasgedeelte is voorzien van een eerste trommelassleuf voor het opnemen van een eerste verbindingsdeel 102 voor het verbinden van de eerste trek/duwstang 101 met de eerste trommelhelft 2. De eerste 20 trommelassleuf kan verder ingericht zijn voor het opnemen van een tweede verbindingsdeel 104 voor het verbinden van de derde trek/duwstang 103 met de omvouwarmeenheid van de eerste trommelhelft 2. Echter in een alternatieve uitvoeringsvorm kan voor het tweede verbindingsdeel ook een 25 aparte trommelassleuf voorzien zijn. Verder omvat het tweede trommelasgedeelte tevens een tweede trommelassleuf voor het opnemen van een derde verbindingsdeel 108 voor het verbinden van de tweede trek/duwstang 107 met de tweede trommelhelft 3. De tweede trommelassleuf kan verder ingericht zijn voor 30 het opnemen van een vierde verbindingsdeel 106 voor het verbinden van de vierde trek/duwstang 105 met de omvouwarmeenheid van de tweede trommelhelft 3. Echter in een alternatieve uitvoeringsvorm kan voor het vierde verbindingsdeel ook een aparte trommelassleuf voorzien zijn. 35 De aandrijfas 5 is gekoppeld met een trommelasaandrijfmotor 8 middels een riemoverbrenging 7, waarbij de riemoverbrenging 7 aan een van de 8 aandrijfinrichting 9, 10 af reikende zijde van de lagerinrichting 6 geplaatst is. Zoals getoond in Figuur IA, is de riemoverbrenging 7 buiten de hoofdbehuizing 4 geplaatst.
5 Verder binnen in de hoofdbehuizing 4 is de aandrijfinrichting 9, 10 in hoofdzaak in het verlengde van de trommelas 1, achter de lagerinrichting 6 geplaatst. De vier trek/duwstangen 101, 103, 105, 107 reiken voorbij de lagerinrichting 6 tot in de aandrijfinrichting 9, 10.
10 De aandrijfinrichting 9, 10 omvat een eerste spindel 113 en een tweede spindel 115, die in hoofdzaak aan weerszijden van een hartlijn h van de trommelas 1 geplaatst zijn. De eerste spindel 113 is voorzien van schroefdraad die aan weerszijden van het midden van de aandrijfinrichting een 15 even grootte spoed maar een tegengestelde richting heeft. Op de eerste spindel 113 is aan weerszijden van het midden van de aandrijfinrichting 9 een eerste meeneemmoer 109 en een tweede meeneemmoer 112 aangebracht, waarbij de eerste en tweede meeneemmoer 109, 112 verbonden zijn met 20 respectievelijk de eerste trek/duwstang 101 en de tweede trek/duwstang 107. De tweede spindel 115 is voorzien van schroefdraad die aan weerszijden van het midden van de aandrijfinrichting een even grootte spoed maar een tegengestelde richting heeft. Op de tweede spindel 115 is 25 aan weerszijden van het midden van de aandrij f inrichting 10 een derde meeneemmoer 110 en een vierde meeneemmoer 111 aangebracht, waarbij de derde en vierde meeneemmoer 110, 111 verbonden zijn met respectievelijk de derde trek/duwstang 103 en de vierde trek/duwstang 105. Bij aandrijving van de 30 eerste 113, respectievelijk tweede 115, spindel, zullen de eerste en tweede meeneemmoer 109, 112, respectievelijk derde en vierde meeneemmoer 110, 111, met in hoofdzaak gelijke snelheid maar in tegengestelde richting aangedreven worden. Omdat de trek/duwstangen 101, 103, 105, 107 met de trommelas 35 1 meebewegen en de aandrij f inrichting 9, 10 in hoofdzaak vast staat in de hoofdbehuizing 4, zijn de trek/duwstangen 101, 103, 105, 107 via een lager verbonden met de 9 respectievelijke meeneemmoeren 109, 112, 110, 111.
Eventueel kunnen de meeneemmoeren 109, 110, 111 en 112 zijn ondersteund door lineaire geleidingen.
De eerste spindel 113 en de tweede spindel 115 5 zijn elk via een riemoverbrenging gekoppeld met een eigen servomotor 114, 116.
