NL193623C - Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een lichtballon met een kraalafdichtgas daarin. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een lichtballon met een kraalafdichtgas daarin. Download PDF

Info

Publication number
NL193623C
NL193623C NL8500588A NL8500588A NL193623C NL 193623 C NL193623 C NL 193623C NL 8500588 A NL8500588 A NL 8500588A NL 8500588 A NL8500588 A NL 8500588A NL 193623 C NL193623 C NL 193623C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
gas
heater
bead
chamber
balloon
Prior art date
Application number
NL8500588A
Other languages
English (en)
Other versions
NL193623B (nl
NL8500588A (nl
Original Assignee
Stanley Electric Co Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stanley Electric Co Ltd filed Critical Stanley Electric Co Ltd
Publication of NL8500588A publication Critical patent/NL8500588A/nl
Publication of NL193623B publication Critical patent/NL193623B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL193623C publication Critical patent/NL193623C/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01JELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
    • H01J9/00Apparatus or processes specially adapted for the manufacture, installation, removal, maintenance of electric discharge tubes, discharge lamps, or parts thereof; Recovery of material from discharge tubes or lamps
    • H01J9/38Exhausting, degassing, filling, or cleaning vessels
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01JELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
    • H01J9/00Apparatus or processes specially adapted for the manufacture, installation, removal, maintenance of electric discharge tubes, discharge lamps, or parts thereof; Recovery of material from discharge tubes or lamps
    • H01J9/24Manufacture or joining of vessels, leading-in conductors or bases
    • H01J9/245Manufacture or joining of vessels, leading-in conductors or bases specially adapted for gas discharge tubes or lamps
    • H01J9/247Manufacture or joining of vessels, leading-in conductors or bases specially adapted for gas discharge tubes or lamps specially adapted for gas-discharge lamps
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01KELECTRIC INCANDESCENT LAMPS
    • H01K3/00Apparatus or processes adapted to the manufacture, installing, removal, or maintenance of incandescent lamps or parts thereof
    • H01K3/22Exhausting, degassing, filling, or cleaning vessels

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Resistance Heating (AREA)
  • Manufacture Of Electron Tubes, Discharge Lamp Vessels, Lead-In Wires, And The Like (AREA)

