NL192774C - Werkwijze voor het maken van vulpunten voor tandwortelkanalen. - Google Patents

Werkwijze voor het maken van vulpunten voor tandwortelkanalen. Download PDF

Info

Publication number
NL192774C
NL192774C NL8900873A NL8900873A NL192774C NL 192774 C NL192774 C NL 192774C NL 8900873 A NL8900873 A NL 8900873A NL 8900873 A NL8900873 A NL 8900873A NL 192774 C NL192774 C NL 192774C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
turning
dental root
moving part
moving
root canals
Prior art date
Application number
NL8900873A
Other languages
English (en)
Other versions
NL192774B (nl
NL8900873A (nl
Original Assignee
G C Dental Ind Corp
Nimikagakukogyo Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by G C Dental Ind Corp, Nimikagakukogyo Co filed Critical G C Dental Ind Corp
Publication of NL8900873A publication Critical patent/NL8900873A/nl
Publication of NL192774B publication Critical patent/NL192774B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192774C publication Critical patent/NL192774C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C67/00Shaping techniques not covered by groups B29C39/00 - B29C65/00, B29C70/00 or B29C73/00
    • B29C67/0044Shaping techniques not covered by groups B29C39/00 - B29C65/00, B29C70/00 or B29C73/00 for shaping edges or extremities
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61CDENTISTRY; APPARATUS OR METHODS FOR ORAL OR DENTAL HYGIENE
    • A61C5/00Filling or capping teeth
    • A61C5/50Implements for filling root canals; Methods or instruments for medication of tooth nerve channels
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C53/00Shaping by bending, folding, twisting, straightening or flattening; Apparatus therefor
    • B29C53/16Straightening or flattening
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C67/00Shaping techniques not covered by groups B29C39/00 - B29C65/00, B29C70/00 or B29C73/00
    • B29C67/0003Moulding articles between moving mould surfaces, e.g. turning surfaces
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61CDENTISTRY; APPARATUS OR METHODS FOR ORAL OR DENTAL HYGIENE
    • A61C5/00Filling or capping teeth
    • A61C5/50Implements for filling root canals; Methods or instruments for medication of tooth nerve channels
    • A61C5/55Implements for filling root canals; Methods or instruments for medication of tooth nerve channels with heating means, e.g. for heating gutta percha
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C33/00Moulds or cores; Details thereof or accessories therefor
    • B29C33/20Opening, closing or clamping

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Oral & Maxillofacial Surgery (AREA)
  • Dentistry (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Dental Tools And Instruments Or Auxiliary Dental Instruments (AREA)

