BE1021921B1 - Betonnen vloerelement, vloer samengesteld met zulke betonnen vloerelementen en werkwijze voor het vervaardigen van een vloer met zulke betonnen vloerelementen - Google Patents

Betonnen vloerelement, vloer samengesteld met zulke betonnen vloerelementen en werkwijze voor het vervaardigen van een vloer met zulke betonnen vloerelementen Download PDF

Info

Publication number
BE1021921B1
BE1021921B1 BE2014/0520A BE201400520A BE1021921B1 BE 1021921 B1 BE1021921 B1 BE 1021921B1 BE 2014/0520 A BE2014/0520 A BE 2014/0520A BE 201400520 A BE201400520 A BE 201400520A BE 1021921 B1 BE1021921 B1 BE 1021921B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
concrete floor
floor
concrete
floor element
ribs
Prior art date
Application number
BE2014/0520A
Other languages
English (en)
Inventor
Cauwenbergh Marc Van
Cauwenbergh Gert Van
Patrick Bynens
Original Assignee
Fingo Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Fingo Nv filed Critical Fingo Nv
Priority to BE2014/0520A priority Critical patent/BE1021921B1/nl
Priority to NL1041383A priority patent/NL1041383B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1021921B1 publication Critical patent/BE1021921B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B5/00Floors; Floor construction with regard to insulation; Connections specially adapted therefor
    • E04B5/02Load-carrying floor structures formed substantially of prefabricated units
    • E04B5/04Load-carrying floor structures formed substantially of prefabricated units with beams or slabs of concrete or other stone-like material, e.g. asbestos cement
    • E04B5/043Load-carrying floor structures formed substantially of prefabricated units with beams or slabs of concrete or other stone-like material, e.g. asbestos cement having elongated hollow cores
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B5/00Floors; Floor construction with regard to insulation; Connections specially adapted therefor
    • E04B5/16Load-carrying floor structures wholly or partly cast or similarly formed in situ
    • E04B5/17Floor structures partly formed in situ
    • E04B5/23Floor structures partly formed in situ with stiffening ribs or other beam-like formations wholly or partly prefabricated
    • E04B5/26Floor structures partly formed in situ with stiffening ribs or other beam-like formations wholly or partly prefabricated with filling members between the beams
    • E04B5/261Monolithic filling members
    • E04B5/265Monolithic filling members with one or more hollow cores
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B5/00Floors; Floor construction with regard to insulation; Connections specially adapted therefor
    • E04B5/48Special adaptations of floors for incorporating ducts, e.g. for heating or ventilating

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Floor Finish (AREA)

Abstract

Betonnen vloerelement (1) dat bedoeld is voor het vormen van een vloer (13) of dak door het naast elkaar plaatsen van meerdere zulke vloerelementen (1), dat voorzien is van een wapening (11) en van een gedeelte in de vorm van een plaat (2) met een zekere dikte (D) waarin luchtkanalen (3) zijn voorzien die zich uitstrekken tussen twee uiteinden (4,5) van de plaat (2), waarbij het oppervlak (6) aan één zijde (7) van deze plaat (2) vlak is, terwijl aan het oppervlak (8) van de tegenoverliggende zijde (9) van de plaat (2) minstens één opstaande rib (10) is voorzien.

