NL1024271C2 - Geloogde vloerplanken. - Google Patents

Description

2

Vanuit een aspect voorziet de uitvinding hiertoe in een werkwijze voor het vervaardigen van vloerplanken . met een antiek of rustiek uiterlijk aan hun tijdens gebruik in het zicht komende zijde, waarbij de zichtzijde 5 van planken van geschaafd, nieuw hout geloogd wordt door het op het oppervlak van de zicht zij de opbrengen van een loogvloeistof.

Het aanbrengen van de loogvloeistof vindt nu plaats door opbrengen, hetgeen eenvoudig op 10 gecontroleerde, beheerste wijze kan geschieden. Het opbrengen kan direct worden afgestemd op de kwaliteit en de structuur van de te behandelen planken. De droogtijden worden daarmee voorspelbaar. Bovendien wordt op efficiënte wijze gebruik gemaakt van de loogvloeistof, in het bij-15 zonder doordat de andere hoofdzijde van de plank niet onderworpen hoeft te worden aan een loogbehandeling.

De beheersing van het proces wordt verder bevorderd indien het opbrengen plaatsvindt met behulp van bedienbare opbrengmiddelen.

20 Het proces wordt verder bevorderd en versneld indien de opgebrachte loogvloeistof aangedrukt wordt op het oppervlak van de zichtzijde.

In een doelmatige uitvoering vindt het aandrukken plaats met behulp van de opbrengmiddelen. De 25 loogvloeistof wordt hierbij optimaal benut.

In een eenvoudige uitvoering wordt de loogvloeistof opgebracht met behulp van opbrengrollen waarlangs de planken gevoerd worden. Het opbrengen vindt daarbij plaats onder transport van de planken.

30 De opbrengrollen kunnen daarbij deels in een loogvloeistofbad reiken, waarbij de zichtzijde van de planken ondersteund wordt op de opbrengrollen. De opbrengrollen worden daarbij tijdens de behandeling steeds vanzelf bevochtigd met loogvloeistof.

35 Voor het verkrijgen van de aandrukkracht kan de aan de zichtzijde tegengestelde zijde van de planken worden aangegrepen door drukrollen, bij voorkeur aan- 1024271

• I

3 gedreven drukrollen. De aandrukkracht wordt hierbij tevens benut voor transport.

Voor optimale afstemming op te behandelen planken heeft het de voorkeur dat de drukkracht kan worden 5 ingesteld.

In een eerste verdere ontwikkeling van de werkwijze volgens de uitvinding wordt de zichtzijde na het opbrengen van de loogvloeistof afgenomen met vocht, zoals door met water afsponsen, en daarna gedroogd. Door het 10 vocht wordt het loogproces op het hout gestopt. De planken zijn dan onderworpen aan een enkel-loog behandeling, en kunnen dan worden aangeduid als rood-geloogd.

In een tweede verdere ontwikkeling van de werkwijze volgens de uitvinding worden de planken ten-15 minste tweemaal achter elkaar aan de behandeling onderworpen. Hiermee kunnen zogenaamd dubbel geloogde of grijsgel-oogde planken worden verkregen.

Het proces van dubbel logen wordt bevorderd indien tussen de eerste en de tweede behandeling voor de 20 planken een rusttijd is ingelast.

Het proces van dubbel logen wordt verder bevorderd indien de planken in de rusttijd paarsgewijs met de geloogde zichtzijden tegen elkaar gehouden worden.

Het proces van dubbel logen kan worden beëindigd 25 wanneer na de laatste maal opbrengen van loogvloeistof de zichtzijde na het opbrengen van de loogvloeistof wordt afgenomen met vocht, zoals door met water afsponsen, en daarna gedroogd wordt.

Vanuit een verder aspect verschaft de uitvinding 30 een vloerplank verkregen met de werkwijze volgens de uitvinding, slechts aan de zichtzijde geloogd.

De gebruikte planken zijn bij voorkeur van hard loofhout, zoals eikenhout.

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand 35 van een in de bij gevoegde tekeningen weergegeven voor- beelduitvoering. Getoond wordt in: figuur 1 een schematische weergave van een 1024271 BNSDOCID: <NL 1024271C2 I > 4 opstelling voor uitvoering van een eerste gunstige uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding; figuur 2 een doorsnede volgens pijl II in figuur 1; en 5 figuur 3 een schematische weergave van een opstelling voor uitvoering van een tweede gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding.

In figuur 1 wordt de plank 1 van geschaafd nieuw hout met de toekomstige zichtzijde 2 naar onderen gekeerd 10 en de tegengestelde zijde 3 naar boven gekeerd in de richting A doorgevoerd door station I, alwaar het opbrengen van loogvloeistof op de zichtzijde 2 van de plank 1 plaatsvindt.

Het loogstation I, in doorsnede weergegeven in 15 figuur 2, omvat een bak 4 waarin een loogvloeistof 5 aanwezig is. In de loogvloeistof 5 reikt een -eventueel aangedreven- opbrengrol 6, die in het oppervlak voorzien is van omtrekgroeven 8, die tussen zich cilindervormige omtreksvlakken 9 overlaten. Boven de opbrengrol 6 is een 20 door elektromotor 14 aangedreven transport- en aandrukrol 7 geplaatst, die in hoogte verstelbaar is in de richting G, om de aandrukkracht uitgeoefend op de plank 1 in te stellen.

