NL192183C - Inrichting voor het in de bodem, in het bijzonder grasland, brengen van vloeibare mest. - Google Patents
Inrichting voor het in de bodem, in het bijzonder grasland, brengen van vloeibare mest. Download PDFInfo
- Publication number
- NL192183C NL192183C NL9001580A NL9001580A NL192183C NL 192183 C NL192183 C NL 192183C NL 9001580 A NL9001580 A NL 9001580A NL 9001580 A NL9001580 A NL 9001580A NL 192183 C NL192183 C NL 192183C
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- disc
- nozzle
- manure
- soil
- frame
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01C—PLANTING; SOWING; FERTILISING
- A01C23/00—Distributing devices specially adapted for liquid manure or other fertilising liquid, including ammonia, e.g. transport tanks or sprinkling wagons
- A01C23/02—Special arrangements for delivering the liquid directly into the soil
- A01C23/021—Sludge injectors, i.e. liquid manure injectors
- A01C23/022—Continuous injection tools
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01C—PLANTING; SOWING; FERTILISING
- A01C5/00—Making or covering furrows or holes for sowing, planting or manuring
- A01C5/06—Machines for making or covering drills or furrows for sowing or planting
- A01C5/062—Devices for making drills or furrows
- A01C5/064—Devices for making drills or furrows with rotating tools
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Soil Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Water Supply & Treatment (AREA)
- Fertilizing (AREA)
Description
1 192183
Inrichting voor het in de bodem, in het bijzonder grasland, brengen van vloeibare mest
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het in de bodem, in het bijzonder grasland, brengen van vloeibare mest, omvattende een gestel en een aantal op het gestel gemonteerde mestinbrengeenheden 5 voor het in de bodem brengen van de mest, elk voorzien van een schijf, met een althans in hoofdzaak cirkelronde buitenomtrek, die vrij draaibaar is om een zich loodrecht op de voortbewegingsrichting van de inrichting uitstrekkende as voor het maken van een sleuf in de bodem, welke schijf zijvlakken heeft die zich vanaf het centrale middendeel van de schijf over een bepaalde afstand in de richting van de buitenomtrek van de schijf tot een overgangsgebied evenwijdig aan elkaar uitstrekken, waarbij deze zijvlakken vanaf het 10 overgangsgebied tot de buitenomtrek van de schijf naar elkaar toelopen en aan de buitenomtrek een scherpe snijrand vormen, voorts voorzien van een mondstuk voor het in de sleuf brengen van vloeibare mest, welk mondstuk in de voortbewegingsrichting gerekend direct achter de genoemde schijf is opgestekf op een zodanige hoogte dat tijdens bedrijf de onderzijde van het mondstuk op een geringe afstand boven het bodemoppervlak ligt.
15 Een dergelijke, uit het Amerikaanse octrooischrift 2.912.944 bekende inrichting heeft een orgaan voor het maken van een sleuf, bestaande uit een ronde schijf, waarvan de zijvlakken vanaf een plaats nabij het centrale middendeel van de schijf tot de snijrand schuin naar elkaar toelopen.
Deze bekende inrichting heeft als nadeel dat een V-vormige sleuf in de bodem wordt gemaakt met schuin naar buiten verlopende zijwanden. Daardoor heeft de sleuf een relatief gering dwarsdoorsnede-20 oppervlak ten opzichte van de open bovenzijde van de sleuf. Naast deze minder optimale vorm van de sleuf is bovendien de breedte van de open bovenzijde van de sleuf sterk afhankelijk van de werkdiepte, zodat de grootte van de emissie van vluchtige bestanddelen in de mest niet voorspelbaar is.
De uitvinding beoogt een inrichting voor het in de bodem brengen van vloeibare mest, waarbij bovengenoemde nadelen worden vermeden en die een optimale gevormde sleuf voor het inbrengen van de mest tot 25 gevolg heeft.
Hiertoe heeft volgens de uitvinding de schijf een dikte tussen 20 en 40 mm en ligt gezien in horizontale richting, het overgangsgebied van de zijvlakken van de schijf op meer dan de genoemde geringe afstand onder de onderzijde van het mondstuk.
