NL2002506C2 - Kanaalplaat, werkwijze voor het transporteren daarvan en een tilinrichting. - Google Patents

Kanaalplaat, werkwijze voor het transporteren daarvan en een tilinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL2002506C2
NL2002506C2 NL2002506A NL2002506A NL2002506C2 NL 2002506 C2 NL2002506 C2 NL 2002506C2 NL 2002506 A NL2002506 A NL 2002506A NL 2002506 A NL2002506 A NL 2002506A NL 2002506 C2 NL2002506 C2 NL 2002506C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lifting
channel plate
channel
shell
upper shell
Prior art date
Application number
NL2002506A
Other languages
English (en)
Inventor
Adrianus Gerardus Maria Paassen
Ronald Klein-Holte
Original Assignee
Vbi Ontwikkeling Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vbi Ontwikkeling Bv filed Critical Vbi Ontwikkeling Bv
Priority to NL2002506A priority Critical patent/NL2002506C2/nl
Priority to DE102010007350.4A priority patent/DE102010007350B4/de
Application granted granted Critical
Publication of NL2002506C2 publication Critical patent/NL2002506C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B5/00Floors; Floor construction with regard to insulation; Connections specially adapted therefor
    • E04B5/02Load-carrying floor structures formed substantially of prefabricated units
    • E04B5/04Load-carrying floor structures formed substantially of prefabricated units with beams or slabs of concrete or other stone-like material, e.g. asbestos cement
    • E04B5/043Load-carrying floor structures formed substantially of prefabricated units with beams or slabs of concrete or other stone-like material, e.g. asbestos cement having elongated hollow cores
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66CCRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
    • B66C1/00Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith for transmitting lifting forces to articles or groups of articles
    • B66C1/10Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith for transmitting lifting forces to articles or groups of articles by mechanical means
    • B66C1/22Rigid members, e.g. L-shaped members, with parts engaging the under surface of the loads; Crane hooks
    • B66C1/28Duplicate, e.g. pivoted, members engaging the loads from two sides
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G21/00Preparing, conveying, or working-up building materials or building elements in situ; Other devices or measures for constructional work
    • E04G21/14Conveying or assembling building elements
    • E04G21/142Means in or on the elements for connecting same to handling apparatus
    • E04G21/145Means in or on the elements for connecting same to handling apparatus specific for hollow plates
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G21/00Preparing, conveying, or working-up building materials or building elements in situ; Other devices or measures for constructional work
    • E04G21/14Conveying or assembling building elements
    • E04G21/16Tools or apparatus
    • E04G21/167Tools or apparatus specially adapted for working-up plates, panels or slab shaped building elements

Description

NL 12359-VH/mr
Kanaalplaat, werkwijze voor het transporteren daarvan en een tilinrichting
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kanaalplaat voor het vormen van een vloer, omvattende een bovenschil, een in de gebruikstoestand van de kanaalplaat daaronder gelegen onderschil, een tussen de onderschil en bo-§ vensch.il gelegen tussenlaag die voorzien is van tenminste een holte, en tenminste twee tegenover elkaar gelegen zijranden, waarbij elk van de zijranden is voorzien van een tiloppervlak voor het. ter plaatse daarvan optillen van de kanaalplaat.
Een dergelijke kanaalplaat is bekend in de stand van 10 de techniek en bijvoorbeeld geopenbaard in NL 1013136. De kanaalplaat wordt in de praktijk gebruikt voor het maken van vloeren waarbij randgedeelten van de kanaalplaat bijvoorbeeld op opstaande wanden worden gelegd en een daartussen gelegen ruimte overspant. Door een aantal kanaalplaten naast elkaar te 15 leggen wordt een vloer gevormd. Bij een verdiepingsvloer vormt in de gebruikstoestand de bovenzijde van de bovenschil de vloer van de verdieping en de onderzijde van de onderschil het plafond van de daaronder gelegen ruimte, waarbij eventueel aan de bovenzijde van de bovenschil en/of aan de onderzijde van de 20 onderschil een afwerkingslaag kan zijn aangebracht. De kanaalplaat vormt dus een dragend onderdeel van de vloer. De tussen de bovenschil en de onderschil gelegen holte dient primair ter besparing van gewicht en materiaal. De kanaalplaat is vaak gemaakt uit gewapend en voorgespannen beton en de onderschil kan 25 dikker zijn dan de bovenschil· zoals beschreven in het bovengenoemde octrooi. Om de kanaalplaat na productie daarvan en op de bouwplaats te kunnen verplaatsen, wordt een kanaalplaat in de praktijk met behulp van klembekken die ter plaatse van de tiloppervlakken aangrijpen, opgetild. Omdat de behoefte be-30 staat om het beton weg te halen in de bovenschil en eventueel ter plaatse van ribben tussen de kanalen ten behoeve van uitsparingen voor leidingen, bestaat het gevaar voor verzwakking van de kanaalplaat met als gevolg dat bij het optillen schade aan de kanaalplaat kan ontstaan of een onveilige situatie kan 35 optreden. Dit probleem kan worden opgelost, door uitsparingen 2 in de bovensch.il tussen de tiloppervlakken aan weerszijden van de kanaalpiaat te voorzien van tijdelijke vullingen of daar het beton niet te verwijderen. De vullingen of het niet verwijderde beton moeten echter later na installatie van de 5 kanaalpiaat bij een gebouw weer verwijderd worden, hetgeen veel arbeid ter plaatse van de bouwplaats rnet zich meebrengt. Een andere mogelijkheid is het aanbrenger, van doorgaande gaten in de kanaalpiaat voor het inbrengen van hijssleutels en daarmee de kanaalpiaat op te tillen, maar deze gaten dienen op de 10 bouwplaats weer gedicht te worden.
Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een kanaalpiaat die efficiënt vervaardigd en veilig verplaatst kan worden.
Dit doel wordt bereikt met de kanaalpiaat volgens de 15 uitvinding die het kenmerk heeft, dat de afstand van het til-opperviak tot de bovenschil groter is dan de helft van de afstand tussen de bovenschil en de onderschil. Het tilopper-vlak ligt dus dichter bij de onderschil dan de bovenschil. In de praktijk kan het tiloppervlak in de onderste helft van de 20 kanaalpiaat liggen, zoals gezien in de dikterichting daarvan.
Door dit kenmerk is de hoeveelheid materiaal van de kanaalpiaat dat zich boven het tiloppervlak bevindt, relatief groot, zodat de kans op schade door het afbreken van materiaal of een onveilige situatie bij het. optillen wordt geminimali-25 seerd, terwijl geen tijdelijke verstevigingen speciaal voor het verplaatsen van de kanaalpiaat hoeven te worden aangebracht en later weer moeten verwijderd. De onderschil en de bovenschil worden begrensd door de holte. In de praktijk wordt de holte vaak gevormd door een aantal kanalen die zich in de 30 langsrichting van de kanaalpiaat uitstrekken, en de onder- en bovenwanden van de kanalen vormen de grenzen van de respectievelijke onderschil en bovenschil. De onderschil en bovenschii kunnen eventueel ook een relatief kleine holte hebben, maar hebben een veel grotere materiaaldichtheid, dan de tussenlaag 35 en zullen in de praktijk althans ongeveer massief zijn.
Het tiloppervlak moet geschikt zijn om de kanaalpiaat ter plaatse daarvan veilig op te tillen met minimale of geen beschadiging van de kanaalpiaat; dit betekent dat de kana&l-plaat bestand moet zijn tegen een opwaarts gerichte tilkracht 3 die op het tiloppervlak wordt uitgeoefend en/of een in het vlak van de plaat gerichte kleinkracht die op het tiloppervlak wordt uitgeoefend.
Bij voorkeur bevindt het tiloppervlak zich althans 5 ongeveer ter plaatse van de onderschil, omdat de onderschil· een relatief grote kracht tussen de tiloppervlakken kan opnemen, hetgeen de mogelijkheid biedt om een relatief grote klemkracht in de genoemde richting op de kanaalplaat uit te oefenen. Dit is belangrijk wanneer de kanaalplaat in het bo-10 venste gedeelte daarvan verzwakt is door de kanalen tussen de onderschil en de bovenschil en eventueel extra sleuven in de bovenschil en de tussenlaag.
In een praktische uitvoeringsvorm bevindt tenminste een gedeelte van het tiloppervlak zich aan de bovenzijde van 15 een uitsparing in de zijrand. Dit betekent, dat een omhoogge-richte kracht op het tiloppervlak kan worden uitgeoefend om de kanaalplaat op te tillen. Het tiloppervlak kan een zodanige vorm hebben, dat tevens een kracht in het vlak van de kanaalplaat daarop kan worden uitgeoefend. Eventueel strekt een 20 gedeelte van het tiloppervlak zich dus dwars op het vlak van de kanaalplaat uit.
Bij voorkeur steekt tenminste een gedeelte van de onder het tiloppervlak gelegen zijrand in buitenwaartse richting van de kanaalplaat voorbij het tiloppervlak en het daarboven 25 gelegen zijrandgedeelte uit. Hierdoor wordt het mogelijk gemaakt om twee identieke kanaalplaten tegen elkaar te plaatsen ter plaatse van het uitstekende gedeelte terwijl tussen de kanaalplaten ter plaatse van het tiloppervlak en daarboven ruimte overblijft om met hefmiddelen het tiloppervlak te be~ 30 reiken.
Bij voorkeur is elk van de zijranden voorzien van een verder tiloppervlak voor het ter plaatse daarvan optillen van de kanaalplaat, welk verder tiloppervlak zich boven het tiloppervlak bevindt. Dit biedt de mogelijkheid om de kanaalplaat 35 ook op de conventionele manier op te tillen, dus waarbij het verdere tiloppervlak zich bijvoorbeeld nabij of ter plaatse van de bovenschil bevindt. Van deze mogelijkheid kan gebruik gemaakt worden op het moment dat de bovenschil geen verzwakkingen heeft als gevolg van extra uitsparingen of uitgespaarde 4 sleuven ten behoeve van bijvoorbeeld leidingen. Het verdere tilopperviak kan zich althans ongeveer ter plaatse van de bovenschil bevinden.
