NL2001964C2 - Laadwagen. - Google Patents
Laadwagen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2001964C2 NL2001964C2 NL2001964A NL2001964A NL2001964C2 NL 2001964 C2 NL2001964 C2 NL 2001964C2 NL 2001964 A NL2001964 A NL 2001964A NL 2001964 A NL2001964 A NL 2001964A NL 2001964 C2 NL2001964 C2 NL 2001964C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- hinge
- dosing device
- rear wall
- unloading
- dosing
- Prior art date
Links
- 230000008878 coupling Effects 0.000 claims description 5
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 claims description 5
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 claims description 5
- 238000000926 separation method Methods 0.000 claims description 3
- 238000000034 method Methods 0.000 description 5
- 230000002349 favourable effect Effects 0.000 description 4
- 239000000463 material Substances 0.000 description 2
- 244000025254 Cannabis sativa Species 0.000 description 1
- 238000006243 chemical reaction Methods 0.000 description 1
- 210000000078 claw Anatomy 0.000 description 1
- 238000003306 harvesting Methods 0.000 description 1
- 238000003801 milling Methods 0.000 description 1
- 239000010902 straw Substances 0.000 description 1
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01D—HARVESTING; MOWING
- A01D90/00—Vehicles for carrying harvested crops with means for selfloading or unloading
- A01D90/10—Unloading means
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01K—ANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
- A01K5/00—Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
- A01K5/001—Fodder distributors with mixer or shredder
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Birds (AREA)
- Animal Husbandry (AREA)
- Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
- Agricultural Machines (AREA)
- Loading Or Unloading Of Vehicles (AREA)
Description
P29526NL00/MHR Titel: Laadwagen 5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een laadwagen met een laadruimte die wordt begrensd door een bodemkettingbodem, zijdelingse laadruimtewanden en een achterwand, waarbij in de laadruimte aan de achterzijde en voor de achterwand een bij voorkeur van doseerwalsen voorziene uitlaat-doseerinrichting is aangebracht, en waarbij de achterwand voor het doseren van het oogstgoed bij het afladen van de uitlaat-10 doseerinrichting weg kan worden bewogen tot in een geopende doseerontlaadstand, in het bijzonder aan het boveneinde om een liggende achterwand scharnieras wegdraaibaar is gelegerd.
Bij vrachtwagens is het bekend aan de achterzijde doseer- respectievelijk freeswalsen aan te brengen, die op de gebruikelijke wijze tegengesteld roterend kunnen 15 worden aangedreven, zodat het in de laadruimte opgeslagen oogstgoed exact gedoseerd kan worden uitgeladen. Het uitlaadproces geschiedt daarbij op de wijze van een messtrooier door het wegstrooien van het oogstgoed. Het is bekend achter de doseerwalsen nog een achterwand aan te brengen om tijdens laadbedrijf een onbedoeld uitvallen van het oogstgoed door de tussenruimte tussen de doseerwalsen te vermijden. De achterwand is 20 daarbij uitgevoerd als een klep en kan aan het boveneinde scharnieren om een liggende, dwars verlopende, achterwandscharnieras, zodat deze wand bij het uitladen in een richting van de doseerwalsen weg naar boven kan worden gescharnierd. Dergelijke laadwagens met aan de achterzijde aangebrachte doseerwalsen en een daarvan af scharnierbare achterwand zijn bijgevolg aangegeven in de publicaties EP 0 610 580 B1, 25 DE 197 04 457 B4, en DE 297 11 183 U1. Een op overeenkomstige wijze scharnierbaar gelegerde achterwand aan een laadwagen toont de publicatie DE 200 12 324 U1, doch hier zonder uitlaaddoseerinrichting met doseerwalsen. In plaats daarvan is aan de achterwand zelf een bandtransporteur aangebracht waarmee in de gesloten stand van het achterwand het daar arriverend oogstgoed naar boven kan worden getransporteerd.