Description

Betonnen vloerelement, vloer samengesteld met zulke betonnen vloerelementen en werkwijze voor het vervaardigen van een vloer met zulke betonnen vloerelementen.
De huidige uitvinding heeft eerst en vooral betrekking op een betonnen vloerelement.
Meer bepaald heeft de uitvinding betrekking op zulk betonnen vloerelement dat voorzien is van een wapening en dat bedoeld is voor het vormen van een vloer, bijvoorbeeld tussen twee verdiepingen, of van een dak van een gebouw.
Hierbij is het de bedoeling dat meerdere zulke betonnen vloerelementen naast elkaar worden geplaatst op een ondersteunende structuur, bijvoorbeeld aan weerszijden rustend op een gemetste muur of in een metalen balk met I-profiel of dergelijke meer.
Er zijn reeds betonnen vloerelementen van dit type bekend maar deze vertonen enkele nadelen.
Een eerste type bekende betonnen vloerelementen is voorzien van luchtkanalen die zich uitstrekken volgens de lengte van het betreffende betonnen vloerelement om het gewicht ervan zoveel mogelijk te beperken.
Een groot nadeel aan deze bekende betonnen vloerelementen of holle welfseis is dat ze een grote dikte hebben.
De grote dikte van deze bekende vloerelementen is des te nadeliger indien bovenop de betonnen vloerelementen nog leidingwerk, zoals elektriciteitsleidingen, leidingen van verwarmingsinstallaties of ventilatie en de dergelijke meer, wordt gemonteerd en een bijkomende chape, laag beton of druklaag wordt aangebracht waarin deze leidingen worden ingebed.
Zulke opbouw geeft aldus aanleiding tot een zeer grote totale dikte van de vloer, ook wel kanaalplaatvloer genoemd.
Nog een nadeel van deze bekende betonnen vloerelementen is dat een kanaalplaatvloer vervaardigd met zulke vloerelementen relatief veel lucht per oppervlakte-eenheid bevat, waardoor zulke kanaalplaatvloer vaak niet voldoet aan normen en vereisten met betrekking tot de overdracht van geluid tussen een bovenliggende en een onderliggende ruimte die gescheiden zijn door de vloer.
Nog een ander nadeel van deze bekende betonnen vloerelementen die voorzien zijn van luchtkanalen, is dat naast elkaar gelegen vloerelementen onder eenzelfde belasting een niet gelijke doorbuiging kunnen ondergaan, bijvoorbeeld bij het naast elkaar plaatsen van zulke betonnen vloerelementen met een verschillende lengte.
Dit kan aanleiding geven tot scheuren en barsten in pleisterwerk.
Nog een bijkomend nadeel van deze bekende betonnen vloerelementen is dat een balkon moeilijk kan verankerd worden in een kanaalplaatvloer die ermee is gevormd omwille van de aanwezigheid van de luchtkanalen.
Voorts bieden zulke betonnen vloerelementen weinig vrijheid aan de ontwerper of architect.
Een ander bekend type betonnen vloerelementen zijn de zogenaamde breedvloerplaten, ook wel predallen genaamd.
Deze breedvloerplaten bevatten een dunne plaat vervaardigd uit beton waarin een onderwapening is voorzien die bestaat uit het onderste gedeelte van een tralieligger.
Het bovenste gedeelte van de tralieligger steekt uit de dunne plaat en is bedoeld om te worden ingebed in een laag beton of druklaag, die bovenop naast elkaar geplaatste breedvloerplaten wordt gestort ter vorming van een vloer.
De dunne platen van de breedvloerplaten doen dus dienst als verloren bekisting.
Een voordeel van dit systeem met breedvloerplaten is dat er een monolithische betonnen vloer wordt verkregen.
Een nadeel echter aan deze breedvloerplaten is dat ze een onderstempeling vereisen met korte onderlinge afstand tussen de stempels. Dit is een arbeidsintensief karwei dat uitgevoerd wordt op de werf, wat dus veel tijd en arbeid vergt en wat bijgevolg ook duur is.
Nog een ander nadeel van deze bekende breedvloerplaten is dat de uitharding van de aangestorte druklaag veel tijd vergt, waardoor het bouwproces wordt vertraagd.
Nog een bijkomend nadeel van de breedvloerplaten is dat de aangestorte betonnen druklaag een relatief grote dikte heeft, doorgaans een dikte van 15 tot 18 cm, waardoor krimpspanningen in de druklaag optreden.
Na het verwijderen van de onderstempeling treedt een lichte doorbuiging van de vloer op waardoor scheurvorming kan voorkomen.
Nog een nadeel van het toepassen van breedvloerplaten is dat een monolithische vloer wordt verkregen die erg zwaar is, waardoor vooral bij gebouwen met meerdere verdiepingen de fundering vaak verzwaard dient te worden uitgevoerd.
Nog een ander nadeel van het toepassen van breedvloerplaten is dat er voor het storten van de druklaag mixbeton dient te worden gebruikt die een hoger cementgehalte heeft dan bijvoorbeeld prefabbeton, waardoor de kostprijs ervan hoger is dan bijvoorbeeld het toepassen van holle welfseis.
Nog een bekend type betonnen vloerelement is de zogenaamde wingvloerplaat of vleugelvloerplaat.
