NL2000679C2 - Toestel voor het vervaardigen van ketens van gekoppelde voedselproducten zoals worsten met gedraaide delen en met een aantal farceerbuizen en de werkwijze voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Description

Toestel voor het vervaardigen van ketens van gekoppelde voedselproducten zoals worsten met gedraaide delen en met een aantal farceerbuizen en de werkwijze voor het vervaardigen daarvan 5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een toestel voor het vervaardigen van ketens van gekoppelde voedselproducten zoals worsten met gedraaide delen en met een aantal farceerbuizen voor het afvoeren van een materiaal van een voedselproduct zoals een worst in een omhulsel, alsmede op een werkwijze voor het vervaardigen hiervan.

10 Op conventionele wijze zijn toestellen voor het vervaardigen van ketens van gekoppelde voedselproducten zoals worsten die gewoonlijk in vele gebieden gebruikt worden, zodanig geconstrueerd dat voedselproducten zoals ketens van gekoppelde voedselproducten, vervaardigd worden door het afvoeren van een materiaal van een voedselproduct zoals een worst tot in een omhulling door gebruik te maken van 15 een roteerde farceerbuis. Vervaardigingstoestellen die een aantal farceerbuizen hebben voor het verbeteren van de productiviteit van het toestel alsmede het gebruik van het aantal opvulbuizen door deze af te wisselen zijn bekend uit de hieronder beschreven octrooidocumenten.

Bij het proces voor het vervaardigen van worsten worden een voorste 20 uiteinde en een achterste uiteinde van een keten gekoppelde worsten met gedraaide delen handmatig aan elkaar vastgeknoopt teneinde ervoor te zorgen dat er geen vulmateriaal daaruit lekt. Normaliter zullen de gedraaide delen van worsten met natuurlijke ingewanden waarschijnlijk niet gedraaid zijn en zal het gefarceerde omhulsel waarschijnlijk breken, zodat bewerkingen zoals het repareren of het 25 verwijderen van deze beschadigde delen, moeten worden uitgevoerd naast de bovengenoemde handmatige bewerking. De mate van het optreden van deze beschadigingen verschilt onderling tussen de individuele omhulsels van natuurlijke ingewanden. Het grote verschil kan met andere woorden optreden in de bewerkingstijd voor de vereiste verwerking van de gefarceerde omhulsels. Indien de bewerkingstijd lang wordt, treedt 30 een vertraging op bij het begin van het farceren van een volgend omhulsel, zodat een wachttijd in de machine optreedt.

2 00 0 6 79 - 2

Een vervaardigingstoestel zoals beschreven in JP-A-59-50294 (corresponderend met Amerikaans octrooi 4 091 505, hierna octrooidocument 1 genoemd) (zie in het bijzonder figuur 3 in het octrooidocument 1) is opgebouwd uit een worstmaaktoestel 1 met twee buizen 22 (farceerbuizen) en een opnemer 461 om de 5 worst te vormen in een lusvorm en deze vanaf een geleidingsas 471 te laten hangen. In dit vervaardigingstoestel 1 worden de twee buizen op een revolverkop (turret) 113. De verschafte rangsschikking is zodanig dat nadat de buizen door de rotatie van de revolverkop verplaatst zijn, de buizen alternerend in verbinding staan met een meterpomp 3, om daarom de buizen na omwisseling te kunnen gebruiken. In dit 10 vervaardigingstoestel grijpt een overbrenging 112, die voorzien is op de buis, in een overbrenging 114 aan de zijde van het hoofdlichaam van het toestel door de rotatie van de revolverkop.

Alhoewel het vervaardigingstoestel volgens octrooidocument 1 echter een worst in een lusvorm vormt, heeft het vervaardigingstoestel volgens het octrooi-15 document 1, aangezien een roterende aandrijfinrichting voor het roteren van de revolverkop 113 met twee farceerbuizen niet verschaft wordt, een probleem bij de verbetering van de bewerkingssnelheid van het toestel bij het gebruik van omhulsels van natuurlijke ingewanden waarin de variatie van de kwaliteit van de omhulsels onder de individuele ingewanden groot is. De tijd die nodig is voor de handmatige bewerking 20 door een operator, die uitgevoerd wordt op de in lussen gevormde worst met natuurlijke ingewanden, hangt namelijk af van de goede of slechte kwaliteit van de natuurlijke ingewanden omhulsels. Alhoewel in het geval waarin slechts één forceerbuis verschaft wordt, het noodzakelijk is om het omhulsel toe te staan om geladen te worden op de farceerbuis nadat één omhulsel gefarceerd is, kan in het geval van het 25 vervaardigingstoestel volgens octrooidocument 1 een volgend omhulsel van tevoren op de andere farceerbuis, gedurende het farceren door één farceerbuis, geladen worden, waardoor het mogelijk wordt gemaakt de anders optredende wachttijd te verminderen. Aangezien echter de inrichting voor het roterend aandrijven van de revolverkop niet verschaft wordt, treedt bij een natuurlijke ingewanden omhulsel van lage kwaliteit, die 30 een lange tijd nodig hebben bij een handmatige bewerking, een tijdsvertraging op in de timing van het roterend aandrijven van de revolverkop door de operator en neemt de wachttijd met dat deel toe. Het in het octrooidocument 1 beschreven vervaardigings- 3 toestel is aldus niet in staat om het optreden van wachttijden te voorkomen die kunnen optreden wegens de variatie van de bewerkingstijd.

In het vervaardigingstoestel volgens octrooidocument 1 heeft het verder de voorkeur, aangezien de aangedreven overbrenging aangrijpt in de 5 aandrijfoverbrenging door middel van het roteren van de revol verkop, om de revolverkop met een relatief lage snelheid te roteren ten einde het in elkaar grijpen van deze overbrengingen zonder problemen te voltooien.

In het vervaardigingstoestel dat beschreven is in het Amerikaanse octrooischrift US3 964 236 (hierna octrooidocument 2 genoemd), zijn twee 10 farceerbuizen 62 en 64 bevestigd op een farceerbuis steun 48, die roteerbaar ondersteund wordt op een as 46, en de verschafte rangschikking is zodanig, dat nadat de farceerbuizen door de rotatie van de steun verplaatst zijn, de farceerbuizen altenerend in contact staan met een spindel 26 om de farceerbuizen te kunnen gebruiken nadat deze omgewisseld zijn. In dit vervaardigingstoestel wordt een kraag 68 15 waaraan de farceerbuis bevestigd is, in druk-contact met O-ringen 36 en 38 gebracht door de gehele steun in axiale richting van de as te verplaatsen terwijl de steun geroteerd wordt.

In het vervaardigingstoestel volgens octrooidocument 2 heeft het de voorkeur, omdat het noodzakelijk is om de gehele steun in de axiale richting van de 20 farceerbuis te verplaatsen terwijl de steun geroteerd wordt om de farceerbuis met de spindel te koppelen, om de steun 48 met een relatief lage snelheid te roteren in het licht van de te genereren traagheid van de steun.

Zoals boven beschreven is, is in de vervaardigingstoestellen zoals beschreven in de octrooidocumenten 1 en 2 de verschafte rangschikking zodanig, dat de 25 farceerbuis-zijde gekoppeld is met de aandrijfbron-zijde, terwijl de revolverkop of de steun roteert voor het verplaatsen van de twee farceerbuizen. In elk van de toestellen is daarom een substantiële tijd nodig voor de verplaatsing en de koppeling van de farceerbuizen zodat hier de productiviteit van de toestellen een probleem is.

In het vervaardigingstoestel volgens octrooidocument 2 is de 30 verschafte rangschikking zodanig, dat gedurende de verplaatsing van de farceerbuizen een eindoppervlak van de kraag met de farceerbuis daaraan bevestigd een tussenruimte heeft met een afdichtingsoppervlak van een plaat 40. Daarom bestaat er de 4 mogelijkheid van lekkage van het materiaal van een dergelijke worst, hetgeen resulteert in een hygiëne probleem.

Bovendien is een vervaardigingstoestel bekend zoals is beschreven in JP-A-2001 -352897 (corresponderend met US6 572 465 B2, hierna octrooidocument 3 5 genoemd), welk toestel gericht is op het verbeteren van de productiviteit van het toestel. Het vervaardigingstoestel in overeenstemming met octrooidocument 3 is aangepast is om op continue wijze de productie van natuurlijke ingewanden worsten uit te voeren alsmede het transporteren van een keten met natuurlijk ingewanden worsten in de vorm van lussen en de bewerking van zijn uiteinden uit te voeren. Op het moment 10 dat het einde van de keten worsten een verwarmingstank passeert, wordt echter de lus van de worsten handmatig verwijderd vanaf de hangonderdelen ten einde het einde van de keten worsten in de verwarmingstank onder te dompelen, zodat het toestel het bezwaar heeft dat de tijdsperiode voor het uivoeren van die bewerking beperkt is.

JP-A-27-43379 (corresponderend met US3 805 329) (hierna 15 octrooidocument 4 genoemd) beschrijft een worst-vervaardigingstoestel die vier sproeiers heeft, waarin deze sproeiers in staat zijn om zich sequentieel te verplaatsen naar een positie vóór een uitlaat van een vulmachine langs een cirkelvormig pad. In dit vervaardigingstoestel wordt gedurende het vullen door een sproeier 36 die in verbinding staat met de uitlaat van de vulmachine, een worstomhulsel met één uiteinde 20 reeds gesloten en geladen op een andere sproeier 36 die gelokaliseerd is op een onderste positie. In dit toestel wordt slechts één worst vervaardigd met één worstomhulsel door het eveneens sluiten van het andere uiteinde. Dit toestel heeft verder een structuur waarin elke sproeier niet roteert rondom zijn eigen as en waarin er geen gedraaide delen in het omhulsel gevormd worden.

25 In dit vervaardigingstoestel behoeft de operator derhalve niet het einde van het gevulde omhulsel gedurende het vullen te bewerken en behoeft deze niet de bewerking uit te voeren die normaliter vereist zou zijn bij de vervaardiging van een keten gekoppelde worsten met gedraaide delen. Het vervaardigingstoestel volgens octrooidocument 4 heeft derhalve niet betrekking op de technologische problemen van 30 de uitvinding volgens de onderhavige aanvrage.