Description

1 192774
Werkwijze voor het maken van vulpunten voor tandwortelkanalen
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het maken van een vulpunt voor tandwortelkanalen, omvattende het positioneren van een draaideel waarvan een buitenste bewerkingsopper-5 vlak is uitgevoerd als een gekromd vlak evenwijdig aan zijn axiale richting (X) en dat met een vooraf bepaalde snelheid kan draaien, en een bewegend deel waarvan ten minste zijn bewerkingsoppervlak evenwijdig aan het bewerkingsoppervlak van het draaideel is gelegen en dat tevens met een voorafbepaalde snelheid kan draaien.
Uit het Amerikaans octrooischrift US-A-4.525.147 is een werkwijze voor het maken van een vulpunt voor 10 tandwortelkanalen bekend, waarin twee banden evenwijdig aan elkaar verlopen en waarbij de banden onderling een verschil in draaisnelheid hebben. Door de verschillende snelheid van deze parallelle banden wordt een staafvormig product verkregen uit een lintvormig basismateriaal. Echter, een dergelijke vorm behoeft nog nadere bewerking voor het vormen van een langgerekte kegel aan het staafje.
Met de uitvinding is nu beoogd een werkwijze te verschaffen voor het maken van een vulpunt voor 15 tandwortelkanalen, waarbij de staafvorm tegelijkertijd met de kegelvorm wordt verschaft. Dit wordt volgens de uitvinding bereikt door een werkwijze tot het vervaardigen van een vulpunt voor tandwortelkanalen, omvattende het positioneren van een draaideel waarvan een buitenste bewerkingsoppervlak is uitgevoerd als een gekromd vlak evenwijdig aan zijn axiale richting en dat met een voorafbepaalde snelheid kan draaien, en een bewegend deel waarvan ten minste zijn bewerkingsoppervlak evenwijdig aan het 20 bewerkingsoppervlak van het draaideel is gelegen en dat tevens met een voorafbepaalde snelheid kan draaien, die erdoor gekenmerkt is, dat de snelheid van het bewegende deel althans ongeveer gelijk is aan de omtreksnelheid van het draaideel in dezelfde richting als de draairichting van het draaideel in een spleetgedeelte waarin een minimale afstand tussen de bewerkingsoppervlakken van het draaideel en het bewegende deel aanwezig is, terwijl ten minste het draaideel in zijn axiale richting wordt geschommeld en 25 het spleetgedeelte in een althans ongeveer gelijk vlak ligt, waarbij een staafvormig materiaal voor de vulpunt voor tandwortelkanalen wordt toegevoerd aan het spleetgedeelte tussen de bewerkingsoppervlakken van het draaideel en het bewegende deel teneinde het voorste uiteinde van het materiaal in het spleetgedeelte te brengen in een richting loodrecht op de axiale richting van het draaideel, terwijl tijdens het inbrengen van het staafvormige materiaal en het schommelen, het spleetgedeelte tussen de bewerkingsoppervlakken van 30 het draaideel en het bewegende deel continu wordt gevarieerd, zodanig dat een verhouding van een bewegingssnelheid van het voorste uiteinde van het materiaal dat wordt ingebracht ten opzichte van een bewegingssnelheid waarmede de bewerkingsoppervlakken van het draaideel en het bewegende deel van elkaar af worden bewogen voor het variëren van het spleetgedeelte, in overeenstemming is met een tapsheid T van de vulpunt voor tandwortelkanalen, waardoor de vulpunt voor tandwortelkanalen met de 35 gewenste tapsheid wordt gemaakt.
De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een aantal uitvoerings-voorbeelden van de uitvinding zijn weergegeven.
Figuur 1 is een schematische illustratie van de werkwijze voor het maken van vulpunten voor tandwortel-kanaien volgens de onderhavige uitvinding.
40 De figuren 2, 3 en 4 zijn schematische illustraties van een verdere uitvoering van de onderhavige werkwijze, waarbij het bewegende deel als gekromd vlak is uitgevoerd.
Figuren 5, 6 en 7 zijn schematische illustraties van een verdere uitvoering van de onderhavige uitvinding, waarbij het bewegende deel als plat vlak is uitgevoerd.
Figuur 8 is een op vergrote schaal weergegeven vooraanzicht van één voorbeeld van de te fabriceren 45 vulpunt voor tandwortelkanalen.
Figuur 9 is een perspectivisch aanzicht van één uitvoering van de inrichting voor het maken van de vulpunten voor tandwortelkanalen volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 10 is een op grotere schaal weergegeven perspectivisch aanzicht van een gedeelte van de uitvoering van de inrichting volgens figuur 9.
50 Figuur 11 is een perspectivisch aanzicht van een andere uitvoering van het op zijn plaats bevestigde schommelende draaideel.
Figuur 12 is een aanzicht dat illustratief is voor het beginstadium van de fabricage van de vulpunten voor tandwortelkanalen met de inrichting volgens figuur 9.
Figuur 13 is een perspectivisch aanzicht van een andere uitvoering van de inrichting voor het maken van 55 vulpunten voor tandwortelkanalen volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 14 is een op grotere schaal weergegeven perspectivisch aanzicht van een gedeelte van de uitvoering van de inrichting volgens figuur 13.
192774 2
Figuur 15 is een perspectivisch aanzicht van een verdere uitvoering van de inrichting voor het maken van de vulpunten voor tandwortelkanalen volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 16 is een perspectivisch aanzicht van nog een verdere uitvoering van de inrichting voor het maken van de vulpunten voor tandwortelkanalen volgens de onderhavige uitvinding.
5
De werkwijze voor het maken van de vulpunten voor tandwortelkanalen volgens de onderhavige uitvinding zal thans meer gedetailleerd worden beschreven.
Figuur 1 is een aanzicht voor het illustreren van de werkwijze voor het maken van de vulpunten voor tandwortelkanalen volgens de onderhavige uitvinding, figuren 2, 3 en 4 zijn aanzichten voor het illustreren 10 van een andere uitvoering van de onderhavige werkwijze, waarin het bewegende deel als een gekromd vlak is uitgevoerd, figuren 5, 6 en 7 zijn aanzichten voor het illustreren van nog een andere uitvoering van de onderhavige werkwijze, waarbij het bewegende deel als een plat vlak is uitgevoerd en figuur 8 is een op grotere schaal weergegeven vooraanzicht, waarin één voorbeeld van de volgens de onderhavige werkwijze gefabriceerde vulpunt voor tandwortelkanalen is getoond.
15 In de tekeningen is te zien, dat een vulpunt voor tandwortelkanalen 1 de vorm bezit van een langgerekte kegel, zoals is weergegeven in figuur 8, en is gevormd van een staafvormig thermoplastisch materiaal voor de vulpunt voor tandwortelkanalen, zoals bijvoorbeeld een mengsel voorzien van 60 tot 70% zinkoxide, 20 tot 25% gezuiverde gutta-percha, een zwaar-metaalzout voor het verbeteren van de ondoorlaatbaarheid van röntgenstraling en een kleine hoeveelheid was, hars en dergelijke, of een mengsel dat is voorzien van 20 polymere bestanddelen van trans-1,4-polyisopreen en een ethyleen/vinyl acetaat copolymeerhars en een onoplosbaar of weinig oplosbaar anorganisch vulmiddel en dat organische bestanddelen kan bevatten zoals zijn geopenbaard in het Japanse octrooischrift nr. 62-61909. De vulpunt voor tandwortelkanalen 1 is in verschillende typen beschikbaar, waarbij d de diameter is van zijn voorste uiteinde, D de diameter is van zijn achterste uiteinde en L de volledige lengte is van d tot D. Bij de onderhavige uitvinding is de vulpunt 25 voor tandwortelkanalen 1 uitgedrukt in termen van de tapsheid die is gedefinieerd door de volgende vergelijking: T = (D - d)/L. Een draaideel 2 bezit een buitenste bewerkingsoppervlak 2a dat evenwijdig verloopt aan een axiale richting X en een gekromd vlak aanneemt, en dat is ontworpen om met een vooraf bepaalde snelheid te draaien. Het gebruikte draaideel 2 kan zijn uitgevoerd als een cilindrisch draailichaam waarvan de draaias samenvalt met zijn hartlijn, zoals is weergegeven in de figuren 1, 2, 5 en 7, als een 30 cilindrisch draailichaam waarvan de as uit het midden is gelegen, zoals is weergegeven in figuur 3, of als een niet-cilindrisch draailichaam waarvan de afstand van de as tot het bewerkingsoppervlak 2a geleidelijk varieert. Een bewegend deel 3 is op zodanige wijze aangebracht dat ten minste zijn bewerkingsoppervlak 3a evenwijdig aan het bewerkingsoppervlak 2a is gelegen in een spleetgedeelte waarin de afstand hiertussen en het bewerkingsoppervlak 2a minimaal is, waarbij het bewegende deel 3 beweegt met een 35 snelheid die althans ongeveer gelijk is aan de omtreksnelheid van het draaideel 2 (dat wil zeggen een bewegingssnelheid van het bewerkingsoppervlak 2a) en in de draairichting van het draaideel 2. Het gebruikte bewegende deel 3 kan zijn uitgevoerd als een cilindrisch draailichaam waarvan de draaias samenvalt met zijn hartlijn, zoals is weergegeven in de figuren 1,3 en 4, of als een band die wordt aangedreven langs een cilindrisch draailichaam 3b waarvan de draaias samenvalt met zijn hartlijn, zoals is 40 weergegeven in figuur 2. Wanneer het door een band volgens figuur 2 gevormde bewegende deel 3 wordt gebruikt, dan wordt het ondersteund door en tussen twee cilindrische draailichamen 3b en 3c. Teneinde zigzagbewegingen te voorkomen, verdient het de voorkeur de cilindrische draailichamen 3b en 3c in hun buitenoppervlakken van groeven te voorzien en het door de band gevormde bewegende deel 3 overeenkomstig uit te voeren met ribben teneinde in de groeven te grijpen. In een verdere uitvoering kan het 45 gebruikte bewegende deel 3 een volledig vlak bewerkingsoppervlak 3a bezitten, zoals is weergegeven in de figuren 5 en 6, terwijl het tevens mogelijk is dat het bewerkingsoppervlak 3a is gevormd door een plat vlak met daarin een groef die helt ten opzichte van zijn bewegingsrichting, zoals is weergegeven in figuur 7. Wanneer het bewegende deel 3 de vorm van een plat vlak volgens de figuren 5 tot 7 bezit, kan het zijn uitgevoerd als een eindloze band, een plat vlak dat eenvoudig heen en weer beweegt, of een schijf of wiel 50 die of dat om zijn hartlijn draait.
Bij de onderhavige uitvinding is het vereist dat van het draaideel 2 en het bewegende deel 3, ten minste het draaideel 2 in de richting van zijn as X heen en weer wordt bewogen. Het verdient de voorkeur zowel het draaideel 2 als het bewegende deel 3 heen en weer te bewegen, aangezien de heen en weer gaande slag en de snelheid dan worden gehalveerd onder behoud van het effect dat wordt verkregen bij het heen 55 en weer bewegen van één deel. Bovendien zijn de resulterende vulpunten voor tandwortelkanalen 1 stabiel op hun plaats en van bevredigende vorm. Terwijl het spleetgedeelte waarin de minimum afstand tussen de bewerkingsoppervlakken 2a en 3a van het draaideel 2 en het bewegende deel 3 is gevormd, is gelegen in 3 192774 een in hoofdzaak gelijk vlak, wordt het staafvormige materiaal 4 voor de vulpunt voor tandwortelkanalen op zodanige wijze toegevoerd dat dit in de spleet tussen de bewerkingsoppervlakken 2a en 3a van het draaideel 2 en het bewegende deel 3 wordt gebracht in een richting Y loodrecht op de axiale richting X van het draaideel 2, terwijl de afstand van het spleetgedeelte continu wordt gevarieerd in een richting Z 5 loodrecht op beide richtingen X en Y op zodanige wijze dat de snelheidsverhouding van de beweging van het voorste uiteinde van het materiaal 4 dat wordt ingebracht tot de beweging waarmede het draaideel 2 en het bewegende deel 3 van elkaar afbewegen gelijk is aan de tapsheid T van de te produceren punt 1. Het staafvormige materiaal 4 voor de vulpunt voor tandwortelkanalen dat wordt toegevoerd aan het spleetgedeelte waarin de minimale afstand tussen de bewerkingsoppervlakken 2a en 3a van het draaideel 2 en 10 het bewegende deel 3 aanwezig is kan voorafgaand in een heet-waterreservoir zijn ondergedompeld ten behoeve van het zacht maken daarvan. Voor het verhogen van het productierendement van de vulpunt voor tandwortelkanalen 1 wordt er echter de voorkeur aan gegeven het staafvormige materiaal 4 voor de vulpunt voor tandwortelkanalen toe te voeren terwijl het wordt verwarmd door één of een aantal middelen voor het blazen van verwarmde lucht, door straling van thermische energie van een infrarode lamp of door het 15 verwarmen van de bewerkingsoppervlakken 2a en 3a van het draaideel 2 en het bewegende deel 3 met een bandverwarmer enzovoorts, aangezien dat materiaal 4 gewoonlijk zacht wordt gemaakt bij verwarming tot ongeveer 45°C. Terwijl het op deze wijze zacht blijft wordt het materiaal 4 voor de vulpunt voor tandwortelkanalen tot een vooraf bepaalde vorm gevormd in het spleetgedeelte waarin de minimale afstand aanwezig is tussen de bewerkingsoppervlakken 2a en 3a van het draaideel 2 en het bewegende deel 3. Het 20 verdient nog meer de voorkeur dat juist na het passeren door het spleetgedeelte het voorste uiteinde van het materiaal 4 wordt gekoeld teneinde te verhinderen dat het zacht blijft en deformatie ondergaat.
Aldus worden het draaideel 2 en het bewegende deel 3 op zodanige wijze verschaft, dat ten minste het bewerkingsoppervlak 3a van het bewegende deel 3 evenwijdig aan het bewerkingsoppervlak 2a van het draaideel 2 is gelegen en beweegt met een snelheid die althans ongeveer gelijk is aan de omtreksnelheid 25 van het draaideel 2 en in dezelfde richting als de draairichting van het draaideel 2 in het spleetgedeelte waarin de minimale afstand tussen de bewerkingsoppervlakken 2a en 3a van het draaideel 2 en het bewegende deel 3 aanwezig is. Wanneer ten minste het draaideel 2 in de axiale richting X heen en weer wordt bewogen, wordt het staafvormige materiaal 3 voor de vulpunt voor tandwortelkanalen aan het spleetgedeelte toegevoerd dat in een althans ongeveer gelijk vlak is gelegen en waarin de minimale afstand 30 tussen de bewerkingsoppervlakken 2a en 3a van het draaideel 2 en het bewegende deel 3 aanwezig is en het staafvormige materiaal 4 wordt dan gevormd tot een cirkelvormige dwarsdoorsnede met een diameter die gelijk is aan de afstand of breedte van het spleetgedeelte.
