NL194200C - Vacu³mvorminrichting. - Google Patents

Description

4 1 194200

Vacuümvorminrichting

De uitvinding heeft betrekking op een vacuümvorminrichting voor het vervaardigen van voorwerpen met behulp van een positieve vorm, voorzien van een opspanraam voor het opnemen van een thermoplastisch 5 vervormbare plaat, waarbij het opspanraam is opgehangen in een frame, een luchtdicht onder een aangebrachte plaat afsluitbare kamer, waarbij een bodemplaat een eindwand van die kamer evenwijdig aan het opspanraam vormt, welke bodemplaat in dwarsrichting ten opzichte van het opspanraam verplaatsbaar is tussen een eerste op afstand van het opspanraam gelegen positie en een tweede nabij het opspanraam gelegen positie en is voorzien van een afzuigopening.

10 Een dergelijke inrichting is bekend uit het Duitse Offenlegungsschrift 1.479.786. Hierin wordt een vacuümvorminrichting beschreven voorzien van een vormkamer, waarop een te vervormen plaat luchtdicht is aangebracht. In de vormkamer is een luchtdicht afsluitende bodemplaat in de vorm van een zuiger aangebracht, met op de naar de plaat toegekeerde zijde een positieve vorm. Door verplaatsing van de bodemplaat door middel van perslucht wordt in een ondergelegen kamer een vacuüm gecreëerd. In het 15 eindstadium van de verplaatsing van de bodemplaat wordt dit vacuüm doorgegeven naar de ruimte onder te vervormen plaat, zodat de plaat over de vorm wordt getrokken. De verplaatsing van de bodemplaat brengt derhalve het vacuüm tot stand. De vorminrichting zoals beschreven in deze publicatie heeft echter als nadeel dat deze door het gebruik van een dubbele zuiger en dubbele kamers nogal kostbaar is.

Daarom worden vooral vacuümvorminrichtingen voor kleinschalige toepassingen zoals incidentele 20 prototypevervaardiging, hobbygebruik en onderwijstoepassingen te kostbaar geacht.

De uitvinding heeft als doel een eenvoudige, goed werkende vacuümvorminrichting te verschaffen, welke door zijn eenvoudige opbouw tegen zeer lage kosten vervaardigbaar is.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de van de genoemde kamer af gekeerde, zich buiten de kamer bevindende zijde van de bodemplaat in open verbinding staat met de omgeving, waarbij de 25 bodemplaat vanuit de eerste positie in de richting naar de tweede positie toe verplaatsbaar is door een via de afzuigopening in de bodemplaat opgewekte onderdruk in de kamer.

Hierdoor wordt de vorm door het vacuüm naar de te vervormen plaat toegezogen. Daarmee vervalt de noodzaak te voorzien in pneumatische drukmiddelen voor het ten opzichte van elkaar verplaatsen van de bodemplaat en het opspanraam en het als gevolg van die beweging instellen van het vacuüm. Ook 30 voorzieningen voor het sturen en bedienen van die pneumatische drukmiddelen en het op het juiste moment instellen van het vacuüm zijn niet meer noodzakelijk. Bijkomende voordelen van de uitvinding zijn dus dat het bedienen van de inrichting is vereenvoudigd, omdat het ten opzichte van het opspanraam verplaatsen van de bodemplaat niet afzonderlijk bediend hoeft te worden en dat het risico van schade door foutieve bediening relatief gering is, hetgeen de inrichting zeer geschikt maar voor onderwijstoepassingen.

35 Door de wand van de kamers te vormen door een flexibele wand, waarmee de bodemplaat aan het opspanraam is opgehangen, wordt een doeltreffende en goedkope uitvoering van de uitvinding bereikt.

Door de flexibele wand te voorzien van op afstand van elkaar aangebrachte, de vouwlijnen bepalende, beugels wordt bereikt dat de flexibele wand in gebruik op gelijkmatige wijze samenvouwt.

Door de flexibele wand te voorzien van een één vouwlijn bepalende schroeflijnvormige beugel wordt 40 bereikt dat de flexibele wand in gebruik op gelijkmatige wijze samenvouwt, terwijl de kosten voor het vervaardigen van de inrichting door de eendelige beugel verminderd worden.

