NL192509C - Werkwijze en inrichting voor het behandelen van materiaal dat houtvezels bevat. - Google Patents

Description

1 192509

Werkwiize en inrichting voor het behandelen van materiaal dat houtvezels bevat

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het behandelen van een oppervlak van een voorwerp van hout, waarbij het oppervlak onder uitoefening van een aandrukkracht in aanraking wordt gebracht met 5 en bewogen wordt langs een verwarmd strijkorgaan, en waarbij het verwarmde strijkorgaan een temperatuur van 200-350°C heeft en de aanrakingstijd tussen het hout en het verhitte oppervlak van het strijkorgaan tussen 0,5 en 10 seconden ligt.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 2.827.935. Teneinde goede resultaten te verkrijgen, waarbij derhalve geen overheid staande houthaartjes bij de behandelde oppervlak-10 ken terug te vinden zijn en het voorwerp nog maar één lakbehandeling hoeft te ondergaan, dienen de toegepaste platen met een aandrukkracht van minimaal 700 kPa op het te behandelen voorwerp geplaatst te worden. Hierbij is nog vermeld dat bij een driemaal hogere aandrukkracht nog een beter resultaat bereikt wordt.

Om dergelijke aandrukkrachten uit te kunnen oefenen zal een daarvoor toegeruste inrichting nodig zijn, 15 hetgeen over het algemeen een relatief grote en zware inrichting zal moeten zijn, hetgeen behalve hoge aanschafkosten ook dienovereenkomstige bedrijfs- en onderhoudskosten met zich mee zal brengen.

De uitvinding beoogt een werkwijze te verschaffen waarmee op eenvoudiger wijze eenzelfde resultaat behaald kan worden, dat wil zeggen dat geen houthaartjes meer uitsteken, ook niet na het uitvoeren van een lakbehandeling.

20 Dienovereenkomstig wordt er volgens de uitvinding in voorzien dat de druk tussen het voorwerp en het strijkorgaan ongeveer 30 kPa bedraagt en dat het aldus voorbehandelde oppervlak direct aansluitend wordt gelakt door een sneldrogende lak, zoals een lak op cellulose basis, op te spuiten.

De werkwijze volgens de uitvinding heeft derhalve het voordeel dat een glad eindproduct zonder uitstekende haartjes verkregen kan worden, hetgeen door het kunnen toepassen van een veel lagere 25 aandrukkracht, tegen aanzienlijk lagere kosten kan.

De uitvinding voorziet verder nog in een inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens conclusie 1, waarbij twee aangrenzende zijden van een rand van het voorwerp behandeld dienen te worden, voorzien van een gestel met een aandrijf inrichting voor het transporteren van het voorwerp, een tegenover de aandrijfinrichting gelegen verwarmd strijkorgaan met een glad naar het voorwerp toegekeerd oppervlak, 30 welk strijkorgaan is voorzien van een aandrukinrichting om ten minste een deel van het oppervlak van het strijkorgaan tegen het voorwerp aan te drukken, welke inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het strijkorgaan in hoofdzaak L-vorming is en de aandrijfinrichting is voorzien van enigszins schuin ten opzichte van de bewegingsrichting van het voorwerp staande rollen.

__________.. Met de schuin ten opzichte van de bewegingsrichting staande rollen wordt bereikt dat het voorwerp ook_____ 35 met voldoende kracht tegen de korte zijde van het L-vormige strijkorgaan aangedrukt wordt, zodat ook aan de corresponderende zijde van het voorwerp na het doorlopen van de inrichting de houthaartjes niet meer zullen uitsteken.

In het volgende wordt de uitvinding schematisch toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: 40 figuur 1 schematisch een zijaanzicht van een inrichting voor het toepassen van de uitvinding toont; figuur 2 op vergrote schaal een doorsnede is over de lijn ll-ll van figuur 1; en figuur 3 schematisch een bovenaanzicht toont met schuine stand van de rollen.

In figuur 1 zijn met 1 een paar normale transportrollen aangeduid voor een lange lat 2. Deze rollen zijn van 45 bekende constructie in de houtverwerkingsindustrie en hebben bij voorkeur een zodanig oppervlak en een zodanige aandrukkracht, dat nauwelijks of geen moeten in het door hen getransporteerde hout worden gemaakt.

