NL9002508A - Inrichting voor het maken van sleuven in landbouwbodem. - Google Patents

Inrichting voor het maken van sleuven in landbouwbodem. Download PDF

Info

Publication number
NL9002508A
NL9002508A NL9002508A NL9002508A NL9002508A NL 9002508 A NL9002508 A NL 9002508A NL 9002508 A NL9002508 A NL 9002508A NL 9002508 A NL9002508 A NL 9002508A NL 9002508 A NL9002508 A NL 9002508A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
trench
manure
agricultural device
frame
agricultural
Prior art date
Application number
NL9002508A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Jansen Albertus
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19857991&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL9002508(A) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Jansen Albertus filed Critical Jansen Albertus
Priority to NL9002508A priority Critical patent/NL9002508A/nl
Priority to EP91202976A priority patent/EP0486115B1/en
Priority to AT91202976T priority patent/ATE108054T1/de
Priority to DE9114259U priority patent/DE9114259U1/de
Priority to DE69102756T priority patent/DE69102756T2/de
Publication of NL9002508A publication Critical patent/NL9002508A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C23/00Distributing devices specially adapted for liquid manure or other fertilising liquid, including ammonia, e.g. transport tanks or sprinkling wagons
    • A01C23/02Special arrangements for delivering the liquid directly into the soil
    • A01C23/021Sludge injectors, i.e. liquid manure injectors
    • A01C23/022Continuous injection tools
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C5/00Making or covering furrows or holes for sowing, planting or manuring
    • A01C5/06Machines for making or covering drills or furrows for sowing or planting
    • A01C5/062Devices for making drills or furrows
    • A01C5/064Devices for making drills or furrows with rotating tools

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)
  • Fertilizing (AREA)
  • Fertilizers (AREA)