In een bijzondere uitvoeringsvorm is de bovenzijde ί van de kanaalplaat voorzien van een uitsparing, waarbij de afstand, zoals gezien in dwarsrichting van het vlak van de kanaalplaat, tussen het tilopperviak en een naar boven gericht contactoppervlak in de uitsparing althans ongeveer gelijk is aan de afstand tussen het verdere tilopperviak en een naar bo-10 ven gericht contactoppervlak aan de bovenzijde van de kanaalplaat. Deze uitvoeringsvorm heeft net voordeel, dat gebruik gemaakt kan worden van een tilinrichting met een tilbek die is voorzien van een afstandhouder. De tilinrichting kan zodanig zijn ingericht, dat wanneer de kanaalplaat niet is 15 voorzien van de genoemde uitsparing een contactoppervlak van de afstandhouder bij het neerwaarts laten zakken van de tilbek de bovenzijde van de kanaalplaat raakt en de tilbek zich op de juiste positie bevindt om het verdere tilopperviak aan te grijpen, terwijl wanneer de kanaalplaat wel is voorzien van de 20 genoemde uitsparing de afstandhouder in de uitsparing zakt en een naar boven gericht contactoppervlak in de uitsparing raakt, waarbij de tilbek zich op de juiste positie bevindt om het tilopperviak aan te grijpen. Wanneer in de praktijk een kanaalplaat wordt voorzien van een sleuf ter plaatse van de 25 bovenschil kan deze kanaalplaat tevens worden voorzien van de genoemde uitsparing, zodat met een daarop afgestemde tilinrichting automatisch het gewenste tilopperviak (het tilopperviak of het verdere tilopperviak) wordt aangegrepen.
De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze 30 voor het transporteren van een kanaalplaat volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de kanaalplaat ter plaatse van de tiioppervlakken van de respectievelijke zijranden wordt opgetild en verplaatst.
De uitvinding heeft ook betrekking op een tilinrich-35 ting voor het optillen van de bovengenoemde kanaalplaat, welke is voorzien van op afstand van elkaar gelegen en ten opzichte van elkaar beweegbare tilbekken, waarbij elke tilbek is voorzien van een ondersteuningsoppervlak voor het aangrijpen van een tilopperviak van de kanaalplaat.
5
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de tilbek voorzien van een afstandhouder met een contactoppervlak voor het contact maken met de bovenzijde van de kanaalplaat, welk contactoppervlak zich op afstand van het ondersteuningsopper-S vlak bevindt, en waarbij de tilbek een ü-vorm heeft, waarvan één been is voorzien van het onder.steuningsoppervlak en de afstandhouder direct verbonden is met zowel het andere been als de basis van de ü-vorm, De afstandhouder strekt zich dan binnen de U-vorm uit en verhoogt de stijfheid van de tilbek.
10 De uitvinding zal hierna verder worden toegelicht aan de hand van tekeningen, die uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding schematisch weergeven.
Fig. 1 is een dwarsdoorsnedeaanzicnt van een uitvoeringsvorm van de kanaalplaat volgens de uitvinding.
15 Fig. 2 is een met Fig. 1 overeenkomend aanzicht op kleinere schaal, waarin ook tilbekken van een tilinrichting worden getoond welke de kanaalplaat inklemmen.
Fig. 3 is een dwarsdoorsnedeaanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van de kanaalplaat volgens de 20 uitvinding,
Fig, 4a is een zeer schematisch zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van een tilinrichting volgens de uitvinding, en Fig. 4b en 4c zijn zeer schematische bovenaanzichten van twee uitvoeringsvormen van kanaalplaten.
25 Fig. 5a-d zijn zeer schematische bovenaanzichten van alternatieve uitvoeringsvormen van kanaalplaten.
Fig. 1 toont een uitvoeringsvorm van een kanaalplaat 1 volgens de uitvinding in dwarsdoorsnede. De kanaalplaat 1 heeft een balkvorm en omvat een bovenschil 2, een. onderschil 3 30 en ribben 4 die de onderschil 3 en de bovenschil 4 met elkaar verbinden. De ribben 4 vormen een scheiding tussen holtes of kanalen 5 die zich in de langsrichting van de kanaalplaat 1 uitstrekken. De holtes 5 en ribben 4 liggen in een tussenlaag welke zich tussen de bovenschil 2 en de onderschil 3 bevindt, 35 De kanalen 5 bevinden zich tussen de onderschil 3 en de bovenschil· 2, hetgeen betekent, dat de materiaaldichtheid in de tussenlaag klein is ten opzichte van de bovenschil 2 en de onderschil 3 en de kanaalplaat 1 tussen de onderschil 3 en de bovenschil 2 relatief zwak is in de plaatrichting. Bij het 4 verplaatsen van de kanaalplaat 1, bijvoorbeeld bij het installeren op de bouwplaats, wordt een dergelijke kanaalplaat 1 daarom bij voorkeur vastgeklemd ter plaatse van de bovenschil 2 of onderschil 3 volgens de uitvinding, 5: De kanaalplaat 1 omvat verder zijranden 6 die zich in dwarsrichting van het vlak van de kanaalplaat 1 uitstrekken.
