NL2003232C2

NL2003232C2 - Voor het verdelen in voor consumptie geschikte stukjes voorbewerkte vlezige vrucht en werkwijze en inrichting voor de bereiding daarvan.

Info

Publication number: NL2003232C2
Application number: NL2003232A
Authority: NL
Inventors: Johannes Josef Maria Eeuwijk
Original assignee: Johannes Josef Maria Eeuwijk
Priority date: 2009-07-17
Filing date: 2009-07-17
Publication date: 2011-01-18
Also published as: EP2283735A1; EP2283735B1

Description

VOOR HET VERDELEN IN VOOR CONSUMPTIE GESCHIKTE STUKJES VOORBEWERKTE VLEZIGE VRUCHT EN WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR DE BEREIDING DAARVAN

De uitvinding betreft een voor het verdelen in voor consumptie geschikte stukjes voorbewerkte vlezige in hoofdzaak ronde vrucht, bijvoorbeeld een tomaat.

Het is in bijvoorbeeld restaurants en snackbars bekend 5 vlezige vruchten, zoals tomaten, vooraf voor consumptie te verdelen in blokjes, schijfjes of partjes

Het vooraf verdelen van vruchten heeft het evidente voordeel dat de bereiding van een gerecht waarin die vruchten worden gebruikt sneller plaats vindt dan wanneer de vrucht 10 direct voorafgaand aan de bereiding nog schoongemaakt en in stukjes verdeeld moet worden. Het is dan ook gebruikelijk dat vruchten ten behoeve van de bereiding van gerechten in een professionele omgeving schoongemaakt en in blokjes, schijfjes of partjes gesneden worden aangeleverd.

15 Het is een inherent nadeel van gesneden vlezige vruchten dat de blokjes, schijfjes of partjes minder lang houdbaar zijn dan niet gesneden vruchten, en dat deze onderhevig zijn aan smaakverlies. Bij gesneden sappige vruchten zoals tomaten komt daar nog het nadeel bij dat zich op de bodem van een bak 20 waarin de geneden vruchten zijn gehouden sap en zaadjes verzamelen, die voor sommige toepassingen minder gewenst zijn.

Het is een doel van de uitvinding een vlezige vrucht te verschaffen die is voorbewerkt voor het verdelen in voor 25 consumptie geschikte stukjes, zonder dat daarbij de hiervoor genoemde nadelen optreden.

De uitvinding verschaft hiertoe een vrucht van de in de aanhef omschreven soort, die wordt gekenmerkt door een aantal zich in een dwarsdoorsnede vanaf een denkbeeldige 30 middencirkel radiaal tot de buitenzijde van de vrucht uitstrekkende insnijdingen.

Doordat de insnijdingen zich radiaal vanaf een 2 denkbeeldige middencirkel uitstrekken, blijven de door de insnijdingen gescheiden, in dwarsdoorsnede sectorvormige partjes aan elkaar verbonden door middel van een zich in axiale richting vanaf de middencirkel uitstrekkend 5 cilindervormig deel van een vrucht. De aldus verbonden partjes zijn direct voorafgaand aan het gebruik ervan eenvoudig van elkaar te scheiden, en vormen tot aan het gebruik een min of meer gesloten geheel, waaruit sap en zaadjes niet althans moeilijk ontsnappen. Een volgens de 10 uitvinding voorbewerkte vrucht vertoont een langere houdbaarheid en een betere smaak dan een op bekende wijze in blokjes, schijfjes of partjes gesneden vrucht.

De middencirkel heeft bijvoorbeeld een diameter heeft in het gebied van 2 tot 6 mm.

15 Het aantal insnijdingen is bij voorkeur regelmatig over de dwarsdoorsnede verdeeld, en bedraagt bijvoorbeeld tussen vier en twaalf.

