NL2000283C2 - Stootrand. - Google Patents

Description

Stootrand

De uitvinding betreft een stootrand overeenkomstig de aanhef van conclusie 1. Dergelijke stootranden zijn bekend. Bij de bekende stootranden zijn twee metalen strippen haaks 5 op de scheepshuid gelast en het rubberen profiel is tussen deze profielen geplaatst. Evenwijdig aan de scheepshuid zijn door de metalen strippen en het rubberen profiel gaten geboord waardoor een metalen as of bout gestoken wordt om het rubberen profiel langs de scheepshuid te houden. Een 10 nadeel van deze bekende constructie is dat bij het monteren de gaten in de metalen strippen en het rubberen profiel in eikaars verlengde moeten liggen. Dit betekent dat bijvoorbeeld de gaten in de metalen strippen afgetekend moeten worden op het rubberen profiel, waarna ze geboord kunnen 15 worden. Dit is arbeidsintensief. Een ander nadeel is dat de metalen as of bout bij hoge belasting kan verbuigen, waarna vervangen van rubberen strip moeilijk wordt.

Ten einde deze nadelen te vermijden is de stootrand uitgevoerd in overeenstemming met het kenmerk van conclusie 20 1. Hierdoor wordt het rubberen profiel op eenvoudige wijze in de metalen strip vastgehouden waarbij het rubberen profiel zonder aftekenen van maten in de metalen strip kan worden bevestigd.

Overeenkomstig een uitvoeringsvorm is de stootrand 25 uitgevoerd volgens conclusie 2. Hierdoor wordt de belasting op de stootrand overgedragen op de metalen strip, die een versteviging in de scheepshuid vormt en waardoor vervorming van de scheepshuid wordt voorkomen.

Overeenkomstig een uitvoeringsvorm is de stootrand 30 uitgevoerd volgens conclusie 3. Hierdoor worden belastingen op het rubberen profiel op eenvoudige wijze overgedragen op de metalen strip en/of de scheepshuid.

2

Overeenkomstig een uitvoeringsvorm is de stootrand uitgevoerd volgens conclusie 4. Door het gebruik van een metalen profiel of metalen delen wordt het rubberen profiel stevig vastgeklemd in de metalen strip.

5 Overeenkomstig een uitvoeringsvorm is de stootrand uitgevoerd volgens conclusie 5. Hierdoor is het vastklemmen van het rubberen profiel met de wiggen of het wigvormige profiel in de langsopening op eenvoudige wijze mogelijk.

Overeenkomstig een uitvoeringsvorm is de stootrand 10 uitgevoerd volgens conclusie 6. Hiermee is het op eenvoudige wijze mogelijk het metalen profiel of de metalen delen met kracht tussen de bevestigingslippen te brengen en deze uit te buigen en/of tegen de binnenzijde van de groef te drukken.

15 Overeenkomstig een uitvoeringsvorm is de stootrand uitgevoerd volgens conclusie 7. Door de holle koker is de stootrand lichter en meer elastisch en beschermd de stootrand de bout.

Overeenkomstig een uitvoeringsvorm is de stootrand 20 uitgevoerd volgens conclusie 8. Hierdoor wordt zeker gesteld dat de wig in de groef bij het losdraaien van de bout niet met de bout mee kan draaien.

Overeenkomstig een uitvoeringsvorm is de stootrand uitgevoerd volgens conclusie 9. Hierbij is de groef in de 25 metalen strip duidelijk groter dan de langsopening, waardoor er ruimte is voor een wig of wigvormig profiel van voldoende grootte voor het stevig vastklemmen het rubberen profiel. Door ten minste twee buitenzijden van het metalen profiel vlak en evenwijdig uit te voeren kan de metalen 30 strip op eenvoudige wijze gebogen worden in de vorm van het schip.

3

Overeenkomstig een uitvoeringsvorm is de stootrand uitgevoerd volgens conclusie 10. Hierdoor wordt een gladde bevestiging van het profiel op de scheepshuid verkregen.

Overeenkomstig een uitvoeringsvorm is de stootrand 5 uitgevoerd volgens conclusie 11. Hierdoor kan de metalen strip ook op eenvoudige wijze nabij een knik in de scheepshuid gemonteerd worden.

De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden met behulp van een tekening.

10 In de tekening toont

Figuur 1 een perspectivisch aanzit van een vaartuig voorzien van stootranden,

Figuur 2 een doorsnede van een stootrand in overeenstemming met de stand van de techniek, 15 Figuur 3 een doorsnede van een stootrand in overeenstemming met de uitvinding tijdens het monteren van de stootrand, en Figuur 4 een doorsnede van de stootrand overeenkomstig de uitvinding na montage van de stootrand.

