NL2001569C2 - Werkwijze voor de vervaardiging van minstens één onderdeel. - Google Patents

Werkwijze voor de vervaardiging van minstens één onderdeel. Download PDF

Info

Publication number
NL2001569C2
NL2001569C2 NL2001569A NL2001569A NL2001569C2 NL 2001569 C2 NL2001569 C2 NL 2001569C2 NL 2001569 A NL2001569 A NL 2001569A NL 2001569 A NL2001569 A NL 2001569A NL 2001569 C2 NL2001569 C2 NL 2001569C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
molding tool
injection
mold
segment
mold cavity
Prior art date
Application number
NL2001569A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2001569A1 (nl
Inventor
Gerhard Weiermeier
Original Assignee
Haidlmair Holding Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Haidlmair Holding Gmbh filed Critical Haidlmair Holding Gmbh
Publication of NL2001569A1 publication Critical patent/NL2001569A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2001569C2 publication Critical patent/NL2001569C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/16Making multilayered or multicoloured articles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/17Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
    • B29C45/26Moulds
    • B29C45/27Sprue channels ; Runner channels or runner nozzles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/17Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
    • B29C45/26Moulds
    • B29C45/33Moulds having transversely, e.g. radially, movable mould parts
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29LINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASS B29C, RELATING TO PARTICULAR ARTICLES
    • B29L2031/00Other particular articles
    • B29L2031/46Knobs or handles, push-buttons, grips
    • B29L2031/463Grips, handles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29LINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASS B29C, RELATING TO PARTICULAR ARTICLES
    • B29L2031/00Other particular articles
    • B29L2031/712Containers; Packaging elements or accessories, Packages
    • B29L2031/7134Crates, e.g. for bottles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)
  • Injection Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)

