NL192031C - Systeem voor het opbouwen van een voertuigband. - Google Patents

Systeem voor het opbouwen van een voertuigband. Download PDF

Info

Publication number
NL192031C
NL192031C NL8202694A NL8202694A NL192031C NL 192031 C NL192031 C NL 192031C NL 8202694 A NL8202694 A NL 8202694A NL 8202694 A NL8202694 A NL 8202694A NL 192031 C NL192031 C NL 192031C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bead
heel
strip
tire building
building device
Prior art date
Application number
NL8202694A
Other languages
English (en)
Other versions
NL192031B (nl
NL8202694A (nl
Original Assignee
Mitsubishi Heavy Ind Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mitsubishi Heavy Ind Ltd filed Critical Mitsubishi Heavy Ind Ltd
Publication of NL8202694A publication Critical patent/NL8202694A/nl
Publication of NL192031B publication Critical patent/NL192031B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192031C publication Critical patent/NL192031C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D30/00Producing pneumatic or solid tyres or parts thereof
    • B29D30/06Pneumatic tyres or parts thereof (e.g. produced by casting, moulding, compression moulding, injection moulding, centrifugal casting)
    • B29D30/08Building tyres
    • B29D30/20Building tyres by the flat-tyre method, i.e. building on cylindrical drums
    • B29D30/32Fitting the bead-rings or bead-cores; Folding the textile layers around the rings or cores
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D30/00Producing pneumatic or solid tyres or parts thereof
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D30/00Producing pneumatic or solid tyres or parts thereof
    • B29D30/06Pneumatic tyres or parts thereof (e.g. produced by casting, moulding, compression moulding, injection moulding, centrifugal casting)
    • B29D30/08Building tyres
    • B29D30/20Building tyres by the flat-tyre method, i.e. building on cylindrical drums
    • B29D30/32Fitting the bead-rings or bead-cores; Folding the textile layers around the rings or cores
    • B29D2030/3207Positioning the beads
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S414/00Material or article handling
    • Y10S414/124Roll handlers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Tyre Moulding (AREA)