Description

INRICHTING VOOR HET MAKEN VAN SLEUVEN IN LANDBOUWBODEM
De uitvinding heeft betrekking op een landbouwinrichting voor het maken van tenminste één sleuf in landbouwbodem, met een gestel en tenminste één sleufsnijorgaan.
Een dergelijke inrichting is onder meer bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 8900965. De hierin getoonde inrichting is bestemd voor het snijden van sleuven in bestaand grasland om daarin ofwel graszaad ofwel mest in te brengen. Het gestel kan daartoe gekoppeld worden aan een zaaimachine of een mesttankwagen, waarbij dan voorts leidingen aanwezig zijn voor het achter het snijorgaan in de sleuf brengen van het zaaigoed of de mest. In lengterichting gezien achter deze leidingen kunnen voorts aanhaak-inrichtingen voorzien zijn voor het weer dichtmaken van de sleuf. Op het gestel kunnen, in dwarsrichting gezien, een groot aantal snijorganen met bijbehorende leidingen en aanaardinrichtingen aan- f gebracht zijn om zo per werkslag op het grasland een brede strook te kunnen bewerken.
Landbouwinrichtingen als de hierboven beschreven bekende inrichting, waarmee sleuven worden gemaakt in in het bijzonder grasland voor opname van mest, worden ookwel mestinjectie-inrichtingen of zodenbemesters genoemd. Ze zijn voordelig omdat de mest niet eenvoudig op het maaiveld verspreid wordt, in welk geval de mest uit zichzelf in de bodem moet zakken, waar de mest als gevolg van het inbrengen in de sleuven direct in de wortelzone in de bodem wordt gebracht. De met het verblijf op het maaiveld samenhangende ammoniakemissie van de mest wordt hierdoor aanzienlijk verminderd.
Bij de bekende landbouwinrichting wordt het snijorgaan gevormd door een dun mes, waarvan de snijrand enigszins schuin staat ten opzichte van de beweging waarin het mes voortgetrokken wordt. Tijdens het snijden wordt over de volle diepte enkel de zode en de grond opzij gedrukt, met als gevolg dat de grond, die de zij-begrenzingen van de sleuf vormt, nogal dicht gepakt zal zijn, waardoor de mest, de weg van de minste weerstand zoekend, zal trachten door de bodem van de sleuf weg te vloeien. Het gevolg is dat de grond, die gelegen is tussen twee aangrenzende sleuven niet in voldoende mate gevoed zal worden met mest, waardoor het gras in ongelijke mate zal groeien. Een bijkomend nadeel is, dat door de minder volledige verspreiding van de mest en derhalve het minder nuttige verbruik daarvan het grondwater zwaarder belast zal worden.
De uitvinding heeft nu tot doel een snij-inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarmee een hoger rendement van het in de sleuf ingebrachte materiaal, in het bijzonder mest, bereikt kan worden. Hiertoe heeft de uitvinding het kenmerk, dat middelen zijn voorzien voor het verdichten van het bo-demmateriaal dat het onderste gedeelte vormt van de sleufbegrenzingen, zodat dit in vergelijking met het bodemmateriaal, dat de ho-gergelegen delen van de sleufbegrenzing vormt, minder doorlatend is. Bij gebruik van de inrichting of de uitvinding zal bijvoorbeeld de mest niet naar beneden vloeien en niet rechtstreeks naar het grondwater zakken. Uitvloeiing van de mest zal voornamelijk geschieden door de zijbegrenzingen van de sleuf. Als gevolg hiervan zal de wortelzone van het gewas, in het bijzonder gras, op effectieve wijze de mest op kunnen nemen, waardoor de groei over het bouwland in hoge mate gelijkmatig verdeeld zal kunnen zijn. Het bijkomend voordeel is, dat door het in feite zijwaarts dwingen van de ingebrachte mest de afstand tussen twee aangrenzende sleuven groter genomen kan worden dan tot op heden mogelijk was.
De middelen voor het verdichten worden bij voorkeur gevormd door het betreffende sleufsnijorgaan, dat meer bij voorkeur gevormd is als een schijf, die op het gestel aangebracht is voor vrije rotatie om een in hoofdzaak horizontale hartlijn, die loodrecht op de te maken sleuf staat. Een dergelijke schijf heeft als voordeel dat bij het vooruit rollen van deze schijf de richting, waarin deze schijf de grond verplaatst, overgaat van min of meer naar voren toe (in het bovenste gedeelte van de sleuf) naar in hoofdzaak naar beneden toe (in het onderste gedeelte van de sleuf), waar aldus een perskracht op de gevangen grond uitgeoefend zal worden, die daardoor samengeperst wordt.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de landbouwinrichting volgens de uitvinding omvat de buitenrand van de schijf in omtreksrichting op elkaar aansluitende hellende oppervlakken, die schuin staan ten opzichte van de richting van de hartlijn van de schijf en bij voorkeur onder een hoek van ongeveer 110 - 160° staan ten opzichte van de verticaal (in gebruikstoestand). Bij voorkeur worden deze hellende oppervlakken gevormd door de mantels van twee afgeknotte kegels, die met hun grootste basisvlak naar elkaar gekeerd zijn. Hiermee wordt een sleuf verkregen, waarvan het onderste gedeelte als het ware een door de verdichte begrenzingen gevormde, zich in de richting van de sleuf uitstrekkende kom vormt. De ingebrachte mest zal boven de kom relatief gemakkelijk naar opzij kunnen uitvloeien, terwijl de mest die aanwezig is in de kom daarvoor een veel langere tijd nodig heeft en aldus bijdraagt in het opzij laten stromen van de daarboven in de sleuf gelegen mest.