30 De in het voorgaande genoemde iaadwagens met aan de achterzijde aangebrachte doseerwalsen kunnen echter voor wat betreft de variabiliteit van het uitlaadproces nog worden verbeterd. In het bijzonder wordt soms gewenst dat het geladen oogstgoed niet wordt uitgeladen via de doseerwalsen doch ongedoseerd of met behulp van de bodemkettingbodem kan worden uitgeladen. Daaraan wordt bijvoorbeeld de voorkeur 35 gegeven bij het uitladen in een rijdende silo of bij gebruik van kranen die dan het oogstgoed weer bijvoorbeeld transporteren naar een hooistapel. Daarbij zijn de doseerwalsen hinderlijk -2- omdat zij de uitlaadsnelheid beperken en het oogstgoed strooiend wegwerpen. Er werd dan ook reeds voorgesteld de doseerwalsen afneembaar respectievelijk demontabel uit te voeren zodat de laadwagen kan worden omgebouwd, dit afhankelijk ervan welke uitlaadtechniek de voorkeur heeft. Dit is echter moeizaam en in het bijzonder niet 5 bevredigend voor loonondernemers die verschillende bedrijven bedienen en in snelle afwisselend verschillende uitlaadtechnieken willen toepassen.
Uit EP 0 371 571 is een - niet tot de soort behorend - containervoertuig bekend, waarvan de container door kiepen kan worden geleegd. Aan de achterkant is aan de container een strooi-inrichting plaatsbaar, om het bij het leegkiepen uitstortend 10 contai nergoed te verkru i melen.
Uitgaande daarvan beoogt de uitvinding een verbeterde laadwagen van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen die de nadelen van de stand van de techniek vermijdt en laatstgenoemde op een gunstige wijze verbetert. In het bijzonder moet een eenvoudiger ombouwen tussen verschillende uitlaadtechnieken mogelijk worden gemaakt. 15 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een laadwagen volgens conclusie 1.
Gunstige uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding zijn onderwerp van de onafhankelijke volgconclusies.
Er wordt aldus voorgesteld niet slechts de eigenlijke achterwand op zich, waaraan de uitlaaddoseerinrichting is aangebracht, verplaatsbaar uit te voeren doch ook de 20 uitlaaddoseerinrichting in zijn geheel zodanig te legeren dat deze van de aan de achterzijde aanwezige laadruimteopening kan worden wegbewogen om een uitladen van in de laadruimte opgeslagen oogstgoed zonder gebruik van de uitlaaddoseerinrichting en zonder hinderen daarvan te kunnen uitladen. Volgens de uitvinding is de uitlaaddoseerinrichting bevestigd aan een schamierframe dat door de uitlaaddoseerinrichting tezamen met de 25 achterwand en/of bij geopende achterwand in een de aan de achterkant gelegen laadruimteopening vrijgevende, en van de doseerinrichting vrij zijnde, uitlaadstand wegdraaibaar is gelegerd. De laadwagen kan daardoor voor wat betreft de uitlaadzone worden gebracht in twee verschillende uitlaadconfiguraties. Zo kan naar keuze slechts de achterwand op zich van de uitlaaddoseerinrichting worden weggedraaid zodat via de 30 uitlaaddoseerinrichting het oogstgoed gedoseerd kan worden afgegeven doch ook kan de achterwand tezamen met de uitlaaddoseerinrichting worden gedraaid in een de uitlaadopening van de laadruimte geheel vrijgevende stand waarin de uitlaaddoseerinrichting de genoemde uitlaadopening niet meer verspert zodat het oogstgoed snel, bijvoorbeeld door bediening van de bodemkettingbodem, kan worden uitgeladen.
35 In een verdere ontwikkeling van de uitvinding zijn er ter bediening van de achterwand en voor het wegbewegen van de doseerinrichting twee aandrijvingen aangebracht. In het bijzonder kan er een eerste scharnieraandrijving zijn die de achterwand ten opzichte van de -3- uitlaaddoseerinrichting kan verdraaien, in het bijzonder zo ver van laatstgenoemde kan wegdraaien dat het oogstgoed door de doseerinrichting kan worden uitgeladen. Een tweede schamieraandrijving kan zijn aangebracht voor het wegdraaien van de uitlaaddoseerinrichting en het dit ondersteunend scharnierframe.