Description

Systeem voor het opbouwen van een voertuigband 1 192031
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het opbouwen van een voertuigband, voorzien van een strookopbouwinrichting voor het opbouwen van stroken, een op een van de strook-5 opbouwinrichting verwijderde plaats aangebrachte band-opbouwinrichting, en een beweegbaar tussen de strookopbouwinrichting en de band-opbouwinrichting aangebrachte strook-overbrengingsinrichting voor het naar een opbouwtrommel van de band-opbouwinrichting overbrengen van de door de strook-opbouwinrichting opgebouwde stroken, waarbij de strook-overbrengingsinrichting aan zijn naar de band-opbouwinrichting toegekeerde zijde hieltoevoermiddelen vertoont, en de hieltoevoermiddelen een hielhouder 10 met een aantal in een ring aangebrachte, verdeelde segmenten omvatten, waarbij elk van de segmenten in de radiale richting van de ring beweegbaar is. Een dergelijk voertuigband-opbouwsysteem is bijvoorbeeld beschreven in aanvraagsters niet-voorgepubliceerde Europese octrooischrift 0064022 van oudere rang, waarin ook Nederland aangewezen is. Het in dit genoemde octrooischrift beschreven opbouw-systeem voor een voertuigband is voorzien van een strook-opbouwinrichting, een band-opbouwinrichting en een tussen 15 deze twee inrichtingen bewegende, van hieltoevoermiddelen J voorziene strook-overbrengingsinrichting H.
De strook-opbouwinrichting is bestemd voor het opbouwen van ongevulkaniseerde rubber stroken door ongevulkaniseerd rubber in de vorm van platen of koorden op zijn opbouwtrommel F te verzamelen en vast te kleven. Tegelijkertijd met het opbouwen van de rubberstrook wordt een hiel 20 op de hieltoevoermiddelen J geplaatst. De strook-overbrengingsinrichting H brengt vervolgens de rubberstrook over naar de opbouw-20 trommel A van de band-opbouwinrichting, en geeft tegelijkertijd de hiel 20 door aan een aan de zijde van de vaste kop B naast de opbouwtrommel A geplaatst hielplaatsorgaan D. Op een aan de zijde van zijn fosse kop C naast de opbouwtrommel A geplaatst hielplaatsorgaan E is daarbij inmiddels reeds een hief aangebracht, waardoor de band-opbouwinrichting door de hielen 20 aan weerszijden aan de rubberstrook te bevestigen een zogeheten ’’groene” band vormt, dat wil zeggen een ongevulkaniseerde tussenband.
25 Dit beschreven opbouwsysteem heeft ten opzichte van de oudere bekende systemen het voordeel dat het door de aanwezigheid van hieltoevoermiddelen op de strook-overbrengingsmiddelen niet langer noodzakelijk is om bij het opbouwen van de ’’groene” banden de hiel van tevoren op de hielring van het hielplaatsorgaan aan de zijde van de vaste kop te plaatsen, voordat de rubberstrook op de opbouwtrommel wordt gebracht. Hierdoor wordt een belangrijke produktiviteitsverbetering bereikt.
30 Het hiervoor beschreven opbouwsysteem heeft echter het nadeel dat de hiel 20 vanaf de hieltoevoermiddelen J aan het hielplaatsorgaan D van de vaste kop B wordt overgegeven door de hieltoevoermiddeten J zover naar het hielplaatsorgaan D te bewegen dat de hiel daartussen ingeklemd wordt en samengeknepen wordt, waarna de ringsegmenten 12 van de hieltoevoermiddelen J onder inklemming van de hief enigszins in nagenoeg radiale richting naar elkaar toe geschoven worden, en vervolgens in een deels 35 radiale en deels axiale richting in een boogvormige beweging wegbewogen worden. Bij deze wijze van doorgifte van de hiel is de kans op beschadiging daarvan ten gevolge van het samendrukken tussen de hieltoevoermiddelen en het hielplaatsorgaan aanzienlijk.
De uitvinding beoogt een opbouwsysteem voor een voertuigband te verschaffen van de hiervoor genoemde soort, waarbij dit nadeel zich niet voordoet. Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de 40 hieltoevoermiddelen voorzien zijn van ten opzichte van de ringsegmenten in axiale richting verplaatsbare hieluitstootmiddelen voor het op een hielring van de band-opbouwinrichting uitstoten van een in de hielhouder vastgehouden hiel. Door de aanwezigheid van de hieluitstootmiddelen behoeft de hiel niet door de verplaatsing van de met de strook-overbrengingsinrichting verbonden hieltoevoermiddelen op het hielplaatsorgaan geplaatst te worden, maar kan eerst een verbinding gevormd worden tussen de hief-45 toevoermiddelen en het hielplaatsorgaan, alvorens de hiel op eenvoudige wijze van de ringsegmenten van de toevoermiddelen op het plaatsorgaan gedrukt wordt.