De uitvinding betreft voorts een werkwijze voor het bereiden van een hierboven beschreven voorbewerkte vrucht, 20 omvattend de stappen van (i) het verschaffen van de vrucht, (ii) het verschaffen van een holle eerste cilinder die is voorzien van zich radiaal van de binnenmantel van die cilinder inwaarts tot aan de buitenmantel van een denkbeeldige coaxiale tweede cilinder uitstrekkende messen 25 waarvan de snijkant in één axiale richting is gericht, waarbij de eerste cilinder een inwendige doorsnede heeft die tenminste gelijk is aan de uitwendige grootste doorsnede van de vrucht en de tweede cilinder een vrije cilindrische ruimte begrenst waarvan de diameter ten minste een orde van grootte 30 kleiner is dan de binnendiameter van de eerste cilinder, (iii) het verschaffen van een naar de snijkant van de messen gericht met de messen samenwerkend stempel, (iv) het tussen de messen en het stempel brengen van de vrucht, op zodanige wijze dat deze in een dwarsdoorsnede in hoofdzaak loodrecht 35 op de axiale richting van de eerste cilinder is gericht, en (v) het aanbrengen van de insnijdingen door het in axiale richting naar elkaar brengen van de messen en het stempel.

3

De uitvinding heeft verder betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van de hierboven beschreven werkwijze, omvattend een holle eerste cilinder die is voorzien van zich radiaal van de binnenmantel van die cilinder inwaarts tot aan 5 de buitenmantel van een denkbeeldige coaxiale tweede cilinder uitstrekkende messen waarvan de snijkant in één axiale richting is gericht, waarbij de eerste cilinder een inwendige doorsnede heeft die tenminste gelijk is aan de uitwendige grootste doorsnede van de vrucht en de tweede cilinder een 10 vrije cilindrische ruimte begrenst waarvan de buitendiameter ten minste een orde van grootte kleiner is dan de binnendiameter van de eerste cilinder, en een naar de snijkant van de messen gericht met de messen samenwerkend stempel voor het tussen de messen en het stempel opnemen van 15 een vrucht en het in axiale richting naar elkaar brengen van de messen en het stempel.

De buitendiameter bijvoorbeeld een waarde in het gebied van 2 tot 6 mm.

De uitvinding zal in het volgende worden toegelicht aan 20 de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijzing naar de tekeningen.

In de tekeningen tonen

Fig. 1 in een dwarsdoorsnede een van insnijdingen voorziene tomaat volgens de uitvinding, 25 Fig. 2 de in fig.1 getoonde tomaat in een perspectivisch beeld, en

Fig. 3 in perspectivisch bovenaanzicht een van messen voorziene holle cilinder voor een uitvoeringsvorm van een snij-inrichting volgens de uitvinding 30 In de figuren worden overeenkomstige onderdelen aangeduid met dezelfde verwijzingsgetallen.

Fig. 1 toont een tomaat 1 in een dwarsdoorsnede, met een twaalftal insnijdingen 2, die zich radiaal uitstrekken vanaf het hart van de tomaat 1, voorgesteld door een denkbeeldige 35 middencirkel 3 tot de buitenzijde 4 .De insnijdingen 2 begrenzen sectorvormige gedeelten 5, die onderling aan hun punt zijn verbonden met een door de middencirkel 3 aangegeven 4 centraal deel van de tomaat 1.

Fig. 2 toont de tomaat 1 van fig. 1 in een perspectivisch beeld, waarin is weergegeven hoe de door de insnijdingen 2 van elkaar gescheiden schuine partjes 6 door 5 het cilindervormige centrale deel 7 van de tomaat 1 bijeen worden gehouden.

