BE1024752B1 - Modulaire kiepwagen, uitbreidingsmodule, systeem van kiepwagen en uitbreidingsmodule - Google Patents

Modulaire kiepwagen, uitbreidingsmodule, systeem van kiepwagen en uitbreidingsmodule Download PDF

Info

Publication number
BE1024752B1
BE1024752B1 BE2016/5879A BE201605879A BE1024752B1 BE 1024752 B1 BE1024752 B1 BE 1024752B1 BE 2016/5879 A BE2016/5879 A BE 2016/5879A BE 201605879 A BE201605879 A BE 201605879A BE 1024752 B1 BE1024752 B1 BE 1024752B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
module
tipper
coupling
coupling device
extension module
Prior art date
Application number
BE2016/5879A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1024752A1 (nl
Inventor
Kristof Paul Josef Blum
Original Assignee
Blum-Machinery Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Blum-Machinery Bvba filed Critical Blum-Machinery Bvba
Priority to BE2016/5879A priority Critical patent/BE1024752B1/nl
Priority to EP17826275.4A priority patent/EP3544855B1/en
Priority to PCT/IB2017/057391 priority patent/WO2018096498A1/en
Publication of BE1024752A1 publication Critical patent/BE1024752A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1024752B1 publication Critical patent/BE1024752B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60PVEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
    • B60P1/00Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading
    • B60P1/04Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading with a tipping movement of load-transporting element
    • B60P1/28Tipping body constructions
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D90/00Vehicles for carrying harvested crops with means for selfloading or unloading
    • A01D90/10Unloading means

Abstract

Kiepwagen, in het bijzonder een overlaadwagen of een zelfrijdende overlaadwagen, voor landbouwgewassen, omvattende een chassis met tenminste één paar voortbewegingselementen; een ten opzichte van een achterzijde van het chassis zwenkbare laadbak; waarbij aan de voorzijde van de laadbak een koppelinrichting is voorzien voor het afneembaar koppelen van een uitbreidingsmodule, waarbij de uitbreidingsmodule is ingericht om samen te werken met een koppelinrichting van de kiepwagen.