Description

Werkwijze voor de vervaardiging van minstens één onderdeel
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor de vervaardiging van minstens één onderdeel zoals een greep, een wanddeel of een bodemdeel van een in het bijzonder kratvormige houder zoals een flessenkrat, waarbij eerst in een 5 spuitgietwerktuig een basislichaam van de houder als spuit-gietonderdeel uit één stuk uit een materiaal wordt vervaardigd en daarbij een eerste segment van het onderdeel wordt gevormd, vervolgens het basislichaam met zijn eerste segment uit het eerste spuitgietwerktuig wordt uitgenomen en ten min-10 ste het eerste segment van de houder in een apart tweede spuitgietwerktuig wordt geplaatst, daarna het tweede spuitgietwerktuig wordt gesloten en een tweede materiaal voor de vorming van een tweede segment van het onderdeel in een vorm-holte van het tweede spuitgietwerktuig wordt gespoten en 15 daarbij minstens plaatselijk met het eerste materiaal van het eerste segment wordt verbonden, daarna het tweede spuitgietwerktuig wordt geopend en de houder uit het tweede spuitgietwerktuig wordt uitgenomen.
Een werkwijze alsmede een installatie voor het vor-20 men van een gedeelte van een kratvormige houder, zoals een flessenkrat, is bekend geworden uit EP 1 396 329 BI. Daarbij wordt de houder met zijn eerste gedeelte uit een eerste materiaal in een eerste spuitgietwerktuig vervaardigd en vervolgens daaruit genomen. Daarna wordt het eerste gedeelte van de 25 houder tussen twee ten opzichte van elkaar verstelbare schuiven van een tweede spuitgietwerktuig aangebracht, de schuiven naar elkaar toe bewogen en daarbij een vormholte tussen de schuiven en de aanwezige geometrie van het eerste gedeelte gevormd. In deze vormholte wordt een tweede materiaal bij op 30 hetzelfde moment plaatselijk smelten van het eerste gedeelte ingespoten en aldus het tweede gedeelte op de houder gevormd. Na het uitharden van het tweede materiaal worden de beide schuiven van het tweede spuitgietwerktuig geopend en de houder uitgenomen.
35 DE 40 22 884 Al beschrijft een flessenkrat uit kunststof met minstens een handgreepdeel voor het transport daarvan. Daarbij bestaat het handgreepdeel uit een kernele- - 2 - ment en minstens een buitenelement, waarbij dit ten minste de onderzijde van het kernelement omsluit. Het kernelement vertoont daarbij een andere hardheid in vergelijking met het buitenelement en wordt bij voorkeur tezamen met het basisli-5 chaam van de flessenkrat als spuitgietonderdeel uit één stuk vervaardigd. Vervolgens wordt het buitenelement met behulp van tweecomponentenspuitgieten aangebracht. Het buitenelement kan evenwel worden vervaardigd door opspuiten en op hetzelfde moment opschuimen. Onafhankelijk van de manier waarop het 10 buitenelement op het kernelement wordt aangebracht vertoond de handgreep in het gebied van het buitenelement een breedte die groter is dan die van het kernelement.
Een andere transporthouder uit kunststof is bekend geworden uit DE 199 36 229 Al. Daarbij wordt in het gebied 15 van een draaghandgreep een apart vervaardigd onderdeel als handgreep toegepast. Een soortgelijke oplossing beschrijft ook DE 201 05 567 UI. Deze manier van het vormen van een handgreep heeft het nadeel dat het apart vervaardigde onderdeel voor de vorming van de draaghandgreep reeds voor de ver-20 vaardiging van het basislichaam van de transporthouder in de vorm moet worden geplaatst. Dit betekent meer manipulatie-werkzaamheden, waarbij ook nog het tevoren vervaardigde onderdeel voor de uitvoering van het spuitgieten overeenkomstig moet worden gefixeerd en vastgehouden, om ervoor te zorgen 25 dat bij de gerede geproduceerde transporthouder deze op de juiste plaats is opgesteld en ook nog voldoet aan de optische eisen en de eisen met betrekking tot de sterkte.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel om een werkwijze alsmede een spuitgietwerktuig voor de vervaardiging 30 van ten minste één onderdeel van een kratvormige houder te verschaffen, waarbij deze eenvoudig is uit te voeren en deze economisch kan worden vervaardigd.
Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door het kenmerk dat de vormholte van het tweede spuitgietwerktuig na 35 het sluiten daarvan door minstens een eerste stationair vormdeel alsmede ten minste één ten opzichte van het stationaire vormdeel relatief verstelbaar, als schuif uitgevoerd, tweede vormdeel en een begrenzingsoppervlak van het eerste segment wordt gevormd.
- 3 -
Het verrassende voordeel dat ontstaat door de kenmerken van conclusie 1 is gelegen in het feit dat voor de vorming van de vormholte een eerste stationair vormdeel aanwezig is dat relatief ten opzichte van een grondplaat van het 5 spuitgietwerktuig stationair is uitgevoerd. De vormholte wordt daarbij door samenwerken met ten minste één verder daartoe relatief verstelbaar, als schuif uitgevoerd, tweede vormdeel gevormd of omgrensd, waarbij aldus uitsluitend overeenkomstige verstelmechanismen behoeven aanwezig te zijn voor 10 het ten opzichte daarvan relatief verstelbare vormdeel. Daardoor wordt de algehele constructie van het spuitgietwerktuig wezenlijk vereenvoudigd terwijl niettemin een uitstekende vervaardiging van een onderdeel van de kratvormige houder wordt gewaarborgd. Daardoor worden niet alleen kosten bij de 15 vervaardiging van het spuitgietwerktuig bespaard, maar ook worden de tijdens het gebruik te bewegen onderdelen geminimaliseerd. Daardoor wordt ook het aantal van de aanwezige onderdelen betrekkelijk klein gehouden, waardoor een hoge standtijd wordt bereikt.
20 Verder is een werkwijze volgens de in conclusie 2 aangegeven kenmerken voordelig, aangezien daardoor de toevoer en de verdeling van het tweede materiaal wezenlijk wordt vereenvoudigd en verder geen relatieve bewegingen ten opzichte van het totale spuitgietwerktuig behoeven te worden uitge-25 voerd. Zodoende kan met starre leidingsverbindingen worden volstaan en wordt bovendien ook nog de totale constructie van het spuitgietwerktuig, in het bijzonder van de vormdelen, vereenvoudigd.