Description

1 193623
Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een lichtballon met een kraalafdichtgas daarin
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een lichtballon met een kraalafdichtgas daarin, omvattende het toevoeren van een eerste gas in het inwendige daarvan en het 5 toevoeren van een tweede gas in het inwendige daarvan om het tweede gas in de plaats van het eerste gas te stellen, waarbij het eerste gas verloren gaat, alsmede op een inrichting voor het vervaardigen van een lichtballon met een kraalafdichtgas daarin.
Een dergelijke werkwijze en inrichting zijn bekend uit het Duitse Offenlegungsschrift 2.031.856.
Bij de bekende werkwijze stroomt er eerst argongas en worden daarna argongas en stikstofgas of 10 andere gassen in de plaats gesteld en afgedicht. Het betreft dus een tweestapsgasstromingstechniek. Het als het eerste gas gebruikte gas, d.w.z. argongas, is echter te kostbaar om te worden vervangen en verspild.
De uitvinding beoogt dit nadeel op te heffen en voorziet daartoe in een werkwijze van de in de aanhef genoemde soort, die het kenmerk heeft, dat de werkwijze verder de stappen omvat van het plaatsen van 15 een kraaleenheid en een glazen ballon in een uitsparing in een bovenoppervlak van een binnen een hermetisch afgedichte kamer ingerichte verwarmer, het luchtledig maken van de kamer, waarbij het eerste gas niet een duur gas is, zoals stikstofgas, het toevoeren van het eerste gas in de kamer op een van tevoren bepaalde druk nadat de kamer luchtledig is gemaakt, waarbij het eerste gas een component van het afdichtgas van de lichtballon samenstellende componenten of welk inert gas dan ook behalve het afdichtgas 20 omvat, het toevoeren van het tweede gas in de kamer op een hogere druk dan die van het eerste gas om het eerste gas daaruit af te voeren, waarbij het tweede gas een restcomponent van het afdichtgas of alle componenten daarvan omvat, waarbij het tweede gas duurder dan het eerste gas is, het bekrachtigen van de verwarmer nadat gassubstitutie is uitgevoerd oftewel gassubstitutie wordt uitgevoerd, zodat de kraal van de kraaleenheid en een randgedeelte van de glazen ballon worden verwarmd en gesmolten om samen de 25 glasballon en de kraaleenheid af te dichten om een afgedichte ballon met het daarin afgedichte tweede gas te vormen, teneinde te voorkomen dat het dure gas verloren gaat door het doen verloren gaan van het goedkopere eerste gas.
Met hetzelfde doel voorziet de uitvinding in een inrichting van de in de aanhef genoemde soort, die het kenmerk heeft, dat deze een orgaan omvat, dat een hermetisch afgesloten kamer bepaalt, een in de kamer 30 aangebrachte eerste verwarmer, die is voorzien van een bovenoppervlak met een daarin gevormde uitsparing voor het opnemen daarin van een glazen ballon en een kraaleenheid, een orgaan voor het luchtledig maken van de kamer, een orgaan voor het nadat de kamer luchtledig is gemaakt toevoeren van een eerste gas met een vooraf bepaalde druk aan het inwendige van de kamer, een orgaan voor het toevoeren van een tweede gas, met een druk hoger dan die van het eerste gas en bevattende ten minste 35 één afdichtgas in een ruimte tussen de glazen ballon en de kraaleenheid om het eerste gas uit de ruimte tussen de glazen ballon en de kraaleenheid af te voeren om daardoor in de ruimte het eerste gas door het tweede gas te vervangen en een orgaan voor het bekrachtigen van de eerste verwarmer nadat het tweede gas is ingebracht in de ruimte, zodat de kraal van de kraaleenheid en een randgedeelte van de glazen ballon worden verwarmd en gesmolten door de eerste verwarmer om de glazen ballon en de kraaleenheid 40 samen af te dichten teneinde een afgedichte ballon met het tweede gas daarin afgedicht te vormen.
Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding omvat een inrichting voor het vervaardigen van een ballon met een kraalafdichtgas een hermetisch afgesloten kamer, ten minste twee gascircuits voor het op vooraf bepaalde drukken toevoeren van ten minste twee vooraf bepaalde gassen in de kamer, een vacuümcircuit voor het luchtledig maken van de kamer, een in de kamer aangebrachte verwarmer met een 45 in een bovenoppervlak daarvan gevormde uitsparing voor het opnemen van een kraaleenheid en een glazen ballon om een randgedeelte van de kraaleenheid en de glazen ballon samen te verbinden, een orgaan voor het bekrachtigen van de verwarmer, ten minste twee gasvervangingsgaten in de verwarmer, waarbij de ten minste twee gasvervangingsgaten openen bij een benedenoppervlak van de verwarmer en zich uitstrekken naar het bovenoppervlak van de uitsparing van de verwarmer en een gasspuitmondstuk, dat 50 is verbonden met een van de gascircuits en is voorzien van een aftakkingsgedeelte, dat in verbinding staat met ten minste een van de twee gasvervangingsgaten voor het spuiten van een van de gassen door het ten minste ene gat in een ruimte tussen de kraaleenheid en de glazen ballon, alvorens de kraaleenheid met de glazen ballon te verbinden.