Zulk bekende vleugelvloerplaat is opgebouwd uit een dik middelste gedeelte waarin luchtkanalen zijn voorzien, waarbij aan weerszijden van dit middelste gedeelte twee dunnere gedeelten zijn voorzien die zich als een soort van vleugels uit het middelste gedeelte uitstrekken.
Ter plaatse van de dunnere gedeelten van de wingvloerplaten kunnen leidingen, zoals verwarmingsbuizen of dergelijke, worden geïnstalleerd.
Een nadeel van het toepassen van zulke bekende wingvloerplaten is dat het een uiterst nauwkeurige bouwplanning vergt, aangezien er weinig of geen wijzigingen meer kunnen gebeuren na het plaatsen ervan.
Nog een ander nadeel van deze bekende vleugelvloerplaten is dat het verticaal doorboren van een vloer die ermee is samengesteld, bijvoorbeeld met de bedoeling een lichtpunt of dergelijke aan te brengen, steeds een bepaald risico inhoudt, omwille van de mogelijke aanwezigheid van verwarmingsbuizen die per ongeluk zouden kunnen doorboord worden.
Nog een nadeel van deze bekende vleugelvloerplaten is dat leidingen of buizen enkel in de vloer kunnen geïntegreerd worden volgens de lengterichting van de vleugvloerplaten.
Indien dwars op de lengterichting tevens leidingen of buizen dienen te worden voorzien, dan moet een bijkomende laag worden aangestort, waardoor de totale vloerdikte zeer groot wordt.
Nog een nadeel van de vleugelvloerplaten is dat de zijranden ervan recht zijn uitgevoerd.
Bij het storten van een druklaag op aanliggende vleugelvloerplaten van een te vormen vloer komt het beton dus enkel bovenop de bovenzijde te liggen.
Aan de onderzijde van de vloer raken de aanliggende vleugelvloerplaten elkaar ter plaatse van de dunnere gedeelten zonder aldaar verder door het gestorte beton met elkaar te worden verbonden.
Bijgevolg kan er gemakkelijk scheurvorming optreden wanneer een vloer samengesteld met zulke vleugelvloerplaten aan zijn onderzijde wordt bepleisterd, bijvoorbeeld tengevolge van een verschil in buiggedrag onder een belasting van aanliggende vleugelvloerplaten.
Nog een ander type betonnen vloerelement is verwant met de holle welfsels en heeft ook luchtkanalen die zich uitstrekken volgens de lengte van het betonnen vloerelement.
De onderzijde van het vloerelement is echter vol en met een substantieel grotere dikte uitgevoerd, terwijl de luchtkanalen zich in het bovenste gedeelte van het vloerelement bevinden.
Hierbij is het de bedoeling door gedeelten van de bovenzijde weg te nemen open kanalen of sleuven te vormen waarin leidingen of buizen kunnen worden ingebracht.
Een vloer samengesteld op basis van zulke bekende vloerelementen wordt ook wel een leidingvloer genoemd.
Het spreekt voor zicht dat zulke leidingvloeren het nadeel hebben zeer dik te zijn vanwege het dikke en volle onderste gedeelte.
Bovendien moet er opnieuw goed gepland en uiterst precies gewerkt worden met weinig of geen ruimte voor veranderingen achteraf en weinig uitvoeringstolerantie.
Het verwezenlijken van de open kanalen of sleuven is bovendien tijdrovend en duur.
Voorts is zulk vloerelement over gedimensioneerd ter plaatse van vloergedeelten waarin geen leidingen of buizen dienen te worden voorzien.
Tot slot zijn er nog bekende betonnen vloerelementen die bestaan uit een vlakke en volle betonnen plaat met geringe dikte waarop aan één zijde opstaande ribben zijn voorzien die zich uitstrekken op een kleine afstand van de zijranden van de vlakke plaat.
Tussen de opstaande ribben van deze bekende betonnen vloerelementen worden blokken uit polystyreen voorzien om het gewicht van de vloer te beperken.
Bovenop op dit geheel wordt een druklaag gestort.
Een nadeel van deze bekende vloerelementen is dat de vloeren die ermee gevormd worden niet kunnen voldoen aan de comforteisen voor de overdracht van geluid doorheen zulke vloer.
Nog een nadeel van zulke vloerelementen is dat leidingen bovenop de drukplaat dienen te worden geïnstalleerd, aangezien het onmogelijk is de opstaande ribben dwars te kruisen.
Bijgevolg heeft zulke vloer opnieuw een grote dikte.
De huidige uitvinding heeft dan ook als doel een oplossing te bieden aan één of meer van de voornoemde en/of andere nadelen.
Hiertoe betreft de huidige uitvinding een betonnen vloerelement dat voorzien is van een wapening, dat bedoeld is voor het vormen van een vloer of dak van een gebouw door het naast elkaar plaatsen van meerdere zulke vloerelementen en dat voorzien is van een gedeelte in de vorm van een plaat of welfsel met een zekere dikte waarin luchtkanalen zijn voorzien die zich uitstrekken tussen twee uiteinden van de plaat, waarbij het oppervlak aan één zijde van deze plaat vlak is, terwijl aan het oppervlak van de tegenoverliggende zijde van de plaat minstens één opstaande rib is voorzien.
Een groot voordeel van zulk betonnen vloerelement volgens de uitvinding is dat het licht is uitgevoerd door de aanwezigheid van de luchtkanalen, net zoals de bekende holle welfsels.
