BE1027421B1 - Hooglosser met verbeterde scheidingsinrichting - Google Patents

Hooglosser met verbeterde scheidingsinrichting Download PDF

Info

Publication number
BE1027421B1
BE1027421B1 BE20195452A BE201905452A BE1027421B1 BE 1027421 B1 BE1027421 B1 BE 1027421B1 BE 20195452 A BE20195452 A BE 20195452A BE 201905452 A BE201905452 A BE 201905452A BE 1027421 B1 BE1027421 B1 BE 1027421B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
container
admixtures
separating device
collecting
separating
Prior art date
Application number
BE20195452A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1027421A1 (nl
Inventor
Brecht Deroo
Paul Deroo
Original Assignee
Deroo Metalcare
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Deroo Metalcare filed Critical Deroo Metalcare
Priority to BE20195452A priority Critical patent/BE1027421B1/nl
Publication of BE1027421A1 publication Critical patent/BE1027421A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1027421B1 publication Critical patent/BE1027421B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D90/00Vehicles for carrying harvested crops with means for selfloading or unloading
    • A01D90/10Unloading means
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D90/00Vehicles for carrying harvested crops with means for selfloading or unloading
    • A01D90/12Vehicles for carrying harvested crops with means for selfloading or unloading with additional devices or implements
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60PVEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
    • B60P1/00Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading
    • B60P1/04Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading with a tipping movement of load-transporting element
    • B60P1/16Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading with a tipping movement of load-transporting element actuated by fluid-operated mechanisms
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60PVEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
    • B60P1/00Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading
    • B60P1/04Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading with a tipping movement of load-transporting element
    • B60P1/30Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading with a tipping movement of load-transporting element in combination with another movement of the element
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60PVEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
    • B60P1/00Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading
    • B60P1/36Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading using endless chains or belts thereon
    • B60P1/38Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading using endless chains or belts thereon forming the main load-transporting element or part thereof

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvesting Machines For Root Crops (AREA)
  • Ship Loading And Unloading (AREA)

Abstract

Hooglosser voor het verplaatsen van gerooide plantaardige producten van een rooimachine naar een verder transportmiddel, voorzien van een verrijdbaar frame waarop een laadbak is voorzien, waarbij de laadbak is voorzien van middelen voor de afvoer van de gerooide producten naar een afvoereinde van de laadbak, waarbij de Hooglosser is voorzien van middelen voor het in de hoogte te brengen van het afvoereinde van de laadbak in een hoek met het grondoppervlak, waarbij aan het afvoereinde van de laadbak een scheidingsinrichting is voorzien voor het scheiden van de gerooide plantaardige producten van eventuele nog achtergebleven bijmengsels, waarbij onder de scheidingsinrichting een opvangmiddel is voorzien voor het opvangen van de gescheiden bijmengsels, met het kenmerk dat het opvangmiddel aan de scheidingsinrichting is gekoppeld.