Description

(30) Voorrangsgegevens :
(73) Houder(s) :
BLUM-MACHINERY bvba 3800, SINT-TRUIDEN België (72) Uitvinder(s) :
BLUM Kristof Paul Josef 3800 SINT-TRUIDEN België (54) Modulaire kiepwagen, uitbreidingsmodule, systeem van kiepwagen en uitbreidingsmodule (57) Kiepwagen, in het bijzonder een overlaadwagen of een zelfrijdende overlaadwagen, voor landbouwgewassen, omvattende een chassis met tenminste één paar voortbewegingselementen; een ten opzichte van een achterzijde van het chassis zwenkbare laadbak; waarbij aan de voorzijde van de laadbak een koppelinrichting is voorzien voor het afneembaar koppelen van een uitbreidingsmodule, waarbij de uitbreidingsmodule is ingericht om samen te werken met een koppelinrichting van de kiepwagen.
Figure BE1024752B1_D0001
BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI
FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie
Publicatienummer: 1024752 Nummer van indiening: BE2016/5879
Dienst voor de Intellectuele Eigendom
Internationale classificatie: B60P 1/28 A01D 90/10 B60P 1/04 Datum van verlening: 25/06/2018
De Minister van Economie,
Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;
Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;
Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 24/11/2016.
Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.
Besluit:
Artikel 1. - Er wordt aan
BLUM-MACHINERY bvba, Fouga Magisterlaan 2170, 3800 SINT-TRUIDEN België;
vertegenwoordigd door
JAEKEN Annemie, Gaston Geenslaan 11, 3001, HEVERLEE;
BOX Cornells , Gaston Geenslaan 11, 3001, LEUVEN;
LUYS Marie-José, Gaston Geenslaan 11, 3001, LEUVEN;
MOLLING Matheus Catharina, Gaston Geenslaan 11, 3001, LEUVEN;
NIESTADT Bart Jan, Gaston Geenslaan 11, 3001, LEUVEN;
OUDSHOORN Otto Leonard, Gaston Geenslaan 11, 3001, LEUVEN;
VAN MELLE Johannes Carol Christopher, Gaston Geenslaan 11, 3001, LEUVEN;
een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: Modulaire kiepwagen, uitbreidingsmodule, systeem van kiepwagen en uitbreidingsmodule.
UITVINDER(S):
BLUM Kristof Paul Josef, c/o Fouga Magisterlaan 2170, 3800, SINT-TRUIDEN;
VOORRANG:
AFSPLITSING :
Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :
Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).
Brussel, 25/06/2018,
Bij bijzondere machtiging:
BE2016/5879
Modulaire kiepwagen, uitbreidingsmodule, systeem van kiepwagen en uitbreidingsmodule
De uitvinding heeft betrekking op een kiepwagen, meer bepaald een overlaadwagen, voor landbouwgewassen.
Dergelijke kiepwagens zijn algemeen bekend en worden gewoonlijk gebruikt als overlaadwagens om geoogste landbouwgewassen op het veid over te laden naar een transportvoertuig, zoals bijvoorbeeld een vrachtwagen. De overlaadwagen is gewoonlijk voorzien van een trekkerkoppeling voor koppeling met een trekkervoertuig, bijvoorbeeld een tractor. Ook is een overlaadwagen meestal kipbaar of kantelbaar uitgevoerd, zodat een voorzijde, of een achterzijde, van een laadbak van de overlaadwagen hoger kan komen te staan dan de overstaande zijde. Dit is günstig tijdens overladen. Dan kunnen de gewassen middels een overlaadarm worden overgeladen in, bijvoorbeeld, een laadbak of een container van een vrachtwagen. Een vrachtwagen kan beter geschikt zijn voor transport over de weg. Zo kan de overlaadarm op een ongeveer horizontale wijze of met een beperkte hellingshoek de gewassen overladen naar de vrachtwagen.
De laadbak is meestal voorzien van een bodemtapijt dat als een eindloze band is ingericht. Wanneer de laadbak is gekanteld, kan door de eindloze band in de richting van het hogere einde van de laadbak te laten draaien, de gewassen worden meegevoerd naar het hoger gestelde einde van de laadbak. Daar kunnen de landbouwgewassen dan op een overlaadarm worden overgevoerd en via de overlaadarm worden overgebracht naar de laadbak van een vrachtwagen. De overlaadarm is gewoonlijk ook voorzien van een eindloze transportband om de gewassen te transporteren.
Nadelig aan de bekende overlaadwagens is dat deze gewoonlijk zijn ingericht voor één specifiek landbouwgewas, bijvoorbeeld voor aardappelen of bieten of mais of uien of erwten of granen, meststoffen, bonen, wortelen,
BE2016/5879 etc. Dit betekent per landbouwgewas een aanzienlijke investering in een overlaadwagen, welke slechts een beperkte tijd van het jaar kan worden gebruikt, namelijk tijdens het oogsten van het specifieke gewas. Anderzijds is het ook vooral voor overlaadwagens waarvan de laadbak om een voorzijde kantelt, en de achterzijde dus hoger komt te staan, nadelig dat het zieht op het overladen vanuit het trekkervoertuig heel beperkt is. Daardoor kan het moeilijk zijn om het overladen van de gewassen te monitoren en waar nodig bij te sturen.
Een doel van de uitvinding is te voorzien in een kiepwagen, in het bijzonder een overlaadwagen, die ten minste één van voornoemde nadelen tegengaat. In het bijzonder is er nood aan een versatiele kiepwagen, meer bepaald een versatiele overlaadwagen, die tenminste één van voornoemde nadelen tegengaat.
Daartoe voorziet de uitvinding in een kiepwagen, in het bijzonder een overlaadwagen, voor landbouwgewassen, omvattende een chassis met tenminste één paar voortbewegingselementen; een ten opzichte van een achterzijde van het chassis zwenkbare laadbak; waarbij de kiepwagen aan een voorzijde ervan is voorzien van een trekkerkoppeling voor koppeling met een trekkervoertuig; waarbij aan de voorzijde van de laadbak een koppelinrichting is voorzien voor het afneembaar koppelen van een overlaadmodule.
Door te voorzien in een overlaadwagen waarvan de laadbak omheen de achterzijde zwenkbaar is, komt de laadbak aan de voorzijde omhoog tijdens het overladen. Hierdoor is het zieht op het overladen vanuit het trekkervoertuig beter en kan, vanuit het trekkervoertuig, beter contrôle en bijsturing plaatsvinden tijdens het overladen. De laadbak is bij voorkeur verstelbaar ten opzichte van het chassis tussen een liggende stand, waarin de laadbak op het chassis rust, en een staande stand, waarin de laadbak zieh onder een hoek bevindt ten opzichte van het chassis. Typisch zijn verstelelementen, zoals hydraulische cilinders, voorzien aan de voorzijde
BE2016/5879 van de kiepwagen tussen de laadbak en het chassis, om de laadbak ten opzichte van het chassis te doen zwenken door de voorzijde van de laadbak opwaarts te duwen.
De trekkerkoppeling kan bijvoorbeeld een disselboom zijn, of een zwanehalskoppeling, waarvaan aan een uiteinde een aanhangerkoppeling of een kogelkoppeling of een andersoortige koppeiing kan zijn voorzien om te koppelen met het trekkervoertuig.
Door tevens de kiepwagen aan de voorzijde te voorzien van een koppelinrichting voor het afneembaar koppelen van een uitbreidingsmodule, kan een veelzijdige, flexibele en versatiele kiepwagen, in het bijzonder overlaadwagen, worden verschaft die voor verschillende landbouwgewassen kan worden gebruikt. Op voordelige wijze is de uitbreidingsmodule ingericht als overlaadmodule. De uitbreidingsmodule kan ook zijn ingericht als een volume-module voor het verschaffen van additioneel laadvolume, of als een kuismodule, of als een deurmodule voor het verschaffen van een modulaire deur aan de voorzijde van de kiepwagen. Op voordelige wijze kan de uitbreidingsmodule zijn uitgevoerd als een deurmodule die uitwisselbaar is voor een verdere uitbreidingsmodule. Bijvoorbeeld kan de deurmodule worden weggenomen uit de laadbak en kan in de plaats van de deurmodule een volume-module worden gehangen. Typisch is een deurmodule koppelbaar aan een bovenzijde van de voorzijde van de laadbak, en kan de verdere uitbreidingsmodule eveneens aan de bovenzijde worden gekoppeld.
Bijvoorkeur is de uitbreidingsmodule gewas-specifiek ingericht, en kan aldus, afhankelijk van het over te laden landbouwgewas, een andere gewas-specifieke overlaadmodule met de kiepwagen worden gekoppeld. Door te voorzien in een uitbreidingsmodule kan de kiepwagen modulair worden uitgevoerd, en kan de kiepwagen gedurende een längere tijd doorheen het jaar worden gebruikt, namelijk tijdens de oogstperiode voor verschillende gewassen, die doorgaans in verschillende tijden van het jaar zijn. Hierdoor
BE2016/5879 kan de kiepwagen meer worden gebruikt, wat de investering in een dergelijke kiepwagen en gewasspecifieke modules economischer kan maken.
De uitbreidingsmodule kan zijn uitgevoerd als een overlaadmodule die bij voorkeur is voorzien van een overlaadarm, bij voorkeur een uitvouwbare overlaadarm. Via de overlaadarm kunnen de landbouwgewassen vanaf de voorzijde van de laadbak naar een ander voertuig, bijvoorbeeld een laadbak van een vrachtwagen, worden overgeladen. In een uitvoeringsvorm kan de uitbreidingsmodule zijn uitgevoerd als een module ter vergroting van het laadvolume van de laadbak, al dan niet in combinatie met een overlaadarm. De uitbreidingsmodule kan aldus gebruiksspecifiek zijn uitgevoerd, afhankelijk van het gewenste gebruik van de kiepwagen kan worden voorzien in een deurmodule, een volumemodule, een overlaadmodule etc. die elk op hun beurt eveneens gewasspecifiek kunnen zijn uitgevoerd. Vele Varianten zijn mogelijk.
De koppelinrichting kan op verschillende wijzen worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld kan de koppelinrichting zijn voorzien als één of meer Iangwerpige kokers, bijvoorbeeld twee of drie, die zieh in langsrichting uitstrekken parallel met de langsrichting van de laadbak en zieh aan de voorzijde van de laadbak bevinden. De uitbreidingsmodule kan zijn voorzien van corresponderende uitstekende fanden die in Iangwerpige kokers van de laadbak passen. Op die manier kan de uitbreidingsmodule op eenvoudige wijze aan de laadbak worden gekoppeld en afgekoppeld. Eventueel kunnen borgelementen zijn voorzien om de uitstekende fanden van de uitbreidingsmodule te borgen in de iangwerpige kokers tijdens gebruik.
Ook kan een verstelinrichting zijn voorzien om de uitbreidingsmodule te verstellen ten opzichte van de laadbak. Op voordelige wijze is de overlaadarm, indien de uitbreidingsmodule is uitgerust met een overlaadarm, ongeveer horizontaal gezien in een richting dwars op de langsrichting van de laadbak, om zo de gewassen relatief snel en efficient te
