NL2001093C2 - Bestratingsmachine. - Google Patents

Bestratingsmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL2001093C2
NL2001093C2 NL2001093A NL2001093A NL2001093C2 NL 2001093 C2 NL2001093 C2 NL 2001093C2 NL 2001093 A NL2001093 A NL 2001093A NL 2001093 A NL2001093 A NL 2001093A NL 2001093 C2 NL2001093 C2 NL 2001093C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
storage container
elements
paving elements
laying surface
frame
Prior art date
Application number
NL2001093A
Other languages
English (en)
Inventor
Arend Luyten
Original Assignee
Crh Kleiwaren Beheer B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Crh Kleiwaren Beheer B V filed Critical Crh Kleiwaren Beheer B V
Priority to NL2001093A priority Critical patent/NL2001093C2/nl
Priority to EP20080171324 priority patent/EP2071081B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2001093C2 publication Critical patent/NL2001093C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C19/00Machines, tools or auxiliary devices for preparing or distributing paving materials, for working the placed materials, or for forming, consolidating, or finishing the paving
    • E01C19/52Apparatus for laying individual preformed surfacing elements, e.g. kerbstones
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C19/00Machines, tools or auxiliary devices for preparing or distributing paving materials, for working the placed materials, or for forming, consolidating, or finishing the paving

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Road Paving Machines (AREA)

