NL2003454C2 - Combinatie van een fiets en een koppelhulpstuk voor het koppelen van een boodschappenwagentje achter aan de fiets. - Google Patents

Description

Combinatie van een fiets en een koppelhulpstuk voor het koppelen van een boodschappenwagentje achter aan de fiets 5 BESCHRIJVING:

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een combinatie van een fiets en een 10 koppelhulpstuk voor het koppelen van een boodschappenwagentje achter aan de fiets, welke fiets een hoofdframe omvat, alsmede een voorwiel dat via een voorvork is verbonden met het hoofdframe, een achterwiel dat via een achtervork is verbonden met het hoofdffame, en een bagagedrager die zich boven het achterwiel bevindt en via een verbindingsframe is verbonden met het hoofdframe, en welk koppelhulpstuk een 15 koppelffame omvat, alsmede met het koppelffame verbonden eerste koppelmiddelen, waarmee het koppelhulpstuk is verbonden met de fiets, en met het koppelffame verbonden tweede koppelmiddelen, voor koppeling van een boodschappenwagentje aan het koppelhulpstuk.

20 Stand van de techniek

Een dergelijke combinatie is algemeen bekend. Bij de bekende combinatie is het koppelhulpstuk met de zitbuis van de fiets gekoppeld en bevindt het zich deels boven de bagagedrager van de fiets. Hierdoor kan de bagagedrager niet meer 25 gebruikt worden.

Samenvatting van de uitvinding

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een combinatie van de 30 in de aanhef omschreven soort waarbij de bagagedrager van de fiets volledig te gebruiken is. Hiertoe is de combinatie volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat het koppelhulpstuk via de eerste koppelmiddelen met de bagagedrager en/of het verbindingsframe is verbonden. Door het koppelhulpstuk met de bagagedrager of het verbindingsframe te verbinden, kan ervoor gezorgd worden dat op de bagagedrager 2 voorwerpen geplaatst kunnen worden, en naast de bagagedrager fietstassen gehangen kunnen worden. Bij voorkeur steekt het koppelstuk in hoofdzaak minder dan 5 cm boven het vlak waarin de bagagedrager zich in hoofdzaak uitstrekt en minder dan 5 cm buiten zijkanten van het verbindingsframe uit.

5 Voorts bevinden de tweede koppelmiddelen zich bij voorkeur achter de bagagedrager. Hierdoor belemmeren zij op geen enkele wijze het gebruik van de bagagedrager.

Een uitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat het koppelframe zich in hoofdzaak aan weerszijde naast en achter 10 de bagagedrager uitstrekt. Hierdoor blijft de bovenzijde van de bagagedrager volledig bruikbaar. Bij voorkeur is het koppelframe niet boven de bagagedrager aanwezig.

Een verdere uitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat het koppelframe twee parallelle hoofdstangen omvat, die aan weerszijde naast de bagagedrager aanwezig zijn en althans nagenoeg parallel zijn aan de 15 bagagedrager, alsmede twee parallelle hulpstangen, die achter de bagagedrager aanwezig zijn en zich onder een hoek ten opzichte van de hoofdstangen uitstrekken in een vanaf de hoofdstangen neerwaartse richting, waarbij de eerste koppelmiddelen langs de hoofdstangen en de tweede koppelmiddelen langs de hulpstangen verschuifbaar en ten opzichte van deze stangen fixeerbaar zijn.

20 Nog een verdere uitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de eerste koppelmiddelen een aantal klemmen omvatten, die elk zijn voorzien van een onderste en een bovenste klemvlak, welke kleurvlakken parallel zijn aan het vlak waarin de bagagedrager zich uitstrekt en van onderen en boven tegen de bagagedrager aanwezig zijn.

25 Bij voorkeur omvat elke klem een brugstuk en twee klembekken, welk brugstuk zich uitstrekt vanaf een van de hoofdstangen tot aan de andere hoofdstang en van welk brugstuk de onderzijde is voorzien van twee bovenste kleurvlakken, en welke klembekken zich elk vanaf een van de hoofdstangen in de richting van het midden tussen beide hoofdstangen uitstrekken en parallel zijn aan het brugstuk en aan de naar 30 het brugstuk toegekeerde zijden zijn voorzien van onderste kleurvlakken.