Een andere voordelige werkwijze is beschreven in 30 conclusie 3, aangezien daardoor ook gecompliceerd uitgevoerde ruimtelijke vormen van het te vervaardigen tweede segment uit de vorm kunnen worden genomen zonder dat daarbij het voordeel dat in verband staat met het stationaire vormdeel verloren gaat.
35 Voordelig is ook een werkwijzevariant volgens con clusie 4, aangezien daardoor rechte geleidingsopstellingen kunnen worden toegepast die eenvoudig en tegen geringe kosten kunnen worden vervaardigd en die bedrijfszeker zijn.
Van voordeel is evenwel ook een werkwijzevariant 40 volgens conclusie 5, aangezien daardoor willekeurige ruimte- - 4 - vormen alsmede ondersnijdingen eenvoudig kunnen worden vormgegeven .
Verder is een werkwijze volgens het in conclusie 6 aangegeven kenmerk van voordeel, aangezien daardoor met een 5 minimaal aantal vormdelen voor de vorming van de vormholte kan worden volstaan en niettemin gekromde ruimtevormen alsmede ondersnijdingen uit de vorm kunnen worden gelost.
Tot slot is een werkwijze volgens de in conclusie 7 aangegeven kenmerken voordelig, aangezien daardoor binnen de 10 kortste tijd de lossingsbeweging van het als schuif uitgevoerde vormdeel kan worden uitgevoerd en daardoor zodoende de cyclustijden kunnen worden geminimaliseerd.
Een verdere voordelige werkwijze is beschreven in conclusie 8, aangezien daardoor vanwege de elasticiteit van 15 de te vervaardigen houder voor het plaatsen en het uitnemen daarvan uit het spuitgietwerktuig de afstand tussen de naar het stationaire vormdeel gekeerde wanden en het stationaire vormdeel zelf wordt verschaft of gevormd en aldus ook na het produceren van het tweede segment een afstand tussen het 20 vormdeel en het vervaardigde werkstuk wordt bereikt. Daardoor kan de gehele houder eenvoudig uit het spuitgietwerktuig worden verwijderd.
Voordelig is ook een werkwijzevariant volgens conclusie 9, aangezien daardoor juist bij te vervaardigen dun-25 wandige tweede segmenten een te snelle afkoeling wordt voorkomen, waardoor in totaliteit een betere vorming bereikbaar is. Verder kan daardoor evenwel ook nog het vasthechten of een via materiaal verkregen verbinding tussen de te vervaardigen kunststof onderdelen worden verbeterd of bereikt.
30 Van voordeel is evenwel ook een werkwijzevariant volgens conclusie 10, aangezien daardoor een door materiaal verkregen verbinding tussen het basislichaam en het, het tweede segment vormende, materiaal kan worden bereikt. Daardoor kan bijvoorbeeld worden afgezien van een vormsluitende 35 verbinding en niettemin een goede aanhechting worden bereikt.
De uitvinding betreft evenwel ook een spuitgietwerktuig voor de vervaardiging van minstens één onderdeel zoals een handgreep, een wanddeel of een bodemdeel van een, in het bijzonder kratvormige, houder zoals een flessenkrat, met 40 meerdere vormdelen, waarbij de vormdelen in de gesloten toe- - 5 - stand een vormscheidingsvlak vormen en tezamen met een be-grenzingsoppervlak van een eerste segment van het onderdeel van de te vervaardigen houder een vormholte omgrenzen.
Het doel van de uitvinding wordt daarbij bereikt 5 door het kenmerk, dat ten minste een eerste vormdeel van het spuitgietwerktuig stationaire ten opzichte van ten minste één daartoe relatief verstelbaar, als schuif uitgevoerd, tweede vormdeel is uitgevoerd. De voordelen die volgen uit de combinatie van kenmerken van het kenmerkende deel van de conclusie 10 zijn gelegen in het feit dat voor het vormen van de vormholte een eerste stationair vormdeel aanwezig is dat relatief ten opzichte van een grondplaat van het spuitgietwerktuig stationair is uitgevoerd. De vormholte wordt daarbij door samenwerking met ten minste één verder ten opzichte daarvan relatief 15 verstelbaar, als schuif uitgevoerd, tweede vormdeel gevormd of omgrensd, waarbij aldus overeenkomstige verstelmechanismen uitsluitend aanwezig behoeven te zijn voor het relatief ten opzichte daarvan verstelbare vormdeel. Daardoor wordt de algehele constructie van het spuitgietwerktuig wezenlijk ver-20 eenvoudigd en niettemin kan een uitstekende vervaardiging van een onderdeel van de kratvormige houder worden gewaarborgd. Daardoor worden niet alleen kosten bij de vervaardiging van het spuitgietwerktuig bespaard, maar wordt ook het aantal van de tijdens bedrijf te bewegen onderdelen geminimaliseerd.
25 Daardoor wordt ook het aantal aanwezige onderdelen relatief klein gehouden waardoor een hoge standtijd wordt bereikt.
Voordelig is ook een verdere uitvoeringsvorm volgens conclusie 12, aangezien daardoor de toevoer en de verdeling van het tweede materiaal wezenlijk worden vereenvoudigd en 30 verder geen relatieve bewegingen ten opzichte van het totale spuitgietwerktuig behoeven te worden uitgevoerd. Daardoor wordt ook nog de totale constructie van het spuitgietwerktuig, in het bijzonder van de vormdelen, vereenvoudigd.
Ook is een uitvoering mogelijk volgens conclusie 13, 35 aangezien daardoor niet alleen de totale lengteafmeting van de vormholte maar ook zonodig een overgrijping over de wand-delen van het te vervaardigen basislichaam door het stationaire vormdeel wordt bereikt en daardoor een ononderbroken of doorgaande uitvoering van de vormholte in het gebied van het 40 eerste vormdeel wordt verkregen. Daardoor kan de constructie - 6 - van het spuitgietwerktuig in het gebied van de vormdelen wezenlijk worden vereenvoudigd aangezien hier geen extra verstel- of aandrijfmechanismen aanwezig behoeven te zijn.
Een verdere voordelige uitvoeringsvorm is beschreven 5 in conclusie 14, aangezien daardoor ook gecompliceerd uitgevoerde ruimtelijke vormen van het te vervaardigen tweede segment werktuigtechnisch eenvoudig kunnen worden gelost, zonder dat daarbij het voordeel dat ontstaat in verbinding met het stationaire vormdeel verloren gaat.
10 Voordelig is ook een verdere uitvoeringsvorm volgens conclusie 15, aangezien daardoor rechte geleidingsopstellin-gen kunnen worden toegepast die eenvoudig en economisch kunnen worden vervaardigd en bedrijfszeker zijn.
Van voordeel is evenwel ook een uitvoeringsvariant 15 volgens conclusie 16, aangezien daardoor willekeurige ruimtelijke vormen alsmede ondersnijdingen eenvoudig uit de vorm kunnen worden gelost.