De onderhavige uitvinding is beraamd in het licht van de hierboven beschreven aspecten en zijn eerste doel is om een toestel te verschaffen voor het vervaardigen van ketens gekoppelde voedingsproducten zoals worsten met gedraaide 5 delen, welk toestel een aantal farceerbuizen en in staat is de wachttijd van het vervaardigde toestel te reduceren, zelfs indien omhulsels gebruikt worden die een groot verschil in bewerkingstijd voor de vereiste bewerking van de gefarceerde omhulsels voortbrengen.

5 Een tweede doel van de uitvinding is om een toestel te verschaffen voor het vervaardigen van ketens gekoppelde voedingsproducten zoals worsten met gedraaide delen en met een aantal farceerbuizen, welk toestel de afsluitbewerkingen van een voorste uiteinde van het gefarceerde omhulsel vergemakkelijkt en zeer productief is.

10 Volgens de onderhavige uitvinding wordt het boven beschreven eerste doel bereikt door een toestel voor het vervaardigen van ketens gekoppelde voedingsproducten zoals worsten met gedraaide delen en met een aantal farceerbuizen, omvattende: een eerste hol spindelonderdeel op een langsas voor het vanuit 15 materiaaltoevoermiddelen ontvangen van de toevoer van het materiaal van een voedingsproduct zoals een worst; een farceerbuis-verplaatsingslichaam dat roteerbaar verschaft is rondom een rotatieas, die gelokaliseerd is op een vooraf bepaalde afstand ten opzichte van de langsas; 20 een aantal tweede holle spindelonderdelen die zodanig voorzien zijn door het farceerbuis verplaatsingslichaam, dat deze zich op gelijke intervallen op een omtrek rondom de rotatie-as bevinden; een aantal farceerbuizen, die respectievelijk bevestigd zijn aan het genoemde aantal tweede holle spindelonderdelen; en 25 een remonderdeel, dat in contact komt met een omhulsel dat geladen is op de farceerbuis is in een toestand waarin het remonderdeel bevestigd is op de farceerbuis; materiaal-toevoer-stopcommandeermiddelen voor het verzenden van een materiaaltoevoerstopsignaal voor het stoppen van de toevoer van voedingsproduct-30 materiaal naar het genoemde eerste holle spindelonderdeel; rem-onderdeel losmaak-aandrijfmiddelen voor het losmaken van het remonderdeel van de genoemde farceerbuis; 6 farceerbuis-verplaatsingslichaam-aandrijfmiddelen voor het verplaatsen van het genoemde aantal tweede holle spindelonderdelen naar een positie waarin deze in verbinding staan met het genoemde eerste holle spindelonderdeel door het roteren van het genoemde farceerbuis-verplaatsingslichaam over een vooraf bepaalde hoek rondom 5 de rotatie-as; gefarceerd-omhulsel-ophangonderdelen, die stroomafwaarts van de farceerbuis geplaatst zijn, die is bevestigd aan het genoemde tweede holle spindelonderdeel dat in verbinding staat met het eerste holle spindelonderdeel, en die zich verplaatsen in een toestand waarin het met het voedingsproductmateriaal gevulde 10 gefarceerde omhulsel daaraan is opgehangen, waarin de werking van de genoemde remonderdeel-losmaak-aandrijf-middelen en de genoemde farceerbuisverplaatsingslichaam-aandrijfmiddelen aangepast is om gestuurd te worden na de verzending van het materiaaltoevoerstopsignaal door de materiaaltoevoerstopcommandeermiddelen.

15 Volgens de onderhavige uitvinding wordt het hierboven beschreven eerste doel tevens bereikt door een werkwijze voor het vervaardigen van keten van gekoppelde voedingsproducten zoals worsten met gedraaide delen door gebruik te maken van het toestel volgens conclusie 1 voor het vervaardigen van ketens van gekoppelde voedingsproducten zoals worsten met gedraaide delen, waarbij het toestel 20 een aantal farceerbuizen heeft en de werkwijze de stappen omvat van: het door een handmatige bewerking van een operator uitvoeren van een bewerking die vereist is voor een gefarceerd omhulsel dat opgehangen is aan de genoemde gefarceerde omhulsel ophangonderdelen terwijl een gefarceerd omhulsel gevormd wordt door de genoemde farceerbuis die bevestigd is aan het tweede holle 25 spindelonderdeel dat in verbinding staat met het eerste holle spindelonderdeel; het door handmatige bewerking van dezelfde operator uitvoeren van het laden van het omhulsel op een andere van de genoemde farceerbuizen terwijl het gefarceerde omhulsel gevormd wordt door de farceerbuis; en het door handmatig bewerken van dezelfde operator uitvoeren van de 30 vereiste bewerking voor het gefarceerde omhulsel dat is opgehangen aan de genoemde gefarceerd omhulsel ophangonderdelen gedurende de rotatie van het genoemde gefarceerde omhulsel verplaatsingslichaam die tot stand wordt gebracht na voltooiing van de vorming van het gefarceerde omhulsel door de farceerbuis.

7

Volgens het vervaardigingstoestel en de vervaardigingswerkwijze voor het bereiken van het eerste doel wordt, zelfs indien de bewerkingstijd voor de gefarceerde omhulsels, in het bijzonder in het geval waarin natuurlijke ingewandenomhulsels als omhulsels gebruikt worden, wordt verlengd, het farceren door gebruik te maken van het 5 omhulsel dat van te voren geladen is op de farceerbuis, automatisch gestart. Daarom is het mogelijk om de wachttijd van het vervaardigingstoestel wegens de verlenging van de bewerkingstijd te reduceren. Als gevolg hiervan hebben het vervaardigingstoestel en de vervaardigingswerkwijze een hoge verwerkingssnelheid.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt het hierboven beschreven 10 tweede doel bereikt door een toestel voor het vervaardigen van ketens van gekoppelde voedselproducten zoals worsten met gedraaide delen, waarbij het toestel een aantal farceerbuizen heeft en omvat: een eerste hol spindelonderdeel op een langsas voor het vanaf materiaaltoevoermiddelen ontvangen van de toevoer van een materiaal van een 15 voedingsproduct zoals een worst; een farceerbuis-verplaatsingslichaam dat roteerbaar voorzien is op een rotatie-as die zich bevindt op een vooraf bepaalde afstand van de langsas; een aantal tweede holle spindelonderdelen die zodanig voorzien zijn door het farceerbuisverplaatsingslichaam, dat deze op gelijke afstanden op een omtrek 20 rondom de rotatie-as geplaatst zijn; een aantal farceerbuizen die respectievelijk bevestigd zijn aan het genoemde aantal tweede holle spindel onderdelen; een remonderdeel, dat in contact komt met een omhulsel dat geladen is op de farceerbuis in een toestand waarin het remonderdeel bevestigd is op de farceerbuis; 25 materiaal-toevoer-stop-commandeermiddelen voor het verzenden van een materiaaltoevoerstopsignaal voor het stoppen van de toevoer van het voedingsproduct-materiaal naar het eerste holle spindelonderdeel; remonderdeel-losmaak-aandrijfmiddelen voor het van de farceerbuis losmaken van het remonderdeel; 30 farceerbuis-verplaatsingslichaam-aandrijfiniddelen voor het verplaatsen voor het genoemde aantal tweede holle spindelonderdelen naar een positie waarin deze in verbinding staan met het eerste holle spindelonderdeel door het roteren van het farceerbuisverplaatsingslichaam over een vooraf bepaalde hoek rondom de rotatie-as; 8 waarin de werking van de remonderdeel-losmaak-aandrijfmiddelen en de farceerbuis-verplaatsingslichaam-aandrijfmiddelen aangepast is om gestuurd te worden na de verzending van het materiaaltoevoerstopsignaal door de materiaaltoevoerstop-commandeermiddelen, 5 waarin het genoemde farceerbuis verplaatsingslichaam voorzien is van ten minste één farceerbuis op een omhulsellaadpositie voor het laden van het omhulsel op de genoemde farceerbuis, tenminste één farceerbuis op een voorste einde sluitpositie voor het sluiten van een voorste einde van het op de genoemde farceerbuis geladen omhulsel, en tenminste één farceerbuis op een vulpositie voor het vullen van het 10 omhulsel met het materiaal, en waarin het genoemde farceerbuis-verplaatsingslichaam roteert over een vooraf bepaalde hoek zodat de farceerbuis met het daarop geladen omhulsel zich verplaatst vanaf de omhulsellaadpositie naar de voorste einde sluitpositie, de farceerbuis waarop het omhulsel met zijn voorste einde gesloten geladen wordt, zich 15 verplaatst vanaf de voorste einde sluitpositie naar de vulpositie, en waarin de farceerbuis op de vulpositie beweegt vanaf de vulpositie naar de omhulselaadpositie.

Volgens het toestel voor het bereiken van het hierboven beschreven tweede doel wordt de bewerkingstijd niet beperkt aangezien de voorste-einde-sluitbewerking uitgevoerd kan worden ten opzichte van het omhulsel dat geladen is op de farceerbuis 20 op de voorste-einde-sluitpositie. Daarom is het in het bijzonder bij het gebruik van natuurlijke ingewandenomhulsels mogelijk om bij voorkeur verscheidene bewerkingen waaronder de eindbewerking die uitgevoerd wordt op het gefarceerde omhulsel dat opgehangen is aan ophangonderdelen die in een richting van de operator af bewegen, uit te voeren. De bewerkingsefficiency van de gehele bewerking neemt aldus toe. De 25 farceerbuisverplaatsingsmiddelen zijn voldoende indien zij ten minste drie farceerbuizen verplaatsen en daarom zijn de farceerbuisverplaatsingsmiddelen in staat om vier of meer gefarceerde buizen te verplaatsen.

Volgens de uitvinding is het mogelijk om een toestel te verschaffen voor het vervaardigen van ketens van gekoppelde voedselproducten zoals worsten met 30 gedraaide delen, waarbij het toestel een aantal farceerbuizen heeft en in staat is de wachttijd te reduceren van het vervaardigingstoestel, zelfs indien omhulsels gebruikt worden die een groot verschil in de bewerkingstijd voor de vereiste bewerking van de gefarceerde omhulsels wegens de variatie van de omhulselkwaliteit voortbrengen.

