NL1040142A - Frameslot. - Google Patents

Description

Frameslot

Frameslot voor een tweewieler, in het bijzonder een fiets, e-bike of dergelijke, met een externe slotbehuizing, een als slotbeugel gevormd primair blokkeerelement, een met de externe slotbehuizing verbonden interne slotbehuizing, die een slotcilinder herbergt en waaraan een penopneming voor de opneming van een sluitpen van een secundair blokkeerelement verbonden is, een grendel, die voor de vergrendeling van de slotbeugel tussen een vergrendelingsstand en een ontgrendelingsstand verstelbaar is, alsook een met de interne slotbehuizing verbonden blokkeerdeel voor de vergrendeling van het secundaire blokkeerelement.

Bij een puur frameslot is de externe slotbehuizing vast met het frame van de tweewieler verbonden en een slotbeugel grijpt in de vergrendelingsstand tussen de spaken van een wiel. Daardoor wordt verhinderd, dat een onbevoegde derde de tweewieler bestijgt en met deze ervandoor rijdt. Bij het geïsoleerde gebruik van een zodanig frameslot bestaat echter steeds het probleem, dat een onbevoegde derde de zo beveiligde tweewieler eenvoudig kan wegdragen.

Om dit te vermijden, wordt een combinatie uit een frameslot met een slotbeugel als primair blokkeerelement en een secundair blokkeerelement, dat op een bekende manier als kabelslot, kettingslot of dergelijke kan zijn uitgevoerd, aanbevolen. Daardoor kan de tweewieler extra op een vast object, bijvoorbeeld een terrein of dergelijke, bevestigd worden. Een zodanige combinatie heeft aldus voor de bescherming tegen diefstal van de daarmee beveiligde tweewieler verschillende voordelen ten opzichte van een geïsoleerd gebruikte slotbeugel.

Zodanige framesloten, die uit een combinatie van een als slotbeugel gevormd primair blokkeerelement en een secundair blokkeerelement gevormd zijn, zijn uit de stand der techniek reeds sinds lange tijd bekend.

Een zodanig frameslot met een combinatie uit een primair en een secundair blokkeerelement wordt bijvoorbeeld in EP 1 418 301 Al gevonden. Hierbij vindt het openen zowel van het secundaire blokkeerelement alsook het primaire blokkeerelement plaats door het verstellen van een slotcilinder. Daartoe is in de gesloten toestand van het frameslot de door een veer gespannen slotbeugel door een grendel in een blokkeeruitsparing gefixeerd en het secundaire blokkeerelement is door een veerbelast blokkeerdeel in een penopneming vergrendeld. Wordt nu de grendel bij het verstellen van de slotcilinder uit de vergrendelingsstand in de ontgrendelingsstand gebracht, dan wordt door de voorgespannen veer de slotbeugel geopend. Tegelijk wordt het veerversterkte blokkeerdeel door een aan de slotbeugel gevormde besturingscurve versteld en daarmee buiten de koppeling van de sluitpen gebracht, die zich nu uit de penopneming laat verwijderen.

De in EP 1 418 3 02 Al geopenbaarde oplossing heeft echter het nadeel, dat de vorming van de besturingscurve aan de beugel technisch zeer kostbaar is. Bovendien is de montage van het frameslot door de integratie van de veerbelaste pengrendel in het slotlichaam uiterst lastig.

Aan de uitvinding ligt de opgave ten gronde, bij een frameslot van de in het begin genoemde soort de hierboven opgevoerde nadelen te reduceren.

Deze opgave wordt volgens de uitvinding bij een frameslot van de in het begin genoemde soort daardoor opgelost, doordat het blokkeerdeel als een een veerwerking overbrengende blokkeerspang gevormd is, en dat in de interne slotbehuizing een blokkeerspangkoppeling voor de inwerking van de blokkeerspang op de sluitpen in de penopneming aangebracht is. Door de vorming van de veerwerking aan de blokkeerpang is het gebruik van een extra veerelement overbodig, waardoor het aantal gebruikte bouwonderdelen wordt gereduceerd, wat een positieve uitwerking op de montagekosten heeft. Door de koppeling van de blokkeerspang is bovendien gewaarborgd, dat de blokkeerspang door de interne slotbehuizing op de sluitpen in de penopneming kan inwerken, om deze te vergrendelen.

Voor het frameslot is het bovendien gunstig, wanneer aan de binnenste slotbehuizing tenminste één geleidingsrail voor het houden en vastleggen van de positie van de blokkeerspang aangebracht is. Derhalve dient de blokkeerspang slechts op de interne slotbehuizing geschoven te worden, wat een positieve invloed op de montagekosten heeft.