Volgens een verdere voorkeursuitvoering omvat het gestel verstelmiddelen voor het verstellen van de hoogte van het snijorgaan ten opzichte van althans een deel van het gestel. Op deze wijze kan invloed worden uitgeoefend op de diepte van de te maken sleuf, maar ook, in het geval het gestel gekoppeld is aan bijvoorbeeld een mesttankwagen, de kracht waarmee het snijorgaan op de grond drukt, en derhalve de mate van verdichting van het onderste gedeelte van de begrenzing van de sleuf.
Volgens een verdere voorkeursuitvoering van de landbouwinrichting volgens de uitvinding is het sleufsnijorgaan aangebracht op het gestel voor vrije verdraaiing ten opzichte daarvan om een in hoofdzaak verticale hartlijn, zodat de snijorganen spoorvolgend zijn en bij het maken van bochten in de grond nauwelijks opzij wrikken.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een sleuf-snijorgaan zoals boven omschreven met betrekking op een bemestings-inrichting, omvattende een landbouwinrichting volgens de uitvinding met in werkrichting gezien, achter elk middel voor verdichting aangebrachte mesttoevoerorganen.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de onderstaande louter bij wijze van voorbeeld verschafte beschrijving in samenhang met de bijgevoegde tekeningen, waarin:
Fig. 1 de landbouwinrichting volgens de uitvinding weergeeft met een schijfvormig snijorgaan; fig. 2 een aanzicht is op een deel van het snijorgaan van fig. 1; en fig. 3 het dwarsprofiel geeft van een met het snijorgaan van de figuren 1 en 2 gesneden sleuf.
De in fig. 1 weergegeven landbouwinrichting 1 is geschikt om met bevestigingsplaat 6 en pen 7 vastgemaakt te worden aan een niet weergegeven, door een trekker voortbewogen mesttankwa-gen. De zich dwars op de werkrichting uitstrekkende balk 3 is indirect vast verbonden met de bevestigingsplaat 6. Aan de achterzijde van de balk 3 zijn verticale scharnierverbindingen 5 voorzien, waaraan hoekvormig gesteldeel 18 van het gestel 2 bevestigd is, zodat het gestel 2 ten opzichte van de balk 3 vrij draaibaar is in het horizontale vlak. Het gesteldeel 18 is met het opstaande gesteldeel 26 verbonden via een verbindingsparallellogram 4 en door middel van hef cilinder 19 met het vast met het gesteldeel 19 verbonden gesteldeel 20. De hefcilinder 19 is bedienbaar via een persluchtleiding 31, die verbonden is met geschikte bedieningsmiddelen op de trekker. Vanzelfsprekend kan de hefcilinder alternatief bediend worden op hydraulische wijze. Door bediening van de hefcilinder 19 kan de hoogte van het gesteldeel 26 ten opzichte van de balk 3 ingesteld worden.
Aan de onderzijde van het gesteldeel 26 is op vaste wijze een omgekeerde U-vormig gesteldeel 27 bevestigd. Uit de onderzijde van een poot van het U-vormige gesteldeel 27 steekt een staaf 29 uit, waaraan een glijschoen 30 verbonden is. De stand van de schoen 30 ten opzichte van het gesteldeel 27 wordt verzekerd door klemschroef 33. Door het eenvoudig losdraaien van de klem-schroef 33 kan de schoen 30 omhoog of omlaag gebracht worden. Op het gesteldeel 26 is tevens een vorkconstructie 28 aangebracht, waarbij de benedenuiteinden van de vork 28 met elkaar verbonden zijn door middel van een dwarspen 32. De dwarspen 32 vormt de legering voor de snijschijf 8, die vrij kan draaien om de pen 32.
In werkrichting gezien achter de snijschijf 8 is een mondstuk 14 aangebracht, dat aansluit op met de mesttankwagen verbonden mestleiding 13. De doorstromingsopening van de mestlei-ding 13 kan geregeld worden met behulp van afsluiter 16, die met perslucht bediend wordt via leiding 17.
In werkrichting gezien nog verder naar achteren zijn tenslotte aanaardschijven 11 aangebracht, die met behulp van staaf 12 verbonden is met gesteldeel 26.
Op de balk 3 kunnen in dwarsrichting meerdere, bijvoorbeeld vijftien gestellen 2 aangebracht zijn, die elk voorzien zijn van hun eigen, afzonderlijk bedienbare hefcilinders 19 en afsluiters 16. Voor ieder gestel 2 kan aldus de kracht, waarmee de snijschijf 8 en de schoen 28 op de bodem drukken, ingesteld worden. Hierbij kan de sleufdiepte dan versteld worden met behulp van klem-schroeven 30.
In fig. 2 is te zien dat de snijschijf 8 gevormd wordt door twee afgeknotte kegels 9 en 10, die met hun grootste basisvlak tegen elkaar liggen. De hoek α die de beschrijvende lijnen van de oppervlakken van afgeknotte kegels 9 en 10 maken met het vlak waarin de grootste basisvlakken gelegen zijn, bedraagt hier ongeveer 150°, hetgeen binnen het voorkeursgebied ligt van ongeveer 110 - 160°. Bij gebruik van de inrichting volgens de uitvinding zal als resultaat in de grond 21 een sleuf 20 worden verkregen, zoals deze is weergegeven in fig. 3. Wanneer bij het sleufsnijden de snijschijf 8 eenmaal in de grond gedrongen is, en voortrolt in de werkrichting, wordt een sleuf gemaakt waarvan het gedeelte 23 van de omtrek 22 van de sleuf gevormd wordt door samengeperst verdicht-materiaal en het gedeelte 24 van de omtrek van de sleuf een relatief open structuur heeft behouden. Aldus zal de met behulp van mesleiding 13 en mondstuk 14 toegevoerde mest 25 in hoofdzaak opzij uitvloeien in de richting van de pijlen A.