De kanaalplaat 1 is gemaakt van een vast materiaal, zoals beton, en kan zijn voorzien van wapening (niet getoond). De kanaalplaat 1 kan bijvoorbeeld zijn gemaakt door middel van 10 extrusie of glijbekisting.
De in Fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm is getekend, zoals deze is georiënteerd in de gebruikstoestand. De onderschil 3 bevindt zich in deze toestand onder de bovenschil 2.
In de praktijk wordt de kanaalplaat 1 ter plaatse van de op-15 leggedeelten aan een onderzijde 7 van de onderschil 3 door opstaande wanden ondersteund. De onderzijde 7 van de onderschil 3 vormt dan een plafond in de overspannen ruimte tussen de wanden. Daarom is het in de praktijk vaak gewenst dat bij het naast elkaar plaatsen van meerdere kanaalplaten 1 deze op 20 elkaar aansluiten en de ruimte tussen twee naast, elkaar gelegen kanaalplaten 1 minimaal is. De in Fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm heeft een trapeziumvormige dwarsdoorsnede waarbij de zijranden 6 aan de onderzijde een verst uitstekende rand 6a hebben. Deze maakt het mogelijk om een onderste ge-25 deelte van twee aan elkaar grenzende kanaalplaten 1 ter plaatse van de verst uitstekende rand 6a op elkaar te laten aansluiten, terwijl er tussen de daarboven gelegen gedeelten van de zijranden 6 ruimte overblijft om tijdens de installatie met bijvoorbeeld een tilfoek van een hijsinrichting tussen de 30 kanaalplaten 1 te kunnen bewegen. Overigens kan worden opgemerkt dat de kanaalplaat 1 niet alleen maar in het horizontale vlak hoeft te worden toegepast.
Bij sommige kanaalplaten 1 is het gewenst om aan de bovenzijde van de kanaalplaat 1 een sleuf uit te sparen. Deze 35 kan bijvoorbeeld een diepte hebben die gelijk is aan de dikte van de bovenschil 2 of die zelfs tot in de onderschil 3 reikt. Dergeiijk sleuven kunnen bedoeld zijn om na installatie van de kanaalplaten .1 in een gebouw daarin leidingen voor bijvoorbeeld gas, water, elektriciteit, ventilatie, en dergelijke te 7 plaatsen. Wanneer een dergelijke sleuf bij het vervaardigen van de kanaalplaat 1 in het nog niet uitgeharde beton wordt aangebracht/ za1 de kanaalplaat 1 na uitharding als gevolg van de aanwezige sleuf een zwakke zone hebben. Wanneer de kanaal-5 plaat 1 voor het optillen en verplaatsen daarvan wordt ingeklemd tussen tilbekken van een tilinrichting en deze zwak-ke zone bevindt zich tussen de tilbekken, dan bestaat het gevaar van beschadiging van de kanaalplaat 1. In het ergste geval kan een stuk afbreken, zodat de verbinding met de til-10 bekken verloren gaat en de kanaalplaat 1 uit de tilbekken kan vallen.
In de uitvoeringsvorm van de kanaalplaat 1 volgens Fig. 1 is eik van de zijranden 6 voorzien van een tiloppervlak 8. Het tiloppervlak 8 bevindt zich ter plaatse van de onder-15 schil 3. Een gedeelte van het tiloppervlak 8 bevindt zich aan de bovenzijde van een uitsparing S in de zijrand 6 en is vanaf de bovenschii 2 in de richting van de onderschil 3 gericht.
Een ander gedeelte van het tiloppervlak 8 dat verder naar beneden is gelegen in de uitsparing 9, wordt gebruikt voor 20 vastklemming van de kanaalplaat 1 tussen tilbekken. In Fig. 2 wordt geïllustreerd hoe een kanaalplaat 1 door tilbekken 10 van een tilinrichting wordt vastgeklemd ter plaatse van de tegenover elkaar gelegen tiloppervlakken 8. In Fig. 2 is ook duidelijk te zien dat door de trapeziumvormige dwarsdoorsnede 25 ruimte tussen twee naast elkaar gelegen kanaalplaten 1 wordt gecreëerd om de tilbek 10 tussen twee juist geïnstalleerde kanaalplaten 1 uit te kunnen halen. Indien twee maal de afstand tussen de verst uitstekende rand 6a en het gedeelte van de zijrand 6 boven het tiloppervlak 8 groter is dan de diepte van 30 de uitsparing 9 ter plaatse van het tiloppervlak 8, wordt de mogelijkheid verschaft om een tilbek 10 in voldoende mate contact te laten maken met het; tiloppervlak 8 en eveneens voldoende bewegingsruimte voor de tilbek 10 tussen twee tegen elkaar geplaatste kanaalplaten 1 te verschaffen, 35 De uitvoeringsvorm volgens Fig. 1 toont dat elk van de zijranden 6 is voorzien van een verder tiloppervlak 11 voor het ter plaatse daarvan optillen van de kanaalplaat 1. Het verdere tiloppervlak 11 bevindt zich boven het tiloppervlak 8, in dit geval juist onder de bovenschil 2. De locaties van de verdere tiloppervlakken 11 kan gelijk zijn aan die bij een conventionele kanaalplaat 1 waar de tiloppervlakken 8 afwezig zijn.