BE2016/5879 kunnen overladen naar een gereedstaande vrachtwagen. Met een verstelinrichting kan de afstelling van de module gebeuren. Alternatief kunnen de uitstekende fanden van de module een hoek maken ten opzichte van een overig deel van de module, zijnde het deel van de module voorzien van een overlaadarm, die gelijk is aan de maximale verstelhoek van de laadbak ten opzichte van het chassis van de kiepwagen. Aldus zal bij maximale kanteling van de laadbak de module zieh ook nagenoeg horizontaal bevinden.
Alternatief kan de koppelinrichting zijn uitgevoerd als een frame dat aan de voorzijde van de laadbak bevestigd is, en waarop een module afneembaar kan worden bevestigd.
Alternatief kan de koppelinrichting zijn uitgevoerd als een scharnierverbinding of een haak-, klik- of andere verbinding waarmee een module aan de voorzijde van de laadbak kan worden bevestigd. De overlaadmodule kan bijvoorbeeld een cassette omvatten dat is ingericht voor het afneembaar koppelen met de koppelinrichting.
Eventueel kan de koppelinrichting als frame permanent zijn bevestigd aan de voorzijde van de laadbak, en kan aldus constructief en mechanisch worden uitgevoerd om de overlaadmodule op te nemen en de krachten tijdens overladen op te vangen. Aldus kan het frame deel uitmaken van de koppelinrichting. Doordat het frame zieh aan de voorzijde van de laadbak bevindt, wordt het bij het verzwenken van de laadbak mee omhoog of omlaag bewogen.
Op voordelige wijze bevindt de koppelinrichting zieh boven de trekkerkoppeling zodat de trekkerkoppeling niet in de weg zit wanneer de module aan de koppelinrichting wordt gekoppeld.
De uitbreidingsmodule is bij voorkeur nagenoeg even breed als de breedte van de voorzijde van de laadbak om zo optimaal gebruik te kunnen maken van de breedte van de opening aan de voorzijde van de laadbak.
BE2016/5879
Hierdoor kan het debiet van bijvoorbeeld het overladen zo optimaal mogelijk zijn.
Door de koppelinrichting te voorzien van bevestigingselementen die zijn ingericht om samen te werken met corresponderende bevestigingselementen van de uitbreidingsmodule, kan de uitbreidingsmodule relatief eenvoudig en betrouwbaar worden aangekoppeld en afgekoppeld van de laadbak. De bevestigingselementen kunnen bijvoorbeeld een pen-gat verbinding zijn, of een bout-moer verbinding, of een haakverbinding, etc. Vele Varianten zijn mogelijk. De bevestigingselementen zijn bij voorkeur robuust uitgevoerd om betrouwbaar te kunnen blijven functioneren in de werkomstandigheden op het land, waarbij veel zand en/of modder, alsook omgevingsinvloeden, zoals regen of wind, veelvuldig kunnen voorkomen. Eventueel kan ook worden voorzien in borgingselementen om de bevestiging van de module aan de laadbak te borgen tijdens gebruik.
Bij voorkeur heeft een landbouwer de beschikking over een kiepwagen en een aantal gebruiksspecifieke en/of gewasspecifieke uitbreidingsmodules, bijvoorbeeld overlaadmodules. Zo kan hij, afhankelijk van het gewas dat geoogst moet worden, de module specifiek voor het te oogsten gewas op de kiepwagen koppelen. Zo kan de overlaadmodule voorzien zijn van kuisrollen, of een overlaadarm, waarbij ook de kuisrollen en/of de overlaadarm gewasafhankelijk kunnen zijn. Zo kunnen voor het ene gewas de kuisrollen dichter bij elkaar zijn gemonteerd dan voor een ander gewas. Ook de overlaadarm, bijvoorbeeld de breedte en/of bodemtapijt en/of overlaadsnelheid, kan van gewas tot gewas verschillen.
De overlaadmodule kan verstelbaar bevestigbaar zijn met het frame van de kiepwagen en/of met de laadbak. Aanvullend en/of alternatief kan het frame verstelbaar bevestigd zijn met de laadbak. Door te voorzien in verstelmogelijkheden, kan ervoor gezorgd worden dat de overlaadmodule, bijvoorkeur de laadarm die bevestigbaar is met de overlaadmodule,
BE2016/5879 ongeveer horizontaal kan worden uitgericht om de gewassen over te laden en/of kan de positie van de kuisrollen worden ingesteld opdat de gewassen optimaal van de kuisrollen naar de overlaadarm kunnen bewegen. Eventueel kunnen de elementen van de module 2, zoals de kuisrollen en/of de overlaadarm, individueel verstelbaar zijn ten opzichte van bijvoorbeeld een cassette van de module.
Bijvoorbeeld is het frame verstelbaar bevestigd aan de laadbak. Aldus kan, wanneer de laadbak opwaarts gezwenkt is, de stand van het frame ten opzichte van de laadbak worden aangepast zodat de positie van het frame, en van de module indien bevestigd op het frame, kan worden aangepast. Op voordelige wijze is het frame verstelbaar omheen een voorste as van een bodemtapijt van de laadbak. Alternatief kan de uitbreidingsmodule koppelbaar zijn met koppelinrichting ter plaatse van de voorste aandrijfas, zodat de uitbreidingsmodule verstelbaar is omheen de voorste aandrijfas en aldus de positie van de uitbreidingsmodule kan worden aangepast.
Gewoonlijk is de laadbak immers voorzien van een bodemtapijt dat is uitgerust als een eindloze band die omheen een aandrijfas roteerbaar is, zodat het bodemtapijt, wanneer aangedreven, de gewassen kan meenemen in een langsrichting van de laadbak. De voorste as bevindt zieh bij voorkeur aan een voorzijde van de laadbak, gezien in de normale rijrichting van de kiepwagen. De voorste as kan een aandrijfas zijn, voorzien van een aandrijfmechanisme, of kan een aangedreven as zijn, waarbij deze de beweging van een andere aandrijfas volgt. De aandrijfas kan zieh aan een voorzijde van de laadbak bevinden, aan een achterzijde, of er kunnen twee aandrijfassen zijn voorzien, waarvan een aan de voorzijde en een aan de achterzijde. Bij voorkeur bevindt er zieh een aandrijfas aan de voorzijde van de laadbak, zodat afstelbng van het bodemtapijt ook aan de voorzijde kan gebeuren, daar waar de producten de laadbak verlaten. Door op voordelige wijze de module verstelbaar in te richten omheen de aandrijfas aan de
BE2016/5879 voorzijde van de laadbak, kan de afstand tussen de module en de laadbak, bijvoorbeeld tussen de op het frame bevestigbare module en het einde van het bodemtapijt, ongeveer gelijk worden gehouden tijdens verstellen. Zo kan de afstand tussen het bodemtapijt en bijvoorbeeld kuisrollen of overlaadarm van de module, nagenoeg gelijk blijven zodat er geen spleet ontstaat waardoorheen gewasproducten kunnen naar beneden vallen.
Alternatief en/of additioneel kan het frame verstelbaar zijn ten opzichte van de laadbak, bijvoorbeeld over een hoek nagenoeg gelijk aan de zwenkhoek van de laadbak bij het opwaarts kantelen van de laadbak. Bijvoorbeeld kan de module verstelbaar zijn ten opzichte van de koppelinrichting voor een zogenaamde ‘fijn’-instelling, om een stand van de module, bijvoorbeeld van een overlaadarm van de module, optimaal in te stellen. In een voorbeeid kan het gewenst zijn de overlaadarm ongeveer horizontaal te in te stellen, gezien dwars op de kiepwagen, of kan de module en/of overlaadarm een geringe hoek hebben, in langsrichting en/of in dwarsrichting van de kiepwagen. Vele Varianten zijn mogelijk.
Op voordelige wijze is de overlaadmodule voorzien van ten minste een uitvouwbare overlaadarm. De overlaadarm kan uitvouwbaar zijn tussen een ingevouwen stand en een uitgevouwen stand. In de ingevouwen stand is de overlaadarm opgevouwen en bevindt deze zieh ongeveer binnen buitenafmetingen van de module en/of het frame. Dit is voordelig voor transport- en opslagdoeleinden. In de uitgevouwen stand is de overlaadarm geheel of gedeeltelijk uitgevouwen in een stand waarin de arm zieh ten minste gedeeltelijk voorbij de module en/of het frame uitstrekt. De overlaadarm kan een gearticuleerde arm zijn, met bijvoorbeeld twee of drie or meer armdelen die scharnierbaar zijn ten opzichte van elkaar. In uitgevouwen stand strekt de arm zieh uit, wanneer bevestigd op een kiepwagen, in een dwarsrichting van de kiepwagen.
De uitbreidingsmodule is op günstige wijze voorzien van opneemelementen om opneembaar te zijn met een hefinrichting,
BE2016/5879 bijvoorbeeld een vorkheftruck, om de module met de koppelinrichting van de kiepwagen te kunnen koppelen. Bijvoorbeeld is de module voorzien van insteekopeningen waarin de lepels van een vorkheftruck kunnen worden gestoken om aldus op eenvoudige wijze de module op- en af het frame en/of de kiepwagen te plaatsen. Andere opneemelementen zijn ook mogelijk, bijvoorbeeld een oog waaraan een haak van een kraan kan worden bevestigd, etc. Door te voorzien in dergelijke opneemelementen, kan de module relatief gemakkeiijk op- en af het frame en/of de kiepwagen worden geplaatst, waardoor het voor de landbouwer een relatief kleine moeite is om de module te verwisselen voor een ander landbouwgewas. Dit komt de versatiliteit van de kiepwagen ten goede.
Bijvoorkeur komt de breedte van de module ongeveer overeen met de breedte van de voorzijde van de laadbak en/of met de breedte van het frame als koppelinrichting, om zo optimaal gebruik te kunnen maken van de opening verschaft aan de voorzijde van de laadbak om de gewassen te kunnen overladen. Dit kan het overlaaddebiet vergroten.
De uitbreidingsmodule is bijvoorkeur ook voorzien van borgelementen om de bevestiging van de uitbreidingsmodule op de koppelinrichting van de kiepwagen te borgen om de veiligheid tijdens gebruik te verhogen.
De uitvinding heeft verder betrekking op een samenstel van een dergelijke kiepwagen en een dergelijke uitbreidingsmodule. Het samenstel omvat een kiepwagen, in het bijzonder een overlaadwagen of een zelfrijdende overlaadwagen, voor landbouwgewassen, omvattende een chassis met tenminste één paar voortbewegingselementen; een ten opzichte van een achterzijde van het chassis zwenkbare laadbak; waarbij aan de voorzijde van de laadbak een koppelinrichting is voorzien voor het afneembaar koppelen van een uitbreidingsmodule, waarbij de uitbreidingsmodule is ingericht om samen te werken met een koppelinrichting van de kiepwagen.
BE2016/5879
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een landbouwcombinatie van een trekker met een samenstel.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op het modulariseren van een kiepwagen. Door te voorzien in een kiepwagen met een koppelinrichting aan de voorzijde ervan, gezien in normale voorwaartse rijrichting, kunnen verschillende uitbreidingsmodules aan de voorzijde van de kiepwagen worden bevestigd, afhankelijk van het over te laden gewas. Hierdoor kan de kiepwagen worden gemodulariseerd, en kan deze flexibel en veelzijdig worden ingezet.