Het spleetgedeelte waarin de minimale afstand tussen de bewerkingsoppervlakken 2a en 3a van het draaideel 2 en het bewegende deel 3 aanwezig is, wordt continu op zodanige wijze in afstand gevarieerd, 35 dat de snelheidsverhouding van de beweging van het voorste uiteinde van het in het spleetgedeelte door de althans ongeveer gelijke en in dezelfde richting verlopende beweging van het draaideel 2 en het bewegende deel 3 gebrachte staafvormige materiaal 3 voor de vulpunt voor tandwortelkanalen en de beweging van het draaideel 2 en het bewegende deel 3 van elkaar weg in overeenstemming is gebracht met de tapsheid T van de te fabriceren vulpunt voor tandwortelkanalen, waardoor het materiaal 4 voor de vulpunt voor 40 tandwortelkanalen tot de vulpunt voor tandwortelkanalen 1 wordt gevormd die de gewenste tapsheid T in zijn langsrichting bezit, terwijl deze een cirkelvormige dwarsdoorsnede verkrijgt. Teneinde de afstand van het spleetgedeelte waarin de minimale afstand tussen de bewerkingsoppervlakken 2a en 3a van het draaideel 2 en het bewegende deel 3 aanwezig is continu variëren, is het vereist middelen te verschaffen voor het van het bewegende deel 3 afbewegen van het draaideel 2 en voor het van het draaideel 2 45 afbewegen van het bewegende deel 3 in het geval dat, zoals in de figuren 1, 2 en 5 is weergegeven, het draaideel 2 is uitgevoerd ais een cilindrisch draailichaam waarvan de draaias samenvalt met zijn hartlijn en het bewegende deel 3 is uitgevoerd als een cilindrisch draailichaam waarvan de draaias samenvalt met zijn hartlijn, zoals het geval is met het draaideel 2, of is uitgevoerd als een geheel plat vlak. Echter kan van dergelijke middelen worden afgezien in het geval dat het draaideel 2 is uitgevoerd als een niet-cilindrisch 50 draailichaam 2 waarvan de afstand van de as tot het bewerkingsoppervlak 2a geleidelijk varieert, zoals is weergegeven in figuur 4 of 6, of een cilindrisch draailichaam 2 waarvan de as uit het midden is geplaatst, zoals is weergegeven in figuur 3, of het bewegende deel 3 is uitgevoerd als een plat vlak waarvan het bewerkingsoppervlak 3a is voorzien van een groef daarin die helt ten opzichte van zijn bewegingsrichting, zoals is weergegeven in figuur 7. Dit is omdat louter draaiing van het draaideel 2 om zijn draaias veroor-55 zaakt dat het staafvormige materiaal 4 voor de vulpunt voor tandwortelkanalen door de relatieve beweging van de bewerkingsoppervlakken 2a en 3a van het draaideel 2 en het bewegende deel 3 in het spleetgedeelte waarin de minimum afstand daartussen aanwezig is, wordt gebracht, terwijl het spleetgedeelte in 192774 4 een althans ongeveer gelijk vlak is gelegen, waardoor continu de afstand van het spleetgedeelte op zodanige wijze wordt gevarieerd dat de snelheidsverhouding van de beweging van het voorste uiteinde van het materiaal 4 ten opzichte van de beweging van het draaideel 2 en het bewegende deel 3 van elkaar af in overeenstemming is met de tapsheid T van de geproduceerde vulpunt voor tandwortelkanalen 1.
5 In de figuren 9-16 staan de verwijzingscijfers 1, 2, 3 en 4 respectievelijk voor de vulpunt voor tandwortelkanalen in de vorm van een langgerekte kegel, het draaideel waarvan zijn buitenste bewerkingsoppervlak 2a de vorm bezit van een gekromde plaat die evenwijdig verloopt aan zijn axiale richting X en draait met een vooraf bepaalde snelheid, het bewegende deel dat op zodanige wijze is ontworpen dat ten minste zijn bewerkingsoppervlak 3a evenwijdig aan het bewerkingsoppervlak 2a van het draaideel 2 is geplaatst en 10 beweegt met een snelheid die althans ongeveer gelijk is aan de omtrekssnelheid van het draaideel 2 en in dezelfde richting als die van het draaideel 2 verloopt in het spleetgedeelte waarin de minimale afstand tussen het bewegende deel en het bewerkingsoppervlak 2a van het draaideel 2 aanwezig is, en het staafvormige materiaal voor de vulpunten voor tandwortelkanalen, waarbij alle delen een gelijksoortige constructie bezitten als die welke in verbinding met de vervaardigingswerkwijze is toegelicht.
15 Allereerst zal de constructie van de in de figuren 9 tot 12 weergegeven eerste uitvoering van de inrichting worden besproken.
Op een voet 5 is een gestel 6 vast aangebracht, waarover een as 7 is gemonteerd. Een riem 8 wordt draaibaar aangedreven door een vertande riemschijf (een riemschijf met tandwiel) 10 die wordt aangedreven door een op de voet 5 geplaatste motor 9, terwijl een riemschijf 11 aan de as 7 is bevestigd en wordt 20 aangedreven door de beweging van de riem 8. Bij voorkeur zijn deze riemschijven 10 en 11 uitgevoerd met een anti-slip voorziening op hun oppervlakken voor het aangrijpen van de riem 8, teneinde slippen van de riem 8 te verhinderen voor een nauwkeurige overbrenging van de aandrijfkracht van de motor 9. Bij voorkeur is de anti-slip voorziening gevormd door getande delen die exact in ingrijping zijn met elkaar en een beperkte speling vertonen. Teneinde de draaikracht van de riemschijf 11 op het bewegende deel 3 over 25 te dragen, kan het bewegende deel 3 van tevoren tezamen met de riemschijf 11 zijn gevormd. Als alternatief kan het bewegende deel 3 afzonderlijk zijn gevormd en later met de riemschijf 11 zijn verenigd. Als een verder alternatief kunnen de riemschijf 11 en het bewegende deel 3 op de as 7 zijn gespied, of een overlangs gegroefde as kan worden toegepast als de as 7, waarop de riemschijf 11 en het bewegende deel 3 zijn bevestigd, zoals het geval is bij de uitvoering volgens figuur 11. Wanneer het bewegende deel 3 30 verschuifbaar is langs de as 7 kan gebruik worden gemaakt van een verbindingsstang 12 waarvan het ene uiteinde verschuifbaar is gestoken in de plaats uit het midden van het bewegende deel 3 en waarvan het andere uiteinde is bevestigd bij de tegenovergestelde plaats uit het midden van de riemschijf 11, zoals is weergegeven in de figuren 9 en 10, of er kan gebruik worden gemaakt van een overlangs gegroefde as als de as 7, zoals het geval is bij de uitvoering volgens figuur 11. Bewegingsverbindingen 13 zijn beweegbaar 35 aan beide zijden van de voet 5 in een richting loodrecht op de as 7. Schommelhefbomen 14 zijn verzwenk-baar ondersteund door een as 16 die is bevestigd op aan beide zijden van de voet 5 aangebrachte vertikale steunen 15, terwijl de bovenste uiteinden van de schommelhefbomen 14 in de richting van het gestel 6 worden getrokken door veerkrachtige organen 17, zoals spanschroefveren die zijn aangebracht tussen de schommelhefbomen en het gestel 6, terwijl de schommelhefbomen 14 aan hun onderste uiteinden door een 40 pen scharnierbaar zijn verbonden met de bewegingsverbindingen 13. Een as 18 is aangebracht tussen de bovenste gedeelten van de schommelhefbomen 14 die aan zijn beide zijden zijn gelegen, waarbij zijn hartlijn bijna in hetzelfde vlak is gelegen als die van de as 7. Een riem 19 wordt roteerbaar aangedreven door een vertande riemschijf 20 die is bevestigd aan een op de voet 5 aangebrachte as 21, terwijl de vertande riemschijf 20 in ingrijping is met de vertande riemschijf 10. Een riemschijf 22 is bevestigd aan de 45 as 18 en wordt aangedreven door de riem 19. Bij voorkeur zijn deze riemschijven 20 en 22 uitgevoerd met een anti-slipvoorziening op hun oppervlakken voor het aangrijpen van de riem 19, teneinde slippen van de riem 19 te verhinderen voor een nauwkeurige overbrenging van de aandrijfkracht van de motor 9. Bij voorkeur is de anti-slipvoorziening gevormd door getande delen die nauwkeurig in ingrijping zijn met elkaar en een beperkte speling bezitten.
50 Een verbindingsstang 23 is met zijn ene uiteinde bevestigd bij een uit het midden gelegen plaats van de riemschijf 22, terwijl het andere uiteinde verschuifbaar is gestoken in de tegenover gelegen plaats uit het midden van het draaideel 2, dat verschuifbaar is bevestigd aan de as 18 en verschuifbaar is langs de as 18, welke verbindingsstang 23 is aangebracht voor het overbrengen van de draaikracht van de riemschijf 22 op het draaideel 2. Deze verbindingsstang 23 kan worden weggelaten indien de as 18 is uitgevoerd als een 55 overlangs gegroefde as, zoals is weergegeven in figuur 11. Een nok 24 wordt draaibaar aangedreven door een op de voet 5 geplaatste motor 25. Een nokvolger 26 is bevestigd aan een as 27 die is aangebracht aan de van de schommelhefbomen 14 afgekeerde uiteinden van de bewegingsverbindingen 13, en is ontworpen 5 192774 om in ingrijping te zijn met de nok 24 en om in werkzame samenwerking met de draaiing van nok 24 te worden gedwongen voor het bewegen van de bewegingsverbindingen 13 in de richting van de schommel-hefbomen 14 Een krukstang 28 is met een penscharnier verbonden met een krukplaat 30 die is bevestigd op de as van een op het gestel 6 geplaatste motor 29 (in de weergegeven uitvoering is deze excentrisch op 5 de as van de motor 29 bevestigd). Een schommelarm 31 is schamierbaar bevestigd aan een uiteinde van de krukstang 28 en schommelt om een draaipunt 32 op het gestel 6. Op gelijke afstanden van het draaipunt 32 van de schommelarm 31 zijn ingrijpingsrollen 31a en 31b aangebracht in ingrijping met een ingrijpingsge-deelte 3d dat één geheel vormt met het bewegende deel 3 dat verschuifbaar is langs de as 7 en met een ingrijpingsgedeelte 2b dat één geheel vormt met het draaideel 2 dat verschuifbaar is langs de as 18, zodat 10 wanneer de op het gestel 6 geplaatste motor wordt aangedreven voor het schommelen van de schommelarm 31 om het draaipunt 32, het bewegende deel 3 en het draaideel 2 met dezelfde snelheid in tegengestelde richting schommelen. Aangezien de gewenste resultaten kunnen worden verkregen door het schommelen van alleen het draaideel 2, kan worden afgezien van de ingrijpingsrol 31a van de schommelarm 31 en het ingrijpingsgedeelte 3d van het bewegende deel 3 indien het bewegende deel 3 niet 15 schommelt. Een projectieorgaan 33 en een ontvangorgaan 34 zijn opgesteld voor het verschaffen van een contactloze detectie van het materiaal 4 voor de vulpunt voor tandwortelkanalen wanneer het materiaal 4 is toegevoerd aan de spleet waarin de minimale afstand tussen de bewerkingsoppervlakken 2a en 3a van het draaideel 2 en het bewegende deel 3 aanwezig is. Een geleiding 35 is aangebracht voor het voeden van het materiaal 4 voor de vulpunt voor tandwortelkanalen in het spleetgedeelte waarin de minimale afstand 20 tussen de bewerkingsoppervlakken 2a en 3a van het draaideel 2 en het bewegende deel 3 aanwezig is.
Een verwarmingsmiddel 36 voorzien van een heteluchtmondstuk is aangebracht voor het inspuiten van een hoeveelheid verwarmde lucht op het door de geleiding 35 toegevoerde materiaal 4 voor de vulpunt voor tandwortelkanalen voor het verwarmen daarvan. Zoals in het voorgaande is genoemd, kan het verwarmingsmiddel 36 zijn uitgevoerd als een infra-rode lamp (niet weergegeven) voor de bestraling met thermische 25 energlestralen, een ingebouwde verwarmer of een bandverwarmer (niet weergegeven) die is opgenomen in het draaideel 2 en het bewegende deel 3 en via een vilt of dergelijke in aanraking wordt gebracht met de bewerkingsoppervlakken 2a en 3a. Een koude-luchtmondstuk 37 is aangebracht voor het inspuiten van een hoeveelheid koude lucht op de vulpunt voor tandwortelkanalen die is gevormd door de doorvoer door het spleetgedeelte waarin de minimale afstand tussen de bewerkingsoppervlakken 2a en 3a van het draaideel 2 30 en het bewegende deel 3 aanwezig is, ten behoeve van het koelen daarvan. Indien het materiaal 4 voor de vulpunt voor tat dwortelkanalen langer is, dan is een grijporgaan 38 aangebracht voor het aan beide zijden grijpen van hei materiaal 4 dat uit het spleetgedeelte wordt gevoerd bij een gegeven lengtegedeelte daarvan, wanneer het voorste uiteinde, dat een dergelijke gegeven lengte bezit, van het materiaal 4 door het projectieorgaan 33 en het ontvangorgaan 34 wordt gedetecteerd.
35 Thans zal worden verwezen naar de constructie van de in de figuren 13 en 14 weergegeven tweede uitvoering.
