NL192885C

NL192885C - Brandwerende schuifdeurconstructie.

Info

Publication number: NL192885C
Application number: NL9200080A
Authority: NL
Inventors: Johannes Wacker
Original assignee: Markus Hermetische Deuren
Priority date: 1992-01-17
Filing date: 1992-01-17
Publication date: 1998-04-02
Also published as: NL9200080A; EP0551961A1; NL192885B

Description

1 192885

Brandwerende schuifdeurconstructie

De uitvinding heeft betrekking op een brandwerende schuifdeurconstructie, omvattende: een schuifdeur die aan de bovenzijde is voorzien van ten minste twee looprollen, die over een geleiderail van een sluitstand, 5 waarin een opening in een gebouw is afgesloten, naar een ruststand, waarin de opening in het gebouw vrij is, kan worden bewogen; afsluitprofielen uit flexibel materiaal, die langs de randen van de deur zijn aangebracht voor het in de gesloten stand hermetisch afsluiten van de opening in het gebouw; een boven de bovenrand van de deur aangebracht metalen afdekelement, voor het afdekken van de bovenrand van de deur en zich onder het afdekelement bevindende afdichtorganen; langs de randen van de deur aange-10 brachte stroken uit een bij verhitting opschuimend materiaal; en in de sluitrichting van de deur open haakvormige elementen, die in de sluitstand van de deur samenwerken met in de haakvormige stroken passende strippen.

Een dergelijke schuifdeurconstructie is bekend uit DE-A-2.811.676. Bij deze constructie wordt door het toepassen van bij verwarming, zoals door brand, opschuimend materiaal een behoorlijke afdichting 15 verkregen zodat een brand gedurende een zekere tijd niet via de schuifdeurconstructie naar een ruimte aan de andere zijde van de deur zal overslaan.

De uitvinding beoogt nu een schuifdeurconstructie van het hiervoor beschreven type te verschaffen, die een verbeterde overslagveiligheid levert en eenvoudiger van constructie is.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt, doordat de geleiderail nabij de opening van het gebouw in de 20 richting van het gebouw is afgebogen, waardoor in de sluitstand de deur tegen de, de opening omgevende wand zal worden aangedrukt en dat het afdekelement bestaat uit een aan de bovenrand van het deurblad aangebrachte metalen plaat, die is voorzien van de, met de aan de wand van het gebouw aangebrachte strippen samenwerkende haakvormige elementen.

Hoewel het blad van de deur kan worden vervaardigd uit diverse materialen kan er in het bijzonder in 25 worden voorzien, dat het deurblad is vervaardigd uit hout zoals multiplex. Hout is een bijzonder goed isolerend materiaal en hoewel het op zich brandbaar is zal het geruime tijd duren voordat de vlammen het hout zo diep hebben aangetast dat overslag van de brand op kan treden.

Gewezen kan nog worden op GB-A-2.207.172 waaruit het op zich bekend is een geleiderail zodanig te laten verlopen, dat de eroverheen lopende schuifdeur naar de wand en de vloer toe beweegt wanneer de 30 deur naar de gesloten stand wordt verplaatst.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, weergegeven in de tekening, waarin: figuur 1 een verticale doorsnede toont over een deurconstructie volgens de onderhavige uitvinding met 35 de deur in de gesloten stand; figuur 2 een bovenaanzicht toont van de constructie van figuur 1 maar met bepaalde delen weggelaten; en figuur 3 een gedeeltelijke doorsnede toont volgens de lijn lll-lll van figuur 1.

40 De in de tekening getoonde deurconstructie omvat de deur 1 bestaande uit een paneel 2, dat kan zijn vervaardigd uit multiplex en dat langs de bovenrand is verbonden met een ophangprofie! 3 waaraan door middel van de bouten 4 looprollen 5 zijn bevestigd. Het ophangprofiel bezit daartoe de verticale poot 6 en de horizontale poot 7 waardoorheen de schroeven 8 lopen, die de verbinding met het deurpaneel 2 tot stand brengen.

45 Het ophangprofiel 3 omvat verder een U-vormig deel 9, dat is verbonden met de horizontale poot 7 en waarin het afsluitprofiel 10 is aangebracht. Zoals blijkt uit figuur 3 zet het afsluitprofiel 10 zich voort langs de verticale zijranden van de deur waar het profiel is opgenomen in het U-vormige deel 11 van het randprofiel 12, aangebracht op het paneel 2.

Op de onderrand van het paneel 2 is het U-profiel 13 aangebracht waarin zich eveneens een deel van 50 het afsluitprofiel 10 bevindt. Nabij de onderrand van het paneel 2 is op het verticale vlak ervan het hoekprofiel 14 bevestigd, door middel van de ermee verbonden strip 15 waardoorheen schroeven 16 gaan.

