NL1042729B1 - Betonnen vloerelement, vloer samengesteld met zulke betonnen vloerelementen en werkwijze voor het vervaardigen van een vloer met zulke betonnen vloerelementen. - Google Patents

Betonnen vloerelement, vloer samengesteld met zulke betonnen vloerelementen en werkwijze voor het vervaardigen van een vloer met zulke betonnen vloerelementen. Download PDF

Info

Publication number
NL1042729B1
NL1042729B1 NL1042729A NL1042729A NL1042729B1 NL 1042729 B1 NL1042729 B1 NL 1042729B1 NL 1042729 A NL1042729 A NL 1042729A NL 1042729 A NL1042729 A NL 1042729A NL 1042729 B1 NL1042729 B1 NL 1042729B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ribs
concrete floor
concrete
floor
floor element
Prior art date
Application number
NL1042729A
Other languages
English (en)
Inventor
Van Cauwenberg Gert
Original Assignee
Fingo Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Fingo Nv filed Critical Fingo Nv
Application granted granted Critical
Publication of NL1042729B1 publication Critical patent/NL1042729B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B5/00Floors; Floor construction with regard to insulation; Connections specially adapted therefor
    • E04B5/02Load-carrying floor structures formed substantially of prefabricated units
    • E04B5/04Load-carrying floor structures formed substantially of prefabricated units with beams or slabs of concrete or other stone-like material, e.g. asbestos cement
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B5/00Floors; Floor construction with regard to insulation; Connections specially adapted therefor
    • E04B5/48Special adaptations of floors for incorporating ducts, e.g. for heating or ventilating

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Floor Finish (AREA)

Abstract

Betonnen vloerelement voorzien van een gedeelte in de vorm van een volle plaat of vol welfsel met een dikte, waarbij het oppervlak aan één zijde van de plaat vlak is, terwijl aan het oppervlak van de tegenoverliggende zijde van de plaat minstens drie opstaande ribben zijn voorzien parallel aan de lengterichting van het betonnen vloerelement waarvan één langsrib gepositioneerd is in het midden en twee langsribben elk aan een rand van het betonnen vloerelement, waarbij de drie opstaande ribben aansluiten op twee kopse wanden aan het langseind en zich uitstrekkend over de breedte van het betonnen vloerelement.