55 De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van de figuren van de tekening, waarin: figuur 1 een aanzicht in doorsnede is, dat een lichtballon met een kraalafdichtgedeelte toont; figuur 2 een representatie is, die fasen bij de vervaardiging van een conventionele lichtballon met een 193623 2 kraalafgedicht gas toelicht; en figuur 3 een schema is voor het toelichten van een conventioneel gasafdichtproces van een lichtballon; figuur 4 een schema is voor het toelichten van de werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een lichtballon met een kraalafdichtgas volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; 5 figuur 5 een bovenaanzicht van een kraalstamverwarmer is, die wordt gebruikt bij de vervaardiging van een kraalstam volgens de onderhavige uitvinding; figuur 6 een vooraanzicht daarvan is; figuur 7 een aanzicht in doorsnede op vergrote schaal van een sectie voor het plaatsen van een kleine glazen buis van de verwarmer van figuren 5 en 6 is; 10 figuur 8 een bovenaanzicht van een in de onderhavige uitvinding gebruikte afdichtverwarmer is; figuur 9 een vooraanzicht daarvan is; figuren 10 en 11 aanzichten in doorsnede op vergrote schaal (respectievelijk voor- en zij-) van glazen ballonnen op respectievelijk de afdichtverwarmers en de kraaleenheid-plaatssecties zijn; en figuur 12 een aanzicht in doorsnede is, dat een toestand toont, waarin de glazen ballon en de kraal-15 eenheid in de afdichtverwarmer zijn geplaatst.
In een conventionele lichtballon met een kraalafgedicht gas, zoals getoond in figuur 1, wordt een glazen ballon 1 gecombineerd met een kraaleenheid, die zo is ingericht dat een van de distale einden van de toevoerdraden 2 bevestigde gloeidraad 3 op een vooraf bepaalde positie in de glazen ballon 1 is geplaatst. 20 De resulterende structuur wordt luchtledig gemaakt en een gas 5 wordt daarin geïntroduceerd. Een openingsrandgedeelte van de glazen ballon 1 en een kraal 4 worden verwarmd en gesmolten voor het afdichten van de glazen ballon 1. Wanneer het gas 5 niet aan de lichtballon wordt toegevoerd, wordt een vacuüm-lichtballon verkregen.
Een conventioneel proces voor het vervaardigen van een lichtballon met een kraalafdichtgas zal onder 25 verwijzing naar figuur 2 worden beschreven. Een einde van een glazen buis 1' wordt verwarmd en gesmolten voor het verschaffen van een rond afdichteinde. De glazen buis 1' wordt op een vooraf bepaalde lengte gesneden om de glazen ballon 1 te vervaardigen. Een kleine glazen buis 4' wordt op een vooraf bepaalde lengte gesneden en de toevoerdraden 2 worden via de glazen buis 4' ingebracht. De resulterende structuur van glazen buis 4' en toevoerdraden 2 wordt verwarmd en gesmolten voor het vormen van een 30 kraalstam (kraalstamvervaardigingsfase A in figuur 2). De gloeidraad 3 wordt bevestigd aan de distale einden van de toevoerdraden 2 van de kraalstam, waardoor een kraaleenheid wordt vervaardigd. De diameter r van de kraal 4 is kleiner dan de binnendiameter R van de glazen ballon 1.
De glazen ballon 1 wordt gecombineerd met de kraaleenheid en een gas wordt daarin afgedicht in een gasafdichtstap B. Bijgevolg wordt een lichtballon 10 met een daarin kraalafgedicht gas vervaardigd.
35 Figuur 3 is een schema voor het toelichten van de conventionele gasafdichtstap B van figuur 2. Verwijzend naar figuur 3 is een kamer 11 uitgerust met een deksel 12. Wanneer een gas in een glazen ballon dient te worden afgedicht, werkt een mechanische druk F op het deksel 12 om de kamer 11 hermetisch af te sluiten. Een koolstofverwarmer 13 wordt ondersteund door elektroden 14A en 14B in de kamer 11 en is verbonden met een buiten de kamer 11 aangebrachte voedingsbron 15 en schakelaar 16.
40 De verwarmer 13 heeft een cirkelvormige uitsparing 13A in het bovenoppervlak ervan. Een lichtballon dient in de cirkelvormige uitsparing 13A te worden gehouden. Met het oog hierop wordt een combinatie van de glazen ballon 1 en de kraaleenheid (de toevoerdraden 2, de gloeidraad 3 en de kraal 4) in de cirkelvormige uitsparing 13A gehouden.
Een stikstofgascircuit, bevattende een stikstofgastank 17, een drukregelklep 18, een drukmeter 19 en 45 een klep 20 is verbonden met de kamer 11. Een afdichtgascircuit, bevattende een afdichtgastank 21, een drukregelklep 22, een drukmeter 23 en een klep 24 en een vacuümcircuit, bevattende een vacuümpomp 25 en een klep 26 zijn eveneens verbonden met de kamer 11. Daarnaast zijn een lekklep 27, een drukmeter 28 en een vacuümmeter 29 voor het meten van een vacuümdruk in de kamer 11 verbonden met de kamer 11. De drukmeter 28 en de vacuümmeter 29 worden omgeschakeld door een keuzeklep 30.
50 Wanneer het gas in de ballon 1 dient te worden afgedicht, worden de glazen ballon 1 en de kraaleenheid in de uitsparing 13A van de verwarmer 13 geplaatst. Het deksel 12 wordt gesloten en een druk F uitgeoefend op het deksel 12. In deze toestand wordt de vacuümpomp 25 gestart om de kamer 11 luchtledig te maken. De klep 26 van het vacuümcircuit wordt na het luchtledig maken gesloten.