Een bestaande kiepwagen kan worden geretrofit door deze te verschaffen met een koppelinrichting. De uitvinding heeft aldus eveneens betrekking op een werkwijze voor het retrofitten van een bestaande kiepwagen. Ook heeft de uitvinding betrekking op het hergebruiken van een kiepwagen voor verschillende types landbouwgewassen, door eveneens te voorzien in verschillende uitbreidingsmodules, die gebruikspecifiek en/of gewasspecifiek zijn uitgevoerd. Afhankelijk van het over te laden gewas, kan dan de betreffende gewasspecifieke module op de kiepwagen worden bevestigd.
Verdere voordelige uitvoeringsvormen zijn weergegeven in de volgconclusies. Het enkele feit dat bepaalde maatregelen in onderling verschillende conclusies worden weergegeven, geeft niet aan dat een combinatie van deze maatregelen niet ten voordele toegepast kan worden.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld dat is weergegeven in een tekening. In de tekening toont:
Fig. la een schematisch zijaanzicht van een kiepwagen met een overlaadmodule als uitbreidingsmodule volgens een eerste uitvoeringsvoorbeeld;
Fig. lb een schematisch zijaanzicht van de kiepwagen met overlaadmodule van Fig. la in de opwaartse stand;
BE2016/5879
Fig. 2a een schematisch zijaanzicht van een kiepwagen met een overlaadmodule volgens een tweede uitvoeringsvoorbeeld;
Fig. 2b een schematisch zijaanzicht van de kiepwagen met overlaadmodule van Fig. 2a in de opwaartse stand;
Fig. 3 een schematisch perspectivisch aanzicht van een kiepwagen met een overlaadmodule volgens een derde uitvoeringsvorm;
Fig. 4a een schematisch vooraanzicht van de kiepwagen van fig. 3;
Fig. 4b een schematisch zijaanzicht van de kiepwagen van fig. 3;
Fig. 4c een schematisch bovenaanzieht van de kiepwagen van fig. 3;
Fig. 5a een schematisch vooraanzicht van de kiepwagen van fig. 3 in de staande stand met ingevouwen overlaadarm;
Fig. 5b een schematisch zijaanzicht van de kiepwagen van fig. 5a;
Fig. 6a een schematisch vooraanzicht van de kiepwagen van fig. 3 in de staande stand met uitgevouwen overlaadarm;
Fig. 6b een schematisch zijaanzicht van de kiepwagen van fig. 6a;
Fig. 7a een schematisch uiteengenomen zijaanzicht van de kiepwagen van fig. 3;
Fig. 7b detail A van fig. 7a;
Fig. 7c detail B van fig. 7a;
Fig. 8a een schematisch zijaanzicht van de kiepwagen van fig. 7a in geassembleerde toestand;
Fig. 8b detail A van fig. 8a;
Fig. 8c detail B van fig. 8a;
Fig. 9a een schematisch zijaanzicht van een kiepwagen met een overlaadmodule volgens een vierde uitvoeringsvorm omvattende een graanpijp in ingevouwen stand;
Fig. 9b een schematisch uiteengenomen zijaanzicht van de kiepwagen van fig. 9a;
Fig. 10a een schematisch vooraanzicht van de kiepwagen van fig.
9a met de graanpijp in uitgevouwen stand;
BE2016/5879
Fig. 10b een schematisch zijaanzicht van de kiepwagen van fig.
10a.
In de figuren zijn gelijke of overeenkomende delen met dezelfde verwijzingscijfers benoemd. Opgemerkt wordt dat de figuren slechts getoond worden bij wijze van uitvoeringsvoorbeeld en geenszins als beperkend dienen te worden beschouwd.
Omwille van duidelijkheid en beknoptheid van de beschrijving, worden maatregelen beschreven als een deel van dezelfde of van verschillende uitvoeringsvormen. Echter, het möge duidelijk zijn dat de uitvinding ook uitvoeringsvormen kan omvatten die een combinatie hebben van alle of van sommige van de beschreven maatregelen.
Figuur la toont een schematisch zijaanzicht van een kiepwagen 1 met een als overlaadmodule uitgevoerde uitbreidingsmodule 2. De kiepwagen 1 is typisch een overlaadwagen voor landbouwgewassen en is voorzien van een laadbak 3 waarin de landbouwgewassen kunnen worden geladen. Gewoonlijk wordt tijdens het oogsten op het land, de landbouwgewassen vanaf de oogstmachine in de als overlaadwagen uitgevoerde kiepwagen geladen. De overlaadwagen 1 kan zodoende met de oogstmachine mee worden gereden. Wanneer de laadbak 3 van de overlaadwagen 1 gevuld is met landbouwgewassen, kunnen de landbouwgewassen worden overgeladen in een volgend transportmiddel, bijvoorkeur een vrachtwagen die de landbouwgewassen eenvoudiger over de weg kan transporteren.
De overlaadwagen 1 is koppelbaar met een trekker (niet getoond). Daartoe is de overlaadwagen 1 uitgerust met een trekkerkoppeling 4. De trekkerkoppeling 4 is aan een einde verbonden met een chassis 5 van de overlaadwagen. Aan een ander, overstaand einde 4b van de trekkerkoppeling 4 omvat de trekkerkoppeling 4 gewoonlijk een koppelelement 6, bijvoorbeeld een kogelkoppeling 6, om te koppelen met een corresponderende koppeling op de trekker. In dit uitvoeringsvoorbeeld
BE2016/5879 omvat de trekkerkoppeling 4 een disselboom 7 die aan een einde 7a ervan is verbonden met het chassis 5 en aan een ander einde 7b is voorzien van een — hier — kogelkoppeling 6 die kan koppelen met een bekende koppeling op een trekker.
De trekkerkoppeling 4 kan in een ander uitvoeringsvoorbeeld ook zijn uitgevoerd als een zwanehalskoppeling, waarvan een uiteinde 7b als een zwanehals is uitgevoerd opdat een koppelelement 6 kan koppelen met een corresponderend koppelelement op de trekker. De trekker is gewoonlijk uitgevoerd als een landbouwtractor.
De kiepwagen 1 is voorzien van een chassis 5, met één of meerdere assen waarop voortbewegingselementen 8 kunnen zijn gemonteerd. Het chassis 5 kan op de bekende wijze zijn voorzien van verstelelementen om het chassis 5 te verstellen opdat het chassis 5 bijvoorbeeld horizontaal kan worden gesteld, zelfs op hellend terrein. De voortbewegingselementen 8 kunnen zijn uitgevoerd als wielen 8 of als rupsbanden. Wielen 8 kunnen bijvoorbeeld op de bekende wijze zijn opgehangen met een bekende driepuntsophanging. Vele Varianten voor het chassis, de wielen en de wielophanging zijn mogelijk.
De laadbak 3 van de overlaadwagen 1 is op verstelbare wijze gemonteerd op het chassis 5. De laadbak 3 is zwenkbaar ten opzicht van een achterzijde 5a van het chassis 5. Een scharnier 9, hier schematisch weergegeven, is voorzien aan de achterzijde 5a van het chassis 5 waaromheen de laadbak 3 zwenkbaar is. In de stand getoond in figuur la is de laadbak 3 in de liggende stand, en bevindt de laadbak 3 zieh min of meer parallel ten opzichte van het chassis 5. In deze stand kan de laadbak 3 geladen worden, of kan de overlaadwagen 1 over de weg worden vervoerd.
De laadbak 3 is verstelbaar tussen deze liggende stand en tussen een staande stand, getoond in figuur lb, waarin de laadbak 3 zieh onder een hoek a bevindt ten opzichte van het chassis 5. De maximale hoek α, als maximale zwenkhoek tussen de laadbak 3 en het chassis 5, is afhankelijk
BE2016/5879 van de constructie van de overlaadwagen 1, maar is gewoonlijk tussen ongeveer 15 en ongeveer 25 graden, bijvoorkeur ongeveer 20 graden, meer bijvoorkeur ongeveer 17 graden. De laadbak 3 is op voordelige wijze verstelbaar in eender welke stand tussen de liggende stand en de staande stand. De zwenkhoek a waarin de laadbak 3 wordt gezwenkt, is afhankelijk van verschillende factoren, onder meer van de hoogte van de container of laadbak waarin de landbouwgewassen worden overgeladen.
Om de laadbak 3 te verstellen tussen de liggende stand en de staande stand, is de overlaadwagen 1 voorzien van verstelelementen 10 tussen het chassis 5 en de laadbak 3. De verstelelementen 10 bevinden zieh op voordelige wijze aan een voorzijde 5b van het chassis 5, aangezien de laadbak 3 zwenkbaar is ten opzichte van de achterzijde 5a van het chassis 5. De verstelelementen 10 zijn op voordelige wijze uitgevoerd als hydraulische cilinders, bijvoorbeeld bevindt zieh een verstelelement 10 aan elke langszijde van de laadbak 3. Alternatief en/of additioneel kunnen de verstelelementen ook zijn uitgevoerd als elektrische verstelmechanismen, of als anderszins uitgevoerde verstelmechanismen, zoals een tandheugelmechanisme, etc. Vele Varianten van verstelmechanismen zijn mogelijk.
Op voordelige wijze is de laadbak 3 aan een voorzijde 3a voorzien van een deur, (niet getoond) bijvoorbeeld een roldeur of een zwenkdeur of een schuifdeur, die kan worden geopend en waarlangs de landbouwgewassen dan uit de laadbak 3 kunnen worden weggevoerd. In de laadbak 3 is op gebruikelijke wijze een bodemtapijt 11 voorzien. Het bodemtapijt 11 is gewoonlijk uitgevoerd als een eindloze band welke omheen ten minste twee assen kan omlopen. Hier is aan een voorzijde 3a van de laadbak 3 een eerste as 11a voorzien en aan een achterzijde 3b van de laadbak 3 een tweede as lib voorzien waaromheen de eindloze band 11 kan omlopen. De voorzijde 3a en de achterzijde 3b, zijn zo genoemd als de zijden van de laadbak 3 gezien in normale rijrichting van de overlaadwagen 1, in de richting van de trekkerkoppeling 4. De eerste as lia en/of de tweede as
BE2016/5879 lib van het bodemtapijt 11 kunnen aangedreven assen zijn. Afhankelijk van de uitvoering kan het bodemtapijt 11 in twee richtingen roteerbaar zijn, vooruit en achteruit, zodat gewassen kunnen worden vervoerd richting de voorzijde 3a van de laadbak 3 en/of richting de achterzijde 3b van de laadbak 3. Mocht het bodemtapijt 3 zodanig aandrijfbaar zijn dat het ook gewassen richting de achterzijde 3b van de laadbak 3 kan vervoeren, dan is het wenselijk dat aan de achterzijde 3b van de laadbak 3 eveneens een deur is voorzien waarlangs de gewassen uit de laadbak 3 kunnen worden gebracht. Omwille van de eenvoud is het bodemtapijt 11 in figuur la schematisch weergegeven en is het in de overige figuren achterwege gelaten.
Aan de voorzijde van de overlaadwagen 1, gezien in de normale rijriehting, i.e. in de richting van de trekkerkoppeling 4, is de overlaadwagen 1 voorzien van een koppelinrichting 12 voor het afneembaar koppelen van een overlaadmodule 2. In het uitvoeringsvoorbeeld van figuur la en figuur lb is de koppelinrichting 12 uitgevoerd als ten minste één langwerpige koker onderaan de laadbak 3. Bijvoorbeeld zijn er twee, of drie, langwerpige kokers 12 voorzien aan de onderzijde van de laadbak 3, evenredig verdeeld over de breedte of bijvoorbeeld een koker aan elke langszijde van de onderzijde van de laadbak 3. De langwerpige koker 12 is bij voorkeur uitgevoerd zodat deze langwerpige fanden 13 van de module 2 kan opnemen. Op die manier kan de module 2 in de koppelinrichting 12 geschoven worden, en aldus gekoppeld worden met de laadbak 3.