Description

Bestratinqsmachine
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het maken van een elementenbestrating en op een werk-5 wijze voor het maken van een elementenbestrating. Daarbij worden bestratingselementen gebruikt, afkomstig van een gestapelde of lukraak georiënteerde voorraad bestratingselementen, zoals straatklinkers van beton of van klei en tegels.
10 Een dergelijke inrichting is bekend voor het uit.
een voorraad afkomstige straatklinkers op een legvlak maken van een keperverband en het vervolgens van het legvlak oppakken van dat verband en het in een werk leggen van dat verband, aansluitend op eerder gelegde verbanden.
15 Voorbeelden van dergelijke inrichtingen zijn te vinden in de Nederlandse octrooiaanvragen 84.01469, 86.00820, 86.02633 en 93.01484 en de Europese octrooi aanvragen 0.256.169, 0.164.146 en 0.640.721.
Recente, eenvoudig werkende inrichtingen zijn 20 beschreven in Nederlands octrooi 1026269 en Europese octrooiaanvrage 1.600.556. Met de daarin getoonde inrichting worden de klinkers uit een voorraad genomen, op een opzij van de voorraadhouder gelegen langstransporteur geplaatst en dan in dwarsrichting omgezet en op een hoofdtransporteur 2 gezet om in de dan verkregen dwars-oriëntatie naar het legvlak gevoerd te worden. Door aankomst tegen een eindmal of een eerder geplaatste reeks stenen worden de stenen in de voor het keperverband gewenste schuine oriëntatie omge-5 zet, tijdens opname in het verband.
Hoewel deze bekende inrichting bewezen heeft goed te functioneren bestaat er behoefte aan verdere vereenvoudiging van de inrichting en de werkwijze, gezien de vaak beperkte ruimte die bij een werk aanwezig is.
10 Voorts bestaat er behoefte aan een inrichting en werkwijze van de in de aanhef genoemde soort, waarmee meerdere soorten en afmetingen bestratingselementen verwerkt kunnen worden.
Voorts bestaat er behoefte aan een inrichting en 15 werkwijze van de in de aanhef genoemde soort waarmee verschillende soorten verbanden bestratingselementen kunnen worden gevormd.
Er bestaat verder een behoefte aan een inrichting en werkwijze van de in de aanhef genoemde soort, die een-20 voudig bedienbaar/uitvoerbaar is.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Een doel van de uitvinding is om althans in één 25 van deze behoeften te voorzien.
Vanuit één aspect voorziet de uitvinding in een inrichting voor het maken van een verband van bestratings-elementen, omvattend een gestel met een voorraadhouder voor de bestratingselementen, een legvlak voor ondersteuning van 30 het verband en middelen voor transport van de bestratingselementen in een hoofdrichting van de inrichting van de voorraadhouder naar het legvlak, waarbij de voorraadhouder een afgiftezijde heeft alwaar de bestratingselementen afgegeven kunnen worden aan de transportmiddelen, met het 35 kenmerk, dat de voorraadhouder boven de transportmiddelen is geplaatst en de afgiftezijde van de voorraadhouder gelegen is aan een zijde daarvan die van het legvlak afge- 3 keerd is.
De inrichting volgens de uitvinding kan compact zijn in horizontale (proces)richting, daar de bestratings-elementen onderlangs de voorraadhouder worden getranspor-5 teerd naar het legvlak. De verticale ruimte boven de transportmiddelen wordt daarbij benut voor de voorraad. Voorts kan bij het op de transportmiddelen brengen van de bestra-tingselementen gebruik gemaakt worden van de potentiële energie, waardoor in geval van het met de hand plaatsen van 10 de bestratingselementen op of bij de transportmiddelen de belasting voor de werkman gering is. Opgemerkt wordt dat in EP 0.256.169 een omvangrijke opstelling wordt getoond welke zich onder meer onderscheidt doordat daarin de afgiftezijde van de voorraadhouder gelegen is aan een zijde daarvan die 15 gekeerd is naar het legvlak.
De inrichting kan ook in verticale zin compact worden gehouden indien tussen de voorraadhouder en de transportmiddelen een doorvoerruimte voor de bestratingselementen is vrijgelaten, welke een kleinste hoogte heeft 20 die hooguit een aantal malen de hoogte van de behandelde bestratingselementen bedraagt. Bij voorkeur bedraagt die kleinste hoogte 1,5 a twee maal de hoogte van de behandelde bestratingselementen. Hierdoor wordt de veiligheid bevorderd.
25 In een aanvullende of alternatieve uitvoering is tussen de voorraadhouder en de transportmiddelen een in hoogte instelbare doorvoerruimte voor de bestratingselementen vrijgelaten, zodat telkens de voor de betreffende bestratingselementen optimale hoogte gerealiseerd kan 30 worden.
Het béhandelen van de bestratingselementen in de overgang van de voorraad naar de transportmiddelen wordt bevorderd indien de transportmiddelen zich in een richting tegengesteld aan de hoofdrichting voorbij de afgiftezijde 35 van de voorraadhouder uitstrekken. De werkman heeft dan ruimte voor het neerwaarts begeleiden van de stenen en dergelijke en kan de stenen met overzicht op of bij: de 4 transportmiddelen plaatsen.
In een uitvoering, zie de algemene omschrijving van conclusie 6, is aan het bovenstroomse eind van de transportmiddelen een opstelvlak voorzien voor een of meer 5 van de voorraadhouder afkomstige bestratingselementen. Het opstelvlak kan een steun bieden aan een of meerdere dwars op de hoofdrichting staande reeksen bestratingselementen. In één uitvoering daarvan is het opstelvlak voor afgifte van die reeks of reeksen aan de transportmiddelen ver-10 plaatsbaar, in het bijzonder wegtrekbaar. Aldus kan een werkman met overzicht en op beheerste wijze de bestratings-elementen ordenen. In een andere uitvoering daarvan zijn schuivers voorzien, die de op het opstelvlak geplaatste stenen van het opstelvlak af op de transportmiddelen duwen. 15 In een uitvoering, zie de algemene omschrijving van conclusie 9, is bij de afgiftezijde van de voorraadhouder en het begin van de transportmiddelen althans aan één zijde een zijaanslag voor een uit de voorraadhouder afkomstige, dwars op de hoofdrichting staande 20 reeks bestratingselementen aanwezig, bij voorkeur aan weerszijden, en bij voorkeur in dwarsrichting instelbaar. Hiermee kan de werkman de precies gewenste positie van de van de voorraadhouder afkomstige bestratingselementen realiseren, afgestemd op het verdere proces, in het bijzon-25 der de verbandvorming op het legvlak.