9

Volgens de uitvinding is het mogelijk om een toestel te verschaffen voor het vervaardigen van ketens van gekoppelde voedselproducten zoals worsten met gedraaide delen, waarbij het toestel een aantal farceerbuizen heeft, de sluitbewerking van een voorste einde van het gefarceerde omhulsel vergemakkelijkt en in hoge mate 5 productief is.

Fig. 1 is een verklarend zijaanzicht dat de belangrijkste structurele delen toont van een toestel voor het vervaardigen van ketens van gekoppelde voedselproducten zoals worsten met gedraaide delen, welk toestel een aantal farceerbuizen heeft en in overeenstemming is met een uitvoeringsvorm van de 10 uitvinding;

Fig. 2 is een verklarend vooraanzicht van het in fig. 1 getoonde vervaardigingstoestel;

Fig. 3 is een verklarend zijaanzicht dat de structuur van essentiële delen van het in fig. 1 en 2 getoonde vervaardigingstoestel illustreert; 15 Fig. 4 is een verklarende horizontale dwarsdoorsnede langs as X en rotatieas Xo in fig. 3;

Fig. 5 is een verklarend zijaanzicht dat in een verder uitvergrote vorm de essentiële delen van de in fig. 4 getoonde structuur illustreert;

Fig. 6 is een verklarend vooraanzicht van een clutch-ringaandrijfmiddel; 20 Fig. 7 is een verklarend zijaanzicht dat essentiële delen toont van het vervaardigingstoestel in overeenstemming met een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding;

Fig. 8 is een verklarend zijaanzicht dat in uitvergrote vorm een deel van het vervaardigingstoestel in overeenstemming met nog een andere uitvoeringsvorm van de 25 uitvinding toont;

Fig. 9 is een verklarend zijaanzicht dat het geheel van het in fig. 8 getoonde vervaardigingstoestel toont;

Fig. 10 is een verklarend bovenaanzicht van fig. 9; en

Fig. 11 is een verklarend vooraanzicht van een uitvergroot deel van fig. 9.

30 Verwijzend naar de bijgevoegde tekeningen zal een gedetailleerde beschrijving van de uitvoeringsvormen van de uitvinding worden gegeven. Opgemerkt dient te worden dat de uitvinding niet beperkt is tot de hieronder beschreven uitvoeringsvormen.

10

Allereerst heeft, zoals is getoond in fig. 1-4, een toestel 1 voor het vervaardigen van ketens van gekoppelde voedselproducten zoals worsten in overeenstemming met deze uitvoeringsvorm drie farceerbuizen 2 voor het vormen van een gefarceerd omhulsel (stuffed casing SC) door het vullen van een omhulsel C met 5 een materiaal M van een voedselproduct zoals een worst (hierna het "materiaal" genoemd; zie fig. 3), zodat de drie farceerbuizen 2 onderling uitwisselbaar gebruikt kunnen worden. De drie farceerbuizen 2 (2-1,2-2 en 2-3), die zodanig gerangschikt zijn dat zij zich uitstrekken in de horizontale richting, worden verschaft op een farceerbuisverplaatsingsmiddel 4, dat ondersteund wordt door een huis 3 dat bevestigd 10 is aan een hoofdlichaamhuis la, en zijn aangepast om verplaatst te worden door de intermitterende rotatie van de farceerbuisverplaatsingsmiddelen 4 over elke vooraf bepaalde hoeveelheid in de richting van pijl A.

In het vervaardigingstoestel 1 worden een huislaadpositie I voor het laden van het omhulsel C op de farceerbuis 2, een voorste eindsluitpositie II voor het sluiten 15 van een voorste einde Ca van het omhulsel 2 dat is geladen op de farceerbuis 2, en een

vulpositie III voor het vullen van het omhulsel C met het materiaal M, verschaft onder vooraf bepaalde hoeken, d.w.z. in deze uitvoeringsvorm met intervallen van 120 graden, rondom een rotatieas Xo van een farceerbuissteun 13, die later beschreven zal worden (zie fig. 2). Na roterend te zijn verplaatst over een vooraf bepaalde 20 hoeveelheid, d.w.z. over 120 graden in deze uitvoeringsvorm, is het farceerbuisverplaatsingsmiddel 4 aangepast om in een toestand te stoppen waarin de farceerbuizen 2-1, 2-2 en 2-3 respectievelijk gerangschikt zijn op de omhulsellaadpositie I, de voorste-einde-sluitpositie II en de vulpositie III. Het vervaardigingstoestel omvat verder een eerste holle spindelonderdeel 5, dat in de richting van pijl R rondom een 25 longitudinale as X die zich uitstrekt door de vulpositie III, roteert; een tweede holle spindelonderdeel 6 waaraan de farceerbuis 2 bevestigd is; een koppelmiddel 7 dat werkzaam is om het eerste holle spindelonderdeel 5 en het tweede holle spindelonderdeel te koppelen, een meterpomp 8 voor het toevoeren van het materiaal M naar de farceerbuis 2 via het eerste holle spindelonderdeel 5 en het tweede holle 30 . spindelonderdeel 6; een koppelingvormingsmiddel 9 voor het vormen van gedraaide delen in het gefarceerde omhulsel SC terwijl het gefarceerde omhulsel SC in stroomafwaartse richting (in de richting van pijl B) verplaatst wordt; en een gefarceerd omhulseltransportmiddel 50 voor het transporteren van het gefarceerde omhulsel SC

11 dat uitgezonden is vanaf het koppelvormingsmiddel 9 terwijl het gefarceerde omhulsel SC tot een lusvorm omgevormd wordt.

De farceerbuisverplaatsingsmiddelen 4 omvatten een farceerbuisverplaatsings-lichaam 10 dat voorzien is van een aantal, in deze uitvoeringsvorm drie, tweede holle 5 spindelonderdelen 6 en dat beweegt, d.w.z. roterend beweegt in deze uitvoeringsvorm, alsmede een farceerbuisverplaatsingslichaamaandrijfmiddel 11 voor het roterend bewegen van het farceerbuisverplaatsingslichaam 10 over vooraf bepaalde hoeveelheden, d.w.z. in deze uitvoeringsvorm over 120 graden.

Het farceerbuisverplaatsingslichaam 10 is voorzien van de drie tweede 10 holle spindelonderdelen 6. Drie legereenheden 12 voor het roterend ondersteunen van de respectievelijke drie tweede holle spindelonderdelen 6; en de farceerbuissteun 13, die in hoofdzaak een schijfvorm heeft en waarin de lagereenheden 12 bevestigd zijn door middel van lagerhuizen 12A, zodat de drie farceerbuizen 2 die bevestigd zijn aan de respectievelijke drie tweede holle spindelonderdelen 6 gerangschikt worden op 120 15 graden intervallen rondom de rotatieas Xo. In de gestopte toestand rangschikt de farceerbuissteun 13 de farceerbuis 2-1 op respectievelijk de omhulsellaadpositie I, de farceerbuis 2-2 op de voorste-einde-sluitpositie II en de farceerbuis 2-3 op de vulpositie III.

Tevens verwijzend naar fig. 5 heeft het farceerbuisplaatsingslichaam 10 verder 20 een farceerbuisplaatsingslichaamhouder 14 voor het op een vaste positie in de richting van de longitudinale as X houden van een eindoppervlak 6A van het tweede holle spindelonderdeel 6 gedurende de verplaatsing van de farceerbuizen 2 en gedurende het vullen van het omhulsel C. De farceerbuisverplaatsingslichaamhouder 14 heeft een farceerbuissteunasonderdeel 15 voor het houden van de farceerbuissteun 13 op de 25 rotatieas Xo van de farceerbuissteun 13. Het farceerbuissteunasonderdeel 15 wordt roteerbaar ondersteund door lagers 16, die zijn voorzien in het huis 3, ten einde parallel met de longitudinale as X en onbeweeglijk in de richting van de longitudinale as X geplaatst te zijn.

Aangezien het toestel 1 de farceerbuisverplaatsingslichaamhouder 14 heeft, 30 is het toestel 1 een toestel waarin de verplaatsing van de farceerbuizen 2 snel is, de productiviteit hoog is, en kleinere kans heeft op lekkage van het voedselproduct-materiaal en hygiënisch is. Opgemerkt dient te worden dat de verplaatsingsvorm van het farceerbuisverplaatsingslichaam niet beperkt is en de verplaatsingsvorm kan een 12 roteerbare verplaatsing of een lineaire reciproque verplaatsing zijn. De farceerbuis-verplaatsingslichaamhouder is voldoende indien deze in staat is om de positie van de farceerbuissteun die een roteerbare verplaatsing ondergaat, of het farceerbuis-verplaatsingslichaam dat een lineaire reciproque verplaatsing ondergaat, in de richting 5 van de langsas Xo onbeweeglijk te houden.

Het farceerbuisverplaatsingslichaam 10 omvat verder een roteerbaar afdichtingslichaam 18 dat een vlak oppervlak 18a heeft dat in de nabijheid komt van of in contact komt met een oppervlak 17A van het vast afdichtingslichaam 17, dat een vlak oppervlak heeft dat in nabijheid komt van of in contact komt met een verplaatsend 10 locus-oppervlak 6AA van het eindoppervlak 6A van het tweede holle spindelonderdeel 6 en wordt in een onbeweegbare toestand op een vooraf bepaalde positie op de huizing 3 voorzien. Het roteerbare afdichtingslichaam 18 is bevestigd aan de farceerbuissteun 13 via kolommen 19, zodat het tegenover de farceerbuissteun 13 gepositioneerd is doordat het op afstand daarvan in de richting van de longitudinale as geplaatst is, en het 15 vaste afdichtingslichaam 17 wordt bevestigd op het huis 3.

Het roteerbare afdichtingslichaam 18 is aangepast om, gedurende de rotatie daarvan in de richting van pijl A door het ontvangen van de aandrijving van de farceerbuisverplaatsingslichaamaandrijfwielen 11, te bewegen terwijl zijn achterste zijoppervlak 18a een zodanig grote tussenruimte vormt dat lekkage van het materiaal M 20 ten opzichte van het voorste zijoppervlak 17A van het vaste afdichtingslichaam 17, bij voorkeur in een toestand waarin deze in contact staat met het oppervlak 17A, verhinderd wordt.