Door aandrijving van de transportrol 7 wordt de 25 plank 1 in langsrichting door de tussenruimte tussen rollen 6 en 7 heengetrokken, waarbij de onderzijde, de zichtzijde 2, in aangedrukt contact komt met de oppervlakken 9 van de opbrengrol 6. Op die oppervlakken 9 en in de groeven 8 bevindt zich loogvloeistof, dat meegenomen wordt 30 wanneer de rol 5 door de loogvloeistof 5 draait. De zichtzijde 2, die zich onderaan bevindt, wordt onder aandrukkracht over het gehele oppervlak voorzien van een laagje 20 loogvloeistof.

Nadat de gehele plank 1 in de richting A doorge-35 voerd is, tussen de beide rollen 6, 7, wordt de plank 1 om zijn langshartlijn gedraaid in de richting D, zodat de zichtzijde 2 boven komt te liggen. In die oriëntatie wordt 1 024271 5 de plank 1 in station II ondersteund op een (aangedreven) rollenbaan 10, daaroverheen getransporteerd in de richting B. Onderwijl wordt met behulp van een met water bevochtigde spons 11, die heen en weer wordt gehaald in de richtin-5 gen E, het geloogde oppervlak 20 van de zichtzijde 2 gesponst, waardoor het loogproces aldaar gestopt wordt. Daarna wordt in station III de plank 1 met de zichtzijde 2 boven op een ondergrond 12 geplaatst. Hier vindt droging plaats, bijvoorbeeld voor 24 uur. Daarna worden de ge-10 droogde planken die enkel- ofwel rood geloogd zijn, in de richting C afgevoerd naar een opslag.

In figuur 3 is het proces voor dubbel- of grijs logen van de planken l weergegeven. De planken doorlopen hierbij eerst het station I, en worden daarna in een 15 station IV, ondersteund op een ondergrond 12, gestapeld, waarbij de planken 1 twee aan twee met de zichtzijden 2, alwaar de looglaag 20 aanwezig is, tegen elkaar worden geplaatst. Wanneer de stapel 13 voldoende hoog is of de gewenste droogtijd is verstreken (bijvoorbeeld een kwar-20 tier) wordt de stapel 13 in de richting F omgekeerd, zodat de eerst geplaatste planken nu boven komen te liggen. Van bovenaf de stapel neemt men de planken 1 dan af en voert ze weer door station I. Met deze volgorde van stappen wordt bereikt dat de planken 1 een ongeveer gelijke droog-25 tijd in station IV zullen hebben.

Na het opnieuw doorlopen van station I doorlopen de planken 1 de stations II en III, om daarna ook afgevoerd te worden in de richting C naar een opslag.

De planken 1 zijn enkel aan de zichtzijde 2 30 voorzien van een looglaag 20. De looglaag kan minder dan 1 mm dik zijn.

1024271 BNSDOCID:<NL 1024271C2 ! >

Claims (20)

6

1. Werkwij ze voor het vervaardigen van vloerplanken met een antiek of rustiek uiterlijk aan hun tijdens gebruik in het zicht komende zijde, waarbij de zichtzijde van planken van geschaafd, nieuw hout geloogd 5 wordt door het op het oppervlak van de zicht zij de opbrengen van een loogvloeistof.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het opbrengen plaatsvindt met behulp van bedienbare opbrengmiddelen.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de opgebrachte loogvloeistof aangedrukt wordt op het oppervlak van de zichtzij de.

4. Werkwijze volgens conclusies 2 en 3, waarbij het aandrukken plaatsvindt met behulp van de opbrengmid- 15 delen.

5. Werkwijze volgens conclusie 2, 3 of 4, waarbij de loogvloeistof wordt opgebracht met behulp van opbrengrollen waarlangs de planken gevoerd worden.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij de 20 opbrengrollen deels in een loogvloeistofbad reiken en de zichtzijde van de planken ondersteund wordt op de opbrengro11en.

7. Werkwijze volgens conclusies 4 en 6, waarbij de aan de zichtzijde tegengestelde zijde van de planken 25 wordt aangegrepen door drukrollen, bij voorkeur aangedreven drukrollen.

8. Werkwij ze volgens conclusie 3, waarbij de drukkracht wordt ingesteld.

9. Werkwijze volgens een der voorgaande 30 conclusies, waarbij de zichtzijde na het opbrengen van de loogvloeistof wordt afgenomen met vocht, zoals door met 1024271 i i 7 water afsponsen, en daarna gedroogd wordt.

10. Werkwijze volgens een der conclusies 1-8, waarbij de planken tenminste tweemaal achter elkaar aan de behandeling worden onderworpen.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij tussen de eerste en de tweede behandeling voor de planken een rusttijd is ingelast.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij de planken in de rusttijd paarsgewijs met de geloogde 10 zichtzijden tegen elkaar gehouden worden.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij na de laatste maal opbrengen van loogvloeistof de zicht zij de na het opbrengen van de loogvloeistof wordt afgenomen met vocht, zoals door met water afsponsen, en 15 daarna gedroogd wordt.

14. Vloerplank verkregen met de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, slechts aan de zichtzijde geloogd.

15. Vloerplank volgens conclusie 14, waarbij de 20 planken van hard loofhout zijn, zoals eikenhout.

16. Vloerplank volgens conclusie 14 of 15, waarbij de zichtzijde van de planken enkel geloogd is.

17. Vloerplank volgens conclusie 14 of 15, waarbij de zichtzijde van de planken dubbel geloogd is.

18. Werkwijze omvattend een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij-gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende stappen.

19. Vloerplank voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij- 30 gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

20. Inrichting voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij-gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- AF/AT 1024271 BNSDOCID: <NL 1024271C2 I >