Daarna wordt het afdichtgas voor de lichtballon met een vooraf bepaalde druk vanaf afdichtgastank 21 55 gevoerd in de kamer 11. Het afdichtgas wordt daardoor eveneens in de glazen ballon 1 gebracht. De schakelaar 16 wordt omgeschakeld om de koolstofverwarmer 13 te bekrachtigen om het eindgedeelte van de glazen ballon 11 met de kraal 4 af te dichten. Een lichtballon met een kraalafgedicht gas wordt dus 3 193623 vervaardigd.
De glazen ballon 1 kan in een afdichtgasatmosfeer in de kamer 11 worden afgedicht, zodat de toevoer-draden 2 en de gloeidraad 3 niet zullen worden geoxideerd.
In het hierboven beschreven conventionele proces wordt een kostbaar afdichtgas in de gehele ruimte 5 binnen de kamer 11 gebracht. Zelfs indien een aantal lichtballonnen in een enkele kringloop worden vervaardigd, is de hoeveelheid afdichtgas per lichtballon hoog, resulterend in hoge kosten. In het bijzonder wanneer de gasdruk toeneemt, nemen de vervaardigingskosten toe.
Indien een vloeibare stikstofkoelwerkwijze wordt gebruikt bij het proces voor het vervaardigen van een met een kraal afgedichte lichtballon, wordt het glas vervormd, vanwege een temperatuurverschil tussen de 10 koel- en verwarmtemperatuur voor het afdichten, resulterend in scheuren. Onder gasafgedichte lichtballonnen, is een lichtballon met een stootvoegafdichtgas voorgesteld. Bij deze bekende techniek wordt een vacuümpijp verbonden met een vacuümpomp en een gas in de ballon gebracht, terwijl deze door vloeibare stikstof wordt afgekoeld, teneinde een afdichtgastemperatuur te verhogen. Het vacuümgedeelte wordt daarna afsluitend afgeknepen. Het gebruik van vloeibaar stikstof leidt echter tot hoge kosten. De vacuümpijp 15 bevat een afgeknepen gedeelte, zodat de totale lengte van de ballon groter wordt. Deze toeneming van lengte wordt een probleem bij compacte lichtballonnen.
Een voorbeelduitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zal onder verwijzing naar figuren 4 tot en met 12 worden beschreven. Dezelfde verwijzingscijfers in figuren 4 tot en met 12 geven dezelfde delen als in figuren 1 tot en met 3 aan.
20 Verwijzend naar figuren 4 tot en met 12 is een kamer 11 uitgerust met een deksel 12. Wanneer een gas in de kamer 11 dient te worden afgedicht, wordt het deksel 12 gesloten en wordt een mechanische druk F op het deksel 12 uitgeoefend, waardoor de kamer 11 hermetisch wordt afgesloten. Elektroden 14A en 14B ondersteunen een koolstofverwarmer (een kraalstamverwarmer 50 of een afdichtverwarmer 60), die in de kamer 11 is aangebracht. De koolstofverwarmer is verbonden met een externe voedingsbron 15 en een 25 externe schakelaar 16.
Een stikstofgascircuit, bevattende een stikstofgastank 17, een drukregelklep 18, een drukmeter 19 en een klep 20 en een vacuümcircuit, bevattende een vacuümpomp 25 en een klep 26 zijn verbonden met de kamer 11. Een lekklep 27 en een vacuümmeter 29 voor het meten van een vacuümdruk in de kamer 11 zijn op dezelfde manier als in de conventionele inrichting met de kamer 11 verbonden. De drukmeter 28 en de 30 vacuümmeter 29 worden op dezelfde manier als in de conventionele inrichting omgeschakeld door een keuzeklep 30.
Een tweetal drukcilinders 31 zijn aangebracht in kamer 11 om de verwarmer 50 of 60 naar beneden te houden. Veerzittingen 32 zijn gemonteerd op het binnenoppervlak van het deksel 12 en schroefveren 33 zijn gemonteerd tussen drukcilinders en de veerzittingen 32 om te voorzien in een voorspankracht op de 35 verwarmer 50, 60.
Een hulpgastoevoerorgaan 34 is beneden de verwarmer 50, 60 gemonteerd.
Een eerste gastank 35, die samen met een drukregelklep 36, een drukmeter 37 en een klep 38 een eerste gascircuit vormt, is gekoppeld met een poort 135 van kamer 11. De eerste gastank 35 bevat een eerste gas, dat een component van de componenten, die een afdichtgas van de lichtballon vormen of enig 40 inert gas met uitzondering van het afdichtgas, omvat. Een tweede gastank 39, die samen met een drukregelklep 40, een drukmeter 41 en een klep 42 een tweede gascircuit vormt, is verbonden met een inlaatpoort 132 van het hulpgastoevoeronderdeel 34. De tweede gastank 39 bevat een tweede gas, dat een resterende component van het afdichtgas of alle componenten ervan bevat. Tweede gasspuitmondstukken 43 zijn door bijvoorbeeld schroeven 44 losmaakbaar gemonteerd op de uitlaatpoort van het hulpgastoevoer-45 onderdeel 34. De mondstukafstand komt overeen met de grootte van de cirkelvormige uitsparing van de verwarmer 60 (die hierna gedetailleerder zal worden beschreven). De mondstukken 43 worden verwijderd wanneer de kraalstamverwarmer 50 wordt gebruikt.
Zoals getoond in figuren 5 tot en met 7 heeft een kraalstamverwarmer of kraalkneepverwarmer 50 voor gebruik in de onderhavige uitvinding een vlakke vorm en zijn twee einden van de kraalstamverwarmer 50 50 (koolstofverwarmer van conventioneel type) geklemd tussen koperen aansluitplaten 51 (zie figuur 6).