5 Genoemde scharnieraandrijvingen kunnen in principe onderling verschillend zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld zijn uitgevoerd met rotatiemotoren. Bij voorkeur echter kunnen de scharnieraandrijvingen zijn uitgevoerd met drukmiddelcilinders, in het bijzonder hydraulische cilinders. In een verdere uitvoering van de uitvinding kan de eerste schamieraandrijving een hydraulische cilinder omvatten die enerzijds scharnierend is verbonden met de 10 doseerinrichting respectievelijk het dit dragend scharnierframe en anderzijds direct of indirect is verbonden met genoemde achterwand. De tweede schamieraandrijving kan eveneens ten minste één hydraulische cilinder omvatten die enerzijds scharnierend is verbonden met de vaststaande zijwand van de laadruimte en anderzijds met de doseerinrichting respectievelijk het dit dragend scharnierframe is verbonden.
15 Genoemde scharnierframes kunnen principieel verschillend zijn uitgevoerd. Zo kan bijvoorbeeld er een in het binnenste van de laadruimte aangebracht scharniergestel zijn. De voorkeur echter wordt gegeven aan een scharnierframe dat is gevormd door twee aan de achterzijde aangebrachte zijwanddelen die gelijktijdig het achterste deel van de zijdelingse laadruimwanden vormen respectievelijk laatstgenoemde nog over een afstand verlengen.
20 Tussen deze zijwanddelen kan de uitlaaddoseerinrichting zijn bevestigd. In het bijzonder kunnen, wanneer de uitlaaddoseerinrichting is voorzien van horizontaal boven elkaar aangebrachte doseerwalsen, deze doseerwalsen met hun einden gelegerd zijn in genoemde zijwanddelen.
In een gunstige verder ontwikkeling van de uitvinding zijn genoemde zijwanddelen in 25 de zone van de bovenste einden scharnierend om een liggende dwarsas gelegerd aan de vaste zijdelingse laadruimwanden die zich links en rechts van de laadruimteboden naar boven uitstrekken en de laadruimte zijdelings begrenzen. Genoemde zijwanddelen kunnen daarbij ook een deel van de achterwand van de laadwagen vormen, bijvoorbeeld doordat zij aan hun einden over een afstand dwars naar binnen zijn doorgetrokken.
30 De eigenlijke, apart scharnierbare achterwand is volgens een verdere uitvoering van de uitvinding scharnierend verbonden aan genoemde aan de achterzijde aanwezige zijwanddelen zodat zij bij het naar boven scharnieren van deze zijwanddelen meedraaien. Alternatief zou de achterwand ook boven de zijwanddelen weg uitstekend aan de vaste zijdelingse laadruimtewanden scharnierend zijn verbonden. In het bijzonder kan de 35 achterwand ook scharnierend zijn verbonden aan de schamieras waaraan ook genoemde zijwanddelen met de daaraan bevestigde uitlaaddoseerinrichting schamierbaar is gelegerd zodat de achterwand en de uitlaaddoseerinrichting over een gemeenschappelijke -4- scharnieras individueel of tezamen zou kunnen worden verdraaid.
In een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding kunnen de achterwand en het de doseerinrichting dragend schamierframe dat kan zijn gevormd door genoemde zijwanddelen ook om aparte scharnierassen, bijvoorbeeld liggende dwarsassen scharnierend zijn 5 gelegerd, waarbij bij voorkeur in dit geval de scharnieras van de achterwand lager ligt dan de scharnieras van het schamierframe. In het bijzonder kan de scharnieras van de achterwand op de in het voorgaande genoemde wijze zijn bevestigd aan de beide zijwanddelen. Door een lager liggende achterwandschamieras kan de achterwand met een kleinere hefboomarm naar boven worden gedraaid, waarbij er eventueel ook een kleinere 10 opening respectievelijk een kleinere achterwand kunnen zijn, die zich in hoofdzaak slechts uitstrekken in de zone van de doseerinrichting. Een daarboven liggend deel kan zijn uitgevoerd als vast, niet apart schamierbare achterwand, die in het bijzonder de beide in het voorgaande genoemde schamierbare zijwanddelen kan verbinden.
