NL2001601C2 - Koelinrichting en werkwijze voor koeling van houders. - Google Patents

Koelinrichting en werkwijze voor koeling van houders. Download PDF

Info

Publication number
NL2001601C2
NL2001601C2 NL2001601A NL2001601A NL2001601C2 NL 2001601 C2 NL2001601 C2 NL 2001601C2 NL 2001601 A NL2001601 A NL 2001601A NL 2001601 A NL2001601 A NL 2001601A NL 2001601 C2 NL2001601 C2 NL 2001601C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
gas
cooling
line
cooling device
spray opening
Prior art date
Application number
NL2001601A
Other languages
English (en)
Inventor
Hans-Peter Voss
Patrick Johannes Blom
Original Assignee
Heineken Supply Chain Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Heineken Supply Chain Bv filed Critical Heineken Supply Chain Bv
Priority to NL2001601A priority Critical patent/NL2001601C2/nl
Priority to US12/993,942 priority patent/US20110100029A1/en
Priority to EP09750806A priority patent/EP2315992A1/en
Priority to PCT/NL2009/050269 priority patent/WO2009142486A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2001601C2 publication Critical patent/NL2001601C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F25REFRIGERATION OR COOLING; COMBINED HEATING AND REFRIGERATION SYSTEMS; HEAT PUMP SYSTEMS; MANUFACTURE OR STORAGE OF ICE; LIQUEFACTION SOLIDIFICATION OF GASES
    • F25DREFRIGERATORS; COLD ROOMS; ICE-BOXES; COOLING OR FREEZING APPARATUS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F25D31/00Other cooling or freezing apparatus
    • F25D31/006Other cooling or freezing apparatus specially adapted for cooling receptacles, e.g. tanks
    • F25D31/008Drinking glasses
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F25REFRIGERATION OR COOLING; COMBINED HEATING AND REFRIGERATION SYSTEMS; HEAT PUMP SYSTEMS; MANUFACTURE OR STORAGE OF ICE; LIQUEFACTION SOLIDIFICATION OF GASES
    • F25DREFRIGERATORS; COLD ROOMS; ICE-BOXES; COOLING OR FREEZING APPARATUS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F25D3/00Devices using other cold materials; Devices using cold-storage bodies
    • F25D3/10Devices using other cold materials; Devices using cold-storage bodies using liquefied gases, e.g. liquid air

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Devices For Dispensing Beverages (AREA)