Elektrode-inbrenggaten 52 zijn gevormd aan respectievelijk de twee einden van de kraalstamverwarmer 50. Elliptische (of cirkelvormige) uitsparingen 53 (zie figuur 5) zijn gevormd in het bovenoppervlak van de kraalstamverwarmer 50. De uitsparingen 53 kunnen elke vorm aannemen, afhankelijk van de vorm van de kraalstam. Een kleine glazen buis 4' (zie figuur 7) wordt in elke uitsparing 53 aangebracht. Een toevoer-55 draadblokkeerorgaan 55 vervaardigd van een koolstofmateriaal is aangebracht beneden de verwarmer 50 en is door isolerende pennen 56 aan de verwarmer 50 opgehangen.
Zoals getoond in figuren 8 tot en met 12 heeft afdichtverwarmer 60 voor gebruik in de onderhavige 193623 4 uitvinding een vlakke vorm en zijn twee einden van de afdichtverwarmer 60 (koolstofverwarmer van conventioneel type) geklemd tussen koperen aansluitplaten 6 (zie figuur 9). Elektrode-inbrenggaten zijn respectievelijk gevormd aan de twee einden van de afdichtverwarmer 60. Cirkelvormige uitsparingen 63 zijn gevormd in het bovenoppervlak van de afdichtverwarmer 60. De uitsparingen 63 kunnen andere vormen 5 aannemen, afhankelijk van de vorm van de daarin te plaatsen glazen ballon. Een combinatie van de glazen ballon 1 en de kraaleenheid wordt geplaatst in elke cirkelvormige uitsparing 63 (zie figuren 10 en 11). Twee toevoerdraadinbrenggaten 64 en een aantal (twee in deze uitvoeringsvorm) gasvervangingsgaten 65 zijn gevormd in de bodem van elke cirkelvormige uitsparing 63. Een glazen ballonhouder 66 is aangebracht boven de verwarmer 60 en wordt door isolerende pennen 67 ondersteund. Gaten 66A zijn gevormd in de 10 houder 66 om de overeenkomstige glazen ballonnen in de gewenste positie te houden en om te voorkomen dat de overeenkomstige glazen ballonnen 1 hellen. De gasvervangingsgaten 65 liggen tegenover de gasspuitmondstukken 43. Het benedenoppervlaksgedeelte van de afdichtverwarmer 60 dat in de gaten 65 leidt, loopt naar boven taps toe en de taps toelopende opening ligt tegenover het overeenkomstige mondstuk.
15 Wanneer kraalstamvervaardiging en gasafdichting worden uitgevoerd door gebruik te maken van de hierboven beschreven kamerinrichting, wordt de kraalstamverwarmer 50 geplaatst in de kamer 11. De verwarmer 50 wordt gemonteerd rond de elektrode 14a en 14b, die zich uitstrekken in elektrode-inbrenggaten 52. De kleine glazen buis 4' en de toevoerdraden 2 worden zoals getoond in figuur 7 in de uitsparing 53 geplaatst. In dit geval wordt het tweede gascircuit (39, 40, 41, 42) niet gebruikt en worden de 20 tweede gasspuitmondstukken 43 verwijderd.
In deze toestand wordt de kamer 11 luchtledig gemaakt door de vacuümpomp 25 en daarna wordt de klep 26 gesloten. De klep 20 van het stikstofgascircuit wordt daarna geopend om stikstofgas uit tank 17 in de kamer 11 te voeren. De kraalstamverwarmer 50 wordt bekrachtigd in de stikstofgasatmosfeer door het sluiten van schakelaar 16. De kleine glazen buis 4' wordt verwarmd en gesmolten om een vorm te hebben 25 die overeenkomt met de elliptische (of cirkelvormige) uitsparing 53 en de toevoerdraden 2 strekken zich daardoor uit, waardoor een kraalstam of -kneep wordt vervaardigd. In dit geval heeft de kraal 4 een elliptische vorm (aangezien deze werd gevormd in een elliptische uitsparing) teneinde gemakkelijke gasvervanging ten tijde van het afdichten te vergemakkelijken. De kraal 4 kan echter een cirkelvormige vorm of een andere gewenste vorm hebben.
30 De gloeidraad 3 wordt bevestigd aan de distale oftewel van de oorsprong verwijderde einden van de toevoerdraden om een kraaleenheid te vervaardigen nadat de kraalkneep op dezelfde manier als in de conventionele werkwijze is gevormd. Daarna wordt een afdichtbewerking onder gebruikmaking van een combinatie van de kraaleenheid en de glazen ballon 1 uitgevoerd.
In de afdichtstap, wordt de kraalstamverwarmer 50 in de kamer 11 vervangen door de afdichtverwarmer 35 60 en worden de tweede gasspuitmondstukken 43 gemonteerd, zoals te zien in figuren 4 en 12. De elliptisch gevormde kraaleenheid en glazen ballon 1 worden geplaatst in de cirkelvormige uitsparing 63 in de afdichtverwarmer 60. Het deksel 12 van de kamer 11 wordt gesloten om de kamer hermetisch af te sluiten en de afdichtverwarmer 60 wordt via veren 33 en onderdelen 31,32 stevig vastgezet. Daarna wordt de vacuümpomp 25 werkzaam gemaakt om de kamer 11 luchtledig te maken en daarna wordt de klep 26 van 40 het vacuümcircuit gesloten.
Stikstofgas met een druk van rond 13,3-103 Pa wordt vanuit tank 17 in de kamer gebracht en de afdichtverwarmer 60 wordt bekrachtigd door het sluiten van schakelaar 16. De kraaleenheid en de overeenkomstige glazen ballon 1 worden verwarmd voor het ontgassen van het glasmateriaal en het reinigen van het binnenwandoppervlak van de glazen ballon 1. In dit geval moet de verwarmings-45 temperatuur niet het smeltpunt van het glas overschrijden. De stikstofgasdruk van 13,3-103 Pa wordt ingesteld met het oog op een goede thermische geleidbaarheid ten tijde van het verwarmen en eenvoudige gasafgifte door het glas.