De uitlaaddoseerinrichting heeft op gunstige wijze een aan genoemd schamierframe 15 respectievelijk de dit vormende zijwanddelen gelegerde doseeraandrijving die dan in combinatie met de uitlaaddoseerinrichting kan worden weggedraaid. In het bijzonder gunstig kan er hier een hydraulische doseeraandrijving zijn die bij voorkeur via elastische, in de zone van de scharnieras voor het wegdraaien van de doseerinrichting tot voorbij de begrenzing tussen de vaststaande zijdelingse laadruimwanden en de wegdraaibare 20 zijwanddelen geleide hydraulische leidingen wordt gevoed. Daardoor is er geen koppeling nodig bij het wegdraaien van de doseerinrichting.
Als alternatief kan de doseerinrichting ook worden aangedreven via een mechanische aandrijflijn, die in de zone van genoemde scheiding tussen de vaste zijdelingse laadruimtewanden en het de doseerinrichting dragend schamierframe een 25 losneembare koppeling heeft die bij voorkeur zodanig is uitgevoerd dat bij het wegdraaien van de doseerinrichting automatisch wordt ontkoppeld en bij het terugdraaien de doseerinrichting automatisch wordt ingekoppeld. Bijvoorbeeld kan hiertoe een aandrijfas met een klauwkoppeling worden gebruikt, waarvan de koppelingsrichting bij voorkeur evenwijdig met respectievelijk rakend aan de draaibewegingsbaan van de doseerinrichting is 30 aangebracht.
In het nuvolgende wordt de uitvinding aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm met de daarbij behorende tekeningen ander toegelicht. In de tekeningen tonen: 35 fig. 1 een schematisch zijaanzicht van een laadwagen volgens een gunstige uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding en wel in een totaalafbeelding, fig. 2 een gedeeltelijk zijaanzicht van de achterste zone van de laadwagen volgens -5- fig. 1, die de achterwand en de doseerinrichting in de gesloten wanden daarvan toont, en fig. 3 een gedeeltelijk zijaanzicht van het achterste gedeelte van de laadwagen volgens fig. 1 in een afbeelding overeenkomstig fig. 2 waarbij de achterwand tezamen met de doseerinrichting wijst in de naar boven gedraaide uitlaadstand voor een ongedoseerd, 5 dus zonder werking van de doseerinrichting uit te voeren uitladen.
De in fig. 1 getoonde oogstgoedwagen is uitgevoerd als een laadwagen 1 met een frame 17 dat via een stel wielen 18 op de bodem steunt. Met behulp van een dissel kan de laadwagen 1 worden gekoppeld aan een trekker 20.
10 Genoemd frame 17 draagt een laadruimte 2 die voor wat betreft de bodem wordt begrensd door een bodemkettingbodem 3, aan de voorzijde wordt begrensd door een voorwand 21, zijdelings rechts en links twee laadruimtewanden 4 heeft en aan de achterwand wordt begrensd door een achterwand 5. In de zone van het voorste einde van de laadruimte heeft de laadwagen 1 een op zich bekende verzamelinrichting 33 met behulp 15 waarvan op de bodem liggend oogstgoed zoals gras, hooi en stro wordt verzameld en kan worden getransporteerd in de laadruimte 2. Binnen de laadruimte 2 kan het oogstgoed dan met behulp van de bodemkettingbodem 3 worden getransporteerd naar de achterzijde van de laadruimte 2.