8
Zoals Fig. 2 toont, heeft elke tilbek 10 een U-S vormige dwarsdoorsnede. Eén been van de ü-vormige tilbek 10 is voorzien van een ondersteuningsoppervlak 12 voor het aangrijpen van het tiloppervlak 3 van de kanaalplaat 1. Om de ondersteuningsoppervlakken 12 op eenvoudige wijze te laten aangrijpen op de tiloppervlakken 8 is elke tilbek 10 voorzien 10 van een afstandhouder 13. De afstandhouder 13 kan een plaat-vormig element zijn en is direct verbonden met zowel het. tegenover het ene been gelegen andere been van de U-vorrn als met de basis van de U-vorm en strekt zich binnen de U-vormige ruimte uit. Hierdoor wordt de stijfheid van de tilbek 10 ver-15 sterkt. De afstandhouder 13 is voorzien van een contactoppervlak 14 dat bij het neerwaarts bewegen van de tii-bek 10 naar de kanaalplaat 1 contact maakt met een naar boven gericht oppervlak 15 van de kanaalplaat 1 (zie Fig. 1 en 2}.
De uitvoeringsvorm van de kanaalplaat 1 volgens Fig. 1 en 2 is 20 aan de bovenzijde ter plaatse van randgedeelten van de kanaalplaat 1 voorzien van uitsparingen 16. Wanneer de tilbek 10 zodanig ten opzichte van de kanaalplaat 1 is gepositioneerd dat bij een neerwaartse beweging daarvan de afstandhouder 13 in de uitsparing 16 zakt, zal het contactoppervlak 14 van de 25 afstandhouder 13 op een zeker moment de bodem van de uitsparing 16 of het naar boven gerichte contactoppervlak 15 in de uitsparing 16 raken. De tilbek 10 kan daardoor niet verder in neerwaartse richting worden bewogen, maar de afstand tussen het contactoppervlak 14 van de afstandhouder 13 en het onder-30 steuningsoppervlak 12 van de tilbek 10 is zodanig gekozen, dat de tilbekken 10 bij het naar elkaar toe bewegen juist op de tiloppervlakken 8 aangrijpen. In Fig. 2 is te zien dat het contactoppervlak 14 van de afstandhouder 13 zich juist boven het naar boven gerichte contactoppervlak 15 bevindt, hetgeen 35 veroorzaakt wordt door toleranties.
Om tevens op eenvoudige wijze met dezelfde tilbekken 10 een kanaalplaat 1 ter. plaatse van de verdere tiloppervlakken 11 op te tillen, is de afstand in dwarsrichting van het vlak van de kanaalplaat 1 tussen het verdere tiloppervlak 11 g en een naar boven gericht contactoppervlak aan de bovenzijde van de kanaalplaat 1 waar het contactoppervlak 14 van de af-standhouder 13 kan aangrijpen althans ongeveer gelijk aan de afstand tussen het tiloppervlak 8 en het naar boven gericht § contactoppervlak 15 in de uitsparing 16. Wanneer de tilbek 10 zodanig ten opzichte van de kanaalplaat 1 is gepositioneerd dat bij een neerwaartse beweging daarvan naar de kanaalplaat 1 de afstandhouder 13 niet in de uitsparing 16 zakt of de uitsparing 16 afwezig is, zal wanneer het contactoppervlak 14 van IQ de afstandhouder 13 bij het raken van de bovenzijde van de kanaalplaat 1 niet verder in neerwaartse richting bewegen. De afstand tussen het contactoppervlak 14 van de afstandhouder 13 en net ondersteuningsoppervlak 12 van de tilbek 10 is zodanig, dat in dit geval de ondersteuningsoppervlakken 12 van de til-]_5 bekken 10 bij het naar elkaar toe bewegen juist op de verdere tiloppervlakken 11 aangrijpen. De uitsparingen 16 kunnen vrij eenvoudig worden aangebracht bij het vervaardigen van de kanaalplaat 1 wanneer het beton nog niet is uitgehard,
Fig. 3 toont een dwarsdoorsnede van een alternatieve 20 uitvoeringsvorm van de kanaalplaat 1, waarbij de zijranden 6 zijn voorzien van tiloppervlakken 8, maar waarbij de bovengenoemde verdere tiloppervlakken afwezig zijn. Het. bovenste gedeelte van de kanaalplaat 1 is smaller uitgevoerd dan het gedeelte daaronder. Het bovenste gedeelte wordt begrensd door 25 de naar bovengerichte contactoppervlakken 15 waarop de af-standhouders 13 van de tilbekken 10 rusten nadat deze naar beneden worden bewogen om de kanaalplaat 1 op te tillen. Zoals hierboven is toegelicht, zullen de ondersteuningsoppervlakken 12 van de tilbekken 10 zich vanwege de vooraf bepaalde onder-30 iinge afstanden dan ter plaatse van de tiloppervlakken 8 bevinden, zodat deze naar elkaar toe kunnen worden bewogen om de kanaalplaat 1 in te klemmen en vervolgens op te tillen.