Claims (10)

1. Landbouwinrichting voor het maken van tenminste één sleuf in landbouwbodem, met een gestel en tenminste één sleufsnij-orgaan, gekenmerkt door middelen (8) voor het verdichten van het bodemmateriaal dat het onderste gedeelte (23) vormt van de sleufbegrenzingen (22), zodat dit in vergelijking met het bodemmateriaal dat de hogergelegen delen (24) van de sleufbegrenzing vormt, minder doorlatend is.
2. Landbouwinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het verdichten gevormd worden door het betreffende sleufsnijorgaan (8).
3. Landbouwinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het sleufsnijorgaan gevormd is als een schijf (8), die op het gestel (2) aangebracht is voor vrije rotatie om een in hoofdzaak horizontale hartlijn, die loodrecht op de te maken sleuf staat.
4. Landbouwinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de buitenrand van de schijf (8) in omtreksrichting op elkaar aansluitende hellende oppervlakken (9, 10) omvat die schuin staan ten opzichte van de richting van de hartlijn van de schijf (8).
5. Landbouwinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de hellende oppervlakken (9, 10) gevormd worden door mantels van twee afgeknotte kegels, die met hun grootste basisvlak naar elkaar gekeerd zijn.
6. Landbouwinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de beschrijvende lijn van de mantel van tenminste één van de afgeknotte kegels een hoek (a ) maakt met de verticaal van ongeveer 110-160°.
7. Landbouwinrichting volgens één der conclusies 2-6, met het kenmerk, dat het sleuf snij orgaan (8) aangebracht is op het gestel (2) voor vrij draaien ten opzichte daarvan om een in hoofdzaak verticale hartlijn.
8. Landbouwinrichting volgens één der conclusies 2-7, gekenmerkt door verstelmiddelen (29, 33, 19, 31) voor het in stellen van de hoogte van het snijorgaan (8) ten opzichte van althans een deel van het gestel (2).
9.Sleufsnijorgaan zoals omschreven als onderdeel van de landbouwinrichting volgens één der conclusies 2-8.
10. Bemestingsinrichting omvattende een landbouwinrichting volgens één der conclusies 1-9 en, in werkrichting gezien, achter elk middel voor verdichting (8) aangebrachte mesttoevoeror-ganen (13, 14).
NL9002508A 1990-11-16 1990-11-16 Inrichting voor het maken van sleuven in landbouwbodem. NL9002508A (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9002508A NL9002508A (nl) 1990-11-16 1990-11-16 Inrichting voor het maken van sleuven in landbouwbodem.
EP91202976A EP0486115B1 (en) 1990-11-16 1991-11-15 Manure applicator device
AT91202976T ATE108054T1 (de) 1990-11-16 1991-11-15 Injektionsvorrichtung für flüssigdünger.
DE9114259U DE9114259U1 (nl) 1990-11-16 1991-11-15
DE69102756T DE69102756T2 (de) 1990-11-16 1991-11-15 Injektionsvorrichtung für Flüssigdünger.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9002508 1990-11-16
NL9002508A NL9002508A (nl) 1990-11-16 1990-11-16 Inrichting voor het maken van sleuven in landbouwbodem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9002508A true NL9002508A (nl) 1992-06-16

Family

ID=19857991

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9002508A NL9002508A (nl) 1990-11-16 1990-11-16 Inrichting voor het maken van sleuven in landbouwbodem.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP0486115B1 (nl)
AT (1) ATE108054T1 (nl)
DE (2) DE9114259U1 (nl)
NL (1) NL9002508A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN107517607A (zh) * 2017-09-15 2017-12-29 呼伦贝尔市沐雨农牧科技发展有限公司 一种天然草场改良分根松土机