Fig. 3 toont in bovenaanzicht een deel van een snijmachine met een holle cilinder 9 die is voorzien van een twaalftal zich radiaal van de binnenmantel inwaarts 10 uitstrekkende messen 11 waarvan de snijkant 12 naar boven is gericht. De messen 11 hangen los van elkaar, en zijn aan hun van de binnenwand 10 afgewende eind begrensd door een denkbeeldige coaxiale cilinder 13, die een diameter heeft die ten minste een orde van grootte kleiner is dan de 15 binnendiameter van de holle cilinder 9. De diameter van de denkbeeldige coaxiale cilinder 13 bedraagt bijvoorbeeld 2 tot 6 mm bij een binnendiameter van de holle cilinder 9 van bijvoorbeeld 10 cm. Om het snijdend effect te optimaliseren vertonen de messen 11 aan hun snijkant 12 een knik 14.

Claims

1. Voor het verdelen in voor consumptie geschikte stukjes voorbewerkte vlezige in hoofdzaak ronde vrucht (1), bijvoorbeeld een tomaat, gekenmerkt door een aantal zich in een dwarsdoorsnede vanaf een denkbeeldige middencirkel (3) 5 radiaal tot de buitenzijde (4) van de vrucht (1) uitstrekkende insnijdingen (2).

2. Voorbewerkte vrucht (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middencirkel (3) een diameter heeft in het gebied van 2 tot 6 mm.

3. Voorbewerkte vrucht (1) volgens een der conclusies 1- 2, met het kenmerk, dat het aantal insnijdingen (2) regelmatig over de dwarsdoorsnede is verdeeld.

4. Voorbewerkte vrucht (1) volgens een der conclusies 1- 3, met het kenmerk, dat het aantal insnijdingen (2) tussen 15 vier en twaalf bedraagt.

5. Werkwijze voor het bereiden van een voorbewerkte vrucht (1) volgens een der conclusies 1-4, omvattend de stappen van (i) het verschaffen van de vrucht (1), 20 (ii) het verschaffen van een holle eerste cilinder (9) die is voorzien van zich radiaal van de binnenmantel (10) van die cilinder (9) inwaarts tot aan de buitenmantel van een denkbeeldige coaxiale tweede cilinder (13) uitstrekkende messen (11) waarvan de snijkant (12) in één axiale richting 25 is gericht, waarbij de eerste cilinder (9) een inwendige doorsnede heeft die tenminste gelijk is aan de uitwendige grootste doorsnede van de vrucht (1) en de tweede cilinder een vrije cilindrische ruimte (13) begrenst waarvan de buitendiameter ten minste een orde van grootte kleiner is dan 30 de binnendiameter van de eerste cilinder (9), (iii) het verschaffen van een naar de snijkant (12) van de messen gericht met de messen (11) samenwerkend stempel, (iv) het tussen de messen (11) en het stempel brengen van de vrucht (1), op zodanige wijze dat deze in een dwarsdoorsnede in hoofdzaak loodrecht op de axiale richting van de eerste cilinder (9) is gericht, en (v) het aanbrengen van de insnijdingen (2) door het in axiale richting naar elkaar brengen van de messen (9) en het 5 stempel.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij de buitendiameter een waarde heeft in het gebied van 2 tot 6 mm.

7. Inrichting (8) voor het uitvoeren van een werkwijze volgens een der conclusies 5-6, omvattend 10 een holle eerste cilinder (9) die is voorzien van zich radiaal van de binnenmantel (10) van die cilinder (9) inwaarts tot aan de buitenmantel van een denkbeeldige coaxiale tweede cilinder (13) uitstrekkende messen (11) waarvan de snijkant (12) in één axiale richting is gericht, 15 waarbij de eerste cilinder (9) een inwendige doorsnede heeft die tenminste gelijk is aan de uitwendige grootste doorsnede van de vrucht (1) en de tweede cilinder (13) een vrije cilindrische ruimte begrenst waarvan de buitendiameter ten minste een orde van grootte kleiner is dan de binnendiameter 20 van de eerste cilinder (9), en een naar de snijkant (12) van de messen (11) gericht met de messen (11) samenwerkend stempel voor het tussen de messen (11) en het stempel opnemen van een vrucht (1) en het in axiale richting naar elkaar brengen van de messen (11) en het 25 stempel.