In een deel van het vaste afdichtingslichaam 17 wordt een doorgaande opening 17B gevormd op de longitudinale as X en wordt het eerder genoemde holle 25 spindelonderdeel 5 op uitstekende wijze in die doorgaande opening 17B geplaatst.

In het roteerbare afdichtingslichaam 18 zijn drie doorgaande openingen 18B op 120 graden intervallen op posities tegenover de drie tweede holle spindelonderdelen 6, die aangebracht zijn door de hierboven beschreven farceerbuissteun 13, gevormd en is elk tweede holle spindelonderdeel 16 zodanig 30 geplaatst dat dit uitsteekt in die doorgaande opening 18B in de axiale richting. De farceerbuissteun 13 en het roteerbare afdichtingslichaam 18 zijn geïntegreerd en vastgemaakt aan het farceerbuisondersteuningsasonderdeel 15 door middel van een moer 20 die dienst doet als een farceerbuisondersteuningbevestigingsonderdeel en zijn 13 aangepast om integraal verwijderd te worden van het farceerbuissteunasonderdeel 15 bij het schoonmaken van het toestel.

Het farceerbuisverplaatsingslichaamaandrijfiniddel 11 is opgebouwd uit een farceerbuissteunaandrijfmiddel 21 voor het roteren van de farceerbuissteun 13 over 5 120 graden in de richting van pijl A, zodat de farceerbuis 2Ί op de omhulsellaadpositie I, de farceerbuis 2-2 op de voorste einde afsluitpositie II en de farceerbuis 2-3 op de vulpositie III respectievelijk verplaatst worden naar de voorste einde afsluitpositie II, de vulpositie III en de omhulsellaadpositie I en daar stoppen.

Het farceerbuissteunaandrijfmiddel 21 heeft een rotatie-indexering en 10 aandrijfinrichting 22 die een aandrijfas 22A heeft die parallel geplaatst is met het farceerbuissteunasonderdeel 15; een indexeeroverbrengingsmechanisme 23 voor het overbrengen van de geïndexeerde hoek van de aandrijfas 22A op het farceerbuissteunasonderdeel 15; en een positioneermechanisme 24 voor het positioneren met een hoge positioneringsnauwkeurigheid van de farceerbuissteun 13 die over een vooraf 15 bepaalde hoekdeel, dat wil zeggen 120 graden in deze uitvoeringsvorm, geroteerd is door het indexeringoverbrengingsmechanisme 23 (zie fig. 3).

De rotatie-indexering en aandrijfinrichting 22 heeft een publiek bekende pneumatische bedieningseenheid 25, die geplaatst is op een bovenste deel 3A van de behuizing 3 en die roteert met een indexeringshoek van elk 120 graden. Een 20 besturingsmotor omvattende een elektrische servomotor kan in plaats van deze pneumatische bedieningseenheid 25 gebruikt worden.

Het indexeringoverbrengingsmechanisme 23 heeft een poelie 26 die bevestigd is aan de aandrijfas 22A van de rotatie-indexering en aandrijfinrichting 22, een poelie 27 die bevestigd is aan het farceerbuissteunasonderdeel 15 en een 25 verpakkingsverbindmechanisme 29 met een band 28.

Het eerdergenoemde positioneringsmechanisme 24 heeft een positioneringsrol 32 die voorzien is op een positioneringsarm 31, die in overeenstemming met de werking van een bedieningseenheid 30 die gevormd wordt door een luchtcilinder of dergelijke, gezwenkt wordt. De rangschikking is zodanig dat 30 wanneer de positioneerrol 32 bevestigd is in een positioneringsgroef 13B die is aangebracht in een buitenste randdeel 13A van de farceerbuissteun 13, het positioneringsmechanisme 24 de stoppositie van de farceerbuissteun 13 met hoge nauwkeurigheid positioneert en de farceerbuissteun 13 vergrendelt. Op de stoppositie 14 van deze farceerbuissteun 13 wordt het tweede holle spindelonderdeel 6 gepositioneerd in een toestand waarin dit zich concentrisch ten opzichte van het eerste holle spindelonderdeel 15 op de langsas X bevindt. Na voltooiing van het vullen en voor de indexeringsrotatie van de farceerbuissteun 13 voor het vullen van volgend omhulsel C 5 gestart is, wordt het positioneringsmechanisme 24 bediend om de positioneringsrol 32 los te maken van de positioneringsgroef 13B om te zorgen voor ontgrendeling.

Aangezien het farceerbuissteunasonderdeel 15 index-aangedreven is en het buitenste randdeel 13 A van de farceerbuissteun 13, die groter is in diameter dan het farceerbuissteunasonderdeel 15, door het positioneringsmechanisme 24 gepositioneerd 10 wordt, is de positioneringsnauwkeurigheid van de farceerbuis 13 hoog en kan de as van het tweede holle spindelonderdeel 6 concentrisch ten opzichte van die van het eerste holle spindelonderdeel 5 gerangschikt worden. De hoge-snelheidrotatie van het eerste holle spindelonderdeel 5 en het tweede holle spindelonderdeel 6 wordt derhalve mogelijk, waardoor de productiviteit van het toestel wordt verbeterd. Aangezien verder 15 het farceerbuissteunaandrijfmiddel 21 compact kan worden gemaakt, wordt indexering van de farceerbuissteun 13 bij een hoge rotatiesnelheid mogelijk, hetgeen eveneens de productiviteit van het toestel verhoogt.

Alhoewel de rotatie-indexering en aandrijfinrichting 22 van het roteerbare type is, kan daarvoor in de plaats een publiekelijk bekende heen en weer gaande 20 lineaire bedieningseenheid toegepast worden en deze verplaatsing kan omgezet worden in een rotatie-indexeringsbeweging door een publiek bekend bewegingsomzettings-mechanisme om het farceerbuissteunasonderdeel 15 aan te drijven.

Het koppelmiddel 7 is zodanig gerangschikt, dat deze bediend kan worden op de longitudinale as X teneinde het eerste holle spindelonderdeel 5 en het tweede 25 holle spindelonderdeel 6 te koppelen nadat het farceerbuisverplaatsingslichaam 10 de beweging ervan over de vooraf bepaalde hoeveelheid voltooid heeft. In deze uitvoeringsvorm heeft het koppelmiddel 7 een clutchmiddel 33 en is het tweede holle spindelonderdeel 6 gerangschikt om gekoppeld te worden met of losgemaakt te worden van het eerste holle spindelonderdeel 5 door middel van dit clutchmiddel 33.

30 Het clutchmiddel 33 heeft een paar vasthoudpallen 6C die dienst doen als aangedreven en aangegrepen delen die voorzien zijn op een flensdeel 6B dat integraal gevormd is op een buitenomtreksdeel 6D van het tweede holle spindelonderdeel 6; een in hoofdzaak holle cilindrische clutchring 34 die dienst doet als een buisvormig 15 onderdeel dat bevestigd is over een buitenranddeel 5D van het eerste holle spindelonderdeel 5; en een clutchringaandrijfmiddel 36 voor het aandrijven van de clutchring 34.

De clutchring 34 wordt aangebracht over het eerder genoemde buitenste 5 randdeel 5D door middel van een sleutelonderdeel 35 dat bevestigd is in een sleutelgroef 34A die gevormd is op de clutchring 34 teneinde reciproque beweegbaar te zijn in de richting van de longitudinale as X en niet roteerbaar te zijn in de rotatierichting. Een paar vasthoudpallen 34B die dienst doen als aandrijf- en aangrijpdelen, die in staat zijn om te grenzen aan en aan te grijpen op de eerder 10 genoemde vasthoudpallen 6C van het tweede holle spindelonderdeel 6 in de rotatierichting in de richting van pijl R, wordt voorzien op een axiaal voorste einddeel van het clutchring 34.

Het clutchringaandrijfmiddel 36 heeft een bedieningseenheid 37A die is gevormd door een luchtcilinder of dergelijke die bevestigd is op een onderste deel 3B 15 van het huis 3 door middel van een plaat 37B alsmede een clutchbedieningsplaat 37D die een uitvoeras 37C van de bedieningseenheid 37A en de clutchring 34 met elkaar koppelt. De clutchbedieningsplaat 37D heeft een voorvorm zoals in het bijzonder in fig. 6 is weergegeven en sterkt zich zodanig uit dat deze neerwaarts opgehangen is vanaf een aangrijpdeel 37D1 dat in hoofdzaak half cirkel vormig bevestigd is in een groefdeel 20 34C dat gevormd is op de eerder genoemde clutchring 34. De verschafte rangschikking is zodanig dat wanneer de eerder genoemde bedieningseenheid 37A aan en uit wordt geschakeld, de clutchbedieningsplaat 37D reciproque verplaatst wordt in de richting van de longitudinale as X en de clutchring 34 is corresponderenderwijze gerangschikt om in de richting van de longitudinale as X ten opzichte van het tweede holle 25 spindelonderdeel 6 verplaatst te worden of teruggetrokken te worden. Als resultaat hiervan is de clutchring 34 gerangschikt om reciproque verplaatst te worden tussen een bedieningspositie IV waarin deze zodanig geplaatst is dat deze zowel het eerste holle spindelonderdeel 5 als het tweede holle spindelonderdeel 6 uitspreidt, en een teruggetrokken positie V waarin deze op afstand geplaatst is van het tweede holle 30 spindelonderdeel 6 in de richting van de longitudinale as X (zie fig. 5).

Aangezien het buisvormige onderdeel (clutchring 34) gebruikt wordt, is het mogelijk om de koppeling te behouden tussen de farceerbuis 2 en het farceerbuisverplaatsingslichaamaandrijfiniddel 11 in een korte tijd, waardoor het 16 mogelijk wordt gemaakt om de productiviteit te verhogen. Aangezien namelijk het buisvormige onderdeel op reciproque wijze in de richting van de longitudinale as Xo op het eerste holle spindelonderdeel 5 verplaatst wordt, wordt de verplaatsing van het buisvormig onderdeel soepel en snel tot stand gebracht, met het resultaat dat de 5 koppeling en de scheiding tussen het eerste holle spindelonderdeel 5 en het tweede holle spindelonderdeel 6 binnen een kort tijdsbestek tot stand kunnen worden gebracht.