Description

P84728NL0O
Titel: Koelinrichting en werkwijze voor koeling van houders.
De uitvinding heeft betrekking op een koelinrichting of werkwijze voor koelen van houders,
Uit ÉP 1 252 472 is een koelinrichting voor glazen bekend, welke een gasbron en een uitstroom opening omvat, waarbij een leiding is voorzien 5 voor aanvoer van gas vanuit de gasbron naar de spuitopening. Het gas wordt daarbij onder hoge druk aangevoerd, in vloeibare vorm, en zal nabij de spuitopening in de gasfase overgaan. Door een glas ondersteboven, dus met de drinkopening omlaag, over de spuitmond te houden en dan gas uit de spuitmond te laten ontsnappen wordt het glas gekoeld.
10 Wanneer gas uit de spuitopening wordt afgeblazen neemt de druk in de leiding af, waardoor gasbellen ontstaan in de leiding. Daarnaast kunnen gasbellen ontstaan door een staging in temperatuur. Daardoor kan op termijn de vloeibare gastoevoer worden gehinderd, terwijl bovendien een onregelmatig stromingspatroon wordt verkregen. In deze bekende inrichting 15 is daarom in de leiding een buffervat voorzien, waarin een hoeveelheid Vloeibaar gas kan worden gebufferd en waarin gas dat zich in de leiding vormt kan worden afgevangen. Het deel van de leiding dat tussenbet buffervat en de spuitopening is opgenomen sluit op een onderzijde van het buffervat aan. Doordat vloeibaar gas wordt gebufferd kan een goede 20 Scheiding van gas en vloeibaar gas worden verkregen en kunnen eventueel drukverschillen worden afgevlakt. Een gasafblaasventiel is voorzien aan de bovenzijde van het buffervat. Het gasafblaasventiel is zodanig geregeld dat wanneer het vloeistof niveau onder een minimum hoogte daalt en dé spuitopening is gesloten, gas wordt afgeblazen, zodat vloeibaar gas kan 25 worden aangevuld.
Deze bekende inrichting is relatief complex in opbouw en gebruik. Bovendien wordt veel gas afgeblazen via het gasafblaasventiel, met name 2 indien de Omgevingste mperatuur van het buffervat relatief hoog is in verhouding tot bijvoorbeeld de gewenste te bereiken temperatuur van de houder. Het buffervat zal gebruikelijk dicht bij de spuitopening zijn opgesteld en een relatief hoge temperatuur hebben, bijvoorbeeld 5 kamertemperatuur. Daarbij wordt zeer frequent gas afgeblazen, bijvoorbeeld elke achtste tot tiende keer nadat gas door de spuitopening is afgegeven, of frequenter, hetgeen geluidsoverlast kan geven en bovendien kan het gas tot overlast leiden of zelis tot gezondheidsproblemen.
De uitvinding beoogt een koelinrichting en werkwijze voor houders 10 te bieden, die een alternatief vormt voor de bekende koelinrichting. Éen ander doel dat met een koelinrichting of werkwijze kan worden beoogd is een vereenvoudiging van de inrichting en/of handelingen. Een ander doel kan zijn een vereenvoudiging en daarmee beperking in kosten. Een verder doel is een veilige koelinrichting te verschaffen. Ook andere doelen of 15 effecten kunnen worden bereikt met een werkwijze of inrichting volgens deze beschrijving.
In deze beschrijving dient onder gas tenminste te worden begrepen een fluïdum dat bij atmosferische druk en kamertemperatuur gasvormig is en bij verhoging van de druk en/of verlaging van de temperatuur vloeibaar 20 kan worden. In deze beschrijving dient onder vloeibaar gas ten minste te worden begrepen gas dat zich bij de relevante heersende druk en temperatuur in vloeibare toestand bevindt. Tenzij anders aangegeven dient in deze beschrijving onder leiding ten minste een voor vloeibaar gas geschikte leiding te worden begrepen. Daar waar in deze beschrijving gas 25 wordt genoemd wordt gas in gasvormige en/of jn vloeibare toestand bedoeld, tenzij anders is aangegeven of uit de context anders volgt, bijvoorbeeld door de heersende druk en/of temperatuur.
In een eerste aspect wordt een koelinrichting gekenmerkt doordat deze is voorzien van een gasbron waarin gas onder druk in vloeibare vorm is 30 opgeslagen, een leiding en een spuitopening. De leiding is opgenomen tussen 3 de spuitopening en de gasbron, voor het onder druk voeren van gas in vloeibare vorm vanuit de gasbron naar de spuitmond. Een koeling is voorzien die zich langs en/of om ten minste een deel van de leiding uitstrekt.
