NL2002109C2 - Rail/weg rupsvoertuig. - Google Patents

Description

Titel: Rail/weg rupsvoertuig.

Voor werkzaamheden aan een spoorweg voor trein, tram of metro voor passagiers- en/of goederentransport wordt wel 5 gebruik gemaakt van rail/weg voertuigen, bijvoorbeeld een op luchtbanden over de weg rijdende twee-assige machine met gelede giek aan een draaibare bovenbouw met cabine, en uitgerust met een inklapbaar spoorwegonderstel.

Nu is uitgevonden een met rupsbanden uitgeruste machine 10 met gelede giek aan een draaibare bovenbouw, voorzien van een uitklapbaar spoorwegonderstel en waarbij de spoorbreedte van de rupsbanden verstelbaar is doordat de rupsbanden zijdelings verplaatsbaar zijn gemonteerd aan de onderbouw en verbonden zijn met een aandrijfmiddel voor het verzorgen van de 15 zijdelingse verplaatsing van de rupsbanden. In de uitgeklapte positie steken de spoorwielen onder de onderzijde van de rupsbanden uit. De spoorwielen kunnen bij voorkeur zo ver uitgeklapt worden, dat de onderzijde van de rupsbanden minimaal 30 of 40 cm afstand houden tot de spoorbielzen daaronder, indien 20 de machine met de spoorwielen op de spoorstaven rust.

Het moet duidelijk zijn dat met "rupsband" de eindloze, langwerpige, gelede band of ketting wordt bedoeld zoals algemeen bekend bij rupsvoertuigen, zoals graaf- en heimachines en gevechtstanks, waarbij het voertuig de onderste part van 25 de lus op vele plaatsen langs zijn lengte op de ondergrond drukt via bijvoorbeeld een schaats of een groot aantal rollen, zodat in vergelijking met een luchtband de rupsband voorziet in een veel stijvere ondersteuning met een aanzienlijk grotere contactlengte van bijvoorbeeld meer dan 1 meter.

30 Bij voorkeur bevat de machine een of meer van de volgende kenmerken: het spoorwegonderstel is twee-assig; elke wielas van het spoorwegonderstel is rond een horizontale as zwenkbaar gemonteerd aan de onderbouw om tussen een hoge (ingetrokken) en lage (uitgeklapte) positie te worden bewogen; elk spoorwiel 35 is uitgerust met een hydromotor; elk spoorwiel bevat een wielflens voor de zijdelingse geleiding op het spoor; elk spoorwiel is uitgerust met een rem; elke rupsband heeft een hydrostatische aandrijving; elke rupsband heeft twee zijdelings uit het rupsbandframe stekende stompen met bij 2 voorkeur vierkant of rond profiel, die elk verschuifbaar en nauwpassend steken in een eigen, vast aan de onderbouw gemonteerde mof of huls zodat de rupsbanden zijdelings verplaatsbaar aan de onderbouw zijn gemonteerd; twee 5 hydraulische vijzels zijn met het ene uiteinde aan de ene en met het andere uiteinde aan de andere rupsband gemonteerd, zodat door uitschuiven van de vijzels de rupsbanden uit elkaar worden bewogen; de bovenbouw is via een blokkeerbare pendelconstructie met horizontale en in de lengterichting van de rupsbanden 10 gerichte pendelas aan de onderbouw gemonteerd voor nivelleren van de bovenbouw onafhankelijk van de onderbouw; de bovenbouw heeft zodanige afmetingen dat de draaicirkel van de achterzijde ervan binnen het door de rupsbanden bepaalde profiel blijft, ook met de rupsbanden in de smalste spoorbreedte; de minimale 15 spoorbreedte van de rupsbanden komt in hoofdzaak overeen met de standaard spoorbreedte van een 25-tons rupskraan respectievelijk ongeveer 2,80 meter; de maximale spoorbreedte van de rupsbanden bedraagt ongeveer 3,40 of 3,60 meter; de bovenbouw is rond een verticale as zwenkbaar aan de onderbouw 20 gemonteerd; de aandrijving/besturing van de gelede arm heeft een hoogtebegrenzing; de aandrijving/besturing van het draaien van de bovenbouw heeft een zwenkbegrenzing; de maximale spoorbreedte van de rupsbanden is ongeveer gelijk aan de lengte van de rupsbanden, zodat met de rupsbanden de machine "vierkant" 25 op de ondergrond kan worden afgesteund; de rupsbanden hebben een loopvlak van rubber; de gelede giek bevat bij voorkeur minimaal drie of vier geledingen die via elk een horizontale zwenkas aan elkaar gemonteerd zijn en waarbij de eerste geleding bij voorkeur via een horizontale zwenkas aan de bovenbouw 30 gemonteerd is; de gelede arm heeft aan zijn vrije uiteinde een universeelkoppeling voor een laadschop, hijshaak en dergelijke; de bovenbouw met gelede arm en de rupsbanden zijn bij voorkeur van de rupskraan van fabrikant Hitachi, type ZX 225 US (uitvoering 2008) .