Wanneer de ontgasbewerking van het glas is voltooid, wordt de klep 20 gesloten en wordt de vacuümpomp 25 opnieuw werkzaam gemaakt om de kamer 11 voldoende luchtledig te maken, waardoor een 50 voldoende vacuümdruk wordt verkregen. Wanneer de druk in kamer 11 een vooraf bepaalde vacuümdruk heeft bereikt, wordt de klep 26 gesloten. Het eerste gas wordt vanuit tank 35 met een vooraf bepaalde gasdruk in de kamer 11 gevoerd en de klep 38 wordt gesloten. In plaats van het sluiten van de klep 38 kan de druk worden geregeld door de drukregelklep 36. Daarna wordt bij een druk, die iets hoger ligt dan die van het eerste gas vanuit tank 39 het tweede gas in de kamer 11 gevoerd. Het tweede gas wordt vanaf de 55 tweede gasspuitmondstukken 43 gespoten in een ruimte tussen de glazen ballon 1 en de kraal 4 via de gasvervangingsgaten 65 (zie figuren 10 en 12). Het eerste gas wordt na het inspuiten van het tweede gas uit het inwendige van de glazen ballon 1 gepompt, zoals getoond in figuur 12. Met andere woorden wordt 5 193623 het eerste gas vervangen door het tweede gas. In dit geval kan wanneer de spuittijd van het tweede gas wordt geregeld de vervangingsverhouding variëren tot aan 100%.
De afdichtverwarmer 60 wordt bekrachtigd door het sluiten van schakelaar 16 nadat de gasvervanging tot een vooraf bepaalde verhouding is uitgevoerd of terwijl de gasvervanging wordt uitgevoerd. Het rand-5 gedeelte van de glazen ballon 1 en de kraal van de kraaieenheid worden verwarmd en gesmolten voor het afdichten van de glazen ballon 1 aan de kraal 4.
Bij voorkeur wordt de totale gasdruk van het eerste en tweede gas in de kamer 11 iets verhoogd ten tijde van het afdichtproces. In dit geval verdient het de voorkeur de druk van het eerste gas (dat goedkoper is dan het tweede gas) ten gunste van een economisch voordeel te vergroten. Het vergroten van de gasdruk 10 in de kamer na het afdichten voorkomt dat het verweekte gedeelte van het afgedichte deel uitzet, waardoor de kwaliteit van de resulterende ballon wordt verbeterd.
Wanneer de afdichtbewerking is voltooid, wordt de lekklep 27 geopend om het gas uit de kamer 11 af te voeren en wordt het deksel 12 geopend. De vervaardigde lichtballon met een kraalafdichtgas wordt verwijderd uit de kamer. Voordat de lichtballon wordt verwijderd uit de kamer wordt bij voorkeur stikstofgas 15 toegevoerd aan de kamer om de resulterende lichtballon af te koelen, waardoor een goede lichtballon wordt verkregen. Wanneer een gasterugwincircuit is verbonden met de lekklep 27 om het gas te hercirculeren, kunnen de totale kosten worden verlaagd. De bovengenoemde bewerkingen kunnen automatisch worden bestuurd door een volgordebesturingseenheid.
De volgende tabel toont typerende typen lichtballonnen met een kraalafdichtgas, die kunnen worden 20 vervaardigd door de werkwijze van de onderhavige uitvinding onder gebruikmaking van de gespecificeerde gassen en vervangingsverhoudingen. Deze lichtballonnen kunnen worden toegepast als achtergrondverlich-tingslichtbronnen voor vloeibare kristal weergeef elementen, koplampen van fietsen, of dergelijke.
TABEL
25 -:- lamptype eerste gas tweede gas vervangings verhouding halogeenlamp argon gasmengsel rond 60% 30 (krypton/ halogeen) stikstof gasmengsel rond 100% (argon/krypton/ halogeen) 35 kryptonlamp stikstof krypton rond 90% xenonlamp stikstof xenon rond 90%
Teneinde een vooraf bepaalde druk van een in de lichtballon afgedicht gas te verkrijgen, kan de gasdruk in 40 de kamer worden berekend in overeenstemming met de volgende vergelijking. Verwijzingssymbool α is een regelverhouding voor verschillende condities. De regelverhouding ligt in het traject van 0,5 tot en met 2,0.
Gasdruk in kamer = (afdichttemperatuur + 273°C)/273°C x (afdichtgasdruk van ballon bij kamertemperatuur) x a.
In de bovenstaande uitvoeringsvorm zijn de vervaardiging van de kraalstam en het kraalafdichten 45 uitgevoerd door een enkele kamer. Afzonderlijke kamers kunnen echter worden gebruikt voor het vervaardigen van de kraalstam oftewel kraalkneep en het kraalafdichten. De kraalkneep kan eveneens buiten de kamer worden vervaardigd.
Volgens de onderhavige uitvinding wordt het eerste en tweede gas zoals hierboven beschreven op een tweefasige manier toegevoerd. Een goedkoop gas wordt gebruikt ais het eerste gas en een duur gas wordt 50 gebruikt als een tweede gas, dat het eerste gas in de ballonnen vervangt. Een ballon met een hoog rendement en een lange levensduur (b.v. halogeenlampen) met een hogedrukgas kan dus tegen lage kosten worden vervaardigd. De totale druk van het eerste en tweede gas wordt onmiddellijk nadat het afdichten is voltooid iets verhoogd, waardoor uitzetting van het afgedichte gedeelte (verweekte glazengedeelte) wordt voorkomen en waardoor derhalve tot een hoge kwaliteit wordt bijgedragen.