Fig. 4a toont op zeer schematische wijze een praktische uitvoeringsvorm van een tilinrichting 17, welke is 35 voorzien van een balk 18 waaraan twee tilorganen 19 in de langsrichting van de balk 18 op afstand van elkaar zijn bevestigd, Elk tilorgaan 19 is voorzien van twee ten opzichte van elkaar beweegbare tilbekken 10, zoals zijn getoond in Fig. 2 en 3. De tilbekken 10 hebben elk bijvoorbeeld een lengte van 10 100 cm, maar kunnen langer of korter zijn. Aan de eindgedeel-ten van elke tilbek 10 zijn de afstandhouders 13 aangebracht. Fig. 4b en 4c tonen twee alternatieve uitvoeringsvormen van een kanaaiplaat 1 vanaf de bovenzijde. De uitvoeringsvorm vol-5 gens Fig. 4b is voorzien van vier keer twee uitsparingen 16. Wanneer de tilbekken 10 van de tilorganen 19 naar de kanaal-plaat 1 toe bewegen om deze in te klemmen, zakken de afstandhouders 13 in de uitsparingen 16 en wordt de kanaal-plaat 1 ter plaatse van de tiloppervlakken 8 aangegrepen, De 10 uitvoeringsvorm volgens Fig. 4c is niet voorzien van de uitsparingen 16 zoals bij de uitvoeringsvorm volgens Fig. 4b. Wanneer in dit geval de tilbekken 10 van de tilorganen 19 naar de kanaaiplaat 1 toe bewegen om deze in te klemmen, zakken de afstandhouders 13 met hun respectievelijke contactoppervlakken 15 14 op de bovenzijde van de kanaaiplaat 1, waardoor de tilbek ken 10 de verdere tiloppervlakken 11 aangrijpen, zoals hierboven is toegelicht. De gearceerde gedeelten in Fig. 4b en 4c geven in lengterichting van de kanaaiplaat 1 de zones aan waar de tilbekken 10 aangrijpen.
20 In de in Fig. 5a-d getoonde bovenaanzichten van di verse alternatieve uitvoeringsvormen van kanaalplaten 1 wordt geïllustreerd hoe bij het vervaardigen van de kanaalplaten 1 rekening kan worden gehouden met het later optillen van de kanaalplaten 1. Fig. 5a toont een kanaaiplaat welke aan de 25 bovenzijde voorzien is van sleuven 20 voor bijvoorbeeld leidingen. Bij het vervaardigen van een dergelijke kanaaiplaat 1 worden tevens uitsparing 16 aangebracht, zodat bij het optillen van het uitgeharde product, deze automatisch bij de tiloppervlakken 8 wordt opgetild. Hetzelfde geldt voor de uit-30 voeringsvorm volgens Fig. 5b, waarbij de sleuf 20 de kanaaiplaat 1 tussen twee aangrij pings zones van de tilbekken 10 verzwakt, In het geval van de uitvoeringsvorm volgens Fig. 5c zijn weliswaar sleuven 20 in de bovenzijde van de kanaaiplaat 1 aangebracht, maar bevinden deze zich buiten de zones 35 waar de tilbekken 10 op de kanaaiplaat 1 aangrijpen en kan de kanaaiplaat 1 dus bij de verdere tiloppervlakken 11 worden ingeklemd. Daarom zijn bij deze uitvoeringsvorm de uitsparingen 16 weggelaten. De uitvoeringsvorm, volgens Fig. 5d heeft geen
II
sleuven aan de bovenzijde van de kanaalplaat 1, zodat ook deze niet van uitsparingen 16 is voorzien.
Uit het voorgaande zal duidelijk zijn dat de kanaal-plaat volgens de uitvinding efficiënt vervaardigd en veilig 5 verplaatst kan worden. Wanneer: de kanaalplaat 1 ter plaatse van de bovenschil verzwakt is, kan deze ter plaatse van de onderschil· v/orden opgetild.
De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekeningen weergegeven en hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeelden die 10 op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kunnen worden gevarieerd. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat. de kanaalplaat niet door middel van klemming wordt vastgehouden en opgetild, maar dat de tiloppervlakken en/of verdere tilop-pervlakken alleen of hoofdzakelijk in verticale richting 15 worden ondersteund bij het optillen van de kanaalplaat.