Tot slot is een uitvoering volgens de in conclusie 17 aangegeven kenmerken voordelig, aangezien daardoor met een 20 minimaal aantal vormdelen voor de vorming van de vormholte kan worden volstaan en niettemin gekromde ruimtelijke vormen alsmede ondersnijdingen kunnen worden vervaardigd en eenvoudig uit de vorm kunnen worden gelost.
De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de in 25 de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden nader toegelicht .
Getoond worden:
Fig. 1 een gedeelte van een spuitgietwerktuig bij daarin geplaatst basislichaam en gesloten vormdelen, in zij-30 aanzicht doorgesneden volgens de lijn I-I in fig. 2 en in vereenvoudigde schematische voorstelling;
Fig. 2 het gedeelte van het spuitgietwerktuig van fig. 1 in aanzicht en met verwijderd verstelbaar vormdeel, in vereenvoudigde schematische voorstelling; 35 Fig. 3 een verdere mogelijke uitvoering van een spuitgietwerktuig met daarin geplaatst basislichaam en gesloten vormdelen, in zijaanzicht doorgesneden en in vereenvoudigde schematische voorstelling.
Om te beginnen dient te worden begrepen dat in de 40 verschillende beschreven uitvoeringsvormen dezelfde onderde- - 7 - len met dezelfde verwijzingsnummers of dezelfde onderdeelaan-duidingen zijn voorzien, waarbij de in de totale beschrijving aanwezige openbaringen op dezelfde onderdelen met dezelfde verwijzingsnummers of dezelfde onderdeelaanduidingen kunnen 5 worden overgedragen. Ook zijn de in de beschrijving gekozen positieaanduidingen zoals bijvoorbeeld boven, onder, aan een zijde, betrokken op de direct beschreven alsmede weergegeven figuur en moeten bij een verandering van de positie overeenkomstig worden overgedragen op de nieuwe positie. Verder kun-10 nen ook afzonderlijke kenmerken of combinaties van kenmerken uit de getoonde en beschreven verschillende uitvoeringsvoor-beelden op zich zelfstandige oplossingen voorstellen die een uitvinding bevatten of volgens de uitvinding zijn.
De uitvoeringsvoorbeelden tonen mogelijke uitvoe-15 ringsvarianten voor de vorming van het spuitgietwerktuig met zijn vormdelen, waarbij op deze plaats wordt opgemerkt dat de uitvinding niet is beperkt tot de specifiek weergegeven uitvoer ingsvarianten daarvan maar eerder ook diverse combinaties van de afzonderlijke uitvoeringsvarianten met elkaar mogelijk 20 zijn en deze variatiemogelijkheid vanwege het leerstuk met betrekking tot het technisch handelen door concrete uitvinding binnen het kunnen ligt van de vakman op het betreffende gebied van de techniek. Mede omvat in de bescherming zijn dus ook alle denkbare uitvoeringsvarianten die door combinaties 25 van afzonderlijke details van de weergegeven en beschreven uitvoeringsvarianten mogelijk zijn.
Zoals inleidend reeds werd beschreven zijn tot op heden verschillende werkwijzen, installaties alsmede inrichtingen voor de vervaardiging van een in het bijzonder krat-30 vormige houder 1 bekend geworden. Deze houder 1 kan bestaan uit een flessenkrat zoals deze algemeen bekend is. Om de manipuleerbaarheid en/of het transport en/of de opslag daarvan te verbeteren, moet bij deze houder 1 ten minste één onderdeel anders, in het bijzonder uit een ander materiaal als het 35 basislichaam 3 van de houder 1, worden uitgevoerd. Het basislichaam 3 van de houder 1 is daarbij bij voorkeur als spuit-gietonderdeel uit één stuk uit een eerste materiaal vervaardigd.
Het onderdeel 2 kan bijvoorbeeld een handgreep, een 40 wanddeel of een bodemdeel van de houder 1 voorstellen. Dit - 8 - onderdeel 2 wordt bij voorkeur uit een tweede, ten opzichte van het eerste materiaal verschillend, materiaal vervaardigd. Het is daardoor mogelijk om bijvoorbeeld de draageigenschap-pen door een zachter uitgevoerd tweede materiaal te verbete-5 ren. Dit kan betrekking hebben op niet alleen de gripeigen-schappen bij het dragen van de gehele houder 1, maar kan ook betrekking hebben op de onderlinge ondersteuning bij meerdere op elkaar geplaatste houders 1.
Zo kan het onderdeel 2, of zo kunnen de onderdelen 10 2, als tevoren vervaardigd onderdeel in het spuitgietwerktuig voor de vervaardiging van de kratvormige houder worden aangebracht en aldaar worden gepositioneerd en aldus de eenheid van de totale houder worden verschaft. Een verdere mogelijkheid is om eerst het basislichaam 3 van de houder 1 in een 15 spuitgietwerktuig te vormen en in hetzelfde spuitgietwerktuig daarna met een tweecomponentenspuitgiethandeling het onderdeel 2 te vormen. Dit heeft het nadeel dat een grotere machi-netechnische complexiteit nodig is voor de vorming van de spuitgietvorm.
20 Bij het hier getoonde onderhavige uitvoeringsvoor- beeld wordt eerst het basislichaam 3 in een hier niet nader voorgesteld eerste spuitgietwerktuig als spuitgietonderdeel uit één stuk uit een eerste materiaal vervaardigd en daarbij het eerste segment 4 gevormd. Vervolgens wordt het basisli-25 chaam 3 met zijn eerste segment 4 uit het eerste spuitgietwerktuig gelost en althans het eerste segment 4 van de houder 1 in een tweede, hier vereenvoudigd weergegeven, spuitgietwerktuig 5 geplaatst. De uitvoering van het tweede spuitgietwerktuig 5 is daarbij het onderwerp van de onderhavige aan-30 vrage.
Een deel van het spuitgietwerktuig 5 alsmede een gedeelte van het basislichaam 3 van de houder 1 is daarbij in de fig. 1 en 2 voorgesteld. Na het beschreven overzetten van de houder 1 naar het tweede spuitgietwerktuig 5 wordt dit ge-35 sloten en wordt een tweede materiaal voor de vorming van een tweede segment 6 van het onderdeel 2 in de vormholte 7 van het tweede spuitgietwerktuig 5 gespoten. Daarbij vindt minstens plaatselijk een verbinding plaats ofwel het aanvormen aan het eerste materiaal van het eerste segment 4. Daarna 40 wordt het tweede spuitgietwerktuig 5 geopend en de houder 1 - 9 - uit het tweede spuitgietwerktuig 5 verwijderd.
Bij het hier getoonde uitvoeringsvoorbeeld is de vormholte 7 van het tweede spuitgietwerktuig 5 na het sluiten daarvan door minstens één eerste stationair vormdeel 8 en ten 5 minste één ten opzichte daarvan relatief verstelbaar tweede vormdeel 9 en een begrenzingsoppervlak 10 van het eerste segment 4 gevormd of omgrensd. Zo is bij voorkeur het tweede vormdeel 9 als schuif 11 uitgevoerd om de openings- of sluit-beweging van het spuitgietwerktuig 5 te kunnen uitvoeren.
