NL194105C

NL194105C - Mobiel kortbereik-radiocommunicatiestelsel.

Info

Publication number: NL194105C
Application number: NL9402215A
Authority: NL
Inventors: Kim Laraqui; Magnus Lengdell
Original assignee: Telia Ab
Priority date: 1993-12-27
Filing date: 1994-12-27
Publication date: 2001-06-05
Also published as: DE4446493A1; FR2714556B1; CH690347A5; ITRM940823A0; NL194105B; ES2104504B1; GB2285162A; AU676397B2; SE9304287L; GB2285162B; SE9304287D0; FR2714556A1; GB9424995D0; AU8035994A; IT1275099B; US5953672A; ITRM940823A1; SE514508C2; ES2104504A1; NL9402215A

Description

1 194105

Mobiel kortbereik-radiocommunicatlestelsel

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een mobiel kortbereik-radiocommunicatiesysteem dat is voorzien van zend- en ontvangsteenheden die zijn ingericht om stilstaand of verplaatsbaar te zijn, en de 5 ontvangsteenheden informatie ontvangen van de zendeenheden, welke zendeenheden informatie bieden vanaf een aantal informatieverschaffers die informatie binnen een of meer van tevoren bepaalde onderwerpsgebieden bieden, in welke inrichting een ontvanger in de ontvangsteenheid gewenste informatie selecteert en deze informatie via een presentatie-element gepresenteerd krijgt.

Een stelsel van deze soort is bekend uit de Internationale octrooiaanvrage WO 92/17002. Dit bekende 10 stelsel heeft betrekking op de overdracht van informatie tussen bijvoorbeeld auto’s op een weg en radiobakens langs de weg, waarbij de bestuurder lokaal van belang zijnde informatie uit geheugenmiddelen in de zendeenheden kan selecteren en via zijn ontvangsteenheid kan ontvangen. Hierbij kan gedacht worden aan informatie van verschillende typen, bijvoorbeeld weginformatie, openbaar vervoerregelingen, reisinformatie, parkeren.

15 Er bestaat in de praktijk echter een behoefte om informatie uit te wisselen die gedeeltelijk verband houdt met regionale gebieden en gedeeltelijk met lokale gebieden. Het is in dit verband wenselijk dat informatie die verband houdt met veranderingen in het verkeerspatroon direct ter beschikking van de weggebruikers staat. Er is ook een vereiste dat informatie vanaf verschillende informatiezenders gelijktijdig voor de weggebruiker ter beschikking dient te staan. De ontvangers dienen gemakkelijk de informatiebestanddelen 20 te kunnen identificeren, waarin door verschillende informatieverschaffers wordt voorzien. Selectie en presentatie van de informatie zal in dit geval op een eenvoudige manier mogelijk zijn. Het dient ook mogelijk te zijn dat informatie tussen voertuigen wordt uitgewisseld.

De onderhavige uitvinding lost de hierboven beschreven problemen daardoor op, dat de zendeenheid de informatie in een protocol overdraagt, welk protocol is verdeeld in een aantal hoofdopdelingen, waarbij elke 25 hoofdopdeling verband houdt met een informatieverschaffer, dat de hoofdopdelingen zijn verdeeld in een aantal onderverdelingen, waarvan een onderverdeling de onderwerpsgebieden en toepassingsopdelingen, waarin door de informatieverschaffer wordt voorzien, aangeeft en dat de ontvanger toegang tot een bepaalde onderwerpscategorie op het presentatie-element krijgt door een selectie van informatieverschaffer en onderwerpsgebied.

30

In de volgende tekst is het concept van de uitvinding beschreven onder verwijzing naar de tekening en de aanduidingen daarin, in welke tekening: figuur Veen schematische afbeelding met een aantal voertuigen en een langs de kant van de weg geplaatste radiozender toont, waarbij eveneens een denkbeeldig bestrijkingsgebied voor de radiozender is 35 te zien; figuur 2 de structuur van het protocol toont; figuur 3 een voorbeeld laat zien van hoe het toepassingsgebied kan worden voorgesteld; en figuur 4 een voorbeeld toont van hoe een aantal informatieverschaffers verband houdt met een aantal informatiegebieden.

40

In figuur 1 zijn radiozenders A met een zekere spatiëring langs een weg aangegeven. Elke radiozender heeft een bestrijkingsgebied, waarvan de bestrijkingsgrens T de grens van het bereik van de radiozender vormt. Het bestrijkingsgebied van de radiozenders is zo’n honderd meter. Auto’s B, C die zich op de weg bevinden, bewegen in en, respectievelijk, uit het bestrijkingsgebied van verschillende radiozenders langs de 45 weg. In de volgende tekst is de uitvinding beschreven op basis van transmissie tussen auto’s op een weg en radiozenders langs de weg. De uitvinding is echter niet beperkt om alleen te worden toegepast op auto’s, maar kan eveneens worden toegepast op welke weggebruikers dan ook met radiozenders en ontvangers voor de hier beoogde communicatie.

