NL2000951C1

NL2000951C1 - Kunstmatig strand.

Info

Publication number: NL2000951C1
Application number: NL2000951A
Authority: NL
Inventors: Jan Koen Olthuis
Original assignee: Dutch Docklands Internat B V
Priority date: 2007-10-23
Filing date: 2007-10-23
Publication date: 2009-04-27
Also published as: WO2009054717A1

Description

Q.2DL10

KUNSTMATIG STRAND

5 De uitvinding heeft betrekking op een kunstmatig strand omvattende een drijvende basis waarop een strandmateriaal, zoals zand, is aangebracht ter vorming van het strand.

Een dergelijk kunstmatig strand is bekend uit de Japanse 10 octrooipublicatie no. JP-7223584 (Tokyo Construction). Het bekende kunstmatige strand is opgebouwd uit een opblaasbare ponton waarop een zandstrand is aangelegd.

Een bezwaar van het kunstmatige strand bekend uit het 15 eerdergenoemde Japanse octrooischrift is dat zwemmers in de open zee dienen te zwemmen, met alle gevaren van dien ten gevolge van bijvoorbeeld zware zeestromingen en/of gevaarlijke vissen, zoals haaien en dergelijke. Een ander aan het bekende kunstmatige strand verbonden nadeel is dat het 20 daarop gespoten zandstrand kwetsbaar is doordat met name golven, getijden, andere waterniveau fluctuaties en zeestromingen tot erosie daarvan kunnen leiden.

Het is het doel van de uitvinding het kunstmatige strand uit 25 de stand van de techniek te verbeteren, in het bijzonder een kunstmatig strand te verschaffen, waarbij zwemmers veilig kunnen zwemmen en waarbij de gevolgen van de eerdergenoemde erosie worden voorkomen.

30 Hiertoe heeft een kunstmatig strand van de in de aanhef vermelde soort volgens de uitvinding als bijzonderheid dat het kunstmatige strand is voorzien van een flexibele mat die zich althans gedeeltelijk onder water uitstrekt vanaf ten minste een zijde van de drijvende basis naar een verderop -2- aangebracht drijflichaam voor het daartussen vormen van een zwemgebied. Met andere woorden, het onderhavige strand is opgebouwd uit een stijf deel, namelijk de op het (zee) water drijvende basis die als "fundering" dienst doet voor daarop 5 aan te brengen voorzieningen, zoals (vakantie)huizen, hotels, cafés en dergelijke, alsmede uit een flexibel deel, namelijk de flexibele mat die zich vanaf een zijde van de drijvende basis in het (zee)water tot aan het drijflichaam uitstrekt, en het verderop op het (zee)water drijvende drijflichaam dat 10 zich derhalve op afstand van de drijvende basis bevindt. Het drijflichaam zorgt ervoor dat golven in kracht worden gedempt teneinde erosie van het kunstmatige strand tegen te gaan als gevolg van die golven. Het drijflichaam dient bovendien om daaraan de flexibele mat te kunnen verbinden, waarbij het 15 drijflichaam tevens als veilige demarcatie dient voor de door de flexibele mat gedefinieerde zwemzone. De flexibele mat dient voorts als opvang van afgeslagen of geërodeerd zand dat daarop terecht is gekomen. Dat zand kan dan vervolgens op het strand worden teruggebracht middels zuigen/spuiten of 20 schrapen en gaat derhalve niet verloren.

Opgemerkt wordt dat het eerdergenoemde strandmateriaal bij voorkeur zand is, doch ook een ander materiaal, zoals kiezels en dergelijke kan zijn.

25

In een voorkeursuitvoeringsvorm van een kunstmatig strand overeenkomstig de uitvinding is de flexibele mat althans in hoofdzaak vervaardigd uit een flexibele kunststof. Daarbij is de flexibele kunststof bij voorkeur gekozen uit de groep 30 bestaande uit een rubbermateriaal en een schuimmateriaal. De flexibele mat vormt als het ware een kunststof folie van bijvoorbeeld een elastomeer, zoals rubber, of PVC of een polyurethaan schuimmateriaal, die aan een rand daarvan is -3- bevestigd aan de drijvende basis en die aan een tegenover liggende rand is bevestigd aan het drijflichaam. De kunststof mat is derhalve vervaardigd als een elegante, lichtgewicht constructie met een grote flexibiliteit, die slechts geringe 5 lasten ten gevolge van bijvoorbeeld daarop lopende personen, dient te kunnen weerstaan.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een kunstmatig strand volgens de uitvinding is de flexibele mat in 10 dwarsdoorsnede komvormig. Met andere woorden, de flexibele mat is van bovenaf gezien hol en vormt derhalve een komvormige zwemmerszone.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een kunstmatig 15 strand overeenkomstig de uitvinding is op de flexibele mat een zandlaag aangebracht. Aldus wordt een zwemmerzone gecreëerd met het natuurlijke aanzicht van bijvoorbeeld een zeebodem.