Door middel van een dergelijke ronde schijf wordt een sleuf gemaakt met over een deel van de diepte 30 evenwijdige zijwanden, welke zodanig gevormde sleuf in de praktijk een zeer goede vore voor het inbrengen van vloeibare mest blijkt te zijn.
De uitvinding wordt nader toegelicht in het hiernavolgende uitvoeringsvoorbeeld aan de hand van de tekening, waarin: 35 figuur 1 een zijaanzicht is van een bepaalde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, gekoppeld aan een verrijdbaar mestreservoir; figuur 2 een bovenaanzicht is van de inrichting van figuur 1; figuur 3 een zijaanzicht is van een bij de inrichting volgens de uitvinding toegepaste mestinbrengeenheid; figuur 4 een achteraanzicht is van de inrichting van figuur 3, gezien in de richting van de pijl IV; 40 figuur 5a een radiale doorsnede is van het omtreksgebied van de in de mestinbrengeenheid toegepaste schijf; figuur 5b een doorsnede is zoals die van figuur 5a van een andere mogelijke uitvoeringsvorm van een in de mestinbrengeenheid toegepaste schijf.
45 In figuren 1 en 2 is een verrijdbaar mestreservoir 1 en een hieraan gekoppelde mestinbrenginrichting 2 voor het in de bodem, in het bijzonder grasland, brengen van vloeibare mest weergegeven. De inrichting 2 omvat een gestel 3 waarop een aantal mestinbrengeenheden 4 is gemonteerd. In figuur 1 is voor de duidelijkheid slechts één van deze mestinbrengeenheden 4 weergegeven. De inrichting 2 omvat verder een mestverdeler 5, die via op de bovenzijde ervan aangesloten flexibele leidingen 6 is verbonden met de mestinbreng-50 eenheden 4. In figuur 1 is slechts één van deze leidingen 6 getekend, terwijl in figuur 2 voor het overzicht deze flexibele leidingen 6 zijn weggelaten. Op de mestverdeler 5 is verder een mesttoevoerieiding 7 aangesloten, die andeizijds in verbinding staat met het mestreservoir 1. In de mesttoevoerieiding 7 is een afsluiter 8 opgenomen. Het gestel 3 bestaat uit een aantal aan elkaar bevestigde kokerbalken, waarvan de kokerbalk 9 de hoofddraagbalk van het gestel is. In de uitvoeringsvorm van figuren 1 en 2 is het gestel 3 55 door middel van bevestigingsorganen 10 en 11 bevestigd aan een driepuntsophanging, die langs een aan de achterzijde van het verrijdbare mestreservoir 1 gemonteerde hefmast 12 op en neer beweegbaar is.
In figuren 3 en 4 is een bij de inrichting toegepaste mestinbrengeenheid 4 meer in detail weergegeven.
192183 2
Elke mestinbrengeenheid 4 omvat een ronde schijf 13 voor het in de bodem snijden van een sleuf, die gelagerd is in een aan de hoofddraagbalk 9 van het gestel 3 bevestigde drager 14. De schijf 13 ligt in een zich evenwijdig aan de voortbewegingsrichting van de inrichting uitstrekkend verticaal vlak. De schijf 13 heeft een betrekkelijk grote dikte, die bij voorkeur tussen 20 en 40 mm ligt. Bij een dikte van meer dan 40 5 mm, zal tijdens bedrijf de bodem te veel worden vervormd en zal de kans op beschadiging van de graszode toenemen. Bij een dikte van minder dan 20 mm zal de in de bodem gesneden sleuf in het algemeen te smal worden om de gewenste hoeveelheid mest in de bodem te brengen. Zeer doelmatig bedraagt de dikte van de schijf ca. 30 mm, bij welke dikte optimale resultaten worden verkregen. De zijvlakken 15 en 16 van de schijf zijn bij voorkeur evenwijdig aan elkaar en lopen in het omtreksgebied 17 van de schijf naar elkaar toe 10 om een scherpe snijrand 18 te vormen.