Description

Octrooicentrum
Θ 1042729
(21) Aanvraagnummer: 1042729 © Aanvraag ingediend: 25 januari 2018 @ Int. CL:
E04B 5/02 (2018.01)
(30) Voorrang: (73) Octrooihouder(s):
2 februari 2017 BE BE2017/5068 FINGO NV te Malle,, België, BE.
(4^ Aanvraag ingeschreven: (72) Uitvinder(s):
22 augustus 2018 Gert van Cauwenberg te Halle-Zoersel (BE).
(43) Aanvraag gepubliceerd:
- (74) Gemachtigde:
drs. O. Griebling te Tilburg.
Octrooi verleend:
22 augustus 2018
(45) Octrooischrift uitgegeven:
18 september 2018
54) Betonnen vloerelement, vloer samengesteld met zulke betonnen vloerelementen en werkwijze voor het vervaardigen van een vloer met zulke betonnen vloerelementen.
57) Betonnen vloerelement voorzien van een gedeelte in de vorm van een volle plaat of vol welfsel met een dikte, waarbij het oppervlak aan één zijde van de plaat vlak is, terwijl aan het oppervlak van de tegenoverliggende zijde van de plaat minstens drie opstaande ribben zijn voorzien parallel aan de lengterichting van het betonnen vloerelement waarvan één langsrib gepositioneerd is in het midden en twee langsribben elk aan een rand van het betonnen vloerelement, waarbij de drie opstaande ribben aansluiten op twee kopse wanden aan het langseind en zich uitstrekkend over de breedte van het betonnen vloerelement.
NL Bl 1042729
Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.
ref.: P 2018 NL 001
Titel: Betonnen vloerelement, vloer samengesteld met zulke betonnen vloerelementen en werkwijze voor het vervaardigen van een vloer met zulke betonnen vloerelementen.
De huidige uitvinding heeft eerst en vooral betrekking op een betonnen vloerelement.
Meer bepaald heeft de uitvinding betrekking op zulk betonnen vloerelement dat voorzien is van een wapening en dat bedoeld is voor het vormen van een vloer, bijvoorbeeld tussen twee verdiepingen, of van een dak van een gebouw.
Hierbij is het de bedoeling dat meerdere zulke betonnen vloerelementen naast elkaar worden geplaatst op een ondersteunende structuur, bijvoorbeeld aan weerszijden rustend op een gemetste muur of in een metalen balk met l-profiel of dergelijke meer.
Er zijn reeds betonnen vloerelementen van dit type bekend maar deze vertonen enkele nadelen.
Een eerste type bekende betonnen vloerelementen is voorzien van luchtkanalen die zich uitstrekken volgens de lengte van het betreffende betonnen vloerelement om het gewicht ervan zoveel mogelijk te beperken.
Een groot nadeel aan deze bekende betonnen vloerelementen of holle welfsels is dat ze een grote dikte hebben.
De grote dikte van deze bekende vloerelementen is des te nadeliger indien bovenop de betonnen vloerelementen nog leidingwerk, zoals elektriciteitsleidingen, leidingen van verwarmingsinstallaties of ventilatie en de dergelijke meer, wordt gemonteerd en een bijkomende chape, laag beton of druklaag wordt aangebracht waarin deze leidingen worden ingebed.
Zulke opbouw geeft aldus aanleiding tot een zeer grote totale dikte van de vloer, ook wel kanaalplaatvloer genoemd.
Nog een nadeel van deze bekende betonnen vloerelementen is dat een kanaalplaatvloer vervaardigd met zulke vloerelementen relatief veel lucht per oppervlakte-eenheid bevat, waardoor zulke kanaalplaatvloer vaak niet voldoet aan normen en vereisten met betrekking tot de overdracht van geluid tussen een bovenliggende en een onderliggende ruimte die gescheiden zijn door de vloer.
Nog een ander nadeel van deze bekende betonnen vloerelementen die voorzien zijn van luchtkanalen, is dat naast elkaar gelegen vloerelementen onder eenzelfde belasting een niet gelijke doorbuiging kunnen ondergaan, bijvoorbeeld bij het naast elkaar plaatsen van zulke betonnen vloerelementen met een verschillende lengte.
Dit kan aanleiding geven tot scheuren en barsten in pleisterwerk.
Nog een bijkomend nadeel van deze bekende betonnen vloerelementen is dat een balkon moeilijk kan verankerd worden. Doordat de verankeringswapening lager moet komen dan de dikte van het vloerelement en dit niet op een standaard manier kan worden gerealiseerd. Oplossingen hiervoor zijn duur en moeilijk realiseerbaar.
Voorts bieden zulke betonnen vloerelementen weinig vrijheid aan de ontwerper of architect.
Een ander bekend type betonnen vloerelementen zijn de zogenaamde breedvloerplaten, ook wel predallen genaamd.
Deze breedvloerplaten bevatten een dunne plaat vervaardigd uit beton waarin een onderwapening is voorzien die bestaat uit het onderste gedeelte van een tralieligger.
Het bovenste gedeelte van de tralieligger steekt uit de dunne plaat en is bedoeld om te worden ingebed in een laag beton of druklaag, die bovenop naast elkaar geplaatste breedvloerplaten wordt gestort ter vorming van een vloer.
De dunne platen van de breedvloerplaten doen dus dienst als verloren bekisting.
Een voordeel van dit systeem met breedvloerplaten is dat er een monolithische betonnen vloer wordt verkregen.
Een nadeel echter aan deze breedvloerplaten is dat ze een onderstempeling vereisen met korte onderlinge afstand tussen de stempels. Dit is een arbeidsintensief karwei dat uitgevoerd wordt op de werf, wat dus veel tijd en arbeid vergt en wat bijgevolg ook duur is.
Nog een ander nadeel van deze bekende breedvloerplaten is dat de uitharding van de aangestorte druklaag veel tijd vergt, waardoor het bouwproces wordt vertraagd.
Nog een ander nadeel van deze bekende breedvloerplaten is dat het een uiterst nauwkeurige bouwplanning vergt, aangezien er weinig of geen wijzigingen meer kunnen gebeuren na het storten van de druklaag.
Nog een bijkomend nadeel van de breedvloerplaten is dat de aangestorte betonnen druklaag een relatief grote dikte heeft, doorgaans een dikte van 15 tot 18 cm, waardoor krimpspanningen in de druklaag optreden.
Na het verwijderen van de onderstempeling treedt een lichte doorbuiging van de vloer op waardoor scheurvorming kan voorkomen.
Nog een nadeel van het toepassen van breedvloerplaten is dat een monolithische vloer wordt verkregen die erg zwaar is, waardoor vooral bij gebouwen met meerdere verdiepingen de fundering vaak verzwaard dient te worden uitgevoerd.
Nog een ander nadeel van het toepassen van breedvloerplaten is dat er voor het storten van de druklaag mixbeton dient te worden gebruikt die een hoger cementgehalte heeft dan bijvoorbeeld prefabbeton, waardoor de kostprijs ervan hoger is dan bijvoorbeeld het toepassen van holle welfsels.
Nog een bekend type betonnen vloerelement is de zogenaamde wingvloerplaat of vleugelvloerplaat.