Description

HOOGLOSSER MET VERBETERDE SCHEIDINGSINRICHTING Technisch veld De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een hooglosser voorzien van een verbeterde scheidingsinrichting voor het scheiden van de gerooide plantaardige producten van eventuele nog achtergebleven bijmengsels.
De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een verbeterde scheidingsinrichting, alsmede op een verbeterde werkwijze voor het scheiden van de gerooide plantaardige producten van eventuele nog achtergebleven bijmengsels.
Stand der Techniek Hooglossers zijn gekend in de stand der techniek zoals uit octrooipublicatie NL7215270. Een hooglosser is een landbouwmachine voorzien voor het verplaatsen van gerooide plantaardige producten zoals bieten van een rooimachine naar een verder transportmiddel zoals een vrachtwagen, dat klaarstaat langs het veld.
De hooglossers zijn daartoe voorzien om zich gemakkelijk te verplaatsen op onverharde ondergronden, zoals bijvoorbeeld op het veld.
Gekende hooglossers zijn voorzien van een verrijdbaar frame waarop een laadbak is voorzien.
De laadbak is voorzien voor het tijdelijk opslaan van gerooide plantaardige producten.
De hooglosser is bijvoorbeeld voorzien om tijdens het rooien van de plantaardige producten, autonoom of geassisteerd langsheen de rooimachine te rijden, zodat de rooimachine de gerooide producten in situ in de laadbak kan storten.
De laadbak wordt bijvoorbeeld tijdens het rooien geleidelijk gevuld.
Eenmaal de laadbak voldoende is gevuld, kan de hooglosser naar het verder transportmiddel! worden verplaatst waar de tijdelijk opgeslagen gerooide producten vanuit de laadbak naar het verder transportmiddel worden overgedragen.
De laadbak is daartoe voorzien van middelen voor de afvoer van de gerooide producten naar een afvoereinde van de laadbak, langs waar de gerooide producten uit de laadbak kunnen worden verwijderd.
Aangezien het verder transportmiddel in de regel tevens een van opstaande zijwanden voorziene laadbak omvat voor het op zijn beurt tijdelijk opslaan van de gerooide plantaardige producten, dienen de gerooide plantaardige producten bij het verlaten van de laadbak van de hooglosser via het afvoereinde over de opstaande zijwanden van de laadbak van het verder transportmiddel te worden gebracht.
De hooglosser is daartoe voorzien van middelen voor het in de hoogte te brengen van het afvoereinde van de laadbak in een hoek met het grondoppervlak.
Bij voorkeur blijft de laadbak van de hooglosser daarbij aan een uiteinde, in het bijzonder het uiteinde overstaand aan het afvoereinde, gekoppeld aan het verrijdbare frame, bijvoorbeeld via een scharnierkoppeling.
Het is echter een gekend probleem uit de stand der techniek dat bij het rooien van plantaardige producten zoals bieten, een grote hoeveelheid aan bijmengsels zoals zand en onkruid mee worden opgenomen. Deze gerooide plantaardige producten worden inclusief bijmengsels overgebracht in de laadbak van de hooglossers uit de stand der techniek, waarna de inhoud van de laadbak van de hooglosser wordt overgedragen op de laadbak van het verdere transportmiddel zoals hierboven beschreven. Echter, het mee vervoeren van gerooide plantaardige producten samen met de bijmengsels is ongewenst. Enerzijds omwille van het feit dat het transporteren van bijmengsels naar een andere locatie dan daar waar de bijmengsels werden gerooid, risico’s meebreng met betrekking tot besmetting van die andere locaties. Anderzijds ook om economische redenen. Het spreekt voor zich dat het voordeliger is om het transport van niet relevante bijmengsels zoveel mogelijk te beperken. Dit probleem wordt in de stand der techniek opgelost door aan het afvoereinde van de laadbak van de hooglosser een scheidingsinrichting te voorzien voor het scheiden van de gerooide plantaardige producten van eventuele nog achtergebleven bijmengsels. De octrooipublicaties NL2017303 en WO2018096498 openbaren zulke hooglossers voorzien van een scheidingsinrichting. Door het scheiden van de gerooide plantaardige producten van de bijmengsels wordt verzekerd dat enkel de gerooide plantaardige producten in de laadbak van het verder transportmiddel terecht komen. Hierdoor wordt een economisch voordeliger transport teweeg gebracht. Ten einde daarenboven te verzekeren dat de gescheiden bijmengsels niet accumuleren naast het veld, in het bijzonder op de locatie waar de gerooide plantaardige producten van de hooglosser naar het verder transportmiddel worden overgebracht, en aldaar lokale vervuiling veroorzaken, wordt het verrijdbare frame van de hooglosser uit de stand der techniek gepubliceerd in octrooipublicatie NL2017303 daarenboven voorzien van een opvangmiddel voor het opvangen van de gescheiden bijmengsels. Eenmaal het opvangmiddel voldoende is gevuld met bijmengsels, kan de hooglosser terug worden verplaatst naar de locatie waar de plantaardige producten (en dus tevens de bijmengsels) werden gerooid om aldaar de bijmengsels terug te lossen. Het probleem met de hooglossers uit de stand der techniek, zoals de hooglosser gepubliceerd in octrooipublicatie NL2017303, is dat de bijmengsels op onvoldoende wijze worden opgevangen door het opvangmiddel. Bij het gebruik van de gekende hooglossers belandt er nog een te grote hoeveelheid bijmengsels op de grond naast het veld, in het bijzonder op de locatie waar de gerooide plantaardige producten van de hooglosser naar het verder transportmiddel worden overgebracht. Tevens belandt er een grote hoeveelheid bijmengsels op het verrijdbare frame.