35 Zodoende kunnen de rupsbanden worden gebruikt als stempels, bijvoorbeeld wanneer met de machine gewerkt moet worden aan het nevenspoor. De rupsbanden worden dan in de grootste 3 spoorbreedte gezet waarna de spoorwielen worden ingeklapt zodat de machine met zijn rupsbanden op de spoorwegballast naast de dwarsliggers zakt. De machine kan dan veilig hijsen bij een maximum hefvermogen dat in alle draaistanden van de bovenbouw 5 gelijk is. Ook kan met de rupsbanden in de grootste spoorbreedte over het spoor gereden worden in lengterichting van het spoor en met ingeklapte spoorwielen, waarbij de rupsbanden ter weerszijden van de bielzen rijden en dus geen gevaar bestaat voor beschadigen van bielzen, enz. Door de spoorwielen uit te 10 klappen zodat ze op de spoorstaven komen te rusten, worden de rupsbanden vrij van de grond getild en kan de spoorbreedte ervan tot normaal worden terug gebracht, zodat wordt voldaan aan het PVR (profiel van vrije ruimte). Doordat de achterkant van de bovenbouw een zgn. binnendraaier is, blijft ook die binnen het 15 PVR.

De rupsbanden zouden vervangen kunnen worden door alternatieve banden, bijvoorbeeld luchtbanden. Ook die zouden zodanig gemonteerd kunnen worden, dat de spoorbreedte ervan verstelbaar is. In de grootste spoorbreedte zouden de 20 luchtbanden eveneens als stempels gebruikt kunnen worden.

Bijgaande tekening toont in zijaanzicht een voorbeeld van de uitgevonden machine. Deze heeft rupsbanden 1 en twee uitklapbare assen met railwielen 2 die in de uitgeklapte stand zijn weergegeven, op de spoorstaven 3 rusten en zodoende de 25 gehele machine inclusief rupsbanden van de grond getild houden. De zwenkbare montage 4 van de railwielen 2 is gelijk aan die bij bekende rail/weg voertuigen, echter met het verschil dat de slag groter is om de rupsbanden tot een hoger niveau te kunnen tillen.

30 De bovenbouw boven de rupsbanden bezit een cabine 5 en een gelede arm 6 uit drie geledingen (driedelige giek) die rond een horizontale as 7 zwenkbaar aan elkaar en het frame van de onderbouw zijn gemonteerd. Het verstellen van de geledingen gaat met hydraulische vijzels, zoals op zich gebruikelijk.

35 Wanneer de rupsbanden vrij van de grond zijn getild, kunnen zij zijdelings verplaatst worden om hun spoorbreedte aan te passen.

Claims (8)

1. Rupskraan met twee rupsbanden (1) en vier uitklapbare en met een wielflens en rem uitgeruste spoorwielen (2) op twee 5 assen om met de spoorwielen stabiel over het spoor te rijden met de onderzijde van de rupsbanden vrij van de grond (3) en met de rupsbanden stabiel over de weg te rijden met de spoorwielen vrij van de grond.

2. Rupskraan volgens conclusie 1, waarbij de rupsbanden zijdelings verplaatsbaar zijn gemonteerd aan de onderbouw om de spoorbreedte ervan aan te passen.