Opgemerkt wordt nog dat uit het Amerikaanse octrooischrift 3915788 een hieltoevoerinrichting bekend is, welke bestaat uit een cilindrische trommel waarop een groot aantal hielen geplaatst kan worden, welke dan achtereenvolgens één voor één van de trommel op een hielplaatsorgaan geschoven kan worden door een 50 aan de buitenzijde in axiale richting langs de trommel verschuifbare ring. Deze bekende hieltoevoerinrichting is echter door zijn constructie niet geschikt om toegepast te worden in een band-opbouwsysteem waarvan de verschillende samenstellende inrichtingen coaxiaal geplaatst zijn.
De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een voorbeeld, waarbij verwezen wordt naar de 55 bijgevoegde tekening.
Figuur 1 is een zijaangezicht van een opbouwmachine voor een voertuigband volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, 192031 2 figuur 2 is een zijaanzicht van hieltoevoermiddelen die aangebracht zijn in het voorste deel van de strook-overbrengingsinrichting in de in figuur 1 getoonde opbouwmachine voor voertuigbanden, figuur 3 is een vooraanzicht van de hieltoevoermiddelen, figuur 4 is een gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht van een belangrijk deel van de hieltoevoermiddelen, 5 figuur 5 is een aanzicht gezien in de richting V in figuur 4, figuur 6 is een zijaanzicht van een belangrijk deel van de hieltoevoermiddelen volgens een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, waarbij een deel in dwarsdoorsnede wordt getoond, figuur 7 is een vooraanzicht gezien in de richting VII in figuur 6.
10 In figuur 1 heeft het verwijzingscijfer 1 betrekking op de strook-opbouwinrichting, 6 op de band- opbouwinrichting, en 15 op de strook-overbrengingsinrichting. In de strookopbouwinrichting 1 is een hoofdas 3 ondersteund op een vaste kop en aan één einde aan een opbouwtrommel 4 bevestigd. De opbouw-trommel 4 kan uitzetten en samentrekken in radiale richting door aan het achterste gedeelte van de vaste kop 2 aangebrachte uitzetmiddelen 5. Voor het opbouwen van een rubberstrook wordt de opbouwtrommel 4 15 in de uitgezette stand gehouden, zodat ongevulkaniseerde rubberplaten of rubber bevattende koorden aan de trommel 4 gekleefd kunnen worden voor het opbouwen van de strook. Bij het verwijderen van de aldus opgebouwde rubberstrook van de opbouwtrommel 4, wordt de radius van de trommel verkleind.
In de band-opbouwinrichting 6 wordt een hoofdas 8 door een vast met een basis verbonden vaste kop 7 ondersteund. Aan het einddeel van de hoofdas is een opbouwtrommel 9 aangebracht. Deze opbouwtrommel 20 9 kan ook in radiale richting uitzetten en samentrekken. Op de hoofdas 8 en binnen de opbouwtrommel 9 zijn middelen 10 voor het vasthouden van een koordlaag aangebracht, welke aan de zijde van de opbouwtrommel 9 een hielplaats- of hielstélorgaan 11 omvatten. De vasthoudmiddelen 10 voorde koordlagen knijpen het einddeel van de op de opbouwtrommel 9 aangebrachte rubberstrook in de radiale richting samen, plaatsen een hiel aan het einde van de rubberstrook door middel van het hielstelorgaan 11 en 25 vouwen het einddeel van de rubberstrook om waardoor de aldus aangebrachte hiel wordt omwikkeld. Aan deze vrije eindzijde van de opbouwtrommel 9 is een kantelbaar kopgestel 12 aangebracht, dat ook overeenkomstige vasthoudmiddelen 10 voor een koordlaag en een hielstelorgaan 11 aan de naar de opbouwtrommel 9 toegekeerde zijde heeft. Dit gestel 12 wordt ondersteund door een lager 13 aan het ondereinde en is verder zwenkbaar ondersteund door een as 14, zodanig, dat dit achterwaarts kan kantelen 30 ten opzichte van het richtvlak van de inrichtingen. Wanneer bijvoorbeeld de strook-overbrengingsinrichting 15 vanuit een positie A naar een andere positie C beweegt, kantelt het losse kopgestel 12 achterwaarts teneinde vrije doorgang te geven.