De aandrijfinrichting 9, 10 zoals hiervoor in detail besproken voorziet in een aanzienlijke verbetering in het synchroon bewegen van de trommelhelften 2, 3, en van de 10 omvouwarmen 14 van de trommelhelften 2, 3. Om positie van de eerste trommelhelft 2 en de omvouwarmen daarvan spiegelsymmetrisch ten opzichte van de positie van de tweede trommelhelft 3 en de omvouwarmen daarvan, in het bijzonder spiegelsymmetrisch in middelloodvlak v door het midden van 15 de bandenbouwtrommel, in te stellen, is de eerste trek/duwstang 101 in hoofdzaak axiaal instelbaar gekoppeld met de eerste meeneemmoer 109, en is de derde trek/duwstang 103 in hoofdzaak axiaal instelbaar gekoppeld met de derde meeneemmoer 110. Eventueel kunnen ook de tweede en/of vierde 20 meeneemmoer in hoofdzaak axiaal instelbaar gekoppeld zijn met de betreffende trek/duwstang.
In de uitvoeringsvorm zoals getoond in Figuur IA, zijn de aandrijfinrichtingen 9, 10 aan weerszijden boven en onder de hartlijn h van de trommelas 1 geplaatst. In deze 25 uitvoeringsvorm zijn de spindels 113, 115 parallel aan de trek/duwstangen 101, 103, 105, 107 geplaatst op een zogenaamde 12 uur - 6 uur positie. In een alternatieve uitvoeringsvorm kunnen de aandrijfinrichtingen ook op andere posities rond de hartlijn h geplaatst zijn. Bijvoorbeeld 30 kunnen de aandrijfinrichtingen 9, 10 aan weerszijden van de hartlijn h in een in hoofdzaak horizontaal vlak geplaatst zijn op een zogenaamde 9 uur - 3 uur positie, of kunnen de aandrijfinrichtingen 9, 10 onder een hoek geplaatst zijn waarbij de snijpunten van de hartlijn h en de eerste 113 en 35 tweede 115 spindel met een loodvlak de hoekpunten van een driehoek vormen, bijvoorbeeld op een zogenaamde 8 uur - 4 uur positie.
10
In een alternatieve uitvoeringsvorm kan de aandrijfinrichting 9, 10 ook dubbel uitgevoerd worden.
Hierbij heeft elke trek/duwstang een eigen spindel. Deze vier spindels kunnen dan rondom de hartlijn h van de 5 trommelas 1 geplaatst zijn, bijvoorbeeld op een zogenaamde 12 uur - 3 uur - 6 uur - 9 uur positie.
In gebruik wordt op de trommelhelften 2, 3 die in een gedefinieerde uitgangspositie geplaatst zijn, zoals getoond in Figuur 1B, de bandcomponenten t van rubber met de 10 hielen (beads) b.
Vervolgens worden de trommelhelften 2, 3 naar het midden van de bandenbouwtrommel verschoven door het verschuiven van althans de eerste 101 en tweede 107 trek/duwstang, zoals getoond in Figuur 1C. Voor het 15 verschuiven van de trommelhelften 2, 3 zonder opslag van de omvouwarmen 14, wordt enerzijds de eerste 101 en derde 103 trek/duwstang in hoofdzaak gezamenlijk aangedreven en wordt gelijktijdig de tweede 107 en vierde 105 trek/duwstang in hoofdzaak gezamenlijk aangedreven. Dit kan bereikt worden 20 door de eerste en tweede spindel 113, 115 met dezelfde snelheid en dezelfde richting aan te drijven middels de eerste en tweede servomotor 114, 116.
Vervolgens worden de omvouwarmen 14 geactiveerd om de rubber componenten aan te rollen. Voor omhoog zwenken van 25 de omvouwarmen 14, zoals getoond in Figuur 1D, wordt enerzijds de derde trek/duwstang 103 ten opzichte van de eerste trek/duwstang 101 verplaatst en gelijktijdig de vierde trek/duwstang 105 ten opzichte van de tweede trek/duwstang 107 verplaatst. Indien bij het heffen van de 30 omvouwarmen 14 de trommelhelften 2, 3 stilstaan, hoeft alleen de tweede spindel 115 aangedreven te worden.
In Figuur 2 is schematisch in langsdoorsnede een uitvergroot deel van een bandenbouwtrommel volgens de uitvinding getoond, waarbij de armen 14 zich in de 35 uitgangsstand bevinden. De bandenbouwtrommel is voorzien van een detectie-inrichting voor het detecteren of de armen 14 zich in de uitgangsstand bevinden, en voor het afgeven van 11 een detectiesignaal aangevende of de armen zich al dan niet in de uitgangsstand bevinden. Zo kan de detectie-inrichting een in de bandenbouwtrommel aangebrachte elektrisch contact 15 omvatten, die in de weergegeven uitvoering in 5 afhankelijkheid van het al dan niet contact met een opslagrol 11, dat aangebracht is aan een naar het ringsegment gericht eerste vrij uiteinde van de arm 14, maken een verschillend detectiesignaal afgeeft. Het zal duidelijk zijn dat het elektrische contact ook op andere 10 plaatsen, zoals bijvoorbeeld in het scharnier S van de omvouwarm 14, aangebracht kan worden. Aanvullend of alternatief kan de detectie-inrichting een externe sensor omvatten. Het detectiesignaal kan gebruikt worden voor het automatisch stoppen van de bandenbouwtrommel, voor het 15 verhinderen dat een volgende processtap uitgevoerd wordt, en/of voor het afgeven van een alarmsignaal.