De module 2 is in dit uitvoeringsvoorbeeld voorzien van een set kuisrollen 14 om de landbouwgewassen te kuisen, bijvoorbeeld reeds deels vrij te maken van aarde en/of grove bladeren. Voorts is deze module 2 uitgevoerd als een overlaadmodule 2 en is voorzien van een uitvouwbare overlaadarm 15, die hier in schematisch zijaanzicht in opgevouwen stand is getoond. De overlaadmodule 2 kan ook voorzien zijn van andere elementen, afhankelijk van het landbouwgewas dat dient te worden overgeladen. Bijvoorbeeld kan voor aardappelen en/of bieten een set kuisrollen zijn
BE2016/5879 voorzien, maar kan het bijvoorbeeld voor mais eerder gewenst zijn om een zo breed mogelijke overlaadarm toe te passen zonder dat kuisrollen nodig zijn. Vele Varianten zijn mogelijk. Ook kan de overlaadmodule 2 zijn uitgevoerd als een containermodule die past op de laadbak 3 en daarmee in verbinding kan staan om zo het laadvolume van de laadbak 3 te vergroten. Ook kan de overlaadmodule zijn uitgevoerd zonder kuisrollen, met bijvoorbeeld enkel een overlaadarm. De overlaadarm kan dan bijvoorbeeld direct tegen de voorzijde van de laadbak aansluiten.
In de staande stand van de laadbak 3, wanneer de laadbak 3 zieh onder een hoek a bevindt met het chassis 5, kunnen de landbouwgewassen längs de voorzijde 3a van de laadbak 3 uit de laadbak 3 worden gebracht. Het bodemtapijt 11 kan de landbouwgewassen richting de voorzijde van de laadbak 3 transporteren, waarna de landbouwgewassen doorheen een openstaande deur van de voorzijde 3a van de laadbak 3 op de overlaadmodule 2 worden gebracht. Afhankelijk van de uitvoering van de overlaadmodule 2, worden de landbouwgewassen eerst over een set kuisrollen 14 gevoerd, waarna ze op een overlaadarm 15 kunnen worden gevoerd. De overlaadarm 15, in uitgevouwen stand, kan de landbouwgewassen tot in een container of laadbak van een gereedstaande transportwagen, zoals een vrachtwagen, brengen. De overlaadarm 15 is op bekende wijze daartoe uitgerust met een rolband. De kuisrollen 14 kunnen eveneens al dan niet aangedreven zijn. Eventuele aandrijfmechanismen voor de overlaadarm en/of kuisrollen en/of andere elementen op de module, bevinden zieh bij voorkeur op de module 2 zelf, zodat de module eenvoudig aan- en af te koppelen is van de laadbak 3. De overlaadarm 15 is hier getoond in de ingevouwen stand, voor redenen van beknoptheid en duidelijkheid.
Zoals getoond in figuur lb kan de module 2 zelf ook verstelbaar zijn uitgevoerd. Hier is de module 2 verstelbaar tussen een stand waarin deze zieh in het verlengde van de laadbak 3 uitstrekt wanneer de laadbak 3 in de
BE2016/5879 liggende stand bevindt, zoals getoond in figuur la. Zo kan de module 2 eenvoudig mee worden vervoerd met de overlaadwagen 1. Wanneer de laadbak 3 zieh in de staande stand bevindt, en zieh onder een hoek a bevindt ten opzichte van het chassis 5, kan de module 2 worden gezwenkt, bijvoorbeeld over een corresponderende hoek a, opdat de module 2 zieh ongeveer parallel kan bevinden ten opzichte van het chassis 5. Bijvoorbeeld bevindt de module 2 zieh ongeveer horizontaal zodat de landbouwgewassen relatief eenvoudig de gewenste richting op kunnen worden getransporteerd.
In een eenvoudige uitvoeringsvorm is de module 2 verstelbaar tussen de twee standen over de maximale hoek a. In een meer uitgebreide uitvoeringsvorm, kan de module 2 instelbaar zijn tussen de twee standen over een willekeurige hoek, om zo de optimale positie van de overlaadmodule 2 te kunnen instellen. In het uitvoeringsvoorbeeld van figuur la en figuur lb, is de module 2 verstelbaar omheen een schamierpunt 16 tussen de tanden 13 van de module 2 en een uitstekend deel van de module 2.
Het uitvoeringsvoorbeeld getoond in figuur 2a en figuur 2b is grotendeels vergelijkbaar met het uitvoeringsvoorbeeld van figuur la en figuur lb. In figuur 2a en figuur 2b echter, is de koppelinrichting 12 anders uitgevoerd. De koppelinrichting 12 omvat hier een frame 12, welk frame 12 is ingericht voor het afneembaar opnemen van een overlaadmodule 2. Het frame 12 is bevestigd aan de voorzijde 3a van de laadbak 3. Het frame 12 strekt zieh vanaf de laadbak 3 voorwaarts uit, zodat het zieh boven de disselboom 7 bevindt van de trekkerkoppeling 4. Zo kan de overlaadwagen 1 ongehinderd door de koppelinrichting 12 en/of de overlaadmodule 2 aan de trekker worden gekoppeld.
Bij voorkeur is de koppelinrichting 12, hier het frame 12, in figuren la en lb de kokers 12, vast, als in niet-losneembaar, verbonden met de laadbak 3, meer bij voorkeur is de koppelinrichting 12 verstelbaar, bijvoorbeeld zwenkbaar of scharnierbaar, verbonden met de laadbak 3.
BE2016/5879
In dit uitvoeringsvoorbeeld van figuur 2a en 2b is het frame 12 verstelbaar verbonden met de laadbak 3, en is het frame 12 verstelbaar omheen de voorste as 11a van het bodemtapijt 11 dat zieh in de laadbak 3 bevindt. Door het frame 12 verstelbaar uit te voeren omheen de voorste as 11a van het bodemtapijt 11, biijft de afstand tussen de module 2, bevestigd op het frame 12, nagenoeg gelijk tijdens het verstellen. Doordat de afstand tussen het bodemtapijt 11 en de module 2 nagenoeg gelijk biijft tijdens verstellen van het frame 12, kunnen de gewassen vanaf het bodemtapijt 11 op de module 2 worden overgebracht zonder dat deze ertussendoor vallen doordat er een spleet tussen de module 2 en het bodemtapijt 11 is ontstaan tijdens het verstellen.
Op voordelige wijze is tussen het frame 12 en de laadbak 3 verstelelementen voorzien om het frame 12 te verstellen ten opzichte van de laadbak 3. De verstelelementen kunnen bijvoorbeeld hydraulische of pneumatische cilinders of een elektromotor zijn, of kunnen ook zijn uitgevoerd als een tandwiel of een tandheugel waarin een vinger of een rondsel kan aangrijpen. Vele Varianten zijn mogelijk.
De overlaadmodule 2 is losneembaar bevestigbaar op het frame 12. Daartoe is bij voorkeur het frame 12 voorzien van bevestigingselementen die samenwerken met corresponderende bevestigingselementen op de module 2. De bevestigingselementen 17 kunnen bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een pen-gat verbinding of als een bout-moer verbinding of als een twist-lock of vergelijkbare verbinding. Vele Varianten van bevestigingselementen zijn mogelijk.
De overlaadmodule 2 is op voordelige wijze ingericht afhankelijk van het over te laden gewas, en is aldus gewasspecifiek uitgevoerd. Afhankelijk van het landbouwgewas dat dient te worden overgeladen, bijvoorbeeld aardappelen, mais, bieten, boontjes, wortelen, kolen, etc., is de module 2 voorzien van andere eiementen. Bijvoorbeeld kan een module 2 zijn voorzien van een overlaadarm 15 die zieh over de gehele lengte van de
BE2016/5879 module 2 uitstrekt, de kuisrollen 14 kunnen dan achterwege worden gelaten. Een andere module 2 kan zijn voorzien van andere kuisrollen 14, bijvoorbeeld op een andere afstand van elkaar geplaatst of voorzien van een ander kuisroloppervlak. Ook de overlaadarm 15 kan afhankelijk van het over te laden landbouwgewas anders zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld breder of smaller, of met een ander roltapijt of aandrijfbaar op een andere snelheid, etc. Zo kan een modulaire overlaadwagen 1 worden verkregen, die de landbouwer veelzijdig kan inzetten, bij voorkeur voor verschillende gewassen. Afhankelijk van het landbouwgewas dat wordt geoogst en dient overgeladen te worden, kan aldus een andere gewasspecifieke module 2 op de overlaadwagen 1 worden bevestigd. Zo kan de overlaadwagen 1 gedurende een längere période worden ingezet op het land, waardoor deze economischer inzetbaar wordt.
Het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 3 en figuren 4a, 4b, 4c toont een verdere variant van de modulaire overlaadwagen 1 met een overlaadmodule 2. Hier is de overlaadwagen 1 uitgevoerd met een chassis 5 waarop twee wielstellen 8 zijn voorzien. De laadbak 3 is verstelbaar ten opzichte van het chassis 5 omheen een scharnier 9 aan de achterzijde 3b van de laadbak 3. Het verstelelement 10, hier uitgevoerd als een verstelcilinder 10, bevindt zieh aan de voorzijde 3a van de laadbak 3 aan één zijde van de laadbak 3. De verstelcilinder 10 kan de laadbak 3 verstellen tussen de liggende stand, zoals getoond in figuren 3, 4a, 4b, 4c en een staande stand, waarbij de voorzijde 3a van de laadbak 3 zieh op een afstand bevindt van het chassis 5. De laadbak 3 bevindt zieh dan onder een hoek a ten opzichte van het chassis 5.
De voorzijde 3a van de laadbak 3 is voorzien van een deur 18. Deze deur 18 kan zijn uitgevoerd als een roldeur en kan een opening 19 aan de voorzijde 3a van de laadbak 3 afsluiten, dan wel openen. Wanneer de deur 18 open is, kunnen landbouwgewassen doorheen de opening 19 naar buiten worden gevoerd.
BE2016/5879
De overlaadwagen 1 is voorzien van een koppelinrichting 12, hier uitgevoerd als een frame 12 dat is bevestigd aan de laadbak 3. Het frame 12 is verstelbaar bevestigd aan de laadbak 3, en is verstelbaar omheen de voorste as 11a van het bodemtapijt 11. In figuur 4b is te zien dat verstelelementen 20, hier uitgevoerd als hydraulische of pneumatische cilinders, zijn voorzien om het frame 12 te verstellen ten opzichte van de laadbak 3. Dit is vooral voordelig wanneer de laadbak 3 in de staande stand is, om de positie van het frame 12 in te stellen ten opzichte van de laadbak 3 zodat het frame 12 en/of de daarop bevestigde module 2 ongeveer horizontaal kan worden ingesteld.
De module 2 omvat hier een set kuisrollen 14 en een overlaadarm