De strook-overbrengingsinrichting 15 is op een wagen 16 gemonteerd. De wagen 16 is voorzien van een strookgrijparm 17 en van een vast gestel 18. Dit vaste gestel 18 is aangebracht aan de zijde van de 35 bandopbouwinrichting 6, terwijl hieltoevoermiddelen 20 op een ringvormige plaat 19 zijn gemonteerd. De wagen 16 heeft een aantal aan de bodem bevestigde lagers 21 waarmee de wagen 16 op een rail 23 steunt. De rail is bevestigd aan een railbasis 22 en omvat twee railorganen, die evenwijdig in de bewegingsrichting van de wagen 16 lopen. Aan de twee einden van de railbasis 22 is een paar kettingwielen 24 en 25 aangebracht, één voor elk einde, waartussen weer een ketting 26 is aangebracht. De ketting 26 is aan 40 weerseinden met de wagen 16 verbonden. Het kettingwiel 25 wordt via een vertragingsdrijfwerk aangedreven door een motor 27. In bedrijf wordt door het bedienen van de motor 27 met het vertragingsdrijfwerk de strook-overbrengingsinrichting 15 door de wagen 16 langs de rail 23 heen en weer bewogen tussen de strook-opbouwinrichting 1 en de band-opbouwinrichting 6.
Eén cyclus voor het vormen van een ’’groene” band met de aldus geconstrueerde opbouwmachine voor 45 een voertuigband is als volgt.
Eerst bevindt de strook-oveibrengingsinrichting zich in een bedrijfsklare positie A in figuur 1. Op een juist moment zet een bedieningsman een hiel in de hieltoevoermiddelen 20, terwijl de strook-overbrengingsinrichting 15 zich in de bedrijfsklare stand A bevindt. Wanneer de strookopbouwinrichting de strook-opbouwbewerking beëindigt, beweegt de motor 27 met het vertragingsdrijfwerk de strook-50 overbrengingsinrichting 15 uit de bedrijfsklare stand A naar een met een streepstippellijn in figuur 1 aangegeven stand B, in welke stand de strookgrijparm 17 van de strook-overbrengingsinrichting 15 de door de strook-opbouwinrichting 1 opgebouwde rubberstrook vastgrijpt. De opbouwtrommel 4 van de strookopbouwinrichting 1 trekt vervolgens samen en daarna keert de strookoverbrengingsinrichting 15 terug naar de bedrijfsklare stand A met de opgebouwde rubberstrook.
55 Vervolgens wordt de opbouwcyclus voor de ’’groene” band in de band-opbouwinrichting 6 beëindigd en trekt de opbouwtrommel 9 van de inrichting 6 samen, zodat de opgebouwde ’’groene” band daarvan kan worden verwijderd. Vervolgens beweegt de strook-overbrengingsinrichting 15 van de bedrijfsklare stand A
3 192031 naar een stand C zoals aangegeven met een streepstippellijn in welke stand de overgebrachte rubberstrook de opbouwtrommel 9 van de band-opbouwinrichting 6 omgeeft. Bij deze beweging van de strook-overbrengingsinrichting 15 wordt het losse kopgestel 12 eerst achterwaarts gekanteld door niet getoonde aandrijfmiddelen, teneinde de strook-overbrengingsinrichting 15 probleemloos te laten passeren.
5 Wanneer de strook-overbrengingsinrichting 15 zich in positie C bevindt, staan de hieltoevoeimiddelen 20 tegenover het hielstelorgaan 11 in een toestand, waarin de in de hieltoevoermiddelen vastgehouden hiel overgebracht kan worden naar de hielring van het hielstelorgaan 11. In deze toestand wordt meer in het bijzonder de hiel in de hieltoevoermiddelen 20 uitgestoten naar de hielring van het hielstelorgaan 11. Tegelijkertijd expandeert de opbouwtrommel 9 en neemt ook de strookgrijparm 17 in grijpbreedte toe, zodat 10 de door de strookgrijparm 17 vastgegrepen rubberstrook naar de opbouwtrommel 9 van de bandopbouw-inrichting 6 wordt overgebracht.
Wanneer daarna de strook-overbrengingsinrichting 15 enigszins opzij in de richting van de bedrijfsklare stand A beweegt, zet het hielvasthoudende deel 55, dat later beschreven zal worden, en aangebracht aan het voorste gedeelte van de hieltoevoermiddelen 20 uit in diameter en wordt groter van diameter dan de 15 buitendiameter van de op de opbouwtrommel 9 van de band-opbouwinrichting 6 aangebrachte rubberstrook. De strook-overbrengingsinrichting 15 keert vervolgens terug naar de bedrijfsklare stand A, terwijl het hielvasthoudende deel 55 samentrekt totdat de zittingdiameter daarvan gelijk wordt aan de binnendiameter van de hiel. Verder keert het losse kopgestel 12 terug in zijn staande stand. Hierna wordt in de band-opbouwinrichting 6 de ’’groene” band opgebouwd, welke bewerking wordt beëindigd door het van de 20 opbouwtrommel 9 van de inrichting 6 verwijderen van de opgebouwde ’’groene” band. Dit is één volledige cyclus van de band-opbouwbewerking.