In een tweede aspect wordt een werkwijze gekenmerkt doordat gas 5 in vloeibare vorm via een leiding onder druk wordt aangevoerd naar een spuitopening, voor afgifte van het gas. Het bij voorkeur vloeibare gas in de leiding en/of de leiding zelf wor dt gekoeld met behulp van een koeling.
Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvormen van een tapinrichting en koelcircuit nader worden toegelicht aan de hand 10 van de tekening. Daarin toont:
Fig. 1 schematisch een koelinrichting voor houders zoals glazen;
Hg. 2 schematisch in zijaanzicht een houder op een deel van een koelinrichting;
Fig. 3 schematisch en gedeeltelijk doorgesneden een gedeelte van 15 een koelinrichting.
In deze beschrijving hebben geli jke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. De getoonde uitvoeringsvormen zijn slechts ter illustratie getoond en dienen geenszins als beperkend te worden uitgelegd. Koelinriehtingen en delen daarvan 20 kunnen worden toegepast voor het ten minste gedeeltelijk opheffen van ten minste een of meer van de nadelen van de stand van de techniek dan wel het bereiken van de genoemde of andere voordelen of het bieden van een alternatief. Ook uitvoeringsvormen die niet de nadelen of niet alle nadelen van de stand van de techniek opheffen dan wel niet de voordelen of niet alle 25 voordelen die worden beoogt bereiken kunnen onder de door de conclusies geclaimde uitvinding vallen.
In deze beschrijving dient onder houder ten minste doch mét uitsluitend te worden begrepen een drankhouder waaruit gedronken kan worden, zoals een glas of beker. Onder koeling dient in dezen ten minste te 30 worden begrepen een inrichting of handeling waarmee de temperatuur van 4 een te koelen object, zoals leiding of kouder, kan worden verlaagd, in het bijzonder ten opzichte van de omgeving of ten minste kan worden ingesteld en/of geregeld.
In fig. 1 is schematisch een uitvoeringsvorm van een koelinrichting 5 1 getoond, voorzien van een gasbron 2, een leiding 3 en een spuitopening 4.
De gasbron 2 is in deze uitvoeringsvorm een gasfles 5 die gedeeltelijk doorgesneden is weergegeven. De gasfles 5 is voorzien van een ventiel € en een daarop aansluitende stijgbuis 7 die óch tot nabij de bodem 8 van de gasfles 5 uitstrekt. De druk in de gasfles 5 kan relatief hoog zijn, 10 bijvoorbeeld 50 tot 60 bar wanneer de gasfles 5 net is gevuld. In een andere uitvoeringsvorm kan de gasfles gas onder een druk van meer dan 10 bar bevatten, bij voorkeur meer dan 20 bar, meer in het bijzonder meer dan 30 bar. Het gas in de gasfles 5 is daardoor in hoofdzaak vloeibaar. In een voordelige uitvoeringsvorm is het gas CO2, Het gas zal bij voorkeur zodanig 15 gekozen zijn dat het direct in de atmosfeer kan worden afgegeven often minste een gas dat natuurlijk in de atmosfeer aanwezig is. In het bijzonder in eeu uitvoeringsvorm waarin een gas gekozen is dat niet direct in de atmosfeer kan Worden afgegeven of waar dit niet gewenst wordt kan een afzuiging 9 zijn voorzien, zoals nog nader zal worden toegelicht. Als gasfles 20 5 kan bijvoorbeeld een gasfles 5 zijn van het type 2506 van de firma ACP,
Heuaden-Zolder worden toegepast met een aansluiting bijvoorbeeld volgens DIN477/NBN226. Uiteraard kunnen pok andere typen gasflessen worden toegepast, al dan met met stijgbuis (riser pipe) en/of ventiel. Een gasfles 5 voor gebruik in een inrichting 1 volgens de uitvinding kan bijvoorbeeld eeh 25 inhoud hebben van 10 liter, 25 liter of 50 liter of een andere inhoud.
De leiding 3 is via het ventiel 6 op de gasfles 5 aangesloten. Het ventiel 6 kan een afsluiter zijn waarvan de doorlaat kan worden geregeld of kan bijvoorbeeld slechts twee standen hebben: volledig open of volledig dicht. In een andere uitvoeringsvorm kunnen meerdere standen worden 30 gekozen. Tussen het ventiel 6 en de leiding 3 kan een regelventiel 10 of 5 dergelijke drukregeleenheid zijn voorben, in het bijzonder een vloeibaar gas-vloeibaar gas reductie ventiel, waarmee een gewenste druk kan Worden ingesteld, in beginsel ongeacht de druk in de gasfles 5 en/of in de leiding 3. In de leiding 3 kan bijvoorbeeld druk zijn ingesteld van enkele tientallen 5 bar, bijvoorbeeld ongeveer 20 of 30 bar, Ëen dergelijk regelventiel 10 kan bijvoorbeeld zijn nitgevOerd als type HPR 800, een een-traps regelventiel voor inerte, reactieve, brandbare en oxiderende gassen en gasmengsels met medium tot hoge zuiverheid, bestand tegen een ingangsdruk van 230 Bar. Ook andere typen xeductie-inrichtingen kunnen worden toe gepast. Met de 10 drukregeleenheid kan de druk waarmee het vloeibare gas in de leiding 3 wordt gebracht zodanig worden ingesteld dat deze niet of slechts minimaal fluctueert, Tussen de reductie -inrichting 10 en de leiding 3 kan verder een terugslagklep 11 zijn opgenomen, waarmee kan worden verhinderd dat gas uit de leiding 3 terug in de richting van de gasfles 5 kan terugstromen.