Voorts is elk brugstuk bij voorkeur aan de uiteinden via buigbare C-vormige verbindingsdelen verbonden met de klembekken, waarbij de verbindingsdelen om de hoofdstangen aanwezig zijn en over deze hoofdstangen verschuifbaar zijn.

3

Weer een verdere uitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat elke klembek via een bout met het brugstuk verbonden is, waarbij door aandraaien van de bout de klembek naar het brugstuk wordt verplaatst, waarbij tevens het met de klembek verbonden C-vormige verbindingsdeel 5 om de hoofdstang, waarom het aanwezig is, klemt.

Bij voorkeur zijn in lengterichting van het brugstuk en van de klembekken sleuven aanwezig waardoor de bouten verschuifbaar zijn om de plaats van de bouten ten opzichte van het brugstuk en de klembekken te kunnen veranderen.

Voorts zijn de kleurvlakken bij voorkeur voorzien van een aantal naast 10 elkaar aanwezige, over de breedte van de klembekken zich uitstrekkende groeven.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een koppelhulpstuk toepasbaar in de combinatie volgens de uitvinding. Voor wat betreft het koppelstuk is de uitvinding gekenmerkt, doordat het koppelhulpstuk een koppelframe omvat, alsmede met het koppelframe verbonden eerste koppelmiddelen, voor koppeling van het koppelhulpstuk 15 aan een fiets, en tweede koppelmiddelen, voor koppeling van een boodschappenwagentje aan het koppelhulpstuk, welk koppelframe twee parallelle hoofdstangen omvat, alsmede twee parallelle hulpstangen, die zich onder een hoek ten opzichte van de hoofdstangen uitstrekken in een vanaf de hoofdstangen neerwaartse richting, waarbij de eerste koppelmiddelen langs de hoofdstangen en de tweede 20 koppelmiddelen langs de hulpstangen verschuifbaar en ten opzichte van deze stangen fïxeerbaar zijn.

Voor uitvoeringsvormen van het koppelhulpstuk volgens de uitvinding wordt verwezen naar de conclusies.

25 Beknopte omschrijving van de tekeningen

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de combinatie van een fiets en een koppelhulpstuk volgens de uitvinding. Hierbij toont: 30 Figuur 1 de combinatie in perspectief;

Figuur 2 de combinatie in zijaanzicht;

Figuur 3 de combinatie in bovenaanzicht;

Figuur 4 het koppelhulpstuk in perspectief; en

Figuur 5 een klem van het koppelhulpstuk.

4

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen

In de figuren 1, 2 en 3 is een uitvoeringsvorm van de combinatie van een fiets en een koppelhulpstuk 1 voor het koppelen van een boodschappenwagentje achter 5 aan de fiets, weergegeven in verschillende aanzichten. Van de fiets is enkel de bagagedrager 3 en het verbindingsframe 5 waarmee de bagagedrager met het hoofdframe van de fiets is verbonden, weergegeven. Het koppelhulpstuk 1 heeft een koppelframe 7 en daarmee verbonden eerste koppelmiddelen 9, waarmee het koppelhulpstuk is verbonden met de bagagedrager, en tweede koppelmiddelen 11, voor 10 koppeling van een boodschappenwagentje aan het koppelhulpstuk. De tweede koppelmiddelen bevinden zich achter de bagagedrager 3.

Het koppelstuk 1 steekt minder dan 5 cm boven het vlak waarin de bagagedrager 3 zich in hoofdzaak uitstrekt en minder dan 5 cm buiten zijkanten van het verbindingsframe 5 uit. Het koppelframe 7 strekt zich aan weerszijde naast en achter de 15 bagagedrager 3 uit en is niet boven de bagagedrager aanwezig. Het koppelframe 7 heeft twee parallelle hoofdstangen 13, die aan weerszijde naast de bagagedrager aanwezig zijn en parallel zijn aan de bagagedrager, en twee parallelle hulpstangen 15, die achter de bagagedrager aanwezig zijn en zich onder een hoek ten opzichte van de hoofdstangen uitstrekken in een vanaf de hoofdstangen neerwaartse richting. De eerste 20 koppelmiddelen 9 zijn hierbij langs de hoofdstangen 13 en de tweede koppelmiddelen 11 langs de hulpstangen 15 verschuifbaar en zijn ten opzichte van deze stangen fïxeerbaar.

