NL2000101C2 - Frameconstructie, alsmede wegvoertuig voorzien van een dergelijke frameconstructie. - Google Patents

Description

Frameconstructie. alsmede wegvoertuig voorzien van een dereeliike frameconstructie

De uitvinding betreft een frameconstructie voor een wegvoertuig, omvattende een hoofdframe dat aan de voorkant is voorzien van een balhoofd en van voorste 5 ophangmiddelen en dat aan de achterkant is voorzien van achterste ophangmiddelen, een voorframe dat star is verbonden met het hoofdframe en dat is opgehangen aan de voorste ophangmiddelen, alsmede een achterframe dat is opgehangen aan de achterste ophangmiddelen.

Een dergelijke frameconstructie is bekend uit de Braziliaanse octrooiaanvrage 10 8.600.806. Het achterframe daarvan is verend opgehangen ten opzichte van het hoofdframe. Een dergelijke constructie bezit een hoog onafgeveerd gewicht, wat de wegligging niet ten goede komt.

Een verdere frameconstructie is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 6.783.158. Bij deze bekende frameconstructie wordt een hoofdframe toegepast dat 15 zowel gebruikt kan worden als tweewielig, als driewielig en als vierwielig wegvoertuig. Het voorframe is daarbij star opgehangen aan het hoofdframe. Aan het voorframe zijn de wielen verend opgehangen. De bevestigingspunten van het voorframe bevinden zich aan het onderste gedeelte van het hoofdframe. Een zelfde type ophanging komt voor bij de uitvoering van de tweewielige, driewielige als vierwielige uitvoering. Een dergelijke 20 frameconstructie is in het bijzonder geschikt voor lichtere voertuigen.

Doel van de uitvinding is een dergelijke frameconstructie die een hoofdframe omvat dat is voorzien van balhoofd, zoals bekend uit de Braziliaanse octrooiaanvrage 8.600.806, zodanig uit voeren dat deze een betere wegligging verschaft en ook geschikt is voor zwaardere voertuigen. Dat doel wordt bereikt doordat het achterframe star is 25 opgehangen aan het hoofdframe. Bij voorkeur heeft het achterframe aan weerszijden verend ondersteunde ophangconstructies voor het ophangen van telkens een wiel. Daarnaast kan het achterframe aandrijfmiddelen omvatten voor het aandrijven van de bijbehorende wielen. Die aandrijfmiddelen kunnen een differentieel omvatten.

De bevestigingspunten van het voorframe bevinden zich aan de onderste en 30 bovenste gedeelten van het hoofdframe, hetgeen de stijfheid en stabiliteit van de frameconstructie gunstig beïnvloedt. De aldus verkregen starre verbinding tussen het voorframe en het hoofdframe leidt tot een stevige frameconstructie, die geschikt is voor zwaardere voertuigen. De verbinding tussen het voorframe en het balhoofd kan op 2000101 2 verschillende manieren worden bereikt, doch volgens een bijzonder efficiënte uitvoeringsvorm bezit het voorframe daartoe een vrij uitstekend framestuk dat is opgenomen in het balhoofd. Verder kan ook het achterframe star zijn opgehangen aan het hoofdframe. Daardoor wordt een in zijn geheel stijve en stevige frameconstructie 5 verkregen, die bijzonder goede rij-eigenschappen verschaft.

Bij de frameconstructie zoals bekend uit het hierboven genoemde Amerikaanse octrooischrift wordt een hoofdframe toegepast dat een platte basis bezit, waarop de berijder met de voeten kan plaatsnemen. Verder kan in dat aldus toegepaste hoofdframe een min of meer stoelachtige zetel worden toegepast, zodanig dat de berijder daarop 10 kan plaatsnemen op de wijze zoals dat bij een scooter geschiedt. Een dergelijk hoofdframe is geschikt voor lichtere toepassingen, zoals hiervoor reeds is aangehaald. Aangezien het bij de frameconstructie volgens de uitvinding echter om zwaardere voertuigen gaat, zou een dergelijk hoofdframe minder geschikt zijn. Volgens de uitvinding wordt daarom een hoofdframe toegepast dat is uitgevoerd als een 15 motorfietsframe. Een dergelijk motorfietsframe omvat een zadelstang die zich vanaf het balhoofd achterwaarts uitstrekt. De berijder moet derhalve schrijlings plaatsnemen op een dergelijk motorfietsframe, op het zadel dat zich op de zadelstang bevindt.