In de toestand waarin de clutchring 34 verplaatst wordt in de axiale richting en geplaatst wordt op de bedieningspositie IV, is de layout-relatie zodanig dat de vasthoudpallen 34B van de clutchring 34 grenzen aan de vasthoudpallen 6C van het 10 tweede holle spindelonderdeel 6 in de rotatierichting. Als resultaat hiervan wordt de rotatie van het eerste holle spindelonderdeel 5 overgebracht naar het tweede holle spindelonderdeel 6 door middel van de clutchring 34 om daardoor de farceerbuis 2 te roteren (fig. 5).

Wanneer aan de andere kant de clutchring 34 teruggetrokken wordt in de 15 axiale richting en verplaatst wordt naar de teruggetrokken positie V, worden de eerder genoemde vasthoudpallen 34B van de clutchring 34 op afstand geplaatst van de vasthoudpallen 6C van het tweede holle spindelonderdeel 6 in de richting van de longitudinale as X (zie fig. 4), waardoor de indexeringsrotatie van de farceerbuissteun 13 in de richting van pijl A mogelijk wordt gemaakt.

20 Opgemerkt dient te worden dat voordat de rotatie van het eerste holle spindelonderdeel 5 stopt, de koppeling daarvan met het tweede holle spindelonderdeel 6 wordt vrijgegeven, zoals vereist is, door het bedienen van het clutchmiddel 33.

De eerder genoemde clutchring 34 wordt voorzien van een eerste afdichtingsonderdeel 38, dat in ringvormig contact komt met het buitenste randdeel 5D 25 van het eerste holle spindelonderdeel 5 in de aangrijptoestand op de bedieningspositie IV, alsmede een tweede afdichtingsonderdeel 39, dat in ringvormig contact komt met het buitenste randdeel 6D van het tweede holle spindelonderdeel 6 in de aangrijptoestand op de bedieningspositie IV. Het eerste afdichtingsonderdeel 38 en de het tweede afdichtingsonderdeel 39 zijn aangepast om te verhinderen dat het materiaal 30 M, dat onder druk toegevoerd wordt door de meterpomp 8 gedurende het vullen, naar buiten toe lekt vanaf een kleine tussenruimte G die gevormd is door het eerste holle spindelonderdeel 5 en het tweede holle spindelonderdeel 6.

17

Het koppelmiddel 7 wordt onafhankelijk van het farceerbuisverplaatsings-lichaam 4 verschaft en nadat het farceerbuisverplaatsingslichaam 4 de verplaatsing over een vooraf bepaalde hoeveelheid α voltooid heeft, wordt het koppelmiddel 7 bediend om het eerste holle spindelonderdeel 5 en het tweede holle spindelonderdeel 6 te 5 koppelen. Aangezien het farceerbuisverplaatsingslichaam 4 niet betrokken is bij de koppeling tussen het eerste holle spindelonderdeel 5 en het tweede holle spindelonderdeel 6, kan het farceerbuisverplaatsingslichaam 4 met hoge snelheid verplaatst worden. Opgemerkt dient te worden dat de koppeling van dit toestel niet beperkt is tot een middel voor het mechanisch bevestigen van het eerste holle spindelonderdeel 5 en 10 het tweede holle spindelonderdeel 6. Het is bijvoorbeeld mogelijk om een middel te gebruiken voor het koppelen van het eerste holle spindelonderdeel 5 en het tweede holle spindelonderdeel 6 door middel van een magneetkracht.

Hierna zal een beschrijving worden gegeven van de werking van het vervaardigingstoestel 1.

15 Bij voltooiing van het farceren van omhulsel C, wordt de hieronder genoemde motor 47-1 gestopt, gevolgd door het stoppen van de rotatie van het eerste holle spindelonderdeel en de rotatie van het tweede holle spindelonderdeel 6 in een toestand dat dit gekoppeld is met het eerste holle spindelonderdeel 5 door middel van de clutchring 34. Hierna wordt de clutchring 34 zodanig verplaatst dat deze 20 teruggetrokken wordt naar de teruggetrokken positie V en wordt de vergrendeling van de farceerbuissteun 13 vrijgegeven. Het koppelingvormingsmiddel 9 wordt vervolgens verplaatst in de neerwaartse richting weg van de farceerbuis 2-3 en de indexeringsrotatie van de farceerbuissteun 13 wordt gestart.

Wanneer de farceerbuissteun 13 de indexeringsrotatie van 120 graden 25 beëindigt, is de farceerbuissteun 13 gepositioneerd en vergrendeld en is de verplaatsing van een volgend omhulsel C naar de omhulsellaadpositie I uitgevoerd. Wanneer de verbindingsvormingsmiddelen 9 terugkeren naar de originele positie, wordt het clutchmiddel 33 bediend om het eerste holle spindelonderdeel 5 en het tweede holle spindelonderdeel 6 te koppelen, wordt de motor gestart om het eerste holle 30 spindelonderdeel 5 te roteren en wordt de rotatie daarvan overgebracht naar het tweede holle spindelonderdeel 6. Op hetzelfde moment wordt de meterpomp 8 bediend om de farcering van het omhulsel C door de farceerbuis 2, die geroteerd is uit te voeren en wordt een gekoppeld gefarceerd omhulsel met gedraaide delen vervaardigd.

18

Het in de lusvorm gevormde gefarceerde omhulsel (stuffen casing SC), dat door de gefarceerde omhulseltransportmiddelen 50 getransporteerd worden, wordt onderworpen door een operator aan de noodzakelijk bewerking. De operator, terwijl deze een bewerking uitvoert op het gefarceerde omhulsel SC, zoals later beschreven zal 5 worden, voert de laadbewerking van het omhulsel C uit alsmede de sluitbewerking van het voorste einde Ca van het op de farceerbuis 2 geladen omhulsel C. Wat betreft het sluiten van het voorste einde, wordt het voorste einde Ca van het omhulsel C handmatig vastgemaakt of wordt een warmteafdichting uitgevoerd door de operator door gebruik te maken van het hieronder beschreven warmteafdichtingsmiddel.

10 Hierna zal onder verwijzing naar fig. 7 een beschrijving worden gegeven van een vervaardigingstoestel 100 waarin het hierboven beschreven toestel 1 voorzien is met een omhulsellaadmiddel en een omhulsellaadeindeafsluitmiddel. Verwijzingsnummer 101 duidt het omhulsellaadmiddel aan dat voorzien is op de omhulsellaadpositie I om het omhulsel C op de farceerbuis 2-1 te laden en het 15 referentienummer 102 duidt het omhulsel voorste einde afsluitmiddel aan dat voorzien is op de voorste einde afsluitpositie II om het voorste einde Ca van het op de farceerbuis 2-2 geladen omhulsel C te sluiten. Het toestel 100 kan echter voorzien worden van het omhulsellaadmiddel 101 of het omhulsel voorste einde afsluitmiddel 102.

20 Het omhulsel voorste einde afsluitmiddel 102 heeft een omhulsel- verwarmingsmiddel 103 voor het warmte-afdichten van het voorste einde Ca van het geladen omhulsel C. Alhoewel de warmteafdichting van het omhulsel C een relatief lange tijd vergt is het mogelijk om een gesloten-omhulsel-voorste einde Ca waarvan het materiaal M niet lekt, te vormen aangezien het omhulsel C verwarmd kan worden door 25 het omhulselverwarmingsmiddel 103 terwijl de farceerbuis 2-2 gestopt is op de voorste einde sluitpositie II, dat wil zeggen terwijl het omhulsel C gevuld wordt op de vulpositie III.

Aangezien het omhulselverwarmingsmiddel 103 verschaft wordt voor het warmte-afdichten van het voorste einde Ca van het op de voorste einde sluitpositie II 30 op de farceerbuis 2-2 geladen omhulsel C, is het mogelijk om dezelfde tijd te spenderen als de tijd die vereist is voor het farceren van een omhulsel C op de voorste eindebewerking, zodat het omhulsel verwarmd kan worden met de verwarmingstijd die noodzakelijk is voor de vorming van een warmte-afgedicht deel. Dit 19 verwarmingsmiddel 103 is geschikt voor toepassing op omhulsels C van natuurlijke ingewanden.

Met het toestel 100 dat voorzien is van het omhulsellaadmiddel 101 en het omhulsel voorste einde afsluitmiddel 102, kan de omhulsellaadbewerking en omhulsel 5 voorste einde afsluitbewerking automatisch uitgevoerd gedurende het farceren, zodat het toestel een geautomatiseerd, zeer productief toestel wordt.

Als omhulsel voorste einde afsluitmiddel 102 is het mogelijk om een conventioneel bekende “clipping” inrichting aan te passen die gebruik maakt van clips of een automatische koord-vastmaakinrichting die gebruik maakt van koord. Verder 10 kan elk van het omhulsellaadmiddel 101 en het omhulsellaadeindafsluitmiddel 102 handmatig of automatisch bediend worden. In elk van de bovenbeschreven vormen in het toestel 100 is het mogelijk om een reductie van de bewerkingstijd te bereiken.

In het hierboven beschreven toestel 1 zijn de farceerbuizen 2-1,2-2 en 2-3 respectievelijk gerangschikt om te stoppen in een toestand waarin zij gerangschikt zijn 15 op de omhulsellaadpositie I, de voorste einde sluitpositie II, en de vulpositie III. Het toestel 1 kan echter eveneens gevormd worden als een toestel 200 dat de voorste einde afsluitbewerking op de voorste einde sluitpositie II niet uitvoert, zoals hieronder beschreven zal worden.