Figuren 2-5 tonen de op de strook-overbrengingsinrichting 15 gemonteerde hieltoevoermiddelen 20 in detail. De ringvormige plaat 19 van de strook-overbrengingsinrichting 15 is met een cilindrisch gestel 30 door een flens 31 bevestigd door middel van een bout 33. Een gat 29 waardoorheen de bout is gestoken is 25 langwerpig uitgevoerd, zodat de axiale kem van de hieltoevoermiddelen 20 ingesteld kan worden door het instellen van een in het buitenomtreksoppervlak van de flens 31 geschroefde bout 34 waardoor de axiale kem van het hielstelorgaan 11 van de band-opbouwinrichting 6 wordt gecentreerd. Een andere flens 35 aan de voorzijde van het cilindrische gestel 30 is door middel van een bout 36 aan een ringvormige basisring 37 bevestigd. Deze basisring 37 is met een borgring 40 aan de voorzijde bevestigd, zodanig dat daartussen 30 een spleet wordt bepaald, waarin een nokring 38 coaxiaal en roteerbaar gestoken kan worden. De nokring 38 is voorzien van een aantal nokgroeven 39, die zich uitstrekken van de zijde van de binnendiameter tot de zijde van de buitendiameter en die met gelijke tussenruimten langs de omtrek zijn aangebracht. In deze speciale uitvoeringsvorm zijn de nokgroeven boogvormig. Hetzelfde effect kan worden bereikt wanneer deze een rechte lijn vormen. De nokring 38 is ook voorzien van een vertanding 42, die op een deel van het 35 buitenomtreksoppervlak is aangebracht en waarmee een rondsel 47 in aangrijping is. Een rondsel 47 is via een vertragingsdrijfwerk en een koppelbegrenzer bevestigd aan een uitgaande as 46 van een motor 43. De flens 44 van de motor 43 met het vertragingsdrijfwerk is aan de basisring 37 bevestigd door middel van een bout 45.
Aan de zijde van het buitenoppervlak van de borgring 40 is een paar evenwijdige geleidingsblokken 49, 40 49 bevestigd, elk met een L-vormige dwarsdoorsnede en gericht in radiale richting. Tussen dit paar geleidingsblokken 49, 49 is een blok 51 verschuifbaar langs de langsrichting van de geleidingsblokken 49 gestoken. Aan het uiteinde van het blok 51 is in de radiale richting als een nokvolger een as 52 bevestigd. De as 52 steekt door langwerpige sleuven 41, die in radiale richting in de borging 40 zijn aangebracht en deze as is voorzien van een rol 53 aan zijn uiteinde welke rol in aangrijping is met de nokgroef 39 van de 45 nokring 38. Wanneer dienovereenkomstig de nokring 38 door de motor 43 met het vertragingsdrijfwerk wordt geroteerd, beweegt het blok 51 via de rol 53 en de as 52 in radiale richting.
Aan de andere kant is een hielhouder 55 vast aan de zijde van de binnendiameter van het blok 51 bevestigd. Deze hielhouder omvat een aantal verdeelde segmenten die zodanig zijn aangebracht, dat deze in zijn geheel een ring vormen. Het buitenomtreksoppervlak van de hielhouder 55 werkt als zittingoppervlak 50 64 voor een hiel. Het aantal deelsegmenten kan willekeurig worden gekozen, alhoewel in de weergegeven uitvoeringsvorm er zes zijn. Continu met de voorrand in de voorwaartse richting van het hielzittingoppervlak is een schuin geleidingsoppervlak 65 gevormd. Het geleidingsoppervlak is zo gevormd, dat dit in contact is te brengen met het oppervlak van de hielring 69 van het hielstelorgaan 11 van de band-opbouwinrichting 6. Wanneer deze geleidingsoppervlakken met elkaar in contact komen vormen het hielzittingoppervlak 70 van 55 de hielring 69 en het hielzittingoppervlak 64 van de hielhouder 55 één enkel doorgaand vlak. In figuur 4 heeft het verwijzingscijfer 71 betrekking op de positie van de buitendiameter van de opbouwtrommel van de band-opbouwinrichting 6, in de uitgezette toestand. Het verwijzingscijfer 72 betreft de buitendiameter van de