Aan de achterzijde van de laadruimte 2 is vóór genoemde achterwand 5 een 20 doseerinrichting 7 aangebracht die in de getoonde uitvoeringsvorm meerdere boven elkaar gelegen en om hun langsassen roterend aan te drijven doseerwalsen 6 omvat, met behulp waarvan het in de laadruimte 2 opgeslagen oogstgoed gedoseerd kan worden uitgeladen aan de achterzijde van de laadruimte 2. Hiertoe kan de achterwand 2 van de doseerinrichting 7 weg naar boven worden verdraaid in de geopende stand zoals de 25 streeplijnen in fig. 2 dit aangeven. De achterzijde is daarbij scharnierend verbonden via een stelsel scharnierstangen 23 dat in de getoonde uitvoeringsvorm aan elke kant van de laadwagen een paar scharnierarmen 24, 25 omvat die met één einde scharnierend zijn verbonden aan de aan de zijvvanddslen 13 aangebrachte dwarsassen en aan hun andere einden om eveneens liggende dwarsassen scharnierend zijn verbonden aan de achterwand 30 5. De achterwand 5 is tweedelig uitgevoerd waarbij de beide achterwanddelen 5a en 5b om een eveneens liggende scharnieras verdraaibaar ten opzichte van elkaar zijn zodat de achterwand 5 aan de hoekige achterwandcontour kan worden aangepast - zie fig. 7. Aan het stelsel scharnierarmen 23 is een schamieraandrijving 11 gekoppeld in de vorm van hydraulische cilinders met behulp waarvan de achterwand 5 van de doseerinrichting 7 en de 35 daardoor omvattende zijwanddelen 13 naar boven kan worden weggedraaid, zie fig. 2.
Wanneer de achterwand 5 naar boven is weggedraaid, kunnen de doseerwalsen 6 het in de laadruimte 2 aanwezige oogstgoed strooiend uitladen omdat de aan de achterzijde gelegen -6- laadruimteopening 10 achter de doseerinrichting 7 niet langer door de achterwand 5 wordt afgesloten.
De genoemde doseerinrichting 7 is daarbij gelegerd aan een schamierframe 9 dat de beide genoemde, achterste zijwanddelen 13 omvat, die zich aan de achterzijde kunnen 5 aansluiten aan de vaststaande laadruimtewanden 4 en deze naar achter over een bepaalde afstand voortzetten, en een bovenste achterwanddeel 26 dat gescheiden is uitgevoerd van de hiervoor genoemde achterwand 5 en met een bovenste deel genoemde zijwanddelen 13 onderling verbindt.
Genoemd schamierframe 9 met de zijwanddelen 13 en het bovenste achterwanddeel 10 is om een liggende dwarsas 14 scharnierend verbonden met het bovenste einde van de laadruimtewanden 4 zodat dit schamierframe 9 tezamen met de daaraan bevestigde doseerinrichting 7 naar boven kan worden weggedraaid, een en ander zoals fig. 3 dit toont. In deze naar boven weggedraaide stand van de doseerinrichting 7 is de aan de achterzijde aanwezige laadruimteopening 10 geheel vrijgegeven, met andere woorden de doseerwalsen 15 6 liggen niet langer in de zone van genoemde laadruimteopening 10 zodat het totale in de laadruimte 2 aanwezige oogstgoed door het bedrijf van de bodemkettingbodem 3 kan worden uitgeladen.
Zoals de fig. 2 en 3 tonen, is de apart scharnierbare achterwand 5 met het dit dragend scharnierstangstelsel 23 bevestigd aan genoemd schamierframe 9, nauwkeuriger 20 gezegd aan de zijwanddelen 13 zodat de achterwand 5 bij het naar boven verdraaien van de doseerinrichting 7 mee naar boven wegdraait.
Het verdraaien van de doseerinrichting 7 wordt teweeg gebracht door een tweede schamieraandrijving 12 die kan zijn uitgevoerd met drukmediumcilinders die enerzijds aangrijpen aan de laadruimtewanden 4 en anderzijds aan de zijwanddelen 13, en wel aan 25 op afstand van de schamieras 14 gelegen scharnierpunten zoals fig. 3 dit aangeeft.