Zoals weergegeven in de uitvoering volgens Figuren 2 tot en met 6 grijpt de vierde meeneempin 106 aan op een armsteun 17 voor het kunnen verschuiven van de armsteunen en 20 aldus de omvouwarmen 14. In de in Figuur 2 weergegeven rusttoestand ligt de armsteun 17 aan tegen een wand 19 van een aanslagdeel 22.
In de weergegeven uitvoering van de uitvinding is het tweede uiteinde van elke arm 14 voorzien van een 25 stooteinde 18. Verder is elk aanslagdeel 22 aan zijn uitwendige omtrek voorzien van een uitsparing 24, waarbij in de uitsparing 24 een veiligheidsbus 25 opgenomen is. De veiligheidsbus 25 heeft een contactwand 26 die door middel van een voorspanningsveer 27 afdichtend tegen een wand 28 30 van de uitsparing 24 gedrukt wordt. De veiligheidsbus 25 is voorzien van een vrij uiteinde 29 dat in uitgangstand krachtloos tegen het stooteinde 18 van de armen 14 aanligt. Een elektrisch contact 21 kan in het aanslagdeel 22 aangebracht zijn om te detecteren of de armsteun 17 tegen 35 het aanslagdeel 22 aanligt. Alternatief kan dit elektrische contact vervangen worden door een (niet weergegeven) kanaaldeel dat communiceert met het luchtkanaal. Bovendien 12 kan dit elektrische contact ook in de hoofdbehuizing 4 opgenomen zijn, daar de assen tot in de hoofdbehuizing lopen.
Door het aanslagdeel 22 heen loopt een luchtkanaal 5 20 dat verbonden of verbindbaar is met een luchtdrukbron 23.
Met het luchtkanaal 23, of de verbinding daarvan met de luchtdrukbron 23, zijn een flowmeter F en/of een drukmeter P verbonden voor het meten van de flow respectievelijk de druk in het luchtkanaal 20. Het luchtkanaal 20 mondt ter plaatse 10 van de uitmonding K2 uit in de contactwand 2 6 van de veiligheidsbus 25, waarbij opgemerkt wordt dat voor de verbinding van het aanslagdeel 22 naar de veiligheidsbus 25 een althans gedeeltelijke flexibele leiding wordt gebruikt.
De werking van de bandenbouwtrommel wordt hierna 15 in het kort verduidelijkt.
In de in Figuur 2 weergegeven stand bevinden de armen 14 zich in de uitgangsstand. In deze stand wordt de armsteun 17 tegen het aanslagdeel 22 gehouden. Tevens wordt door de veer 27 de uitmonding K2 gesloten gehouden. Er wordt 20 door de detectie-inrichting (de flowmeter F en/of de drukmeter) geen flow gemeten (of een bepaalde druk door de drukmeter), zodat het door de detectie-inrichting afgegeven signaal aangeeft dat de armen zich correct in de uitgangsstand bevinden, zodat kan worden overgegaan naar de 25 volgende processtap.
In deze volgende processtap (Figuur 3) wordt door de aandrijfinrichtingen de vierde meeneempin 106 in de richting van de pijl aangedreven, zodat de armen 14 naar de kantelstand gebracht worden. In deze processtap heeft de 30 detectie-inrichting geen functie en kan dus bijvoorbeeld worden uitgeschakeld. De afgegeven signalen hoeven ook niet verwerkt worden.
In de volgende in Figuur 4 weergegeven processtap wordt de vierde meeneempin 106 door de aandrijfinrichtingen 35 in een richting tegengesteld aan die zoals weergegeven in Figuur 3 verschoven (zie pijl), waardoor de armen 14 van de kantelstand via de in Figuur 4 weergegeven tussenliggende 13 stand terug naar de uitgangsstand gebracht worden. Zoals is te zien in Figuur 4 wordt de uitmonding K2 door de veer 27 afgesloten.