Elke mestinbrengeenheid 4 omvat verder een mondstuk 19 voor het in een door de schijf 13 in de bodem gevormde sleuf brengen van vloeibare mest. Het mondstuk 19 is in de voortbewegingsrichting gerekend direct achter de schijf 13 opgesteld op een zodanige hoogte dat tijdens bedrijf de onderzijde 20 van het mondstuk 19 op een geringe afstand boven het bodemoppervlak ligt. Het mondstuk heeft bij 15 voorkeur de vorm van een aan het uiteinde afgeplatte buis. De breedte van de uitstroomopening van het mondstuk 19 is ten hoogste gelijk aan de breedte van de door de schijf 13 in de bodem gevormde sleuf, die in principe gelijk is aan de dikte van de schijf 13. Bovenop het mondstuk 19 is een op afstand te bedienen afsluiter 21 gemonteerd, die aan het bovenuiteinde 22 kan worden aangesloten op een van de mestverdeler 5 komende leiding 6.
20 De werkdiepte van de mestinbrengeenheden 4, dat wil zeggen de diepte van de door de schijven 13 in de bodem gevormde sleuven, ligt in de praktijk tussen 5 en 10 cm. Deze werkdiepte kan worden ingesteld met behulp van twee, elke aan een zijkant van het gestel 3 aangebrachte steunwielen 24, die in hoogte ten opzichte van het gestel 3 verstelbaar zijn. Deze steunwielen lopen tijdens het bedrijf van de inrichting over het bodemoppervlak. De onderzijde 20 van het mondstuk 19 ligt op een afstand, die iets groter is dan de 25 werkdiepte van de mestinbrengeenheid boven het laagste punt 25 van de schijf 13. Daardoor zal tijdens bedrijf de onderzijde 20 van het mondstuk 19 op een geringe afstand boven het bodemoppervlak liggen.
De hoeveelheid mest, die door een mondstuk 19 in een sleuf wordt gebracht is instelbaar en in het algemeen zodanig dat de sleuf tot iets onder de rand met mest wordt gevuld.
Elke mestinbrengeenheid 4 omvat verder nog een sleufsluiteenheid 26 voor het aan de bovenzijde 30 afsluiten van de met mest gevulde sleuf. Deze sleufsluiteenheid 26, die uitgebreider is beschreven in de niet-voorgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage No. 8902175, omvat twee schijven 27 en 28 met een speciale vorm die worden gedragen door een in een verticaal vlak schamierbaar met de drager 14 verbonden raamwerk 29. De schijven 27 en 28 zijn, zoals in figuur 2 is te zien, schuin opgesteld en aan de omtrek voorzien van een afronding of afschuining. De schijven 27 en 28 zorgen ervoor dat de naast een 35 met mest gevulde sleuf gelegen gedeelten van de graszode, enigszins naar beneden en gelijkmatig in zijwaartse richting naar elkaar toe worden gedrukt, zonder dat de graszode wordt beschadigd. De randen van de sleuf sluiten daardoor zeer goed op elkaar aan en de sleuf wordt goed afgesloten.
De schijven 13 zijn uitgevoerd zoals aangegeven in figuur 5a, waarin het omtreksgebied van een schijf 13 in radiale doorsnede is weergegeven. De schijf bestaat uit één stuk en heeft een mesvormige omtreks-40 rand 17,18.
Het is echter ook mogelijk, zoals in figuur 5b is aangegeven, de schijf 13 samen te stellen uit drie tegen elkaar aanliggende en met elkaar verbonden deelschijven 30, 31 en 32. Daarbij heeft de middelste deelschijf 30 een betrekkelijk geringe dikte en een mesvormige omtreksrand 33. De beide buitenste deelschijven 31 en 32 hebben een betrekkelijk grote dikte en een enigszins kleinere diameter dan de 45 middelste deelschijf 30. Aan de omtreksrand lopen de beide buitenste deelschijven 31 en 32 schuin naar de middelste deelschijf 30 toe.