Claims (10)

1. Kanaaiplast (1) voor het vormen van een vloer, omvattende een bovenschil (2), een in de gebruikstoestand van de kanaalplaat (1) daaronder gelegen onderschil (3), een tussen de onderschil (3) en bovensehil (2) gelegen tussenlaag die 5 voorzien is van tenminste een holte (5), en tenminste twee tegenover elkaar gelegen zijranden (6), waarbij elk van de zijranden (6) is voorzien van een tiloppervlak (8) voor het ter plaatse daarvan optillen van de kanaalplaat (1), met het kenmerk, dat de afstand van het tiloppervlak (8) tot de boven- 10 schil (2} groter is dan de helft van de afstand tussen de bovenschil (2) en de onderschil (3).
2. Kanaalplaat (1) volgens conclusie 1, waarbij het tiloppervlak (8) zich ter plaatse van de onderschil (3) bevindt.
3. Kanaalplaat (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij tenminste een gedeelte van het tiloppervlak (8) zich aan de bovenzijde van een uitsparing (9) in de zijrand {6} bevindt.
4. Kanaalplaat (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij tenminste een gedeelte van de onder het 20 tiloppervlak (8) gelegen zijrand (6) in buitenwaartse richting van de kanaalplaat (1) voorbij het tiloppervlak (8) en het daarboven gelegen zijrandgedeelte uitsteekt.
5. Kanaalplaat (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij elk van de zijranden (6) is voorzien van een 25 verder tiloppervlak (11) voor het ter plaatse daarvan optillen van de kanaalplaat (1), welk verder tiloppervlak (11) zich boven het tiloppervlak (8) bevindt.
6. Kanaalplaat (1) volgens conclusie 5, waarbij het verdere tiloppervlak (11) zich althans ongeveer ter plaatse 30 van de bovenschil (2) bevindt.
7. Kanaalplaat (1) volgens conclusie 5 of 6, waarbij de bovenzijde van de kanaalplaat (1) is voorzien van een uitsparing (16), waarbij de afstand, zoals gezien in dwarsrichting van het vlak van de kanaalplaat (1), tussen het 35 tiloppervlak (8) en een naar boven gericht contactoppervlak (15) in de uitsparing (16) althans ongeveer gelijk is aan de afstand tussen het verdere tiloppervlak (11) en een naar boven 1 o ±*J gericht contactoppervlak aan de bovenzijde van de kanaalplaat (1).
8. Werkwijze voor net transporteren van een kanaalplaat (Ij volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de % kanaalplaat (1) ter plaatse van de tiloppervlakken (8) wordt opgetild en verplaatst.
9. Tilinrichting (17) voor het optillen van een kanaalplaat (1) volgens één van de conclusies 1-7, welke is voorzien van op afstand van elkaar gelegen en ten opzichte van 10 elkaar beweegbare tilbekken (10), waarbij elke tilbek (10) is voorzien van een ondersteuningsoppervlak (12) voor het aangrijpen van een tiloppervlak (8) van de kanaalplaat (1).
10. Tilinrichting (17) volgens conclusie 9, waarbij de tilbek (10) is voorzien van een afstandhouder (13) met een 15 contactoppervlak (14) voor het contact maken met de bovenzijde van de kanaalplaat (1), welk contactoppervlak (14) zich op afstand van het ondersteuningsoppervlak (12) bevindt, en waarbij de tilbek (10) een U-vorra heeft, waarvan één been is voorzien van het ondersteuningsoppervlak (12) en de afstandhouder (13) 20 direct verbonden is met zowel het andere been als de basis van de ü-vorm. 25
NL2002506A 2009-02-09 2009-02-09 Kanaalplaat, werkwijze voor het transporteren daarvan en een tilinrichting. NL2002506C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002506A NL2002506C2 (nl) 2009-02-09 2009-02-09 Kanaalplaat, werkwijze voor het transporteren daarvan en een tilinrichting.
DE102010007350.4A DE102010007350B4 (de) 2009-02-09 2010-02-09 Hohldiele, Verfahren zu ihrem Transport und eine Hebevorrichtung

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002506A NL2002506C2 (nl) 2009-02-09 2009-02-09 Kanaalplaat, werkwijze voor het transporteren daarvan en een tilinrichting.
NL2002506 2009-02-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2002506C2 true NL2002506C2 (nl) 2010-08-10

Family

ID=41058684

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2002506A NL2002506C2 (nl) 2009-02-09 2009-02-09 Kanaalplaat, werkwijze voor het transporteren daarvan en een tilinrichting.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE102010007350B4 (nl)
NL (1) NL2002506C2 (nl)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE813198C (de) * 1950-04-04 1951-09-10 Wilhelm Schaefer Plattendecke aus grossformatigen Hohlplatten
NL7506216A (nl) * 1969-10-10 1975-08-29 Fauconnier Robert Inrichting voor het vastgrijpen en vervoeren van een element.