Aan over een voet 39 verlopende assen zijn riemschijven 40 bevestigd, waarvan één wordt aangedreven door een op de voet 39 geplaatste motor 41. Om en tussen de riemschijven 40 bevindt zich het bewegende deel 3 waarvan het bewerkingsoppervlak 3a de vorm bezit van een platte eindloze riem, terwijl het deel 3 40 daardoor draaibaar wordt aangedreven met een vooraf bepaalde snelheid in een zekere richting. Een riem 46 wordt draaibaar aangedreven door een riemschijf 45 die wordt aangedreven door een motor 44, die is geplaatst op een gestel 43 dat op de voet 39 is ondersteund door een veer 42. Een riemschijf 47 is bevestigd aan een over het gestel 43 verlopende as 48 waarop het draaideel 2 verschuifbaar is gemonteerd, waarbij het buitenste bewerkingsoppervlak 2a van het draaideel 2 is uitgevoerd als een evenwijdig 45 aan zijn as X gekromd vlak, terwijl het draaideel 2 door de draaibaar aangedreven riem 46 wordt aangedreven. Bij voorkeur zijn deze riemschijven 45 en 47 uitgevoerd met een anti-slipvoorziening op hun oppervlakken voor het aangrijpen van de riem 46 teneinde het slippen van de riem 46 te verhinderen voor de nauwkeurige overbrenging van de aandrijfkracht van de motor 44. Bij voorkeur wordt een dergelijke anti-slipvoorziening gevormd door getande delen die nauwkeurig met elkaar in ingrijping zijn en een 50 beperkte speling vertonen. Een verbindingsstang 49 is met één uiteinde bevestigd bij een plaats uit het midden van de riemschijf 47 en is aan het andere uiteinde verschuifbaar gestoken in de tegenover gelegen plaats uit het midden van het draaideel 2 dat verschuifbaar is bevestigd op de as 48 en verschuifbaar is langs deze as 48, waarbij de verbindingsstang 49 is aangebracht voor het overbrengen van de draaikracht van de riemschijf 47 op het draaideel 2. Deze verbindingsstang 49 kan worden weggelaten indien de as 48 55 is uitgevoerd als een overlangs gegroefde as, zoals het geval is bij de uitvoering volgens figuur 11. Een krukstang 50 is door een penscharnier verbonden met een krukplaat 52 die is bevestigd op de as van een op het gestel 43 geplaatste motor 51 (in de weergegeven uitvoering is deze excentrisch bevestigd aan de 192774 6 as van de motor 51). Een schommelarm 53 is door een penscharnier verbonden met een uiteinde van de krukstang 50, en schommelt om een draaipunt 54 op het gestel 43. Aan een uiteinde van de schommelarm 53 is een ingrijpingsrol 53a aangebracht voor de ingrijping met het ingrijpingsgedeelte 2b dat één geheel vormt met het draaideel 2 dat verschuifbaar is langs de as 48, zodat wanneer de motor 51 op het gestel 43 5 wordt aangedreven voor het schommelen van de schommelarm 53 om het draaipunt 54, het draaideel 2 langs de as 48 schommelt. Een nok 55 is bevestigd aan de as van een op de voet 39 geplaatste motor 56, en is in ingrijping met het op de voet 39 ondersteunde gestel 43 door middel van de veer 42. Met de door de motor 56 gedraaide nok 55 wordt een variatie verschaft van de afstand van het spleetgedeelte dat is begrensd tussen de bewerkingsoppervlakken 2a en 3a van het via de as 48 aan het gestel 43 bevestigde 10 draaideel 2 en het bewegende deel 3.
Voorts zal worden verwezen naar de constructie van de in figuur 15 weergegeven derde uitvoering.
Deze derde uitvoering is voorzien van een voet 57, terwijl een onderste tandwiel 58 is bevestigd aan de as van een op de voet 57 geplaatste motor 59 en in ingrijping is met een inwendige vertanding die is aangebracht in een wielvormig bewegend deel 3 met een plat bewerkingsoppervlak 3a. Het wielvormige 15 bewegende deel 3 wordt dan draaibaar ondersteund op een concaaf vlak van verminderde wrijving dat is verschaft op de voet 57 en dat is behandeld met een fluorkoolstofhars of dat is uitgevoerd met legers. Aldus wordt, wanneer de motor 59 wordt aangedreven, het wielvormige bewegende deel 3 gedraaid met een vooraf bepaalde snelheid in een zekere richting. Een bovenste tandwiel 60 is bevestigd op de as van de motor 59 boven het onderste tandwiel 58 en is in ingrijping met een tandwiel 64 dat is bevestigd op een as 20 63 die scharnierbaar is aangebracht op een gestel 62 dat op de voet 57 is ondersteund door een veer 61. Een conisch tandwiel 65 is bevestigd aan een as 66 dat over het gestel 62 is geplaatst en waaraan het draaideel 2 draaibaar is bevestigd, terwijl het conische tandwiel 65 in ingrijping is met een conisch tandwiel 67 dat is bevestigd aan de as 63, welk conisch tandwiel 65 door de motor 59 kan worden aangedreven.
Een verbindingsstang 68 is met één uiteinde bevestigd bij een plaats uit het midden van het conische 25 tandwiel 65 en is met zijn andere uiteinde verschuifbaar gestoken in de tegenovergelegen plaats uit het midden van het draaideel 2 dat verschuifbaar is bevestigd aan de as 48 en verschuifbaar is langs de as 66, en is aangebracht voor het overbrengen van de draaikracht van het conische tandwiel 65 op het draaideel 2.
Deze verbindingsstang 68 kan worden weggelaten indien de as 66 is uitgevoerd als een overlangs 30 gegroefde as, zoals is weergegeven in figuur 11. Een krukstang 69 is door een penscharnier verbonden met een krukplaat 71 die is bevestigd aan de as van een op het gestel 62 geplaatste motor 70 'in de weergegeven uitvoering is deze excentrisch bevestigd aan de as van de motor 70). Een schommelarm 72 is door een penscharnier verbonden met een uiteinde van de krukstang 69 en schommelt om een draaipunt 73 op het gestel 62. Aan een uiteinde van de schommelarm 72 is een ingrijpingsrol 72a aangebracht voor ingrijping 35 met het ingrijpingsgedeelte 2b dat één geheel vormt met het draaideel 2 dat langs de as 66 verschuifbaar is, zodat wanneer de op het gestel 62 geplaatste motor 70 wordt aangedreven voor het schommelen van de schommelarm 72 om het draaipunt 73, het draaideel 2 langs de as 66 schommelt. Een nok 74 is bevestigd aan de as van een op de voet 57 geplaatste motor 75 en wordt in ingrijping gebracht met het gestel 62 dat door een veer 61 is ondersteund op de voet 57. Met de door de motor 75 aangedreven nok 74 is een 40 variatie verschaft van de afstand van het spleetgedeelte dat is begrensd tussen de bewerkingsoppervlakken 2a en 3a van het draaideel 2 en het bewegende deel 3.
Tenslotte zal de constructie van de in figuur 16 weergegeven vierde uitvoering worden toegelicht.
Een tandwiel 77 is bevestigd aan een draaibaar aangedreven as 78 die vertikaal en draaibaar is aangebracht op een voet 76. Het tandwiel 77 is in ingrijping met een uitwendige vertanding die is aange-45 bracht op het buitenvlak van het bewegende deel 3, dat thans de vorm van een schijf bezit en waarvan het bewerkingsoppervlak 3a is uitgevoerd als een plak vlak. Een as 79 is aangebracht over een gestel 80 dat op de voet 76 is bevestigd, waarbij de as 79 is uitgevoerd met het verschuifbare draaideel 2 waarvan het buitenste bewerkingsoppervlak 2a is uitgevoerd als een evenwijdig aan zijn axiale richting X gekromd vlak. Deze as 79 wordt aangedreven door een op de voet 76 geplaatste motor 81. Een conisch tandwiel 82 is 50 bevestigd aan de as 78 boven het tandwiel 77 en is in ingrijping met een aan de as 79 bevestigd conisch tandwiel 83, zodat, wanneer de motor 81 wordt aangedreven, het schijfvormige bewegende deel 3 wordt gedraaid om een centrale as met een vooraf bepaalde snelheid in een zekere richting, waarbij de centrale as draaibaar is om en vertikaal verplaatsbaar is langs een in een doorgaand gat aangebracht schuifleger 84. Het dient te worden opgemerkt, dat kan worden afgezien van deze conisch tandwielen 82 en 83 indien 55 de as 78 direct door een onder de voet 76 geplaatste motor (niet weergegeven) wordt aangedreven. Een motor 85 is op het ondervlak van de voet 76 geplaatst en een nok 86 is in ingrijping gebracht met de centrale as van het schijfvormige bewegende deel 3, zodat, wanneer de motor 85 wordt aangedreven, het 7 192774 schijfvormige bewegende deel 3 zich vertikaal verplaatst in overeenstemming met de vorm van de nok 86. Een verbindingsstang 87 is aangebracht voor het overbrengen van de draaikracht van een aan de as 79 bevestigd armdeel 88 op het draaideel 2, waarbij het ene uiteinde van de verbindingsstang 87 is bevestigd aan het armdeel 88 terwijl het andere uiteinde verschuifbaar is gestoken in een tegenover gelegen plaats uit 5 het midden van het draaideel 2 dat verschuifbaar is bevestigd aan de as 79 en langs de as 79 verschuifbaar is. Deze verbindingsstang 87 kan worden weggelaten, indien de as 79 is uitgevoerd als een overlangs gegroefde as, zoals het geval is bij de uitvoering volgens figuur 11. Een krukstang 89 is door een pen-scharnier verbonden met een krukplaat 91 die is bevestigd aan de as van een op het gestel 80 geplaatste motor 90. Een schommelarm 92 is door een penscharnier verbonden met een uiteinde van de krukstang 89 10 en schommelt om een draaipunt 93 op het gestel 80. Aan een uiteinde van de schommelarm 92 is een ingrijpingsrol 92a aangebracht voor ingrijping met het ingrijpingsgedeelte 2b dat één geheel vormt met het draaideel 2 dat verschuifbaar is langs de as 79. Wanneer de op de voet 76 geplaatste motor 90 wordt aangedreven voor het schommelen van de schommelarm 92 om het draaipunt 93, schommelt het draaideel 2 langs de as 79.
15 Thans zal wederom aandacht worden besteed aan de wijze voor het maken van de vulpunten voor tandwortelkanalen met de inrichting volgens de voorgaande constructies in overeenstemming met de onderhavige uitvinding.
Allereerst zal worden verwezen naar de bedieningswijze van de inrichting volgens de figuren 9 tot 12.
Allereerst wordt het verwarmingsmiddel 36, bijvoorbeeld een heteluchtmondstuk, in werking gesteld voor 20 het toevoeren van warmte aan het materiaal 4 voor de vulpunt voor tandwortelkanalen door het inspuiten van verwarmde lucht, terwijl het koude-luchtmondstuk tevoren in werking is gesteld voor het inspuiten van koellucht voor het koelen van de gevormde vulpunt voor tandwortelkanalen 1. Dan worden de motoren 9 en 29 aangedreven, waarbij de krachtbron naar de motor 25 wordt aangeschakeld, terwijl krachtbronnen voor het projectieorgaan 33 en het ontvangorgaan 34 worden aangehouden. Daarna wordt de schommelarm 31, 25 die scharnierend is verbonden met het uiteinde van de krukstang 28 die scharnierbaar is verbonden met de aan de as van de motor 29 bevestigde krukplaat 30, aangedreven en geschommeld door de motor 29 om het draaipunt 32 op het gestel 6 met een snelheid in de orde van bijvoorbeeld 50 tot 1400 toeren p/min. Aangezien de schommelarm 31 is uitgevoerd met de ingrijpingsrol 31b voor de ingrijping met het ingrijpingsgedeelte 2b dat één geheel vormt met het langs de as 18 verschuifbare draaideel 2, schommelt het 30 draaideel 2 langs de as 18 met een vooraf genoemde snelheid. In dit geval zullen, indien de ingrijpingsrol 31a voor de ingrijping met het ingrijpinor.gedeelte 3d dat één geheel vormt met het bewegende deel 3 dat verschuifbaar is langs de as 7 is gelegen op een plaats waarvan de afstand tot het draaipunt 32 van de schommelarm 31 gelijk is aan de afstand van de ingrijpingsrol 31b tot het draaipunt 32, het bewegende deel 3 en het draaideel 2 langs de assen 7 en 18 schommelen met dezelfde snelheid als in het voorgaande is 35 genoemd doch in tegengestelde richtingen. De gewenste resultaten worden verkregen indien de slag van een dergelijke schommelbeweging 1 mm of meer is. De aandrijving van de motor 9 veroorzaakt dan dat de vertande riemschijf 10 en de daarmede in ingrijping staande vertande riemschijf 20 worden gedraaid voor het aandrijven van de riemen 8 en 19, zodat de riemschijven 11 en 22 om de assen 7 en 18 worden gedraaid. Indien de vertande riemschijven 10, 12 en de riemschijven 11, 22 zijn voorzien van anti-40 slipmechanismen met elk een getand deel enz., is het in dit geval onwaarschijnlijk dat slip zal optreden tussen de vertande riemschijven 10 en 20 en de riemschijven 11 en 22, zodat de draaiingen van de vertande riemschijven 10 en 12 nauwkeurig op de riemschijven 11 en 22 kunnen worden overgedragen. De riemschijven 11 en 22 en het bewegende deel 3 en het draaideel 2 zijn met elkaar verbonden voor een draaiing als één geheel door middel van bijvoorbeeld de verbindingsstangen 12 en 23 waarvan de ene 45 uiteinden zijn bevestigd aan de riemschijven 11 en 22 en waarvan de andere uiteinden verschuifbaar zijn gestoken in het bewegende deel 3 en het draaideel 2, of door middel van overlangs gegroefde assen die de assen 7 en 18 vormen waaraan de riemschijven 11 en 22 zijn bevestigd. Aldus zal bij het schommelen langs de as 18 (en de as 7) met een in het voorgaande genoemde snelheid het draaideel 2 (en het bewegende deel 3) draaien met hetzelfde toerental als de riemschijven 11 en 22. In deze toestand, wanneer 50 het materiaal 4 voor de vulpunt voor tandwortelkanalen uit de geleiding 35 wordt toegevoerd, wordt het materiaal 4 verwarmd en zacht gemaakt door het verwarmingsmiddel 36 en wordt het materiaal 4 terwijl het zacht blijft toegevoerd aan het spleetgedeelte waarin de minimale afstand tussen het bewerkingsoppervlak 2a en 3a van het draaideel 2 en het bewegende deel 3 aanwezig is. Het materiaal 4 wordt dan tot een cirkelvormige dwarsdoorsnedevorm gevormd in overeenstemming met het spleetgedeelte waarin de 55 minimale afstand tussen het draaideel 2 en het bewegende deel 3 aanwezig is door het schommelen van het draaideel 2 waarvan het bewerkingsoppervlak 2a evenwijdig verloopt aan zijn as X en dat met bijna dezelfde snelheid draait, of wanneer het draaideel 2 en het bewegende deel 3 waarvan wederom zijn 192774 8 bewerkingsoppervlak 3a evenwijdig verloopt aan zijn as X met bijna dezelfde snelheid draaien.
Aangezien op dit tijdstip het door het projectieorgaan 33 uitgestraalde licht worden afgesneden, detecteert het ontvangorgaan 34 dat het voorste uiteinde van het materiaal 4 voor de vulpunt voor tandworteikanalen in het spleetgedeelte aanwezig is. Dit veroorzaakt dan dat de motor 25 wordt aangedre-5 ven teneinde de nok 24 te draaien zodat de nokvolger 26 door de daarmede in ingrijping zijnde nok wordt gedwongen de bewegingsverbindingen 13 in de richting van de schommelhefbomen 14 op de voet 5 te bewegen via de as 27. Aldus bewegen de bovenste uiteinden van de scharnierend met de bewegingsverbindingen 13 verbonden schommelhefbomen om de aan de steunen 15 bevestigde as 16 tegen de spankrachten van de veerkrachtige organen 17 in, zodat het bewerkingsoppevlak 2a van het draaideel 2 10 wordt afbewogen van het bewerkingsoppervlak 3a van het bewegende deel 3, doch worden daarna naar de oorspronkelijke toestand teruggebracht onder invloed van de spankrachten van de veerkrachtige organen 17. In dit geval wordt de verhouding van de bewegingssnelheid van het voorste uiteinde van het materiaal 4 voor de vulpunt van de tandworteikanalen dat wordt ingebracht door de relatieve draaiing van het draaideel 2 en het bewegende deel 3 die met bijna gelijke snelheid in tegengestelde richting draaien, ten opzichte van 15 de bewegingssnelheid waarmede het bewerkingsoppervlak 2a van het draaideel 2 wordt afbewogen van het bewerkingssopperviak 3a van het bewegende deel 3, continu gevarieerd terwijl deze in overeenstemming is met de tapsheid T van de te produceren vulpunt voor tandworteikanalen 1. Op deze wijze wordt bij het handhaven van een cirkelvormige dwarsdoorsnedevorm het materiaal 4 voor de vulpunt voor tandwortel-kanalen tot de vulpunt voor tandworteikanalen 1 gevormd, die in zijn langsrichting de gewenste tapsheid T 20 heeft. De vulpunt voor tandworteikanalen 1 die is gevormd door de doorvoer door het spleetgedeelte waarin de minimale afstand tussen de bewerkingsoppervlakken 2a en 3a van het draaideel 2 en het bewegende deel 3 aanwezig is, wordt onmiddellijk gekoeld en gehard door de vanuit het koude-luchtmondstuk 37 ingespoten koellucht, waardoor de vulpunt voor tandworteikanalen 1 ontstaat die niet eenvoudig vervormt en de gewenste tapsheid T bezit.