In Figuur 5 is schematisch in langsdoorsnede een 5 deel van een bandenbouwtrommel volgens de uitvinding getoond, waarbij zich ten minste één van de armen 14 incorrect in de uitgangsstand bevindt. In dit geval detecteert het elektrische contact dat de armsteun 17 correct tegen het aanslagdeel 22 aanligt en in de 10 rustpositie (of uitgangspositie) aangekomen is. De uitmonding K2 wordt echter geopend doordat één of meerdere armen 14 tegen het vrije uiteinde 29 van de veiligheidsbus 25 aanstoten en de veer 27 indrukken. Nu wordt door de flowmeter F een grote stroom gedetecteerd, waardoor het door 15 de flowmeter afgegeven signaal een incorrecte stand van ten minste één van de armen 14 aangeeft, waardoor bijvoorbeeld de rotatie van de bandenbouwtrommel automatisch wordt gestopt, en wordt ervoor gezorgd dat er geen volgende processtap uitgevoerd kan worden. Tevens kan een alarm 20 afgegeven worden, zodat een bedieningspersoon de armen in de correcte (veilige) stand kan plaatsen, zoals weergegeven in Figuur 6. Alternatief of aanvullend kan het signaal van het elektrische contact 21 gebruikt worden, dat in de situatie zoals weergegeven in Figuur 5 aangeeft dat de arm niet in de 25 juiste positie is aangekomen. Op deze wijze kan ervoor gezorgd worden dat als voorwaarde voor het uitvoeren van een volgende processtap de detectie-inrichting moet aangeven dat alle armen zich in de juiste uitgangsstand bevinden.
De uitvinding is hierboven bij wijze van voorbeeld 30 beschreven aan de hand van een bandenbouwtrommel waarbij de middelen voor het verschuiven van de armsteunen aandrijfinrichtingen en aangedreven spindels omvatten. De uitvinding is echter niet beperkt tot toepassing bij deze bandenbouwtrommels maar is tevens toepasbaar op 35 bandenbouwtrommels waarbij de middelen voor het verschuiven van de armsteunen pneumatische zuiger/cilindersamenstellen bevatten, waarbij elk samenstel een cilinderruimte en een 14 zich daarin beweegbare zuiger bevat, welke zuiger met een armsteun verbonden is, en welke zuiger de cilinderruimte verdeelt in een eerste cilinderruimtedeel en een tweede cilinderruimtedeel, waarbij elk samenstel via een met een 5 luchtdrukbron verbonden of verbindbaar luchtleiding bedienbaar is.
15
Verwij zingsciiferliist 1 Trommelas 2 Eerste trommelhelft 5 3 Tweede trommelhelft 4 Hoofdbehuizing 5 Aandrijfas 6 Lagerinrichting 7 Riemoverbrenging 10 8 Trommelasaandrijfmotor 9 Aandrijfinrichting 10 Aandrijfinrichting 11 Opslagrol 12 Schoudersteun 15 13 Klemmechanisme (ringsegment) 14 Omvouwarmen 15 Elektrisch contact 16 Flenskoppeling 17 Armsteun 20 18 Stooteinde 19 Wand van aanslagdeel 20 Luchtkanaal 21 Elektrisch contact 22 Aanslagdeel 25 23 Luchtdrukbron 24 Uitsparing aanslagdeel 25 Veiligheidsbus 26 Contactwand van veiligheidsbus 27 Voorspanningsveer 30 28 Wand van uitsparing 29 Vrij uiteinde van veiligheidsbus F Flowmeter P Drukmeter K2 Uitmonding 35 S Scharnier b hielen (beads) h hartlijn 16 t bandcomponenten v middelloodvlak 101 Eerste trek/duwstang 102 Eerste verbindingsdeel/meeneempin 5 103 Derde trek/duwstang 104 Derde verbindingsdeel/meeneempin 105 Vierde trek/duwstang 106 Vierde verbindingsdeel/meeneempin 107 Tweede Trek/duwstang 10 108 Tweede verbindingsdeel/meeneempin 109 Eerste meeneemmoer 110 Derde meeneemmoer 111 Vierde meeneemmoer 112 Tweede meeneemmoer 15 113 Eerste spindel 114 Eerste servomotor 115 Tweede spindel 116 Tweede servomotor
Claims (6)