De doseerinrichting 7 kan bij voorkeur een hydraulische doseeraandrijving 15 omvatten die kan zijn gelegerd aan de zijwanddelen 13 zodat deze mee naar boven draait wanneer de doseerinrichting 7 naar boven wordt verplaatst. Voor de energieverzorging kunnen de hydraulische leidingen 17 bij voorkeur in de zone van de dwarsas 14 van de 30 laadruimtewanden 7 naar de scharnierbare zijwanddelen 13 verlopen.
Claims (12)
1. Laadwagen (1), met een laadruimte (2) die wordt begrensd dooreen als bodemkettingbodem (3) uitgevoerde laadruimtebodem, en door zijdelingse laadruimtewanden (4) en een achterwand (5), waarbij in de laadruimte aan de achterzijde en vóór de achterwand (5) een bij voorkeur met doseerwalsen (6) uitgevoerde 5 uitlaaddoseerinrichting (7) is aangebracht en waarbij de achterwand (5) voor het uitladen en doseren van de uitlaaddoseerinrichting (7) af kan worden gebracht in een geopende doseeruitlaadstand, in het bijzonder aan het bovenste einde om een liggende achterwandscharnieras (5) wegdraaibaar is gelegerd, met het kenmerk, dat de uitlaaddoseerinrichting (7) is bevestigd aan een schamierframe (9) waardoor de 10 uitlaaddoseerinrichting (7) tezamen met de achterwand (5) en/of bij geopende achterwand (5) in een de achterste laadruimteopening (10) vrijgevende sneluitlaadstand wegdraaibaar is gelegerd
2. Laadwagen volgens de voorgaande conclusie, waarbij er een eerste 15 schamieraandrijving (11) voor het wegdraaien van de achterwand (5) ten opzichte van de uitlaaddoseerinrichting (7) en een tweede schamieraandrijving (1') voor het wégdraaien van het schamierframe (9) met de daaraan bevestigde uitlaaddoseerinrichting (7) zijn
3. Laadwagen volgens de voorgaande conclusie, met een besturingsinrichting voor 20 het onderling onafhankelijk bedienen van de eerste schamieraandrijving (11) en de tweede schamieraandrijving (12).
4. Laadwagen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste schamieraandrijving en/of de tweede schamieraandrijving (12) ten minste één 25 drukmediumcilinder omvatten.
5 Laadwagen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het schamierframe (9) twee aan de achterzijde aangebrachte zijwanddelen(13) omvat waartussen de uitlaaddoseerinrichting (7) is gelegerd, en waarbij de beide zijwanddelen (13) 30 in de zone van hun bovenste schamierbaar om een liggende dwarsas (14) zijn gelegerd aan de zijdelingse, vaststaande, laadruimtewanden (4)
6 Laadwagen volgens de voorgaande conclusie, waarbij de beide zijwanddelen (3) star met elkaar zijn verbonden en bij voorkeur zijn bevestigd aan een star, de beide -8- zijwanddelen (13) verbindend achterwandbovendeel.
7. Laadwagen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het scharnierframe (9) en de achterwand (5) schamierbaar zijn gelegerd om aparte 5 scharnierassen (8,14), waarbij de schamieras (8) van de achterwand (5) lager is aangebracht dan de schamieras (14) van het scharnierframe (9) en in het bijzonder is bevestigd aan het scharnierframe (9)
8 Laadwagen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 10 uitlaaddoseerinrichting (7) een aan het scharnierframe (9) gelegerde scharnieraandrijving (15) omvat.