Een ander voordeel van zulk betonnen vloerelement volgens de uitvinding is dat de rib of ribben een bijkomende stevigheid geven aan het vloerelement, zodanig dat tijdens het plaatsen van zulke vloerelementen op een werf ter vorming van een vloer er minder noodzaak is aan ondersteuning van het vloerelement.
Hierbij kan de afstand tussen opeenvolgende gedeelten van de vloer die dienen te worden ondersteund tijdens het storten van een druklaag of chape of dergelijke, sterk vergroot worden, waardoor veel tijd kan worden bespaard en de installatie goedkoper is.
Nog een voordeel van een betonnen vloerelement overeenkomstig de uitvinding is dat tussen de ribben kabels, leidingen en/of buizen kunnen worden aangebracht die daarna in een bijkomende gestorte laag beton of chape kunnen worden ingebed.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een betonnen vloerelement overeenkomstig de uitvinding maakt elke voornoemde opstaande ribbe integraal deel uit van het betonnen vloerelement, is zulke ribbe vervaardigd uit hetzelfde beton en is zulke ribbe inwendig voorzien van een wapening.
Een groot voordeel van deze uitvoeringsvorm van een betonnen vloerelement volgens de uitvinding is dat het toelaat de totale dikte van een vloer gevormd met zulke vloerelementen erg te beperken vergeleken bij de vloerdiktes die realiseerbaar zijn met de bekende betonnen vloerelementen.
Immers, de ribben geven bijkomende sterkte aan het geheel bestaande uit de vloerelementen, eventueel aangebrachte buizen of kabels en een bijkomende druklaag.
Hierdoor kan met betonnen vloerelementen volgens de uitvinding bijvoorbeeld een vloer worden verwezenlijkt die een substantieel kleinere dikte heeft dan een vloer uitgevoerd met de bekende holle welfsels in verder gelijkaardige omstandigheden voor wat betreft de belasting die wordt uitgeoefend op de vloer, de hoeveelheid leidingen en kabels ingebed in de vloer en zo meer.
Volgens nog eenvoorkeurdragende uitvoeringsvorm van een betonnen vloerelement overeenkomstig de uitvinding strekken de voornoemde opstaande ribben die voorzien zijn aan het vloerelement zich uit tot op een zekere afstand van de randen van het vloerelement, zodat er tussen elk uiteinde van de ribben en de randen van het vloerelement een vlakke strook is voorzien die het vloerelement omringt aan de betreffende zijde van de plaat.
Een groot voordeel van zulke uitvoeringsvorm van een vloerelement volgens de uitvinding is dat in de strook die het vloerelement omringt kabels of leidingen kunnen worden voorzien, terwijl de stevigheid van het betonnen vloerelement toch grotendeels wordt behouden.
Hierdoor is het mogelijk op zulke betonnen vloerelementen kabels en leidingen aan te brengen die zich kunnen uitstrekken parallel aan de ribben, maar evengoed in een richting dwars op de ribben, waardoor een grote flexibiliteit wordt verkregen tijdens het installeren van zulke leidingen en kabels.
Er is dan ook geen grote nood meer aan het vooraf inplannen van de ganse installatie reeds bij de aanvang van de bouw van de vloer, wat wel het geval is bij vele van de systemen gebaseerd op de bekende betonnen vloerelementen.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een vloer die is samengesteld met betonnen vloerelementen volgens de uitvinding van een type zoals hiervoor werd beschreven, waarbij aan de zijde van de plaat met opstaande ribben leidingen of kabels zijn voorzien tussen de opstaande ribben, die zijn ingebed in een chape of laag beton gestort over de ganse oppervlakte van de zijde van de vloerelementen met ribben en met een totale vloerdikte die overeenstemt met het dubbele van de dikte van de plaat van de vloerelementen.
Zulke vloer kan gemakkelijk gerealiseerd worden en heeft slechts in beperkte mate ondersteuning nodig tijdens het storten van de laag beton of chape.
Bovendien kan de vloer met een veel kleinere dikte worden uitgevoerd dan met de bekende technieken het geval is.
Tot slot heeft de uitvinding ook nog betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen vloer met behulp van betonnen vloerelementen volgens de uitvinding zoals hiervoor beschreven.
Zulk werkwijze omvat minsten de volgende stappen: - het horizontaal opstellen van de betonnen vloerelementen met de vlakke zijde naar beneden gekeerd ter vorming van een vloeroppervlak; het aanbrengen van leidingen of kabels tussen de opstaande ribben van de betonnen vloerelementen; en, - het storten van een chape, laag beton of druklaag op de vloerelementen met een dikte in overeenstemming met de hoogte van de opstaande ribben.
Volgens een voorkeurdragende werkwijze in overeenstemming met de uitvinding worden de betonnen vloerelementen bij het horizontaal opstellen ervan ondersteund door een bijkomende, tussenliggende ondersteuning, indien een overspanning wordt bereikt van meer dan 6 meter.