Voor de uitvinding is bovendien als voordelig bewezen, wanneer de blokkeerspang uit een U-vormige beugel alsook tenminste een L-vormige beugel voor de wisselwerking met de tenminste ene geleidingsrail gevormd is. Door de U-vormige beugel van de blokkeerspang vindt de vergrendeling plaats van de sluitpen in de sluitopneming. Het tenminste L-vormige deel van de blokkeerspang kan bij de montage eenvoudig in de geleidingsrail van de binnenste slotbehuizing geschoven worden, wat een positieve invloed heeft op de montagekosten en bovendien waarborgt, dat de blokkeerspang een juist gedefinieerde positie heeft. Door deze vormgeving van de blokkeerspang is bovendien de veerwerking gerealiseerd, die voor de manier van functioneren van het slot essentieel is.

Voor de manier van functioneren van het slot is het als bijzonder gunstig getoond, wanneer in de interne slotbehuizing een blokkeergrendeldoorgang voor de inwerking van de grendel in de ontgrendelingsstand op de blokkeerspang aangebracht is. Daardoor kan bij de verstelling van de grendel uit de vergrendelingsstand in de ontgrendelingsstand de grendel op de blokkeerspang inwerken en deze tegen diens veerkracht verstellen. Dit leidt daartoe, dat de blokkeerspang buiten de koppeling met de sluitpen van het secundaire blokkeerelement gebracht wordt en deze daardoor uit de penopneming verwijderd kan worden.

Voor de gebruiksvriendelijkheid van het frameslot is bovendien als voordelig bewezen, wanneer aan de interne slotbehuizing een beugelvereffeningselement voor de geleiding van de slotbeugel verbonden is. Daardoor wordt verhinderd, dat tijdens de rit vibraties optreden die tot ongewenste achtergrondgeluiden leiden.

Als bijzonder gunstig is bovendien getoond, wanneer aan de interne slotbehuizing bij voorkeur in het midden en in het bereik van de grendel een beugel omspannende klem voor de radiale positievastlegging van de slotbeugel verbonden is. Daardoor is gewaarborgd, dat bij een verstelling van de grendel uit de ontgrendelingsstand in de vergrendelingsstand de slotbeugel voor de aanleg tegen de beugel omspannende klem komt en zich daardoor steeds in koppeling met de grendel bevindt. Dit heeft daarmee ook een positieve invloed op de bedrijfsveiligheid van het primaire blokkeerelement. Bovendien biedt de beugel omspannende klem een extra bescherming, aangezien de grendel door de beugel omspannende klem tegen manipulaties van onbevoegde derden beschermd is.

Als gunstig is bovendien bewezen, wanneer aan de beugel omspannende klem een U-vormige gestalte met twee benen verbonden is. Door de U-vormige gestalte van de beugel omspannende klem is de slotbeugel in het bereik van de grendel volledig omsloten en is daardoor tegen manipulaties van derden bescherm, wat een positieve inwerking op de bescherming tegen diefstal heeft.

Als bijzonder voordelig is bovendien getoond, wanneer aan de interne slotbehuizing tenminste één houdelement voor het houden van de de slotbeugel in het bereik van de grendel omvattende beugel omspannende klem verbonden is. Door het gebruik van het tenminste ene houdelement kan de beugel omspannende klem eenvoudig gemonteerd worden, wat een positieve inwerking op de montagekosten heeft.

Voor de uitvinding is het bovendien voordelig, wanneer aan de benen van de U-vormige beugel omspannende klem corresponderende openingen voor de wisselwerking met het tenminste ene houdelement verbonden zijn. Ook dit heeft een gunstige uitwerking op de montagekosten.

In het kader van de uitvinding is het bovendien voordelig, wanneer aan de slotbeugel een terugbrengelement en/of aan de interne slotbehuizing een sluitpen uitwerpelement verbonden is. Dit heeft het voordeel, dat bij een gesloten primair blokkeerelement een verstelling van de slotcilinder in de automatische opening van het primaire blokkeerelement resulteert. Door het gebruik van een sluitpen uitwerpelement wordt bovendien bij het openen van de slotcilinder de sluitpen van het secundaire blokkeerelement automatisch uit de penopneming geworpen. Daardoor wordt de gebruiksvriendelijkheid van het frameslot volgens de uitvinding duidelijk verhoogt.

Hierna wordt de uitvinding aan de hand van een in de tekening voorgesteld uitvoeringsvoorbeeld nader verklaard; er tonen:

Fig. 1 een explosieaanzicht van het frameslot,

Fig. 2 een perspectivisch doorsnedeaanzicht van het frameslot, en

Fig. 3 een detailaanzicht van het frameslot met een doorgesneden interne slotbehuizing en een doorgesneden beugel omspannende klem.