Zulk bekende vleugelvloerplaat is opgebouwd uit een dik middelste gedeelte waarin luchtkanalen zijn voorzien, waarbij aan weerszijden van dit middelste gedeelte twee dunnere gedeelten zijn voorzien die zich als een soort van vleugels uit het middelste gedeelte uitstrekken.
Ter plaatse van de dunnere gedeelten van de wingvloerplaten kunnen leidingen, zoals verwarmingsbuizen of dergelijke, worden geïnstalleerd.
Een nadeel van het toepassen van zulke bekende wingvloerplaten is dat het een uiterst nauwkeurige bouwplanning vergt, aangezien er weinig of geen wijzigingen meer kunnen gebeuren na het plaatsen ervan.
Nog een ander nadeel van deze bekende vleugelvloerplaten is dat het verticaal doorboren van een vloer die ermee is samengesteld, bijvoorbeeld met de bedoeling een lichtpunt of dergelijke aan te brengen, steeds een bepaald risico inhoudt, omwille van de mogelijke aanwezigheid van verwarmingsbuizen die per ongeluk zouden kunnen doorboord worden.
Nog een nadeel van deze bekende vleugelvloerplaten is dat leidingen of buizen enkel in de vloer kunnen geïntegreerd worden volgens de lengterichting van de vleugvloerplaten.
Indien dwars op de lengterichting tevens leidingen of buizen dienen te worden voorzien, dan moet een bijkomende laag worden aangestort, waardoor de totale vloerdikte zeer groot wordt.
Nog een nadeel van de vleugelvloerplaten is dat de zijranden ervan recht zijn uitgevoerd.
Bij het storten van een druklaag op aanliggende vleugelvloerplaten van een te vormen vloer komt het beton dus enkel bovenop de bovenzijde te liggen.
Aan de onderzijde van de vloer raken de aanliggende vleugelvloerplaten elkaar ter plaatse van de dunnere gedeelten zonder aldaar verder door het gestorte beton met elkaar te worden verbonden.
Bijgevolg kan er gemakkelijk scheurvorming optreden wanneer een vloer samengesteld met zulke vleugelvloerplaten aan zijn onderzijde wordt bepleisterd, bijvoorbeeld tengevolge van een verschil in buiggedrag onder een belasting van aanliggende vleugelvloerplaten.
Nog een ander type betonnen vloerelement is verwant met de holle welfsels en heeft ook luchtkanalen die zich uitstrekken volgens de lengte van het betonnen vloerelement.
De onderzijde van het vloerelement is echter vol en met een substantieel grotere dikte uitgevoerd, terwijl de luchtkanalen zich in het bovenste gedeelte van het vloerelement bevinden.
Hierbij is het de bedoeling door gedeelten van de bovenzijde weg te nemen open kanalen of sleuven te vormen waarin leidingen of buizen kunnen worden ingebracht.
Een vloer samengesteld op basis van zulke bekende vloerelementen wordt ook wel een leidingvloer genoemd.
Het spreekt voor zich dat zulke leidingvloeren het nadeel hebben zeer dik te zijn vanwege het dikke en volle onderste gedeelte.
Bovendien moet er opnieuw goed gepland en uiterst precies gewerkt worden met weinig of geen ruimte voor veranderingen achteraf en weinig uitvoeringstolerantie.
Het verwezenlijken van de open kanalen of sleuven is bovendien tijdrovend en 20 duur.
Voorts is zulk vloerelement overgedimensioneerd ter plaatse van vloergedeelten waarin geen leidingen of buizen dienen te worden voorzien.
Tot slot zijn er nog bekende betonnen vloerelementen die bestaan uit een vlakke en volle betonnen plaat met geringe dikte waarop aan één zijde opstaande ribben zijn voorzien die zich uitstrekken op een kleine afstand van de zijranden van de vlakke plaat.
Tussen de opstaande ribben van deze bekende betonnen vloerelementen worden blokken uit polystyreen voorzien om het gewicht van de vloer te beperken.
Bovenop op dit geheel wordt een druklaag gestort.
Een nadeel van deze bekende vloerelementen is dat de vloeren die ermee gevormd worden niet kunnen voldoen aan de comforteisen voor de overdracht van geluid doorheen zulke vloer.
Nog een nadeel van zulke vloerelementen is dat leidingen bovenop de drukplaat dienen te worden geïnstalleerd, aangezien het onmogelijk is de opstaande ribben dwars te kruisen.
Bijgevolg heeft zulke vloer opnieuw een grote dikte.
De huidige uitvinding heeft dan ook als doel een oplossing te bieden aan één of meer van de voornoemde en/of andere nadelen.
Hiertoe betreft de huidige uitvinding een betonnen vloerelement voorzien van een wapening en bedoeld voor het vormen van een vloer of dak van een gebouw door het naast elkaar plaatsen van meerdere zulke vloerelementen, daardoor gekenmerkt dat het betonnen vloerelement voorzien is van een gedeelte in de vorm van een volle plaat of vol welfsel met een dikte, waarbij het oppervlak aan één zijde van de plaat vlak is, terwijl aan het oppervlak van de tegenoverliggende zijde van de plaat minstens drie opstaande ribben zijn voorzien parallel aan de lengterichting van het betonnen vloerelement waarvan één langsrib gepositioneerd is in het midden (middenlangsrib) en twee langsribben elk aan een rand (randlangsribben) van het betonnen vloerelement, waarbij de drie opstaande ribben aansluiten op twee kopse wanden aan het langseind en zich uitstrekkend over de breedte van het betonnen vloerelement.
Een voordeel van zulk betonnen vloerelement volgens de uitvinding is dat de ribben een bijkomende stevigheid geven aan het vloerelement, zodanig dat tijdens 25 het plaatsen van zulke vloerelementen op een werf ter vorming van een vloer er minder noodzaak is aan ondersteuning van het vloerelement. De plaat van het vloerelement is vol, dit betekent dat er geen luchtkanalen aanwezig zijn in de plaat.
Hierbij kan de afstand tussen opeenvolgende gedeelten van de vloer die dienen te worden ondersteund tijdens het storten van een druklaag of chape of dergelijke, sterk vergroot worden, waardoor veel tijd kan worden bespaard en de installatie goedkoper is.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een betonnen vloerelement overeenkomstig de uitvinding hebben de minstens drie opstaande ribben (10) een hoogte (H) die groter is dan de dikte (D) van de plaat (2), waarbij het verschil voldoende is om een laag lichtgewicht opvulmateriaal (12) integraal over de ganse oppervlakte (8) van het vloerelement (1) aan de zijde (9) met ribben (10) te voorzien in de vlakke strook tussen de ribben, bij voorkeur met dezelfde hoogte als die van de ribben.
Het opvulmateriaal is bij voorkeur isolerend en kan bestaan uit schuimvulling, lucht, gecomprimeerde lucht, schuimbeton of omgekeerde potjes.
Een groot voordeel van zulk betonnen vloerelement volgens de uitvinding is dat het licht is uitgevoerd door de aanwezigheid van het lichtgewicht en met lucht gevuld opvulmateriaal en de (dunne) volle plaat. De vloer is tegelijk dun en licht Een 10 ander voordeel is de flexibiliteit van verwerking van dergelijk vulmateriaal.