20 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een kunstmatig strand volgens de uitvinding bezit het drijflichaam een zodanig drijvend vermogen dat een bovenzijde van het drijflichaam aan de waterspiegel grenst. In het bijzonder bevat een onderzijde van het drijflichaam een naar beneden 25 zich uitstrekkend veiligheidsnet. Hierdoor wordt voorkomen dat zwemmers onder het drijflichaam terecht kunnen komen.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een kunstmatig strand overeenkomstig de uitvinding is het drijflichaam 30 buisvormig. Het drijflichaam is bij voorkeur opgebouwd uit aan elkaar gekoppelde buissegmenten die eventueel zijn verzwaard om te bewerkstelligen dat een voldoende zware constructie wordt verkregen om golven in kracht te kunnen dempen en om niet te ver boven de waterspiegel uit te steken.

In een andere uitvoeringsvariant is het drijflichaam een houten balk.

-4- 5 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een kunstmatig strand volgens de uitvinding, is de drijvende basis aan ten minst een zijde daarvan voorzien van een eerste randgebied en een tweede randgebied, waarbij het eerste randgebied een hoek insluit met de horizontaal variërend tussen 30° en 60°, 10 waarbij het tweede randgebied een hoek insluit met de horizontaal variërend tussen 10° en 30°. De beide randgebieden vormen een vanaf de drijvende basis geleidelijk schuin in het (zee)water aflopend kunstmatig strand. Het eerste randgebied grenst daarbij met een eerste rand daarvan aan de drijvende 15 basis en met een tegenover liggende tweede rand daarvan aan een eerste rand van het tweede randgebied. Het tweede randgebied bevat een tegenover diens eerste rand liggende, tweede rand die in het (zee)water ligt en waaraan de flexibele mat is bevestigd. Het eerste randgebied wordt in 20 het Engels ook wel "berm" genoemd en voorkomt dat hogere golven het zand op de drijvende basis bereiken. Het tweede randgebied, in het Engels ook wel "plunge step" genoemd, dient voor het afremmen van opkomende golven en vormt een natuurlijke overgang naar het (zee)water. Bij voorkeur is een 25 van beide randgebieden of zijn beide randgebieden versterkt om de eerdergenoemde erosie van zand en sedimenttransporten te voorkomen. Het traditionele opspuiten van grote hoeveelheden, elders opgevangen zand om ten gevolge van bijvoorbeeld een zware storm weggeslagen zand van het 30 kunstmatige strand te vervangen, is dan niet meer nodig. De onderhavige uitvinding voorziet derhalve in een onderhoudsarm, comfortabel, kunstmatig strand voorzien van -5- zand in allerlei gradaties, sortering en kleur, hetgeen het kunstmatige strand een natuurlijke aanblik geeft.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een kunstmatig 5 strand volgens de uitvinding, waarbij de drijvende basis is samengesteld uit een aantal aan elkaar gekoppelde basiselementen, waarbij elk basiselement is samengesteld uit een aantal, onder voorspanning samengevoegde drijvende blokken althans in hoofdzaak vervaardigd uit geëxpandeerd 10 polystyreen, in de praktijk ook wel afgekort als “EPS" of "styropor" genoemd, en stijve platen althans in hoofdzaak vervaardigd uit beton. Met andere woorden, de drijvende basis is vervaardigd volgens de Europese octrooipublicatie no. 1 710 356 van dezelfde uitvinders. De inhoud daarvan dient 15 hierbij dan ook als ingelast te worden beschouwd. Echter, de onderhavige uitvinding beperkt zicht niet tot de wijze waarop de drijvende basis is samengesteld, zodat ook andere drijvende bases dan die beschreven in de bovengenoemde Europese octrooiaanvrage in het kader van de onderhavige 20 uitvinding kunnen worden toegepast.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van in een tekening weergegeven figuren, waarbij figuren 1 en 2 een schematisch aanzicht in perspectief respectievelijk in 25 dwarsdoorsnede van een kunstmatig strand overeenkomstig een voorkeursvariant van de uitvinding laten zien.