In een compacte uitvoering laat de voorraadhouder, in de hoofdrichting, het legvlak vrij, zodat het legvlak goed bereikbaar blijft voor apparatuur voor het naar/in het werk plaatsen van het geformeerde verband.
30 De inrichting kan, zie de algemene omschrijving van conclusie 12, op op zich bekende wijze zijn voorzien van een eindaanslag voor het verband in vorming op het legvlak. In een uitvoering is de eindaanslag in dwarsrichting geprofileerd en is het profiel in die richting 35 instelbaar, zodat afstemming op de afmetingen van de bestratingselementen mogelijk is, in het bijzonder bij het formeren van een keperverband.
5
Bij voorkeur is ook de positie van de eindaanslag instelbaar in de hoofdrichting, zodat het meetkundige zwaartepunt van het geformeerde verband ingesteld kan worden, in het bijzonder op de gebruikte oppakapparatuur.
5 De inzetbaarheid van de inrichting wordt vergroot indien de eindaanslag vervangbaar is door een eindaanslag met andere vorm en/of andere afmetingen, zodat steeds afstemming kan plaatsvinden op de gewenste soort en grootte bestratingselement, zoals klinker, tegel, en formaat daar-10 van, en op het gewenste verband, zoals keper, halfsteens.
Het maken van het verband kan verder worden bevorderd indien de inrichting, zie de algemene omschrijving van conclusie 16, voorzien is van een zijaan-slag voor het verband in vorming op het legvlak, bij voor-15 keur aan weerszijden. Afstemming op de gebruikte bestra-tingselementen en het gewenste verband wordt vergemakkelijkt indien de positie van althans een van de zijaanslagen in een richting dwars op de hoofdrichting en/of in hoofdrichting instelbaar is.
20 Opgemerkt wordt dat in EP 0.256.169 ter plaatse van het legvlak gebruik wordt gemaakt van twee balken die als mallen dienen en die zich in dwarsrichting uitstrekken. Eén van de mallen duwt de"stenen op naar de andere mal toe. Er zijn geen zijaanslagen, noch ter plaatse van de 25 afgiftezijde van de voorraadhouder, noch bij het legvlak. Voor het maken van andere patronen wordt in dat document voorgesteld zulks uit te voeren met een aangepaste vorm van de mallen. Er wordt echter niet aangegeven dat de mallen zelf instelbaar zijn op de afmetingen van de stenen.
3 0 In een eenvoudige en compacte uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding vormen de transportmiddelen tevens het legvlak. De bestratingselementen worden dan zo min mogelijk beroerd, in het hele proces.
Het legvlak kan in de hoofdrichting hellend zijn. 35 Vanuit een verder aspect is de inrichting, zie de algemene omschrijving van conclusie 22, voorzien van een oppakinrichting voor een voltooid verband vanaf het legvlak 6 en het overbrengen daarvan in het werk, waarbij de oppakinrichting een frame omvat dat voorzien is van oppakkers voor de bestratingselementen in het voltooid verband, waarbij het frame met een ophanging opgehangen is 5 aan een in hoofdzaak horizontale uithouder, waarbij de ophanging verplaatsbaar is langs de uithouder, waarbij de uithouder verbonden is met een steun op het gestel en daarlangs in in hoofdzaak horizontale richting verplaatsbaar is tussen een zich boven de voorraadhouder bevindende 10 ingetrokken stand en een van de voorraadhouder uitgezette stand. De aandrijving voor de uithouder kan daarmee eenvoudig worden gehouden.
In een uitvoering hiervan is de ophanging zelf voorzien van middelen voor aandrijving van de ophanging 15 langs de uithouder. Daarbij kunnen aan het frame bedie-ningsmiddelen zijn voorzien voor bediening van de aandrijf-middelen van de ophanging. Wanneer de werkman de oppak inrichting bedient voor het naar het werk overbrengen van het verband kan hij alle bedieningshandelingen aan het 20 frame verrichten.
In een uitvoering hiervan, waarbij de inrichting voorzien is van middelen voor het vastleggen van de ophanging aan de steun of de directe omgeving daarvan van het gestel, kan de uithouder na het vastleggen van de 25 ophanging door bediening van de aandrijving op de ophanging worden ingetrokken.
In een eenvoudige uitvoering is de uithouder voorzien van een heugel en de ophanging voorzien van een daarmee samenwerkend rondsel.
30 De steun kan op het gestel verdraaibaar zijn om een in hoofdzaak verticale hartlijn, bij voorkeur met behulp van een motor op de inrichting.
Verdere afstemming op het formaat en/of vorm van de te gebruiken bestratingselementen kan plaatsvinden 35 wanneer de in de inrichting, zie de algemene omschrijving van conclusie 28, aanwezige oppakinrichting voor een voltooid verband vanaf het legvlak en het overbrengen 7 daarvan in het werk een frame omvat dat voorzien is van oppakkers, zoals zuignappen, voor de bestratingselementen in het voltooid verband en voorts voorzien is van middelen voor het instellen van de onderlinge afstand van de 5 oppakkers. Opgemerkt wordt dat in NL 86.02475 een opstelling voor het plaatsen van stenen in een keperverband in een wegdek getoond wordt, waarbij de onderlinge positie van zuignappen voor het oppakken van de stenen kan worden gewijzigd, voor het omzetten van de opgepakte stenen van 10 een recht verband naar een keperverband. Voor aanpassing op een ander formaat steen wordt voorgesteld om de mallen waaraan de zuignappen bevestigd zijn en die van invloed zijn op de onderlinge afstand van de stenen te vervangen, hetgeen een tijdrovende en kostbare aangelegenheid is.