Claims (4)

192031 4 overgebrachte rubberstrook. In het onderste einddeel van het blok 51 is een cilinderkamer 56 gevormd, waarin een zuiger 57 is gestoken. Verder strekt een vast aan de zuiger 57 bevestigde stang 58 zich door de kamer 56 uit naar de zijde van het hielzittingoppervlak 64. De stang 58 is voorzien van een schroefveer 59 die de zuiger 57 normaal, in figuur 4 gezien naar rechts, belast. Aan de achterzijde van de cilinderkamer 56 5 is door middel van een bout 63 een deksel 61 bevestigd. Een luchtkanaal 66 strekt zich uit van het bovenste eindoppervlak van het blok 51 naar de cilindeikamer 56 teneinde deze laatste in verbinding te brengen met een diukluchtbron (niet getoond). Wanneer dienovereenkomstig perslucht toegevoerd wordt aan de cilinderkamer 56 wordt de zuiger 57 in figuur 4 gezien, naar links geduwd en drukt het einde van de stang 58 een draaddeel 68 van de hiel 67 in de hielring 69, waardoor de hiel wordt overgebracht. Meer in 10 het bijzonder wordt de hiel 67 op het hielzittingoppervlak 64 van de hielhouder 55 in de hieltoevoermiddelen 20 overgebracht naar het hielzittingoppervlak 70 van de hielring 69 van het hielstelorgaan 11 in de bandopbouwinrichting 6. Wanneer de hieltoevoermiddelen 20 tezamen met de strook-overbrengingsin richting 15 worden teruggetrokken teneinde het geleidingsoppervlak 65 van de hielhouder 55 gelijkmatig te scheiden, wordt de 15 strook-overbrengingsinrichting eerst enigszins naar de bedrijfsklare stand A bewogen. Na deze kleine beweging wordt de motor 43 met het vertragingsdrijfwerk in omgekeerde richting geroteerd, waardoor de nokring 38 wordt geroteerd en de afmeting van de hielhouder 55 wordt vergroot tot de met de streep-stippellijn in figuur 4 en 5 aangegeven stand, waarna de strook-overbrengingsinrichting 15 terug wordt bewogen naar zijn bedrijfsklare stand A. 20 Een in figuur 6 en 7 weergegeven tweede uitvoeringsvorm is in hoofdzaak gelijk aan de eerste uitvoeringsvorm met uitzondering van de constructie van de hieluitstootmiddelen. In figuur 6 en 7 komt het verwijzingscijfer 73 overeen met het blok 51 in de eerste uitvoeringsvorm, en is de hielhouder 75 vast bevestigd aan het ondereinde van het blok 73. De hielhouder 75 heeft een hielzittingoppervlak, waarop de hiel 67 wordt vastgehouden. Aan de zijde van de buitendiameter van het blok 73 is 25 een steun 80 bevestigd, die weer een stootarm 83 door middel van een as 81 zwenkbaar ondersteunt. Ook is in een stand die overeenkomt met het hielzittingoppervlak 78 aan het blok 73 een uitsparing 77 gevormd. Eén einde van de uitstootarm 83 is naar de uitsparing 77 gekeerd. Aan het andere einde van de arm 83 is een bus 82 aangebracht, die verschuifbaar in aangrijping is met de stang 84 die een rol 86 aan zijn vooreinde roteerbaar in contact met een aan de hielring 69 bevestigde aanslag 90 ondersteunt. Tussen de 30 flens 85 van de stang 84 en de bus 82 van de uitstootarm 83 is een schroefveer 88 aangebracht, die de stang 84 normaal uit de bus 82 dwingt. Met andere woorden, het einddeel van de arm 83 is normaal opgenomen in de uitsparing 77. In de hieltoevoermiddelen 20 van deze speciale uitvoeringsvorm zwenkt de arm 83 om de as 81, daar de rol 86 aan het uiteinde van de stang 84 teiuggedrukt wordt door de aanslag 90 wanneer de strook-35 overbrengingsinrichting 15 de stand C nadert, zodat het andere in de uitsparing 77 opgenomen einde het draaddeel 68 van de hiel 67 naar buiten drukt. De hiel 67 wordt dus overgebracht naar het hielzittingoppervlak 70 van de hielring 69 in de band-opbouwinrichting 6. Zoals hierboven beschreven, wordt bij de band-opbouwmachine waarbij de strook-overbrengingsinrichting zich tussen de band-opbouwinrichting en de strook-opbouwinrichting bevindt, en de strooktoevoermiddelen 40 in de strook-overbrengingsinrichting is gepositioneerd aan de naar de band-opbouwinrichting toegekeerde zijde, de hiel automatisch aan het hielstelorgaan aan de zijde van de vaste kop van de band-opbouwinrichting toegevoerd op hetzelfde moment als de door de strook-opbouwinrichting opgebouwde rubberstrook naar de bandopbouwinrichting wordt overgebracht. Het is daarom voor de bedieningspersoon voldoende om hielen voor de hieltoevoermiddelen in een 45 geschikte vrije tijd tijdens de hoofdbewerking voor te bereiden, waardoor de vrijheid van de tijdsbepaling voor de voorbewerking van de hiel sterk wordt vergroot. Dit resulteert in een sterke verkorting van de tijd die nodig is voor één cyclus van de bandopbouwbewerking, en dus in een verbetering van de productiviteit van de bandopbouw. 50
1. Systeem voor het opbouwen van een voertuigband, voorzien van een strook-opbouwinrichting voor het opbouwen van stroken, een op een van de strook-opbouwinrichting verwijderde plaats aangebrachte 55 band-opbouwinrichting, en een beweegbaar tussen de strook-opbouwinrichting en de bandopbouwinrichting aangebrachte strook-overbrengingsinrichting voor het naar een opbouwtrommel van de bandopbouwinrichting overbrengen van de door de strook-opbouwinrichting opgebouwde stroken, waarbij de 5 192031 strook-overbrengingsinrichting aan zijn naar de band-opbouwinrichting toegekeerde zijde hieltoevoer-middelen vertoont, en de hieltoevoermiddelen een hiethouder met een aantal in een ring aangebrachte, verdeelde segmenten omvatten, waarbij elk van de segmenten in de radiale richting van de ring beweegbaar is, met het kenmerk, dat de hieltoevoermiddelen (20) voorzien zijn van ten opzichte van de ring-5 segmenten (55;75) in axiale richting verplaatsbare hieluitstootmiddelen (58;83) voor het op een hielring (69) van de band-opbouwinrichting (6) uitstoten van een in de hielhouder (55) vastgehouden hiel (67).
2. Voertuigband-opbouwsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hieluitstootmiddelen (58;83) een in axiale richting verplaatsbare in een cilinderkamer (56) opgenomen zuigerstang (58) omvatten.
3. Voertuigband-opbouwsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hieluitstootmiddelen (58;83) 10 een zwenkbaar om een schamieras (81) aangebrachte stootarm (83) omvatten.
4. Voertuigband-opbouwsysteem volgens één der voorgaande conclusies, voorzien van middelen voor het in de radiale richting bewegen van de verdeelde segmenten van de hielhouder, gekenmerkt doordat de middelen een door een aandrijfmotor (43) geroteerde nokring (38) en een blok (51 ;73) omvatten, welk blok (51 ;73) in aangrijping is met een schuin in de nokring (38) aangebrachte nokgroef (39) teneinde in radiale 15 richting geleid te worden. Hierbij 4 bladen tekening
NL8202694A 1981-07-03 1982-07-05 Systeem voor het opbouwen van een voertuigband. NL192031C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP10424781 1981-07-03
JP56104247A JPS587339A (ja) 1981-07-03 1981-07-03 タイヤ成形装置におけるバンド及びビ−ドの移送供給装置