Bij het in de bodem snijden van een sleuf drukt een schijf 13 direct naast de sleuf gelegen gedeelten van de graszode enigszins naar beneden. Daardoor is de kans op beschadiging en losgaan van de graszode gering. Dit komt in het bijzonder tot uiting wanneer sleuven worden gevormd in een stuk grasland waarin 50 reeds eerder sleuven zijn gevormd (en met mest gevuld), waarbij de nieuwe sleuven onder een hoek staan ten opzichte van eerder in de bodem gevormde sleuven. Een dergelijke situatie kan zich voordoen wanneer een stuk grasland, dat bemest moet worden, geen rechthoekige vorm heeft en/of wanneer de kopse zijden van een verder reeds van mest voorzien stuk grasland moeten worden bemest.
Bij de weergegeven uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding zijn twaalf mestinbreng-55 eenheden 4 naast elkaar op het gestel 3 aangebracht. De mestinbrengeenheden zijn daarbij star met het gestel 3 verbonden. Bij bredere uitvoeringsvormen, waarbij een groter aantal mestinbrengeenheden 4 naast elkaar is aangebracht, kan het doelmatig zijn elke mestinbrengeenheid 4 of twee naast elkaar aangebrachte
Claims (1)
- 3 192183 mestinbrengeenheden ten opzichte van het gestel 3 in hoogte beweegbaar te maken en bijvoorbeeld door veerkracht naar beneden te drukken. Daardoor kan de inrichting zich aanpassen aan eventuele oneffenheden in het bodemoppervlak, zodat de door de schijven 13 gevormde sleuven over de gehele werkbreedte nagenoeg even diep zijn. 5 Inrichting voor het in de bodem, in het bijzonder grasland, brengen van vloeibare mest, omvattende een 10 gestel en een aantal op het gestel gemonteerde mestinbrengeenheden voor het in de bodem brengen van de mest, elk voorzien van een schijf, met een althans in hoofdzaak cirkelronde buitenomtrek, die vrij draaibaar is om een zich loodrecht op de voortbewegingsrichting van de inrichting uitstrekkende as, voor het maken van een sleuf in de bodem, welke schijf zijvlakken heeft die zich vanaf het centrale middendeel van de schijf over een bepaalde afstand in de richting van de buitenomtrek van de schijf tot een overgangsge-15 bied evenwijdig aan elkaar uitstrekken, waarbij deze zijvlakken vanaf het overgangsgebied tot de buitenomtrek van de schijf naar elkaar toelopen en aan de buitenomtrek een scherpe snij rand vormen, voorts voorzien van een mondstuk voor het in de sleuf brengen van de vloeibare mest, welk mondstuk in de voortbewegingsrichting gerekend direct achter de genoemde schijf is opgesteld op een zodanige hoogte dat tijdens bedrijf de onderzijde van het mondstuk op een geringe afstand boven het bodemoppervlak ligt, met 20 het kenmerk, dat de schijf (13) een dikte heeft tussen 20 en 40 mm en, gezien in horizontale richting, het overgangsgebied van de zijvlakken (15, 16) van de schijf (13) ligt op meer dan de genoemde geringe afstand onder de onderzijde (20) van het mondstuk (19). Hierbij 3 bladen tekening
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9001580A NL192183C (nl) | 1990-07-11 | 1990-07-11 | Inrichting voor het in de bodem, in het bijzonder grasland, brengen van vloeibare mest. |
BE9100625A BE1004819A3 (nl) | 1990-07-11 | 1991-07-02 | Inrichting voor het in de bodem, in het bijzonder grasland, brengen van vloeibare mest. |
DE19914122638 DE4122638A1 (de) | 1990-07-11 | 1991-07-09 | Vorrichtung zum einbringen von fluessigduenger in boeden |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9001580A NL192183C (nl) | 1990-07-11 | 1990-07-11 | Inrichting voor het in de bodem, in het bijzonder grasland, brengen van vloeibare mest. |
NL9001580 | 1990-07-11 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9001580A NL9001580A (nl) | 1992-02-03 |
NL192183B NL192183B (nl) | 1996-11-01 |
NL192183C true NL192183C (nl) | 1997-03-04 |
Family