15 Wordt leiding 3 van de gasfles 5 losgekoppeld, ter hoogte van de terugslagklep 11, dan wordt bovendien verhinderd dat gas uit de leiding 3 in de atmosfeer wegstroomt, hetgeen met name bjj gebruik van bijvoorbeeld CO2 gas ongewenst kan zijn, bijvoorbeeld vanwege gezondheid.
Aan het ven de gasfles 5 afgekeerde einde 12 van de leiding 3 is de 20 spuitopening 4 voorzien. Spuitopening 4 dient in deze ten minste doch niet uitsluitend te worden begrepen als een opening waardoorheen gas kan worden afgegeven vanuit de leiding^ waarbij het gas zowel vloeibaar als gasvormig kan worden afgegeven, of als combinatie. Met name kan bij uitstromen van bet gas dit vanuit de vloeibare vorm overgaan in gasvorm, 25 als gevolg van drukverlaging. De spuitopening 4 kan bijvoorbeeld zijn voorzien in een nozzle 13 en kan bijvoorbeeld zijn gevormd door een in hoofdzaak rechte, open doorgang met een doorsnede van bijvoorbeeld enkele tienden van millimeters of minder. De nozzle 13 kan eenvoudig worden gekozen, bijvoorbeeld afhankelijk van de gewenste hoeveelheid gas die per 30 tijdseenheid afgegeven moet worden, de gewenste uitstroomsnelheid, de 6 gewenste uitetroomrichting en/of een gewenst uitstroompatroon. Bijvoorbeeld kan met een nozzle 13 tussen ongeveer 2 en 15 gram CO2 per seconde, in het bijzonder tussen ongeveer 4 en 10 grain COa per seconde worden afgegeven, meer in het bijzonder tussen ongeveer 6 en 7 gram per 5 seconde. De nozzle 13 kan bijvoorbeeld zodanig worden gekozen dat deze in hoofdzaak een straal of sproeibeeld geeft als uitstroompatroon direct bij de uitstroom. Ben voorbeeld van een nozzle geschikt voor deze toepassing is een olie verbrandings nozzle (oil combustion nozzle), bijvoorbeeld Delavan type A, B of W, bijvoorbeeld in de range van 1.00 en 10.00 GPH, met 10 verschillende spray hoeken, te kiezen afhankelijk van onder meer de vorm en/of afmetingen van de houders. Dergelijke nozzles worden bijvoorbeeld geleverd door Delavan Spray Technologies, Bamberg, South Carolina, USA. Als klep kan bijvoorbeeld een direct werkende solenoid klep worden toegepast, bijvoorbeeld zoals verkrijgbaar via M&M International, Bedford, 15 GB.
In de in fig. 1 - 3 getoonde uitvoeringsvormen is de spuitopening 4 opgenomen in een behuizing 14. In de behuizing 14 is tussen het tweede einde 12 van de leiding 3 en de spuitopening 4 en/of nozzle 13 eeu stuurklep 15 opgenomen, waarmee de gasdoorlaat tussen de leiding 3 en de 20 spuitopening 4 kan worden geópend en gesloten. De stuurklep 15 kan zijn aangesloten op een regehnrichtmg 16, waarmee de stuurklep 15 kan worden geopend ea gesloten. Op of bij de behuizing 14 en/of bg of aan de regelinrichting 16 kan een bedieningspaneel 17 zijn voorzien waarmee bijvoorbeeld een stuurgedrag van de stuurklep 15 kan worden 25 gecontroleerd, ingesteld en/of aangepast Van worden. Bovendien kunnen in plaats daarvan of daarbij bedieningsknoppen 18 zijn voorzien waarmee de stuurklep 15 kan worden bediend.
Nabij de spuitopening 4 is een steun 19 voorzien, waarop een rand van een houder 20, hier getoond als een glas, kan worden geplaatst, zodat de 30 houder 20 ondersteboven boven en/of over de spuitopening is geplaatst. In 7 <Je getoonde uitvoeringsvorm kan de spuitopening 4 een uitstroomrichting P hebben die ongeveer evenwijdig ligt aan en in hoofdzaak kan samenvallen met een lengteas L van de houder 20 wanneer deze op de steun 19 is geplaatst. Pit kan voordelig zijn vanwege symmetrie.