15 In een uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding is de voorraadhouder voorzien van middelen voor toevoer van de elementen naar de afgiftezijde, waarbij de toevoermiddelen werkzaam zijn in een richting tegengesteld aan de hoofdrichting.
20 Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een inrichting voor het maken van verbanden van bestratingselementen, omvattend een gestel met een legvlak voor het vormen van het verband en met middelen voor het verplaatsen van de elementen naar het legvlak, in een 25 hoofdrichting, waarbij het gestel boven en op afstand, van de verplaatsingsmiddelen een voorraadhouder voor de elementen draagt voor het vormen van een doorgang voor de van de voorraadhouder afkomstige elementen.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding 30 in een werkwijze voor het maken van een verband van bestratingselementen, waarbij de elementen in een voorraadhouder worden geplaatst, die boven een transporteur gelegen is, op afstand daarvan, waarbij de elementen uit de voorraadhouder worden genomen en in een gegeven oriëntatie op de transpor-35 teur worden geplaatst, in die oriëntatie door de transporteur onderlangs de voorraadhouder worden getransporteerd naar een legvlak, en op het legvlak in het verband worden 8 opgenomen. In EP 1.600.556 worden de stenen naast en langs de voorraadhouder getransporteerd naar het legvlak.
In een uitvoering hiervan worden de elementen bij het opnemen in het verband in oriëntatie en/of positie in 5 dwarsrichting gewijzigd, zoals om een keperverband te maken.
In een andere uitvoering behouden de elementen bij het opnemen in het verband hun oriëntatie en/of positie in dwarsrichting, zoals bij het maken van een halfsteens-10 verband (voor klinkers of tegels) of een blokverband.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand 15 van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:
Figuur 1 een schematisch zijaanzicht op een voorbeelduitvoering van een inrichting volgens de uitvinding; 20 Figuur 2 een isometrisch aanzicht op een verder uitgewerkte uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding;
Figuur 3 een bovenaanzicht op de inrichting van figuur 2; 25 Figuur 4 een bovenaanzicht op het opstelgebied van de inrichting van de figuren 2 en 3;
Figuren 5, 5A en 5B-D een bovenaanzicht op het eind van de inrichting van figuren 2-4 waar het verband wordt gevormd, respectievelijk zonder en met oppakeenheid, 30 en -een detail in een aantal aanzichten; en
Figuren 6A-D een aantal schematische illustraties van met een inrichting te maken verbanden van bestratings-elementen.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
35 9
De in figuur 1 weergegeven bestratingsmachine 1 is zelfrijdend in richtingen A en omvat een gestel 2 dat door rupsbanden 3 wordt gedragen. Het gestel 2 draagt een kamer 5 voor verder niet weergegeven motoren en voedingen 5 daarvoor voor het activeren van de verscheidene aandrijvingen van de machine 1. Voor de machine 1 kunnen onderscheiden worden de invoerzijde, rechts op de tekening, en de uitvoerzijde, links op de tekening. Aan de invoerzijde van de kamer 5 ondersteunt het gestel 2 een hopper 4, die 10 een wand 8 bezit en een bodem 9, die opgebouwd is uit reeksen sterwielen die op parallelle, aangedreven assen geplaatst zijn om stenen S in de hopper 4 in de richting B te bewegen. Op de bodem 9 sluit aan een hellende, open bodem 20 van parallelle staven, die de stenen S afgeeft 15 door de afgiftezijde 4' van de hopper 4. Beneden de bodem 9 en de helling 20 is een bandtransporteur 7 opgesteld, die zand afkomstig van de stenen S opvangt en in dwarsrichting J afvoert naar opzij van de machine. De hoek van de helling 20 kan worden ingesteld, waarbij de helling ter plaatse van 20 20a scharnierbaar is verbonden met de hopper 4.
Beneden, vóór de afgiftezijde 4', bevindt zich een nog nader aan de hand van figuur 4 te bespreken opstel-gebied 11, waar een werkman de aan de afgiftezijde 4' gepresenteerde stenen S kan pakken en in de richting C kan 25 verplaatsen om ze op te stellen voor verdere behandeling. De hoogte van het opstelgebied 11,.in het bijzonder van het nog nader te bespreken opstelvlak 69, komt hier overeen met de heup of buik van de werkman, bijvoorbeeld ongeveer lm., maar kan worden ingesteld met niet verder weergegeven 30 middelen.
Bij het opstelgebied 11 begint een transporteur 6, die zich licht neerwaarts hellend uitstrekt over de gehele lengte van de machine 1 en met band 12 van 1 het opstelgebied 11 in de richting D onderlangs de hopper 4 en 3 5 de kamer 5 loopt om over te gaan in een legvlak 13, dat in dit geval gevormd wordt door de band 12 zelf. De door de band 12 daarnaartoe vervoerde stenen S worden tegengehouden 10 door een malstelsel 14, zie ook figuur 5. De kleinste hoogte h van de doorgang zoals die wordt bepaald door de band 12 en de band 7 is 1,5 a 2 maal de hoogte van de te behandelen stenen of tegels en kan worden ingesteld, door 5 wijziging van de hoek van de helling.
Boven het legvlak 13 bevindt zich een oppak-eenheid 10, omvattend een frame 25 met zuignaphouders 26 die voorzien zijn van één of meer zuignappen 23. Het frame 25 is ter plaatse van 24 nagenoeg stijf bevestigd aan een 10 verticale staaf 22, die telescopisch bedienbaar is om het frame te heffen of neer te laten. De staaf 22 is voorzien van een dwarsstaaf 27, die zich over de breedte van de machine 1 uitstrekt. Aan het boveneind is de staaf 22 met een universeelverbinding of een bolscharnier 21 opgehangen 15 aan een huls 30. De huls 30 draagt een motor 90 om daardoor langs een door de huls reikende uithouderstang 18 bewogen te worden. De uithouderstang 18 reikt ook door een de stang 18 ondersteunende koker 15 en is daardoorheen verplaatsbaar. In figuur 1 zijn beide uiterste standen van de stang 20 18 weergegeven. De met getrokken lijnen weergegeven uiter ste uitgezette stand is begrensd door aanslagplaat 19. De stang 18 is in beide uiterste standen vast te leggen aan de koker 15. De huls 30 kan zijn voorzien van een door motor 90 aangedreven rondsel of worm, dat samenwerkt met een 25 heugel op de uithouderstang 18. De koker 15 kan zijn voorzien van langsgeleiders die nauw aangrijpen op daarmee samenwerkende langsgeleiders op de uithouderstang 18.