Beschrijving van de uitvinding Het is het doel van de onderhavige uitvinding om het probleem uit de stand der techniek op te lossen. Het is in het bijzonder het doel van de onderhavige uitvinding om een hooglosser te voorzien, waarbij lokale vervuiling door de gescheiden bijmengsels optimaal wordt beperkt. Dit doel wordt opgelost door het voorzien van de hooglosser voor het verplaatsen van gerooide plantaardige producten van een rooimachine naar een verder transportmiddel uit de eerste conclusie. De hooglosser van de onderhavige uitvinding is daartoe voorzien van een verrijdbaar frame waarop een laadbak is voorzien. Het verrijdbare frame staat bijvoorbeeld toe dat de hooglosser kan worden verplaatst over onverharde wegen, bijvoorbeeld over het veld. De laadbak is bijvoorbeeld voorzien voor het tijdelijk opslaan van de gerooide producten, met name de gerooide plantaardige producten en de eventuele nog achtergebleven bijmengsels. De laadbaak is daartoe bijvoorbeeld voorzien van een vloer en opstaande wanden. De laadbak is voorzien van middelen voor de afvoer van de gerooide producten naar een afvoereinde van de laadbak. De afvoermiddelen omvatten bijvoorbeeld een beweegbare vloer, bijvoorbeeld voorzien van transportbanden, of omvatten bijvoorbeeld een verplaatsbare opstaande wand, bijvoorbeeld een achterwand verplaatsbaar naar het afvoereinde van de laadbak. De Hooglosser is voorzien van middelen voor het in de hoogte te brengen van het afvoereinde van de laadbak in een hoek met het grondoppervlak. De middelen voor het in hoogte brengen omvatten bijvoorbeeld een hydraulische hefcilinder, bijvoorbeeld scharnierbaar verbonden aan het verrijdbare frame en de laadbak, nabij het afvoereinde van de laadbak. De laadbak is bij voorkeur scharnierbaar bevestigd aan het verrijdbare frame bijvoorbeeld nabij het einde van de laadbak overstaand het afvoereinde van de laadbak. Aan het afvoereinde van de laadbak is een scheidingsinrichting voorzien voor het scheiden van de gerooide plantaardige producten van eventuele nog achtergebleven bijmengsels. De scheidingsinrichting omvat bijvoorbeeld een rollenbed voorzien van meerdere parallel gepositioneerde rollers, of omvat bijvoorbeeld een spijlenband. Door het transporteren van de plantaardige producten en bijmengsels over de scheidingsinrichting worden de plantaardige producten en bijmengsels gescheiden, bijvoorbeeld omdat enkel de bijmengsels doorheen de scheidingsinrichting sijpelen ten gevolge van de grotere dimensies van de plantaardige producten. Onder de scheidingsinrichting is een opvangmiddel voorzien voor het opvangen van de gescheiden bijmengsels. Het opvangmiddel omvat bijvoorbeeld een opvangbak bijvoorbeeld voorzien van opstaande wanden voor het tijdelijk opslaan van de gescheiden bijmengsels. Het opvangmiddel is in de onderhavige uitvinding aan de scheidingsinrichting gekoppeld. Met andere woorden is het opvangmiddel bijvoorbeeld niet gekoppeld aan het verrijdbare frame. Het opvangmiddel is bijvoorbeeld verbonden, bijvoorbeeld, bijvoorbeeld mechanische bevestigd, bijvoorbeeld met schroeven, aan de scheidingsinrichting en/of aan de laadbak ter hoogte van het afvoereinde. Het opvangmiddel is bij voorkeur enkel verbonden, bijvoorbeeld mechanisch bevestigd, bijvoorbeeld met schroeven, aan de scheidingsinrichting.
De uitvinders hebben ondervonden dat in de hooglossers van de stand der techniek zoals gepubliceerd in octrooipublicatie NL2017303, de gescheiden bijmengsels in grote hoeveelheid naast het opvangmiddel en op het verrijdbaar frame vallen waardoor lokale vervuiling optreed. De gescheiden bijmengsels dienen bij de hooglosser van de stand der techniek immers vanop een hoogte, met name ter hoogte van het afvoereinde van de laadbak, naar het verrijdbaar frame te vallen, waar het opvangmiddel is opgesteld. Tijdens het vallen worden de bijmengsels uit hun baan afgeleid onder meer onder invloed van wind, waardoor de bijmengsels vaak naast het opvangmiddel terecht komen. Doordat het opvangmiddel in de onderhavige uitvinding aan de scheidingsinrichting is gekoppeld zal, wanneer de hoogte van de laadbak wordt aangepast waardoor de hoogte van de scheidingsinrichting wordt aangepast, het opvangmiddel een gelijkaardige hoogte aanpassing ondergaan. Hierdoor wordt de valhoogte voor de gescheiden bijmengsels beperkt en wordt de kans dat de gescheiden bijmengsels in het opvangmiddel terecht komen vergroot. Een alternatieve oplossing zou kunnen worden voorgesteld waarbij het opvangmiddel gekoppeld is aan het verrijdbare frame en waarbij de variabele afstand tussen het opvangmiddel en de scheidingsinrichting wordt overbrugt door een tussenstuk zoals een doek of een transportband. Het voorzien van deze tussenstukken is echter kostelijk ten gevolge van de vereiste dat het tussenstuk variabel lengtes moet kunnen vertonen. Tevens zijn de gescheiden bijmengsels tijdens hun transport over het tussenstuk vaak nog onderhevig aan verspreiding bijvoorbeeld door wind, waardoor het alsnog tot lokale vervuiling leidt. De onderhavige uitvinding heeft echter als bijkomend voordeel dat de valhoogte voor de gescheiden bijmengsels constant blijft, ongeacht de hoogte van de scheidingsinrichting, en dat bijgevolg het tussenstuk achterwege kan worden gelaten. Een bijkomend voordeel van de onderhavige uitvinding is dat de gescheiden bijmengsels op variabele hoogte kunnen worden gelost, door het in hoogte verstellen van de laadbak van de hooglosser. Dit heeft als voordeel dat de gescheiden bijmengsels bijvoorbeeld kunnen worden gelost in een ander transportmiddel, bijvoorbeeld tevens voorzien van een verrijdbaar frame voor het verrijden over onverharde gronden zoals het veld, en tevens voorzien van een laadbak met opstaande wanden voor het tijdelijk opslaan van de gescheiden bijmengsels. Het ander transportmiddel kan bijvoorbeeld zijn ingericht voor het terugbrengen van de gescheiden bijmengsels naar de locatie waar de bijmengsels werden gerooid.