Verwijzend naar fig. 8 tot en met 11 en, wanneer nodig, eveneens naar de 20 tekeningen van de uitvoeringsvorm, waarnaar hierboven reeds verwezen is, van het toestel 1, zal een beschrijving worden gegeven van het toestel 200. In het toestel 200 zijn de farceerbuizen 2-1, 2-2 en 2-3 verschaft op het farceerbuisverplaatsingslichaam 10 met 120 graden intervallen op een omtrek PC rondom de rotatieas Xo. De farceerbuis 2-3 is gelokaliseerd op en blijft stil staan op de longitudinale as X, dat wil 25 zeggen op de vulpositie III, terwijl de farceerbuizen 2-1 en 2-2 respectievelijk gelokaliseerd zijn op en stil blijven staan op twee omhulsellaadposities I, dat wil zeggen een eerste omhulsellaadpositie 1-1 en een tweede omhulsellaadpositie 1-2. Het gefarceerde omhulsel transportmiddel 50 voor het transporteren van de door de farceerbuis 2-3 gevormde gefarceerde omhulsel SC in een toestand waarin dit in 30 lusvorm opgehangen is, is stroomafwaarts van de vulpositie III geplaatst.

Verwijzingsletters OR1 duiden een eerste operator aan die de omhulsels C van de natuurlijke ingewanden op de farceerbuis 2-1 op een eerste omhulsellaadpositie 1-1 en de farceerbuis 2-2 op een tweede laadpositie 1-2 laadt. Deze eerste operator OR1 20 is tevens belast bij ten minste de eindbewerking van de gefarceerde omhulsels SC (de voorste einde sluitbewerking en/of de achterste einde sluitbewerking). Referentie-karakters OR2 duiden een tweede operator aan die toegewezen is om de vereiste bewerking uit te voeren die niet uitgevoerd kon worden door de operator OR1 uit de 5 vereiste bewerkingen voor de gefarceerde omhulsels SC, zoals later beschreven zal worden. De operator OR2 is aldus niet een essentieel staflid.

De meterpomp 8 die dienst doet als materiaaltoevoermiddel, heeft een servomotor 8M die de werking van de pomp 8 in- en uitschakelt. De motor 8M is gerangschikt om het starten en stoppen op basis van een stopsignaal 44 van een 10 materiaal-toevoer-stopcommandeermiddel 43, dat later beschreven zal worden, uit te voeren. De meterpomp 8 levert het materiaal M, dat onder druk is toegevoerd vanaf een niet weergegeven, publiekelijk bekende materiaalpomp, naar de farceerbuis 2-3 in een vulstap en stopt zijn levering in een niet-vulstap. Het materiaal M wordt afgevoerd vanaf de farceerbuis 2-3 naar het omhulsel C. Het materiaaltoevoermiddel kan gevormd 15 zijn door de eerder genoemde publiekelijk bekende materiaalpomp door uitsluiting van de meterpomp 8 van deze uitvoeringsvorm.

Het koppelingvormingsmiddel 9 is bevestigd op een steun 41 die bevestigd is aan het hoofdlichaamhuis la door middel van een zwenkmechanisme 41-1. Het koppelingvormingsmiddel 9 heeft een paar kettingen 9B met knijperonderdelen 9A 20 voor het vormen van verdraaide delen SCa door het beperken van de buitenomtrek van het gefarceerde omhulsel SC. Het gedraaide deel SCa wordt gevormd door rotatie van de farceerbuis 2-3, zoals later beschreven zal worden, en het gefarceerde omhulsel SC wordt verbonden via de gedraaide delen SCa en wordt daardoor in een kettingvorm gevormd.

25 De farceerbuissteun 13 is aangepast om een intermitterende rotatie over een vooraf bepaalde hoek a, dat wil zeggen over 120 graden elk in dit geval, in de richting van pijl AR rondom de rotatieas Xo uit te voeren om daardoor de farceerbuizen 2-1,2-2 en 2-3 op circulerende wijze sequentieel te verplaatsen in de richting van pijl AR naar de vulpositie III. De farceerbuis 2-2, die stilstaat op de tweede omhulsellaadpositie 1-2 30 die boven de farceerbuis 2-3 op de vulpositie III gelokaliseerd is, beweegt neerwaarts (in de richting van pijl AR) en stopt op de vulpositie III. Op de vulpositie III staat het tweede holle spindelonderdeel 6, waaraan de farceerbuis 2-3 die tot stilstand is gebracht, bevestigd is, met het eerste holle spindelonderdeel 5 (zie fig. 4).

21

Het toestel 200 kan één farceerbuis 2 op de vulpositie III en drie of meer farceerbuizen 2 op drie of meer omhulsellaadposities I omvatten, dat wil zeggen vier of meer farceerbuizen 2 of kan één farceerbuis 2 op de vulpositie III en één farceerbuis 2 op de omhulsellaadpositie I, dat wil zeggen twee farceerbuizen 2 omvatten. Aangezien 5 het toestel 200 voorzien is van het gefarceerde-omhulseltransportmiddel 50, is het mogelijk, in zoverre de farceerbuissteun 13 voorzien is van ten minste twee farceerbuizen 2, zelfs indien de farceerbuissteun 13 in de richting van pijl A (zie fig. 2) of de richting van pijl AR beweegt, om de wachttijd van het toestel 200 te reduceren, welke wachttijd kan optreden wegens de bewerking van het gefarceerde omhulsel SC.

10 Alhoewel de eerdergenoemde rotatie-indexering en aandrijfinrichting 22 geplaatst is op de bovenpositie 3 A van het huis 3, kan het farceerbuisverplaatsings-lichaamaandrijfmiddel 11 anders geconstrueerd worden doordat deze voorzien is van een rotatie-indexering en aandrijfinrichting van een andere vorm die geplaatst is op de longitudinale as Xo van het farceerbuissteunasonderdeel 15. De rotatie-indexering en 15 aandrijfinrichting kan de pneumatische bedieningseenheid 25 of een besturingsmotor zoals een elektrische servomotor zijn.

Op dezelfde wijze als het bovenbeschreven toestel 1 heeft het farceerbuis-verplaatsingsmiddel 4 ook in dit toestel 200 een farceerbuisverplaatsings-lichaam 10, dat over een vooraf bepaalde hoek in de richting van pijl A of over een vooraf bepaalde 20 hoek in de richting van pijl AR roteert. Als alternatief kan er een zodanige rangschikking worden verschaft dat het farceerbuisverplaatsingsmiddel 4 een farceerbuisverplaatsingslichaam heeft dat alternerend en reciproque roteert over een vooraf bepaalde hoek in de richting van pijl A en in de richting van pijl AR. In deze vorm zijn twee farceerbuizen 2 verschaft op het farceerverplaatsingslichaam 10 op 180 25 graden intervallen op een omtrek PC rondom de rotatieas Xo.

Referentienummer 40 duidt een ringvormig remonderdeel aan dat een hol deel heeft waarvan de binnenste omtreksrand in contact komt met het op de vulpositie III op de farceerbuis 2-3 geladen omhulsel C. Het ringvormige remonderdeel 40 wordt binnen in een verticaal deel 41V van de steun 41 (zie fig. 1) met een rechthoekige vorm 30 voorzien. Het remonderdeel 40 roteert het gefarceerde omhulsel SC door rotatie samen met de farceerbuis 2-3.

Referentienummer 42 duidt een remonderdeellosmaak-aandrijfmiddel aan, dat een bedieningseenheid 42-1 heeft die binnen het hoofdlichaamhuis la verschaft is 22 en een koppelingstaafonderdeel 42-2 die reciproque verplaatst wordt door de bedieningseenheid 42-1. Het koppelingsstaafonderdeel 42-2 gaat door het hoofdlichaamhuis la en wordt gekoppeld met de steun 41. Wanneer het koppelingsstaafonderdeel 42-2 reciproque verplaatst wordt, voert steun 41 de 5 reciproque rotatie rondom het zwenkmechanisme 41-1 in de richting van pijl E en in de richting van pijl F uit. Het remonderdeel 40, dat voorzien is in de steun 41, wordt losgemaakt van de farceerbuis 2-3 door verplaatsing in de richting van pijl E, waardoor de roterende beweging van het farceerbuisverplaatsingsmiddel over de vooraf bepaalde hoek α mogelijk wordt gemaakt.

10 Het toestel 200 kan voorzien worden, in plaats van de steun 41 van de hierboven beschreven vorm, van een steun die bevestigd is in het hoofdlichaamhuis la teneinde een rechtlijnige reciproque verplaatsing mogelijk te maken. In dit geval wordt het remondeideellosmaakaandrijfmiddel gekoppeld met de steun teneinde de steun reciproque te verplaatsen langs de longitudinale richting van de farceerbuis 2-3. Ook in 15 deze vorm wordt het remonderdeel 40 losgemaakt van de farceerbuis 2-3.

Verwijzingsnummer 43 duidt het materiaaltoevoerstopcommandomiddel aan voor het verzenden van het stopsignaal 44 voor het stoppen van de toevoer van het materiaal door het materiaaltoevoermiddel 8 door het detecteren van een achtereinde Cb van het omhulsel C dat geladen is op de farceerbuis 2. Het materiaaltoevoerstop-20 commando-middel 43 heeft twee detectiesensoren 43-2 en 43-3 die bevestigd zijn op een beugel 43-1 die bevestigd is aan de houder 41, een omhulselduwkraag 43-4 voor het duwen van het achtereinde Cb van het omhulsel C, en een luchtmondstuk 43-5 voor het duwen van de omhulselduwkraag 43-4 tegen het achtereinde Cb. De lengte van het omhulsel C dat geladen is op de farceerbuis 2-3, wordt korter wanneer het omhulsel C 25 geleidelijk gevuld wordt met het materiaal en het achtereinde Cb daarvan benadert geleidelijk een distaai einde 2a van de farceerbuis 2. De detectiesensoren 43-2 en 43-3 detecteren de omhulselduwkraag 43-4, die het achtereinde Cb, die het distale einde 2a naderen, duwt om het farceren van het omhulsel C door de farceerbuis 2-3 te beëindigen. Als een dergelijk materiaaltoevoerstopcommandomiddel 43 is het mogelijk 30 - om een inrichting te gebruiken die beschreven is in de opnieuw gepubliceerde octrooiaanvrage WO 02/007524.

Als materiaaltoevoerstopcommandomiddel 43 is het mogelijk om een publiekelijk bekende inrichting waaronder de inrichtingen die beschreven zijn in de 23 gepubliceerde WO 00/47053, EP 1 623 628 A2, EP 1 647 193 Al en WO 02/28191 A2, te gebruiken.

