NL193434C

NL193434C - Warenhuis.

Info

Publication number: NL193434C
Application number: NL9200300A
Authority: NL
Inventors: Petrus Leonardus Josef Bom
Original assignee: Bordeso Bv
Priority date: 1991-12-06
Filing date: 1992-02-18
Publication date: 1999-11-02
Also published as: NL193434B; BE1006707A3; NL9200300A

Description

1 193434

Warenhuis

De uitvinding betreft een warenhuis, omvattende ten minste één raam dat te openen is, waarbij tussen een de raamopening begrenzende openingrand en een raamrand een vervormbaar insectengaas voor het 5 tegenhouden van insecten is aangebracht en waarbij het gaas van vouwmiddelen is voorzien.

Een dergelijk warenhuis is beschreven in de niet vóórgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 9101777. Bij de uitvoeringsvorm van figuren 13 en 14, die mogelijk door het op de markt brengen reeds voorbekend is, wordt het gaas in een gewenste plooivorm gehouden door middel van een serie in het gaas langs de binnen- en de buitenvouwlijnen aangebrachte U-vormige staafframes, die aan hun einden 10 schamierbaar zijn bevestigd. Deze laten wel toe dat het gaas tussen staafframes in onder invloed van windvariaties heen en weer wordt gerukt. Dit leidt tot slijtage en beperking van de levensduur van het gaas. Het benodigde aantal staafframes brengt kosten met zich mee.

De uitvinding heeft ten doel de slijtage van het gaas te verminderen met weinig kosten vergende middelen. Daartoe heeft het warenhuis volgens de uitvinding het kenmerk, dat de vouwmiddelen per raam 15 ten minste één elastisch trekorgaan omvatten dat in hoofdzaak in langsrichting van een vouwlijn van het insectengaas is gespannen.

Teneinde het door het gaas weggenomen licht bij gesloten raam te verhinderen, heeft het warenhuis waarbij, zoals eveneens is beschreven in voornoemde octrooiaanvrage, een U-vormig element in hoofdzaak in langsrichting van een vouwlijn van het insectengaas is aangebracht, volgens de uitvinding de voorkeur 20 het kenmerk dat er ter weerszijden van de vouwlijn met het U-vormige element per raam ten minste twee elastische trekorganen in hoofdzaak in langsrichting van vouwlijnen van het insectengaas zijn gespannen.

Teneinde slijtage met zich meebrengende aanslag tussen uitzetstangen en het hiernaartoe door het ten minste ene trekorgaan voorbelaste gaas te vermijden, grijpen de uitzetstangen voor het openen en sluiten van het raam bij voorkeur aan op tussenprofielen die tussen de einden van het raam zijn opgesteld, of 25 grijpen de uitzetstangen voor het openen en sluiten van het raam bij voorkeur aan op de transparante plaat van het raam door middel van scharniersteunen die op een afstand van elkaar aan de transparante plaat zijn vastgelijmd.

De uitvinding zal in de hierna volgende beschrijving worden verduidelijkt aan de hand van een tekening. In 30 de tekening stellen schematisch voor:

Figuren 1 en 2 een raam bij een warenhuis in geopende respectievelijk gesloten stand;

Figuur 3 op grotere schaal het detail III van figuur 2;

Figuur 4 het bij het warenhuis van figuur 1 toegepaste gaas voor de samenstelling ervan;

Figuur 5 een variant van figuur 2; en 35 Figuur 6 een variant van figuur 3.

Het warenhuis 1 omvat niet getekende kolommen, door de kolommen gedragen goten 2, door de kolommen gedragen spanten, nokprofielen 3, tussen de goten 2 en nokprofielen 3 aangebrachte roeden 4 en tussen de roeden 4 aangebrachte kalven 5. Er zijn aldus in de daken van het warenhuis 1 raamopeningen 40 aanwezig die elk worden afgesloten door middel van een beweegbaar raam 6. Tussen de openingrand gevormd door roeden 4 en een kalf 5 enerzijds en de raamrand 7 anderzijds is een insectengaas 8 aangebracht dat de in- en/of uittrede van insecten belemmert.