15. De overlaadarm 15 is uitvouwbaar, waarbij figuren 3, 4a, 4b en 4c de overlaadarm 15 in de uitgevouwen stand tonen. Ook in figuren 5a en 5b is de kiepwagen 1 getoond met een overlaadarm 15 in de ingevouwen stand, waarbij de laadbak 3 zieh in de staande stand bevindt. Zoals getoond in de figuren 6a en 6b strekt de overlaadarm 15 zieh in de uitgevouwen stand uit in een richting dwars op de normale rijrichting van de overlaadmodule 1, in een zijwaartse richting. Wanneer de laadbak 3 zieh in de staande stand bevindt en de overlaadarm 15 in de uitgevouwen stand, zoals getoond in figuren 6a en 6b, kan de overlaadarm 15 zieh uitstrekken tot boven een laadbak of container van een vrachtwagen waarmee de gewassen verder kunnen worden vervoerd. Afhankelijk van de vrachtwagen kan de gewenste hoogte van de overlaadarm 15 tot vier meter of meer zijn. De overlaadarm 15 is op de bekende wijze voorzien van een roltapijt om de gewassen te vervoeren naar het einde van de overlaadarm 15.
De set kuisrollen 14 en de overlaadarm 15 kunnen losneembaar bevestigd zijn op een cassette 30 met bevestigingselementen die in corresponderende bevestigingselementen van de cassette 30 passen. De cassette 30 kan middels de koppelinrichting 12 worden bevestigd aan de laadbak 3. De set kuisrollen 14 en de overlaadarm 15 kunnen als één geheel
BE2016/5879 losneembaar op de cassette 30 worden geplaatst, zodat ze als een enkel geheel op de cassette 30 kunnen worden gezet en er ook als een enkel geheel kunnen worden afgenomen. Alternatief kunnen de set kuisrollen 14 en de overlaadarm 15 ook vast bevestigd zijn op de cassette 30 en wordt de cassette 30 onderdeel van de module 2, die dan zelf losneembaar bevestigbaar is aan de laadbak 3, via een koppelinrichting zoals bijvoorbeeld een haak-, klik- of boutverbinding. De module 2 kan daartoe bijvoorbeeld voorzien zijn van opneemelementen, hier niet getoond, waarmee de module 2 kan worden vastgepakt, bijvoorbeeld met een vorkheftruck of een kraan, om zo op eenvoudige wijze snel en eenvoudig aan en van de laadbak 3 te kunnen worden geplaatst. Door te voorzien in een cassette kan de uitbreidingsmodule 2 en/of de overlaadwagen 1 nog meer modulair worden uitgevoerd. Zo kan bijvoorbeeld worden voorzien in een cassette waarop vervolgens verschillende elementen, die afhankelijk van het gewas nodig zijn, kunnen worden bevestigd. De cassette kan voorzien zijn van opneemelementen om middels een kraan of vorkheftruck of een ander apparaat op en af de overlaadwagen te worden geplaatst.
Eventueel kan de module 2 zelf ook verstelbaar zijn uitgevoerd ten opzichte van de koppelinrichting 12, of kan de koppelinrichting 12 zelf verstelbaar zijn uitgevoerd, zodat in de staande stand van de laadbak 3, de module 2 in de gewenste stand te kan worden ingesteld.
Figuur 7a toont de kiepwagen 1 met een eerste uitbreidingsmodule 2, die aan de onderzijde van de voorzijde 3a van de laadbak 3 bevestigbaar is, en met een tweede uitbreidingsmodule 2’, die aan een bovenzijde van de voorzijde 3a van de laadbak 3 bevestigbaar is. Figuren 7a, 7b en 7c tonen de eerste uitbreidingsmodule 2 en de tweede uitbreidingsmodule 2’ in uiteengenomen aanzicht. Figuur 8a, 8b, 8c tonen de eerste uitbreidingsmodule 2 en de tweede uitbreidingsmodule 2’ in geassembleerde toestand. De eerste uitbreidingsmodule 2 is uitgevoerd als een overlaadmodule omvattende kuisrollen 14 en een overlaadarm 15. De
BE2016/5879 tweede uitbreidingsmodule 2’ is hier uitgevoerd als een deurmodule, omvattende de deur 18 die een opening 19 aan de voorzijde 3a van de laadbak 3 kan openen of afsluiten. De deurmodule 2’ is hier via een koppelinrichting 12’ aan de bovenzijde van de voorzijde 3a van de laadbak 3 bevestigbaar. De overlaadmodule 2 is via een koppelinrichting 12 aan een onderzijde van de voorzijde 3a van de laadbak bevestigbaar. Detail A toont een detail van de koppelinrichting 12, uitgevoerd als een haakverbinding.
De koppelinrichting 12 omvat hier een eerste koppeldeel 12a dat hier voorzien is van een haakelement 21 en zieh op de module 2 bevindt. De koppelinrichting 12 omvat tevens een tweede koppeldeel 12b dat zieh op de laadbak 3 bevindt. In het tweede koppeldeel 12b is een as of een pen 22 voorzien waaromheen het haakelement 21 kan worden gehaakt.
Het tweede koppeldeel 12b is in dit uitvoeringsvoorbeeld verstelbaar bevestigd aan de laadbak 3, in het bijzonder omheen de voorste as 11a van het roltapijt 11. Daartoe is het tweede koppeldeel 12b voorzien van een verstelcilinder 24 die, wanneer de kiepwagen 1 in de staande stand is, het tweede koppeldeel 12b kan verstellen ten opzichte van de laadbak 3 om de positie van de module 2 in te stellen in de gewenste stand.
Er kan zijn voorzien in een borgelement 23 op het koppeldeel 12b voor borging van het koppeldeel 12a van de module 2 met de laadbak 3. Het borgelement 23 kan bijvoorbeeld zijn voorzien van openingen die, wanneer het koppeldeel 12a is gekoppeld met het koppeldeel 12b, corresponderen met openingen van het koppeldeel 12a, waardoorheen dan bouten of andere bevestigingselementen kunnen worden gestoken. Andere borgmogelijkheden zijn vanzelfsprekend ook beschikbaar, bijvoorbeeld het voorzien van een zwenkend element dat, wanneer niet geborgd, zijwaarts uitsteekt en zo tevens de gebruiker een visuele indicatie geeft dat er nog geen borging is. Het zwenkend element kan dan, wanneer geborgd, binnenwaarts worden gezwenkt om borging tot stand te doen komen, bijvoorbeeld doordat het deels — in een opening of uitsparing van de koppelinrichting 12 valt. Zo kan
BE2016/5879 de gebruiker ook visueel vaststellen dat de borging tot stand is gekomen.
Het zwenkend element kan daartoe bijvoorbeeld zijn voorzien van visuele indicatiemiddelen zoals een vlaggetje of een lampje.
De uitvoeringsvorm van figuren 7 en 8 is tevens voorzien van een tweede uitbreidingsmodule 2’, die hier is uitgevoerd als een deurmodule omvattende een deur 18. De deurmodule 2’ is bevestigbaar aan een bovenzijde van de voorzijde 3a van de laadbak 3 met een koppelinrichting 12’. De koppelinrichting 12’ heeft eveneens een eerste koppeldeel 12a’ voorzien van een haakelement 21’ en een tweede koppeldeel 12b’ voorzien van een as of pen 22’ waaromheen het haakelement 21’ kan worden gehaakt. Het tweede koppeldeel 12b’ is bevestigd aan de laadbak 3, en het eerste koppeldeel 12a’ is bevestigd aan de deurmodule 2’. Ook bij deze koppelinrichting 12’ kunnen borgelementen zijn voorzien. De voorzijde 3a van de laadbak 3 is verder voorzien van verstevigingen 25 om de module 2’ te kunnen dragen.
De uitbreidingsmodule 2 kan ook voorzien zijn van een volumebak 26 met aansluitend een graanpijp , zoals bijvoorbeeld getoond in figuur 9a, 9b, 10a, 10b. De graanmodule 2 is bevestigbaar aan de laadbak 3 met de koppelinrichting 12 onderaan de voorzijde 3a van de laadbak 3 en met de koppelinrichting 12’ bovenaan de voorzijde 3a van de laadbak 3. De koppelinrichting 12 en de koppelinrichting 12’ zijn uitgevoerd zoals beschreven bij figuren 7 en 8. De volumebak 26 is bij voorkeur nagenoeg even breed als de volumebak 3, om zo optimaal gebruik te kunnen maken van de volledige toevoerbreedte van het bodemtapijt 11 van de laadbak 3. De volumebak 26 is aan de onderzijde trechtervormig uitgevoerd als een trechter 26a, waarbij de trechter 26 uitmondt in een ingang 27a van de graanpijp 27. De graanpijp is in figuur 10a en figuur 10b getoond in de uitgevouwen stand, waarbij een uiteinde 27b van de graanpijp 27 zieh opwaarts uitstrekt en zijwaarts van de laadbak 3, aldus kan het uiteinde 27b van de graanpijp 27 zieh bijvoorbeeld boven een laadbak of container
BE2016/5879 van een vrachtwagen bevinden waarin het graan of een ander granulair gewas in kan worden overgeladen. In figuur 9a en figuur 9b is de graanpijp 27 getoond in opgevouwen toestand en bevindt de opgevouwen graanpijp 27 zieh in hoofdzaak binnen de breedte van de laadbak 3, zodat opbergen en transport van de module 2 eenvoudiger mogelijk is.
Door een kiepwagen 1 te voorzien van een koppelinrichting 12, en een daarmee koppelbare module 2, kan deze op eenvoudige wijze worden omgevormd tot een modulaire kiepwagen 1, welke meer mogelijkheden kan bieden voor de landbouwer. Afhankelijk van de gewassen die de landbouwer wenst te oogsten, kan hij voorzien in gewasspecifieke modules 2. Bij het oogsten en overladen van een bepaald landbouwgewas, kan de landbouwer dan de gewenste gewasspecifieke module 2 op de kiepwagen 1 bevestigen. Hierdoor hoeft de landbouwer slechts te voorzien in een modulaire kiepwagen 1 en een aantal overlaadmodules 2, in plaats van, zoals nu het geval is, in verschillende kiepwagens, voor elk gewas één, wat veel economischer is. Een aantal gewasspecifieke modules is in voorgaande getoond, vanzelfsprekend zijn meer en andere Varianten modules mogelijk.
De uitvinding is toegelicht aan de hand van een kiepwagen, meer bepaald een overlaadwagen, die geschikt is om te worden getrokken door een trekkervoertuig zoals een tractor. Echter, het möge de vakman duidelijk zijn dat de uitvinding ook kan worden toegepast op een zelfrijdende overlaadwagen. In het bijzonder kan een zelfrijdende overlaadwagen voorzien zijn van een chassis met tenminste één paar voortbewegingselementen; een ten opzichte van een achterzijde van het chassis zwenkbare laadbak; waarbij aan de voorzijde van de laadbak een koppelinrichting is voorzien voor het afneembaar koppelen van een uitbreidingsmodule. De zelfrijdende overlaadwagen is tevens voorzien van een eigen aandrijving omvattende bijvoorbeeld een verbrandingsmotor of een elektrische motor. De zelfrijdende overlaadwagen kan bijvoorbeeld zijn voorzien van een stuurcabine die zieh gewoonlijk aan de voorzijde van de
2016/5879
BE2016/5879 zelfrijdende overlaadwagen bevindt, voor de zwenkbare laadbak. De koppelinrichting voor de uitbreidingsmodule bevindt zieh aan de voorzijde van de laadbak, in normale rijrichting gezien, dus aan de naar de stuurcabine gerichte zijde van de laadbak. In gebruik zal de uitbreidingsmodule zieh tussen de laadbak en de stuurcabine bevinden. Alle hierboven, aan de hand van een kiepwagen beschreven aspecten zijn eveneens van toepassing op een zelfrijdende kiepwagen en zullen voor redenen van duidelijkheid en beknoptheid hier niet worden herhaald.
De beschrijving en tekeningen dienen beschouwd te worden als illustratief en zijn niet bedoeld om de beschermingsomvang van de aangehechte conclusies te beperken. Vele Varianten zijn mogelijk en worden geacht te vallen binnen het bereik van de uitvinding zoals gedefinieerd in de hiernavolgende conclusies.
BE2016/5879