In een Uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de scheidingsinrichting ontkoppelbaar verbonden met de laadbak. De onderhavige uitvoeringsvorm heeft als 5 voordeel dat de scheidingsinrichting op eenvoudige wijze kan worden uitgewisseld voor een andere scheidingsinrichting, bijvoorbeeld voorzien voor het schoonmaken van een ander type plantaardig product, bijvoorbeeld met andere reinigingsmiddelen zoals andere rollichamen of andere spijlenbanden bijvoorbeeld met een andere afstand tussen de rollen. In deze uitvoeringsvorm is het opvangmiddel bij voorkeur enkel verbonden, bijvoorbeeld mechanisch bevestigd, bijvoorbeeld met schroeven, aan de scheidingsinrichting. De onderhavige uitvoeringsvorm maakt het tevens mogelijk om op eenvoudige wijze een gekende conventionele hooglosser zoals de hooglosser gekend uit octrooipublicatie NL7215270 te transformeren in een hooglosser volgens de onderhavige uitvinding.
In een Uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de scheidingsinrichting scharnierbaar opgehangen aan de laadbak. Het scharnierbaar ophangen van de scheidingsinrichting aan de laadbak, in het bijzonder aan het afvoereinde van de laadbak, maakt het mogelijk om de scheidingsinrichting horizontaal te houden ongeacht de hoogte van de laadbak, m.a.w. ongeacht de hoek van de laadbak ten opzichte van de grond. Het scharnierbaar ophangen van de scheidingsinrichting aan de laadbak, in het bijzonder aan het afvoereinde van de laadbak, maakt het tevens mogelijk om de hoek die de scheidingsinrichting maakt met de grond aan te passen. De uitvinders hebben immers ondervonden dat de hoek waaronder de scheidingsinrichting wordt geplaats ten opzichte van de grond een invloed heeft op de mate van schoonmaking van de plantaardige producten. Zo werd ondervonden dat een grotere hoek, leidt tot een steilere helling van de scheidingsinrichting waardoor de plantaardige producten minder snel worden overgedragen naar het verdere transportmiddel en meer ter plaatse zullen rollen, waardoor de bijmengsels beter worden gescheiden van de plantaardige producten.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding strekt de scheidingsinrichting zich in een transportrichting uit van een proximaal einde gekoppeld aan het afvoereinde van de laadbak, naar een vrijstaand distaal einde, waarbij de gerooide plantaardige producten in gebruik nagenoeg volgens de transportrichting worden getransporteerd van het proximale einde naar het distale einde. Met vrijstaand distaal einde wordt bedoeld een einde van de scheidingsinrichting verwijderd van het proximaal einde, en dat niet is gekoppeld aan de laadbak. Het vrijstaand distaal einde zweeft bijvoorbeeld boven de laadbak van het verdere transportmiddel. Bij voorkeur vormen het rollenbed of de spijlenband, een vlak dat zich uitstrekt van het proximale einde naar het distale einde en dat lateraal wordt begrensd door opstaande wanden die de gerooide producten weerhouden de scheidingsinrichting te verlaten alvorens het distale einde te hebben bereikt.
Bij voorkeur ligt de transportrichting in het verlengde van de lengterichting van de laadbak van de hooglosser.
In een Uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding heeft de scheidingsinrichting een breedte, bijvoorbeeld in een richting nagenoeg loodrecht op de transportrichting, en strekt het opvangmiddel zich nagenoeg over de gehele breedte van de scheidingsinrichting uit.
Bij voorkeur heeft de spijlenband of het rollenbed van de scheidingsinrichting een breedte in een richting nagenoeg loodrecht op de transportrichting, en strekt het opvangmiddel zich nagenoeg over de gehele breedte van de spijlenband of het rollenbed van de scheidingsinrichting uit.
Deze uitvoeringsvormen garanderen dat de gescheiden bijmengsels optimaal worden opgevangen door het opvangmiddel.
De richting nagenoeg loodrecht op de transportrichting ligt bij voorkeur in het oppervlak gevormd door de spijlenband of het rollenbed.
De richting nagenoeg loodrecht op de transportrichting is bij voorkeur de richting parallel aan de rotatierichting van de rollen in het rollenbed of van de aandrijfrollen van de spijlenband.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het opvangmiddel een opvangbak, waarbij de opvangbak in een bovenwand voorzien is van een opvangopening waarlangs in gebruik bijmengsels worden opgevangen in het opvangmiddel.
Bij voorkeur omvat de opvangbak een onderwand en een bovenwand met elkaar verbonden met behulp van opstaande zijwanden.
Bij voorkeur liggen de bovenwand en onderwand, in het bijzonder wanneer de hooglosser niet op hoogte is gebracht, nagenoeg in het vlak van de grond, bijvoorbeeld nagenoeg horizontaal.
De opvangbak omvat bij voorkeur een omvangrijk volume voorzien voor het tijdelijk opslaan van de gescheiden bijmengsels.
Het volume van de opvangbak is bijvoorbeeld voldoende omvangrijk om alle bijmengsels op te slaan die vrijkomen bij het schoonmaken van alle gerooide plantaardige producten in de laadbak van de hooglosser.
In een uitvoeringsvorm, omvat de scheidingsinrichting een verbindingsstuk, bijvoorbeeld een plaat of een doek met vaste lengte, opgesteld onder het rollenbed of spijlenband van de scheidingsinrichting, bijvoorbeeld verbonden aan de scheidingsinrichting.
Het verbindingsstuk strekt zich bij voorkeur uit van het distale en/of proximale einde van de scheidingsinrichting tot aan de opvangopening van het opvangmiddel.
Bij voorkeur strekt het verbindingsstuk zich uit van het distale einde van de scheidingsinrichting naar de opvangopening van het opvangmiddel en bij voorkeur ligt het verbindingsstuk nagenoeg parallel met het rollenbed of de spijlenband van de scheidingsinrichting.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de opvangopening ten minste voorzien onder het proximale einde van de scheidingsinrichting.