In beide figuren onderscheidt men een kunstmatig strand (1) opgebouwd uit een drijvende basis (2) waarop zand is 30 aangebracht, alsmede uit een flexibele mat (3) van PVC of andere kunststof die zich gedeeltelijk onder het zeewater uitstrekt vanaf de drijvende basis (2) naar een op afstand gelegen drijflichaam (4) voor het daartussen vormen van een -6- in dwarsdoorsnede komvormig zwemgebied (5). De drijvende basis (2) is samengesteld uit een aantal, niet nader aangegeven, aan elkaar gekoppelde basiselementen, waarbij elk basiselement is samengesteld uit een aantal, niet nader 5 aangegeven, onder voorspanning samengevoegde drijvende blokken van geëxpandeerd polystyreen en betonnen platen. Verwezen wordt naar de eerdergenoemde Europese octrooipublicatie no. 1 710 356 van dezelfde uitvinders. De drijvende basis (2) omvat een eerste randgebied (6) en een 10 tweede randgebied (7) die beide zijn versterkt. Het eerste randgebied (6) sluit een hoek van circa 45° met de horizontaal in, terwijl het tweede randgebied (7) een hoek van ongeveer 25° insluit met de horizontaal. De beide randgebieden (6,7) vormen een schuin in het (zee)water 15 aflopend kunstmatige stand. Zoals de figuren laten zien, grenst het eerste randgebied (6) met diens eerste rand (8) aan de drijvende basis (2) en met diens tegenover liggende tweede rand (9) aan een eerste rand (10) van het tweede randgebied (7). Het tweede randgebied (7) bevat op diens 20 beurt een tegenover diens eerste rand (10) liggende, tweede rand (11) die in het zeewater ligt en waaraan de flexibele mat (3) is bevestigd. De flexibele mat (3) is voorts bevestigd aan het drijflichaam (4) dat in dit geval is opgebouwd uit aan elkaar gekoppelde buissegmenten (12). Deze 25 buissegmenten (12) zijn inwendig verzwaard om te realiseren dat de buissegmenten net onder de zeespiegel drijven. Eventueel zijn de buissegmenten (12) gezamenlijk uitgerust met een naar de zeebodem zich uitstrekkend net om te voorkomen dat zwemmers vanuit de zwemmerszone (5) onder de 30 buissegmenten (12) kunnen raken. Op de flexibele mat (3) is een zandlaag gespoten om het geheel een zo natuurlijk mogelijk uiterlijk te geven.

-7-

Het zal duidelijk zijn dat het onderhavige kunstmatige strand gemakkelijk kan worden vervoerd en "los" van enige bestaande vaste wal kan worden vervoerd en gebruikt.

5 Onder verwijzing naar figuur 1 worden de drijvende basis (2), de flexibele mat (3) en het drijflichaam (4) in het Engels achtereenvolgens ook wel aangeduid als "beach face", "runnel" en "floating tube". De beide randgebieden (6,7) heten dan in het Engels "berm" respectievelijk "plunge step" terwijl de 10 eerste rand (8) en de tweede rand (9) in het Engels ook wel worden aangeduid met "ridge beach face/berm" respectievelijk "ridge berm/plunge step".

De uitvinding beperkt zich niet tot de aangegeven 15 uitvoeringsvoorbeelden, doch strekt zich tevens uit tot andere voorkeursvarianten vallend binnen het bereik van de aangehechte conclusies.

Claims

1. Kunstmatig strand omvattende een drijvende basis waarop een strandmateriaal, zoals zand, is aangebracht ter 5 vorming van het strand, met het kenmerk dat het kunstmatige strand is voorzien van een flexibele mat die zich althans gedeeltelijk onder water uitstrekt vanaf ten minste een zijde van de drijvende basis naar een verderop aangebracht drijflichaam voor het daartussen vormen van 10 een zwemgebied.

2. Kunstmatig strand volgens conclusie 1, waarbij de flexibele mat althans in hoofdzaak is vervaardigd uit een flexibele kunststof. 15

3. Kunstmatig strand volgens conclusie 2, waarbij de flexibele kunststof is gekozen uit de groep bestaande uit een rubbermateriaal en een schuimmateriaal.

4. Kunstmatig strand volgens conclusie 1, 2 of 3 waarbij de flexibele mat in dwarsdoorsnede komvormig is.

5. Kunstmatig strand volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 4, waarbij op de flexibele mat een zandlaag 25 is aangebracht.

6. Kunstmatig strand volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 5, waarbij het drijflichaam een zodanig drijvend vermogen bezit dat een bovenzijde van het 30 drijflichaam aan de waterspiegel grenst. -9-

7. Kunstmatig strand volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 6, waarbij een onderzijde van het drijflichaam een naar beneden zich uitstrekkend veiligheidsnet bevat.

8. Kunstmatig strand volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 7, waarbij het drijflichaam buisvormig is.

9. Kunstmatig strand volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 8, waarbij de drijvende basis aan ten minst 10 een zijde daarvan is voorzien van een eerste randgebied en een tweede randgebied, waarbij het eerste randgebied een hoek insluit met de horizontaal variërend tussen 30° en 60°, waarbij het tweede randgebied een hoek insluit met de horizontaal variërend tussen 10° en 30°. 15

10 Kunstmatig strand volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 9, waarbij de drijvende basis is samengesteld uit een aantal aan elkaar gekoppelde basiselementen, waarbij elk basiselement is samengesteld uit een aantal, 20 onder voorspanning samengevoegde drijvende blokken althans in hoofdzaak vervaardigd uit EPS en stijve platen althans in hoofdzaak vervaardigd uit beton. 25 30