5 In de in fig. 2 getoonde uitvoeringsvorm is bij de spuitopening 4 een afzuiging 9 voorzien· De afzuiging 9 is hierbij uitgevoerd, als voorbeeld, in de vorm van een zich ten minste in bovenaanzicht gedeeltelijk rond de spuitopening uitstrekkende ring 22 die ten minste een aanzüigvlak 23 bepaalt dat in zijaanzicht onder de spuitopening 4 ligt. Een afvoerleiding 10 Zoals een pijp 24 is op de afzuiging aangesloten, waarmee afgezogen gas
weggevoerd kan worden naar de atmosfeer, bij voorkeur buiten de ruimte B Waarin de inrichting 1 is opgestelcL
Gasdetectiemiddelen 25 kunnen zijn aangesloten op de regelinrichting 16, waarmee bijvoorbeeld de drukregelinrichting 10, de 15 terugslagklep 11, de stuurklep 15 en/ofhet ventiel 6 kunnen worden gesloten wanneer bijvoorbeeld de gasconcentratie in de omgeving van de inrichting 1 boven een grenswaarde oploopt. Daarmee kan gevaar worden verhinderd. Ook kunnen een of meer van de genoemde kleppen en inrichtingen 6,10,11,15 door de regelinrichting 16 worden gesloten 20 wanneer de druk in de leiding 3 onder een minimum grenswaarde daalt dan wel boven een maximum grenswaarde stijgt.
In de in fig. 1 en 2 getoonde uitvoeringsvorm is de steun 19 zodanig uitgevoerd dat daarmee de stuur klep 15 kan worden bediend. Daartoe is de steun 19 bijvoorbeeld gekoppeld aan een as 27 waarmee een schakelaar 28 25 kan worden bediend, waarmee via de regelinrichting 16 de stuurklep 15 wordt geactiveerd on bijvoorbeeld geopend zolang de steun 19 door de houder 20 omlaag wordt gedrukt of gedurende een in de regelinrichting 16 ingevoerde tijdsduur, bijvoorbeeld doch niet beperkt tot enkele seconden. Zo kan bijvoorbeeld voor een gemiddelde grootte bierglas, bijvoorbeeld ongeveer 30 250 tot 350 ml, de stuurklep tussen ongeveer 5 seconden en 12 seconden, 8 meer in het bijzonder bijvoorbeeld ongeveer 7 seconden worden geopend, zodat gedurende die tijd bijvoorbeeld tussen ongeveer 15 en 75 gram CO2 wordt uitgespoten, meer in bet bijzonder tussen ongeveer 20 en 75 gram, bijvoorbeeld tussen ongeveer 20 en 40 gram CQ2, méér in bet bijzonder 5 tussen ongeveer 30 en 35 gram of bijvoorbeeld tussen 30 en 75 gram, meer in bet bijzonder tussen 45 en 75 gram, zoals 60 gram, voor relatief grote of zware glazen. De periode tussen een maal openen van de stuurklep 15 en daarna sluiten daarvan kan worden aangeduid als een koelcyclus. Deze kan met een inrichting volgens de uitvinding bij voorkeur worden ingesteld, 10 bijvoorbeeld de duur daarvan, bijvoorbeeld tussen 0 en 60 seconden, en afhankelijk van bijvoorbeeld de te koelen houder, de gewenste temperatuur van de houder en/of de omgevingstemperatuur. Zo kan met een inrichting volgens de uitvinding bijvoorbeeld een glas worden gekoeld tot een gemiddelde temperatuur van minder dan 4‘C of tot een temperatuur onder 15 Q’C, waardoor ijsvorming op het glas kan ontstaan. Bij voorbeeld kan de temperatuur geregeld worden tussen 5 en -4°C. Dat kan bijvoorbeeld in een tijdsduur van een cyclus van minder dan 10 sec. De genoemde temperaturen en tijdsduren zijn uiteraard slechts ter illustratie genoemd en dienen geenszins beperkend te worden uitgelegd. De stuurklep 15 kan ook gestuurd 20 Worden op basis van de hoeveelheid gas die in een koelcyclus door de spuitopening wordt afgegeven.
In de in hg. 3 getoonde uitvoeringsvorm zijn detectiemiddelen 26 aangebracht nabij de spuitopening 4, waarmee de aanwezigheid van een houder 20 nabij de spuitopening 4 kan worden vastgesteld. Op basis van een 25 signaal van de detectiemiddelen 26 kan dan de regebnrichting 16 worden aangestuurd voor het openen van de stuurklep 15 en starten van een koelcyclus. Dat kan bijvoorbeeld op een wijze worden uitgevoerd en aangestuurd als hierboven beschreven aan de hand van fig. 2. Alternatief kan de cyclus duren zolang een houder 20 wordt gedetecteerd nabij de 30 spuitopening 4.
9
In een uitvoeringsvorm kunnen indicatiemiddelen 29 zijn voorzien op de behuizing, waarmee bijvoorbeeld kan worden aangegeven dat een cyclus loopt, dat de inrichting 1 is ingeschakeld en/of welke temperatuur is ingesteld en/of is bereikt. Verder kunnen verlichtingsmiddelen V zijn 5 voorzien, bijvoorbeeld rond de spuitopening 4, waarmee een houder kan worden verlicht tijdens het koelen.