Het is duidelijk dat zulke werkwijze volgens de uitvinding uiterst efficiënt is, onder meer doordat slechts weinig ondersteuning nodig is en dat met zulke werkwijze vloeren kunnen verwezenlijkt worden met interessantere eigenschappen dan met de bekende werkwijzen.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een betonnen vloerelement volgens de uitvinding beschreven, evenals van een ventilatievloer volgens de uitvinding, met verwijzing naar bijgaande figuren, waarin: figuur 1 in bovenaanzicht een betonnen vloerelement volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een vooraanzicht weergeeft in een richting aangeduid met pijl F2 in figuur 1 op hetzelfde betonnen vloerelement; figuur 3 een bovenaanzicht is op een ventilatievloer volgens de uitvinding in een toestand voor het storten van een chape of laag beton; figuur 4 in zijaanzicht de ondersteuning van betonnen vloerelementen tijdens het vormen van een vloer illustreert ; figuur 5 een doorsnede weergeeft door een vloer verwezenlijkt met betonnen vloerelementen volgens de uitvinding; en, figuur 6 uitvergroot het gedeelte weergeeft dat in figuur met F6 is aangeduid.
Het in de figuren 1 en 2 weergegeven betonnen vloerelement 1 bestaat uit een betonnen structuur met een gedeelte 2 in de vorm van een plaat of welfsel 2 met een zekere dikte D waarin luchtkanalen 3 zijn voorzien.
Deze luchtkanalen 3 strekken zich uit doorheen het ganse betonnen vloerelement 1 tussen twee uiteinden 4 en 5 van de plaat 2.
Het oppervlak 6 aan één zijde 7 van deze plaat 2 is vlak uitgevoerd.
Met vlak wordt hier evenwel bedoeld dat globaal genomen dit oppervlak in eenzelfde vlak licht, maar het is niet uitgesloten dat aan deze zijde 7 het oppervlak 6 bijvoorbeeld voorzien is van een kleine structuur, zoals ribbels of oneffenheden, bijvoorbeeld met de bedoeling beter grip te bieden voor het aanbrengen van een pleister of gewoonweg ter decoratie of dergelijke meer.
Aan het oppervlak 8 van de tegenoverliggende zijde 9 van de plaat 2 is in dit geval een paar opstaande ribben 10 voorzien, die op een afstand E van elkaar gelegen zijn en die rechtlijnig zijn uitgevoerd.
De opstaande ribben 10 voorzien aan het vloerelement 1, evenals de luchtkanalen 3 in het vloerelement 1 strekken zich in dit geval uit volgens de lengterichting AA' van het vloerelement 1.
Het is volgens de uitvinding echter niet uitgesloten meer of minder ribben 10 te voorzien.
Het is eveneens niet uitgesloten ribben 10 met een andere vorm aan te brengen, die bijvoorbeeld niet rechtlijnig zijn, maar gekromd of die bestaan uit een patroon van in elkaar overlopende rechtlijnige stukken.
Het is tevens mogelijk bijvoorbeeld meerdere ribben 10 te voorzien bestaande uit al dan niet rechtlijnige korte stukken op een zekere afstand van elkaar en zo meer.
Ook kunnen de luchtkanalen 3, evenals de ribben 10 zich uitstrekken volgens andere richtingen dan geïllustreerd in figuur 1.
Elke opstaande ribbe 10 maakt integraal deel uit van het betonnen vloerelement 1 en is vervaardigd uit hetzelfde beton.
Zowel de plaat 2 als de ribben 10 zijn voorts inwendig voorzien van een wapening 11, die bij voorkeur als één geheel uitgevoerd is.
Het is volgens de uitvinding echter niet uitgesloten de ribben 10 anders uit te voeren en bijvoorbeeld te vervaardigen uit een ander materiaal of uit een beton met een andere samenstelling.
Ook is het mogelijk de ribben 10 apart te vervaardigen en nadien op de plaat 2 te bevestigen bijvoorbeeld door een verlijming of door ze op de plaat 2 vast te bouten of dergelijke meer.
De opstaande ribben 10 hebben een hoogte H en steken met deze hoogte H substantieel boven het oppervlak 8 van de plaat 2 uit.
Deze hoogte H is bij voorkeur iets kleiner dan de dikte D van de plaat 2, waarbij het verschil voldoende is om een laag beton of chape 12 integraal over de ganse oppervlakte 8 van het vloerelement 1 aan de zijde 9 met ribben 10 te storten.
Aldus kan een vloer 13 worden verkregen met een totale vloerdikte T die ongeveer het dubbele is van de dikte D van de plaat 2.
Dit is meer in detail geïllustreerd in de figuren 5 en 6.
In een mogelijke uitvoeringsvorm die in vele gevallen geschikt kan zijn, heeft de plaat 2 een dikte D van om en bij 10 cm en hebben de opstaande ribben 10 een hoogte H van bijvoorbeeld 7 à 8 cm, liefst een hoogte H tussen 5 en 9 cm.
De opstaande ribben 10 voorzien aan het vloerelement 1 hebben in dit geval een lengte L die kleiner is dan de lengte L' van het vloerelement 1.
Elk uiteinde 14 van de ribben 10 is hierbij in dit geval op een afstand F gelegen van de overeenkomstige nabije dwarse rand 15 van het vloerelement 1.
Deze afstand F is gelijk aan de helft van het lengteverschil L'-L.
De ribben 10 strekken zich voorts uit parallel aan de langse randen 15 van het vloerelement 1 op een zekere afstand G daarvan.
Kortom, tussen de ribben 10 en de randen 15 van het vloerelement 1 is een vlakke strook 16 beschikbaar die het vloerelement 1 omringt met een minimale breedte B gelijk aan de afstand F of G.