De opvangbak kan bijvoorbeeld nagenoeg volledig onder de laadbak zijn aangebracht, zolang er ten minste een deel van de bovenwand en in het bijzonder het deel van de bovenwand voorzien van de opvangopening, zich onder het proximale einde van de scheidingsinrichting bevindt.
In een Uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de opvangbak in een bodemwand voorzien van een uitlaatopening waarlangs in gebruik bijmengsels controleerbaar uit het opvangmiddel worden verwijderd.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de scheidingsrichting een spijlenband, waarbij een spijlenband een continue uit spijlen opgebouwde oppervlak is dat omheen ten minste twee aandrijfrollen is gespannen.
Het voorzien van een spijlenband, in tegenstelling tot een rollenbed bestaande uit meerdere parallel geplaatste rollers, is dat de bijmengsels op een meer gecontroleerde wijze naar het opvangmiddel kunnen worden geleid.
De uitvinders hebben immers ondervonden dat bij het schoonmaken van de gerooide producten met behulp van een rollenbed, de bijmengsels door de rollers ongecontroleerd worden weggeslingerd en aldus lokale vervuiling veroorzaken.
Het wegslingeren is een gevolg van het gegeven dat de bijmengsels van een kleinere dimensie zijn dan de gerooide plantaardige producten en bijgevolg tussen twee naburige parallelle rollers kunnen terechtkomen waar zij door de op-of neerwaartse beweging van het rolleroppervlak tevens op-of neerwaarts worden versneld.
De uitvinders hebben bovendien gevonden dat het spijlenband een vlak vormt dat de bijmengsels optimaal naar de opvangopening in het opvangmiddel leidt, in het bijzonder wanneer de opvangopening zich ten minste onder het proximale einde van de scheidingsinrichting bevindt.
In een implementatie van de onderhavige uitvoeringsvorm omvat de spijlenband een enkele continue band voorzien van spijlen, waarbij de enkele band zich uitstrekt tussen het proximale einde en het distale einde van de scheidingsinrichting.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de scheidingsinrichting nabij het proximale einde steiler dan nabij het distale einde.
Met steiler wordt bij voorkeur bedoeld dat de hoek tussen de spijlenband of rollenbed van de scheidingsinrichting en de grond stomper is.
De uitvinders hebben immers ondervonden dat de hoek waaronder de scheidingsinrichting wordt geplaats ten opzichte van de grond een invloed heeft op de mate van schoonmaking van de plantaardige producten.
Zo werd ondervonden dat een grotere hoek, leidt tot een steilere helling van de scheidingsinrichting waardoor de plantaardige producten minder snel worden overgedragen naar het verdere transportmiddel en meer ter plaatse zullen rollen, waardoor de bijmengsels beter worden gescheiden van de plantaardige producten.
In deze uitvoeringsvorm is bij voorkeur de opvangopening van het opvangmiddel ten minste onder het proximale einde van de scheidingsinrichting voorzien, aangezien de meeste bijmengsels zullen worden gescheiden op het steilere deel en dus nabij het proximale einde van de scheidingsinrichting.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de b scheidingsinrichting, in het bijzonder de spijlenband of het rollenbed, twee nagenoeg vlakke delen, waarbij het eerste deel zich onder een eerste hoek met het grondoppervlak in de transportrichting uitstrekt vanaf het proximale einde van de scheidingsinrichting, en waarbij het tweede deel zich onder een tweede hoek met het grondoppervlak in de transportrichting uitstrekt vanaf het distale einde, en waarbij de eerste hoek groter is dan de tweede hoek.
De scheidingsinrichting is bijvoorbeeld voorzien van een knik.
Deze uitvoeringsvorm heeft als gevolg dat de scheidingsinrichting nabij het proximale einde steiler is dan nabij het distale einde.
Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een scheidingsinrichting voorzien voor het scheiden van de gerooide plantaardige producten van eventuele nog achtergebleven bijmengsels, waarbij de scheidingsinrichting is voorzien voor het koppelen aan een hooglosser zoals eerder beschreven, met name waarbij een opvangmiddel voor het opvangen van de bijmengsels is voorzien onder de scheidingsinrichting, en met het kenmerk dat het opvangmiddel is gekoppeld aan de scheidingsinrichting.
Bij voorkeur is het opvangmiddel verbonden, bijvoorbeeld mechanisch bevestigd aan de scheidingsinrichting.
In een uitvoeringsvorm omvat de scheidingsinrichting een spijlenband.
Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een werkwijze voor het scheiden, lossen en opvangen van gerooide plantaardige producten en eventuele nog achtergebleven bijmengsels, waarbij het scheiden lossen en opvangen gelijktijdig gebeurt middels de hooglosser zoals eerder beschreven.
Figuren Figuur 1 toont een schematisch zijaanzicht van een hooglosser volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, waarbij de hooglosser niet in de hoogte is gebracht.
Figuur 2 toont een schematisch zijaanzicht van een hooglosser volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, waarbij de hooglosser in de hoogte is gebracht.
Figuur 3 toont een perspectief aanzicht van een hooglossers volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, waarbij de hooglosser in de hoogte is gebracht. Figuurbeschrijving De huidige uitvinding zal hierna beschreven worden aan de hand van welbepaalde uitvoeringsvormen en onder verwijzing naar bepaalde tekeningen, doch de uitvinding is daar niet toe beperkt en wordt enkel gedefinieerd door de conclusies. De hier weergegeven tekeningen zijn enkel schematische weergaven en zijn niet beperkend. In de tekeningen kunnen de afmetingen van bepaalde onderdelen vergroot zijn weergegeven, wat betekent dat de onderdelen in kwestie dus niet op schaal zijn weergegeven, en dit enkel voor illustratieve doeleinden. De afmetingen en de relatieve afmetingen komen niet noodzakelijkerwijze overeen met de werkelijke praktijkuitvoeringen van de uitvinding.