Een dergelijk motorfietsframe omvat twee vanaf het balhoofd zich naar beneden uitstrekkende voorste framestangen. Aan die beide voorste framestangen en het 20 balhoofd kan het voorframe worden verbonden. Verder bezit een dergelijk motorfietsframe twee vanaf de zadelstang zich naar beneden uitstrekkende achterste framestangen, hetgeen betekent dat het achterframe kan worden verbonden aan beide achterste framestangen.

Verder kan het voorframe aan weerszijden verend ondersteunde 25 ophangconstructies omvatten voor het ophangen van telkens een wiel, terwijl het voorframe ook stuurmiddelen kan omvatten voor het besturen van de wielen.

De uitvinding heeft verder betrekking op een wegvoertuig dat een frameconstructie omvat zoals hiervoor beschreven. Een dergelijk wegvoertuig bezit wielen die zijn opgehangen aan de ophangconstructies, en ook stuurmiddelen voor het 30 besturen van de aan het voorframe opgehangen wielen alsmede een aandrijftrein voor het aandrijven van de aan het achterframe opgehangen wielen. Deze aandrijftrein kan een aan het hoofdframe opgehangen aandrijfbron, zoals een verbrandingsmotor, omvatten. Bij voorkeur omvat de aandrijftrein een ketting- of riemoverbrenging zoals 3 bij motorrijwielen gebruikelijk is, alsmede een differentieel voorzien van een kettingwiel respectievelijk poelie.

De uitvinding heeft tevens betrekking op set een omvattende een hoofdframe dat aan de voorkant is voorzien van een balhoofd en van voorste ophangmiddelen en dat 5 aan de achterkant is voorzien van achterste ophangmiddelen, alsmede een voorframe voorzien van koppelmiddelen voor het ophangen daarvan aan de voorste ophangmiddelen en een framestuk dat koppelbaar is met het balhoofd, alsmede een achterframe voorzien van koppelmiddelen voor het star ophangen daarvan aan de achterste ophangmiddelen.

10 Zoals hiervoor beschreven is het voorframe tevens opgehangen aan voorste ophangmiddelen van het hoofdframe. Het kan daarbij gaan om ophangmiddelen die standaard aanwezig zijn op het hoofdframe, bijvoorbeeld ophangmiddelen die gebruikt worden voor het ophangen van de krachtbron, de pedalen, beschermingsstangen en dergelijke. Ook is hiervoor sprake geweest van achterste ophangmiddelen aan het 15 hoofdframe, voor het ophangen van het achterframe. Ook die achterste ophangmiddelen kunnen standaard aanwezig zijn op het hoofdframe.

De uitvinding zal verder worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een zijaanzicht van een frameconstructie volgens de uitvinding.

20 Figuur 2 toont een bovenaanzicht op de frameconstructie.

Figuur 3 toont een bovenaanzicht op een voertuig volgens de uitvinding, met de frameconstructie volgens de figuren 1 en 2.

Figuur 4 toont een vooraanzicht van het voertuig volgens Figuur 3.

Figuur 5 toont een zijaanzicht van een motorfietsframe zoals toegepast in de 25 frameconstructie volgens de figuren 1 en 2.

Figuur 6 toont een bovenaanzicht op het motorfietsframe volgens Figuur 5.

Figuur 7 toont een detail van de aandrijftrein met differentieel zoals opgenomen in het achterframe.