In figuren 1-4 bestaat het insectengaas 8 uit twee gaasstukken 9 van de in figuur 4 aangeduide vorm, die met een zoom 10 aan elkaar zijn genaaid met invoeging van een U-vormige beugel 11 van stijve draad. 45 De U-vormige beugel 11 heeft in ongespannen toestand rechte draadstukken. Deze beugel 11 is met zijn oogeinden 12 bevestigd aan bouten 13 van raamhoeken. Verder zijn er twee elastieken 14 gespannen van bout 13 naar bout 13 aan de buitenzijde van het insectengaas 8. Deze elastieken 14 houden het insectengaas 8 voortdurend fraai in de harmonicavorm, zoals in figuren 1 en 2 is getekend. De elastieken 14 hoeven slechts op geringe spanning te staan om hun functie te vervullen.

50 Het raam 6 bestaat uit drie omtreksraamprofielen 15 en een nokrandprofiel 16 dat om de bovenflens 17 van het nokprofiel 3 scharniert en de raamomtrek completeert alsmede uit drie tussenprofielen 18, twee grote ruiten 19 en twee kleine ruiten 20, waarbij de tussenprofielen 18 zodanig zijn opgesteld dat uitzetstangen 21 van een raambedieningsmechanisme 22 scharnierend op het raam 6 kunnen aangrijpen zonder met het insectengaas 8 in conflict te komen.

55 Bij voorkeur heeft het raam 6 volgens figuur 5 een grote doorlopende glasplaat 23 en geen tussenprofielen die licht wegnemen. Het raam heeft slechts een nokraamrandprofiel 30 dat aan de bovenrand van de glasplaat 23 is vastgelijmd. Verder zijn scharniersteunen 24 op een afstand van elkaar aan de glasplaat

Claims

193434 2 23 vastgelijmd. Deze lijmverbinding is zo stevig dat men losraken niet behoeft te vrezen. De uitzetstangen 21 grijpen dan scharnierend op de scharniersteunen 24 aan. Bij de variant van figuur 6 heeft het insectengaas 8 slechts een elastiek 14 en niet een beugel 11. Hierdoor trekt dit elastiek 14 het insectengaas 8 wat verder naar binnen, waardoor wat meer licht wordt 5 weggenomen in de gesloten raamstand. Ook bij deze variant wordt het opfrommeien van insectengaas vermeden. Onder elastiek dient een willekeurig langgerekt elastisch trekorgaan te worden verstaan. Dit kan eventueel in een zoom van het insectengaas zijn ingenaaid en het kan eventueel uit stukken bestaan die langs de beoogde vouwlijn zijn aangebracht, zodanig dat zij deze vouwlijn trachten te verkorten. 10

1. Warenhuis, omvattende ten minste één raam dat te openen is, waarbij tussen een de raamopening 15 begrenzende openingrand en een raamrand een vervormbaar insectengaas voor het tegenhouden van insecten is aangebracht en waarbij het gaas van vouwmiddelen is voorzien, met het kenmerk, dat de vouwmiddelen per raam (6) ten minste één elastisch trekorgaan (14) omvatten dat in hoofdzaak in langsrichting van een vouwlijn van het insectengaas is gespannen.

2. Warenhuis (1) volgens conclusie 1 waarbij een U-vormig element in hoofdzaak in langsrichting van een 20 vouwlijn van het insectengaas is aangebracht, met het kenmerk, dat er ter weerszijden van de vouwlijn met het U-vormige element (11) per raam (6) ten minste twee elastische trekorganen (14) in hoofdzaak in langsrichting van vouwlijnen van het insectengaas (8) zijn gespannen.

3. Warenhuis (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat uitzetstangen (21) voor het openen en sluiten van het raam (6) aangrijpen op tussenprofielen (18) die tussen de einden van het raam (6) zijn opgesteld.

4. Warenhuis (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat uitzetstangen (21) voor het openen en het sluiten van het raam (21) aangrijpen op de transparante plaat (23) van het raam (6) door middel van scharniersteunen (24) die op afstand van elkaar aan de transparante plaat (23) zijn vastgelijmd. Hierbij 5 bladen tekening