Deze strook 16 heeft bij voorkeur een minimale breedte B die tussen 20 en 30 cm is gelegen.
Op deze wijze kunnen kabels en leidingen 17 over de betonnen vloerelementen 1 worden aangebracht die zich helemaal of gedeeltelijk uitstrekken volgens de lengterichting AA' en helemaal of gedeeltelijk volgens een richting CC' dwars daarop.
Dit is geïllustreerd aan de hand van figuur 3, waarbij meerdere betonnen vloerelementen 1 naast elkaar zijn geplaatst ter vorming van een vloer 13.
Een ventilatieleiding 18 strekt zich uit over de betonnen vloerelementen 1 in de dwarse richting CC', terwijl een ventilatieleiding 19 twee parallelle gedeelten 20 heeft die zich tevens volgens de dwarsrichting CC' uitstrekken evenals een tussenliggend gedeelte 21 dat zich uitstrekt in de richting AA' evenwijdig met de ribben 10.
Op deze wijze kunnen kabels en leidingen 17 in de vloer 13 worden ingewerkt die in verschillende richtingen lopen en dit alles binnen de hoogte H van de ribben 10 en dus zonder dat hiertoe de totale vloerdikte T toeneemt, zoals wel het geval is bij de bekende systemen.
Volgens de uitvinding is het niet uitgesloten andere maatregelen te treffen om het aanbrengen van kabels of leidingen in verschillende richtingen AA' en CC' mogelijk te maken.
Zo kunnen de ribben 10 tevens worden voorzien van onderbrekingen, doch dit wordt bij voorkeur zoveel mogelijk vermeden om de buigsterkte van de betonnen vloerelementen 1 zo groot mogelijk te houden.
Zoals meer in detail in profiel is weergegeven in figuur 2, zijn de betonnen vloerelementen 1 voorzien van zijwanden 22 die zich uitstrekken volgens de lengterichting AA'.
Een voorkeurdragend kenmerk van een betonnen vloerelement 1 volgens de uitvinding is dat deze zijwanden 22 geprofileerd zijn en wel op zodanige wijze dat wanneer meerdere vloerelementen 1 naast elkaar worden geplaatst beton 12 tussen de aanliggende zijwanden 22 van naast elkaar gelegen vloerelementen 1 kan dringen, bij voorkeur tot zo dicht mogelijk bij de vlakke zijde 6 van de betonnen vloerelementen 1.
Dit is meer in detail weergegeven in de figuren 5 en 6.
Liefst draagt de profilering van deze zijwanden 22 ook bij aan het in elkaar verankeren van naast elkaar gelegen betonnen vloerelementen 1, wat bijvoorbeeld kan verwezenlijkt worden door zich volgens de lengterichting AA' uitstrekkende ribbels 23.
Op deze wijze kan scheurvorming in een pleister aangebracht op de vlakke zijde 6 van de vloerelementen 1 sterk verhinderd worden.
Bij het vervaardigen van een vloer 13 volgens een werkwijze in overeenstemming met de uitvinding is het de bedoeling dat meerdere vloerelementen 1 naast elkaar worden geplaatst en horizontaal worden opgesteld met de vlakke zijde naar beneden gekeerd ter vorming van een vloeroppervlak.
Daarna kunnen leidingen of kabels 17, zoals ventilatieleidingen 18 of 19, elektrische kabels 24, verwarmingsbuizen 25 en dergelijke meer tussen de opstaande ribben 10 van de betonnen vloerelementen 1 worden aangebracht en kan een chape, laag beton of druklaag 12 op de betonnen vloerelementen 1 worden gestort.
Deze chape, laag beton of druklaag 12 heeft bij voorkeur met een dikte I die de hoogte H van de opstaande ribben 10 overschrijdt.
Bij het horizontaal opstellen van de betonnen vloerelementen 1 dient uiteraard een ondersteuning 26 te worden voorzien.
Een voordeel van het toepassen van betonen vloerelementen 1 volgens de uitvinding is dat de ribben 10 een extra versteviging bieden, waardoor bijkomende tussenliggende ondersteuningen slechts nodig zijn indien een overspanning wordt bereikt die meer dan 6 bedraagt, waardoor veel minder ondersteuning nodig is dan gebruikelijk is met de bekende technieken.
In het geval van figuur 4 bijvoorbeeld hebben de betonnen vloerelementen 1 een lengte L' die groter is dan 6 meter.
Hierbij zijn de betonnen vloerelementen 1 aan hun beide uiteinden 4 en 5 telkens opgelegd op een gemetste muur 26 terwijl ze bijkomend slechts in het midden werden ondersteund door een tussenliggende schoor 27, aangezien de overspanning 28 in dit geval groter is dan 6 meter, maar kleiner dan 12 meter.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en aan de hand van de figuren geïllustreerde uitvoeringsvormen van een betonnen vloerelement 1 en een vloer 13 volgens de uitvinding, doch zulke betonnen vloerelement 1 en een vloer 13 kunnen op allerlei andere manieren worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
De uitvinding is tevens niet beperkt tot de als voorbeeld beschreven werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen vloer volgens de uitvinding met behulp van betonnen vloerelementen volgens de uitvinding, doch zulke werkwijze kan op allerlei andere manieren worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (17)