10 Daardoor wordt niet alleen de vormholte 7 voor het aanbrengen van het tweede materiaal begrensd, maar ook de mogelijkheid gegeven om na het openen van het tweede spuitgietwerktuig 5 de gerede, vervaardigde houder 1 te kunnen verwijderen. Door het stationaire vormdeel 8 wordt de constructie vereenvoudigd 15 en worden de totale verstelbewegingen geminimaliseerd.
Het hier weergegeven eerste vormdeel 8 kan bijvoorbeeld zijn opgesteld op een grondplaat 12 van het spuitgietwerktuig 5 en daarop stationair zijn bevestigd. Verder is nog vereenvoudigd weergegeven dat in het eerste vormdeel 8 van 20 het tweede spuitgietwerktuig 5 ten minste één toevoerkanaal 13 is gevormd waardoorheen het tweede materiaal in de vormholte 7 van het tweede spuitgietwerktuig 5 kan worden ingespoten of kan worden aangebracht. Van het tonen van de verdere toevoerleidingen, uitgaande van een niet nader getoonde 25 extruder, wordt hier overzichtelijkheidshalve afgezien, deze kunnen vrij in overeenstemming met de bekende stand van de techniek worden gekozen. Ook is het mogelijk om meerdere stationaire vormdelen 8, alsmede ten opzichte daarvan relatief verstelbare tweede vormdelen 9 verdeeld over de betreffende 30 plaatsen van het basislichaam 3 te verschaffen om het tweede spuitgietwerktuig 5 te vormen. Een overeenkomstige opstelling moet afhankelijk van de opstelling van de onderdelen 2 op de kratvormige houder 1 worden gekozen.
Zoals verder is te zien uit de voorstelling van fig. 35 1 vormen de beide met elkaar samenwerkende vormdelen 8, 9 in de gesloten toestand een vormscheidingsvlak 14 dat bij het hier getoonde uitvoeringsvoorbeeld in het gebied van een binnenste wand 15 van de houder 1 is opgesteld. Het is daardoor mogelijk om het basislichaam 3 voor de vorming van de houder 40 1 bij geopende vormdelen 8, 9 te plaatsen en met het verstel- -10- de vormdeel 9 de eerder beschreven vormholte 7 te vormen. De verschuifbaarheid van het verdere vormdeel 9 is op vereenvoudigde wijze door een dubbele pijl getoond, waarbij wordt afgezien van de gedetailleerde beschrijving van verstelmecha-5 nismen. Deze kunnen vrij uit de bekende stand van de techniek worden gekozen. Bij het hier getoonde uitvoeringsvoorbeeld is een verstelvlak 19 voor het als schuif 11 uitgevoerde vormdeel 9 horizontaal verlopend uitgericht. Dit is evenwel afhankelijk van het spuitgietwerktuig 5 alsmede van het te vor-10 men tweede segment 6 van de houder 1 en van de openingsin-richting van het verstelbare vormdeel 9.
Het stationaire vormdeel 8 strekt zich bij het in fig. 2 voorgestelde uitvoeringsvoorbeeld uit in de richting van het vormscheidingsvlak 14, ten minste over een lengte 16 15 van een schematisch vereenvoudigd weergegeven greepopening 17 in het gebied van een van de wanden van de houder 1. Door het feit dat bij het hier getoonde uitvoeringsvoorbeeld de houder 1 omgekeerd, dus met zijn bodem naar boven, in het tweede spuitgietwerktuig 5 voor de vorming van het tweede segment 6 20 van het onderdeel 2 is geplaatst of aangebracht, is het te vormen onderdeel 2 nabij de grondplaat 12 opgesteld. Afhankelijk van de geometrie van het te vormen onderdeel 2 strekt het stationaire vormdeel 8 zich hier ook nog over een zekere afstand uit langs de binnenwand 15 van het basislichaam 3, 25 zodat in de gesloten toestand van de beide vormdelen 8, 9 het naar buiten treden van het tweede materiaal voor de vorming van het tweede segment in het gebied van de binnenwand 15 wordt verhinderd. Voordelig is daarbij wanneer het eerste vormdeel 8 voor de vorming van de vormholte 7 zich ten minste 30 over de gehele lengteafmeting daarvan uitstrekt in het vormscheidingsvlak 14. Hetzelfde geldt ook voor het verstelbare tweede vormdeel 9. Door het sluiten van de vormholte 7 door het verdere verstelbare vormdeel 9 wordt ten minste een gedeelte van het basislichaam 3 tussen de beide vormdelen 8, 9 35 ingespannen en tezamen met het eerste segment 4 de vormholte 7 gevormd. Na het sluiten van de vormholte 7 wordt via het eerder beschreven toevoerkanaal 13 het tweede materiaal toegevoerd.
Om een betere hechting te bereiken ofwel een betere 40 verbinding, in het bijzonder een door materiaal verkregen -liverbinding tussen het tweede materiaal voor de vorming van het tweede segment en het eerste materiaal voor de vorming van het basislichaam 3, is het voordelig wanneer voor het toevoeren van het tweede materiaal minstens één oppervlakte-5 gedeelte van het eerste segment 4 althans plaatselijk op een temperatuur tussen 50°C en 150°C wordt verwarmd. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren doordat het gedeelte van het eerste segment 4 met behulp van warmtestraling, infraroodstraling, een microgolf of een op temperatuur gebracht medium, in het bij-10 zonder lucht, wordt behandeld. Dit kan doorgaan tot aan het aan het oppervlak plaatselijk smelten van het materiaal. Bovendien is onafhankelijk daarvan het evenwel ook nog mogelijk dat, voorafgaand aan het toevoeren van het tweede materiaal, op ten minste één oppervlaktegedeelte van het eerste segment 15 4 een laag wordt aangebracht. Deze kan bijvoorbeeld bestaan uit een hechtingsverbeteraar, een primer, een kleefmiddel of iets dergelijks. Daardoor kan wederom het vasthechten of de verbinding tussen het eerste en tweede materiaal worden verbeterd .
20 Om een eenvoudige plaatsing van het basislichaam 3 in het tweede spuitgietwerktuig 5 te bereiken kan tussen het eerste stationaire vormdeel 8 en het eerste segment 4 van het basislichaam 3 een minimale spleet 18 aanwezig zijn, zoals dit is getoond door het, op afstand van de binnenwand van het 25 basislichaam 3 geplaatste en met puntstreeplijnen in fig. 2 aangegeven, stationaire vormdeel 8. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren doordat een zijwand van het basislichaam 3 op een minimale afstand vanaf het eerste stationaire vormdeel 8 bij de geplaatste positie van het basislichaam 3 wordt opgesteld.