Door het frame te vormen door twee scharnierbaar aan het opspanraam bevestigde steunbeugels, welke tot onder de bodemplaat scharnierbaar zijn, wanneer de bodemplaat zich in zijn tweede nabij het opspanraam gelegen positie bevindt, kunnen na gebruik de beugels tegen de bodemplaat worden gezwenkt.

45 Hierdoor neemt de inrichting bij het opbergen aanzienlijk minder ruimte in beslag.

Navolgend wordt de uitvinding nader geïllustreerd en toegelicht aan de hand van enkele uitvoerings-voorbeelden, waarbij wordt verwezen naar de tekening. Daarbij toont figuur 1 een bovenaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een vacuüminrichting volgens de 50 uitvinding, figuur 2 een aanzicht in dwarsdoorsnede volgens de lijn II—II in figuur 1, in een stand voor het vervormen van een plaat, waarbij in de inrichting een vorm en een te vervormen plaat zijn aangebracht, figuur 3 een aanzicht volgens figuur 2 van een vacuümvorminrichting volgens figuur 2 in een stand met een om een vorm getrokken plaat, 55 figuur 4 een aanzicht in dwarsdoorsnede overeenkomstig figuur 2 van een ander uitvoeringsvoorbeeld van een vacuümvorminrichting volgens de uitvinding, en figuur 5 een zijaanzicht van een vacuümvorminrichting volgens de figuren 1 tot en met 3, maar met een

Claims (5)

194200 2 alternatieve frameconstructie. Het in de figuren 1, 2 en 3 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een vacuümvorminrichting volgens de uitvinding omvat een opspanraam 1, waarin een met een steunraam 6, een afdichtrand 5, een klemraam 3 5 en klembeugels 17 een te vervormen plaat 4 kan worden opgespannen. Het steunraam 6 is aan een frame 10 bevestigd, dat op een werkvlak of dergelijke kan worden opgesteld. In hef klemraam 3 en het steunraam 6 zijn vierkante openingen 18 respectievelijk 19 uitgespaard. Een vorm 14 kan op nokken 15 worden geplaatst, welke nokken 15 zijn aangebracht aan een bodemplaat 9. Centraal in de bodemplaat 9 is een afzuigopening 16 aangebracht. Tussen de bodemplaat 9 en het 10 steunraam 6 is een balg 2, voorzien van een schroefvormig doorlopende metalen beugel 8 en doek 7, aangebracht. De inrichting werkt als volgt. Uitgaande van de in figuur 2 weergegeven stand van de inrichting wordt door middel van een pomp via een slang lucht afgezogen via de afzuigopening 16. De slang en de pomp zijn bekend en duidelijkheidshalve niet weergegeven. Opgemerkt wordt, dat als pomp bijvoorbeeld een 15 fietspomp met een omgekeerde zuiger en een terugslagklep reeds voldoet, maar dat ook bijvoorbeeld een ejecteurpomp of een eenvoudige elektrische pomp kan worden toegepast. Dergelijke pompen worden in grote aantallen vervaardigd en zijn tegen lage kosten algemeen verkrijgbaar. Doordat de vorhn 14 op de nokken 15 staat wordt gewaarborgd, dat de doorgang van lucht onder de vorm vrij blijft. Doordat de balg 2 met de bodemplaat 9, het opspanraam 1 en de ingespannen te vervormen 20 plaat 4 een gesloten kamer vormt zal bij het wegzuigen van lucht de balg 2 samenvouwen zodat de bodemplaat 9 met de vorm 14 naar het opspanraam 1 toe verplaatst. Wanneer de bodemplaat 9 de in figuur 3 weergegeven stand bereikt, is de plaat 4 onder de vorm 14 heen gespannen. Vanaf dit moment wordt een vacuüm onder de plaat 4 opgebouwd totdat bijvoorbeeld het maximum door de pomp haalbare vacuüm is bereikt. Daarbij wordt de plaat 4 vervormd doordat deze in zijn geheel tegen de vorm 14 aanligt en deze de 25 gewenste vorm heeft gekregen. Vervolgens kan, bij voorkeur nadat de vervormde plaat 4 voldoende is afgekoeld, de onderdruk worden weggenomen door de lucht via de opening 16 toe te laten stromen of de beugels 17 los te nemen en het klemraam 3 en de plaat 4 op te lichten. Na losnemen van de klembeugels 17 en verwijderen van hef klemraam 3 kan de vervormde plaat 4 van de vorm 14 worden verwijderd. De bodemplaat 9 zakt vervolgens 30 vanzelf weer omlaag naar zijn uitgangsstand terug. Bij een zeer goed lossende vorm 14 zal deze na het wegnemen van het vacuüm vanzelf naar omlaag bewegen en hoeft het gerede product slechts uit de inrichting te worden genomen. Een ander uitvoeringsvoorbeeld is getoond in figuur 4. In plaats van als een balg, is de luchtdichte langsgeleiding tussen de bodemplaat 9 en het opspanraam 1 hier uitgevoerd als een cilinder 11, langs de 35 binnenwand 13 waarvan de als zuiger uitgevoerde bodemplaat 9 verplaatsbaar is. Voor het verkrijgen van een goede afdichting is voorzien in een aan de bodemplaat 9 bevestigde afdichflip 12, terwijl een aan de cilinder 11 bevestigde aanslagring 21 verhindert, dat de bodemplaat 9 uit de cilinder 11 kan vallen. Een uitvoeringsvoorbeeld, waarbij het frame 10 beugels 21 omvat, die met scharnieren 22 aan hef opspanraam 1 zijn bevestigd is weergegeven in figuur 5. Zoals uit de afbeelding blijkt, kan door de beugels 40 21 tegen de bodemplaat 9 te zwenken, wanneer deze zich bevindt in zijn uiterste naar hef opspanraam 1 toe verplaatste stand, de afmeting van de inrichting in de relatieve verplaatsingsinrichting van het opspanraam 1 en de bodemplaat 9 tot een minimum worden beperkt. Bij het opbergen neemt de inrichting daardoor aanzienlijk minder ruimte in beslag. 45