9 Laadwagen volgens de voorgaande conclusie, waarbij de doseeraandrijving (15) een hydraulische motor omvat welke bij voorkeur via elastische, in de zone van de 15 schamieras, waarom de uitlaaddoseerinrichting (17) kan verdraaien, via de scheiding tussen de zijdelingse laadruimtewanden (4) en het scharnierframe (9) gevoerde hydraulische leidingen (16) kan worden gevoed
10 Laadwagen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 20 uitlaaddoseerinrichting (7) kan worden aangedreven via een mechanische aandrijflijn die in de zone van de scheiding tussen het scharnierframe (9) en de zijdelingse laadruimtewanden (4) en/of de laadruimtebodem (3) een losbare aandrijflijnkoppeling omvat.
11 Laadwagen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 25 uitlaaddoseerinrichting (7) om een aan de bovenste randzone van de zijdelingse laadruimtewanden (4) aangebrachte schamieras (14) uit de gesloten stand over een hoek van ongeveer 45° tot 90°, en bij voorkeur ongeveer 50° tot 70°, naar boven in de geopende snelontlaadstand kan worden verdraaid. 30
12 Laadwagen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de uitlaaddoseerinrichting (7) meerdere liggende en boven elkaar aangebrachte, om hun langsassen roteerbaar aan te drijven doseerwalsen (6) omvat.
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE202007012649 | 2007-09-10 | ||
DE202007012649U DE202007012649U1 (de) | 2007-09-10 | 2007-09-10 | Ladewagen |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2001964A1 NL2001964A1 (nl) | 2009-03-11 |
NL2001964C2 true NL2001964C2 (nl) | 2010-01-18 |
Family
ID=40348859
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2001964A NL2001964C2 (nl) | 2007-09-10 | 2008-09-09 | Laadwagen. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE202007012649U1 (nl) |
NL (1) | NL2001964C2 (nl) |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE202014008745U1 (de) | 2014-11-04 | 2016-02-05 | Alois Pöttinger Maschinenfabrik Gmbh | Landwirtschaftlicher Lade- und/oder Ernteguttransportwagen |
DE102015004325B3 (de) * | 2015-04-09 | 2016-05-19 | B. Strautmann & Söhne GmbH u. Co. KG | Landwirtschaftlicher Erntewagen mit Dosiergerät und Breitverteilung |
Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1204537B (de) * | 1963-02-19 | 1965-11-04 | Welger Geb | Einrichtung zum Erleichtern des Anlaufens der Abladeeinrichtung an Haeckselwagen |
AT371582B (de) * | 1978-02-22 | 1983-07-11 | Seba Mess Ortungstech | Verfahren zur bestimmung von undichtigkeiten in im erdboden verlegten wasserleitungen |
DE8706001U1 (de) * | 1987-04-25 | 1987-06-11 | Klöckner-Humboldt-Deutz AG, 5000 Köln | Ladewagen mit einer Entladeeinrichtung |
EP0371571A1 (de) * | 1988-11-30 | 1990-06-06 | MANNESMANN Aktiengesellschaft | Entladeeinrichtung für containerförmige Behälter |
EP0610580A1 (de) * | 1993-02-11 | 1994-08-17 | Claas Saulgau Gmbh | Rückwand für Ladewagen |
CH690258A5 (de) * | 1994-05-10 | 2000-06-30 | Bauer & Co Gmbh Reform Werke | Entlade- und/oder Dosiereinrichtung für einen Ladewagen für Halm- und/oder Blattgut |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE7513519U (de) * | 1974-06-21 | 1975-10-09 | Poettinger A Ohg | Abladeeinrichtung an einem landwirtschaftlichen Fahrzeug |
DE2530319C2 (de) * | 1975-07-08 | 1983-02-03 | Heinrich 4835 Rietberg Darming | Landwirtschaftliches Ladefahrzeug |
DE19704457B4 (de) | 1997-02-06 | 2006-05-11 | Bohnacker, Thomas | Entladeeinrichtung für landwirtschaftliche Fahrzeuge |