De in de figuren 1 en 2 weergegeven in frameconstructie 1 is opgebouwd uit het 30 in zijn geheel met 2 aangeduide motorfietsframe, het in zijn geheel met 3 aangeduide voorframe en het in zijn geheel met 4 aangeduide achterframe. Het motorfietsframe 2, dat in de figuren 5 en 6 afzonderlijk is weergegeven, omvat een balhoofd 5 en een zich ten opzichte van het balhoofd 5 naar achteren zich uitstrekkende zadelstang 6. Ten 4 opzichte van het balhoofd 5 naar beneden strekken zich de voorste framestangen 7 uit, die, zoals te zien is in het bovenaanzicht van Figuur 6, in die richting van elkaar af gericht verlopen. Aan het onderste eind van deze voorste framestangen 7 is een dwarsbalk 8 bevestigd, aan de uiteinden waarvan de bevestigingsmiddelen 9 zijn 5 voorzien. Vanaf de zadelstang 6 lopen de achterste framestangen 10 naar beneden toe uit elkaar. Door middel van de dwarsbalk 11 zijn deze achterste framestangen 10 onderling verbonden. Ter hoogte van deze dwarsbalken 11 zijn eveneens bevestigingsmiddelen 12 voorzien.

Zoals weergegeven in de figuren 1 en 2 is aan de bevestigingsmiddelen 9 het 10 voorframe 3 bevestigd. Het voorframe 3 bezit verder een vrij uitstekend framestuk 13, dat is opgenomen in het balhoofd 5. Door deze maatregelen is het voorframe 3 stijf of star bevestigd aan het motorfietsframe 2. Het achterframe 4 is stijf bevestigd aan de bevestigingsmiddelen 12. Daardoor wordt een geheel stijve, starre frameconstructie 1 verkregen.

15 Zowel aan het voorframe 3 als aan het achterframe 4 zijn wielen 14 opgehangen door middel van op zich bekende ophangmiddelen 15. Deze ophangmiddelen 15 omvatten paren boven elkaar liggende stangen 16, 17, alsmede schematisch weergegeven veer/schokdemperinrichtingen 18. Verder zijn een stuurinrichting 19 en een aandrijftrein 20 aanwezig. Deze aandrijftrein 20 omvat een verbrandingsmotor 22, 20 die via een ketting-of riemoverbrenging 23 is gekoppeld met het differentieel 21.

In het gedeeltelijk opengewerkt aanzicht van Figuur 7 is het differentieel 21 van de aandrijftrein 20 weergegeven. Het differentieel 21 omvat een huis 24, waarin een standaard uitgevoerd productie-differentieel 25 is opgenomen. Aan de buitenzijde van het huis 24 is het poeliewiel of kettingwiel 26 bevestigd, waarover een niet-getoonde 25 poelie of ketting is geleid. Verder zijn de beide aandrijfassen 27 weergegeven, die via homokinetische koppelingen 28 zijn verbonden met de astappen 29 die zijn gelagerd in de lagerhuizen 30. Aan de naar elkaar toegekeerde einden van de astappen 29, die uitmonden in het productie-differentieel 25, zijn de gebruikelijke schuine tandwielen 31 bevestigd. Op eveneens bekende wijze zijn in het productie-differentieel de eveneens 30 een schuine hulp-tandwielen 32 vrijdraaiend opgehangen. Deze tandwielen 31,32 zijn met elkaar in ingrijping.

Door het huis 24, en daarmee het productie-differentieel 25 in draaiing te brengen, door middel van de ketting- of poelie-overbrenging, kan de gewenste 5 aandrijving van de aandrijfassen 27 en de daaraan bevestigde wielen worden verkregen.

2000101

Claims (17)

1. Frameconstructie (1) voor een wegvoertuig, omvattende een hoofdframe (2) dat aan de voorkant is voorzien van een balhoofd (5) en van voorste ophangmiddelen 5 (9) en dat aan de achterkant is voorzien van achterste ophangmiddelen (12), een voorframe (3) dat star is verbonden met het hoofdframe (2) en dat is opgehangen aan de voorste ophangmiddelen (9), alsmede een achterframe (4) dat is opgehangen aan de achterste ophangmiddelen, met het kenmerk dat het achterframe (4) star is opgehangen aan het hoofdframe (2). 10

2. Frameconstructie (1) volgens conclusie 1, waarbij het achterframe (4) aan weerszijden verend ondersteunde ophangconstructies (15) omvat voor het ophangen van telkens een wiel (14).