Ter verduidelijking is in figuur 4 is het koppelhulpstuk afzonderlijk weergegeven. De eerste koppelmiddelen 11 zijn gevormd door twee klemmen 17. In 25 figuur 5 is één van de klemmen van het koppelhulpstuk afzonderlijk weergegeven. Elke klem 17 heeft een brugstuk 19 en twee klembekken 21. Het brugstuk 19 strekt zich uit vanaf een van de hoofdstangen 13 tot aan de andere hoofdstang. De onderzijde van elk brugstuk is voorzien van twee bovenste klemvlakken 23. De klembekken 21 strekken zich elk vanaf een van de hoofdstangen 13 in de richting van het midden tussen beide 30 hoofdstangen uit en zijn parallel aan het brugstuk 19. Aan de naar het brugstuk toegekeerde zijden zijn de klembekken 21 voorzien van onderste klemvlakken 25. De klemvlakken 23 en 25 zijn parallel aan het vlak waarin de bagagedrager 3 zich uitstrekt en klemmen van onderen en boven tegen de bagagedrager.

5

Elk brugstuk 19 is aan de uiteinden via buigbare C-vormige verbindingsdelen 27 verbonden met de klembekken 21. Deze verbindingsdelen zijn om de hoofdstangen 13 aanwezig en zijn over deze hoofdstangen verschuifbaar. Elke klembek 21 is via een bout 29 met het brugstuk 19 verbonden. Door het aandraaien van 5 de bout wordt de klembek 21 naar het brugstuk 19 verplaatst, waarbij tevens het met de klembek verbonden C-vormige verbindingsdeel 27 om de hoofdstang 13 klemt. In lengterichting van het brugstuk 19 en van de klembekken 21 zijn sleuven 31 aanwezig waardoor de bouten 29 verschuifbaar zijn om de plaats van de bouten ten opzichte van het brugstuk en de klembekken te kunnen veranderen. De kleurvlakken 23 en 25 zijn 10 voorzien van een aantal naast elkaar aanwezige, over de breedte van de klembekken zich uitstrekkende groeven 33.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot 15 alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Claims (19)

1. Combinatie van een fiets en een koppelhulpstuk voor het koppelen van een boodschappenwagentje achter aan de fiets, welke fiets een hoofdframe omvat, alsmede een voorwiel dat via een voorvork is verbonden met het hoofdframe, een 5 achterwiel dat via een achtervork is verbonden met het hoofdframe, en een bagagedrager die zich boven het achterwiel bevindt en via een verbindingsframe is verbonden met het hoofdframe, en welk koppelhulpstuk een koppelframe omvat, alsmede met het koppelframe verbonden eerste koppelmiddelen, waarmee het koppelhulpstuk is verbonden met de fiets, en met het koppelframe verbonden tweede 10 koppelmiddelen, voor koppeling van een boodschappenwagentje aan het koppelhulpstuk, met het kenmerk, dat het koppelhulpstuk via de eerste koppelmiddelen met de bagagedrager en/of het verbindingsframe is verbonden.

2. Combinatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het koppelstuk in hoofdzaak minder dan 5 cm boven het vlak waarin de bagagedrager zich in hoofdzaak 15 uitstrekt en minder dan 5 cm buiten zijkanten van het verbindingsframe uitsteekt.

3. Combinatie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de tweede koppelmiddelen zich achter de bagagedrager bevinden.

4. Combinatie volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het koppelframe zich in hoofdzaak aan weerszijde naast en achter de bagagedrager uitstrekt.

5. Combinatie volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het koppelframe niet boven de bagagedrager aanwezig is.

6. Combinatie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het koppelframe twee parallelle hoofdstangen omvat, die aan weerszijde naast de bagagedrager aanwezig zijn en althans nagenoeg parallel zijn aan de bagagedrager, 25 alsmede twee parallelle hulpstangen, die achter de bagagedrager aanwezig zijn en zich onder een hoek ten opzichte van de hoofdstangen uitstrekken in een vanaf de hoofdstangen neerwaartse richting, waarbij de eerste koppelmiddelen langs de hoofdstangen en de tweede koppelmiddelen langs de hulpstangen verschuifbaar en ten opzichte van deze stangen fïxeerbaar zijn.

7. Combinatie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste koppelmiddelen een aantal klemmen omvatten, die elk zijn voorzien van een onderste en een bovenste klemvlak, welke klemvlakken parallel zijn aan het vlak waarin de bagagedrager zich uitstrekt en van onderen en boven tegen de bagagedrager aanwezig zijn.