Claims (26)

  1. CONCLUSIES
    1. Kiepwagen, in het bijzonder een overlaadwagen, voor landbouwgewassen, omvattende
    - een chassis met tenminste één paar voortbewegingselementen;
    - een ten opzichte van een achterzijde van het chassis zwenkbare laadbak;
    - waarbij de kiepwagen aan een voorzijde ervan is voorzien van een trekkerkoppeling voor koppeling met een trekkervoertuig;
    - waarbij aan de voorzijde van de laadbak een koppelinrichting is voorzien voor het afneembaar koppelen van een uitbreidingsmodule.
  2. 2. Kiepwagen volgens conclusie 1, waarbij de koppelinrichting een eerste koppeldeel omvat dat is ingericht op de module en een tweede koppeldeel omvat dat is voorzien op de laadbak.
  3. 3. Kiepwagen volgens conclusie 1 of 2, waarbij aan de voorzijde van de kiepwagen een verstelelement, zoals een cilinder, is voorzien om de laadbak te verstellen ten opzichte van het chassis, waarbij de laadbak verstelbaar is tussen een liggende stand waarin de laadbak op het chassis rust, en een staande stand, waarbij de laadbak zieh onder een hoek bevindt ten opzichte van het chassis.
  4. 4. Kiepwagen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de koppelinrichting zieh boven de trekkerkoppeling bevindt.
  5. 5. Kiepwagen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de uitbreidingsmodule zieh uitstrekt over nagenoeg de breedte van de laadbak.
    BE2016/5879
  6. 6. Kiepwagen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de uitbreidingsmodule is voorzien van bevestigingselementen die zijn ingericht om samen te werken met corresponderende bevestigingselementen van de koppelinrichting.
  7. 7. Kiepwagen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de koppelinrichting een frame omvat dat verstelbaar bevestigbaar is aan de laadbak.
  8. 8. Kiepwagen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de koppelinrichting verstelbaar is omheen een voorste as van een bodemtapijt van de laadbak.
  9. 9. Uitbreidingsmodule voor bevestiging met een koppelinrichting aan de voorzijde van een kiepwagen volgens een der conclusies 1-8, waarbij de uitbreidingsmodule is ingericht om samen te werken met een koppelinrichting van de kiepwagen.
  10. 10. Uitbreidingsmodule volgens conclusie 9, waarbij de uitbreidingsmodule afneembaar bevestigbaar is met de kiepwagen.
  11. 11. Uitbreidingsmodule volgens conclusie 9 of 10, waarbij de uitbreidingsmodule een overlaadmodule is die een uitvouwbare overlaadarm omvat, waarbij de overlaadarm uitvouwbaar is tussen een ingevouwen stand, en een uitgevouwen stand waarin de arm zieh voorbij de module uitstrekt.
  12. 12. Uitbreidingsmodule volgens een der conclusies 9-11, waarbij de uitbreidingsmodule is voorzien van gewasafhankelijke inrichtingen, zoals
    BE2016/5879 kuisrollen, overlaadarm, graanpijp, etc, afhankelijk van het over te laden gewas.
  13. 13. Uitbreidingsmodule volgens een der conclusies 9 - 12, waarbij de uitbreidingsmodule een deurmodule is voor het losneembaar bevestigen van een deur aan de laadbak.
  14. 14. Uitbreidingsmodule volgens conclusie 13, waarbij de uitbreidingsmodule een deurmodule is die uitwisselbaar is voor een verdere uitbreidingsmodule.
  15. 15. Uitbreidingsmodule volgens een der conclusies 9 — 14, waarbij de uitbreidingsmodule is voorzien van opneemelementen om opneembaar te zijn met een hefinrichting, bijvoorbeeid een vorkheftruck, om de module met de koppelinrichting van de kiepwagen te kunnen koppelen.
  16. 16. Uitbreidingsmodule volgens een der conclusies 9 — 15, waarbij een breedte van de module correspondeert met een breedte van een frame en/of van een laadbak van de kiepwagen.
  17. 17. Uitbreidingsmodule volgens een der conclusies 9 — 16, waarbij de uitbreidingsmodule verstelbaar bevestigbaar is met de kiepwagen.
  18. 18. Uitbreidingsmodule volgens conclusie 17, waarbij de uitbreidingsmodule verstelbaar bevestigbaar is met de koppelinrichting en/of met de laadbak
  19. 19. Uitbreidingsmodule volgens een der conclusies 9 — 18, voorts omvattende borgelementen voor het borgen van de uitbreidingsmodule met de kiepwagen.
    BE2016/5879
  20. 20. Samenstel van een kiepwagen volgens een der conclusies 1 - 8 en een uitbreidingsmodule volgens een der conclusies 9 - 19.
  21. 21. Samenstel volgens conclusie 20, waarbij een gewasafhankelijke uitbreidingsmodule, zoals een aardappeloverlaadmodule, of een bietenoverlaadmodule, of een maisoverlaadmodule, of een graanmodule, etc. wordt gekoppeld met de kiepwagen.
  22. 22. Landbouwcombinatie omvattende een trekker voorzien van een trekkerkoppeling voor koppeling met een landbouwkiepwagen en een samenstel volgens een der conclusies 20-21.
  23. 23. Werkwijze voor het modulariseren van een kiepwagen, omvattende
    - het verschaffen van een kiepwagen met een om een achterzijde van de kiepwagen zwenkbare laadbak;
    - het voorzien van een koppelinrichting aan een voorzijde van de laadbak; waarbij de koppelinrichting is ingericht voor het afneembaar koppelen van een uitbreidingsmodule.
  24. 24. Werkwijze voor het retrofitten van een bestaande kiepwagen met een om een achterzijde van de kiepwagen zwenkbare laadbak; omvattende het voorzien van een koppelinrichting aan een voorzijde van de laadbak; waarbij de koppelinrichting is ingericht voor het afneembaar koppelen van een uitbreidingsmodule.
  25. 25. Werkwijze voor het hergebruiken van een kiepwagen voor het overladen van verschillende types landbouwgewassen; omvattende
    - het verschaffen van een kiepwagen volgens één der conclusies 1-8;
    2016/5879
  26. 30 BE2016/5879
    - het verschaffen van ten minste twee uitbreidingsmodules volgens één der conclusies 9 — 19, waarbij elke uitbreidingsmodule gebruikspecifiek is ingericht;
    - het selecteren van een gewasspecifieke uitbreidingsmodule uit de ten 5 minste twee gebruikspecifieke uitbreidingsmodules.
    BE2016/5879
BE2016/5879A 2016-11-24 2016-11-24 Modulaire kiepwagen, uitbreidingsmodule, systeem van kiepwagen en uitbreidingsmodule BE1024752B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5879A BE1024752B1 (nl) 2016-11-24 2016-11-24 Modulaire kiepwagen, uitbreidingsmodule, systeem van kiepwagen en uitbreidingsmodule
EP17826275.4A EP3544855B1 (en) 2016-11-24 2017-11-24 Modular tipper, extension module, system of tipper and extension module
PCT/IB2017/057391 WO2018096498A1 (en) 2016-11-24 2017-11-24 Modular tipper, extension module, system of tipper and extension module

