NL193000C - Gasveer en werkwijze voor het met gas onder druk vullen daarvan. - Google Patents

Description

1 193000

Gasveer voor het met gas onder druk vullen daarvan

De onderhavige uitvinding betreft een gasveer, omvattende - een cilindervormig huis met een eerste en een tweede eindwand; 5 - een in het huis in hoofdzaak afdichtend schuifbare zuiger, welke met een zuigerstang is verbonden, waarbij de zuigerstang coaxiaal met het huis afdichtend schuifbaar is door een in de eerste eindwand aangebrachte opening, en waarbij het huis in samenwerking met de eindwanden een cilindervormige ruimte insluit, welke door de zuiger in tussen eindstanden aan weerseinden van het huis gelegen standen in twee compartimenten is verdeeld, waarbij de compartimenten door middel van drukvereffeningsmiddelen, zoals 10 een kanaal met een nauwe doortocht, met elkaar in verbinding te stellen zijn; - in de ruimte aanwezig gas onder druk; en - terugslagklepmiddelen, welke enerzijds aan de ruimte en anderzijds aan de buitenzijde van de gasveer aansluiten.

Een dergelijke gasveer is bekend uit de Britse octrooiaanvrage 2.049.099, waarbij de terugslagklep-15 middelen een onder veerkracht de doorgang naar de buitenzijde van de gasveer afsluitend, vlottervormige lichaam zijn. Door het aanleggen van een hogere druk aan de buitenzijde van de doorgang dan wie welke in de gasveer zelf heerst, wordt het vlottervormige lichaam tegen de veerkracht in weggedrukt van de doorgang om toevoer van gas mogelijk te maken en de druk in de gasveer te verhogen.

Een nadeel van de bekende gasveer is, dat het vullen hiervan zeer nauwkeurig plaats dient te vinden in 20 overeenstemming met een te verwachten belasting van de gasveer, zonder dat hierbij bekend is, hoe groot deze belasting zal zijn. Het toepassingsafhankelijk instellen van de druk in de gasveer is derhalve niet mogelijk, terwijl een te lage druk in de gasveer leidt tot een inadequate werking en een te hoge druk ertoe kan leiden, dat de gasveer met te hoge snelheden expandeert, waarbij schade op kan treden aan de apparatuur, waarvan de gasveer deel is gaan uitmaken, zoals een zonnehemel, of aan de omgeving 25 hiervan.

Met de onderhavige uitvinding is beoogd bovengenoemd nadeel op te heffen, en hiertoe wordt volgens de uitvinding een gasveer van het bovenbeschreven soort verschaft, welke zich onderscheidt, door met de terugslagklepmiddelen voor bediening hiervan verbonden bedieningsmiddelen, waarbij hierlangs in bedrijf drukverlagend een gewenste hoeveelheid gas af te voeren is tot een met een gewenste expansiekracht 30 samenhangende drukwaarde.

Met een gasveer volgens de onderhavige uitvinding is het mogelijk de druk hierin bij het vervaardigen hiervan op te voeren tot een naar verwachting voor elke mogelijke toepassing meer dan afdoende waarde om vervolgens de druk in de gasveer, zodra de belasting hiervan bekend wordt, tot een met een gewenste expansiekracht samenhangende drukwaarde te verlagen. Dit kan zelfs in situ plaatsvinden, waarbij de 35 gasveer dan al is ingebouwd in de constructie, waarvan deze deel behoort te gaan uitmaken, zoals een zonnehemel.

In het bijzonder in het geval van een zonnehemel is het wenselijk, dat de gasveer functioneert zonder het opheffen van een blokkering, die bijvoorbeeld inwerkt op het drukvereffeningsmiddelen. In dusdanige toepassingen wordt derhalve bij voorkeur gebruik gemaakt van gasveren, waarbij de drukvereffeningsmid-40 delen niet selectief sluitbaar zijn. Uit de Europese octrooiaanvrage 0.447.675 is een gasveer bekend met selectief afsluitbare drukvereffeningsmiddelen. Ook hierbij kan het wenselijk zijn de expansiesnelheid te beteugelen en de druk in de gasveer te verlagen om op deze wijze een rustigere bediening van de selectief sluitbare drukvereffeningsmiddelen mogelijk te maken. De bekende gasveer is voorzien van een ventiel-iichaam, dat in een eerste stand de drukvereffeningsmiddelen afsluit, in een tweede stand de druk-45 vereffeningsmiddelen in open verbinding stelt en in een derde stand toevoer van gas van buitenaf voor verhoging van de druk in de gasveer mogelijk maakt. Genoemde derde stand zou zonder aansluiting van een toevoer van gas onder druk leiden tot het ontsnappen van gas en het verlagen van druk, dat als ongewenst is aangemerkt, welke genoemde derde stand derhalve is verhinderd.