1. Bandenbouwtrommel met opslagmechanisme voor gebruik in het bouwen van een ongevulkaniseerde band met bandcomponenten (t) van rubber, met twee hielkernen (b) , waarbij de bandenbouwtrommel is voorzien van een basisdeel 5 met een centrale trommelas (1) , twee om de as en op afstand van elkaar geplaatste ringsegmenten (13) voor het ondersteunen van de hielkernen (b) en middelen voor het radiaal doen expanderen van het zich binnen de ringsegmenten bevindende deel van de bandcomponenten en waarbij de 10 bandenbouwtrommel aan weerszijden buiten de ringsegmenten voorzien is van een groep zich axiaal uitstrekkende armen (14) , waarbij de armen aan een naar het ringsegment gericht eerste vrij uiteinde voorzien zijn van een eerste opslagmiddel (11), en aan een tegengesteld tweede uiteinde 15 scharnierbaar verbonden is met een axiaal verschuifbare armsteun (17), waarbij de bandenbouwtrommel voorts voorzien is van middelen enerzijds voor het in een eerste richting verschuiven van de armsteunen (17) om de tweede uiteinden van de beide groepen armen (14) axiaal naar elkaar te 20 bewegen, waarbij de armen kantelbaar zijn in radiale vlakken van de uitgangsstand naar een kantelstand om daardoor de eerste uiteinden axiaal en radiaal te verplaatsen onder het tegen het zich binnen de ringsegmenten bevindende geëxpandeerde deel van de bandcomponenten aandrukken van het 25 zich buiten de ringsegmenten bevindende deel van de bandcomponenten, en anderzijds voor het in een tweede richting, tegengesteld aan de eerste richting, verschuiven van de armsteunen (17) om de armen (14) axiaal uit elkaar te bewegen van de kantelstand naar de uitgangsstand, met het 30 kenmerk, dat de bandenbouwtrommel is voorzien van een detectie-inrichting (15; 20, F, P) voor het detecteren of de armen (14) zich in de uitgangsstand bevinden, en voor het afgeven van een detectiesignaal aangevende of de armen zich al dan niet in de uitgangsstand bevinden.
2. Bandenbouwtroirunel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de detectie-inrichting een in de bandenbouwtroirunel aangebrachte elektrisch contact (15) 5 omvat.
3. Bandenbouwtroirunel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de detectie-inrichting een externe sensor omvat.
4. Bandenbouwtroirunel volgens conclusie 1, 2 of 3, 10 met het kenmerk, dat de detectie-inrichting een luchtdrukbron (23) omvat en een met de luchtdrukbron verbonden of verbindbaar luchtkanaal (20), waarbij een armsteun (17) in de uitgangsstand afdichtend aanligt tegen een contactoppervlak van een aanslagdeel (22) van het 15 basisdeel, waarbij het luchtkanaal (20) door het aanslagdeel (22) heen loopt, waarin het luchtkanaal uitmondt op het contactoppervlak van het aanslagdeel (22), en waarin de detectie-inrichting verder een flow- en/of drukmeter (F, P) omvat voor het meten van de flow respectievelijk de druk in 20 het luchtkanaal.
5. Bandenbouwtroirunel volgens conclusie 4, waarbij het tweede uiteinde van elke arm is voorzien van een stooteinde (18), waarin elk aanslagdeel (22) aan zijn uitwendige omtrek is voorzien van een uitsparing (24), 25 waarbij in de uitsparing (24) een veiligheidsbus (25) opgenomen is, welke veiligheidsbus (25) een contactwand (26) heeft die door middel van een voorspanningsveer (27) afdichtend tegen een wand (28) van de uitsparing (24) gedrukt wordt, waarbij de veiligheidsbus (25) is voorzien 30 van een vrij uiteinde dat in uitgangstand krachtloos tegen het stooteinde (18) van de armen ligt, en waarbij het luchtkanaal door een deel van de veiligheidsbus heen loopt.