In een inrichting 1 volgens de uitvinding is een koeling 30 voorzien, waarmee ten minste een deel van de leiding 3 kan worden gekoeld· Met de koeling 30 kan de leiding 3 en het gas daarin worden gekoeld, waartoe de 10 koeling 3 0 zich ten minste langs en/of om ten minste een deel van de leiding uitstrekt. De koeling 30 omvat in de getoonde uitvoeringsvorm een mantel 31 die zich rond het grootste deel van de lengte van de leiding 3 uitstrekt. Tussen een deel van de mantel 31 en de buitenzijde van de leiding 3 is een kanaal 32 voorzien dat ie aangesloten op een koeler 33. De koeler 33 kan 15 een in-line koeler zijn. Daarmee kan een koelmiddel door het kanaal 32 worden gepompt, bijvoorbeeld glycol, een glycol mengsel of water of een ander geschikt koelmiddel, waarmee de leiding 3 kan worden gekoeld. Indirect wordt daarmee ook het gas gekoeld. Daarmee wordt het vormen van gasbellen in de leiding 3 grotendeels verhinderd, waardoor onthichting 20 van de leiding 3 tijdens gebruik niet of ten minste slechts zeer sporadisch noodzakelijk is. Een ontluchtingsinrichting en/of een buffervat zijn daarmee niet noodzakelijk. In het bijzonder kan worden verhinderd dat gasbellen Worden gevormd die de werking van de koelinrichtmg 1 nadelig beïnvloeden, 25 In een inrichting 1 volgens de uitvinding kan de gasbron 2 relatief ver van de spuitopening 4 worden opgesteld, bijvoorbeeld enkele meters, zonder dat gasbelvorming een probleem zal worden.
Met een inrichting 1 volgens de uitvinding kan als volgt een houder 20 worden gekoeld.
10
Het ventiel 6 wordt geopend, bijvoorbeeld geheel, en met de drukregelinrichting 11 wordt een gewenste druk in de leiding 3 ingesteld, bijvoorbeeld boven 30 bar. De druk van het vloeibare ges in de leiding is hoog tot aan de gesloten stuurklep 15. Met de regelinnchting 16 kan een 5 optimale koelcyclus worden ingesteld, bijvoorbeeld afhankelijk van de te koelen houder 20 en de gewenste koeltemperatuur, bijvoorbeeld 0°C. Wordt een houder 20 op de steun 19 gedrukt dan wordt een koelcyclus gestart en spuit gas uit de spuitopeningin de binnenruimte 20A van de houder, tegen de wanden daarvan. Verdampend gas ontrekt warmte aan de lucht in de 10 houder 20 en aan de wand 20B daarvan, waardoor koeling optreedt. Het gas zoals CO2, dat zwaarder is dan lucht, zal omlaag zakken en door de afzuigïng worden weggezogen. Na een gewenste koeltijd en/of een gewenste hoeveelheid gas die in de houder 20 is gevoerd wordt de stuurklep 15 gesloten en de koeling gestopt.
15 Met de koeling 30 wordt bijvoorbeeld een temperatuur van de leiding 3 ingesteld die lager ligt dan de temperatuur van de gasbron 3, in het bijzonder de gasfles 5 of het daarin aanwezige gas. In het bijzonder kan bijvoorbeeld een temperatuur van de leiding of het gas daarin worden ingesteld onder 10°Ό, meer in het bijzonder onder 5°C, nog meer in het 20 bijzonder onder 0°C. Verrassenderwijs is gebleken dat daarmee gasbel vorming in het gas aanmerkelijk kan worden beperkt of zelfs verhinderd, met name bij de lagere temperatuur, ook wanneer de inrichting en/of de gasfles 5 bijvoorbeeld bij kamertemperatuur zijn opgesteld.
In de getoonde uitvoeringsvormen is binnen de mantel 31 voorts 25 een drankleiding 34 voorzien, die eveneens door de koelvloeistof in het kanaal 32 wordt gekoeld. De drankleiding 34 kan zich bijvoorbeeld tussen een fust of andere container 37 uitstrekken tot bij of in een tapzuil 38. De mantel 31 met leiding 3, kanaal 32, drankleiding 34 en eventueel een terugvoerkanaal 35 voor de koelvloeistof kunnen zijn opgenomen in of zijn 11 uitgevoerd een leiding 36, bijvoorbeeld als een python leiding die gebruikelijk wordt toegepast in bijvoorbeeld biertapmrichtingen.
De uitvinding ie geenszins beperkt tot de in de beschrijving en tekening getoonde en beschreven inrichtingen én werkwijzen. Alternatieve 5 uitvoeringsvormen die binnen dé conclusies vallen worden geacht in deze beschrijving te zijn meegenomen, waaronder ten minste combinaties van delen van de getoonde uitvoenngsvormen en alternatieven daarvoor. Andere temperatuur bereiken en koeleden kunnen worden ingesteld en/of toegepast. Meerdere leidingen en/of drahkleidingen kunnen worden 10 gecombineerd in één inrichting 1, terwijl bovendien meerdere spuitopeningen 4 op een leiding en/of in een behuizing kunnen zijn voorzien. Andere gassen dan CO2 kunnen wprden toegepast.