Referentienummer 46 duidt een besturingsmiddel aan dat een programmeerbare logische besturing (PLC) heeft voor het verzenden van signalen naar 5 verscheidene elementen alsmede middelen voor het aandrijven van de respectievelijke delen van het toestel 200. Door gebruik te maken als startpunt van de ontvangst van stopsignaal 44 van het materiaaltoevoerstopcommandomiddel 43, verzendt het besturingsmiddel 46 een signaal SI naar het materiaaltoevoermiddel 8, een signaal S2 naar het farceerbuisverplaatsingslichaamaandrijfmiddel 11, en een signaal S3 naar het 10 remonderdeellosmaakaandrijfmiddel 42 om daardoor het materiaaltoevoermiddel 8, het farceerbuisverplaatsingslichaamaandrijfmiddel 11 en het remonderdeellosmaak-aandrijfmiddel 42 te sturen zodat zij in een vooraf bepaalde volgorde functioneren. Het farceerbuisverplaatsingslichaamaandrijfmiddel 11 en het remonderdeellosmaak-aandrijfiniddel 42 zijn aldus geconstrueerd dat hun werking gestuurd wordt na de 15 verzending van het stopsignaal 44 door het materiaaltoevoerstopcommandomiddel 43.

Opgemerkt dient te worden dat het besturingsmiddel 46 niet beperkt is tot het elektrische type en een pneumatisch type of een mechanisch type gebruik makend van een nok kan zijn.

Referentienummer 47 duidt een eerste holle spindelonderdeelrotatie-20 aandrijfmiddel aan voor het roteren van het eerste holle spindelonderdeel 5 rondom de longitudinale as X en het eerste holle spindelonderdeelrotatieaandrijfmiddel 47 wordt voorzien binnen in het hoofdlichaamhuis la en het huis 3 dat bevestigd is aan het hoofdlichaamhuis la. Het eerste holle spindelonderdeelrotatieaandijfmiddel 47 heeft een motor 47-1, een poelie 47-2 en een riem 47-3 en de rotatie van de motor 47-1 wordt 25 overgebracht naar het eerste holle spindelonderdeel 5.

Het gefarceerde omhulseltransportmiddel 50 heeft een veelheid aan ophangonderdelen 51, dat wil zeggen in dit voorbeeld haken 52, die zich verplaatsen door het gefarceerde omhulsel SC spieraalvormig (in lusvorm) op te hangen of in een alternerend bilaterale ophangwijze, op een zadelmanier. Alhoewel het gefarceerde 30 omhulseltransportmiddel 50 aangepast is om het gefarceerde omhulsel SC te bewerken en te transporteren gedurende de vulstap en aangepast is om zijn werking te stoppen gedurende de niet-vulstap, kan het gefarceerde omhulseltransportmiddel eveneens bediend worden tijdens de niet-vulstap. De omhulsellaadposities 1-1 en 1-2 bevinden 24 zich dichter bij een verplaatsingspad VI van de haken 52 met de daaraan opgehangen gefarceerde omhulsel SC dan de vulpositie III. Als gevolg hiervan is de eerste operator OR1 in staat om het laden van de omhulsels C op de farceerbuizen 2-1 en 2-2 op de eerste omhulsellaadpositie 1-1 en de tweede omhulsellaadpositie 1-2 alsmede de 5 vereiste bewerking van het aan de haken 52 opgehangen gefarceerde omhulsel SC uit te voeren.

Verwijzingskarakters Hl, H2 en H3 tonen de respectievelijke hoogtes vanaf een vloerlijn FL tot aan de farceerbuizen 2-1 en 2-2 op de eerste en tweede omhulsellaadposities 1-1 en 1-2 en de farceerbuis 2-3 op de vulpositie III en 10 referentiekarakter H4 toont de hoogte vanaf de vloerlijn FL tot aan ophangdeel 52A

van de haak 52. Aangezien het werkvolume bij het bewerken van het gefarceerde omhulsel SC groot is, wordt de hoogte van haak 52 (H4) ingesteld op een hoogte om de eerste operator OR1 te faciliteren. De hoogte van de farceerbuis 2-2 (H2) op de tweede omhulsellaadpositie 1-2 is groter dan de hoogte dan de haak 52 (H4) en kan daarom de 15 werkingsefficiency bij het laden van het omhulsel C door de eerste operator OR1 reduceren. Aangezien de farceerbuis 2-1 ingesteld wordt op een hoogte Hl die kleiner is dan de hoogte H2 van de farceerbuis 2-2 en dichter bij de eerste operator OR1 gelokaliseerd is dan de farceerbuis 2-2, bevindt de farceerbuis 2-2 zich op een gewenste positie voor de omhulsellaadbewerking door de operator OR1.

20 In het toestel 200 is de farceerbuis 2-2, die het omhulsel C ondersteunt dat geladen is op de eerste omhulsellaadpositie 1-1 waar belading eenvoudig is, verplaatst naar en gestopt op de tweede omhulsellaadpositie 1-2 aangezien het farceerbuis-verplaatsingslichaam 10 in de richting van pijl AR roteert. De eerste operator OR1 is daarom altijd in staat om het omhulsel op de lege farceerbuis 2-1 te laden, die stand-by 25 is op de eerste omhulsellaadpositie 1-1 waar de belading eenvoudig is. Als gevolg hiervan is het mogelijk om van te voren twee omhulsels 2 op twee reservefarceerbuizen 2-1 en 2-2 gedurende de vulstap te laden.

Als de vereiste bewerking wat betreft het gefarceerde omhulsel SC is het mogelijk om te verwijzen naar het voorste eindesluiting, achterste eindesluiting, 30 omgedraaide bewerking, en doorboringsbewerking. De variatie van de voor dergelijke bewerkingen vereiste tijd door de handmatige bewerking door de operator OR, die uitgevoerd wordt op het gefarceerde omhulsel SC, is groot, in het bijzonder in het geval waarin de omhulsels C omhulsels van natuurlijke ingewanden zijn. De hoeveelheid 25 bewerkingen is klein bij het farceren van omhulsels van natuurlijke ingewanden van hoge kwaliteit. De hoeveelheid bewerkingen is groot bij het farceren van omhulsels van natuurlijke ingewanden van lage kwaliteit.

Het bestuurmiddel 46 bestuurt de hoofddelen en de elementen van het 5 toestel 200 in de volgende vooraf bepaalde volgorde. Allereerst wordt de meterpomp 8 gestopt op basis van een signaal dat de detectie van het achterste einde Cb van het omhulsel C representeert. Vervolgens wordt de werking van het koppelingvormings-middel 9, het gefarceerd omhulseltransportmiddel en de farceerbuis 2-3 gestopt. Nadat het remonderdeel 40 losgemaakt is van de farceerbuis 2-3, wordt de farceerbuissteun 13 10 index-geroteerd om de farceerbuis 2 met een volgend daarop geladen omhulsel C naar de vulpositie III te verplaatsen. Nadat het remonderdeel bevestigd is op de farceerbuis 2-3, wordt een volgende vulling gestart. Opgemerkt dient te worden dat deze bewerking en deze reeks naar wens kunnen worden aangepast.

Aangezien de hierboven beschreven bewerking uitgevoerd wordt in het 15 toestel 200, wordt, zelfs indien het vullen beëindigd is voordat de bewerking van het gefarceerde omhulsel SC door de eerste operator OR1 voltooid is, een volgende vulbewerking gebruik makend van de twee natuurlijke ingewandenomhulsels C die van te voren geladen zijn op de twee farceerbuizen 2-1 en 2-2 automatisch sequentieel gestart.

20 Vervolgens zal een beschrijving worden gegeven van de werkwijze voor het vervaardigen van ketens gekoppelde voedingsproducten zoals worstjes, door gebruik te maken van het toestel 200.

• Een omhulsel C is reeds geladen op de farceerbuis 2-2 op de tweede omhulsellaadpositie 1-2.

25 · De eerste operator OR1 laadt een ander omhulsel C op de lege farceerbuis 2-1 op de eerste omhulsellaadpositie 1-1.

• Zelfs indien de vulbewerking waarin gebruik wordt gemaakt van de farceerbuis 2-3 geëindigd is gedurende de gefarceerde omhulselbewerking, gaat de eerste operator OR1 door met de gefarceerde omhulselbewerking.

30 · Wanneer de eerste operator OR1 niet bezet is met de gefarceerde omhulselbewerking, voert deze het laden van omhulsels op de farceerbuizen 2-1 en 2-2 uit.

26

Bij de vervaardiging van worstjes waarin gebruik wordt gemaakt van omhulsels C van natuurlijke ingewanden, waarin de variatie van hun kwaliteit groot is, heeft dit vervaardigingstoestel 200 een hoge bewerkingssnelheid, aangezien de laadfrequentie van de omhulsels op de farceerbuis 2-1, waarin het laden is gefaciliteerd, 5 hoog is en de frequentie van het laden van omhulsels op de farceerbuis 2-2, waar het laden minder gefaciliteerd wordt dan op de farceerbuis 2-1, laag is. Aangezien de omhulsels C vaak gezet zijn op beide van de twee reservefarceerbuizen 2-1 en 2-2, wordt de wachttijd van de productie gereduceerd. Het is mogelijk om het farceren van een volgend omhulsel gedurende de bewerking van het gefarceerde omhulsel SC, dat 10 opgehangen is aan het gefarceerde omhulseltransportmiddel 50, te starten zodat de productiviteit hoog is.

INDUSTRIËLE TOEPASBAARHEID

15 Het hierboven beschreven toestel voor het vervaardigen van ketens gekoppelde voedingsproducten zoals worstjes met gedraaide delen en met een aantal farceerbuizen in overeenstemming met de uitvinding is zeer uitgebreid toepasbaar op toestellen die artificiële omhulsels naast omhulsels van natuurlijke ingewanden gebruiken.