6. Bandenbouwtroirunel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de middelen voor het 35 verschuiven van de armsteunen trek/duwstangen (101, 103, 105, 107) omvatten die zich in hoofdzaak parallel aan een hartlijn (h) van de trommelas (1) uitstrekken tot binnen in een hoofdbehuizing (4) van de bandenbouwtrommel, in welke hoofdbehuizing een aandrijfinrichting (9, 10) is geplaatst waarmee de trek/duwstangen (101, 103, 105, 107) operatief gekoppeld zijn, en dat de detectie-inrichting een in de 5 hoofdbehuizing aangebracht elektrisch contact (15) omvat. -o-o-o-o-o-o-o-o- AS/HZ
Priority Applications (10)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2003874A NL2003874C2 (nl) | 2009-11-26 | 2009-11-26 | Bandenbouwtrommel met opslagmechanisme. |
KR1020117018044A KR101377681B1 (ko) | 2009-11-26 | 2010-11-26 | 턴업 기구를 갖춘 타이어 성형 드럼 |
PCT/NL2010/050796 WO2011065829A1 (en) | 2009-11-26 | 2010-11-26 | Tyre building drum with turn-up mechanism |
US13/142,872 US8881785B2 (en) | 2009-11-26 | 2010-11-26 | Tyre building drum with turn-up mechanism |
TW099141168A TWI519408B (zh) | 2009-11-26 | 2010-11-26 | 具有翻折機構的輪胎建造圓筒 |
JP2012541043A JP5632011B2 (ja) | 2009-11-26 | 2010-11-26 | 折り返し機構を有するタイヤ組み立てドラム |
CN201080005744.2A CN102300701B (zh) | 2009-11-26 | 2010-11-26 | 具有反包机构的轮胎成型鼓 |
RU2011135954/05A RU2531289C2 (ru) | 2009-11-26 | 2010-11-26 | Барабан с загибочным механизмом для изготовления шины |
EP10788417.3A EP2403710B1 (en) | 2009-11-26 | 2010-11-26 | Tyre building drum with turn-up mechanism |
BRPI1011410-6A BRPI1011410B1 (pt) | 2009-11-26 | 2010-11-26 | Tambor de construção de pneus com mecanismo de rotação |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2003874A NL2003874C2 (nl) | 2009-11-26 | 2009-11-26 | Bandenbouwtrommel met opslagmechanisme. |
NL2003874 | 2009-11-26 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2003874C2 true NL2003874C2 (nl) | 2011-05-30 |
Family
ID=42238581
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2003874A NL2003874C2 (nl) | 2009-11-26 | 2009-11-26 | Bandenbouwtrommel met opslagmechanisme. |
Country Status (10)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US8881785B2 (nl) |
EP (1) | EP2403710B1 (nl) |
JP (1) | JP5632011B2 (nl) |
KR (1) | KR101377681B1 (nl) |
CN (1) | CN102300701B (nl) |
BR (1) | BRPI1011410B1 (nl) |
NL (1) | NL2003874C2 (nl) |
RU (1) | RU2531289C2 (nl) |
TW (1) | TWI519408B (nl) |
WO (1) | WO2011065829A1 (nl) |
Families Citing this family (17)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JP5930678B2 (ja) * | 2011-11-29 | 2016-06-08 | 住友ゴム工業株式会社 | 空気入りタイヤの製造装置 |
CN103171162A (zh) * | 2011-12-22 | 2013-06-26 | 软控股份有限公司 | 轮胎成型机及其助推反包方法 |
DE102012014987B4 (de) | 2012-07-27 | 2020-10-15 | Harburg-Freudenberger Maschinenbau Gmbh | Hochschlagvorrichtung für Reifenseitenwände |
CN104742391A (zh) * | 2013-12-30 | 2015-07-01 | 软控股份有限公司 | 机械指反包驱动装置 |
NL2014555B1 (en) * | 2014-10-13 | 2016-10-04 | Vmi Holland Bv | Method and drum for manufacturing a tyre, in particular a run-flat tyre. |
JP6313702B2 (ja) * | 2014-12-08 | 2018-04-18 | 株式会社ブリヂストン | グリーンタイヤの製造方法および装置 |
DE102015221700A1 (de) * | 2015-11-05 | 2017-05-11 | Continental Reifen Deutschland Gmbh | Reifenbauvorrichtung sowie Verfahren zum Herstellen eines Reifenrohlings |
FR3051390B1 (fr) * | 2016-05-20 | 2018-06-29 | Compagnie Generale Des Etablissements Michelin | Installation de retroussage destinee a la fabrication d'ebauches de pneumatiques |
WO2018122694A1 (en) | 2016-12-29 | 2018-07-05 | Pirelli Tyre S.P.A. | Apparatus and process for building tyres for vehicle wheels |
CN107471705A (zh) * | 2017-09-22 | 2017-12-15 | 青岛软控机电工程有限公司 | 机械成型鼓、反包等距控制装置及其控制方法 |