Op deze toevoerinrichting volgt een langwerpig strijkorgaan 3, dat, zoals uit figuur 2 nader blijkt, een L-vormige doorsnede heeft en waar tegenover een aantal naast elkaar gelegen transportrollen 4 ligt. Het 50 strijkorgaan 3 wordt aan een aanmerkelijke kracht naar de rollen 4 toe onderworpen. Verder hebben rollen 4 een bij voorkeur gekarteld, maar mogelijkerwijs ook geribbeld of ander onglad oppervlak, waardoor zij een goede greep op de lat 2 hebben en de wrijving tussen deze lat en het strijkorgaan 3 kunnen overwinnen. De rollen 4 worden synchroon met niet getekende middelen aangedreven en zijn bij voorkeur in rubber gelegerd om enige speling in de dikte van de lat 2 of in de onderlinge hoogtestand van de rollen op te 55 kunnen vangen, zodat de verschillende rollen 4 zoveel mogelijk een gelijke kracht uitoefenen tegen de benedenzijde van de lat 2.

Bij een bewegingssnelheid van 0,55 m per seconde (overeenkomende met 2000 m per uur) zijn goede 19ZÖ09 2 resultaten verkregen met een strijkorgaan van een lengte van 150 cm en een temperatuur van het met het hout in aanraking komende oppervlak die van de voorzijde naar de achterzijde oploopt van ongeveer 250 tot ongeveer 300°C. Daarbij duurt de aanraking tussen strijkorgaan en hout dan ongeveer 3 seconden.

Verder is in figuur 1 een onmiddellijke op het strijkorgaan volgende spuitcabine getekend, die overigens 5 conventioneel kan zijn met een omhullingskap 16, die met een afzuiging is verbonden en een schematisch aangeduid spuitpistool 17.

Wanneer snel verdampende lak zoals op cellulose basis wordt opgespoten, blijkt het niet nodig de lat 2 nog te drogen.

De verkregen laklaag hecht goed, waarbij enerzijds het reeds gedeeltelijk verdampt zijn van het 10 verdunningsmiddel of de draagvloeistof tot een goede aanligging van het pigment op het hout leidt zonder dat verdere verdamping van het oplosmiddel tot blaasjesvorming kan leiden, maar bovendien kan de hoge temperatuur er reden van zijn, dat de lak ook een hogere temperatuur heeft en daardoor een zo geringe viscositeit, dat het gemakkelijk in het hout indringt. Aangenomen wordt, dat dit laatste effect in het bijzonder op zal treden bij betrekkelijk langzaam drogende lakken, zoals op basis van terpentine.

15 Overigens zal het duidelijk zijn, dat elke bekledingslaag bij toepassing van de uitvinding kan worden aangebracht, ook wanneer het niet om een lak in de eigenlijke zin van het woord gaat, maar om een _________ coating, en beits of mogelijkerwijs zelfs een conservemigstniddef----------------------- --------------------

In figuur 2 is schematisch een doorsnede getekend. Daarin is zichtbaar, dat het strijkorgaan 3 een L-vormige metalen kern 6 heeft, bijvoorbeeld van staal, waarin een aantal elektrische verhittingselementen 5 20 zijn aangebracht. Deze elementen lopen in de lengterichting door het gehele strijkorgaan heen en zijn ook in figuur 1 met stippellijnen aangeduid. Door de warmtegeleiding in het metalen deel 6 blijkt een voldoend homogene verhitting verkregen te worden ook van het naar beneden stekende been 7 van het L-vormige blok 6.

Het blok 6 is verder opgenomen in een huis 8 dat tevens isolatiemateriaal bevat en dat verbonden is met 25 een arm 9, die om een scharnierpunt 10 kan scharnieren. Een pneumatische of hydraulische cilinder 11 geeft de mogelijkheid het huis 8 met het strijkorgaan 3 op te lichten dan wel een neerwaartse druk uit te oefenen.

De rollen 4 eindigen voor het binnenoppervlak 13 van het verticale deel 7 van het strijkorgaan, zodat het in figuur 2 links getekende vlak 12 van het langwerpige houten voorwerp 2, zoals een plint over zijn gehele 30 hoogte tegen de zijwand 13 van het verticale deel 7 kan liggen.

Om een gelijkmatige aandrukkracht van de verschillende rollen te verkrijgen, zijn deze in rubber gelegerd, waarvoor op zichzelf bekende constructies kunnen worden toegepast. Verder is elk van de rollen voorzien van een tandwiel 14 voor een aandrijving, bijvoorbeeld met een ketting 15. Het zal daarbij duidelijk zijn, dat de verschillende rollen strikt synchroon worden aangedreven.