25 De voorgaande toelichting gaat op voor de inrichting volgens de figuren 9 en 12. Indien het draaideel 2 is gevormd door een cilindrisch draailichaam waarvan de as uit het midden is gelegen, zoals is weergegeven in figuur 3, of door een niet-cilindrisch draailichaam waarvan de afstand van de as tot het bewerkingsoppervlak 2a geleidelijk varieert, zoals is weergegeven in figuur 4, in plaats van een cilindrisch draailichaam met zijn bewerkingsoppervlak 2a waarvan het draaimidden samenvalt zijn hartlijn, kan in dat geval de motor 25 30 niet worden aangedreven. Als alternatief kunnen de bewegingsverbindingen 13, de nok 24, de motor 25, de nokvolger 26 en de as 27 uit de inrichting worden verwijderd. In e-->n dergelijk geval dient evenwel te worden opgemerkt, dat de vorm van de te fabriceren vulpunten voor tandworteikanalen vooraf is bepaald ten gevolge van het gebrek aan de mogelijkheid de vorm daarvan te variëren. Wanneer het derhalve de bedoeling is vulpunten voor tandworteikanalen 1 van verschillende vormen en grootten te fabriceren is het 35 een eerste vereiste een voorziening te maken voor een aantal cilindrische draailichamen van verschillende grootten, en met hun assen op uit het midden gelegen plaatsen en een aantal niet-cilindrische draailichamen van verschillende grootten, waarvan de afstand van hun as tot de bewerkingsoppervlakken 2a geleidelijk varieert.
De werking van de inrichting volgens de figuren 13 en 14 zal thans worden toegelicht.
40 Zoals het geval is bij de inrichting volgens de figuren 9 tot 12 wordt een verwarmingsmiddel, zoals een heteluchtmondstuk of een infra-rode lamp, alhoewel dit niet is getoond, in werking gesteld teneinde warmte aan het materiaal 4 voor de vulpunt voor tandworteikanalen toe te voeren, terwijl koellucht van tevoren uit een koude-luchtmondstuk wordt ingespoten teneinde de vulpunt voor tandworteikanalen 1 te koelen. Dan worden de motoren 41, 55 en 44 aangedreven, terwijl de krachtbron voor de motor 56 wordt aangezet.
45 Vervolgens wordt de schommelarm 53, die scharnierbaar is verbonden met het uiteinde van de krukstang 50 die scharnierbaar is verbonden met de aan de as van de motor 51 bevestigde krukplaat 52, aangedreven en geschommeld door de motor 51 om het draaipunt 54 op het gestel 43 met een snelheid van bijvoorbeeld 50 tot 1400 toeren per/min. Aangezien de schommelarm 53 is uitgevoerd met de ingrijpingsrol 53a voor de ingrijping met het ingrijpingsgedeelte 2b dat één geheel vormt met het draaideel 2 dat 50 verschuifbaar is langs de as 48, schommelt het draaideel 2 op overeenkomstige wijze langs de as 48.
Bevredigende resultaten kunnen worden verkregen bij een slag van een dergelijke schommelbeweging in de orde van 2 mm of meer. Het aandrijven van de motor 41 veroorzaakt dan dat het bewegende deel 3, dat om en tussen de riemschijven 40 is aangebracht in de vorm van een eindloze riem met een plat bewerkingsoppervlak 3a, wordt aangedreven met een vooraf bepaalde snelheid in een zekere richting. Voorts wordt 55 de riemschijf 45 gedraaid door de motor 44 voor het aandrijven van de riem 46, zodat de riemschijf 47 om de as 48 draait. Indien in dit geval de riemschijven 40 en 47 anti-slipvoorzieningen omvatten met een getand deel enz., is het onwaarschijnlijk dat slip kan optreden tussen de riem 46 en de riemschijven 45 en 9 192774 47, zodat de draaiing van de riemschijf 45 nauwkeurig wordt overgebracht op de riemschijf 47. De riemschijf 47 en het draaideel 2 zijn met elkaar verbonden voor een draaiing als geheel door middel van bijvoorbeeld de verbindingsstang 49 waarvan het ene uiteinde is bevestigd aan de riemschijf 49 en het andere uiteinde verschuifbaar is gestoken in het draaideel 2, of een overlangs gegroefde as vormt de as 48 waaraan de 5 riemschijf 47 is bevestigd. Aldus draait het draaideel 2 tijdens het schommelen langs de as 48 met hetzelfde toerental als de riemschijf 47. Wanneer in deze toestand het materiaal 4 voor de vulpunt voor tandwortel-kanalen wordt toegevoerd vanuit een geleiding (niet weergegeven) op het bewerkingsoppervlak 3a van het bewegende deel 3 in een richting bijna evenwijdig aan de bewegingsinrichting van het bewegende deel 3, wordt dat materiaal 4 verwarmd en zacht gemaakt door het verwarmingsmiddel en terwijl het zacht blijft 10 wordt het toegevoerd aan het spleetgedeelte waarin de minimale afstand tussen de bewerkingsopper-vlakken 2a en 3a van het draaideel 2 en het bewegende deel 3 aanwezig is. Het materiaal 4 voor de vulpunt voor tandwortelkanalen wordt dan gevormd tot een cirkelvormige dwarsdoorsnede die in overeenstemming is met het spleetgedeelte waarin de minimale afstand tussen het draaideel 2 en het bewegende deel 3 aanwezig is, door de schommelbeweging van het draaideel 2 waarvan het bewerkingsoppervlak 2a is 15 uitgevoerd als een evenwijdig aan zijn axiale richting X gekromd vlak. In dit geval wordt de verhouding van de bewegingssnelheid van het voorste uiteinde van het staafvormige materiaal 4 voor de vulpunt voor tandwortelkanalen dat wordt ingebracht door de relatieve beweging van het draaideel 2 en het bewegende deel 3 die met een nagenoeg gelijke snelheid draaien en bewegen, ten opzichte van de bewegingssnelheid waarmede het bewerkingsoppervlak 2a van het via de as 48 aan het gestel 43 bevestigde draaideel 2 dat 20 wordt geheven door de motor 56 gedraaide nok 55, wordt afbewogen van het bewerkingsoppervlak 3a van het bewegende deel 3, continu gevarieerd terwijl deze in overeenstemming is met de tapsheid T van de te fabriceren vulpunt voor tandwortelkanalen 1. Op deze wijze wordt met behoud van een cirkelvormige dwarsdoorsnede het materiaal 4 voor de vulpunt voor tandwortelkanalen gevormd tot de vulpunt voor tandwortelkanalen 1, die in zijn langsrichting de gewenste tapsheid T bezit.
25 De tweede uitvoering van de onderhavige inrichting is beschreven aan de hand van de figuren 13 en 14. Indien het draaideel 2 is gevormd door een cilindrisch draailichaam waarvan de as uit het midden is geplaatst, zoals is weergegeven in figuur 3 (alhoewel het bewegende deel 3 in figuur 3 een cilindrisch draaideel is dient het te worden uitgelegd als een plat bewegend lichaam) in plaats van door het cilindrische draailichaam met zijn bewerkingsoppervlak 2a waarvan zijn draaimidden samenvalt met zijn hartlijn, een 30 niet-cilindrisch draaideel waarvan de afstand van het bewerkingsoppervlak 2a tot de as geleidelijk varieert, zoals is weergegeven in figuur 6, of een cilindrisch draaideel nr·. zijn bewerkingsoppervlak 2a waarvan het draaimidden samenvalt mijn zijn hartlijn, mits het samenwerkende bewegende deel 3 in zijn bewerkingsoppervlak 3a is uitgevoerd met een groef die helt ten opzichte van zijn bewegingsrichting, zoals is weergegeven in figuur 7, is het onnodig de motor 56 aan te drijven. Als alternatief kan gebruik worden gemaakt van 35 een inrichting waarin het gestel 43 direct op de voet 39 is aangebracht zonder de veer 42, de nok 55 en de motor 56. Met een dergelijke inrichting dient evenwel de vorm van de te fabriceren vulpunt voor tandwortelkanalen vooraf te worden gekozen ten gevolge van het gebrek aan een mogelijkheid de vorm daarvan te variëren. Wanneer het derhalve de bedoeling is vulpunten voor tandwortelkanalen van verschillende vormen en grootten te maken, is het een eerste vereiste een voorziening te maken voor een aantal cilindrische 40 draailichamen van verschillende grootten waarvan de as op plaatsen uit het midden is gelegen en een aantal niet-cilindrische draailichamen van verschillende grootten, waarvan de afstand van hun as tot de bewerkingsoppervlakken 2a geleidelijk varieert, of een aantal bewegende delen 3 in de vorm van en eindloze riem, die in hun bewerkingsoppervlakken 3a zijn uitgevoerd met groeven van verschillende grootten en vormen, die hellen ten opzichte van hun bewegingsrichting.
45 Thans zal de werking van de inrichting volgens figuur 15 worden behandeld.
Zoals het geval is bij de inrichting volgens de figuren 9 tot 12 wordt een verwarmingsmiddel, zoals een heteluchtmondstuk of een infra-rode lamp, alhoewel dit niet is weergegeven, in werking gesteld voor het toevoeren van warmte aan het materiaal 4 voor de vulpunt voor tandwortelkanalen, terwijl koellucht vanuit een koude-luchtmondstuk wordt ingespoten voor het koelen van de gefabriceerde vulpunt voor tandwortel-50 kanalen 1. Dan worden de motoren 59 en 70 aangedreven terwijl de krachtbron voor de motor 75 wordt aangezet. Vervolgens wordt de schommelarm 72, die scharnierbaar is verbonden met het uiteinde van de krukstang die scharnierbaar is verbonden met de aan de as van de motor 70 bevestigde krukplaat 71, door deze motor 70 aangedreven en geschommeld om het draaipunt 73 op het gestel 62 met een snelheid van bijvoorbeeld 50 tot 1400 toeren per/min. Aangezien de schommelarm 72 is uitgevoerd met de ingrijpingsrol 55 72a voor de ingrijping met het ingrijpingsgedeelte 2b dat één geheel vormt met het draaideel 2 dat verschuifbaar is langs de as 66, schommelt het draaideel 2 op overeenkomstige wijze langs de as 66. Bevredigende resultaten worden verkregen indien de slag van een dergelijke schommelbeweging in de orde 192774 10 van 2 mm of meer is. Door het aandrijven van de motor 59 wordt het bewegende deel 3 in de vorm van een wiel waarvan de inwendige vertanding in ingrijping is met het aan de as van de motor 59 bevestigde onderste tandwiel 8 gedraaid met een vooraf bepaalde snelheid in een zekere richting, terwijl het conische tandwiel 67 wordt gedraaid, dat is bevestigd aan de as 63 die wordt gedraaid door het tandwiel 64 dat in 5 ingrijping is met het aan de as van de motor 59 bevestigde bovenste tandwiel 60, zodat het met het conische tandwiel 67 in ingrijping staande conische tandwiel 65 om de verzwenkbaar op het gestel 62 ondersteunde as 66 draait. Het conische tandwiel 65 en het draaideel 2 zijn met elkaar verbonden voor een draaiing als geheel door bijvoorbeeld de verbindingsstang 68 waarvan één uiteinde is bevestigd aan het conische tandwiel 65 en waarvan het andere uiteinde verschuifbaar is gestoken in het draaideel 2, of de as 10 66 waaraan het conische tandwiel 65 is bevestigd, is gevormd als een overlangs gegroefde as. Aldus draait het draaideel 2 bij het schommelen langs de as 66 met hetzelfde toerental als het conische tandwiel 65. Wanneer in deze toestand het materiaal 4 voor de vulpunt voor tandwortelkanalen wordt toegevoerd vanuit een geleiding (niet weergegeven) op het bewerkingsoppervlak 3a van het bewegende deel 3 in de bewegingsrichting van het bewegende deel 3, namelijk in een richting nagenoeg evenwijdig aan de 15 omtreksrichting van het wiel, wordt dat materiaal 4 verwarmd en zacht gemaakt door het verwarmingsmiddel en tenwij I het zacht blijft wordt het toegevoerd aan het spleetgedeelte waarin de minimale afstand tussen de bewerkingsoppervlakken 2a en 3a van het draaideel 2 en het bewegende deel 3 aanwezig is. Het materiaal 4 wordt dan gevormd tot een cirkelvormige dwarsdoorsnede in overeenstemming met het spleetgedeelte waarin de minimale afstand tussen het draaideel 2 en het bewegende deel 3 aanwezig is, door de 20 schommelbeweging van het draaideel 2 waarvan het bewerkingsoppervlak 2a evenwijdig verloopt aan zijn axiale richting X. In dit geval wordt de verhouding van de bewegingssnelheid van het voorste uiteinde van het staafvormige materiaal 4 voor de vulpunt voor tandwortelkanalen dat wordt ingebracht door de relatieve beweging van het draaideel 2 en het bewegende deel 3 die met een nagenoeg gelijk snelheid draaien en bewegen, ten opzichte van de bewegingssnelheid waarmede het bewerkingsoppervlak 2a van het via de as 25 66 aan het gestel 62 bevestigde draaideel 2 dat wordt neergelaten door de door de aandrijfmotor 75 gedraaide nok 74, wordt afbewogen van het bewerkingsoppervlak 3a van het bewegende deel 3, continu gevarieerd terwijl deze in overeenstemming is gebracht met de tapsheid T van de te fabriceren vulpunt voor tandwortelkanalen 1. Op deze wijze wordt onder behoud van een cirkelvormige dwarsdoorsnede het materiaal 4 voor de vulpunt voor tandwortelkanalen gevormd tot de vulpunt voor tandwortelkanalen 1, die 30 dan in zijn langsrichting de gewenste tapsheid T bezit.