In figuur 4 is het opstelgebied 11 nader weergegeven. Een opstelvlak 69 sluit nauw aan op de band 3 0 12, aan het bovenstroomse eind van de bovenloop daarvan.
Een dwarsstaaf 60 met vierkante doorsnede is op het gestel 2 op korte afstand boven en vóór het oplegvlak geplaatst op steunen 60a,b. Op de staaf 60 zijn op in langsrichting van de staaf instelbare wijze een aantal stenenrichters 61 35 bevestigd, die elk twee zijaanslagen 64 en een achteraan-slag 65 omvatten. De achteraanslagen 65 zijn bevestigd op een uiteinde van een zuigerstang 68 van cilinder 67 en 11 kunnen van een ingetrokken stand (onderste twee posities in figuur 4), waarin het opstelvlak 69 bereikbaar is voor een steen S, verplaatst worden naar een afgeefstand (bovenste positie van figuur 4) om een steen S over te geven (rich-5 ting L) aan band 12. Een cilinder 62 met zuigerstang 63 is voorzien om de staaf 60, indien dat voor het te maken verband is gewenst, in dwarsrichtingen N te verzetten. In plaats van een dwarsstaaf met een aantal afzonderlijk bedienbare steenafgevers (zoals 61/64/65) kan een dwars-10 staaf met daarop vaste steenafgevers worden voorzien, waarbij de dwarsstaaf als één geheel met de steenafgevers verplaatst kan worden met behulp van bijvoorbeeld een aantal cilinders om in één keer een aantal naast elkaar op het opstelvlak opgestelde stenen af te geven aan de band 15 12.
In figuur 5 is te zien dat het legvlak 13 aan drie zijden omgeven wordt door een malstelsel 14, dat een dwarsstaaf 41 en twee zij staven 42 omvat, die vast aan elkaar bevestigd zijn. Op de dwarsstaaf 41 zijn in dit 20 voorbeeld drie maldelen 40 voorzien, die de vorm van bisschopsmutsen hebben. De maldelen 40 zijn met 'door gleuven 45 reikende schroefhendels 44 in dwarsrichting verplaats-baar/instelbaar (O) bevestigd aan de dwarsstaaf 41. Op de zijstaven 42 zijn rechte zijmallen 43 voorzien, die met 25 door gleuven 47 reikende schroefhendels 46 in dwarsrichting verplaatsbaar/instelbaar (P) bevestigd zijn aan de betreffende zijstaaf 42. Het malstelsel 14 als geheel is in langsrichting verplaatsbaar/instelbaar (Q) bevestigd op het gestel 2, door middel van schroefhendels 48 die door gleu-30 ven 49 reiken.
Aan weerszijden van het legvlak 13 zijn op het gestel 2 twee opstaande steunen/geleiders 50 aangebracht, die, zie het detail van figuren 5B-D, een schuin gerichte invoer 51 met een steunvlak 52 en bovenvlak 56 bepalen, die 35 overgaat in een schuine doorgang 53, welke doorgang overgaat in een meer verticaal gerichte doorgang 54 met bodem 55. Zoals weergegeven in figuur 5B staat de doorgang 54 12 loodrecht op het legvlak 13, dus wanneer het legvlak 13 hellend is, zoals in de uitvoering van figuur 1, zal ook de doorgang 54 enigszins schuin staan ten opzichte van de verticaal. De bodemsteunvlakken 54 zijn gepositioneerd om 5 de uiteinden van dwarsstaaf 27 te kunnen steunen, waarbij het midden van de lijn tussen de beide steunvlakken 54 schuin boven het meetkundige zwaartepunt Z van het te vormen verband ligt, zodat daarmee het midden van de dwarsstaaf 27 en daarmee het midden van het frame 25 in lijn (Z' 10 in figuur 1, loodrecht op het legvlak 13 beschouwd) liggen met Z.
De huls 30, zie figuur 5A, is aan beide einden bovenaan voorzien van rollen 81. Tussen de naar elkaar toe gekeerde einden van huls 30 en koker 15 zijn rollen 82 15 ondersteund op de stang 18, voor rolondersteuning van vacuümleidingen voor de zuignappen. Met niet weergegeven middelen kan de huls 30 tijdelijk worden vastgezet aan de koker 15. De koker 15 is om verticale hartlijn M door een motor in de machinekamer verdraaibaar aangebracht op as 16, 20 en wordt daarbij geleid en ondersteund op een bijna halfcirkelvormige geleider 17.
In bedrijf is de machine 1 opgesteld op een ondergrond, in figuur 1 een reeds gelegd verband W. In de hopper 4 is een verzameling gebruikte straatklinkers S 25 geplaatst, op lukrake wijze. Door de sterwielen in de hopperbodem 9 worden de stenen in de richting B gedwongen, en glijden zij over helling 20 naar de afgiftezijde 4'. Daar staat een werkman opgesteld, die met de handen één of twee stenen S aangrijpt, helemaal beetpakt of enkel aan één 30 of twee zijden stuurt tijdens het vallen, om de stenen op de juiste plaats op het opstelvlak 69 te krijgen. Opgemerkt wordt dat alternatief ook een gestapeld pakket al-dan niet nieuwe klinkers in de hopper 4 geplaatst kan worden. De sterwielen kunnen dat pakket los maken om de klinkers af te 35 geven aan de helling 20.
De werkman plaatst de stenen elk in een steenrichter 61, en laat daarna de cilinders 67 activeren, 13 waardoor de, in dit voorbeeld drie, stenen worden afgegeven aan de band 12. Bij de verplaatsing door de band 12, onder de hopper 4 en de kamer 5 langs, behouden de stenen hun plaats in dwarsrichting en hun oriëntatie. De eindmaldelen 5 40 zijn van te voren op de juiste onderlinge afstand inge steld, om een keperverband te maken. Door de juiste onderlinge uitrichting, in dwarsrichting beschouwd, van de steenrichters 61 en de (punten van de) bisschopsmutsen wordt er overeenkomstig de leer van de Europese octrooi-10 aanvrage 1.600.556 voor gezorgd dat de stenen bij aankomst tegen die punten als vanzelf de goede kant op verdraaien en bewegen. De zijmallen 43 zijn eveneens van te voren in dwarspositie ingesteld. Voorts is het malstelsel 14 als geheel zodanig ingesteld op het gestel 2, dat het meetkun-15 dige zwaartepunt Z van het te maken verband vertikaal samenvalt met het midden tussen de twee steunvlakken 54 voor de staaf 27 van de oppakeenheid 10, volgens voornoemde lijn loodrecht op het legvlak 13.