30 In deze positie is het tweede verschuifbare vormdeel 9 nog op afstand gelegen van het stationaire vormdeel 8. Bij het daarna sluiten van de vormholte 7 wordt bijvoorbeeld het wanddeel van het basislichaam 3 met zijn binnenwand 15 door het als schuif 11 uitgevoerde vormdeel 9 in de richting van 35 het stationaire vaste vormdeel 8 minimaal vervormd en daartegen tot aanligging gebracht. Daardoor is weer de vormholte 7 door de beide vormdelen 8, 9 alsmede door het eerste segment 4 van het basislichaam 3 begrensd. In deze gesloten positie van de vormholte 7 kan het tweede materiaal voor de vorming 40 van het tweede segment 6 in de vormholte 7 worden ingevoerd.
- 12 -
Na het vormen van het tweede segment 6 en van de verbinding met het basislichaam 3 wordt het verstelbare vormdeel 9 vanaf het vormscheidingsvlak 14 in overeenstemming met de dubbele pijl in het verstelvlak 19 ofwel parallel daaraan 5 wegbewogen en aldus het gevormde onderdeel 2 op de houder 1 voor de verwijdering uit het tweede spuitgietwerktuig 5 vrijgegeven. Door de eerder beschreven minimale vervormingen verplaatst het wanddeel van het basislichaam 3 zich tot op een zekere afstand vanaf het stationaire vormdeel 8 ten gevolge 10 van de elastische vervorming, waardoor een probleemloze verwijdering van de nu gerede houder 1 uit het tweede spuitgietwerktuig 5 op eenvoudige wijze mogelijk is.
Verder is in fig. 1 nog vereenvoudigd weergegeven dat het als schuif 11 uitgevoerde verstelbare vormdeel 9 voor 15 het openen of sluiten van de vormholte 7 bij het begin van de openingsbeweging of bij het einde van de sluitbeweging een ten opzichte van het verstelvlak 19 onder een hoek gerichte extra verstelbeweging, of in een verstelrichting in overeenstemming met de extra aangebrachte dubbele pijl, verstelbaar 20 is geleid. Deze extra onder een hoek ten opzichte van het verstelvlak 19 gerichte verstelbeweging dient om het lossen vanuit ondersnijdingen mogelijk te maken, hetgeen door een uitsluitend in parallelle richting ten opzichte van het verstelvlak 19 lopende verstelbeweging niet mogelijk zou zijn.
25 Deze onder een hoek gerichte extra verstelbeweging ten opzichte van het verstelvlak 19 kan ieder willekeurig verloop bezitten. Zo zouden bijvoorbeeld een zuiver verticale bewegingsrichting ten opzichte van het verstelvlak 19 of een boogvormige omklap- of zwenkbeweging mogelijk zijn.
30 De beide verstelbewegingen van het als schuif 11 uitgevoerde vormdeel 9 worden bij voorkeur op hetzelfde moment uitgevoerd. Bij het openen van de vormholte 7 vindt eerst bijvoorbeeld een optilling plaats van het vormdeel 9 ten opzichte van het verstelvlak 19 in de onder een hoek ten 35 opzichte van het verstelvlak 19 gerichte verstelrichting en op hetzelfde moment of direct daarna een openingsbeweging in een richting parallel aan het verstelvlak 19. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door een gecombineerde omklap- en schuif-beweging. De omklapbeweging kan daarbij door een zwenkbewe-40 ging rondom een zwenkpunt of door een beweging langs een cou- - 13 - lisse plaatsvinden.
In fig. 3 is een mogelijke en eventueel op zich onafhankelijke uitvoering van het spuitgietwerktuig 5 getoond, waarbij wederom voor dezelfde onderdelen dezelfde verwij-5 zingsnummers of onderdeelaanduidingen als in de voorafgaande fig. 1 en 2 zijn gebruikt. Om onnodige herhalingen te vermijden wordt verwezen naar de gedetailleerde beschrijving bij de voorafgaande fig. 1 en 2.
Bij het hier getoonde uitvoeringsvoorbeeld omvat het 10 spuitgietwerktuig 5 ten minste één verder, als schuif 20 uitgevoerd, derde vormdeel 21 dat ten opzichte van het eerste, hier stationaire, vormdeel 8 relatief verstelbaar wordt geleid. Dit verdere, als schuif 20 uitgevoerde, derde vormdeel 21 is in het gebied van het eerste vormdeel 8 opgesteld en in 15 parallelle richting ten opzichte van het verstelvlak 19 in overeenstemming met de getoonde dubbele pijl verstelbaar geleid. Het vormscheidingsvlak 14, tussen de beide hier verstelbaar uitgevoerde vormdelen 9, 21, is ongeveer in het midden van de houderwand van het basislichaam 3 opgesteld of 20 uitgericht. De verstelbeweging van het hier als schuif 11, 20 uitgevoerde vormdeel 9, 21 gebeurt bij voorkeur in ten opzichte van elkaar tegengestelde bewegingsrichtingen, waarbij overeenkomstige geleidingen of geleidingsopstellingen op bekende wijze moeten worden aangebracht. Daardoor wordt ook de 25 vorming van, ten opzichte van het verstelvlak 19, convex gekromde ruimtelijke vormgevingen alsmede ondersnijdingen mogelijk. Deze moeten evenwel slechts dan worden aangebracht wanneer het lossen van het te vervaardigen segment 6 dat nodig maakt. Anders wordt, zoals reeds is beschreven bij de eerdere 30 fig. 1 en 2, volstaan met het stationaire vormdeel 8 en het ten opzichte daarvan relatief verplaatsbare als schuif 11 uitgevoerde tweede vormdeel 9.
Bovendien is het nog mogelijk dat ten minste een van de als schuif 11, 20 uitgevoerde vormdelen 9, 21 een onder 35 een hoek ten opzichte van het verstelvlak 19 gerichte extra verstelbeweging kan uitvoeren, zoals dit eerder voor fig. 1 werd beschreven.
Er zij nog op gewezen dat het ook nog mogelijk is om het eerste stationaire vormdeel 8 te combineren met meerdere 40 ten opzichte daarvan verstelbare, als schuif 11, 20 uitge- - 14 - voerde, vormdelen 9, 21, waarbij dit afhankelijk van het te vervaardigen of te vormen tweede segment 6 gebeurt.
Voor de goede orde wordt er tot slot op gewezen dat voor een beter begrip van de constructie van het spuitgiet-5 werktuig, dit en zijn onderdelen gedeeltelijk niet op schaal en/of vergroot en/of verkleind zijn weergegeven.
Het doel dat de basis vormt van de verschillende oplossingen volgens de uitvinding kan worden ontnomen aan de beschrijving.
10 Vooral kunnen de afzonderlijk in de fig. 1, 2; 3 ge toonde uitvoeringen van het onderwerp van de uitvinding oplossingen vormen van zelfstandige uitvindingen. De betreffende doelen en oplossingen van de uitvinding kunnen worden ontnomen aan de detailbeschrijvingen van deze figuren.
15 - 15 -
Li]St van verwijzingsnummers 1. Houder 2. Onderdeel 5 3. Basislichaam 4. Segment 5. Spuitgietwerktuig 6. Segment 10 7. Vormholte 8. Vormdeel 9. Vormdeel 10. Begrenzingsoppervlak 15 11. Schuif 12. Grondplaat 13. Toevoer kanaal 14. Vormscheidingsvlak 15. Binnenwand 20 16. Lengte 17. Greepopening 18. Spleet 19. Verstelvlak 25 20. Schuif 21. Vormdeel