Wanneer een auto in het bestrijkingsgebied van een radiozender aankomt, ontvangt de auto informatie 50 vanaf de radiozender. De informatie bestaat uit een protocol in overeenstemming met figuur 2. Het protocol bevat ten eerste een Identificatiesymbool dat de respectieve zender en zijn geografische ligging identificeert. De totale lengte van het protocol is gespecificeerd door een lengte-indicatiesymbool. Er zijn ook een aantal hoofdidentificaties, bij voorbeeld operateuridentificatiesymbolen, die verschillende operateurs identificeren die vanaf de zender in kwestie informatie verschaffen. Het operateuridentificatiesymbool omvat een of meer 55 velden. Aan het einde van elk veld wordt het laatste bit benut voor het identificeren of het operateuridentificatiesymbool één veld meer omvat of niet. Wanneer het laatste bit op 1 is gezet, wordt één veld meer benut voor het identificeren van de operateur. Wanneer het laatste bit in het veld op 0 is gezet, geeft dit aan 194105 2 dat geen verdere velden voor identificatie van de operateur worden benut Naast het operateuridentificatie· symbool wordt eveneens een aantal toepassingsidentificatiesymboolvelden benut In de figuren zijn twee operateuridentificatiesymboolvelden gespecificeerd, maar het aantal velden is niet cruciaal voor de uitvinding.

5 In de toepassingsidentificatiesymbolen specificeert elk bit een expliciet onderwerpsgebied. Aldus geeft een één, bijvoorbeeld veld 3, zie figuur 3, aan dat deze informatieverschaffer informatie verschaft, die verband houdt met openbaar vervoer.

In de auto wordt de informatie ontvangen en via een presentatie-element gepresenteerd. Het presentatie-element kan op verschillende manieren zijn opgebouwd; de informatie kan bijvoorbeeld op een scherm 10 worden gepresenteerd, op papier worden uitgeschreven of in verbale vorm. De ontvanger identificeert zowel de informatieverschaffer als de informatie waarin een respectieve informatieverschaffer kan voorzien. De ontvanger in de auto markeert dan welke informatieverschaffer en welke informatie hij wil hebben gepresenteerd. De selectie wordt bijvoorbeeld gemaakt door het indrukken van knoppen of door het geven van verbale opdrachten. De informatie wordt dan via het presentatie-element aan de ontvanger gepresenteerd. 15 De uitvinding betekent eveneens dat informatie direct tussen auto’s die zich in de nabijheid van elkaar bevinden, wordt overgedragen of, respectievelijk, dat informatie vanaf de auto’s aan de radiozenders langs de weg kan worden overgedragen. De informatie die vanaf de auto’s aan de radiozender langs de kant van de weg wordt overgedragen, wordt benut voor het identificeren van de verkeersintensiteit op de verkeers-route in kwestie. Verder kan de informatie worden benut voor het bepalen van de snelheid waarmee het 20 verkeer zich op dat tijdstip verplaatst Deze informatie wordt dan naar centrale bewakingsfuncties gestuurd, die de informatie verwerken en de informatie uitzenden die betrekking heeft op de verkeerssituatie aan in het systeem langs wegen in het systeem geplaatste radiozenders. Overdracht van informatie tussen auto's kan voor verschillende doelen worden benut De informatie kan bijvoorbeeld verband houden met de snelheid waarmee het verkeer zich verplaatst. Verder wordt tussen auto’s met de onmiddellijke verkeerssi-25 tuatie verband houdende informatie overgedragen. Op deze wijze kan een waarschuwing uitgaan vanaf auto's die verderop zijn, dat de wegsituatie geblokkeerd is, dat het verkeer stilstaat enzovoorts. Nood-voertuigen dragen informatie over aan het dichtstbijzijnde verkeer met een verzoek voor vrije doorgang. Verder wordt informatie aan de radiozenders langs de kant van de weg overgedragen. De radiozenders registreren de route die de noodvoertuigen beoogden te gebruiken. Deze informatie wordt ontvangen door 30 de radiozenders en gezonden aan beïnvloede radiozenders langs de geselecteerde route. De informatie wordt dan aan weggebruikers gezonden in het gebied met het verzoek dat de verkeersroute toegankelijk dient te worden gemaakt Ontvangst van de informatie kan gedeeltelijk normaal en gedeeltelijk door middel van een speciaal waarschuwingssignaal zijn, dat aan de weggebruikers wordt gegeven met informatie hoe verder te gaan. Door deze maatregelen zullen weggebruikers langs de verkeersroute informatie verkrijgen 35 dat noodvoertuigen naderen en dat een vrije doortocht voor de noodvoertuigen tot stand dient te worden gebracht. Voertuigen langs de weg kunnen daardoor informatie aan de radiozenders langs de kant van de weg overdragen, waarbij de informatie verband houdt met de verkeerssituatie en de doorgangsmogelijk-heden. Deze informatie wordt aan de noodvoertuigen gezonden, die daardoor de mogelijkheid van verder rijden langs verschillende wegsecties kunnen inschatten en daardoor de geschiktste route voor de 40 gebeurtenis kunnen selecteren.