De voorgaande toelichting heeft betrekking op de werking van de inrichting volgens figuur 15. Indien het draaideel 2 is gevormd door een cilindrisch draailichaam waarvan de as uit het midden is geplaatst, zoals is weergegeven in figuur 3 (alhoewel het bewegende deel 3 in figuur 3 een cilindrisch draaideel is dient het te worden uitgelegd aan een plat bewegend lichaam) in plaats van door het cilindrische draailichaam mijn zijn 35 bewerkingsoppervlak 2a waarvan zijn draaimidden samenvalt mijn zijn hartlijn, een niet-cilindrisch draaideel waarvan de afstand van het bewerkingsoppervlak 2a tot de as geleidelijk varieert, zoals is weergegeven in | figuur 6, of een cilindrisch draaideel met zijn bewerkingsoppervlak 2a waarvan zijn draaimidden samenvalt I met zijn hartlijn, mits het samenwerkende bewegende deel 3 in zijn bewerkingsoppervlak 3a is uitgevoerd met een groef die helt ten opzichte van zijn bewegingsrichting, zoals is weergegeven in figuur 7, is het 40 onnodig de motor 75 aan te drijven. Als alternatief kan gebruik worden gemaakt van een inrichting waarin het gestel 62 direct op de voet 57 is aangebracht zonder de veer 61, de nok 74 en de motor 75. Met een dergelijke inrichting dient evenwel de vorm van de te fabriceren vulpunt voor tandwortelkanalen vooraf te worden gekozen ten gevolge van het gebrek aan een mogelijkheid de vorm daarvan te variëren. Wanneer het derhalve de bedoeling is vulpunten voor tandwortelkanalen van verschillende vormen en grootten te 45 maken, is het een eerste vereiste een voorziening te maken voor een aantal cilindrische draailichamen van verschillende grootten waarvan de as op plaatsen uit het midden is gelegen en een aantal niet-cilindrische draailichamen van verschillende grootten, waarvan de afstand van hun as tot de bewerkingsoppervlakken 2a geleidelijk varieert, of een aantal bewegende delen 3 in de vorm van een wiel, die in hun bewerkingsoppervlakken 3a zijn uitgevoerd met groeven van verschillende grootten en vormen, die hellen ten opzichte 50 van hun bewegingsrichting.
De werking van de inrichting volgens figuur 16 zal tot slot worden toegelicht.
Zoals het geval is bij de inrichting volgens de figuren 9 tot 12, wordt een verwarmingsmiddel zoals een hete-luchtmondstuk of een infra-rode lamp, alhoewel dit niet is weergegeven, in werking gesteld voor het toevoeren van warmte aan het materiaal 4 voor de vulpunt voor tandwortelkanalen, terwijl koellucht vanuit 55 een koude-luchtmondstuk wordt ingespoten voor het koelen van de gefabriceerde vulpunt voor tandwiel-kanalen 1. Dan worden de motoren 81 en 90 aangedreven terwijl de krachtbron voor de motor 85 wordt aangezet. Vervolgens wordt de schommelarm 92, die scharnierbaar is verbonden met het uiteinde van de 11 192774 krukstang 89 die scharnierbaar is verbonden met de aan de as van de motor 90 bevestigde krukplaat 91, door deze motor 90 aangedreven en geschommeld om het draaipunt 93 op het gestel 80 met een snelheid van bijvoorbeeld 50 tot 1400 toeren per/min. Aangezien de schommelarm 92 is uitgevoerd met de ingrijpingsrol 92a voor de ingrijping met het ingrijpingsgedeelte 2b dat één geheel vormt met het draaideel 2 5 dat verschuifbaar is langs de as 79, schommelt het draaideel 2 op overeenkomstige wijze langs de as 79. Voldoende resultaten worden verkregen indien de slag van een dergelijke schommelbeweging in de orde van 2 mm of meer is. In de weergegeven uitvoering veroorzaakt het aandrijven van de motor 81 dan de draaiing van het conische tandwiel 83 dat is bevestigd aan de daardoor gedraaide as 79 en op zijn beurt de draaiing van de op de as 78 bevestigde en met het conische tandwiel 83 in ingrijping staande conische 10 tandwiel 82, zodat het schijfvormige bewegende deel 3, waarvan de uitwendige vertanding in ingrijping is met het aan de as 78 bevestigde tandwiel 77, om zijn as wordt gedraaid met de vooraf bepaalde snelheid in een zekere richting.
Echter, zelfs wanneer de as 78 die vertikaal is aangebracht op de voet 76 direct wordt aangedreven door een onder de voet 76 geplaatste motor (niet weergegeven) in een toestand waarin het aan de as 78 15 bevestigde conische tandwiel 82 en het aan de as 79 bevestigde conische tandwiel 83 zijn verwijderd, wordt het schijfvormige bewegende deel 3 waarvan zijn uitwendige vertanding in ingrijping is met het aan de as 78 bevestigde tandwiel 77, om zijn as gedraaid met de vooraf bepaalde snelheid in een zekere richting. Voorts is de door de motor 81 aangedreven as 79 uitgevoerd met een vast daaraan bevestigd armdeel 88. Het armdeel 88 en het draaideel 2 zijn met elkaar verbonden voor draaiing als geheel door bijvoorbeeld de 20 verbindingsstang 87 waarvan het ene uiteinde is bevestigd aan het armdeel 88 en waarvan het andere uiteinde verschuifbaar is gestoken in het draaideel 2, of de as 79, waaraan het draaideel 2 verschuifbaar is bevestigd, is uitgevoerd als een overlangs gegroefde as. Aldus draait het draaideel 2 tijdens het schommelen langs de as 79 met hetzelfde toerental als dat van de as 79. Wanneer in deze toestand het materiaal 4 voor de vulpunt voor tandwortelkanalen wordt toegevoerd vanuit een geleiding (niet weergegeven) op het 25 bewerkingsoppervlak 3a van het bewegende deel 3 in de bewegingsrichting van het bewegende deel 3, namelijk in een richting nagenoeg evenwijdig aan de omtreksrichting van de schijf, wordt dat materiaal 4 verwarmd en zacht gemaakt door het verwarmingsmiddel en terwijl het zacht blijft wordt het toegevoerd aan het spleetgedeelte waarin de minimale afstand tussen de bewerkingsoppervlakken 2a en 3a van het draaideel 2 en het bewegende deel 3 aanwezig is. Het materiaal 4 wordt dan gevormd tot een cirkelvormige 30 dwarsdoorsnede in overeenstemming met het spleetgedeelte waarin de minimale afstand tussen het draaideel 2 en het bewegende deel 3 aanwezig is, door de schommelbeweging van het r'-aaideel 2 waarvan het bewerkingsoppervlak 2a evenwijdig verloopt aan zijn axiale richting X. In dit geval wordt de verhouding van de bewegingssnelheid van het voorste uiteinde van het staafvormige materiaal 4 voor de vulpunt voor tandwortelkanalen dat wordt ingebracht door de relatieve beweging van het draaideel 2 en het bewegende 35 deel 3 die met een nagenoeg gelijke snelheid draaien en bewegen, ten opzichte van de bewegingssnelheid waarmede het bewerkingsoppervlak 2a van het door de as 79 op zijn plaats gehouden draaideel 2 wordt afbewogen van het bewerkingsoppervlak 3a van het bewegende deel 3, waarbij het bewegende deel 3 thans wordt neergelaten doordat zijn centrale as in ingrijping is met de door de motor 85 gedraaide nok 86, continu gevarieerd terwijl deze in overeenstemming is met de tapsheid T van de te fabriceren vulpunt voor 40 tandwortelkanalen 1. Op deze wijze wordt met behoud van een cirkelvormige dwarsdoorsnede het materiaal 4 voor de vulpunt voor tandwortelkanalen gevormd tot de vulpunt voor tandwortelkanalen 1, die dan in zijn langsrichting de gewenste tapsheid T bezit.
De voorgaande toelichting heeft betrekking op de werking van de inrichting volgens figuur 16. Indien het draaideel 2 is gevormd door een cilindrisch draailichaam waarvan de as uit het midden is geplaatst, zoals is 45 weergegeven in figuur 3 (alhoewel het bewegende deel 3 in figuur 3 een cilindrisch draaideel is, dient het te worden uitgelegd als een plat bewegend lichaam) in plaats van door het cilindrische draailichaam met zijn bewerkingsoppervlak 2a waarvan zijn draaimidden samenvalt met zijn hartlijn, een niet-cilindrisch draaideel waarvan de afstand van het bewerkingsoppervlak 2a tot de as geleidelijk varieert, zoals is weergegeven in figuur 6, of een cilindrisch draaideel met zijn bewerkingsoppervlak 2a waarvan zijn draaimidden samenvalt 50 met zijn hartlijn, mits het samenwerkende bewegende deel 3 in zijn bewerkingsoppervlak 3a is uitgevoerd met een groef die helt ten opzichte van zijn bewegingsrichting, zoals is weergegeven in figuur 7, is het onnodig de motor 85 aan te drijven. Als alternatief kan gebruik worden gemaakt van een inrichting zonder de motor 85 en de nok 86. Met een dergelijke inrichting dient evenwel de vorm van de te fabriceren vulpunt voor tandwortelkanalen vooraf te worden gekozen ten gevolge van het gebrek aan een mogelijkheid de 55 vorm daarvan te variëren. Wanneer het derhalve de bedoeling is vulpunten voor tandwortelkanalen van verschillende vormen en grootten te maken, is het een eerste vereiste een voorziening te maken voor een aantal cilindrische draailichamen van verschillende grootten waarvan de as op plaatsen uit het midden is 192774 12 gelegen en een aantal niet-cilindrische draailichamen van verschillende grootten, waarvan de afstand van hun as tot de bewerkingsoppervlakken 2a geleidelijk varieert, of een aantal schijfvormige bewegende delen 3, die in hun bewerkingsoppervlakken 3a zijn uitgevoerd met groeven van verschillende grootten en vormen, die hellen ten opzichte van hun bewegingsrichting.
5 Zoals in de inleiding is vermeld, zijn er zeer veel soorten vulpunten voor tandwortelkanalen die aan veel zwaardere eisen moeten voldoen ten aanzien van de afmetingtolerantie van hun diameters die in diameter variëren vanaf 0,1 mm tot 1,5 mm in het lengtebereik van 10 tot 35 mm. Niettemin zijn zij tot nu toe slechts met de hand gefabriceerd door personen die hierin bedreven zijn, hetgeen inhield dat het noodzakelijk was ongeschoolden op dit gebied van de techniek op te leiden omdat anders niet kon worden voldaan aan de 10 verhoogde vraag ten gevolge van recentelijke vooruitgang bij tandheelkundige behandelingen. De onderhavige uitvinding maakt het evenwel mogelijk de vulpunten voor tandwortelkanalen te fabriceren door goedkope en efficiënte mechanische middelen, waardoor een doorbraak op het betreffende gebied van de techniek wordt gemaakt. De inrichting voor het maken van de vulpunten voor tandwortelkanalen volgens de onderhavige uitvinding is verschaft voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding, 15 zoals in het voorgaande in detail is beschreven. De onderhavige inrichting is typisch voorzien van een combinatie van aandrijfbronnen voor een cilindrisch draaideel waarvan een bewerkingsoppervlak is uitgevoerd als een gekromd vlak evenwijdig aan zijn axiale richting dat draait met een vooraf bepaalde snelheid, en een bewegende deel waarvan het bewerkingsoppervlak met althans ongeveer dezelfde snelheid beweegt als de omtreksnelheid van het cilindrische draaideel in dezelfde richting als de draai-20 richting van het draaideel en dat de vorm bezit van een cilindrisch of plat vlak, een aandrijfbron voor het schommelen van ten minste het draaideel in zijn axiale richting, en een aandrijfbron dat op zodanige wijze is ontworpen dat onder behoud van een spleetgedeelte waarin de minimale afstand tussen de bewerkingsoppervlakken van het draaideel en het bewegende deel aanwezig is in een althans ongeveer gelijk vlak, een verhouding van een bewegingssnelheid van het voorste uiteinde van een staafvormig materiaal voor de 25 vulpunt voor tandwortelkanalen dat wordt toegevoerd aan en wordt gebracht in het genoemde spleetgedeelte door de draaiing van het draaideel en de beweging van het bewegende deel ten opzichte van een bewegingssnelheid waarmede het draaideel en het bewegende deel van elkaar af worden bewogen, continu wordt gevarieerd zodanig dat deze in overeenstemming is met de tapsheid van de te produceren vulpunt voor tandwortelkanalen. Wanneer de betreffende aandrijfrollen afzonderlijk zijn verschaft is het gemakkelijk 30 de bijbehorende aandrijfelementen te bedienen en te verstellen en aan te passen aan de productie van vulpunten voor t. ndwortelkanalen die in grootte en vorm variëren. Indien de aandrijfbron voor het continu variëren van de bovengenoemde snelheidsverhouding niet in werking wordt gesteld kan een cilindrisch draaideel waarvan zijn as uit het midden is geplaatst of waarvan de afstand van de as tot het bewerkingsoppervlak geleidelijk varieert worden toegepast als het draaideel dat met een vooraf bepaalde snelheid draait, 35 of een bewegend deel waarvan in het bewerkingsoppervlak een ten opzichte van zijn bewegingsrichting hellende groef is aangebracht, kan worden toegepast als het bewegende deel, waardoor het mogelijk is de vulpunten voor tandwortelkanalen van de gegeven grootte en vorm te maken. Met een dergelijke inrichting voor het uitvoeren van de onderhavige werkwijze kan 95% of meer van de resulterende producten worden geaccepteerd, terwijl de lengte van de bewerkingstijd per product met ongeveer de helft kan worden 40 verminderd in vergelijking tot de handmatige werkwijzen. Indien de breedte van de bewerkingsoppervlakken van het draaideel en het bewegende deel evenwijdig aan hun axiale richting wordt vergroot, is het mogelijk een aantal vulpunten voor tandwortelkanalen tegelijkertijd te maken.
In het bijzonder wanneer als het bewegende deel wordt gebruikt gemaakt van een riem of een plat deel die/dat wordt aangedreven langs een cilindrisch draaideel in de tangentiale richting blijft de gefabriceerde en 45 uitgevoerde vulpunt voor tandwortelkanalen in de constant bewegende richting, zodat daarop volgende bewerkingen zeer eenvoudig worden. Indien een koude-luchtmondstuk wordt verschaft voor het inspuiten van koellucht naar de vulpunt voor tandwortelkanalen die wordt gevormd door het doorvoeren door het spleetgedeelte waarin de minimale afstand tussen de bewerkingsoppervlakken van het draaideel en het bewegende deel aanwezig is, dan is het product reeds gehard zonder het gevaar van een storing of een 50 buiging van zijn voorste uiteinde in deze spleet. Aangezien de werkwijze geheel zonder toezicht kan worden uitgevoerd en de inrichting automatisch kan worden bediend, verschaffen de de onderhavige inrichting en werkwijze geen gezondheidsprobleem. Aldus is de onderhavige uitvinding van een grote industriële waarde.
De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekening weergegeven en in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeelden, die op verschillende wijzen binnen het kader van de uitvinding kunnen worden 55 gevarieerd.