De instelbare gasveer volgens de uitvinding is bijvoorbeeld geschikt voor beeldschermarmen, waarbij niet 50 op voorhand vaststaat welk beeldscherm met welk gewicht de gasveer zal belasten. Ook is de gasveer zeer geschikt voor toepassing bij zonnehemels, waarin een verschillend aantal lampen kan worden toegepast, waarmee het gewicht van een dergelijke zonnehemel van dit aantal lampen afhankelijk is en derhalve een variabele belasting voor de gasveer vormt. Ook hierbij kan de gasveer worden voorzien van een bij dit gewicht behorende gasdruk.

55 De uitvinding kan met voordeel de bijzonderheid vertonen, dat aan de tweede eindwand bevestigingsmiddelen zijn aangebracht, omvattende een aan de tweede eindwand grenzende stomp, in welke stomp een dwarsgat is aangebracht waarin een met de terugslagklepmiddelen verbonden besturingsstang uitmondt, 193000 2 welk dwarsgat dient voor het opnemen van een van buiten af bedienbaar bedieningsorgaan, bij bediening waarvan een de klep openende drukkracht op de besturingsstang wordt uitgeoefend. Hiermee is een zeer eenvoudige, kostentechnisch voordelige en gemakkelijk te vervaardigen configuratie bewerkstelligd. In een voorkeursuitvoeringsvorm vertoont de gasveer de eigenschap, dat het bedieningsorgaan een separaat 5 bedieningsgereedschap is. Wanneer het bedieningsgereedschap separaat is, kan dit uit de gasveer worden genomen om onbedoeld verlagen van de druk in de gasveer te voorkomen.

In een tweede uitvoeringsvorm kan een gasveer volgens de onderhavige uitvinding met voordeel de bijzonderheid vertonen, dat het bedieningsorgaan onrond is en voor bediening rond zijn langsas geroteerd moet worden. Hiermee is het gebruiksgemak optimaal, maar kan als alternatief het bedieningsorgaan een 10 oploopvlak vertonen en voor bediening axiaal verplaatst moeten worden, waarbij hetzelfde voordeel wordt verkregen. In deze alternatieve uitvoeringsvorm vertoont met voordeel het bedieningsorgaan een omwentelingssymmetrische vorm, zodat de stand met betrekking tot de radiale richting van geen invloed is voor de werking hiervan. In het geval van het bedieningsorgaan met oploopvlak vertoont een gasveer volgens de onderhavige uitvinding bij voorkeur de eigenschap, dat het bedieningsorgaan een pen is, die in 15 het gebied van het oploopvlak een zich verbredende vorm vertoont, zodanig dat voor bediening van de klep het bedieningsorgaan moet worden ingedrukt. Hierbij is een zeer eenvoudige configuratie verkregen met een hoge mate van gebruiksgemak. Bij voorkeur vertoont de gasveer verder de eigenschap, dat het bedieningsorgaan door terugstelveermiddelen naar buiten wordt gedrukt, waarbij het blijven hangen van het bedieningsorgaan en het derhalve te ver verlagen van de druk in de gasveer op doeltreffende wijze is 20 voorkomen.

In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding vertoont een gasveer de eigenschap, dat de stomp afzonderlijk van de terugslagklepmiddelen losmaakbaar aan de bevestigingsmiddelen bevestig-baar is door middel van een koppelstuk, dat koppelbaar is met een mondstuk, dat in verbinding staat met ! een bron voor gas onder druk. Op deze wijze is bewerkstelligd, dat zonder het opheffen van de werking van 25 de terugslagklepmiddelen toevoegen van gas en verhogen van de druk in de gasveer mogelijk is.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de tekening van enkele uitvoeringsvoorbeelden, waartoe de uitvinding beperkt is. In de tekening tonen: figuur 1 een zonnebank, waarin gasveren volgens het onderhavige voorstel zijn toegepast; 30 figuur 2 een dwarsdoorsnede door een eerste uitvoeringsvoorbeeld; figuur 3 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van dat deel van de gasveer volgens figuur 2, waarin het onderhavige voorstel is geïncorporeerd; figuur 4 een gedeeltelijk weggebroken zijaanzicht van een gasveer in een ander uitvoeringsvoorbeeld; figuur 5 een zijaanzicht van een gasveer volgens het onderhavige voorstel tijdens het vullen daarvan met 35 gas onder druk; en figuur 6 de gasveer volgens figuur 5 na het vullen en voorafgaand aan het aanbrengen van een bevestigingsoog.