CN107498902B (zh) * | 2017-09-22 | 2023-06-06 | 青岛软控机电工程有限公司 | 机械成型鼓、胎圈锁紧力检测装置及其检测方法 |
CN108274789B (zh) * | 2017-12-29 | 2024-05-28 | 青岛软控机电工程有限公司 | 成型机箱及具有其的空气弹簧成型机 |
NL2021600B1 (en) | 2018-09-11 | 2020-05-01 | Vmi Holland Bv | Tire building drum with a bladder or sleeve |
CN109016585B (zh) * | 2018-09-30 | 2024-10-01 | 萨驰智能装备股份有限公司 | 轮胎成型鼓 |
CN109016586B (zh) * | 2018-09-30 | 2024-06-14 | 萨驰智能装备股份有限公司 | 轮胎成型鼓 |
CN109291481B (zh) * | 2018-11-30 | 2020-10-20 | 萨驰华辰机械(苏州)有限公司 | 一种用于轮胎成型鼓的位置检测系统及位置检测方法 |
FR3102222B1 (fr) * | 2019-10-18 | 2021-11-05 | Michelin & Cie | Embrayage Mobile dans un Système de Confection des Pneumatiques |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB1110237A (en) * | 1965-10-28 | 1968-04-18 | Akad Wissenschaften Ddr | Improvements in and relating to pneumatic switches |
US4229629A (en) * | 1979-03-01 | 1980-10-21 | Pawlowski Eugene J | Miniature pneumatic switch actuator |
WO2004035301A2 (en) * | 2002-10-16 | 2004-04-29 | Vmi Epe Holland B.V. | Tyre building drum with turn-up mechanism |
JP2008296407A (ja) * | 2007-05-29 | 2008-12-11 | Bridgestone Corp | タイヤ成型方法及びタイヤ成型装置 |
JP2009034856A (ja) * | 2007-07-31 | 2009-02-19 | Bridgestone Corp | タイヤ成型装置及びタイヤ成型方法 |
Family Cites Families (21)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3709027A (en) | 1971-01-22 | 1973-01-09 | Automatic Switch Co | Proximity sensing device |
US3888720A (en) * | 1973-02-05 | 1975-06-10 | Uniroyal Inc | Tire building machine having a variable diameter tire building drum |
US3844871A (en) * | 1973-02-05 | 1974-10-29 | Uniroyal Inc | Tire building machine |
US3894423A (en) * | 1973-10-15 | 1975-07-15 | Schmidt Precision Tool Co J M | Air gage cartridge |
DE2411014A1 (de) * | 1974-03-07 | 1975-09-18 | Vni I K I Oboru Dlja Schinnoj | Einrichtung zur bearbeitung der reifenwulst fuer luftreifenaufbaumaschinen |
DE2445471A1 (de) * | 1974-09-24 | 1976-04-01 | Volkswagenwerk Ag | Steuerventil zur steuerung einer hubkolben-zylinder-einheit |
US4015494A (en) * | 1975-06-24 | 1977-04-05 | Cashin Systems Corporation | Cold cut slicing system |
US4477215A (en) * | 1981-11-16 | 1984-10-16 | Gabriele Leonard A | Broaching machine safety |
JPS5952707A (ja) | 1982-09-20 | 1984-03-27 | Nec Corp | タツチセンサ |
SU1452023A1 (ru) * | 1985-04-12 | 1994-10-30 | Всесоюзный Научно-Исследовательский И Конструкторский Институт По Оборудованию Для Шинной Промышленности | Механизм для формирования борта покрышек пневматических шин |
US4850221A (en) * | 1988-09-12 | 1989-07-25 | Molex Incorporated | Wire sensing apparatus |
SU1763236A1 (ru) * | 1991-01-21 | 1992-09-23 | Омское научно-производственное объединение "Прогресс" | Устройство дл контрол положени бортовых колец в сборочных станках |
RU2015919C1 (ru) * | 1991-03-07 | 1994-07-15 | Сатцаева Лидия Михайловна | Устройство для остановки сборочного барабана в заданном положении |
US5224374A (en) * | 1991-05-31 | 1993-07-06 | Texas Instruments Incorporated | Wafer proximity sensor |
US6091048A (en) * | 1997-05-16 | 2000-07-18 | Illinois Tool Works Inc. | Welding machine with automatic parameter setting |
RU2189318C2 (ru) | 1997-05-23 | 2002-09-20 | Вми Епе Холланд Б.В. | Барабан для сборки шин с устройством для заворота кромок браслета шины вверх |
DE60117130T2 (de) | 2000-03-17 | 2006-09-28 | Vmi Epe Holland B.V. | Reifenaufbautrommel mit einer wulstumschlagvorrichtung |
US6469265B1 (en) * | 2001-06-05 | 2002-10-22 | Delphi Technologies, Inc. | Method and apparatus for a limit switch |
CN100572040C (zh) | 2002-08-05 | 2009-12-23 | 株式会社普利司通 | 轮胎成型鼓和轮胎成型方法 |
US20050231318A1 (en) * | 2004-04-15 | 2005-10-20 | James Bullington | Trip-free limit switch and reset mechanism |