Claims (16)

1. Werkwijze voor het maken van een vulpunt voor tandwortelkanalen, omvattende het positioneren van een draaideel waarvan een buitenste bewerkingsoppervlak is uitgevoerd als een gekromd vlak evenwijdig aan 5 zijn axiale richting (X) en dat met een voorafbepaalde snelheid kan draaien, en een bewegend deel waarvan ten minste zijn bewerkingsoppervlak evenwijdig aan het bewerkingsoppervlak van het draaideel is gelegen en dat tevens met een voorafbepaalde snelheid kan draaien, met het kenmerk, dat de snelheid van het bewegende deel (3) althans ongeveer gelijk is aan de omtreksnelheid van het draaideel (2) in dezelfde richting als de draairichting van het draaideel in een spleetgedeelte waarin een minimale afstand tussen de 10 bewerkingsoppervlakken (2a en 3a) van het draaideel (2) en het bewegende deel (3) aanwezig is, terwijl ten minste het draaideel (2) in zijn axiale richting wordt geschommeld en het spleetgedeelte in een althans ongeveer gelijk vlak ligt, waarbij een staafvormig materiaal (4) voor de vulpunt voor tandwortelkanalen wordt toegevoerd aan het spleetgedeelte tussen de bewerkingsoppervlakken (2a en 3a) van het draaideel (2) en het bewegende deel (3) teneinde het voorste uiteinde van het materiaal (4) in het spleetgedeelte te brengen 15 in een richting (Y) loodrecht op de axiale richting (X) van het draaideel (2), terwijl tijdens het inbrengen van het staafvormige materiaal en het schommelen, het spleetgedeelte tussen de bewerkingsoppervlakken (2a en 3a) van het draaideel (2) en het bewegende deel (3) continu wordt gevarieerd, zodanig dat een verhouding van een bewegingssnelheid van het voorste uiteinde van het materiaal (4) dat wordt ingebracht ten opzichte van een bewegingssnelheid waarmede de bewerkingsoppervlakken (2a en 3a) van het 20 draaideel (2) en het bewegende deel (3) van elkaar af worden bewogen voor het variëren van het spleetgedeelte, in overeenstemming is met een tapsheid T van de vulpunt voor tandwortelkanalen (1), waardoor de vulpunt voor tandwortelkanalen (1) met de gewenste tapsheid (T) wordt gemaakt,
2. Werkwijze voor het maken van vulpunten voor tandwortelkanalen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een cilindrisch draailichaam waarvan het draaimidden samenvalt met zijn hartlijn wordt toegepast als het 25 bewegende deel (3), terwijl een cilindrisch draailichaam waarvan zijn draaimidden samenvalt met zijn hartlijn wordt toegepast als het draaideel (2).
3. Werkwijze voor het maken van vulpunten voor tandwortelkanalen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een cilindrisch draailichaam waarvan zijn draaimidden samenvalt met zijn hartlijn wordt toegepast als het bewegende deel (3), terwijl een cilindrisch draailichaam waarvan zijn as op een plaats uit het midden is 30 gelegen wordt toegepast als het draaideel (2).
4. Werkwijze voor het maken van vulpunten voor tandwortelkanalen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een cilindrisch draailichaam waarvan zijn draaimidden samenvalt met zijn hartlijn wordt toegepast als het bewegende deel (3), terwijl een niet-cilindrisch draailichaam waarvan de afstand van de as tot het bewerkingsoppervlak (2a) geleidelijk varieert, wordt toegepast als het draaideel (2).
5. Werkwijze voor het maken van vulpunten voor tandwortelkanalen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een langs een cilindrisch draailichaam (3b) bewegende ring wordt toegepast als het bewegende deel (3), terwijl een cilindrisch draailichaam waarvan het draaimidden samenvalt met zijn hartlijn wordt toegepast als het draaideel (2).
6. Werkwijze voor het maken van vulpunten voor tandwortelkanalen volgens conclusie 1, met het kenmerk, 40 dat een langs een cilindrisch draailichaam (3b) bewegende riem wordt toegepast als het bewegende deel (3), terwijl een cilindrisch draailichaam waarvan de as op een plaats uit het midden is gelegen wordt toegepast als het draaideel (2).
7. Werkwijze voor het maken van vulpunten voor tandwortelkanalen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een langs een cilindrisch draailichaam (3b) bewegende riem wordt toegepast als het bewegende deel 45 (3), terwijl een niet-cilindrisch draailichaam waarvan de afstand van de as tot het bewerkingsoppervlak (2a) geleidelijk varieert, wordt toegepast als het draaideel (2).
8. Werkwijze voor het maken van vulpunten voor tandwortelkanalen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een deel waarvan het bewerkingsoppervlak (3a) is uitgevoerd als een plat vlak, wordt toegepast als het bewegende deel (3), terwijl een cilindrisch draailichaam waarvan zijn draaimidden samenvalt met zijn hartlijn 50 wordt toegepast als zijn draaideel (2).
9. Werkwijze voor het maken van vulpunten voor tandwortelkanalen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een deel waarvan het bewerkingsoppervlak (3a) is uitgevoerd als een plat vlak wordt toegepast als het bewegende deel (3), terwijl een cilindrisch draailichaam waarvan zijn as op een plaats uit het midden is gelegen wordt toegepast als het draaideel (2).
10. Werkwijze voor het maken van vulpunten voor tandwortelkanalen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een deel waarvan het bewerkingsoppervlak (3a) is uitgevoerd als een plat vlak, wordt toegepast als het bewegende deel (3), terwijl een niet-cilindrisch draailichaam waarvan de afstand van de as tot het 192774 14 bewerkingsoppervlak (2a) geleidelijk varieert, wordt toegepast als het draaideel (2).
11. Werkwijze voor het maken van vulpunten voor tandwortelkanalen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een deel in de vorm van een plat vlak, waarvan in zijn bewerkingsoppervlak (3a) een ten opzichte van zijn bewegingsrichting hellende groef is aangebracht, wordt toegepast als het bewegende deel (3).
12. Werkwijze voor het maken van vulpunten voor tandwortelkanalen volgens één der conclusies 1 tot 11, met het kenmerk, dat wanneer het materiaal (4) voor de vulpunt voor tandwortelkanalen wordt toegevoerd aan het spleetgedeelte waarin de minimale afstand tussen de bewerkingsoppervlakken (2a en 3a) van het draaideel (2) en het bewegende deel (3) aanwezig is, het materiaal (4) voorafgaand wordt verwarmd tot een zachtgemaakte toestand.
13. Werkwijze voor het maken van vulpunten voor tandwortelkanalen volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het verwarmen van het materiaal (4) voor de vulpunten van tandwortelkanalen wordt bewerkstelligd door het blazen van verwarmde lucht op het toegevoerde materiaal (4).
13 192774
14. Werkwijze voor het maken van vulpunten voor tandwortelkanalen volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het verwarmen van het materiaal (4) voor de vulpunten van tandwortelkanalen wordt 15 bewerkstelligd door het bestralen met thermische energie van een infra-rode lamp.
15. Werkwijze voor het maken van vulpunten voor tandwortelkanalen volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het verwarmen van het materiaal (4) wordt bewerkstelligd door het voorafgaand toevoeren van warmte aan de bewerkingsoppervlakken (2a en 3a) van het draaideel (2) en het bewegende deel (3).
16. Werkwijze voor het maken van vulpunten voor tandwortelkanalen volgens één der conclusies 1 tot 15, 20 met het kenmerk, dat de vulpunt voor tandwortelkanalen (1) dat wordt gevormd door het doorvoeren door het spleetgedeelte waarin de minimale afstand tussen de bewerkingsoppervlakken (2a en 3a) van het draaideel (2) en het bewegende deel (3) aanwezig is wordt gekoeld door het inspuiten van koellucht daartegen. Hierbij 10 bladen tekening
NL8900873A 1988-04-07 1989-04-07 Werkwijze voor het maken van vulpunten voor tandwortelkanalen. NL192774C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP8559288 1988-04-07
JP8559288 1988-04-07