Volgens nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een betonnen vloerelement overeenkomstig de uitvinding worden doorgangen voorzien in één of meerdere van de minstens drie opstaande ribben voor het doorkruisen van leidingen 15 en/of kanalen.
Dit kan een prefabricatie zijn van doorgangen, maar deze doorgangen kunnen ook op de werf gemaakt worden. De leidingen en/of kanalen kunnen ook tussen de ribben worden voorzien, in de vlakke strook tussen de ribben.
De leidingen en/of kanalen worden daarna in een bijkomende gestorte laag beton of chape ingebed.
De kopse wanden dienen als steunelementen voor het ondersteunen van de 25 vloer en het verder opbouwen van de muur. In principe is het wel mogelijk een doorgang te maken doorheen de kopse wanden voor het doorsteken van leidingen en/of kanalen doorheen de muur.
Een groot voordeel van zulke uitvoeringsvorm van een vloerelement volgens 30 de uitvinding is dat in de vlakke strook van het vloerelement kabels of leidingen kunnen worden voorzien, terwijl de stevigheid van het betonnen vloerelement toch grotendeels wordt behouden.
Een ander groot voordeel is de kleine productietijd, het feit dat er geen stock 35 moet aangelegd worden want alle vloerelementen vertrekken van dezelde basis, en tevens dat er nog wijzigingen kunnen gebeuren op de werf.
Hierdoor is het mogelijk op zulke betonnen vloerelementen kabels en leidingen aan te brengen die zich kunnen uitstrekken deels parallel aan de ribben, en in een richting dwars op de ribben, waardoor een grote flexibiliteit wordt verkregen tijdens het installeren van zulke leidingen en kabels.
Wanneer de doorgangen worden gemaakt op de werf, is er geen grote nood meer aan het vooraf inplannen van de ganse installatie reeds bij de aanvang van de bouw van de vloer.
Volgens nog een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een betonnen vloerelement overeenkomstig de uitvinding worden deze doorgangen 10 verder voorzien in het opvulmateriaal voor het doorkruisen van leidingen en/of kanalen.
Volgens een specifieke uitvoeringsvorm van een betonnen vloerelement overeenkomstig de uitvinding bevinden de doorgangen zich op een afstand van 15 maximum 1m van de binnenzijde van de kopse wanden en de doorgangen onder gelijk welke hoek (0° tot 90°) worden gemaakt.
Volgens een nog specifieke uitvoeringsvorm van een betonnen vloerelement overeenkomstig de uitvinding is het vloerelement lucht- en waterdicht na inbouw.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een betonnen vloerelement overeenkomstig de uitvinding maakt elke van de minstens drie opstaande ribben en de kopse wanden integraal deel uit van het betonnen vloerelement, is vervaardigd uit hetzelfde beton en zijn de minstens drie opstaande 25 ribben inwendig voorzien van een wapening.
Een groot voordeel van deze uitvoeringsvorm van een betonnen vloerelement volgens de uitvinding is dat het toelaat de totale dikte van een vloer gevormd met zulke vloerelementen erg te beperken vergeleken bij de vloerdiktes die realiseerbaar 30 zijn met de bekende betonnen vloerelementen.
Immers, de ribben geven bijkomende sterkte aan het geheel bestaande uit de vloerelementen, eventueel aangebrachte buizen of kabels en een bijkomende druklaag.
Hierdoor kan met betonnen vloerelementen volgens de uitvinding bijvoorbeeld een vloer worden verwezenlijkt die een substantieel kleinere dikte heeft dan een vloer uitgevoerd met de bekende holle welfsels in verder gelijkaardige omstandigheden voor wat betreft de belasting die wordt uitgeoefend op de vloer, de hoeveelheid leidingen en kabels ingebed in de vloer en zo meer.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een betonnen vloerelement overeenkomstig de uitvinding is het vrije uiteinde van de minstens drie opstaande ribben breder dan de middenzone van de ribben.
Volgens nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een betonnen vloerelement overeenkomstig de uitvinding hebben de twee opstaande randlangsribben (10) en hun aansluitende kopse wanden geprofileerde zijwanden aan de buitenrand van het vloerelement waarbij het vloerelement het breedst is aan de zijde van de volle plaat zonder ribben en terug smaller wordt naar de vrije uiteinden van de langsribben toe, waarna terug breder aan de vrije uiteinden van de langsribben.
Volgens een specifieke uitvoeringsvorm van een betonnen vloerelement overeenkomstig de uitvinding is de volle plaat 120 cm breed en 6 cm hoog is, de langsribben 10 cm breed zijn en 14 cm hoog, de vlakke strook tussen de langsribben 45 cm breed is, en de kopse wand 15 cm breed en 14 cm hoog is.
Het grote voordeel is dat de volle plaat heel dun kan uitgevoerd worden en toch nog voldoende draagkracht kan bieden.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een vloer die is samengesteld met betonnen vloerelementen volgens de uitvinding van een type zoals hiervoor werd beschreven, waarbij de betonnen vloerelementen worden ondersteund aan de kopse kant en aan de zijde van de plaat met opstaande ribben in de doorgangen leidingen en/of kabels zijn voorzien tussen en/of doorheen de opstaande ribben en het opvulmateriaal.
Volgens een bepaalde uitvoeringsvorm van een vloer overeenkomstig de uitvinding worden de doorgangen in de betonnen vloerelementen gemaakt op de werf.
Volgens een andere uitvoeringsvorm van een vloer overeenkomstig de uitvinding wordt de plaat (2) aan de zijde met de minstens drie opstaande ribben (10), opvulmateriaal en voorzien van leidingen en/of kabels met chape en/of beton afgedekt waarbij de uiteinden van de leidingen en/of kabels door de chape of het beton uitsteken.
Zulke vloer kan gemakkelijk gerealiseerd worden en heeft slechts in beperkte mate ondersteuning nodig tijdens het storten van de laag beton of chape.
Bovendien kan de vloer met een veel kleinere dikte worden uitgevoerd dan met de bekende technieken het geval is.
Volgens een andere uitvoeringsvorm van een vloer overeenkomstig de uitvinding zijn de kopse wanden van het betonnen vloerelement (1) aan elke zijde rechtlijnig en zodanig gedimensioneerd voor het ondersteunen van een muur.
Het grote voordeel hierbij is dat het vloerelement op deze manier lucht- en waterdicht wordt ingebouwd.
Tot slot heeft de uitvinding ook nog betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen vloer met behulp van betonnen vloerelementen volgens de uitvinding zoals hiervoor beschreven.
Zulke werkwijze omvat minstens de volgende stappen:
a) het horizontaal opstellen van de betonnen vloerelementen met de vlakke zijde naar beneden gekeerd ter vorming van een vloeroppervlak,
b) het optioneel aanbrengen van een opvulmateriaal tussen de opstaande ribben indien deze nog niet voorzien werd tijdens de fabricatie,
c) het optioneel maken van doorgangen in één of meerdere van de ribben en het opvulmateriaal voor het aanbrengen van dwarse leidingen en/of kanalen indien voornoemde doorgangen niet tijdens fabricatie voorzien werden,
d) het aanbrengen van leidingen en/of kanalen tussen de opstaande ribben van de betonnen vloerelementen in het opvulmateriaal en door de doorgangen in de ribben, en
e) het storten van een chape, laag beton of druklaag op de vloerelementen met een dikte in overeenstemming met minstens de hoogte van de opstaande ribben.
Het aanbrengen van een opvulmateriaal op de werf kan interessant zijn wanneer men pas op de werf beslist welk materiaal gebruikt zal worden.
In een bepaalde uitvoeringsvorm van een werkwijze in overeenstemming met de uitvinding wordt stap d) gevolgd, of stap e) wordt voorafgegaan, door het aanbrengen van bijkomend opvulmateriaal bovenop de leidingen en/of kanalen indien daar nog voldoende ruimte is voor voorzien. Dit kan het geval zijn wanneer brede en smalle leidingen en/of kanalen doorheen eenzelfde doorgang worden getrokken. Bovenop de smalle leidingen en/of kanalen kan nog ruimte zijn om extra te isoleren met opvulmateriaal.
Volgens een alternatieve werkwijze in overeenstemming met de uitvinding worden de leidingen en/of kanalen aangebracht op de vlakke betonnen strook tussen en door de ribben en wordt nadien opvulmateriaal aangebracht bovenop de leidingen en/of kanalen. De doorgangen worden dan enkel aangebracht door de ribben.
Volgens een voorkeu rd ragende werkwijze in overeenstemming met de uitvinding worden de betonnen vloerelementen bij het horizontaal opstellen ervan ondersteund door een bijkomende, tussenliggende ondersteuning, indien een overspanning wordt bereikt van meer dan 6 meter. De ondersteuning is afhankelijk van belasting en overspanning. Het is aangeraden van altijd ondersteuning te gebruiken zodat de elementen onderaan allemaal gelijk liggen.
Het is duidelijk dat zulke werkwijze volgens de uitvinding uiterst efficiënt is, onder meer doordat slechts weinig ondersteuning nodig is en dat met zulke werkwijze vloeren kunnen verwezenlijkt worden met interessantere eigenschappen dan met de bekende werkwijzen.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een betonnen vloerelement volgens de uitvinding beschreven, evenals van een ventilatievloer volgens de uitvinding, met verwijzing naar bijgaande figuren, waarin:
figuur 1 in bovenaanzicht een betonnen vloerelement volgens de uitvinding 30 weergeeft;
figuur 2 een dwarssnede weergeeft aangeduid met F 2 in figuur 1;
figuur 3 een dwarssnede weergeeft aangeduid met F 3 in figuur 1; en figuur 4 een dwarssnede weergeeft aangeduid met F 4 in figuur 1.
Het in de figuren weergegeven betonnen vloerelement 1 bestaat uit een volle betonnen plaat of welfsel 2 met een zekere dikte D waarin een wapening 3 is voorzien, die bij voorkeur als één geheel uitgevoerd is.
Dergelijke betonnen vloerelementen 1 zijn bedoeld voor het vormen van een vloer of dak van een gebouw door het naast elkaar plaatsen in de breedterichting van meerdere zulke vloerelementen 1.
Het oppervlak 4 aan één zijde (onderzijde) van de plaat 2 is vlak uitgevoerd.
Met vlak wordt hier evenwel bedoeld dat globaal genomen dit oppervlak in eenzelfde vlak ligt, maar het is niet uitgesloten dat aan deze zijde het oppervlak 4 bijvoorbeeld voorzien is van een kleine structuur, zoals ribbels of oneffenheden, 10 bijvoorbeeld met de bedoeling een betere grip te bieden voor het aanbrengen van een pleister of gewoonweg ter decoratie of dergelijke meer.
Aan het oppervlak 5 van de tegenoverliggende zijde (bovenzijde) van de plaat 2 en in dit voorbeeld zijn drie opstaande ribben 6,7 voorzien die zich uitstrekken 15 volgens de lengterichting van het betonnen vloerelement 1. Eén langsrib 6 is gepositioneerd in het midden (middenlangsrib) van de breedte van het vloerelement. Twee langsribben 7 zijn gepositioneerd elk aan een rand (randlangsribben) van het betonnen vloerelement.
De opstaande ribben 6,7 zijn op een afstand van elkaar gelegen en lopen in figuur 1 parallel aan elkaar.
De ribben 6,7 kunnen zich eventueel uitstrekken volgens andere richtingen dan geïllustreerd in figuur 1, bijvoorbeeld diagonaal.
De opstaande ribben 6,7 zijn in de lengterichting voorzien van een wapening 9, die bij voorkeur als één geheel uitgevoerd is.
Elke opstaande ribbe 6,7 en de kopse wanden 8 maken integraal deel uit van 30 het betonnen vloerelement 1 en zijn vervaardigd uit hetzelfde beton.
Het is volgens de uitvinding echter niet uitgesloten de ribben 6,7 en/of de kopse wanden 8 anders uit te voeren en bijvoorbeeld te vervaardigen uit een ander materiaal of uit een beton met een andere samenstelling.
Ook is het mogelijk de ribben 6,7 en/of de kopse wanden 8 apart te vervaardigen en nadien op de plaat 2 te bevestigen bijvoorbeeld door een verlijming of door ze op de plaat 2 vast te bouten of dergelijke meer.
De opstaande ribben 6,7 hebben een hoogte H en steken met deze hoogte H substantieel boven het oppervlak 10 van de plaat 2 uit.
Aan elk langseind van het vloerelement 1 is een kopse wand 8 voorzien. De drie opstaande ribben 6,7 sluiten aan hun langseind aan op de twee kopse wanden
8.
Aldus ontstaan twee vlakke ruimtes 10 tussen de middenrib 6 en de respectievelijke randlangsribben 7, en de kopse wanden 8. Deze vlakke ruimtes 10 liggen enigszins verdiept in het betonnen vloerelement 1 en zijn afgebakend door respectievelijk twee ribben en twee kopse wanden.
In beide vlakke ruimtes 10 wordt een opvulmateriaal 11 voorzien. Beide ruimtes 10 worden aldus integraal over de ganse oppervlakte opgevuld met bij voorkeur lichtgewicht materiaal 11 zoals een schuimvulling, lucht, gecomprimeerde lucht, schuimbeton, omgekeerde potjes of ander lichtgewicht vulling. Het voordeel hiervan is trouwens dat er veel minder beton moet gestort worden op de vloerelementen zodat deze licht blijven. Er kan ook minder opvulmateriaal worden gebruikt waardoor de elementen meer gevuld worden met beton of chape, waardoor de vloer zwaarder wordt en zo voldoet aan de akoestische eisen.
Het opvulmateriaal 11 ligt enigszins geklemd tussen de ribben 6,7 en de kopse wanden 8 en kan tijdens behandeling niet loskomen. Desnoods worden extra bevestigingsmiddelen gebruikt om het opvulmateriaal 11 te fixeren. Het opvulmateriaal 11 heeft ongeveer dezelfde hoogte als die van de ribben 6,7 en de kopse wanden 8.