De stenen van de daaropvolgende dwarsreeks ver-20 draaien om de punten van de eerste reeks stenen, maar dan in tegengestelde richting, overeenkomstig voornoemd oc-trooidocument. Zo voortgaand wordt een keperverband gerealiseerd op het legvlak 13, zie figuur 6A.
Tijdens het formeren van het verband rusten de 25 einden van de staaf 27 op de hoger gelegen steunvlakken 52. De huls 30 is vastgelegd aan de koker 15. Wanneer het verband op legvlak 13 klaar is wordt de staaf 22 telescopisch uitgezet, waardoor de einden van de staaf 27 over de steunvlakken 52 glijden en in de doorgangen 53 terecht 30 komen, waarin zij nauw passen. Bij verder uitzetten van de staaf 22 doorlopen de einden van de staaf 27 de doorgangen, vervolgens de doorgangen 54 en komen uiteindelijk te rusten op de bodems 55. Doordat de huls 30 op zijn plaats blijft en de staaf 22 draait om kogelscharnier 21 (pijl T) , en 35 bovendien het kogelscharnier 21 in lijn (loodrecht op het legvlak 13 beschouwd) ligt met Z, en het frame 25 nagenoeg stijf verbonden is met de staaf 22, zal het frame 25 ge- 14 dwongen worden naar een stand evenwijdig aan het legvlak 13. Dan worden de zuignappen geactiveerd en worden de stenen vastgezogen. De staaf 22 wordt vervolgens ingetrokken, zodat het pakket P, bestaande uit het gemaakte ver-5 band, in richting E geheven wordt. Dan wordt de motor 90 bediend om de huls 30 in de richting H langs de uithouder-stang 18 te verplaatsen om het pakket P in richting F te verplaatsen, tot boven de gewenste plaats in het werk, boven een zandbed, zie figuur 1, links, eventueel onder 10 verdraaiing van de uithouderstang 18 om pen 16. Aldaar richt de werkman door een eind van de dwarsstaaf 27 te manipuleren het pakket P' uit op het werk, en laat het frame 25 op beheerste wijze zakken (G) totdat de stenen S van het pakket P' rusten op het zandbed en de zuignappen 15 kunnen worden gedeactiveerd. Alle functies kan de werkman bedienen terwijl hij aan de oppakeenheid 10 staat, met behulp van een afstandsbediening.
Ondertussen is de werkman aan het andere eind van de machine 1 voortgegaan met het uitnemen, leiden en aan de 20 band 12 laten afgeven van de stenen en is een volgend pakket P' bijna gereed. De staaf 22 wordt weer ingetrokken en de motor 90 wordt bediend om de huls 30 weer terug te bewegen om de oppakeenheid 10 het volgende pakket P op te laten pakken.
25 Indien een halfsteensverband gemaakt moet worden, zie figuur 6C, dan worden de maldelen 40 verwijderd, en kan een rechte eindaanslag 40b tegen de dwarsstaaf 41 worden bevestigd. De zij staven 43 worden op de juiste positie gesteld, en hetzelfde geldt voor het malstelsel 14 als 30 geheel. Ter plaatse van het opstelvlak 69 worden de stenen in een eerste rij tegen een rechteraanslag 99 geplaatst en in een tweede rij tegen een linkeraanslag 99 geplaatst, over een halve steenmaat t verplaatst, zodat de in figuur 6C weergegeven afwisselende dwarsreeksen ontstaan. Steeds 35 twee dwarsreeksen tegelijk kunnen worden afgegeven aan de band 12 waarop zij, hun onderling positie behoudend, naar het legvlak 13 vervoerd worden. Door vooraf de zuignaphou- 15 ders 26 over 45 graden te verdraaien zijn deze in oriëntatie en plaats afgestemd op dit verband. De afstand tussen de twee zijaanslagen 99 is ingesteld op n.L + h L, waarin n het aantal stenen in een dwarsreeks is en L de steenlengte.
5 Voor het maken van een blokverband, zie figuur 6D; kan de staaf 60 worden weggehaald en worden zijaanslagen 99 op het gestel 2 bevestigd, afgestemd op de steenmaat. De werkman formeert nu op het opstelvlak een volledige dwarsformatie stenen, die vervolgens samen worden 10 afgegeven aan de band 12, waarop zij, hun onderling positie behoudend, naar het legvlak 13 vervoerd worden. Vooraf zijn de zuignaphouders 26 in oriëntatie en plaats afgestemd op dit verband.
In plaats van klinkers of stenen kan men de 15 machine 1 gebruiken voor het maken van verbanden met tegels, zie figuur 6B. Daartoe wordt de onderlinge afstand tussen de steenrichters 61 ingesteld, alsook de afstand tussen bij elkaar horende zijaanslagen 64. Net als bij het maken van een halfsteensverband wordt de ene dwarsreeks 20 gelegd vanaf de ene zijaanslag 99, en de volgende tegen de andere zijaanslag 99. Nu wordt elke dwarsreeks echter apart afgegeven aan de band 12. Vooraf zijn de zuignaphouders 26 in oriëntatie en plaats, inclusief hoogte, afgestemd op dit verband, rekening houdend met het grotere gewicht van de 25 elementen.
Wanneer het werk voor langere, tijd gestopt moet worden of voltooid is brengt men de huls 30 tot tegen de koker 15 en koppelt men beide aan elkaar,· of men koppelt de huls 30 aan een ander relatief vast deel van de inrichting, 30 zoals de kamer 5. Vervolgens bedient men de motor 90 in tegengestelde richting, waardoor de uithouderstang 18 naar rechts wordt gedwongen, de koker 15 in, totdat de ingetrokken positie schematisch weergegeven in figuur 1, rechts,· is bereikt en de uithouderstang 18 niet of nauwelijks meer 35 uitsteekt van de machine 1. Wanneer de machine 1 weer in gebruik moet worden genomen wordt de motor 90 weer: in andere richting bediend, waardoor de uithouderstang 18 weer 16 wordt uitgezet. Wanneer een eerste pakket P' moet worden opgepakt van het legvlak 13, dan ontkoppelt men de huls 30 weer van de koker 15.
De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de 5 werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige 10 uitvinding.
2 00,1 0 93