2000679

Claims (8)

1. Toestel (1; 100;200) voor het vervaardigen van ketens van gekoppelde voedingsproducten zoals worsten met gedraaide delen, waarbij het toestel aantal 5 farceerbuizen (2) heeft en omvat: een eerste hol spindelonderdeel (5) op een langsas (X) voor het vanuit materiaaltoevoermiddelen (8) ontvangen van de toevoer van het materiaal (M) van een voedingsproduct zoals een worst; een farceerbuis-verplaatsingslichaam (10) dat roteerbaar verschaft is 10 rondom een rotatieas (Xo), die gelokaliseerd is op een vooraf bepaalde afstand ten opzichte van de langsas (X); een aantal tweede holle spindelonderdelen (6) die zodanig voorzien zijn door het farceerbuis verplaatsingslichaam (10), dat deze zich op gelijke intervallen op een omtrek rondom de rotatie-as (Xo) bevinden; 15 een aantal farceerbuizen (2), die respectievelijk bevestigd zijn aan het genoemde aantal tweede holle spindelonderdelen (6); en een remonderdeel (40), dat in contact komt met een omhulsel (C) dat geladen is op de farceerbuis (2) is in een toestand waarin het remonderdeel (40) bevestigd is op de farceerbuis (2); 20 materiaal-toevoer-stopcommandeermiddelen (43) voor het verzenden van een materiaaltoevoerstopsignaal (44) voor het stoppen van de toevoer van voedingsproduct-materiaal (M) naar het genoemde eerste holle spindelonderdeel (5); rem-onderdeel losmaak-aandrijfmiddelen (42) voor het losmaken van het remonderdeel (40) van de genoemde farceerbuis (2); 25 farceerbuis-verplaatsingslichaam-aandrijfmiddelen (11) voor het verplaatsen van het genoemde aantal tweede holle spindelonderdelen (6) naar een positie (III) waarin deze in verbinding staan met het genoemde eerste holle spindelonderdeel (5) door het roteren van het genoemde farceerbuis-verplaatsingslichaam (10) over een vooraf bepaalde hoek rondom de rotatie-as (Xo); 30 gefarceerd-omhulsel-ophangonderdelen (51), die stroomafwaarts van de farceerbuis (2) geplaatst zijn, die is bevestigd aan het genoemde tweede holle spindelonderdeel (6) dat in verbinding staat met het eerste holle spindelonderdeel (5), en die zich verplaatsen in een toestand waarin het met het voedingsproductmateriaal gevulde gefarceerde omhulsel (SC) daaraan is opgehangen, waarin de werking van de genoemde remonderdeel-losmaak-aandrijf-middelen (42) en de genoemde farceerbuisverplaatsingslichaam-aandrijfmiddelen (11) 5 aangepast is om gestuurd te worden na de verzending van het materiaaltoevoerstopsignaal (44) door de materiaaltoevoerstopcommandeermiddelen (43).

2. Toestel volgens conclusie 1, met de kenmerk, dat het toestel verder omvat: 10 eerste holle spindelonderdeel roteerbaar-aandrijfmiddelen (47) voor het roteren van het genoemde eerste holle spindelonderdeel (5) rondom de langsas (X); en koppelmiddelen (7) die voorzien zijn op de langsas (X) en die werkzaam zijn om het genoemde eerste holle spindelonderdeel (5) en het genoemde tweede holle spindelonderdeel (6) die de rotatie over de vooraf bepaalde hoek voltooid heeft, te 15 koppelen.

3. Toestel volgens conclusie 1 of 2, waarin de genoemde koppelmiddelen (7) een aangedreven en aangegrepen deel (6C) hebben, dat is voorzien op het tweede holle spindelonderdeel (6), en een buisvormig onderdeel (34) dat een aandrijf -en aangrijpdeel (34B) heeft voor het aangrijpen van het aangedreven en aangegrepen deel 20 (6C), waarbij het buisvormige onderdeel (34) bevestigd is op het genoemde eerste holle spindelonderdeel (5)en reciproque verplaatsbaar is in de richting van het langsas (X).

4. Toestel volgens een van de conclusies 1-3, waarin het genoemde farceerbuis verplaatsingslichaam (10) een farceerbuis-verplaatsingslichaamhouder (14) heeft voor het op een vaste positie in de richting van de langsas (X) houden van een 25 eindoppervlak (6A) van het tweede holle spindelonderdeel (6) gedurende het verplaatsen en het stoppen daarvan.

5. Toestel volgens een van de conclusies 1-4, waarin het farceerbuis verplaatsingslichaam (10) voorzien is van tenminste drie tweede holle spindelonderdelen (6) en waarin één van de genoemde tweede holle spindelonderdelen 30 (6), die stilstaat op een positie hoger dan het eerste holle spindelonderdeel (5), neerwaarts wordt verplaatst in de richting van de positie waarin deze in verbinding staat met het eerste holle spindelonderdeel (5) als gevolg van de rotatie van het farceerbuis verplaatsingslichaam (10) over de vooraf bepaalde hoek.

6. Toestel (1; 100) voor het vervaardigen van ketens van gekoppelde voedingsproducten zoals worsten met gedraaide delen, bij voorkeur een toestel volgens een van de conclusies 1-5, waarbij het toestel een aantal farceerbuizen (2) heeft en omvat: 5 een eerste hol spindelonderdeel (5) op een langsas (X) voor het vanaf materiaaltoevoermiddelen (8) ontvangen van de toevoer van een materiaal (M) van een voedingsproduct zoals een worst; een farceerbuis-verplaatsingslichaam (10) dat roteerbaar voorzien is op een rotatie-as (Xo) die zich bevindt op een vooraf bepaalde afstand van de langsas (X); 10 een aantal tweede holle spindelonderdelen (6) die zodanig voorzien zijn door het farceerbuisverplaatsingslichaam (10), dat deze op gelijke afstanden op een omtrek rondom de rotatie-as (Xo) geplaatst zijn; een aantal farceerbuizen (2) die respectievelijk bevestigd zijn aan het genoemde aantal tweede holle spindelonderdelen (6); 15 een remonderdeel (40), dat in contact komt met een omhulsel (C) dat geladen is op de farceerbuis (2) in een toestand waarin het remonderdeel (40) bevestigd is op de farceerbuis (2); materiaal-toevoer-stop-commandeermiddelen (43) voor het verzenden van een materiaaltoevoerstopsignaal (44) voor het stoppen van de toevoer van het 20 voedingsproduct-materiaal (M) naar het eerste holle spindelonderdeel (5); remonderdeel-losmaak-aandrijfmiddelen (42) voor het van de farceerbuis (2) losmaken van het remonderdeel (40); farceerbuis-verplaatsingslichaam-aandrijfmiddelen (11) voor het verplaatsen voor het genoemde aantal tweede holle spindelonderdelen (6) naar een 25 positie (III) waarin deze in verbinding staan met het eerste holle spindelonderdeel (5) door het roteren van het farceerbuisverplaatsingslichaam (10) over een vooraf bepaalde hoek rondom de rotatie-as (Xo); waarin de werking van de remonderdeel-losmaak-aandrijfmiddelen (42) en de farceerbuis-verplaatsingslichaam-aandrijfmiddelen (11) aangepast is om gestuurd te 30 worden na de verzending van het materiaaltoevoerstopsignaal (44) door de materiaaltoevoerstop-commandeermiddelen (43), waarin het genoemde farceerbuis verplaatsingslichaam (10) voorzien is van ten minste één farceerbuis (2-1) op een omhulsellaadpositie (I) voor het laden van het omhulsel (C) op de genoemde farceerbuis (2-1), tenminste één farceerbuis (2-2) op een voorste einde sluitpositie (Π) voor het sluiten van een voorste einde (Ca) van het op de genoemde farceerbuis geladen omhulsel (C), en tenminste één farceerbuis (2-3) op een vulpositie (ΠΙ) voor het vullen van het omhulsel (C) met het materiaal (M), en 5 waarin het genoemde farceerbuis-verplaatsingslichaam (10) roteert over een vooraf bepaalde hoek zodat de farceerbuis (2) met het daarop geladen omhulsel (C) zich verplaatst vanaf de omhulsellaadpositie (I) naar de voorste einde sluitpositie (II), de farceerbuis (2) waarop het omhulsel (C) met zijn voorste einde gesloten geladen wordt, zich verplaatst vanaf de voorste einde sluitpositie (II) naar de vulpositie (ΙΠ), en 10 waarin de farceerbuis (2) op de vulpositie beweegt vanaf de vulpositie (ΠΙ) naar de omhulselaadpositie (I).

7. Toestel volgens conclusie 6, verder omvattende: omhulsel verwarmingsmiddelen (103) voor het sluiten van het voorste einde (Ca) van het omhulsel (C), dat is geladen op de farceerbuis (2-2) op de voorste einde 15 sluitpositie (Π).

8. Werkwijze voor het vervaardigen van ketens van gekoppelde voedingsproducten zoals worsten met gedraaide delen door gebruik te maken van het toestel (200) voor het vervaardigen van ketens gekoppelde voedingsproducten zoals worsten met gedraaide delen, welk toestel een aantal farceerbuizen (2) heeft, waarbij 20 gebruik wordt gemaakt van een toestel volgens een conclusie 1 en waarbij de werkwijze de stappen omvat van: het door een handmatige bewerking van een operator (OR1) uitvoeren van een bewerking die vereist is voor een gefarceerd omhulsel (SC) dat opgehangen is aan de genoemde gefarceerde omhulsel ophangonderdelen (51) terwijl een gefarceerd 25 omhulsel (SC) gevormd wordt door de genoemde farceerbuis (2) die bevestigd is aan het tweede holle spindelonderdeel (6) dat in verbinding staat met het eerste holle spindelonderdeel (5); het door handmatige bewerking van dezelfde operator (OR1) uitvoeren van het laden van het omhulsel (C) op een andere van de genoemde farceerbuizen (2) 30 terwijl het gefarceerde omhulsel (SC) gevormd wordt door de farceerbuis (2); en het door handmatig bewerken van dezelfde operator (OR1) uitvoeren van de vereiste bewerking voor het gefarceerde omhulsel (SC) dat is opgehangen aan de genoemde gefarceerd omhulsel ophangonderdelen (51) gedurende de rotatie van het genoemde gefarceerde omhulsel verplaatsingslichaam die tot stand wordt gebracht na voltooiing van de vorming van het gefarceerde omhulsel (SC) door de farceerbuis (2).