  1. Conclusies
    1. Betonnen vloerelement (1) dat voorzien is van een wapening (11) en dat bedoeld is voor het vormen van een vloer (13) of dak van een gebouw door het naast elkaar plaatsen van meerdere zulke vloerelementen (1) , daardoor gekenmerkt dat het betonnen vloerelement (1) voorzien is van een gedeelte in de vorm van een plaat (2) of welfsel met een zekere dikte (D) waarin luchtkanalen (3) zijn voorzien die zich uitstrekken tussen twee uiteinden (4,5) van de plaat (2) , waarbij het oppervlak (6) aan één zijde (7) van deze plaat (2) vlak is, terwijl aan het oppervlak (8) van de tegenoverliggende zijde (9) van de plaat (2) minstens één opstaande rib (10) is voorzien.
  2. 2. Betonnen vloerelement (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat elke voornoemde opstaande ribbe (10) integraal deel uitmaakt van het betonnen vloerelement (1), vervaardigd is uit hetzelfde beton en inwendig voorzien is van een wapening (11).
  3. 3. Betonnen vloerelement (1) volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het betonnen vloerelement (1) voorzien is van een paar voornoemde opstaande ribben (10) .
  4. 4. Betonnen vloerelement (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde opstaande ribben (10) voorzien aan het betonnen vloerelement (1) rechtlijnig zijn.
  5. 5. Betonnen vloerelement (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde opstaande ribben (10) voorzien aan het betonnen vloerelement (1) , evenals de luchtkanalen (3) in het betonnen vloerelement (1) zich uitstrekken volgens de lengte (1/ ) van het betonnen vloerelement (1) .
  6. 6. Betonnen vloerelement (1) volgens conclusies 4 en 5, daardoor gekenmerkt dat de opstaande ribben (10) voorzien aan het betonnen vloerelement (1) een lengte (L) hebben die kleiner is dan de lengte (1/ ) van het vloerelement (1).
  7. 7. Betonnen vloerelement (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat elk uiteinde (14) van de ribben (10) op een afstand (F) is gelegen van de overeenkomstige nabije rand (15) van het vloerelement (1).
  8. 8. Betonnen vloerelement volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de ribben (10) zich uitstrekken volgens een richting (AA') parallel aan randen (15) van het vloerelement (1) op een zekere afstand (G) van deze randen (15).
  9. 9. Betonnen vloerelement volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat tussen de ribben (10) en de randen (15) van het vloerelement (1) een vlakke strook (16) beschikbaar is die het vloerelement (1) omringt met een minimale breedte (B) .
  10. 10. Betonnen vloerelement (1) volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de strook (16) een minimale breedte (B) heeft tussen 20 en 30 cm.
  11. 11. Betonnen vloerelement (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het voorzien is van zijwanden (22) die zich uitstrekken volgens de lengterichting (AA') en die geprofileerd zijn.
  12. 12. Betonnen vloerelement (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de opstaande ribben (10) een hoogte (H) hebben die iets kleiner is dan de dikte (D) van de plaat (2), waarbij het verschil voldoende is om een laag beton (12) of chape integraal over de ganse oppervlakte (8) van het vloerelement (1) aan de zijde (9) met ribben (10) te storten.
  13. 13. Betonnen vloerelement (1) volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de plaat een dikte (D) heeft van 10 cm en de opstaande ribben (10) een hoogte (H) hebben die gelegen is tussen 5 en 9 cm.
  14. 14. Vloer (13) samengesteld met betonnen vloerelementen (1) volgens één of meerdere van de voorgaand conclusies, daardoor gekenmerkt dat aan de zijde (8) van de plaat (2) met opstaande ribben (10) leidingen of kabels (17) zijn voorzien tussen de opstaande ribben (10), die zijn ingebed in een chape of laag beton (12) gestort over de ganse oppervlakte (8) van de zijde (9) van de betonnen vloerelementen (1) met ribben (10) en met een totale vloerdikte (T) die overeenstemt met het dubbele van de dikte (D) van de plaat (2) van de vloerelementen (1).
  15. 15. Vloer (13) volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat het een ventilatievloer is waarin de ventilatieleidingen (18,19) zijn ingebed.
  16. 16., Werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen vloer (13) met behulp van betonnen vloerelementen (1) volgens één of meerdere van de conclusies 1 tot 9, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze minstens de volgende stappen omvat: het horizontaal opstellen van de betonnen vloerelementen (1) met de vlakke zijde (6) naar beneden gekeerd ter vorming van een vloeroppervlak; het aanbrengen van leidingen (17) tussen de opstaande ribben (10) van de betonnen vloerelementen (1); en, - het storten van een chape of laag beton (12) op de betonnen vloerelementen (1) met een dikte (I) die de hoogte (H) van de opstaande ribben (10) overschrijdt.
  17. 17. Werkwijze volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat de vloerelementen (1) bij het horizontaal opstellen worden ondersteund door een bijkomende tussenliggende ondersteuning (27) indien een overspanning wordt bereikt van meer dan 6 meter.
BE2014/0520A 2014-07-07 2014-07-07 Betonnen vloerelement, vloer samengesteld met zulke betonnen vloerelementen en werkwijze voor het vervaardigen van een vloer met zulke betonnen vloerelementen BE1021921B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0520A BE1021921B1 (nl) 2014-07-07 2014-07-07 Betonnen vloerelement, vloer samengesteld met zulke betonnen vloerelementen en werkwijze voor het vervaardigen van een vloer met zulke betonnen vloerelementen
NL1041383A NL1041383B1 (nl) 2014-07-07 2015-06-29 Betonnen vloerelement, vloer samengesteld met zulke betonnen vloerelementen en werkwijze voor het vervaardigen van een vloer met zulke betonnen vloerelementen.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0520A BE1021921B1 (nl) 2014-07-07 2014-07-07 Betonnen vloerelement, vloer samengesteld met zulke betonnen vloerelementen en werkwijze voor het vervaardigen van een vloer met zulke betonnen vloerelementen