1. Vacuümvorminrichting voor het vervaardigen van voorwerpen met behulp van een positieve vorm, voorzien van een opspanraam voor het opnemen van een thermoplastisch vervormbare plaat, waarbij het 50 opspanraam is opgehangen in een frame, een luchtdicht onder een aangebrachte plaat afsluitbare kamer, waarbij een bodemplaat een eindwand van die kamer evenwijdig aan het opspanraam vormt, welke bodemplaat in dwarsrichting ten opzichte van het opspanraam verplaatsbaar Is tussen een eerste op afstand van het opspanraam gelegen positie en een tweede nabij het opspanraam gelegen positie en is voorzien van een afzuigopening, met het kenmerk, dat de van de genoemde kamer af gekeerde, zich buiten 55 die kamer bevindende zijde van de bodemplaat (9) in open verbinding staat met de omgeving, waarbij de bodemplaat (9) vanuit de eerste positie in de richting naar de tweede positie toe verplaatsbaar is door een via de afzuigopening (16) in de bodemplaat (9) opgewekte onderdruk in de kamer. 3 194200

2. Vacuümvorminrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de wand van de kamers wordt gevormd door een flexibele wand (2), waarmee de bodemplaat (9) aan het opspanraam (1) is opgehangen.

3. Vacuümvorminrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de flexibele wand (2) is voorzien van op afstand van elkaar aangebrachte, de vouwlijnen bepalende, beugels (17).

4. Vacuümvorminrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de flexibele wand (2) is voorzien van een één vouwlijn bepalende schroeflijnvormige beugel.

5. Vacuümvorminrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het frame wordt gevormd door twee scharnierbaar aan het opspanraam (1) bevestigde steunbeugels (21), welke tot onder de bodemplaat (9) scharnierbaar zijn, wanneer de bodemplaat (9) zich in zijn tweede nabij het opspanraam 10 (1) gelegen positie bevindt. Hierbij 3 bladen tekening