Claims (16)

1. Werkwijze voor de vervaardiging van minstens één onderdeel (2) zoals een handgreep, een wanddeel of een bodem-deel van een in het bijzonder kratvormige houder (1) zoals een flessenkrat, waarbij eerst in een spuitgietwerktuig een 5 basislichaam (3) van de houder (1) als spuitgietonderdeel uit één stuk uit een materiaal wordt vervaardigd en daarbij een eerste segment (4) van het onderdeel wordt gevormd, vervolgens het basislichaam (3) met zijn eerste segment (4) uit het eerste spuitgietwerktuig (5) wordt uitgenomen en ten minste 10 het eerste segment (4) van de houder (1) in een apart tweede spuitgietwerktuig (5) wordt geplaatst, daarna het tweede spuitgietwerktuig (5) wordt gesloten en een tweede materiaal voor de vorming van een tweede segment (6) van het onderdeel (2) in een vormholte (7) van het tweede spuitgietwerktuig (5) 15 wordt gespoten en daarbij minstens plaatselijk met het eerste materiaal van het eerste segment (4) wordt verbonden, daarna het tweede spuitgietwerktuig (5) wordt geopend en de houder (1) uit het tweede spuitgietwerktuig (5) wordt uitgenomen, met het kenmerk, dat de vormholte (7) van het tweede spuit-20 gietwerktuig (5) na het sluiten daarvan door minstens een eerste stationair vormdeel (8) alsmede ten minste één ten opzichte van het stationaire vormdeel (8) relatief verstelbaar, als schuif (11) uitgevoerd, tweede vormdeel (9) en een be-grenzingsoppervlak (10) van het eerste segment (4) wordt ge-25 vormd, waarbij het eerste stationaire vormdeel (8) voor de vorming van de vormholte (7) zich over ten minste de totale lengteafmeting daarvan in het vormscheidingsvlak (14) uitstrekt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, 30 dat in het eerste vormdeel (8) van het tweede spuitgietwerktuig (5) ten minste één toevoerkanaal (13) is aangebracht waardoorheen het tweede materiaal in de vormholte (7) van het tweede spuitgietwerktuig (5) wordt ingespoten.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het ken-35 merk, dat de vormholte (7) van het tweede spuitgietwerktuig (5) door minstens één verder als schuif (20) uitgevoerd derde vormdeel (21» wordt gevormd en dit met betrekking tot het 200156* - 17 - eerste stationaire vormdeel (8) relatief verstelbaar is.
4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor het openen of sluiten van de vorm-holte (7) de verstelbeweging van het verstelbare, als schuif 5 (11, 20) uitgevoerde, vormdeel (9, 21) ten opzichte van een verstelvlak (19) in parallelle richting ten opzichte daarvan wordt uitgevoerd.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verstelbeweging van de als schuif 10 (11, 20) uitgevoerde vormdelen (9, 21) in ten opzichte van elkaar tegengestelde bewegingsrichtingen wordt uitgevoerd.
6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor het openen of sluiten van de vorm-holte (7) bij het begin van de openingsbeweging of bij het 15 einde van de sluitbeweging door de als schuif (11, 20) uitgevoerde vormdelen (9, 21) een, ten opzichte van het verstelvlak (19) onder een hoek gerichte, extra verstelbeweging wordt uitgevoerd.
7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, 20 met het kenmerk, dat de beide verstelbewegingen van het als schuif (11, 20) uitgevoerde vormdeel (9, 21) op hetzelfde moment worden uitgevoerd.
8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat bij het plaatsen van het basislichaam 25 (3) in het tweede spuitgietwerktuig (5), tussen het eerste stationaire vormdeel (8) en het eerste segment (4) van het basislichaam (3), een spleet wordt gevormd en dat bij het daarna sluiten van de vormholte (7), het eerste segment (4) van het basislichaam door het tweede verstelbare vormdeel (9) 30 tegen het stationaire eerste vormdeel (8) wordt aangelegd.
9. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voorafgaand aan het inbrengen van het tweede materiaal in de vormholte (7) ten minste één opper-vlaktegedeelte van het eerste segment (4) ten minste plaatse- 35 lijk wordt verwarmd tot een temperatuur tussen 50°C en 150°C.
10. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voorafgaand aan het inbrengen van het tweede materiaal op ten minste één oppervlakgedeelte van het eerste segment (4) een laag zoals een hechtingsverbeteraar, 40 een primer, een kleefmiddel wordt aangebracht. - 18 -
11. Spuitgietwerktuig (5) voor de vervaardiging van ten minste één onderdeel (2) zoals een handgreep, een wand-deel of een bodemdeel van een, in het bijzonder kratvormige, houder (1) zoals een flessenkrat, met meerdere vormdelen (8, 5 9), waarbij de vormdelen (8, 9) in de gesloten toestand een vormscheidingsvlak (14) vormen en tezamen met een begren-zingsoppervlak (10) van een eerste segment (4) van het onderdeel (2) van de te vervaardigen houder (1) een vormholte (7) omgrenzen, met het kenmerk, dat ten minste een eerste vorm- 10 deel (8) van het spuitgietwerktuig (5) stationaire ten opzichte van ten minste één daartoe relatief verstelbaar, als schuif (11) uitgevoerd, tweede vormdeel (9) is uitgevoerd, waarbij het eerste stationaire vormdeel (8) voor de vorming van de vormholte (7) zich over ten minste de totale lengte- 15 afmeting daarvan in het vormscheidingsvlak (14) uitstrekt.
12. Spuitgietwerktuig (5) volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat in een stationaire vormdeel (8) ten minste één toevoerkanaal (13) voor het materiaal voor de vorming van een tweede segment (6) van het onderdeel (2) is opgesteld en 20 dat het toevoerkanaal (13) uitmondt in de vormholte (7).
13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de vormholte (7) van het tweede spuitgietwerktuig (5) door ten minste één verder, als schuif (20) uitgevoerd, derde vormdeel (21) is gevormd dat ten opzichte van 25 het eerste stationaire vormdeel (8) relatief verstelbaar is geleid.
14. Werkwijze volgens een der conclusies 11 tot 13, met het kenmerk, dat het als schuif (11, 20) uitgevoerde vormdeel (9, 21) voor het openen of sluiten van de vormholte 30 (7) ten opzichte van een verstelvlak (19) in parallelle rich ting verstelbaar is geleid.
15. Werkwijze volgens een der conclusies 11 tot 14, met het kenmerk, dat de als schuif (11, 20) uitgevoerde vormdelen (9, 21) in ten opzichte van elkaar tegengestelde bewe- 35 gingsrichtingen verstelbaar worden geleid.
16. Werkwijze volgens een der conclusies 11 tot 15, met het kenmerk, dat de als schuif (11, 20) uitgevoerde vormdelen (9, 21) bij het begin van de openingsbeweging of bij het einde van de sluitbeweging voor het openen of sluiten van 40 de vormholte (7) in een ten opzichte van het verstelvlak (19) - 19 - onder een hoek gerichte verstelrichting verstelbaar wordt geleid. 2001569
NL2001569A 2007-05-10 2008-05-08 Werkwijze voor de vervaardiging van minstens één onderdeel. NL2001569C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
AT2932007 2007-05-10
AT29307 2007-05-10