Daarenboven worden termen zoals “eerste”, “tweede”, “derde”, en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om een onderscheid te maken tussen gelijkaardige elementen en niet noodzakelijkerwijze om een sequentiële of chronologische volgorde aan te geven. De termen in kwestie zijn onderling verwisselbaar in de daarvoor geschikte omstandigheden, en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere volgorden werken dan deze die hier worden beschreven of geïllustreerd.
De term “omvattende” en afgeleide termen, zoals die gebruikt worden in de conclusies, moet of moeten niet geïnterpreteerd worden als beperkt zijnde tot de middelen die telkens daarna vermeld worden; de term sluit andere elementen of stappen niet uit. De term moet geïnterpreteerd worden als een specificatie van de vermelde eigenschappen, gehele getallen, stappen, of componenten waarnaar wordt verwezen, zonder dat evenwel de aanwezigheid of het toevoegen wordt uitgesloten van een of meer bijkomende eigenschappen, gehele getallen, stappen, of componenten, of groepen daarvan. De reikwijdte van een uitdrukking zoals “een inrichting omvattende de middelen A en B” is dan ook niet enkel beperkt tot inrichtingen die zuiver bestaan uit componenten A en B. Wat er daarentegen bedoeld wordt, is dat, voor wat betreft de huidige uitvinding, de enige relevante componenten A en B zijn.
Figuur 1 toont een schematisch zijaanzicht van een hooglosser 1 volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, waarbij de hooglosser 1 niet in de hoogte is gebracht. Een hooglosser 1 is een landbouwinrichting voor het verplaatsen van gerooide plantaardige producten van een rooimachine naar een verder transportmiddel. De hooglossers 1 omvat een verrijdbaar frame 2 gemonteerd op wielen 3 voorzien om zich onder meer op onverharde gronden zoals een landbouwveld te verplaatsen.
De hooglossers 1 zoals getoond in figuur 1 omvat daartoe tevens een trekhaak 4, bijvoorbeeld voorzien om te koppelen met een tractor.
In alternatieve uitvoeringsvormen kan de hooglosser 1 tevens autonoom voortbewegen.
Op het verrijdbaar frame 2 is een laadbak 5 aangebracht.
De laadbak 5 omvat opslagvolume begrensd door een vloer en opstaande wanden.
De laadbak 5 strekt zich in een lengterichting uit van een koppeleinde 6, nabij welk einde de laadbak 5 aan het verrijdbaar frame 2 is gekoppeld, naar een afvoereinde 7. De laadbak 5 is bijvoorbeeld scharnierbaar verbonden met het verrijdbaar frame 2 nabij het koppeleinde 6 met behulp van een kip-as 8. Nabij het afvoereinde 7 is de laadbak 5 gekoppeld aan het verrijdbaar frame 2 doormiddel van een hydraulische hefcilinder 9. Door het uitschuiven van de hydraulische hefcilinder 9 kan de laadbak 5 onder een hoek worden gebracht met de grond, waardoor het afvoereinde 7 van de laadbak 5 op hoogte wordt gebracht.
De gerooide producten zoals de gerooide plantaardige producten en de eventueel achterblijvende bijmengsels kunnen naar het afvoereinde 7 van de laadbak 5 worden verplaatst door middel van afvoermiddelen voorzien in de laadbak 5. Figuur 1 toont ter illustratie een transportband 10 voorzien op de bodem van de laadbak 5, waarbij de transportband voorzien is om de gerooide producten naar het afvoereinde 7 van de laadbak 5 te verplaatsen.
De hooglosser 1 is voorzien van een scheidingsinrichting 11 voor het schoonmaken van de gerooide plantaardige producten door het scheiden van de gerooide plantaardige producten en de bijmengsels.
De scheidingsinrichting 1 is scharnierbaar verbonden met het afvoereinde 7 van de laadbak 5, bijvoorbeeld met behulp van een scharnierbaar frame 12. De scheidingsinrichting 11 omvat reinigingsmiddelen 13. De reinigingsmiddelen 13 zoals getoond in figuur 1 omvat een spijlenband bestaande uit een continue uit spijlen opgebouwd oppervlak dat fungeert als transportband ten einde de gerooide plantaardige producten geleidelijk aan van een proximaal einde 14 van de reinigingsmiddelen 13 nabij het afvoereinde 7 van de laadbak 5 naar een distaal einde 15 te transporteren, waarna Zij in de laadbak van een verder transportmiddel (niet getoond) vallen.
De bijmengsels hebben in het algemeen kleinere dimensies dan de gerooide plantaardige producten, en vallen bijgevolg gemakkelijk doorheen de scheidingsmiddelen 13 naar beneden.
Ten einde lokale vervuiling door de bijmengsels te verhinderen, is een opvangmiddel 16 gekoppeld aan de scheidingsinrichting 11. Het opvangmiddel 16 is verbonden, bijvoorbeeld mechanisch verankerd aan de scheidingsinrichting 11, bijvoorbeeld aan het scharnierbaar frame 12.
Figuur 2 toont een schematisch zijaanzicht van een hooglosser 1 volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, in het bijzonder de hooglosser 1 uit figuur 1, waarbij de hooglosser 1 in de hoogte is gebracht.
Figuur 3 toont een perspectief aanzicht van een hooglossers volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, in het bijzonder de hooglosser 1 uit figuur 1 waarbij de hooglosser in de hoogte is gebracht.
De reinigingsmiddelen 13 zoals getoond in figuur 3 omvat een rollenbed bestaande uit meerdere parallel gepositioneerde rollers.
De rollers worden bijvoorbeeld motorisch omheen hun lengte-as geroteerd ten einde de gerooide plantaardige producten geleidelijk aan van een proximaal einde 14 van de reinigingsmiddelen 13 nabij het afvoereinde 7 van de laadbak 5 naar een distaal einde 15 te transporteren, waarna zij in de laadbak van een verder transportmiddel (niet getoond) vallen.