ID=19857401
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9001580A NL192183C (nl) | 1990-07-11 | 1990-07-11 | Inrichting voor het in de bodem, in het bijzonder grasland, brengen van vloeibare mest. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1004819A3 (nl) |
DE (1) | DE4122638A1 (nl) |
NL (1) | NL192183C (nl) |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL9201543A (nl) * | 1992-09-03 | 1993-07-01 | Vredo Dodewaard Bv | Inrichting voor het bemesten van grasland. |
NL2000121C2 (nl) | 2006-07-03 | 2008-01-07 | Veenhuis Machines | Inrichting en werkwijze voor het bemesten van grond. |
DE102008029906B4 (de) * | 2008-06-24 | 2011-03-10 | Demircan, Erol | Schaukelvorrichtung |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE290919C (nl) * | 1915-04-21 | 1916-03-24 | ||
US2912944A (en) * | 1955-06-06 | 1959-11-17 | Phillips Petroleum Co | Liquid fertilizer applicator vehicle |
EP0288173B1 (en) * | 1987-04-03 | 1993-12-01 | Massey University | Ground channeling apparatus |
NL8702901A (nl) * | 1987-12-02 | 1989-07-03 | Vredo Dodewaard Bv | Gierinjecteur. |
DE9000053U1 (de) * | 1990-01-04 | 1990-03-15 | De Dissel Beheer B.V., Aalten | Injektionsvorrichtung zur kontinuierlichen Einbringung von Flüssigdünger od.dgl. in den Boden |
-
1990
- 1990-07-11 NL NL9001580A patent/NL192183C/nl not_active IP Right Cessation
-
1991
- 1991-07-02 BE BE9100625A patent/BE1004819A3/nl not_active IP Right Cessation
- 1991-07-09 DE DE19914122638 patent/DE4122638A1/de not_active Withdrawn
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE4122638A1 (de) | 1992-02-13 |
BE1004819A3 (nl) | 1993-02-02 |
NL9001580A (nl) | 1992-02-03 |
NL192183B (nl) | 1996-11-01 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4542705A (en) | Apparatus for renewing green areas and lawns | |
US4497446A (en) | Spreader | |
NL192183C (nl) | Inrichting voor het in de bodem, in het bijzonder grasland, brengen van vloeibare mest. | |
US6332412B1 (en) | Paired row furrow opener | |
RU2335878C2 (ru) | Система для вскрытия и закрытия посевной борозды и сельскохозяйственная машина | |
US5862763A (en) | Apparatus for high speed application of liquid or dry fertilizer | |
GB1595250A (en) | Planter for potatoes or the like | |
NL9002508A (nl) | Inrichting voor het maken van sleuven in landbouwbodem. | |
NL8403183A (nl) | Werkwijze voor het strooien van meststoffen. | |
KR20200052494A (ko) | 잔디 씨앗 파종기 | |
US11490557B2 (en) | Sowing coulter with adjustable blades | |
NL2025722B1 (nl) | Inrichting voor het verwijderen van stengel en loof van in het veld staande landbouwgewassen | |
NL9101552A (nl) | Inrichting voor het maken van zaaivoren in een gazon. | |
NL8105285A (nl) | Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal. | |
NL2017740B1 (nl) | Werkwijze en werktuig voor het in de bodem brengen van mest | |
NL193966C (nl) | Inrichting voor het egaliseren van een grasmat, zoals in het bijzonder van een sportveld. | |
US1491624A (en) | Fertilizer distributor | |
FR2704714A1 (fr) | Ecran d'épandage en limite et épandeur centrifuge ainsi équipé. | |
NL8203243A (nl) | Rijenzaaimachine. | |
NL2030044B1 (nl) | Inrichting voor het aanbrengen van een markering in een vulmedium tijdens het vullen van champignoncellen en / of overtrekken van het vulmedium naar een verdere champignoncel. | |
NL1025363C2 (nl) | Inrichting voor het planten van groeitape. | |
US4391359A (en) | Sample splitter | |
NL1007092C2 (nl) | Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal. | |
CA2302971C (en) | Paired row furrow opener | |
SU793445A1 (ru) | Рабочий орган дл внутрипочвен-НОгО РАзбРОСНОгО пОСЕВА СЕМ Ни удОбРЕНий |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V4 | Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Effective date: 20100711 |