Figuur 1 toont een zonnebank 1. Deze omvat een op de grond geplaatst gestel 2 dat een vast draagplateau 40 3 en een op en neer zwaaibare bovenplaat 4 draagt. De getekende stand komt overeen met de bedrijfs-stand, waarin de in het draagplateau 3 en de plaat 4 aanwezige ultraviolet-bronnen zijn geactiveerd en een gebruiker op het draagplateau 3 ligt. Om de plaat 4 vanuit de getekende bedrijfstoestand naar de met onderbroken lijnen getekende opgekiapte toestand (4') te bewegen duwt de gebruiker de plaat 4 omhoog, waardoor hij scharniert rond de scharnieren 5. Om de plaat 4 in de getoonde bedrijfsstand te kunnen 45 houden is tussen het gestel 2 en de plaat 4 een gasveer 6 geplaatst. In de bedrijfstoestand, die met getrokken lijnen is getekend, heeft de gasveer een relatief geringe lengte. In de opgeklapte rusttoestand, waarin de gasveer met 6' is aangeduid heeft hij een grotere lengte. Daar een gasveer, zoals hierna nog kort zal worden besproken, door zijn opbouw altijd een zo groot mogelijke lengte nastreeft, heeft de gasveer 6 de natuurlijke neiging, de plaat 4 omhoog te duwen, tegen de gewichtskracht daarvan in. Door juiste keuze 50 van de door de gasveer 6 uitgeoefende kracht kan worden bereikt, dat de plaat 4 een stabiele, gewenste rustpositie bezit. Zou de gasveer 6 een onvoldoende kracht uitoefenen, dan zou de plaat 4 te ver omlaag hellen. In het geval waarin de gasveer een te grote kracht uitoefent, zal hij de plaat 4 in een te hoge ruststand houden. Het moet dan ook voor deze en vergelijkbare toepassingen als wezenlijk worden beschouwd, een gasveer zodanig te kunnen instellen, dat hij een met de gewenste bedrijfsstand overeenko-55 mende kracht geeft.

Figuur 2 toont de gasveer 6 volgens het onderhavige voorstel. Hij omvat een cilindrisch huis 7 met een eerste eindwand 8 en een tweede eindwand 9. In het cilindrische huis 7 is een zuiger 10 in hoofdzaak 3 193000 afdichtend en schuifbaar geleid. Niet is getekend, dat de zuiger 10 een axiale doorboring met geringe doortocht vertoont. De zuiger 10 is gekoppeld met een zuigerstand 11, die coaxiaal met het huis 7 afdichtend schuifbaar is door een in de eerste eindwand 8 aanwezige opening 12.

Figuur 3 toont op vergrote schaal dat deel van de gasveer 6, waarin de terugslagklep volgens het 5 onderhavige voorstel is opgenomen. Terwille van de duidelijkheid wordt daarnaar nu verwezen. De tweede eindwand 9 vertoont een verdieping 13, waarin een O-ring 14 is geplaatst. Met de O-ring kan een schijfvormig kleplichaam 15 afdichtend samenwerken. Het kleplichaam 15 is verbonden met een besturingsstang 16, die zich door een in de tweede eindwand 9 aanwezig geleidingskanaal uitstrekt.

Zoals figuur 2 toont sluit het geleidingskanaal 17 aan aan een van schroefdraad voorziene verdieping 18 10 aan de buitenzijde van de tweede eindwand 9. In de geassembleerde toestand van de gasveer 6 is daarin een bevestigingsoog 19 geschroefd. Dit bevestigingsoog 19 omvat een stomp 20, waardoor heen zich een aan het geleidingskanaal 17 aansluitend tweede geleidingskanaal 21 uitstrekt. Dit geleidingskanaal 21 mondt uit in een doorgaand, zich in dwarsrichting uitstrekkend gat 22.