8. Combinatie volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat elke klem een brugstuk en twee klembekken omvat, welk brugstuk zich uitstrekt vanaf een van de hoofdstangen tot aan de andere hoofdstang en van welk brugstuk de onderzijde is voorzien van twee bovenste kleurvlakken, en welke klembekken zich elk vanaf een van 5 de hoofdstangen in de richting van het midden tussen beide hoofdstangen uitstrekken en parallel zijn aan het brugstuk en aan de naar het brugstuk toegekeerde zijden zijn voorzien van onderste kleurvlakken.

9. Combinatie volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat elk brugstuk aan de uiteinden via buigbare C-vormige verbindingsdelen is verbonden met de 10 klembekken, waarbij de verbindingsdelen om de hoofdstangen aanwezig zijn en over deze hoofdstangen verschuifbaar zijn.

10. Combinatie volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat elke klembek via een bout met het brugstuk verbonden is, waarbij door aandraaien van de bout de klembek naar het brugstuk wordt verplaatst, waarbij tevens het met de klembek 15 verbonden C-vormige verbindingsdeel om de hoofdstang, waarom het aanwezig is, klemt.

11. Combinatie volgens conclusie 8, 9 of 10, met het kenmerk, dat in lengterichting van het brugstuk en van de klembekken sleuven aanwezig zijn waardoor de bouten verschuifbaar zijn om de plaats van de bouten ten opzichte van het brugstuk 20 en de klembekken te kunnen veranderen.

12. Combinatie volgens één der voorgaande conclusies 7 tot en met 11, met het kenmerk, dat de kleurvlakken zijn voorzien van een aantal naast elkaar aanwezige, over de breedte van de klembekken zich uitstrekkende groeven.

13. Koppelhulpstuk toepasbaar in de combinatie volgens één der voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat het koppelhulpstuk een koppelframe omvat, alsmede met het koppelframe verbonden eerste koppelmiddelen, voor koppeling van het koppelhulpstuk aan een fiets, en tweede koppelmiddelen, voor koppeling van een boodschappenwagentje aan het koppelhulpstuk, welk koppelframe twee parallelle hoofdstangen omvat, alsmede twee parallelle hulpstangen, die zich onder een hoek ten 30 opzichte van de hoofdstangen uitstrekken in een vanaf de hoofdstangen neerwaartse richting, waarbij de eerste koppelmiddelen langs de hoofdstangen en de tweede koppelmiddelen langs de hulpstangen verschuifbaar en ten opzichte van deze stangen fïxeerbaar zijn.

14. Koppelhulpstuk volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de eerste koppelmiddelen een aantal klemmen omvatten, die elk zijn voorzien van een onderste en een bovenste klemvlak.

15. Combinatie volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat elke klem een 5 brugstuk en twee klembekken omvat, welk brugstuk zich uitstrekt vanaf een van de hoofdstangen tot aan de andere hoofdstang en van welk brugstuk de onderzijde is voorzien van twee bovenste klemvlakken, en welke klembekken zich elk vanaf een van de hoofdstangen in de richting van het midden tussen beide hoofdstangen uitstrekken en parallel zijn aan het brugstuk en aan de naar het brugstuk toegekeerde zijden zijn 10 voorzien van onderste klemvlakken.

16. Combinatie volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat elk brugstuk aan de uiteinden via buigbare C-vormige verbindingsdelen is verbonden met de klembekken, waarbij de verbindingsdelen om de hoofdstangen aanwezig zijn en over deze hoofdstangen verschuifbaar zijn.

17. Combinatie volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat elke klembek via een bout met het brugstuk verbonden is, waarbij door aandraaien van de bout de klembek naar het brugstuk wordt verplaatst, waarbij tevens het met de klembek verbonden C-vormige verbindingsdeel om de hoofdstang, waarom het aanwezig is, klemt.

18. Combinatie volgens conclusie 15, 16 of 17, met het kenmerk, dat in lengterichting van het brugstuk en van de klembekken sleuven aanwezig zijn waardoor de bouten verschuifbaar zijn om de plaats van de bouten ten opzichte van het brugstuk en de klembekken te kunnen veranderen.

19. Combinatie volgens één der voorgaande conclusies 14 tot en met 18, met 25 het kenmerk, dat de klemvlakken zijn voorzien van een aantal naast elkaar aanwezige, over de breedte van de klembekken zich uitstrekkende groeven.