Het opvulmateriaal 11 heeft bij voorkeur een maximale breedte gelijk aan de hoogte van de ribben 6,7 zodat het opvulmateriaal 11 niet uitsteekt uit het vloerelement 1.
Het opvulmateriaal 11 wordt bij voorkeur voorzien tijdens de fabricatie van het vloerelement 1. Het opvulmateriaal 11 kan echter ook nadien op de werf worden voorzien, hetzij voor het leggen van de vloer of erna. Het opvulmateriaal 11 kan eventueel gelegd worden nadat de leidingen en/of kanalen 12 in de vlakke ruimte 10 werden gelegd.
Ook is het mogelijk om extra opvulmateriaal 11 te voorzien die bovenop leidingen en/of kanalen 12 wordt gelegd, wanneer bijvoorbeeld de doorgang te diep is en nog voldoende ruimte boven de leidingen en/of kanalen 12 beschikbaar is om op te vullen. Dit is voordelig zodat er minder beton of chape moet worden gestort om de holtes op te vullen.
In een mogelijke uitvoeringsvorm die in vele gevallen geschikt kan zijn, is de plaat 2 120 cm breed en 6 cm hoog, zijn de langsribben 6,7 10 cm breed en 14 cm hoog, is de vlakke strook 10 tussen de langsribben 6,7 45 cm breed, en is de kopse wand 8 15 cm breed en 14 cm hoog. De lengte van het vloerelement 1 is typisch tussen 4m en 7m.
Zoals meer in detail in profiel is weergegeven in figuur 3, zijn de betonnen vloerelementen 1 voorzien van zijwanden 13 die zich uitstrekken volgens de lengterichting. De zijwanden worden gevormd door enerzijds de randribben 7 en anderzijds de uiteinden van de kopse wanden 8.
Deze zijwanden 13 zijn geprofileerd en wel op zodanige wijze dat wanneer meerdere vloerelementen 1 naast elkaar worden geplaatst beton tussen de aanliggende zijwanden 13 van naast elkaar gelegen vloerelementen 1 kan dringen, bij voorkeur tot zo dicht mogelijk bij de vlakke onderzijde 4 van de betonnen vloerelementen 1.
Liefst draagt de profilering van deze zijwanden 13 ook bij aan het in elkaar verankeren van naast elkaar gelegen betonnen vloerelementen 1, wat bijvoorbeeld kan verwezenlijkt worden door zich volgens de lengterichting uitstrekkende ribbels 25 14.
Op deze wijze kan scheurvorming in een pleister aangebracht op de vlakke zijde 4 van de vloerelementen 1 sterk verhinderd worden.
Het vrije uiteinde van de ribben 6,7 waar zich de uitstrekkende ribbels 14 bevinden is breder dan de middenzone 15 van de ribben.
Het vloerelement 1 is het breedst aan de zijde 4 van de plaat.
Het is eveneens niet uitgesloten ribben 6,7 met een andere vorm aan te brengen, die bijvoorbeeld niet inwaarts hellend zijn, maar rechtlijnig of die bestaan uit een patroon van in elkaar overlopende stukken.
Zoals weergegeven in figuur 1 wordt het betonnen vloerelement 1 voorzien van doorgangen 16 in één of meerdere van de drie ribben 6,7 voor het doorkruisen van leidingen en/of kanalen 12. Dit betreft een prefabricatie, maar kan eveneens op de werf gebeuren voor of nadat de vloerelementen in een vloer worden gelegd.
In de doorgangen 16 worden leidingen en/of kanalen 12 doorgetrokken die op de vloer gelegd worden volgens een bepaald plan.
Op deze wijze kunnen leidingen en/of kabels 12 in de vloer worden ingewerkt die in verschillende richtingen lopen en dit alles binnen de hoogte H van de ribben
6,7 en dus zonder dat hiertoe de totale vloerdikte toeneemt, zoals wel het geval is bij de bekende systemen.
In dit voorbeeld is een doorgang 16 gemaakt onder een bepaalde hoek doorheen drie ribben. De hoek kan eender welk zijn om het vloerelement te doorkruisen.
In een specifiek voorbeeld kan een doorgang 16 worden gemaakt doorheen een eerste rib waarna een leiding in een vlakke strook 10 parallel loopt met de ribben om nadien weer via een doorgang door de andere ribben en op een andere plaats doorgetrokken te worden naar een volgend vloerelement. Ook de hoek kan verschillen per doorgang en per rib voor eenzelfde vloerelement.
De doorgangen 16 worden bij voorkeur gemaakt tijdens de fabricatie van de vloerelementen 1. Daarvoor moet het leidingenplan reeds gekend zijn. Indien dit niet zo is kunnen de doorgangen 16, of extra doorgangen 16, gemaakt worden op de werf, voor of nadat de vloerelementen als vloer zijn gelegd.
De doorgangen 16 worden typisch gemaakt op een afstand van maximaal 1m van de kopse wand 8, dit om doorbuiging te voorkomen. Mits de nodige ondersteuning van het vloerelement 1 kan deze afstand afwijken daarvan.
De doorgangen 16 voor het doorkruisen van leidingen en/of kanalen 12 worden eveneens voorzien in het opvulmateriaal 11 indien dit reeds voorzien was tijdens fabricatie.
Bij het vervaardigen van een vloer 13 volgens een werkwijze in overeenstemming met de uitvinding is het de bedoeling dat meerdere vloerelementen 1 naast elkaar worden geplaatst en horizontaal worden opgesteld met de vlakke zijde 4 naar beneden gekeerd ter vorming van een vloeroppervlak.
Daarna kunnen leidingen en/of kabels 12, zoals ventilatieleidingen, elektrische kabels, verwarmingsbuizen en dergelijke meer tussen de opstaande ribben 6,7 van de betonnen vloerelementen 1 worden aangebracht en kan een chape, laag beton of druklaag op de betonnen vloerelementen 1 worden gestort.
Een voordeel van het toepassen van betonen vloerelementen 1 volgens de uitvinding is dat de ribben 6,7 een extra versteviging bieden, waardoor bijkomende tussenliggende ondersteuningen slechts nodig zijn indien een overspanning wordt bereikt die meer dan 6m bedraagt, waardoor veel minder ondersteuning nodig is dan gebruikelijk is met de bekende technieken.
Zoals weergegeven in figuur 4 zijn de kopse wanden 8 van het betonnen vloerelement 1 aan elke zijde rechtlijnig en zodanig gedimensioneerd voor het ondersteunen van een muur.
Dit betekent dat de vloerelementen steunen op een muur en deze muur verder kan worden opgebouwd op de kopse wanden 8 van het vloerelement 1. Hierdoor is het vloerelement 1 lucht- en waterdicht na inbouw.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en aan de hand van de figuren geïllustreerde uitvoeringsvormen van een betonnen vloerelement en een vloer volgens de uitvinding, doch zulke betonnen vloerelement en een vloer kunnen op allerlei andere manieren worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
De uitvinding is tevens niet beperkt tot de als voorbeeld beschreven werkwijze 30 voor het vervaardigen van een betonnen vloer volgens de uitvinding met behulp van betonnen vloerelementen volgens de uitvinding, doch zulke werkwijze kan op allerlei andere manieren worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (13)