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8900873A NL8900873A (nl) 1989-11-01
NL192774B NL192774B (nl) 1997-10-01
NL192774C true NL192774C (nl) 1998-02-03

Family

ID=13863087

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8900873A NL192774C (nl) 1988-04-07 1989-04-07 Werkwijze voor het maken van vulpunten voor tandwortelkanalen.

Country Status (12)

Country Link
US (2) US5028228A (nl)
KR (1) KR0123461B1 (nl)
BE (1) BE1003121A3 (nl)
BR (1) BR8901734A (nl)
CA (1) CA1318094C (nl)
CH (1) CH679636A5 (nl)
DE (1) DE3911170C2 (nl)
ES (1) ES2014599A6 (nl)
FR (1) FR2629752B1 (nl)
GB (1) GB2217649B (nl)
IT (1) IT1228804B (nl)
NL (1) NL192774C (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5372759A (en) * 1992-05-29 1994-12-13 Johnson; William B. Method of heat treating gutta percha based material to improve the characteristics thereof for filling endodontically prepared root canals
US5286423A (en) * 1992-05-29 1994-02-15 Johnson William B Method of heat treating gutta percha based material to improve the characteristics thereof
DE19814951C2 (de) 1998-04-03 2000-08-31 Zeiss Optronik Gmbh Vorrichtung und Verfahren zur digitalen Bildstabilisierung
US7476347B1 (en) * 1999-11-10 2009-01-13 Dentsply International, Inc. Process for making denture having integral teeth and denture base
US20080213720A1 (en) * 2003-05-13 2008-09-04 Ultradent Products, Inc. Endodontic instruments manufactured using chemical milling
DE10338440A1 (de) * 2003-08-19 2005-03-31 Werner Mannschedel Guttaperchaspitze und Herstellverfahren
US20080199832A1 (en) * 2003-08-19 2008-08-21 Coltene/Whaledent Gmbh & Co., Kg Gutta percha tip and method for producing the same
US7743505B2 (en) * 2005-02-23 2010-06-29 Ultradent Products, Inc. Methods for manufacturing endodontic instruments from powdered metals
US7665212B2 (en) 2005-02-23 2010-02-23 Ultradent Products, Inc. Methods for manufacturing endodontic instruments
GB2482343A (en) * 2010-07-30 2012-02-01 Vestas Wind Sys As Compacting an edge region of a fibrous sheet for a composite structure
TW201138725A (en) * 2010-05-13 2011-11-16 Univ Nat Taiwan System for cutting efficiency evaluation of root canal rotary instruments and testing method utilizing the same
US20130230821A1 (en) * 2012-03-02 2013-09-05 Ormco Corporation Apparatus and method for heating an endodontic instrument by infrared radiation

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US674419A (en) * 1901-03-09 1901-05-21 Charles T Kinsman Root-canal filling for teeth.
US1463963A (en) * 1921-08-10 1923-08-07 George L Miller Root-canal point
GB214497A (en) * 1923-06-18 1924-04-24 George Lester Miller Dental root canal points
US1757595A (en) * 1928-11-30 1930-05-06 Louis R Siegel Dental root-canal point
US2218460A (en) * 1937-06-30 1940-10-15 Singer Stretching machine
US3233444A (en) * 1962-06-26 1966-02-08 Rockwell Standard Co Taper roll machine and method
US4225147A (en) * 1978-01-31 1980-09-30 Lowery Michael B Vehicles
US4238263A (en) * 1978-10-02 1980-12-09 Ethyl Corporation Edge sealing of laminate
SU846012A1 (ru) * 1979-02-16 1981-07-15 Предприятие П/Я А-3470 Устройство дл прокатывани кон-цОВ ТРуб
US4424182A (en) * 1981-12-11 1984-01-03 Ball Corporation Method for sealing a multilayered tube having a barrier layer
US4525147A (en) * 1983-05-31 1985-06-25 Pitz Richard J Root canal implant, proximity indicative, and method of implantation
JPS623841A (ja) * 1985-06-28 1987-01-09 O S G Kk テ−パ部品の製造方法および装置
JPS6261909A (ja) * 1985-09-12 1987-03-18 G C Dental Ind Corp 熱可塑性歯科充填用組成物

Also Published As

Publication number Publication date
IT1228804B (it) 1991-07-03
NL192774B (nl) 1997-10-01
BE1003121A3 (fr) 1991-12-03
FR2629752A1 (fr) 1989-10-13
CA1318094C (en) 1993-05-25
KR900015707A (ko) 1990-11-10
FR2629752B1 (fr) 1992-07-31
GB8907701D0 (en) 1989-05-17
DE3911170A1 (de) 1989-10-19
BR8901734A (pt) 1989-11-21
ES2014599A6 (es) 1990-07-16
US5028228A (en) 1991-07-02
GB2217649A (en) 1989-11-01
US5061411A (en) 1991-10-29
DE3911170C2 (de) 2000-03-16
CH679636A5 (nl) 1992-03-31
IT8919999A0 (it) 1989-04-04
NL8900873A (nl) 1989-11-01
GB2217649B (en) 1992-11-11
KR0123461B1 (ko) 1997-11-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL192774C (nl) Werkwijze voor het maken van vulpunten voor tandwortelkanalen.
CA2064671C (en) Machine for cutting logs of web material
US5388503A (en) High speed food processing device
US4141196A (en) Seal wrapping machine
WO2005007378A1 (ja) 圧縮成形機にドロップを強制挿入する方法及び装置並びに成形金型追従式ドロップ供給方法及び装置
US3733058A (en) Dough portioning and kneading machine
US20080203613A1 (en) Apparatus and Method For Making Product Having Various Shapes
NL8303690A (nl) Werkwijze en inrichting voor zeefdrukken.
CA1119762A (en) Apparatus for distributing lining material in cap shells
KR0159276B1 (ko) 조사용 반송장치
US5184546A (en) Fully automatic curved surface printing machine
US6135754A (en) Adjustable feed roller mechanism for lip rolling machine
US4126358A (en) Method and apparatus for making wound brushes
JPH0229243A (ja) 歯科用根管充填用ポイントの製造方法及び装置
EP0125938B1 (fr) Machine pour effectuer sur des récipients conçus pour des produits pharmaceutiques le dépôt d'un anneau de matière ; ampoules autocassables pourvues d'un tel anneau
US4224830A (en) Mechanical motion control apparatus
EP3892445B1 (en) Adjuster mechanism with action lever to cycle between pre-set distances
JP3518071B2 (ja) 容器供給装置
SU645534A3 (ru) Способ изготовлени пластмассовых зубчатых колес накаткой
US4332176A (en) Mechanical motion control apparatus
JPS6389326A (ja) 飲料用ストロ−のストツパ−成形装置
JPS63283837A (ja) 伝導ベルト用金属ブロックの連続加工方法並びに装置
JPH11206330A (ja) 食品成型装置
JP2908352B2 (ja) かき揚げ成形装置
KR890003553Y1 (ko) 세탁비누의 상표각인 공정을 겸설시킨 자동절단 장치

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20021101