US7325445B1 (en) * | 2004-11-03 | 2008-02-05 | Robert Bosch Gmbh | Air test to determine surface roughness |
-
2009
- 2009-11-26 NL NL2003874A patent/NL2003874C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2010
- 2010-11-26 KR KR1020117018044A patent/KR101377681B1/ko active IP Right Grant
- 2010-11-26 US US13/142,872 patent/US8881785B2/en active Active
- 2010-11-26 BR BRPI1011410-6A patent/BRPI1011410B1/pt active IP Right Grant
- 2010-11-26 EP EP10788417.3A patent/EP2403710B1/en active Active
- 2010-11-26 TW TW099141168A patent/TWI519408B/zh active
- 2010-11-26 JP JP2012541043A patent/JP5632011B2/ja active Active
- 2010-11-26 WO PCT/NL2010/050796 patent/WO2011065829A1/en active Application Filing
- 2010-11-26 RU RU2011135954/05A patent/RU2531289C2/ru active
- 2010-11-26 CN CN201080005744.2A patent/CN102300701B/zh not_active Ceased
Patent Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB1110237A (en) * | 1965-10-28 | 1968-04-18 | Akad Wissenschaften Ddr | Improvements in and relating to pneumatic switches |
US4229629A (en) * | 1979-03-01 | 1980-10-21 | Pawlowski Eugene J | Miniature pneumatic switch actuator |
WO2004035301A2 (en) * | 2002-10-16 | 2004-04-29 | Vmi Epe Holland B.V. | Tyre building drum with turn-up mechanism |
EP1562738A2 (en) * | 2002-10-16 | 2005-08-17 | Vmi Epe Holland B.V. | Tyre building drum with turn-up mechanism |
JP2008296407A (ja) * | 2007-05-29 | 2008-12-11 | Bridgestone Corp | タイヤ成型方法及びタイヤ成型装置 |
JP2009034856A (ja) * | 2007-07-31 | 2009-02-19 | Bridgestone Corp | タイヤ成型装置及びタイヤ成型方法 |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2011065829A1 (en) | 2011-06-03 |
JP5632011B2 (ja) | 2014-11-26 |
KR101377681B1 (ko) | 2014-03-25 |
US20110315322A1 (en) | 2011-12-29 |
EP2403710B1 (en) | 2013-09-11 |
RU2011135954A (ru) | 2013-03-10 |
EP2403710A1 (en) | 2012-01-11 |
JP2013512127A (ja) | 2013-04-11 |
BRPI1011410B1 (pt) | 2019-09-17 |
CN102300701A (zh) | 2011-12-28 |
BRPI1011410A2 (pt) | 2016-03-15 |
TWI519408B (zh) | 2016-02-01 |
US8881785B2 (en) | 2014-11-11 |
TW201134650A (en) | 2011-10-16 |
CN102300701B (zh) | 2015-04-22 |
RU2531289C2 (ru) | 2014-10-20 |
KR20120096398A (ko) | 2012-08-30 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2003874C2 (nl) | Bandenbouwtrommel met opslagmechanisme. | |
NL2001604C2 (nl) | Bandenbouwtrommel voor het bouwen van een ongevulkaniseerde band. | |
CN1225053A (zh) | 轮胎组装转筒 | |
JP2018521299A (ja) | 車輪用タイヤを製造するための方法およびプラントにおいてタイヤを検査するための方法および装置 | |
US4846334A (en) | Conveyor for tire uniformity measurement machine | |
US3656343A (en) | Apparatus for processing cured tires | |
EP2030811A1 (en) | Method and device for aligning tire with supporting rims | |
US3772125A (en) | Tire building drum having a carcass ply support and foldover mechanism | |
CN109291481B (zh) | 一种用于轮胎成型鼓的位置检测系统及位置检测方法 | |
JP4557465B2 (ja) | ビードリングの搬送装置、及びビードリングの搬送方法 | |
US2678678A (en) | Method and apparatus for making uniform tire treads | |
US20210008821A1 (en) | Transfer device and tire forming apparatus | |
JP2013071288A (ja) | タイヤ構成部材の折返し方法および装置 | |
US5188846A (en) | Tire innerstitching mold | |
US3850728A (en) | Stitching apparatus | |
CN220152178U (zh) | 输气管道内壁检测装置 | |
CN220339313U (zh) | 轮胎胎坯周长及圆度测量装置 | |
NL2001032C2 (nl) | Bandenbouwtrommel voor het bouwen van een ongevulkaniseerde band. | |
JP6313702B2 (ja) | グリーンタイヤの製造方法および装置 | |
GB2160979A (en) | Automatic machine for checking the rims of disc wheels for motor vehicles | |
JPH0653398B2 (ja) | タイヤ成形方法 | |
US1852557A (en) | Vulcanizing mold | |
CN116792603A (zh) | 输气管道内壁检测装置 | |
CN114459401A (zh) | 一种金刚石滚轮成品检测装置 | |
US2679884A (en) | Tire building apparatus |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20150601 |