Claims (15)

Conclusies
1. Hooglosser (1) voor het verplaatsen van gerooide plantaardige producten van een rooimachine naar een verder transportmiddel, voorzien van een verrijdbaar frame (2) waarop een laadbak (5) is voorzien, waarbij de laadbak (5) is voorzien van middelen (10) voor de afvoer van de gerooide producten naar een afvoereinde (7) van de laadbak (5), waarbij de hooglosser (1) is voorzien van middelen (9) voor het in de hoogte te brengen van het afvoereinde (7) van de laadbak (5) in een hoek met het grondoppervlak, waarbij aan het afvoereinde (7) van de laadbak (5) een scheidingsinrichting (11) is voorzien voor het scheiden van de gerooide plantaardige producten van eventuele nog achtergebleven bijmengsels, waarbij onder de scheidingsinrichting (11) een opvangmiddel (16) is voorzien voor het opvangen van de gescheiden bijmengsels, waarbij het opvangmiddel een opvangbak is met het kenmerk dat het opvangmiddel (16) aan de scheidingsinrichting (11) is gekoppeld.
2. Hooglosser (1) volgens de eerste conclusie waarbij de scheidingsinrichting (11) ontkoppelbaar is verbonden met de laadbak (5).
3. Hooglosser (1) volgens een der voorgaande conclusies waarbij de scheidingsinrichting (11) scharnierbaar is opgehangen aan de laadbak (5).
4. Hooglosser (1) volgens een der voorgaande conclusies waarbij de scheidingsinrichting (11) zich in een transportrichting uitstrekt van een proximaal einde (14) gekoppeld aan het afvoereinde (7) van de laadbak (5), naar een vrijstaand distaal einde (15), waarbij de gerooide plantaardige producten in gebruik nagenoeg volgens de transportrichting worden getransporteerd van het proximale einde (14) naar het distale einde (15).
5. Hooglosser (1) volgens de voorgaande conclusie waarbij de scheidingsinrichting (11) een breedte heeft in een richting nagenoeg loodrecht op de transportrichting, en waarbij het opvangmiddel (16) zich nagenoeg over de gehele breedte van de scheidingsinrichting (11) uitstrekt.
6. Hooglosser (1) volgens een der voorgaande conclusies 4-5, waarbij de opvangbak in een bovenwand voorzien is van een opvangopening waarlangs in gebruik bijmengsels worden opgevangen in het opvangmiddel (16).
7. Hooglosser (1) volgens de voorgaande conclusie waarbij de opvangopening ten minste is voorzien onder het proximale einde (14) van de scheidingsinrichting (11).
8. Hooglosser (1) volgens een der voorgaande conclusies 6 - 7 waarbij de opvangbak in een bodemwand voorzien is van een uitlaatopening waarlangs in gebruik bijmengsels controleerbaar uit het opvangmiddel (16) worden verwijderd.
9. Hooglosser (1) volgens een der voorgaande conclusies waarbij de scheidingsrichting (11) een spijlenband omvat, waarbij een spijlenband een continue uit spijlen opgebouwde oppervlak is dat omheen ten minste twee aandrijfrollen is gespannen.
10. Hooglosser (1) volgens de voorgaande conclusie in combinatie met conclusie 4, waarbij de spijlenband een enkele van spijlen voorziene band omvat die zich uitstrekt tussen het proximale einde (14) en het distale einde (15) van de scheidingsinrichting (11).
11. Hooglosser (1) volgens een der voorgaande conclusies in combinatie met conclusie 4, waarbij de scheidingsinrichting (11) nabij het proximale einde (14) steiler is dan nabij het distale einde.
12. Hooglosser (1) volgens de voorgaande conclusie, waarbij de scheidingsinrichting (11) twee nagenoeg vlakke delen omvat, waarbij het eerste deel zich onder een eerste hoek met het grondoppervlak in de transportrichting uitstrekt vanaf het proximale einde (14) van de scheidingsinrichting (11), en waarbij het tweede deel zich onder een tweede hoek met het grondoppervlak in de transportrichting uitstrekt vanaf het distale einde (15), en waarbij de eerste hoek groter is dan de tweede hoek.
13. Een scheidingsinrichting (11) voorzien voor het scheiden van de gerooide plantaardige producten van eventuele nog achtergebleven bijmengsels en een opvangmiddel (16) voor het opvangen van de bijmengsels, waarbij de scheidingsinrichting (11) is voorzien voor het koppelen aan een hooglosser (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het opvangmiddel (16) een opvangbak is, en waarbij het opvangmiddel (16) is voorzien onder de scheidingsinrichting (16), met het kenmerk dat het opvangmiddel (16) is gekoppeld aan de scheidingsinrichting (11).
14. Scheidingsinrichting (11) en opvangmiddel (16) volgens de voorgaande conclusie, waarbij de scheidingsinrichting (11) een spijlenband omvat.
15. Werkwijze voor het scheiden, lossen en opvangen van gerooide plantaardige producten en eventuele nog achtergebleven bijmengsels, waarbij het scheiden lossen en opvangen gelijktijdig gebeurt middels de hooglosser (1) volgens een van de voorgaande conclusies 1-12.
BE20195452A 2019-07-12 2019-07-12 Hooglosser met verbeterde scheidingsinrichting BE1027421B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195452A BE1027421B1 (nl) 2019-07-12 2019-07-12 Hooglosser met verbeterde scheidingsinrichting