Claims (16)

1. Kbeliniichting voor houders zoals glazen, voorzien van een gasbron Waarin gas onder druk is opgeslagen, een leiding en een spuitopening, waarbij de leiding is opgenomen tussen de spuitopening en de gasbron, voor het onder druk voeren van gas vanuit de gasbron naar de spuitmond, 5 waarbij een koeling is voorzien dié zich langs en/of om ten minste een deel van de leiding uitstrekt.
2. Koelinrichting volgens conclusie 1, waarbij de koeling een mantel omvat die zich om een deel van de leiding uitstrekt.
3. Koelinrichting volgens conclusie 2, waarbij zich door de mantel 10 tevens een drankleiding uitstrekt, waarbij de mantel bij voorkeur deel uitmaakt van een python leiding, bij voorkeur aangesloten op of aansluitbaar op een in-line koeler.
4. Koelinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tussen de spuitopening en de leiding een stuurbare klep is opgenomen, 15 waarbij de spuitopening bij voorkeur een nozzle is.
5. Koelinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een regelinrichting is voorzien voor het sturen van de hoeveelheid gas die per tijdseenheid uit de spuitopening Wordt gevoerd en/of de tijdsduur dat per koelcyclus gas uit de spuitopening wordt gevoerd.
6. Koelinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het gas CO2 gas of CO2 houdend gas is, waarbij de koeling zodanig is ingericht dat de temperatuur van de leiding en/of daarin aanwezig gas onder 10°C kan worden gehouden, meer in het bijzonder onder 5°C, nog meer in het bijzonder onder 0eC, bij voorkeur tussen 5 en -4¾.
7. Koelinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij nabij de spuitopening een afzuiging is voorzien. IB
8. Koelinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de inrichting verder is voorzien van gasdetectienuddelen voor detecteren van een gas niveau buiten de gasbron boven een grenswaarde*
9. Koelinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 5 inrichting, in het bijzonder de leiding, is ingericht voor het naar de spuitopening voeren van vloeibaar gas.
10. Koelinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij nabij en bij voorkeur rond ten minste een deel van de spuitopening een steun is voorzien voor een te koelen houder.
11. Koelinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij detectiemiddelen zijn voorzien nabij de spuitopening, voor detectie van een houder.
12. Koelinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij in de leiding en/of tussen de leiding en de gasbron een vloeibaar gas-vloeibaar gas 15 drukregeleenheid is voorzien.
13. Koelinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een gasafroerinrichtmg is voorzien.
14. Werkwijze voor het koelen van houders zoals glazen, waarbij gas in vloeibare vorm via een leiding onder druk wordt aangeveerd naar een 20 spuitopening, voor afgifte van het gas, waarbij het gas in de leiding en/of de leiding wordt gekoeld met behulp van een koeling.
15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij het gas in de leiding en/of de leiding wordt gekoeld tot een temperatuur onder 10°C, meer in het bijzonder onder 5°G, nog meer in het bijzonder onder 0°C, bij voorkeur 25 tussen 5 en -4°C.
16. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij als gas CO2 gas wordt gebruikt.
NL2001601A 2008-05-21 2008-05-21 Koelinrichting en werkwijze voor koeling van houders. NL2001601C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001601A NL2001601C2 (nl) 2008-05-21 2008-05-21 Koelinrichting en werkwijze voor koeling van houders.
US12/993,942 US20110100029A1 (en) 2008-05-21 2009-05-20 Cooling apparatus and method for cooling holders
EP09750806A EP2315992A1 (en) 2008-05-21 2009-05-20 Cooling apparatus and method for cooling holders
PCT/NL2009/050269 WO2009142486A1 (en) 2008-05-21 2009-05-20 Cooling apparatus and method for cooling holders