CONCLUSIES
1. Betonnen vloerelement (1) voorzien van een wapening (3,9) en bedoeld voor het vormen van een vloer of dak van een gebouw door het naast elkaar plaatsen van meerdere zulke vloerelementen (1), daardoor gekenmerkt dat het betonnen vloerelement (1) voorzien is van een gedeelte in de vorm van een volle plaat (2) of
2. Betonnen vloerelement (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de 15 minstens drie opstaande ribben (6,7) een hoogte hebben die groter is dan de dikte van de plaat (2), waarbij het verschil voldoende is om een laag lichtgewicht opvulmateriaal (11) integraal over de ganse oppervlakte (10) van het vloerelement (1) aan de zijde (5) met ribben (6,7) te voorzien in de vlakke strook (10) tussen de ribben (6,7), bij voorkeur met maximaal dezelfde hoogte als die van de ribben (6,7).
3. Betonnen vloerelement (1) volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het opvulmateriaal (11) isolerend is en kan bestaan uit schuimvulling, lucht, gecomprimeerde lucht, schuimbeton of omgekeerde potjes.
25
4. Betonnen vloerelement (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat doorgangen (16) worden voorzien in één of meerdere van de minstens drie opstaande ribben (6,7) voor het doorkruisen van leidingen en/of kanalen (12).
30 5. Betonnen vloerelement (1) volgens voorgaande conclusie, daardoor gekenmerkt dat corresponderende doorgangen (16) worden voorzien in het opvulmateriaal (11) voor het doorkruisen van leidingen en/of kanalen (12).
5 de zijde met de minstens drie opstaande ribben (6,7), opvulmateriaal (11) en voorzien van leidingen en/of kabels (12) met chape en/of beton is afgedekt waarbij de uiteinden van de leidingen en/of kabels (12) door de chape of het beton uitsteken.
15. Vloer volgens één of meerdere van de conclusies 12 tot 14, daardoor
5 conclusies, daardoor gekenmerkt dat het vloerelement (1) lucht- en waterdicht is na inbouw.
5 vol welfsel met een dikte, waarbij het oppervlak (4) aan één zijde van de plaat (2) vlak is, terwijl aan het oppervlak (5) van de tegenoverliggende zijde van de plaat (2) minstens drie opstaande ribben (6,7) zijn voorzien parallel aan de lengterichting van het betonnen vloerelement (1) waarvan één langsrib (6) gepositioneerd is in het midden (middenlangsrib) en twee langsribben (7) elk aan een rand (randlangsribben) 10 van het betonnen vloerelement (1), waarbij de drie opstaande ribben (6,7) aansluiten op twee kopse wanden (8) aan het langseind en zich uitstrekkend over de breedte van het betonnen vloerelement (1).
6. Betonnen vloerelement (1) volgens conclusie 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat 35 de doorgangen (16) zich bevinden op een afstand van maximum 1m van de binnenzijde van de kopse wanden (8) en de doorgangen (16) onder gelijk welke hoek (0° tot 90°) worden gemaakt.
7. Betonnen vloerelement (1) volgens één of meerdere van de voorgaande
8. Betonnen vloerelement (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat elke van de minstens drie opstaande ribben
9. Betonnen vloerelement (1) volgens één of meerdere van de voorgaande
15 conclusies, daardoor gekenmerkt dat het vrije uiteinde van de minstens drie opstaande ribben (6,7) breder is dan de middenzone (15) van de ribben.
10 gekenmerkt dat de kopse wanden (8) van het betonnen vloerelement (1) aan elke zijde rechtlijnig en zodanig gedimensioneerd zijn voor het ondersteunen van een muur.
16. Werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen vloer volgens één of
15 meerdere van de conclusies 12 tot 15, met behulp van betonnen vloerelementen (1) volgens één of meerdere van de conclusies 1 tot 11, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze minstens de volgende stappen omvat:
a) het horizontaal opstellen van de betonnen vloerelementen (1) met de vlakke
20 zijde (4) naar beneden gekeerd ter vorming van een vloeroppervlak,
b) het optioneel aanbrengen van een opvulmateriaal (11) tussen de opstaande ribben (6,7) in de vlakke ruimte (10) indien deze niet voorzien werd tijdens de fabricatie van het betonnen vloerelement (1),
c) het optioneel maken van doorgangen (16) in één of meerdere van de ribben
25 (6,7) en het opvulmateriaal (11) voor het aanbrengen van dwarse leidingen en/of kanalen (12) indien voornoemde doorgangen (16) niet voorzien werden tijdens fabricatie van het betonnen vloerelement (1),
d) het aanbrengen van leidingen en/of kanalen (12) tussen de opstaande ribben (6,7) van de betonnen vloerelementen (1) in het opvulmateriaal (11) en door de
30 doorgangen (16) in de ribben (6,7), en
e) het storten van een chape, laag beton of druklaag op de vloerelementen (1) met een dikte in overeenstemming met minstens de hoogte van de opstaande ribben.
35 17. Werkwijze volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat stap e) wordt voorafgegaan door het aanbrengen van bijkomend opvulmateriaal (11) bovenop de leidingen en/of kanalen (12) indien daar nog voldoende ruimte is voor voorzien.
Werkwijze volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat de leidingen en/of kanalen (12) aangebracht worden op de vlakke betonnen strook (10) tussen en door de ribben waarna opvulmateriaal (11) aangebracht wordt bovenop de leidingen en/of kanalen (12).
^rd ‘Td
7d
7d ν>
°ς>
σ> ' ^Τι °ς>
10. Betonnen vloerelement (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de twee opstaande randlangsribben (7) en hun
20 aansluitende kopse wanden (8) geprofileerde zijwanden (13) hebben aan de buitenrand van het vloerelement (1) waarbij het vloerelement (1) het breedst is aan de zijde van de volle plaat (2) zonder ribben en terug smaller wordt naar het midden (15) van de vrije uiteinden van de langsribben (7) toe, waarna terug breder aan de vrije uiteinden van de langsribben (7).
10 (6,7) en de kopse wanden (8) integraal deel uitmaken van het betonnen vloerelement (1), vervaardigd zijn uit hetzelfde beton en waarbij de minstens drie opstaande ribben (6,7) inwendig voorzien zijn van een wapening (9).
11. Betonnen vloerelement (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de volle plaat (2) 120 cm breed en 6 cm hoog is, de langsribben (6,7) 10 cm breed zijn en 14 cm hoog, de vlakke strook (10) tussen de langsribben (6,7) 45 cm breed is, en de kopse wand (8) 15 cm breed en 14 cm
30 hoog is.
12. Vloer samengesteld met betonnen vloerelementen (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, waarbij de betonnen vloerelementen (1) worden ondersteund aan de kopse kant (8), daardoor gekenmerkt dat aan de zijde
35 van de plaat (2) met opstaande ribben (6,7) in de doorgangen (16) leidingen en/of kabels (12) zijn voorzien tussen en/of doorheen de opstaande ribben (6,7) en het opvulmateriaal (11).
13. Vloer volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de doorgangen (16) in de betonnen vloerelementen (1) worden gemaakt op de werf.
14. Vloer volgens conclusie 12 of 13, daardoor gekenmerkt dat de plaat (2) aan
13,14
NL1042729A 2017-02-02 2018-01-25 Betonnen vloerelement, vloer samengesteld met zulke betonnen vloerelementen en werkwijze voor het vervaardigen van een vloer met zulke betonnen vloerelementen. NL1042729B1 (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2017/5068A BE1024570B1 (nl) 2017-02-02 2017-02-02 Betonnen vloerelement, vloer samengesteld met zulke betonnen vloerelementen en werkwijze voor het vervaardigen van een vloer met zulke betonnen vloerelementen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1042729B1 true NL1042729B1 (nl) 2018-08-22