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2001569A1 NL2001569A1 (nl) 2008-11-11
NL2001569C2 true NL2001569C2 (nl) 2010-02-02

Family

ID=39829648

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001569A NL2001569C2 (nl) 2007-05-10 2008-05-08 Werkwijze voor de vervaardiging van minstens één onderdeel.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE102008023041A1 (nl)
NL (1) NL2001569C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH0724845A (ja) * 1993-07-07 1995-01-27 Tenshiyou Denki Kogyo Kk スライド金型構造
DE20218154U1 (de) * 2002-08-27 2003-03-27 Schoeller Wavin Sys Serv Gmbh Zweikomponenten Kunststoffbehälter
EP1396329A1 (de) * 2002-09-09 2004-03-10 THEYSOHN Formenbau GmbH Verfahren und Anlage zum Ausbilden eines Abschnitts eines kastenförmigen Behältnisses sowie kastenförmiges Behältnis
DE10353751A1 (de) * 2003-11-17 2005-06-30 Theysohn Formenbau Gmbh Verfahren zum Ausbilden eines Behälterabschnittes

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4022884A1 (de) 1990-07-18 1992-01-23 Schoeller Plast Ag Flaschenkasten aus kunststoff
DE19936229A1 (de) 1999-08-05 2001-02-08 Wilhelm Goetz Transportbehälter aus Kunststoff
DE20105567U1 (de) 2001-03-29 2001-06-13 Beck Brauerei Getränkekasten

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH0724845A (ja) * 1993-07-07 1995-01-27 Tenshiyou Denki Kogyo Kk スライド金型構造
DE20218154U1 (de) * 2002-08-27 2003-03-27 Schoeller Wavin Sys Serv Gmbh Zweikomponenten Kunststoffbehälter
EP1396329A1 (de) * 2002-09-09 2004-03-10 THEYSOHN Formenbau GmbH Verfahren und Anlage zum Ausbilden eines Abschnitts eines kastenförmigen Behältnisses sowie kastenförmiges Behältnis
DE10353751A1 (de) * 2003-11-17 2005-06-30 Theysohn Formenbau Gmbh Verfahren zum Ausbilden eines Behälterabschnittes

Also Published As

Publication number Publication date
DE102008023041A1 (de) 2008-11-13
NL2001569A1 (nl) 2008-11-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP5004808B2 (ja) 高生産効率で低システム価格の射出成形システム
US10093048B2 (en) Molding system and method of manufacturing molded article
CN101171116B (zh) 塑料注塑模具
US10464242B2 (en) Convey device, molded article manufacturing apparatus, and method of manufacturing molded article
CN104162955A (zh) 成型品制造装置、成型品的制造方法及成型品
MXPA03007200A (es) Procedimiento para fabricacion de piezas compuestas mediante colada por inyeccion de varios componentes.
US11766816B2 (en) Molded article manufacturing method, molded article, and molded article manufacturing apparatus
US20110293775A1 (en) Transfer System For A Plastic Injection Device
HK1146477A1 (en) Device for producing blowmolded container products from plastic material
CA2869447C (en) Injection molded container made of plastic
CN103568194A (zh) 包括运输工具的注射成型装置
JP2008516800A (ja) プラスチック製品の製造装置および製造方法
NL2001569C2 (nl) Werkwijze voor de vervaardiging van minstens één onderdeel.
JP7049753B2 (ja) コンポーネントまたはプロファイルを製造するための方法および装置
RU2007128764A (ru) Форма и способ для формования пластмассовых изделий
TW201929977A (zh) 壓鑄裝置
CN104162953B (zh) 成型品制造装置及成型品的制造方法
RS20050402A (en) Device for injection moulding of plastic moulded parts
JP2006297863A (ja) 縦型射出成形機
JP2013252533A (ja) 金属射出成形機の金型装置
JP4815283B2 (ja) 成形・成膜システム
JP2003245957A (ja) 射出成形金型
CN112752642B (zh) 容器输送单元
JP6368736B2 (ja) 成形装置、成形方法、成形システム
JP4214121B2 (ja) 樹脂成形機

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20141201