Aan de van de O-ring afgewende zijde van het schijfvormige kleplichaam 15 bevindt zich een aanslagring 15 23.

Vooraf is de gasveer 6 op hierna nog te beschrijven wijze gevuld met gas onder druk. In de in figuur 2 getoonde rusttoestand van de gasveer 6 bevindt deze zich in zijn langste, uitgeschoven stand. In deze stand is door de gasdruk de zuiger 10 tegen de eerste eindwand 8 gedrukt. In een tussengelegen positie bevindt de zuiger zich meer naar rechts en verdeelt dan de door het huis 7 en de eindwanden 8 en 9 20 omsloten ruimte in twee compartimenten. Als gevolg van het verschil in effectief oppervlak tussen het linkervlak en het rechtervlak van de zuiger 10 ondervindt deze door de gasdruk een naar links gerichte netto-kracht. Dit is het basisprincipe van de werking van de gasveer.

De gasveer volgens het onderhavige voorstel wordt op de aan de hand van de figuren 5 en 6 uiteen te zetten wijze gevuld met gas onder druk. Volgens het onderhavige voorstel is dan de gasdruk hoger dan de 25 uiteindelijke, door de gebruiker zelf in te stellen bedrijfsdruk. Zoals figuur 3 toont, kan door het dwarsgat 22 en onrond gereedschap 24 worden gestoken, in dit geval een sleutel met een staafvormig werkzaam einde met vierkante doorsnede. Door rotatie volgens bijvoorbeeld pijl 25 van het gereedschap 24 wordt besturingsstang 16 gedurende een door de gebruiker te kiezen tijd omlaag gedrukt tegen de gasdruk van de gasveer 6 in. Hierdoor komt het kleplichaam 15 vrij van de als klepzitting dienende O-ring 14 en kan gas 30 ontsnappen via het geleidingskanaal 17, het tweede geleidingskanaal 21 en het dwarsgat 22. Als gevolg van een dergelijke stap wordt de gasdruk in de gasveer 6 bijvoorbeeld met enkele procenten verkleind.

Door deze bewerking herhaalt uit te voeren, wat bijvoorbeeld kan plaatsvinden door het gereedschap 24 gedurende enige tijd te roteren, kan de gasdruk in de gasveer 6 tot de gewenste waarde worden gereduceerd. Het moge duidelijk zijn, dat door de opbouw van de gasveer voor de beschreven instelling geen 35 demontage nodig is. Het dwarsgat 22 is immers voor het gereedschap 24 ook na montage bereikbaar.

Figuur 4 toont een variant, waarin een van een gasveer 26 deel uitmaken, dus niet separaat, bedienings-orgaan 27 is toegepast. Dit bedieningsorgaan is uitgevoerd als een pen met een omwentelingssymmetrische vorm en een conisch oploopvlak 28, dat kan samenwerken met het einde van de bedieningsstang 16. De pen 27 is axiaal geleid in een boring 29 en wordt naar buiten gedrongen door een terugstelveer 30. Door 40 het uitoefenen van een drukkracht 31 op een verbreed einde 32 wordt de besturingsstang 16 door het conisch oploopvlak 28 omlaag gedrukt en wordt, conform het beschrevene aan de hand van figuur 3, de terugslagklep 14, 15 gedurende de bedieningsperiode geopend.

De figuren 5 en 6 tonen, op welke wijze een gasveer volgens het onderhavige voorstel kan worden gevuld met gas onder een gewenste druk. Voorafgaand aan het aanbrengen van het bevestigingsoog 19, 45 dan wel na het verwijderen daarvan, wordt een mondstuk 33 afdichtend in de verdieping 18 geschroefd. Het mondstuk is via een leiding 34 en een afsluiter 35 verbonden met een niet-getekende bron voor gas onder druk 36. Nadat een manometer 37 heeft aangegeven, dat in de gasveer 6 de vereiste druk is bereikt, wordt de afsluiter 35 gesloten en wordt het mondstuk 33 van de gasveer 6 verwijderd. Door de werking van de terugslagklep 14, 15 zal de gasveer 6 de gasdruk handhaven. Deze sluit immers de terugslagklep. Na het 50 bereiken van deze druk kan op de in figuur 6 getoonde wijze het bevestigingsoog 19 worden ingeschroefd in de verdieping 18. De gasveer 6 is dan gereed voor gebruik.