35 In figuur 3 is schematisch en op overdreven wijze de schuine stand van de rollen weergegeven ingeval van een houten voorwerp van het type dat in figuur 2 is weergegeven, waarbij de rollen enigszins schuin staan ten opzichte van de lengterichting van het strijkorgaan of van de te bewerken plint 2. Doordat de rollen schuin gaan wordt deze plint 2 naar links gedwongen waardoor zijn zijkant 12 tegen de zijwand 13 van het verticale deel van het strijkorgaan wordt gedrukt.

40 Bij de overgang tussen het horizontale en het verticale deel van het strijkorgaan of van de plint kan een afronding aanwezig zijn.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding wordt daarbij een zeer goede en gladde rand van de plint verkregen, wanneer de kromtestraal van de plint een weinig kleiner is dan die van het strijkorgaan. Dan moet de rand van de plint enigszins vervormd worden waardoor die aan een extra sterke aandrukkracht 45 wordt onderworpen, hetgeen een aantrekkelijke gladde tand geeft.

Het zal duidelijk zijn, dat in het bovenstaande slechts een uitvoeringsvorm van de uitvinding is beschreven. De aandrijfinrichting behoeft niet noodzakelijkerwijs uit rollen te bestaan, maar kan ook bestaan uit horizontaal bewegende draagorganen. Ook kunnen zich gevallen voordoen, waarbij de te bewerken voorwerpen kunnen worden aangeduwd, hetzij bij een eindzijde, hetzij via uitsteeksel of instulpingen aan de 50 benedenzijde, in welk geval ook de aandrijfinrichting aan dit geval dient te worden aangepast.

Ook is het mogelijk, dat het strijkorgaan een andere doorsnedevorm heeft dan is weergegeven. Daarbij is het zelfs mogelijk, dat het gedeeld is om bijvoorbeeld de juiste aandrukkracht uit te oefenen op twee al dan niet schuin tegenover elkaar staande opstaande wanden dan wel om de zijwanden van een groef met voldoende aandrukkracht te kunnen bewerken.

55 De uitvinding is in principe geschikt voor elk type van hout. Wel hebben bepaalde in het bijzonder zachte houtsoorten het verschijnsel van de opstaande haartjes sterker dan andere houtsoorten, maar toepassing van de uitvinding geeft steeds een verbetering van het resultaat dat met één keer lakken of verven kan

Claims (2)

3 192509 worden verkregen. De door het strijkorgaan uitgeoefende druk bedroeg bij een uitvoeringsvoorbeeld, waarmede zeer goede resultaten zijn verkregen voor het bewerken van plinten met een breedte van ongeveer 5 cm 250 N per rol, dus bij de toegepaste negen rollen 2250 N. Uiteraard is deze druk afhankelijk van de breedte van de te 5 bewerken lat, waarbij ook nog variaties mogelijk zijn in afhankelijkheid van de bewerkte houtsoort.

1. Werkwijze voor het behandelen van een oppervlak van een voorwerp van hout, waarbij het oppervlak onder uitoefening van een aandrukkracht in aanraking wordt gebracht met en wordt bewogen langs een verwarmd strijkorgaan, en waarbij het verwarmde strijkorgaan een temperatuur van 200-350°C heeft en de aanrakingstijd tussen het hout en het verhitte oppeivlak van het strijkorgaan tussen 0,5 en 10 seconden ligt, met het kenmerk, dat de druk tussen het voorwerp en het strijkorgaan ongeveer 30 kPa bedraagt en dat het 15 aldus voorbehandelde oppervlak direct aansluitend wordt gelakt door een snel drogende lak, zoals een lak op cellulose basis, op te spuiten.

2. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens conclusie 1, waarbij twee aangrenzende zijden van een rand van het voorwerp behandeld dienen te worden, voorzien van een gestel met een aandrijf-inrichting voor het transporteren van het voorwerp, een tegenover de aandrijfinrichting gelegen verwarmd 20 strijkorgaan met een glad naar het voorwerp toegekeerd oppervlak, welk strijkorgaan is voorzien van een aandrukinrichting om ten minste een deel van het oppervlak van het strijkorgaan tegen het voorwerp aan te drukken, met het kenmerk, dat het strijkorgaan in hoofdzaak L-vormig is en dat de aandrijfinrichting is voorzien van enigszins schuin ten opzichte van de bewegingsrichting van het voorwerp staande rollen. Hierbij 3 bladen tekening