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5879A BE1024752B1 (nl) 2016-11-24 2016-11-24 Modulaire kiepwagen, uitbreidingsmodule, systeem van kiepwagen en uitbreidingsmodule

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1024752A1 BE1024752A1 (nl) 2018-06-20
BE1024752B1 true BE1024752B1 (nl) 2018-06-25

Family

ID=57460286

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2016/5879A BE1024752B1 (nl) 2016-11-24 2016-11-24 Modulaire kiepwagen, uitbreidingsmodule, systeem van kiepwagen en uitbreidingsmodule

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP3544855B1 (nl)
BE (1) BE1024752B1 (nl)
WO (1) WO2018096498A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1027421B1 (nl) 2019-07-12 2021-02-09 Deroo Metalcare Hooglosser met verbeterde scheidingsinrichting
DE102022002792B3 (de) 2022-08-02 2023-12-21 Kluge Gmbh Transport- und Umladewagen sowie Verfahren zum Austragen eines Ladeguts aus einem Transport- und Umladewagen

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3302111A1 (de) * 1983-01-22 1984-07-26 Hagedorn HS Landmaschinentechnik GmbH, 4410 Warendorf Landwirtschaftliches arbeitsfahrzeug
DE20310660U1 (de) * 2003-07-11 2003-11-20 Conow Anhaengerbau Gmbh & Co K Wechselseitig hydraulisch kippbarer Tandemmuldenkippanhänger
US6688834B1 (en) * 2000-04-19 2004-02-10 Vinc L. Aulick Self-contained hydraulic power unit

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102009005391A1 (de) * 2009-01-19 2010-07-22 Claas Saulgau Gmbh Landwirtschaftliches Transportfahrzeug zur Aufnahme von am Boden liegenden Erntegut

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3302111A1 (de) * 1983-01-22 1984-07-26 Hagedorn HS Landmaschinentechnik GmbH, 4410 Warendorf Landwirtschaftliches arbeitsfahrzeug
US6688834B1 (en) * 2000-04-19 2004-02-10 Vinc L. Aulick Self-contained hydraulic power unit
DE20310660U1 (de) * 2003-07-11 2003-11-20 Conow Anhaengerbau Gmbh & Co K Wechselseitig hydraulisch kippbarer Tandemmuldenkippanhänger

Also Published As

Publication number Publication date
EP3544855B1 (en) 2022-03-23
BE1024752A1 (nl) 2018-06-20
EP3544855A1 (en) 2019-10-02
WO2018096498A1 (en) 2018-05-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1606990A2 (en) Grain cart with intermodal container loader
US7134830B2 (en) Grain wagon with improved grain container
US11685300B2 (en) Agricultural dump cart
CA2753647C (en) Grain cart with container having a pivotable side wall extension panel
US6893202B2 (en) Dual purpose grain cart
US10688902B2 (en) Truck and conveyor system
BE1024752B1 (nl) Modulaire kiepwagen, uitbreidingsmodule, systeem van kiepwagen en uitbreidingsmodule
DE102016121702B4 (de) Vorteilhaft eingesetzte Lenkgelenkverbindung für eine landwirtschaftliche Erntemaschine bzw. einen Mähdrescher
US20030063968A1 (en) Apparatus for transporting and filling freight containers
DK2810822T3 (en) DRIVE VEHICLE
US20170265396A1 (en) Crop Cart Unloading System
CA2600138A1 (en) Trailer adapted for use with a stone slinger
US10682940B2 (en) Agricultural dump cart
CN111742716A (zh) 农业运输系统
NL2011451B1 (nl) Oogstwagen voor het opnemen en het transport van planten of plantdelen.
NL9001635A (nl) Inrichting voor het dragen van een last.
US9302604B2 (en) Modular hopper unit for bulk material transport truck or trailer
US8992156B2 (en) Conveyor for hopper bottom transportation vehicle
BE1011460A3 (nl) Vrachtwagen.
US11957078B1 (en) Self unloading harvest cart
AU603814B2 (en) Transporter for particulate material
US11491904B1 (en) Material collection and transfer cart
KR101029709B1 (ko) 트레일러형 다목적 곡물적재함
BE1023910B1 (nl) Verbeterde aanhangwagen
GB2599905A (en) Tipping trailer

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20180625