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8202694A NL8202694A (nl) 1983-02-01
NL192031B NL192031B (nl) 1996-09-02
NL192031C true NL192031C (nl) 1997-01-07

Family

ID=14375604

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8202694A NL192031C (nl) 1981-07-03 1982-07-05 Systeem voor het opbouwen van een voertuigband.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US4430143A (nl)
JP (1) JPS587339A (nl)
KR (1) KR870000008B1 (nl)
DE (1) DE3224334A1 (nl)
NL (1) NL192031C (nl)

Families Citing this family (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS57178739A (en) * 1981-04-27 1982-11-04 Mitsubishi Heavy Ind Ltd Bead supplying device for tire molding machine
US4790719A (en) * 1985-07-31 1988-12-13 The Goodyear Tire & Rubber Company Method for storing and feeding tire beads
JPH0745208B2 (ja) * 1986-04-07 1995-05-17 株式会社ブリヂストン 円筒状タイヤ構成部材の成形方法および装置
JP2519069B2 (ja) * 1987-10-06 1996-07-31 株式会社ブリヂストン タイヤ成形装置
US5141587A (en) * 1988-07-14 1992-08-25 Bridgestone Corporation Two stage tire building apparatus
JP2707285B2 (ja) * 1988-09-06 1998-01-28 株式会社ブリヂストン タイヤ構成部材の搬送装置
JPH07110521B2 (ja) * 1988-10-17 1995-11-29 三菱重工業株式会社 タイヤ成形システム
NL8803174A (nl) * 1988-12-27 1990-07-16 Vmi Epe Holland Inrichting voor het plaatsen van hielringen voor een luchtband.
US4964931A (en) * 1989-04-04 1990-10-23 The Goodyear Tire & Rubber Company Tire bead setter apparatus and method
JP2810114B2 (ja) * 1989-06-03 1998-10-15 株式会社ブリヂストン タイヤ成型装置
DE69022745T2 (de) * 1990-11-13 1996-03-07 Sumitomo Rubber Ind Vorrichtung und verfahren zum rohreifenaufbau.
US5322587A (en) * 1990-11-13 1994-06-21 Sumitomo Rubber Industries, Ltd. Green tire forming apparatus with transfer mechanism
JP3190051B2 (ja) * 1990-12-07 2001-07-16 株式会社ブリヂストン 帯状部材の貼付け方法および装置
KR950000192B1 (ko) * 1991-08-31 1995-01-11 주식회사 금호 타이어 성형용 반제품 조립장치
KR940009918B1 (ko) * 1991-12-23 1994-10-18 주식회사금호 타이어 성형용 비드 셋팅 장치
DE4316071A1 (de) * 1993-05-13 1994-11-17 Krupp Maschinentechnik Handhabungsvorrichtung für Reifendrahtkerne
JP3860906B2 (ja) * 1998-03-23 2006-12-20 横浜ゴム株式会社 バンドトランスファー装置におけるメカニカルターンアップ方法及びそのメカニカルターンアップ装置
US6623583B2 (en) * 2001-06-05 2003-09-23 The Goodyear Tire And Rubber Company Bead holder
JP2003089158A (ja) * 2001-09-19 2003-03-25 Bridgestone Corp バンド成型ドラムおよびそれを用いたバンド成型装置
DE102007043696A1 (de) 2007-09-15 2009-04-02 Continental Aktiengesellschaft Vorrichtung zum Positionieren eines Reifenkernes auf einer Reifenkarkasse für die Herstellung von Fahrzeugreifen
CN103144329A (zh) * 2011-12-07 2013-06-12 软控股份有限公司 轮胎成型机卸胎胚装置及其方法
CN102555248B (zh) * 2012-02-19 2014-09-17 青岛科捷自动化设备有限公司 轮胎成型机自动上下料装置
CN105965926B (zh) * 2016-05-23 2018-07-27 怡维怡橡胶研究院有限公司 一种轮胎成型方法
CN105965925B (zh) * 2016-05-23 2018-06-29 怡维怡橡胶研究院有限公司 一种轮胎成型机
CN106042429B (zh) * 2016-05-23 2018-06-29 怡维怡橡胶研究院有限公司 一种轮胎成型机的工作方法