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021921B1 true BE1021921B1 (nl) 2016-01-26

Family

ID=51655511

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/0520A BE1021921B1 (nl) 2014-07-07 2014-07-07 Betonnen vloerelement, vloer samengesteld met zulke betonnen vloerelementen en werkwijze voor het vervaardigen van een vloer met zulke betonnen vloerelementen

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1021921B1 (nl)
NL (1) NL1041383B1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR801367A (fr) * 1936-01-28 1936-08-03 Brique creuse perfectionnée pour hourdis de divers genres
FR845743A (fr) * 1938-05-03 1939-08-31 élément de hourdis
DE3310482A1 (de) * 1983-03-23 1984-09-27 Heinrich Dr.-Ing. 7000 Stuttgart Bechert Betontraeger, -tragplatte od. dgl.

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR801367A (fr) * 1936-01-28 1936-08-03 Brique creuse perfectionnée pour hourdis de divers genres
FR845743A (fr) * 1938-05-03 1939-08-31 élément de hourdis
DE3310482A1 (de) * 1983-03-23 1984-09-27 Heinrich Dr.-Ing. 7000 Stuttgart Bechert Betontraeger, -tragplatte od. dgl.

Also Published As

Publication number Publication date
NL1041383B1 (nl) 2016-03-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2008149771A (ru) Структурные элементы и способы их применения
KR102171006B1 (ko) 강화 콘크리트 바닥을 구축하기 위한 소결 발포 폴리스티렌 모듈형 요소
CA2678452C (en) Device for anchoring concrete to an insulating panel and form employing the device
EP3115523B1 (en) Concrete panel, especially for composite floors, and a composite floor
JP5596876B1 (ja) プレキャスト床版の製造装置及びプレキャスト床版の製造方法
KR101614722B1 (ko) 피씨 복합화 건축물용 플랫 리브드 슬래브
US20090217613A1 (en) Wall Element
NL1041383B1 (nl) Betonnen vloerelement, vloer samengesteld met zulke betonnen vloerelementen en werkwijze voor het vervaardigen van een vloer met zulke betonnen vloerelementen.
US20200256054A1 (en) Precast Concrete Panel and Method
NL1042729B1 (nl) Betonnen vloerelement, vloer samengesteld met zulke betonnen vloerelementen en werkwijze voor het vervaardigen van een vloer met zulke betonnen vloerelementen.
KR101677233B1 (ko) 천정 벽돌과 이를 적용한 건축물의 천정 구조물 및 그 시공 방법
KR101912308B1 (ko) 발코니를 일체로 형성하는 건축구조물의 시공구조
WO2007039887A3 (en) A method of constructing a roof or floor slab
JP6232190B2 (ja) 目地構成部材、コンクリート打設方法、コンクリート構造物
BE1016868A3 (nl) Verbeterd bouwelement en werkwijze voor het vervaardigen van zulk bouwelement.
NL2001404C2 (nl) Bouwwerkwijze en breedplaatelement voor toepassing daarbij.
NL2004863C2 (en) Building or part thereof, prefab floor part and method for forming a building or a floor part.
BE1023479B1 (nl) Geprefabriceerd muurelement
ITPN20130075A1 (it) Processo di costruzione di strutture abitative prefabbricate di vario genere e strutture abitative prefabbricate cosi¿ ottenute
US1817900A (en) Roof construction
NL2012652C2 (nl) Werkwijze voor het optrekken van een gebouw, alsmede een werkwijze voor het vervaardigen van een breedplaat.
PL243406B1 (pl) Płyta poziomej izolacji termicznej wzmocniona wspornikami
PL72602Y1 (pl) Panel stropowy sprężony i zespolony
ITUA20164209A1 (it) Parete e metodo per la sua realizzazione
ITBO20110586A1 (it) Struttura di alleggerimento e metodo per la realizzazione di solai

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20160126

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170731