Naast de U-profielen 9,11 en 13 waarin zich het afsluitprofiel 10 bevindt, zijn op het paneel 2 U-profielen 17,18 en 19 aangebracht waarin zich op een vuldeel 20 een strook 21 bevindt uit een materiaal dat bij verhitting opschuimt. Een dergelijk materiaal is in de handel verkrijgbaar onder de naam "Palusol” of 55 ’’Interdens”.

Op de bovenrand van de deur 1 is een stalen plaat 22 aangebracht, zoals deze in het bijzonder is getoond in figuur 2. De bevestiging vindt plaats door middel van vulstukken 23 en schroeven 24. De plaat

Claims

192885 2 22 omvat twee haakvormige elementen 25, die samen kunnen werken met twee haaks erop staande, eveneens uit staal vervaardigde, haakvormige elementen 26, die zijn bevestigd op de wand 27 waarin zich de opening 28 bevindt, die door de deur 1 kan worden afgesloten. De wand 27 staat op de vloer 29. De haakvormige elementen 26 strekken zich naar boven toe uit door openingen 30 in de, in hoofdzaak 5 U-vormige, geleiderail 31 heen. De elementen 26 en de geleiderail 31 zijn op de wand 27 bevestigd door middel van de bouten 32 resp. 33. De in het algemeen uit aluminium vervaardigde geleiderail 31 omvat het geleidingsdeet 34 voor de loopwielen 5. In dit geleidingsdeet 34 zijn op twee plaatsen uithollingen 35 aangebracht zodanig dat daarin de loopwielen 5 komen te vallen wanneer de deur 1 zich in de gesloten stand bevindt, zoals deze in figuur 1 10 is aangegeven. In deze gesloten stand van de deur 1 grijpen de haakvormige elementen 25 en 26 in elkaar. De afsluitprofielen 10 liggen bij de horizontale bovenrand en bij de verticale randen van de deur 1 aan tegen de, op de wand 27 aangebrachte kozijndelen 36. Het afsluitprofiel 10 op de onderrand van de deur ligt aan tegen de vloer 29 terwijl het profiel 14 aanligt tegen de op de vloer aangebrachte nokken 37, welke nokken 15 uit staal zijn vervaardigd. Voor het geleiden van de onderrand van de deur 1 tijdens het openen ervan dienen de op de vloer 29 aangebrachte nokken 38, die op de bekende wijze uit kunststof kunnen zijn vervaardigd en die tevens samenwerken met de plaat 39, die op het profiel 14 is bevestigd. Wanneer de deur 1 zich in de gesloten stand bevindt, zoals deze is aangegeven in figuren 1-3, en er 20 brand uitbreekt in de ruimte rechts van de deur als gezien in figuur 1, zullen de loopwielen 5, het ophang-profiel 3 en de geleidingsrail 31 na zekere tijd hun sterkte verliezen en zullen de afsluitprofielen 10 niet meer werkzaam zijn. De in elkaar grijpende haakvormige delen 25 en 26 zullen de bovenrand van de deur 1 op zijn plaats houden zodat de deur niet naar binnen toe in de ruimte zal vallen. Door het stalen profiel 14 en de stalen nokken 37 zal ook de onderrand van de deur gedurende zekere tijd worden ondersteund. Door 25 de optredende hitte zullen de stroken 21 opschuimen en een afdichting vormen tussen het deurpaneel 2 en het kozijn 36 resp. de vloer 29. Op deze wijze wordt een voldoende brandwerendheid van de deur bereikt. 30 Brandwerende schuifdeurconstructie, omvattende: een schuifdeur die aan de bovenzijde is voorzien van ten minste twee looproilen, die over een geleiderail van een sluitstand, waarin een opening in een gebouw is afgesloten, naar een ruststand, waarin de opening in het gebouw vrij is, kan worden bewogen; afsluitprofielen uit flexibel materiaal, die langs de randen van de deur zijn aangebracht voor het in de gesloten 35 stand hermetisch afsluiten van de opening in het gebouw; een boven de bovenrand van de deur aangebracht metalen afdekelement, voor het afdekken van de bovenrand van de deur en zich onder het afdekelement bevindende afdichtorganen; langs de randen van de deur aangebrachte stroken uit een bij verhitting opschuimend materiaal; en in de siuitrichting van de deur open haakvormige elementen, die in de sluitstand van de deur samenwerken met in de haakvormige stroken passende strippen, met het kenmerk, 40 dat de geleiderail (31) nabij de opening (28) van het gebouw in de richting van het gebouw is afgebogen, waardoor in de sluitstand de deur (1) tegen de, de opening omgevende wand (27) zal worden aangedrukt en dat het afdekelement bestaat uit een aan de bovenrand van het deurblad aangebrachte metalen plaat (22), die is voorzien van de, met de aan de wand van het gebouw aangebrachte strippen (26) samenwerkende haakvormige elementen (25). Hierbij 3 bladen tekening