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195452A BE1027421B1 (nl) 2019-07-12 2019-07-12 Hooglosser met verbeterde scheidingsinrichting

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027421A1 BE1027421A1 (nl) 2021-02-03
BE1027421B1 true BE1027421B1 (nl) 2021-02-09

Family

ID=67390008

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195452A BE1027421B1 (nl) 2019-07-12 2019-07-12 Hooglosser met verbeterde scheidingsinrichting

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1027421B1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102004022874A1 (de) * 2004-05-06 2005-12-01 Alois Pöttinger Maschinenfabrik Gmbh Ladewagen
WO2014026766A2 (de) * 2012-08-14 2014-02-20 Grimme Landmaschinenfabrik Gmbh & Co. Kg Trennvorrichtung für eine kartoffelerntemaschine oder eine aufbereitungsmaschine
NL2017303B1 (nl) * 2015-08-21 2016-12-01 Dezeure Nv Inrichting en werkwijze voor het scheiden van plantaardige producten van bijmengsels
US20180007832A1 (en) * 2016-07-06 2018-01-11 Tribine Industries Llc Feeder Having Lateral Title for an Agricultural Harvesting Combine

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2159281B3 (nl) 1971-11-12 1975-11-28 Welger Geb
BE1024752B1 (nl) 2016-11-24 2018-06-25 Blum-Machinery Bvba Modulaire kiepwagen, uitbreidingsmodule, systeem van kiepwagen en uitbreidingsmodule

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102004022874A1 (de) * 2004-05-06 2005-12-01 Alois Pöttinger Maschinenfabrik Gmbh Ladewagen
WO2014026766A2 (de) * 2012-08-14 2014-02-20 Grimme Landmaschinenfabrik Gmbh & Co. Kg Trennvorrichtung für eine kartoffelerntemaschine oder eine aufbereitungsmaschine
NL2017303B1 (nl) * 2015-08-21 2016-12-01 Dezeure Nv Inrichting en werkwijze voor het scheiden van plantaardige producten van bijmengsels
US20180007832A1 (en) * 2016-07-06 2018-01-11 Tribine Industries Llc Feeder Having Lateral Title for an Agricultural Harvesting Combine

Also Published As

Publication number Publication date
BE1027421A1 (nl) 2021-02-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11564353B2 (en) Crop cart unloading system
CA2610523A1 (en) Apparatus for moving grain from a pile or a bag
US3754388A (en) Hay stack forming apparatus
NL8302925A (nl) Inrichting voor het in een transportvoertuig laden van gevogelte.
US10842076B2 (en) Nut collector
BE1027421B1 (nl) Hooglosser met verbeterde scheidingsinrichting
US10729074B2 (en) Crop cart loading system
US5385117A (en) Poultry collection device
HU194008B (en) Apparatus for getting silo fodder, ensilage, straw or similar produce from silo and emptying into loading space of spreading carriage
US3529408A (en) Continuously unloading combine
US7032370B2 (en) Fruit trailer for fruit harvesting system and associated methods
NL2011451B1 (nl) Oogstwagen voor het opnemen en het transport van planten of plantdelen.
WO2008012778A2 (en) Arrangement for transporting material on a vehicle in a sideways tippable manner
US2905346A (en) Ensilage handling implement
NL2017303B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het scheiden van plantaardige producten van bijmengsels
NL1030339C2 (nl) Inrichting voor het uithalen en verwerken van veevoer.
US6969315B2 (en) Basket door extension for a cotton harvester
US4091972A (en) Forage wagon apparatus
US4362457A (en) Cotton loader and packer
US2804219A (en) Baled hay loader attachment for vehicles
US20040001749A1 (en) Trailer box
EP3132669A1 (en) Device and method for separating plant products of admixtures
US6931829B2 (en) Fruit harvester collection apparatus with compact conveyor arrangement and associated methods
NL1026465C2 (nl) Inrichting voor het oogsten van gewassen met buffer.
DE102008050146B4 (de) Häckselgut-Verladevorrichtung

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210209