Claims (37)

1. Inrichting voor het maken van een verband van bestratingselementen, omvattend een gestel met een voor-raadhouder voor de bestratingselementen, een legvlak voor ondersteuning van het verband en middelen voor transport 5 van de bestratingselementen in een hoofdrichting van de inrichting van de voorraadhouder naar het legvlak, waarbij de voorraadhouder een afgiftezijde heeft alwaar de bestratingselementen afgegeven kunnen worden aan de transportmiddelen, met het kenmerk, dat de voorraadhouder boven de 10 transportmiddelen is geplaatst en de afgiftezijde van de voorraadhouder gelegen is aan een zijde daarvan die van het legvlak afgekeerd is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij tussen de voorraadhouder en de transportmiddelen een doorvoer- 15 ruimte voor de bestratingselementen is vrijgelaten, welke een kleinste hoogte heeft die hooguit een aantal malen de hoogte van de behandelde bestratingselementen bedraagt.
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de kleinste hoogte hooguit twee maal de hoogte van de behan- 20 delde bestratingselementen bedraagt.
4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij tussen de voorraadhouder en de transportmiddelen een doorvoerruimte voor de bestratingselementen is vrijgelaten, welke in hoogte instelbaar is.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclu sies, waarbij de transportmiddelèn zich in een richting tegengesteld aan de hoofdrichting 'voorbij de afgiftezijde van de voorraadhouder uitstrekken.
6. Inrichting volgens de aanhef van conclusie 1 30 of volgens een der voorgaande Conclusies, waarbij aan het bovenstroomse eind van de transportmiddelen een opstelvlak 2001093 is voorzien voor een of meer van de voorraadhouder afkomstige bestratingselementen.
7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij het opstelvlak een steun biedt voor een of meerdere dwars op de 5 hoofdrichting staande reeksen bestratingselementen, en bij voorkeur voor afgifte van die reeks of reeksen aan de transportmiddelen verplaatsbaar is, in het bijzonder weg-trekbaar.
8. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij het 10 opstelvlak een steun biedt voor een of meerdere dwars op de hoofdrichting staande reeksen bestratingselementen, en de inrichting voorts voorzien is van middelen voor het van het opstelvlak af duwen van de bestratingselementen op de transportmiddelen.
9. Inrichting volgens de aanhef van conclusie 1 of volgens een der voorgaande conclusies, waarbij bij de afgiftezijde van de voorraadhouder en het begin van de transportmiddelen althans aan één zijde een zijaanslag voor een uit de voorraadhouder afkomstige, dwars op de hoofd-20 richting staande reeks bestratingselementen aanwezig is.
10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij een dergelijke zijaanslag aan weerszijden aanwezig is.
11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, waarbij de positie van de zijaanslag in dwarsrichting instelbaar 25 is.
12. Inrichting volgens de aanhef van conclusie 1 of volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van een eindaanslag voor het verband in vorming op het legvlak.
13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij de 30 eindaanslag in dwarsrichting geprofileerd is en het profiel in die richting instelbaar is.
14. Inrichting volgens conclusie 12 of 13, waarbij de positie van de eindaanslag instelbaar is in de hoofdrichting.
15. Inrichting volgens conclusie 12, 13 of 14, waarbij de eindaanslag vervangbaar is voor een eindaanslag met andere vorm en/of andere afmetingen.
16. Inrichting volgens de aanhef van conclusie 1 of volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van een zijaanslag voor het verband in vorming op het legvlak.
17. Inrichting volgens conclusie 16, aan 5 weerszijden voorzien van een zijaanslag voor het verband in vorming op het legvlak.
18. Inrichting volgens conclusie 16 of 17, waarbij de positie van althans een van de zijaanslagen in een richting dwars op de hoofdrichting instelbaar is.
19. Inrichting volgens conclusie 16, 17 of 18, waarbij de positie van althans een van de zijaanslagen in hoofdrichting instelbaar is.
20. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de transportmiddelen tevens het legvlak 15 vormen.
21. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het legvlak hellend is in de hoofdrichting.
22. Inrichting volgens de aanhef van conclusie 1 of volgens een der voorgaande conclusies, voorts voorzien 20 van een oppakinrichting voor een voltooid verband vanaf het legvlak en het overbrengen daarvan in het werk, waarbij de oppakinrichting een frame omvat dat voorzien is van oppak-kers voor de bestratingselementen in het voltooid verband, waarbij het frame met een ophanging opgehangen is aan een 25 in hoofdzaak horizontale uithouder, waarbij de ophanging verplaatsbaar langs de uithouder, waarbij de uithouder verbonden is met een steun op het gestel en daarlangs in in hoofdzaak horizontale richting verplaatsbaar is tussen een zich boven de voorraadhouder bevindende ingetrokken stand 30 en een van de voorraadhouder uitgezette stand.
23. Inrichting volgens conclusie 22, waarbij de ophanging voorzien is van middelen voor aandrijving van de ophanging langs de uithouder.
24. Inrichting volgens conclusie 23, waarbij aan 35 het frame bedieningsmiddelen zijn voorzien voor bediening van de aandrijfmiddelen van de ophanging.
25. Inrichting volgens conclusie 23 of 24, voor- zien van middelen voor het vastleggen van de ophanging aan de steun of de directe omgeving daarvan van het gestel.
26. Inrichting volgens een der conclusies 22-25, waarbij de uithouder voorzien is van een heugel en de 5 ophanging voorzien is van een daarmee samenwerkend rondsel.
27. Inrichting volgens een der conclusies 22-26, waarbij de steun op het gestel verdraaibaar is om een in hoofdzaak verticale hartlijn, bij voorkeur met behulp van een motor op de inrichting.
28. Inrichting volgens de aanhef van conclusie 1 of volgens een der voorgaande conclusies, voorts voorzien van een oppakinrichting voor een voltooid verband vanaf het legvlak en het overbrengen daarvan in het werk, waarbij de oppakinrichting een frame omvat dat voorzien is van oppak- 15 kers voor de bestratingselementen in het voltooid verband, voorts voorzien van middelen voor het instellen van de onderlinge afstand van de oppakkers voor afstemming op het formaat en/of vorm van de te gebruiken bestratingselementen.
29. Inrichting volgens conclusie 28, waarbij de oppakkers ingericht zijn als zuignappen.
30. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de voorraadhouder voorzien is van middelen voor toevoer van de elementen naar de afgiftezijde, waarbij 25 de toevoermiddelen werkzaam zijn in een richting tegengesteld aan de hoofdrichting.
31. Werkwijze voor het maken van een verband van bestratingselementen, waarbij de elementen in een voorraadhouder worden geplaatst, die boven een transporteur gelegen 30 is, op afstand daarvan, waarbij de elementen uit de voorraadhouder worden genomen en in een gegeven oriëntatie op de transporteur worden geplaatst, in die oriëntatie door de transporteur onderlangs de voorraadhouder worden getransporteerd naar een legvlak, en op het legvlak in het verband 35 worden opgenomen.
32. Werkwijze volgens conclusie 31, waarbij de elementen bij het opnemen in het verband in oriëntatie en/ of positie in dwarsrichting worden gewijzigd.
33. Werkwijze volgens conclusie 32, waarbij een keperverband wordt gemaakt.
34. Werkwijze volgens conclusie 31, waarbij de 5 elementen bij het opnemen in het verband hun oriëntatie en/of positie in dwarsrichting behouden.
35. Inrichting voor het maken van verbanden van bestratingselementen, omvattend een gestel met een legvlak voor het vormen van het verband en met middelen voor het 10 verplaatsen van de elementen naar het legvlak, in een hoofdrichting, waarbij het gestel boven en op afstand van de verplaatsingsmiddelen een voorraadhouder voor de elementen draagt voor het vormen van een doorgang voor de van de voorraadhouder afkomstige elementen.
36. Inrichting voorzien van een of meer van de in de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
37. Werkwijze voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijge-20 voegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- 2001093
NL2001093A 2007-12-14 2007-12-14 Bestratingsmachine. NL2001093C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001093A NL2001093C2 (nl) 2007-12-14 2007-12-14 Bestratingsmachine.
EP20080171324 EP2071081B1 (en) 2007-12-14 2008-12-11 Paving machine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001093 2007-12-14
NL2001093A NL2001093C2 (nl) 2007-12-14 2007-12-14 Bestratingsmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001093C2 true NL2001093C2 (nl) 2009-06-16