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4105486A (en) * 1977-03-30 1978-08-08 Nrm Corporation Tire component transfer
US4204903A (en) * 1978-09-22 1980-05-27 The General Tire & Rubber Company Apparatus and method for handling uncured tires
US4324604A (en) * 1978-12-22 1982-04-13 The General Tire & Rubber Co. Bead setting apparatus with retractable flange
JPS57178739A (en) * 1981-04-27 1982-11-04 Mitsubishi Heavy Ind Ltd Bead supplying device for tire molding machine

Also Published As

Publication number Publication date
JPS6233942B2 (nl) 1987-07-23
JPS587339A (ja) 1983-01-17
KR840000365A (ko) 1984-02-22
NL192031B (nl) 1996-09-02
US4430143A (en) 1984-02-07
NL8202694A (nl) 1983-02-01
DE3224334C2 (nl) 1990-11-29
KR870000008B1 (ko) 1987-01-28
DE3224334A1 (de) 1983-01-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL192031C (nl) Systeem voor het opbouwen van een voertuigband.
KR100495714B1 (ko) 어펙스필러를비드링에적용하기위한장치
JP4746100B2 (ja) タイヤ用ビードの製造方法及び装置
EP0347590B1 (en) Tubular sleeve handling and cut-off system
US4470866A (en) Rubber sheet bonding apparatus
US3918654A (en) Automatic winding apparatus for a strip of material
US5318237A (en) Air horn for web winding machine
US11639079B2 (en) Process for applying noise-reducing elements to a tyre for vehicle wheels
EP1935627A1 (en) Tire assembly applier with cutter mechanism
US4100842A (en) Apparatus for forming a container
US4800944A (en) Single bead tire mounter
NL8503208A (nl) Inrichting voor het bij het vervaardigen van een luchtband aanbrengen en aanrollen van het loopvlak plus de gordel op het karkas.
US5385626A (en) Strip winder for a tire building machine
US4597157A (en) Wire bead forming apparatus
NL192094C (nl) Inrichting voor het tot een band verbinden van met koord versterkt bandvormig materiaal.
US6836949B2 (en) Method for mounting a sleeve on a spindle
JPS6042023B2 (ja) サイドウオ−ル被着装置
EP0719633A2 (en) Method and apparatus for preparing strip material
US9950485B2 (en) Apparatus and method for forming an annular apex filler for tire beads
US4806196A (en) Bead crimping and handling system
JPH0710453B2 (ja) パイプの自動切断装置
US3546042A (en) Device for feeding blank tread strips to vehicle tires
US4361454A (en) Ply applying apparatus and method for forming an elastic annular body
EP1193200B1 (fr) Dispositif automatique de raccordement des bandes minces des bobines d'alimentation
NL9002382A (nl) Werkwijze voor het verbinden van een loopvlak in een inrichting voor het vervaardigen van wielbanden.

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20010201