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2689725A1 (fr) * 1992-04-10 1993-10-15 Pichon Sa Ets Enfouisseur de lisier.
NL9201543A (nl) * 1992-09-03 1993-07-01 Vredo Dodewaard Bv Inrichting voor het bemesten van grasland.
BE1006698A5 (fr) * 1992-11-27 1994-11-22 Joskin Ets Patin d'epandage du lisier ou autres engrais en prairie.
NL9300166A (nl) * 1993-01-27 1994-08-16 Beco B V Inrichting voor het injecteren van vloeibare mest in een bodem.
FR2756450B1 (fr) * 1996-12-04 1999-01-22 Mg International Dispositif de localisation dans le sol de matieres granuleuses telles que graines de cereales ou engrais
EP0898868A1 (de) * 1997-08-23 1999-03-03 Sebastian Zunhammer Vorrichtung zur Bodenbearbeitung
NL1028269C2 (nl) * 2005-02-14 2006-08-15 Schuitemaker Mach Bv Inrichting voor het bemesten van grasland.
DE102019122044A1 (de) 2019-08-16 2021-02-18 Technische Universität München Vorrichtung zur wirtschaftsdüngerausbringung

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE290919C (nl) * 1915-04-21 1916-03-24
US2912944A (en) * 1955-06-06 1959-11-17 Phillips Petroleum Co Liquid fertilizer applicator vehicle
GB2056238B (en) * 1979-07-21 1982-10-20 Amazonen Werke Dreyer H Seed drill
DE3439478A1 (de) * 1984-10-27 1986-05-07 Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 4507 Hasbergen Drillmaschine
NL8900965A (nl) * 1988-07-27 1990-02-16 Berend Jan Smit Inrichting voor het snijden van sleuven in de bodem.
DE9000053U1 (nl) * 1990-01-04 1990-03-15 De Dissel Beheer B.V., Aalten, Nl

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN107517607A (zh) * 2017-09-15 2017-12-29 呼伦贝尔市沐雨农牧科技发展有限公司 一种天然草场改良分根松土机

Also Published As

Publication number Publication date
ATE108054T1 (de) 1994-07-15
DE69102756T2 (de) 1995-01-05
DE9114259U1 (nl) 1992-02-27
EP0486115B1 (en) 1994-07-06
DE69102756D1 (de) 1994-08-11
EP0486115A1 (en) 1992-05-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2008281337B2 (en) Profiling method and apparatus
US20200178452A1 (en) Soil loosening and furrower assemblies and a bed renovator therefor
US6871709B2 (en) Strip-till primary tillage system
CA2144565C (en) A minimum tillage seeding device
US5531171A (en) Liquid product device
AU2005242182A1 (en) Method and apparatus of agricultural field seeding
NL9002508A (nl) Inrichting voor het maken van sleuven in landbouwbodem.
RU199263U1 (ru) Комбинированный посевной агрегат
RU2728599C1 (ru) Гребневая сеялка
RU2733283C1 (ru) Гребневая сеялка
US4216730A (en) Side hill bed shaper and planter
NL1015182C1 (nl) Mestinjecteurinrichting en werkwijze voor toepassing daarvan in gras- of bouwland.
US20020056407A1 (en) Disc opener
RU211465U1 (ru) Комбинированный посевной агрегат
RU211481U1 (ru) Комбинированный посевной агрегат
RU211467U1 (ru) Комбинированный посевной агрегат
CZ308529B6 (cs) Jednotka a způsob pro zpracování půdy technologií strip-till
RU211705U1 (ru) Комбинированный посевной агрегат
RU2728637C1 (ru) Гребневая сеялка
RU211461U1 (ru) Комбинированный посевной агрегат
RU211149U1 (ru) Комбинированный посевной агрегат
RU216966U1 (ru) Комбинированный посевной агрегат
RU211449U1 (ru) Комбинированный посевной агрегат
RU2728454C1 (ru) Гребневая сеялка
AU2013206608A1 (en) Profiling method and apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed
BV The patent application has lapsed