DE29711183U1 (de) | 1997-06-26 | 1997-09-04 | Siemens Nixdorf Informationssysteme AG, 33106 Paderborn | Anschlußvorrichtung für Steckkarten bzw. Standard-Flachbaugruppen |
DE20012324U1 (de) | 2000-07-15 | 2000-10-19 | B. Strautmann & Söhne GmbH u. Co, 49196 Bad Laer | Rückwand eines Ladewagens |
-
2007
- 2007-09-10 DE DE202007012649U patent/DE202007012649U1/de not_active Expired - Lifetime
-
2008
- 2008-09-09 NL NL2001964A patent/NL2001964C2/nl active Search and Examination
Patent Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1204537B (de) * | 1963-02-19 | 1965-11-04 | Welger Geb | Einrichtung zum Erleichtern des Anlaufens der Abladeeinrichtung an Haeckselwagen |
AT371582B (de) * | 1978-02-22 | 1983-07-11 | Seba Mess Ortungstech | Verfahren zur bestimmung von undichtigkeiten in im erdboden verlegten wasserleitungen |
DE8706001U1 (de) * | 1987-04-25 | 1987-06-11 | Klöckner-Humboldt-Deutz AG, 5000 Köln | Ladewagen mit einer Entladeeinrichtung |
EP0371571A1 (de) * | 1988-11-30 | 1990-06-06 | MANNESMANN Aktiengesellschaft | Entladeeinrichtung für containerförmige Behälter |
EP0610580A1 (de) * | 1993-02-11 | 1994-08-17 | Claas Saulgau Gmbh | Rückwand für Ladewagen |
CH690258A5 (de) * | 1994-05-10 | 2000-06-30 | Bauer & Co Gmbh Reform Werke | Entlade- und/oder Dosiereinrichtung für einen Ladewagen für Halm- und/oder Blattgut |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL2001964A1 (nl) | 2009-03-11 |
DE202007012649U1 (de) | 2009-02-12 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP1606990B1 (en) | Grain cart with intermodal container loader | |
US10464758B2 (en) | Transportable drive-over conveyor system | |
US11685300B2 (en) | Agricultural dump cart | |
US20080261671A1 (en) | System for unloading agricultural material | |
US11564353B2 (en) | Crop cart unloading system | |
US20220340068A1 (en) | Vehicle for receiving and delivering agricultural seeds and other granular material | |
RU2756560C2 (ru) | Перегрузочное устройство для сбора и передачи убранного материала на транспортное средство | |
NL2001964C2 (nl) | Laadwagen. | |
EP2497684A1 (fr) | Remorque de transport a dechargement par tapis enrouleur | |
BE1024752B1 (nl) | Modulaire kiepwagen, uitbreidingsmodule, systeem van kiepwagen en uitbreidingsmodule | |
US20110305549A1 (en) | Self-unloading vehicle with hydraulic system | |
NL2011451B1 (nl) | Oogstwagen voor het opnemen en het transport van planten of plantdelen. | |
US4493601A (en) | High capacity, self-unloading forage hopper | |
WO2010031145A1 (en) | Outloader | |
US7025556B1 (en) | Agricultural transfer table | |
EP3550957B1 (fr) | Godet de desilage equipe d'un moyen de separation et de deversement de la matiere | |
US2725584A (en) | Street sweeper | |
US6969315B2 (en) | Basket door extension for a cotton harvester | |
NL2014900B1 (nl) | Zelfrijdende voermengwagen. | |
EP2394506A1 (en) | Self-unloading vehicle with hydraulic system | |
NL2017121B1 (nl) | Inrichting voor het vullen van een kuilvoerzak met kuilvoer | |
JP5507143B2 (ja) | 牽引移動式の定量供給装置 | |
AU2015309661B2 (en) | Multi-commodity semi-trailer and auger | |
AU2014227503B2 (en) | Transportable drive-over conveyor system | |
CA2993217C (en) | Transportable drive-over conveyor system |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
AD1A | A request for search or an international type search has been filed | ||
RD2N | Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report) |
Effective date: 20091113 |
|
PD2B | A search report has been drawn up |