Family

ID=39595638

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001093A NL2001093C2 (nl) 2007-12-14 2007-12-14 Bestratingsmachine.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2071081B1 (nl)
NL (1) NL2001093C2 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN113718603A (zh) * 2021-09-09 2021-11-30 北京城建集团有限责任公司 一种建筑施工用自动贴砖装置
CN115029998A (zh) * 2022-06-30 2022-09-09 山西一建集团有限公司 一种路缘石铺设辅助设备
CN115467219A (zh) * 2022-09-27 2022-12-13 北京航空航天大学 一种可铺设不同砖体的铺设及其支撑机构

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
RU2485241C1 (ru) * 2011-12-05 2013-06-20 Дахир Курманбиевич Семенов Многофункциональный самоходный дорожный агрегат, дорожная плита и скоростной способ строительства дороги
NL2008077C2 (nl) * 2012-01-03 2013-07-09 Mhm Techniek B V Bestratingsinrichting en werkwijze voor het mechanisch bestraten.
US20160138279A1 (en) * 2013-07-04 2016-05-19 Nwg Tools Oy Tile assembling apparatus
CN106121208B (zh) * 2016-08-22 2018-10-23 郭振林 一种全自动铺地砖机
CN110670447A (zh) * 2019-09-27 2020-01-10 陈楚旋 一种公路工程用道路自动铺砖设备
CN112853892B (zh) * 2021-01-13 2022-10-04 安徽新中际路桥工程有限公司 一种市政道路路面施工机器人
CN115162116A (zh) * 2022-08-25 2022-10-11 中国建筑第七工程局有限公司 市政人行道地砖铺设机器人

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0256169A1 (en) * 1985-02-14 1988-02-24 T.B. Polak, handelende onder de naam INTERNATIONAL EFFICIENT PRODUCTS A method of re-paving roads paved with paving stones or bricks, and apparatus for the application of the method
EP0269136A1 (de) * 1986-10-01 1988-06-01 Stramech B.V. Vorrichtung und mit einer derartigen Vorrichtung versehenes Fahrzeug zum Verlegen von Feldern von Pflastersteinen zu einer Strassendecke
EP1600556A2 (en) * 2004-05-26 2005-11-30 Arend Luijten Method and device for making a herringbone pattern

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL6816198A (nl) * 1968-11-14 1970-05-19
DE2034055A1 (de) * 1970-07-09 1972-06-15 Rominger, Alfred, 7411 Kleinengstingen Vorrichtung zum Verlegen von Bodenplatten
NL8401469A (nl) 1984-05-08 1985-12-02 Arend Luijten Werkwijze voor het mechanisch leggen van stenen in keperverband, en een inrichting daarvoor.
NL193667C (nl) 1986-04-01 2000-06-06 Luijten Arend Werkwijze voor het mechanisch leggen van stenen in keperverband.
NL8602633A (nl) 1986-10-21 1988-05-16 Luyten Holding B V Werkwijze voor het mechanisch leggen van stenen in keperverband, en een inrichting daarvoor.
NL9301484A (nl) 1993-08-27 1995-03-16 Arend Luijten Werkwijze en inrichting voor het omvormen van lagen straatstenen van een gelijkgericht, uitgangsverband naar een gekeperd legverband.

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0256169A1 (en) * 1985-02-14 1988-02-24 T.B. Polak, handelende onder de naam INTERNATIONAL EFFICIENT PRODUCTS A method of re-paving roads paved with paving stones or bricks, and apparatus for the application of the method
EP0269136A1 (de) * 1986-10-01 1988-06-01 Stramech B.V. Vorrichtung und mit einer derartigen Vorrichtung versehenes Fahrzeug zum Verlegen von Feldern von Pflastersteinen zu einer Strassendecke
EP1600556A2 (en) * 2004-05-26 2005-11-30 Arend Luijten Method and device for making a herringbone pattern

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN113718603A (zh) * 2021-09-09 2021-11-30 北京城建集团有限责任公司 一种建筑施工用自动贴砖装置
CN115029998A (zh) * 2022-06-30 2022-09-09 山西一建集团有限公司 一种路缘石铺设辅助设备
CN115029998B (zh) * 2022-06-30 2024-01-23 山西一建集团有限公司 一种路缘石铺设辅助设备
CN115467219A (zh) * 2022-09-27 2022-12-13 北京航空航天大学 一种可铺设不同砖体的铺设及其支撑机构
CN115467219B (zh) * 2022-09-27 2024-01-23 北京航空航天大学 一种可铺设不同砖体的铺设及其支撑机构

Also Published As

Publication number Publication date
EP2071081B1 (en) 2013-11-06
EP2071081A1 (en) 2009-06-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2001093C2 (nl) Bestratingsmachine.
US8342773B2 (en) Paving apparatus
CN101250877A (zh) 滑动模板平行移动混凝土衬砌机及其施工方法
CN106166794A (zh) 一种预制件生产线
CN107447635B (zh) 一种市政建设用路面铺砖装置
CN110670447A (zh) 一种公路工程用道路自动铺砖设备
BE1011454A6 (nl) Betonneermachine en deuvelapparaat hierbij aangewend.
CN103299000A (zh) 用新轨枕逐段地更换轨道的旧轨枕的方法和机车
CN206030206U (zh) 一种预制件生产线
SE441577B (sv) Anleggning for delning av porbetongblock
EP2584115B1 (en) Spreading and screeding device for finishing a screed floor, and method therefor
EP2505713B1 (en) Method and assembly for repaving
JP6177322B2 (ja) バラスト処理作業装置
NL9301484A (nl) Werkwijze en inrichting voor het omvormen van lagen straatstenen van een gelijkgericht, uitgangsverband naar een gekeperd legverband.
NL1037308C2 (nl) Inrichting voor het bestraten van wegen.
CN103950083B (zh) 农作物秸秆碎料板铺装装置
CN108867273B (zh) 一种混凝土摊铺机
CS219869B2 (en) Travelling machine for the track construction mainly the scraper bed cleaner
NL1026269C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het maken van een keperverband van stenen.
US20100260545A1 (en) Paving system for mechanically paving with irregular paving stones
CN113235886A (zh) 一种建筑行业用大数据分析式喷砂铺砖一体机
CN114319906A (zh) 一种砖块砌墙用砂浆自动供给装置
ITMI960570A1 (it) Impianto per rinnovare in modo continuo un binario
NL1034902C2 (nl) Inrichting voor het verplaatsen van tegels.
CN214246487U (zh) 自动铺灰机

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150701

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150701