Figuur 1 toont een schip S dat in gebruik is als pa- 20 trouillevaartuig. Een dergelijk vaartuig wordt tijdens gebruik vaak afgemeerd langs een kade of langs andere schepen. Ter bescherming van de scheepshuid zijn er in de lengterichting van de romp op de scheepshuid een bovenste stootrand F1 en een onderste stootrand F2 aangebracht.

25 Eventueel zijn plaatselijk deels verticale stootranden F3 aangebracht.

In figuur 2 is een stootrand volgens de stand van de techniek getoond. Bij de bekende stootrand zijn twee metalen strippen 3 loodrecht op een scheepshuid 1 aangebracht.

30 Tussen de twee metalen strippen 3 is een rubberen profiel 4 geplaatst, waarbij het rubberen profiel 4 met boutverbin-ding 2 aan de metalen strippen 3 bevestigd is. De boutver-binding 2 omvat een bout en een moer, waarbij de bout door in lijn liggende gaten in de metalen strippen 3 en het rub beren profiel gestoken zijn. De onderlinge afstand van de boutverbindingen is ongeveer 0,25 tot 0,50m.

4

Figuur 3 toont de stootrand volgens de uitvinding tij-5 dens de montage van het rubberen profiel en figuur 4 toont dezelfde stootrand met het rubberen profiel in gemonteerde toestand. Een metalen profiel 16 is opgenomen in een scheepshuid 7. In de getoonde uitvoering is het metalen profiel 16 een onderdeel van de scheepshuid 7 en is een dek 10 5 ook aan het metalen profiel 16 gelast. In andere uitvoe ringen kan het metalen profiel 16 aan de buitenzijde op de scheepshuid 7 gelast zijn of ligt het doorlopende vlak van het metalen profiel 16 in het verlengde van de scheepshuid 7. Het metalen profiel 16 is uitgevoerd als een C-vormig 15 profiel met een groef 6 en een langsopening 10 die smaller is dan de groef 6. Eventueel is het metalen profiel 16 voorzien van een lasneus (niet getoond) met de dikte van ongeveer de scheepshuid 7. Hierdoor kan het metalen profiel 16 eenvoudiger gemonteerd worden op plaatsen waar de 20 scheepshuid 7 een knik maakt.

Een rubberen profiel 17 is voor extra elasticiteit en voor gewichtsbesparing uitgevoerd met een koker 14 en rust met een vlakke zijde 18 van de buitenomtrek tegen het metalen profiel 16. Voor de bevestiging van het rubberen pro-25 fiel 17 aan het metalen profiel 16 zijn aan de vlakke zijde 18 van de buitenomtrek van het rubberen profiel 17 bevesti-gingslippen 9 aangebracht. Deze bevestigingslippen 9 zijn zodanig ontworpen dat met een kleine speling in de langsopening 10 gebracht kunnen worden en dan in de groef 6 ste-30 ken. In de hier getoonde uitvoering worden de bevestigingslippen 9 door een wig 15 uit elkaar gedrukt en geklemd tussen de binnenzijde van de groef 6 en de wig 15. In andere uitvoeringen kunnen de bevestigingslippen 9 zodanig gevormd 5 zijn dat ze vanwege de vorm tegen de binnenzijde van de groef klemmen en dus tijdens het inbrengen in de langsope-ning 10 samengedrukt moeten worden.

De bevestigingslippen 9 zijn zodanig van vorm dat rub-5 beren profiel 17 ook bij belasting die niet loodrecht op de scheepshuid 7 is gericht in het metalen profiel 16 geklemd blijft. Om hierin verdere verbetering in te brengen heeft het rubberen profiel 17 steunlippen 8 die het metalen profiel 16 deels omvatten en die eventueel afsteunen op de 10 scheepshuid 7.

Voor het vastklemmen van de bevestigingslippen 9 is de wig 15 tussen de bevestigingslippen 9 geplaatst. De wig 9 is voorzien van schroefdraad waarin een bout 12 gemonteerde is. De bout 12 rust in de koker 14 met zijn boutkop op een 15 ring 11 en steekt door een gat in de tegen het metalen profiel 16 vlakke wand 18 van het rubberen profiel 17, welk gat eindigt tussen de bevestigingslippen 9. De ring 11 is breder dan de langsopening 10 zodat de kracht op de bout 12 wordt doorgeleid naar het metalen profiel 16. Om de bout 12 20 in de wig 15 te kunnen schroeven is de koker 14 voorzien van een gat 13 waardoor een schroefgereedschap op de kop van de bout 12 geplaatst kan worden.