Family

ID=58017867

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1042729A NL1042729B1 (nl) 2017-02-02 2018-01-25 Betonnen vloerelement, vloer samengesteld met zulke betonnen vloerelementen en werkwijze voor het vervaardigen van een vloer met zulke betonnen vloerelementen.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1024570B1 (nl)
NL (1) NL1042729B1 (nl)

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE364540B (nl) * 1971-01-11 1974-02-25 Tellstedt Ab Rolf
SE463571B (sv) * 1989-05-10 1990-12-10 Konnberg Sven Olof Saett och gjutform foer tillverkning av byggelement
ES2310946B1 (es) * 2004-04-21 2009-12-17 Jaime Enrique Jimenez Sanchez Forjado con placa nervada prefabricada.
US20080092466A1 (en) * 2006-10-20 2008-04-24 Zmz Precast, Inc. Precast Concrete I-Beam Deck with Pre-Stressed Wire Strands as Reinforcing Material
NL2004861C2 (en) * 2010-06-09 2011-12-13 Infra & B V Floor, comprising prefab elements with pockets and easy access means to and from said pockets.

Also Published As

Publication number Publication date
BE1024570B1 (nl) 2018-04-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US2316819A (en) Wall structure
RU2008149771A (ru) Структурные элементы и способы их применения
EP1325991B1 (en) Method for manufacturing a floor of concrete and shuttering slab for use therein
US3307304A (en) Composite structural systems
CA2678452C (en) Device for anchoring concrete to an insulating panel and form employing the device
EP3115523B1 (en) Concrete panel, especially for composite floors, and a composite floor
US1912290A (en) Slab floor or roof construction
US20220341151A1 (en) Concrete ceiling, concrete ceiling elements and method for producing a concrete ceiling and a concrete ceiling element
NL1042729B1 (nl) Betonnen vloerelement, vloer samengesteld met zulke betonnen vloerelementen en werkwijze voor het vervaardigen van een vloer met zulke betonnen vloerelementen.
US11214963B2 (en) Method of forming a concrete panel
US2014841A (en) Floor and roof construction
NL1041383B1 (nl) Betonnen vloerelement, vloer samengesteld met zulke betonnen vloerelementen en werkwijze voor het vervaardigen van een vloer met zulke betonnen vloerelementen.
US20220220738A1 (en) Method of Forming a Concrete Panel
KR101677233B1 (ko) 천정 벽돌과 이를 적용한 건축물의 천정 구조물 및 그 시공 방법
RU2392394C2 (ru) Конструктивный опалубочный блок рядовой
ES2685976A1 (es) Bloque polivalente
DK181065B1 (en) Building element for foundation and method for installing such building element
US20070032138A1 (en) Apparatus and Method for Stabilizing, Strengthening, and Reinforcing Block/Brick (CMU) Wall Construction
EP3719229B1 (en) Concrete floor panel, method of production of such panel and floor made of this panel
NL2004863C2 (en) Building or part thereof, prefab floor part and method for forming a building or a floor part.
RU2525242C1 (ru) Конструктивный опалубочный блок проемный
PL72602Y1 (pl) Panel stropowy sprężony i zespolony
US1817900A (en) Roof construction
BE1023479B1 (nl) Geprefabriceerd muurelement
GB2446382A (en) A constructional element and apparatus for forming same