Claims (21)

193623 6
1. Werkwijze voor het vervaardigen van een lichtballon met een kraalafdichtgas daarin, omvattende het toevoeren van een eerste gas in het inwendige daarvan en het toevoeren van een tweede gas in het 5 inwendige daarvan om het tweede gas in de plaats van het eerste gas te stellen, waarbij het eerste gas verloren gaat, met het kenmerk, dat de werkwijze verder de stappen omvat van het plaatsen van een kraaleenheid en een glazen ballon in een uitsparing in een bovenoppervlak van een binnen een hermetisch afgedichte kamer ingerichte verwarmer, het luchtledig maken van de kamer, waarbij het eerste gas niet een duur gas is, zoals stikstofgas, het toevoeren van het eerste gas in de kamer op een van tevoren bepaalde 10 druk nadat de kamer luchtledig is gemaakt, waarbij het eerste gas een component van het afdichtgas van de lichtballon samenstellende componenten of welk inert gas dan ook behalve het afdichtgas omvat, het toevoeren van het tweede gas in de kamer op een hogere druk dan die van het eerste gas om het eerste gas daaruit af te voeren, waarbij het tweede gas een restcomponent van het afdichtgas of alle componenten daarvan omvat, waarbij het tweede gas duurder dan het eerste gas is, het bekrachtigen van de verwarmer 15 nadat gassubstitutie is uitgevoerd oftewel gassubstitutie wordt uitgevoerd, zodat de kraal van de kraaleenheid en een randgedeelte van de glazen ballon worden verwarmd en gesmolten om samen de glasballon en de kraaleenheid af te dichten om een afgedichte ballon met het daarin afgedichte tweede gas te vormen, teneinde te voorkomen dat het dure gas verloren gaat door het doen verloren gaan van het goedkopere eerste gas.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de totale druk van het eerste en tweede gas in de kamer wordt verhoogd, nadat de kraaleenheid en de glazen ballon zijn verwarmd en gesmolten voor het afdichten van de glazen ballon aan de kraaleenheid.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het bovenoppervlak van de verwarmer ten minste twee openingen omvat, die in verbinding staan met de uitsparingen en dat gedurende de fase van het 25 toevoeren van een tweede gas het tweede gas met de hogere druk ervan in ten minste één van de openingen in het bovenoppervlak van de verwarmer wordt gevoerd, waardoor het eerste gas vanaf binnen de ruimte tussen de glazen ballon en de kraaleenheid via de tweede opening uit de ruimte wordt gedrongen.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat gedurende de fase van het toevoeren van het 30 tweede gas er wordt voorzien in een gasspuitmondstuk met een uitlaat naburig aan de eerste opening en het tweede gas via het gasspuitmondstuk in de tweede opening wordt gevoerd.
5. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat verder de kraaleenheid wordt gevormd door te voorzien in een kraalstamverwarmer in de kamer, welke kraalstamverwarmer is voorzien van een bovenoppervlak met een uitsparing daarin, het plaatsen van een glazen buisvormig element in de uitsparing, het 35 voeren van een tweetal toevoerdraden door het glazen buisvormige element en het bekrachtigen van de kraalstamverwarmer om het glazen buisvormige onderdeel te doen smelten en afdichten rond de toevoerdraden, waardoor de kraaleenheid wordt gevormd, waarbij de kraaleenheid daarna wordt geplaatst op het bovenoppervlak van de eerstgenoemde verwarmer in de kamer.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de toevoerdraden vanaf beneden het glazen 40 buisvormige onderdeel worden ondersteund gedurende het vormen van de kraaleenheid.
7. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat verder een gloeidraad aan de einden van de toevoerdraden wordt verbonden.
8. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerstgenoemde verwarmer wordt bekrachtigd na het volbrengen van de gasvervanging.
9. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kamer een deksel omvat en een elektrode-orgaan voor verbinding met de verwarmer, waarbij de verwarmer losmaakbaar verbindbaar is met het elektrodeorgaan, er verder wordt voorzien in een drukorgaan in de kamer, dat is gekoppeld met het deksel voor het drukken van de verwarmer in ineengrijping met het elektrodeorgaan voor het verbeteren van het elektrische contact tussen de verwarmer en het elektrodeorgaan.
10. Inrichting voor het vervaardigen van een lichtballon met een kraalafdichtgas daarin, met het kenmerk, dat deze een orgaan omvat, dat een hermetisch afgesloten kamer bepaalt, een in de kamer aangebrachte eerste verwarmer, die is voorzien van een bovenoppervlak met een daarin gevormde uitsparing voor het opnemen daarin van een glazen ballon en een kraaleenheid, een orgaan voor het luchtledig maken van de kamer, een orgaan voor het nadat de kamer luchtledig is gemaakt toevoeren van een eerste gas met een 55 vooraf bepaalde druk aan het inwendige van de kamer, een orgaan voor het toevoeren van een tweede gas, met een druk hoger dan die van het eerste gas en bevattende ten minste één afdichtgas in een ruimte tussen de glazen ballon en de kraaleenheid om het eerste gas uit de ruimte tussen de glazen ballon en de 7 193623 kraaleenheid af te voeren om daardoor in de ruimte het eerste gas door het tweede gas te vervangen en een orgaan voor het bekrachtigen van de eerste verwarmer nadat het tweede gas is ingebracht in de ruimte, zodat de kraal van de kraaleenheid en een randgedeelte van de glazen ballon worden verwarmd en gesmolten door de eerste verwarmer om de glazen ballon en de kraaleenheid samen af te dichten teneinde 5 een afgedichte ballon met het tweede gas daarin af gedicht te vormen.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat deze een orgaan omvat voor het vergroten van de totale druk van het eerste en tweede gas in de kamer nadat de kraaleenheid en de glazen ballon zijn verwarmd en gesmolten om de glazen ballon aan de kraaleenheid af te dichten, teneinde daardoor vervorming van de lichtballon te voorkomen.
12. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het bovenoppervlak van de verwarmer ten minste twee daarin gevormde openingen heeft, waarbij de openingen in verbinding staan met de uitsparing en dat het orgaan voor het toevoeren van het tweede gas is voorzien van een orgaan voor het toevoeren van het tweede gas aan ten minste één van de openingen om het eerste gas in de ruimte uit de andere van de openingen te doen treden.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het orgaan voor het toevoeren van het tweede gas is voorzien van een mondstukorgaan in verbinding met de ten minste ene opening voor het toevoeren van het tweede gas aan de ten minste ene opening.
14. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de eerste verwarmer verwijderbaar is gemonteerd in de kamer, de inrichting verder een kraalstamverwarmer omvat, die verwijderbaar in de kamer is 20 gemonteerd in de plaats van de eerste verwarmer, waarbij de kraalstamverwarmer is voorzien van een bovenoppervlak met een uitsparing daarin voor het vormen van een kraalstam uit een glazen buisvormig onderdeel en een tweetal door het glazen buisvormige onderdeel passerende toevoerdraden door het smelten van het glazen buisvormige onderdeel.
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat deze een beneden de kraalstamverwarmer 25 gemonteerd steunorgaan omvat voor het ondersteunen van de toevoerdraden gedurende het vormen van de kraaleenheid.
16. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het bekrachtig!ngsorgaan de eerste verwarmer bekrachtigt nadat de gasvervanging is voltooid.
17. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de kamer een deksel omvat en een elektrode-30 orgaan voor verbinding met de eerste verwarmer, waarbij de eerste verwarmer losmaakbaar verbindbaar met het elektrodeorgaan is, het orgaan dat de afgesloten kamer bepaalt, verder een drukorgaan in de kamer omvat, dat is gekoppeld met het deksel voor het drukken van de eerste verwarmer in ineengrijping met het elektrodeorgaan om het elektrische contact tussen de eerste verwarmer en het elektrodeorgaan te verbeteren.
18. Werkwijze volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het deksel verwijderbaar is, waarbij het drukorgaan de druk op de verwarmer opheft na het openen van het deksel.
19. Werkwijze volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat het drukorgaan ten minste een veeronderdeel omvat, een orgaan voor het koppelen van het ten minste ene veeronderdeel met het deksel en een met het veeronderdeel gekoppeld orgaan voor koppeling met de eerste verwarmer, waarbij het veeronderdeel is 40 aangebracht tussen het koppelorgaan en het monteerorgaan voor het drukken van het koppelorgaan tegen de verwarmer om de eerste verwarmer stevig met het elektrodeorgaan te koppelen, wanneer het deksel is gesloten.
20. Inrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat het veerorgaan ten minste een schroefveer omvat.
21. Inrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat het elektrodeorgaan een tweetal op afstand van elkaar geplaatste in de kamer gemonteerde staafvormige onderdelen omvat en de eerste verwarmer ten minste twee gaten daarin omvat voor het opnemen van de staafvormige elektrodeonderdelen. Hierbij 6 bladen tekening
NL8500588A 1984-03-05 1985-03-02 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een lichtballon met een kraalafdichtgas daarin. NL193623C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP59041718A JPS60185357A (ja) 1984-03-05 1984-03-05 ビード封止ガス入り電球の製造装置
JP4171884 1984-03-05