DE2644951A1 (de) * 1975-10-08 1977-04-21 A Betong Ab Vorgefertigtes geschossdeckenelement
FR2592080A1 (fr) * 1985-12-23 1987-06-26 Bulte Jacques Poutrelle alveolee en beton
FR2755433A1 (fr) * 1996-11-07 1998-05-07 Amh Conception Pince de securite pour la manutention de dalles alveolees
FR2770239A1 (fr) * 1997-10-24 1999-04-30 Comptoir Du Batiment Element de construction pour plancher prefabrique
FR2894266A1 (fr) * 2005-12-07 2007-06-08 E Ronveaux Sa Sa Belge Ets Dispositif de prehension pour dalle de beton alveolee

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1406608A (fr) * 1964-06-10 1965-07-23 Plaque ou dalle de construction standardisée
FR87580E (fr) * 1965-03-22 1966-01-07 Plaque ou dalle de construction standardisée
FR2625240B1 (fr) * 1987-12-23 1991-06-07 Legeai Bernard Dalles prefabriquees notamment pour la realisation de planchers
NL1013136C2 (nl) 1999-09-24 2000-07-31 Vbi Ontwikkeling Bv Kanaalplaat voor het vormen van een vloerveld waarin leidingen kunnen worden opgenomen, alsmede werkwijze voor het vormen van een vloerveld met leidingen met behulp van dergelijke kanaalplaten.
NL1033971C2 (nl) * 2007-06-12 2008-12-15 Betonson B V Betonnen bouwelement, werktuig en werkwijze voor het afdichten van een kanaal in een betonnen bouwelement.

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE813198C (de) * 1950-04-04 1951-09-10 Wilhelm Schaefer Plattendecke aus grossformatigen Hohlplatten
NL7506216A (nl) * 1969-10-10 1975-08-29 Fauconnier Robert Inrichting voor het vastgrijpen en vervoeren van een element.
DE2644951A1 (de) * 1975-10-08 1977-04-21 A Betong Ab Vorgefertigtes geschossdeckenelement
FR2592080A1 (fr) * 1985-12-23 1987-06-26 Bulte Jacques Poutrelle alveolee en beton
FR2755433A1 (fr) * 1996-11-07 1998-05-07 Amh Conception Pince de securite pour la manutention de dalles alveolees
FR2770239A1 (fr) * 1997-10-24 1999-04-30 Comptoir Du Batiment Element de construction pour plancher prefabrique
FR2894266A1 (fr) * 2005-12-07 2007-06-08 E Ronveaux Sa Sa Belge Ets Dispositif de prehension pour dalle de beton alveolee

Also Published As

Publication number Publication date
DE102010007350B4 (de) 2014-08-14
DE102010007350A1 (de) 2010-09-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2820201B1 (en) Anti-spalling edging
KR101073513B1 (ko) 슬라브 패널 및 그의 설치 시스템, 슬라브 패널의 조립 및 해체 방법
EP2756133B1 (en) Movement joint
US20150034421A1 (en) Scaffold Deck System With A Float Bar Support For Creating An Opening To Accommodate Obstacles
EP3455424A1 (en) Joint assembly and reusable height adjustar for positioning between two concrete slabs
US20090100776A1 (en) Formwork
WO2013076500A1 (en) Apparatus forming an edge of a concrete floor
WO2006016133A1 (en) Slab joint
KR101605512B1 (ko) 부분철근 및 균열유도를 이용한 변형 연속철근 콘크리트 포장구조
PH12020551374A1 (en) Prefabricated floor element, structure comprising prefabricated floor elements and installation for obtaining the prefabricated floor element
NL2002506C2 (nl) Kanaalplaat, werkwijze voor het transporteren daarvan en een tilinrichting.
KR101783034B1 (ko) 거푸집 덱 지지용 소켓 스페이서 및 이를 이용한 탈형 데크, 벽체 거푸집, 보 거푸집, 기둥 거푸집
AU2007226420A1 (en) Joint gap
EP1880063B1 (en) A wall anchor and a cavity wall comprising such an anchor
US11643814B2 (en) Systems for recessing subfloor structures
KR101327784B1 (ko) 높이 조절용 데크 플레이트
EP3112556A1 (en) Supporting device, of the falling head type, for supporting beams of formwork for floor slabs
CN203795747U (zh) 一种带有滑动支座的抗震楼梯
KR101388991B1 (ko) 파형강판과 콘크리트 부재의 합성구조에서 유공판 결합재를 이용하여 구조적 합성효과를 향상시킨 파형강판과 콘크리트 부재의 접합구조체 및 그 시공방법
JP6184709B2 (ja) コンクリートブロックの布設方法
EP3553251B1 (en) Assembly as well as a supporting structure and a profile for such an assembly
BE1021921B1 (nl) Betonnen vloerelement, vloer samengesteld met zulke betonnen vloerelementen en werkwijze voor het vervaardigen van een vloer met zulke betonnen vloerelementen
KR20110111208A (ko) 배수구용 그레이팅
AU2018203314A1 (en) Formwork
JP4009967B2 (ja) 歩車道などのブロック境界施工方法