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001601 2008-05-21
NL2001601A NL2001601C2 (nl) 2008-05-21 2008-05-21 Koelinrichting en werkwijze voor koeling van houders.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001601C2 true NL2001601C2 (nl) 2009-11-24

Family

ID=40193569

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001601A NL2001601C2 (nl) 2008-05-21 2008-05-21 Koelinrichting en werkwijze voor koeling van houders.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US20110100029A1 (nl)
EP (1) EP2315992A1 (nl)
NL (1) NL2001601C2 (nl)
WO (1) WO2009142486A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BR112023001666A2 (pt) * 2020-07-30 2023-02-23 Michael Reussner Dispositivo para resfriamento ou congelamento de vidros
WO2022170378A1 (de) * 2021-02-12 2022-08-18 Reussner Michael Gerät zum kühlen oder frosten von gläsern

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3000195A (en) * 1959-06-05 1961-09-19 Reuben S Tice Drinking glass froster
US3462967A (en) * 1968-01-26 1969-08-26 Ralph D Prasnikar Glass chiller with illuminating means
WO2003099703A2 (en) * 2002-05-25 2003-12-04 Coors European Properties Gmbh Supplying draught beverages

Family Cites Families (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2587075A (en) * 1947-07-11 1952-02-26 Reuben S Tice Cocktail glass cooler and method
US2749715A (en) * 1955-06-23 1956-06-12 Reuben S Tice Drinking glass chiller
US3602008A (en) * 1969-11-28 1971-08-31 Zar W Kelley Drinking glass froster
US3668888A (en) * 1970-03-10 1972-06-13 Frost A Glass Corp Device for frosting drinking glasses
US4237697A (en) * 1978-03-22 1980-12-09 Georges Cherbland Apparatus for icing or freezing or frosting containers or hollow bodies, more particularly drinking-glasses
US4520953A (en) * 1983-02-07 1985-06-04 Draft Systems, Inc. Safety apparatus for high pressure systems
US4979647A (en) * 1984-06-18 1990-12-25 The Cornelius Company Method and apparatus for cooling and dispensing beverage
US4958503A (en) * 1989-08-30 1990-09-25 Thompson Mark S Gas detector and method for refrigeration systems
US5072095A (en) * 1990-11-29 1991-12-10 Mr. Coffee, Inc. Vessel warmer utilizing timer reset means responsive to removal of vessel
US5349993A (en) * 1992-10-13 1994-09-27 Polster, Lieder, Woodruff & Lucchesi, Lc. Beverage dispensing apparatus and retrofitting kit
US5351500A (en) * 1993-12-03 1994-10-04 Texas Medical Center Central Heating And Cooling Cooperative Association Refrigerant leak detector system
US7478583B2 (en) * 1999-05-14 2009-01-20 Coors Emea Properties, Inc. Beverage
US6360556B1 (en) * 1999-11-10 2002-03-26 Shurflo Pump Manufacturing Company, Inc. Apparatus and method for controlling fluid delivery temperature in a dispensing apparatus
GB9927062D0 (en) * 1999-11-16 2000-01-12 Imi Cornelius Uk Ltd Beverage dispense system
GB2358238B (en) * 2000-01-17 2004-02-25 Chilled Concepts Ltd Apparatus for chilling a drinking vessel
KR100381667B1 (ko) * 2000-04-29 2003-05-01 박태업 센서에 의해 공기조화장치 전원이 자동 제어되는 아답타
WO2003027587A1 (fr) * 2001-09-19 2003-04-03 Kabushiki Kaisha Toshiba Refrigerateur-congelateur, controleur pour refrigerateur-congelateur, et procede de determination de fuite de refrigerant
EP1475588A4 (en) * 2002-01-15 2008-04-09 Toshiba Kk COOLING DEVICE WITH WARNING DEVICE FOR WARNING OF COOLANT LEAKAGE
JP2003269369A (ja) * 2002-03-13 2003-09-25 Boc Edwards Technologies Ltd 真空ポンプ
US7373784B2 (en) * 2005-01-21 2008-05-20 Lancer Partnership Ltd. Methods and apparatus for beer dispensing systems
US8240155B2 (en) * 2006-08-18 2012-08-14 Kevin Dale Method of presenting beer

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3000195A (en) * 1959-06-05 1961-09-19 Reuben S Tice Drinking glass froster
US3462967A (en) * 1968-01-26 1969-08-26 Ralph D Prasnikar Glass chiller with illuminating means
WO2003099703A2 (en) * 2002-05-25 2003-12-04 Coors European Properties Gmbh Supplying draught beverages

Also Published As

Publication number Publication date
US20110100029A1 (en) 2011-05-05
EP2315992A1 (en) 2011-05-04
WO2009142486A1 (en) 2009-11-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2008258130B2 (en) Liquid dispensing system and apparatus
RU2707461C2 (ru) Устройство для разлива напитков, содержащее охладительное приспособление
US7861892B1 (en) Portable draft bar
US20170305731A1 (en) Pressurized temperature-controlled liquid infusing device
EP1140692A1 (en) Container for storing and dispensing beverage, in particular beer
NL2001601C2 (nl) Koelinrichting en werkwijze voor koeling van houders.
US6779685B2 (en) Pressure controlled method for dispensing a carbonated beverage
EP2915776B1 (en) Beverage infusing and dispensing device
KR20160140755A (ko) 음료 공급 장치
BE1018940A3 (nl) Inrichting voor het tappen van drank uit een herbruikbaar vaatje en herbruikbaar vaatje voorzien van deze inrichting.
EP1885643A1 (en) Multiple chilled alcoholic beverages dispenser system
KR100955844B1 (ko) 맥주공급 어셈블리 및 맥주 공급장치
KR200484847Y1 (ko) 액체 용기용 디스펜서
CN111867967A (zh) 反压力饮料分配器和使用方法
US4848418A (en) Microgravity dispenser
US8636179B2 (en) Apparatus for dispensing a metered quantity of carbonated beverage
JP4204732B2 (ja) 加圧気体供給方法と装置
AU2021240295A1 (en) A beverage dispenser
US20150230641A1 (en) Cold shot serving apparatus
KR200271860Y1 (ko) 주류 분배 용기
JP2022053957A (ja) 液体供給システム、及び液体損失低減方法
KR100454432B1 (ko) 주류 분배 용기
AU2002322172A1 (en) Liquid dispensing system and apparatus
JP2001240190A (ja) 炭酸飲料用樽容器の口金に取り付ける注出装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up