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8500588A NL8500588A (nl) 1985-10-01
NL193623B NL193623B (nl) 1999-12-01
NL193623C true NL193623C (nl) 2000-04-04

Family

ID=12616199

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8500588A NL193623C (nl) 1984-03-05 1985-03-02 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een lichtballon met een kraalafdichtgas daarin.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US4578043A (nl)
JP (1) JPS60185357A (nl)
DE (1) DE3507794C2 (nl)
FR (1) FR2560715B1 (nl)
NL (1) NL193623C (nl)

Families Citing this family (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3484658D1 (de) * 1983-01-12 1991-07-11 Hamai Electric Lamp Co Verfahren und vorrichtung zur herstellung gasgefuellter lampen kleiner dimension.
JPS622447A (ja) * 1985-06-26 1987-01-08 浜井電球工業株式会社 極小型チツプレスハロゲンランプおよびその製造方法ならびにその装置
JPS63164142A (ja) * 1986-12-26 1988-07-07 Ushio Inc チツプレス蛍光ランプの製造方法と製造装置
HU207906B (en) * 1989-04-14 1993-06-28 Tungsram Reszvenytarsasag Method for making halogen- favourably fluor-filled incandescent lamp
US5733162A (en) * 1995-10-02 1998-03-31 General Electric Company Method for manufacturing x-ray tubes
US5722870A (en) * 1995-12-22 1998-03-03 General Electric Company System and method for manufacturing x-ray tubes having glass envelopes
US5733159A (en) * 1995-12-22 1998-03-31 General Electric Company System and method for manufacturing X-ray tubes having glass envelopes
US5722868A (en) * 1995-12-22 1998-03-03 General Electric Company System and method for manufacturing x-ray tubes having glass envelopes utilizing a metal disk
US5722869A (en) * 1995-12-22 1998-03-03 General Electric Company System and method for manufacturing x-ray tubes having metal envelopes utilizing a metal disk
DE19621329C1 (de) * 1996-05-28 1997-12-04 Schott Glaswerke Verfahren zur Herstellung einer Lampe und nach dem Verfahren hergestellte Lampe
DE19621330C1 (de) * 1996-05-28 1998-01-02 Schott Glaswerke Verfahren zur Herstellung einer Lampe und nach dem Verfahren hergestellte Lampe
US7063583B2 (en) * 2001-03-23 2006-06-20 Wafermasters, Inc. Multi-spectral uniform light source
KR200262154Y1 (ko) * 2001-06-30 2002-03-18 주식회사 아이씨텍 전열기기용 할로겐 램프 결합구조
US6722184B2 (en) * 2001-09-13 2004-04-20 Guide Corporation Apparatus and method for pressurized oxygen bulb curing and testing
DE102004027997A1 (de) 2004-06-09 2005-12-29 Patent-Treuhand-Gesellschaft für elektrische Glühlampen mbH Verfahren und Vorrichtung zum Herstellen einer Lampe
US7871303B2 (en) * 2007-03-09 2011-01-18 Honeywell International Inc. System for filling and venting of run-in gas into vacuum tubes
JP5235995B2 (ja) * 2007-08-01 2013-07-10 オスラム ゲーエムベーハー 放電ランプの製造方法

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB111665A (en) * 1916-12-01 1918-05-16 Albert Georg Koechlin Improvements in and relating to Roller Drawing-heads of Cotton Spinning Machines.
DE1016847B (de) * 1952-10-13 1957-10-03 Csf Verfahren zum vakuumdichten Verbinden von Kolben ohne Pumpstutzen fuer Elektronenroehren und aehnliche Entladungsgefaesse
BE548671A (nl) * 1955-06-16
NL280883A (nl) * 1961-07-13
US3291548A (en) * 1964-01-09 1966-12-13 Westinghouse Electric Corp Mercury vapor lamp seasoning and sealing method
US3698784A (en) * 1970-06-19 1972-10-17 Hamai Denkyo Kogyo Kk Manufacturing method for small electric lamps
DE2713611A1 (de) * 1977-03-28 1978-10-05 Heimann Gmbh Verfahren zum herstellen von gasentladungslampen, insbesondere blitzroehren
JPS54160079A (en) * 1978-06-07 1979-12-18 Toshiba Corp Production of electric bulb
US4213663A (en) * 1978-12-26 1980-07-22 Rca Corporation Wet carbon-dioxide treatment of partially-completed CRT
JPS57118347A (en) * 1981-01-16 1982-07-23 Toshiba Corp Manufacture of tubular bulb
JPS59128735A (ja) * 1983-01-12 1984-07-24 Hamai Denkyu Kogyo Kk 小型ガス入りランプの製造方法

Also Published As

Publication number Publication date
DE3507794A1 (de) 1985-09-12
FR2560715B1 (fr) 1990-11-02
DE3507794C2 (de) 1994-12-15
FR2560715A1 (fr) 1985-09-06
NL193623B (nl) 1999-12-01
JPS60185357A (ja) 1985-09-20
US4578043A (en) 1986-03-25
NL8500588A (nl) 1985-10-01
JPH0474826B2 (nl) 1992-11-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL193623C (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een lichtballon met een kraalafdichtgas daarin.
US5286227A (en) Arc tube and method for manufacturing the same
US6641449B2 (en) High pressure lamp bulb and method of induction sealing
US4196374A (en) Compact fluorescent lamp and method of making
US20060084349A1 (en) Plasma display panel manufacturing apparatus and manufacturing method
US4354717A (en) Process for the production of gas discharge lamps
EP1065698B1 (en) Mount for lamp and lamp seal structure employing the mount
US5133682A (en) Method and mold for fabricating an arc tube for an arc discharge lamp
US2259165A (en) Incandescent lamp and the like and method of making same
US6566814B2 (en) Induction sealed high pressure lamp bulb
US6547619B1 (en) ARC tube for discharge lamp unit and method of manufacturing same
US4627824A (en) Method of and apparatus for manufacturing small-size gas-filled lamps
US4441050A (en) Single-ended low pressure discharge lamp and method of manufacture
US3939538A (en) Method of making discharge lamp having blow-molded arc tube ends
JPH02186530A (ja) ランプ管体の製造法
US5006088A (en) Method of making a pinch-sealed, gas-filled incandescent lamp
EP1304715B1 (en) Methof of making a double-ended arc discharge tube
US4371224A (en) Single turret machine for fabricating high-intensity discharge arc tubes
US1298569A (en) Apparatus for exhausting incandescent lamps.
HU202674B (en) Method for making high-pressure discharge lamps sealed on two sides
CA2346523C (en) Gas discharge lamp and associated method of production
US6433472B2 (en) Neon lamp production method and system
JP2002523870A (ja) 小型蛍光灯用チャネル付ガラス物品
EP2184764B1 (en) Quartz arc tube for double ended discharge lamp
JP3463570B2 (ja) 片口形メタルハライドランプおよびその製造方法

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20021001