3. Frameconstructie (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het achterframe (4) aandrijfmiddelen (20) omvat voor het aandrijven van de bijbehorende wielen (14).

4. Frameconstructie (1) volgens conclusie 3, waarbij de aandrijfmiddelen (20) een 20 differentieel (21) omvatten.

5. Frameconstrucie (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het hoofdframe (2) een balhoofd (5) bezit en het voorframe (2) een vrij uitstekend framestuk (13) bezit dat is opgenomen in het balhoofd (5). 25

6. Frameconstructie (1) volgens conclusie 5, waarbij het hoofdframe een motorfietsframe (2) is voorzien van een zadelstang (6) die zich vanaf het balhoofd (5) achterwaarts uitstrekt. > 0001 01'

7. Frameconstructie (1) volgens conclusie 6, waarbij het motorfietsframe (2) twee vanaf het balhoofd (5) zich naar beneden uitstrekkende voorste framestangen (7) omvat, en het voorframe (3) is verbonden met beide voorste framestangen (7).

8. Frameconstructie (1) volgens conclusie 6 of 7, waarbij het motorfietsframe (5) twee vanaf de zadelstang (6) zich naar beneden uitstrekkende achterste framestangen (10) omvat, en het achterframe (4) is verbonden met beide achterste framestangen (10).

9. Frameconstructie (1) volgens een der conclusies, waarbij het voorframe (3) aan weerszijden verende ondersteunde ophangconstructies (15) omvat voor het ophangen van telkens een wiel (14).

10. Frameconstructie (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het 10 voorframe (3) stuurmiddelen (19) omvat voor het sturen van de wielen (14).

11. Set, omvattende een hoofdframe (2) dat aan de voorkant is voorzien van een balhoofd (5) en van voorste ophangmiddelen (9) en dat aan de achterkant is voorzien van achterste ophangmiddelen (12), alsmede een voorframe (3) voorzien van 15 koppelmiddelen (30) voor het ophangen daarvan aan de voorste ophangmiddelen (9), alsmede een achterframe (4) voorzien van koppelmiddelen (31) voor het star ophangen daarvan aan de achterste ophangmiddelen (12).

12. Set volgens conclusie 11, waarbij het voorframe is voorzien van een 20 framestuk (13) dat koppelbaar is met het balhoofd (5).

13. Wegvoertuig, omvattende een frameconstructie (1) volgens een der conclusies 1-10, aan de ophangconstructies (15) opgehangen wielen (14), stuurmiddelen (19) voor het besturen van de aan het voorframe (3) opgehangen wielen 25 (14) alsmede een aandrijftrein (20) voor het aandrijven van de aan het achterframe (4) opgehangen wielen (14).

14. Wegvoertuig volgens conclusie 13, waarbij de aandrijftrein (20) een aan het hoofdframe (2) opgehangen aandrijfbron (22), zoals een verbrandingsmotor, omvat. 30

15. Wegvoertuig volgens conclusie 13 of 14, waarbij de aandrijftrein (20) een ketting- of riemoverbrenging (23) omvat, alsmede een differentieel (21) voorzien van een kettingwiel respectievelijk poelie.

16. Wegvoertuig volgens conclusie 15, waarbij het kettingwiel respectievelijk de poelie is bevestigd aan het huis van het differentieel (21).

17. Wegvoertuig, omvattende een frameconstructie (1) met een hoofdframe (2) dat aan de achterkant is voorzien van achterste ophangmiddelen (12), een achterframe (4) dat is opgehangen aan de achterste ophangmiddelen (12), alsmede een aandrijftrein (20) voor het aandrijven van aan het achterframe (4) opgehangen wielen (14), welke aandrijftrein (20) een ketting- of riemoverbrenging (23 omvat, alsmede een 10 differentieel (21) voorzien van een kettingwiel respectievelijk poelie, met het kenmerk dat het kettingwiel respectievelijk de poelie is bevestigd aan het huis van het differentieel (21). 2 00 01 Of 1