Het systeem kan eveneens worden gebruikt voor weggebruikers binnen een geografisch gebied dat verband houdt met routeselectie-informatie. Een weggebruiker die bijvoorbeeld vanuit een ander gebied komt en van plan is naar een zekere plaats te gaan, selecteert een informatieverschaffer die in een geschikt type informatie voorziet. De weggebruiker specificeert het adres waar hij of zij wenst aan te komen. De 45 informatie wordt aan de radiozenders langs de kant van de weg overgedragen. De geografische plaats van de weggebruiker wordt door het radiobaken geïdentificeerd, dat de Informatie ontvangt. De informatie wordt overgedragen aan centraal gerichte middelen die de geografische plaats van de weggebruiker met een gewenste bestemming registreren. Een kaart met een gemarkeerde route wordt dan naar het voertuig overgebracht. De kaart wordt op het in het voertuig ingerichte presentatie-element gepresenteerd. Als een 50 alternatief voor de kaart wordt de routebeschrijving in verbale vorm overgebracht, waarbij wegnamen worden gespecificeerd alsmede hoe bij verscheidene kruisingen verder te gaan, enzovoorts.

Claims

1. Mobiel kortbereik-radiocommunicatiesysteem dat is voorzien van zend- en ontvangsteenheden die zijn ingericht om stilstaand of verplaatsbaar te zijn, en de ontvangsteenheden informatie ontvangen van de 5 zendeenheden, welke zendeenheden informatie bieden vanaf een aantal informatieverschaffers die informatie binnen een of meer van tevoren bepaalde onderwerpsgebieden bieden, in welke inrichting een ontvanger in de ontvangsteenheid gewenste informatie selecteert en deze informatie via een presentatie-element gepresenteerd krijgt, met het kenmerk, dat de zendeenheid de informatie in een protocol overdraagt welk protocol is verdeeld in een aantal hoofdopdelingen, waarbij elke hoofdopdeling verband houdt 10 met een informatieverschaffer, dat de hoofdopdelingen zijn verdeeld in een aantal onderverdelingen, waarvan een onderverdeling de onderwerpsgebieden en toepassingsopdelingen, waarin door de informatieverschaffer wordt voorzien, aangeeft en dat de ontvanger toegang tot een bepaalde onderwerpscategorie op het presentatie-element krijgt door een selectie van informatieverschaffer en onderwerpsgebied.

2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de informatiebestanddelen in een aantal categorieën 15 zijn verdeeld, die in het toepassingsveld in het protocol zijn gespecificeerd.

3. Stelsel volgens conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat elke categorie in het toepassingsveld door één bit wordt vertegenwoordigd.

3 194105

4. Stelsel volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat een op 1 gezet bit in het toepassingsveld aangeeft dat er informatie is, en dat een op 0 gezet bit aangeeft dat de informatie ontbreekt.

5. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het toepassingsveld wordt voorafgegaan door een operateurindentificatiesymbool met informatie omtrent de informatieverschaffer.

6. Stelsel volgens conclusies 1 en 5, met het kenmerk, dat het operateuridentificatiesymbool een of meer achtereenvolgende velden omvat

7. Stelsel volgens conclusies 1, 5 en 6, met het kenmerk, dat het laatste bit in de achtereenvolgende 25 velden van het operateuridentificatiesymbool aangeeft of de informatie al dan niet een eerder veld in beslag zal nemen.

8. Stelsel volgens conclusies 1, 5, 6 en 7, met het kenmerk, dat het laatste bit in de achtereenvolgende velden van het operateuridentificatiesymbool op 1 wordt gezet, indien een ander veld wordt benut, en op 0 wordt gezet, indien geen verder veld is vereist

9. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elke zendeenheid zijn geografische positie specificeert Hierbij 2 bladen tekening