De aandacht wordt er op gevestigd, dat de bedieningsmiddelen zich ook in of aan de eerste eindwand kunnen bevinden en dat bijvoorbeeld gebruik kan worden gemaakt van een in of aan de zuiger aanwezige terugslagklep, die tijdelijk kan worden geopend door bediening van een besturingsstang, die zich door een 55 in dit geval hol uitgevoerde zuigerstang 11 uitstrekt. Zelfs is het niet uitgesloten, dat de terugslagklep in of aan de cilindrische wand van de gasveer is aangebracht.

De aandacht wordt er op gevestigd, dat de gasveer volgens het onderhavige voorstel instelbaar is,

Claims (9)

193000 4 zonder dat de lengte van de gasveer daartoe een verandering dient te ondergaan. Verder wordt er op gewezen, dat de snelheid, waarmee tijdens instelling gas uit de gasveer kan worden verwijderd, afhankelijk is van de effectieve doortocht die aan dat ontsnappende gas ter beschikking staat. Door deze doortocht zeer klein te maken en daartoe de besturingsstang betrekkelijk nauw passend in het 5 geleidingskanaal op te nemen, kan het ontsnappen van gas relatief traag plaatsvinden.

1. Gasveer, omvattende: - cilindervormig huis met een eerste en een tweede eindwand; - een in het huis in hoofdzaak afdichtend schuifbare zuiger, welke met een zuigerstang is verbonden, waarbij de zuigerstang coaxiaal met het huis afdichtend schuifbaar is door een in de eerste eindwand aangebrachte opening, en waarbij het huis in samenwerking met de eindwanden een cilindervormige 15 ruimte instuit, welke door de zuiger in tussen eindstanden aan weerseinden van het huis gelegen standen in twee compartimenten is verdeeld, waarbij de compartimenten door middel van druk· vereffeningsmiddelen, zoals een kanaal met een nauwe doortocht, met elkaar in verbinding te stellen zijn; - in de ruimte aanwezig gas onder druk; en - terugslagklepmiddelen, welke enerzijds aan de ruimte en anderzijds aan de buitenzijde van de gasveer 20 aansluiten, gekenmerkt door, met de terugslagklepmiddelen voor bediening hiervan verbonden bediening- smiddelen, waarbij hierlangs in bedrijf drukverlagend een gewenste hoeveelheid gas af te voeren is tot een met een gewenste expansiekracht samenhangende drukwaarde.

2. Gasveer volgens conclusie 1, waarin aan de tweede eindwand bevestigingsmiddelen zijn aangebracht, omvattende een aan de tweede eindwand grenzende stomp, in welke stomp een dwarsgat is aangebracht 25 waarin een met de terugslagklepmiddelen verbonden besturingsstang uitmondt, welk dwarsgat dient voor het opnemen van een van buiten af bedienbaar bedieningsorgaan, bij bediening waarvan een de klep openende drukkracht op de besturingsstang wordt uitgeoefend.

3. Gasveer volgens conclusie 2, waarin het bedieningsorgaan een separaat bedieningsgereedschap is.

4. Gasveer volgens conclusie 2, waarin het bedieningsorgaan onrond is en voor bediening rond zijn langsas 30 geroteerd moet worden.

5. Gasveer volgens conclusie 2, waarin het bedieningsorgaan een oploopvlak vertoont en voor bediening axiaal verplaatst moet worden.

6. Gasveer volgens conclusie 5, waarin het bedieningsorgaan een omwentelingssymmetrische vorm vertoont.

7. Gasveer volgens conclusie 5, waarin het bedieningsorgaan een pen is, die in het gebied van het oploopvlak een zich verbredende vorm vertoont, zodanig dat voor bediening van de klep het bedieningsorgaan moet worden ingedrukt.

8. Gasveer volgens conclusie 7, waarin het bedieningsorgaan door terugstelveermiddelen naar buiten wordt gedrukt.

9. Gasveer volgens conclusie 2, waarin de stomp afzonderlijk van de terugslagklepmiddelen losmaakbaar aan de bevestigingsmiddelen bevestigbaar is door middel van een koppelstuk, dat koppelbaar is met een mondstuk, dat in verbinding staat met een bron voor gas onder druk. Hierbij 3 bladen tekening