3. Rupskraan volgens conclusie 2, waarbij de rupsbanden zijn 15 geassocieerd met een voorste en achterste, zijdelings uit elk rupsbandframe stekende stomp met vierkant profiel, die elk verschuifbaar en nauwpassend steken in een eigen, vast aan de kraanonderbouw gemonteerde mof en evenwijdig daaraan een voorste en achterste hydraulische vijzel die elk met het ene 20 uiteinde aan de ene en met het andere uiteinde aan de andere rupsband zijn gemonteerd zodat door in- en uitschuiven van de vijzels de spoorbreedte van de rupsbanden wordt gewijzigd.

4. Rupskraan volgens een van conclusies 1-3, waarbij de 25 bovenbouw via een door verticale vijzels blokkeerbare pendelconstructie met horizontale en in de lengterichting van de rupsbanden gerichte pendelas aan de onderbouw is gemonteerd voor standnivelleren van de bovenbouw onafhankelijk van de stand van de onderbouw. 30

5. Rupskraan volgens een van conclusies 1-4, waarbij de bovenbouw zodanige afmetingen heeft dat de draaicirkel van de achterzijde ervan binnen het door de rupsbanden bepaalde profiel blijft, ook met de rupsbanden in de smalste 35 spoorbreedte.

6. Rupskraan volgens een van conclusies 1-5, waarbij de minimale spoorbreedte van de rupsbanden overeen komt met 2,80 meter en de maximale spoorbreedte van de rupsbanden 3,40 meter bedraagt.

7. Rupskraan volgens een van conclusies 1-6, met verder een of meer van de volgende maatregelen: - de bovenbouw is rond een verticale as zwenkbaar aan de onderbouw gemonteerd; - de maximale spoorbreedte van de rupsbanden is gelijk aan de 10 lengte van de rupsbanden, zodat met de rupsbanden de machine "vierkant" op de ondergrond kan worden afgesteund; - de rupsbanden hebben een loopvlak van rubber; - de gelede giek is driedelig; - van de giek is de eerste geleding via een horizontale zwenkas 15 aan de bovenbouw gemonteerd; - de giek heeft aan zijn vrije uiteinde een universeelkoppeling voor een laadschop of hijshaak; - de aandrijving/besturing van de giek heeft een hoogtebegrenzing; 20. de aandrijving/besturing van het draaien van de bovenbouw heeft een zwenkbegrenzing; - de spoorwielen bevinden zich tussen de rupsbanden; - de spoorwielen hebben elk een eigen hydromotor voor hun aandrijving; 25. de spoorwielen bevinden zich aan verticaal zwenkbare armen; - de rupsbanden bezitten een hydrostatische aandrijving; - bij uitgeklapte spoorwielen en rijdend over het spoor bevinden de rupsbanden zich minimaal 40 cm van de grond.

8. Werkwijze voor het hijsen van een last door een in het spoor geplaatste rupskraan volgens een van conclusies 1-7, waarbij men de rupskraan met maximaal ingeschoven en dus minimale spoorbreedte van de rupsbanden over het spoor naar de gewenste locatie rijdt op de uitgeklapte en op de spoorstaven 35 rustende spoorwielen zodat de onderzijde van de rupsbanden vrij is van de ondergrond, men vervolgens op de gewenste locatie de rupskraan tot stilstand brengt, daarna de rupsbanden buitenwaarts verplaatst om de spoorbreedte tot het maximum te vergroten en dan de rupskraan laat zakken door inklappen van de spoorwielen zodat de rupsbanden op de grond komen te rusten waardoor de rupskraan "vierkant" op de ondergrond wordt 5 afgesteund en men vervolgens een last gaat hijsen met de giek terwijl de rupsbanden als stempels fungeren en zodoende een zwaardere last veilig kan worden gehesen in vergelijking met steunen op alleen de spoorwielen, waarna men de spoorwielen weer uitklapt zodat de rupsbanden weer vrij komen van de 10 ondergrond en vervolgens de rupsbanden weer worden ingeschoven tot de minimale spoorbreedte waarna men de rupskraan verder op de spoorwielen over het spoor laat rijden, en waarbij men de rupskraan niet verrijdt gedurende de tijd tijdens het hijsen van de last dat de rupskraan op de rupsbanden rust.