In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld heeft de wig 15 een lengte die groter is dan de breedte van de groef 6.

25 Hierdoor wordt meedraaien van de wig 15 met de bout 12 voorkomen. In het getoonde .uitvoeringsvoorbeeld is er bij elke bout 12 een wig 15. Het is ook mogelijk dat de wig 15 bevestigd wordt door twee of meer bouten 15 of dat in plaats van bouten 15 met schroefdraad andere bevestigings-30 middelen toegepast worden. Daarbij kan gedacht worden aan een klinkverbinding of aan klikverbindingen die eventueel vernietigd moeten worden om het rubberen profiel 17 uit het metalen profiel te kunnen verwijderen. In plaats van een 6 wigvormig profiel om de bevestigingslippen 9 tegen de binnenzijde van de groef 6 aan weerszijden van de langsopening 10 te drukken, kan ook een ander profiel gebruikt worden waarmee het beoogde effect van in de groef 6 klemmen van 5 het rubberen profiel 17 wordt bereikt.

De hiervoor besproken stootrand steekt bij voorkeur ongeveer 0,120 meter buiten de scheepshuid 7 uit, en heeft een hoogte van ongeveer 0,100 m. Het rubberen profiel 17 kan in principe een onbegrensde lengte hebben. Om gewicht 10 en montage redenen is de lengte meestal beperkt tot 2-3 meter. In verband met corrosie is het metalen profiel 16 meestal van hetzelfde materiaal als de scheepshuid 7. Bij een aluminium vaartuig zoals het patrouillevaartuig S getoond in figuur 1 is het metalen profiel 16 van aluminium. 15 De bout 12, ring 11 en bijvoorkeur ook de wig 15 zijn van roestvast staal en komen niet in metallisch contact met het metaal van het schip.

Claims (11)

1. Stootrand voor het tegen beschadiging beschermen van een scheepshuid (7) omvattende een rubberen profiel (17) dat gekoppeld is aan een metalen strip 5 (16), welke metalen strip aan de scheepshuid is be vestigd met het kenmerk dat de metalen strip (16) een groef (6) met een langsopening (10) omvat, welke langsopening smaller is dan de groef, en het rubberen profiel (16) ten minste twee bevestigings- 10 lippen (9) heeft die door de langsopening in de groef steken en die het rubberen profiel ten opzichte van de metalen strip positioneren.

2. Stootrand volgens conclusie 1 waarbij het rubberen profiel (17) een vlakke zijde (18) omvat waarop de 15 bevestigingslippen (19) uitsteken en welke vlakke zijde afsteunt tegen de metalen strip (16).

3. Stootrand volgens conclusie 1 of 2 waarbij het rubberen profiel (17) steunlippen (8) heeft die de metalen strip (16) deels omvatten en die bij voorkeur 20 afsteunen op de scheepshuid (7).

4. Stootrand volgens conclusie 1, 2 of 3 waarbij het rubberen profiel twee bevestigingslippen (9) heeft en een bij voorkeur wigvormig metalen profiel of een aantal bij voorkeur wigvormige metalen delen 25 (15) en spanmiddelen (12) voor het vastklemmen van de bevestigingslippen tegen het metalen profiel (16) .

5. Stootrand volgens conclusie 4 waarbij de metalen delen (15) of het metalen profiel wigvormig zijn en 30 een breedte hebben die min of meer gelijk of klei ner is dan de breedte van de langsopening (10).

6. Stootrand volgens conclusie 4 of 5 waarbij de spanmiddelen een bout (12) en in het metalen profiel of de metalen delen (15) aangebrachte schroefdraad omvatten .

7. Stootrand volgens conclusie 6 waarbij het rubberen profiel (17) een holle koker (14) omvat en de bout (12) vanuit de holle koker door een gat in de vlakke zijde (18) tussen de bevestigingslippen (9) gekoppeld is met het metalen profiel of metalen deel 10 (15).

8. Stootrand volgens een der voorgaande conclusies waarbij een wig (15) een lengte heeft die groter of gelijk is aan de breedte van de groef (6).

9. Stootrand volgens een der voorgaande conclusies 15 waarbij de metalen strip (16) een C-vormig profiel is met bij voorkeur twee evenwijdige en vlakke buitenzijden .

10. Stootrand volgens een der voorgaande conclusies waarbij de metalen strip (16) deel uit maakt van de 20 scheepshuid (7).

11. Stootrand volgens conclusie 10 waarbij de metalen strip (16) een geïntegreerde lasneus met de dikte van ongeveer de scheepshuid (7) omvat.