Figuur 1 toont een explosieaanzicht van een frameslot 1 volgens de uitvinding. Te zien is een interne slotbehuizing 2 en een deze opnemende externe slotbehuizing 3. Duidelijk zichtbaar zijn de aan de externe slotbehuizing 3 gevormde benen, die voor de opneming van een slotbeugel 4 dienen. Deze kan tegen een terugbrengende veer 5 manueel versteld worden en grijpt in de gesloten toestand, in de vergrendelingsstand, in de spaken van een wiel van een tweewieler. Naast de slotbeugel 4, die als primair blokkeerelement 15 dient, is ook een secundair blokkeerelement 12 met een sluitpen 6 aanwezig, die in een aan de interne slotbehuizing 2 gevormde penopneming 7 kan worden vergrendeld. Voor de vergrendeling van de sluitpen 4 is een als een blokkeerspang 8 gevormd blokkeerdeel aangebracht. De blokkeerspang 8 is in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld uit een U-vormige beugel 9 en twee L-vormige beugels 10 gevormd. De L-vormige beugels 10 kunnen in daartoe aan de interne slotbehuizing 2 aangebrachte geleidingsrails 11 vastgehouden worden en zijn zodanig aan de U-vormige beugel 9 aangebracht, dat een veerkracht ontstaat, die de sluitpen 6 van het secundaire blokkeerelement 12 in de penopneming 7 fixeert. Daartoe grijpt de U-vormige beugel 9 van de blokkeerspang 8 door de blokkeerspangkoppeling 13, die aan de interne slotbehuizing 2 gevormd is, in een aan de sluitpen 6 van het secundaire blokkeerelement 12 gevormde blokkeergroef 14. Duidelijk zichtbaar zijn ook twee blokkeeruitsparingen 16, die aan de slotbeugel 4 gevormd zijn en die de vergrendelingspositie en de open stand van het primaire blokkeerelement 15 definiëren. In het kader van de uitvinding is het ook denkbaar, dat slechts een blokkeeruitsparing 16 aan de slotbeugel 4 gevormd is, die slechts de vergrendelingspositie vastlegt. Uit figuur 1 is ook een door de verstelling van een slotcilinder 17 tussen een sluitstand en een openingsstand verstelbare grendel 18 zichtbaar, die in de interne slotbehuizing 2 geherbergd is. Te zien is ook een U-vormige beugel omspannende klem 19, die de slotbeugel 4 in het bereik van de grendel 18 omsluit. De beugel omspannende klem 19 heeft in het bereik van diens benen openingen 26 voor de wisselwerking met corresponderende houdelementen 20, die aan de interne slotbehuizing 2 aangebracht zijn. Een in figuur 1 voorgestelde torsieveer 21 dient voor de opwekking van een terugstellende veerkracht, die de slotcilinder 17 vanuit de open stand naar de vergrendelingsstand overbrengt. Ook een de slotbeugel 4 geleidend beugelvereffeningselement 22 is uit de afbeelding zichtbaar. Het beugelvereffeningselement 22 dient voor de reductie van vibraties, die bij de rit door de slotbeugel 4 geïnduceerd worden.

Figuur 2 toont een volgens de uitvinding en gemonteerd frameslot 1 in geopende toestand. Te zien is, dat de slotbeugel 4 met de externe slotbehuizing 3 via de veer 6 verbonden is, die in de geopende toestand van het primaire blokkeerelement 15 ontspannen is en bij het sluiten van de slotbeugel 4 een terugbrengende veerkracht uitoefent. Zoals uit de afbeelding verder te zien is, herbergt de aan de externe slotbehuizing 3 verbonden interne slotbehuizing 2 naast de slotcilinder 17 ook de penopneming 7 voor de sluitpen 6 van het secundaire blokkeerelement 12. Te zien is ook de blokkeerspang 8, die via de blokkeerspangkoppeling 13 op de sluitpen 6 van het secundaire blokkeerelement 12 inwerkt. Daarbij is de blokkeerspang 8 zodanig gevormd, dat deze een veerwerking uitoefent, die de sluitpen 6 in de kloofopneming 7 vergrendelt. Duidelijk zichtbaar is ook de aan de interne slotbehuizing 2 gevormde geleidingsrail 11 voor het houden en vastleggen van de positie van de blokkeerspang 8. Daardoor kan bij de montage de blokkeerspang 8 eenvoudig op de interne slotbehuizing 2 geschoven worden, waardoor diens positie vastgelegd is. Het beugel vereffeningselement 22, dat de slotbeugel 4 geleidt, om bij de rit optredende vibraties en daarmee verbonden geluid te reduceren, is door een bout 23 tegen de interne slotbehuizing 2 bevestigd. Door het gebruik van een beugel om omspannende klem 19 wordt de slotbeugel 4 extra geleid en diens radiale positie vastgelegd.

Het in figuur 3 voorgestelde detailaanzicht toont een blik op de interne slotbehuizing 2. Daartoe zijn de interne slotbehuizing 2 en de beugel omspannende klem 19 doorgesneden voorgesteld. Duidelijk te zien is naast de blokkeerspangkoppeling 13 ook een grendeldoorgang 24. In de gesloten toestand van het frameslot 1 is de grendel 18 gekoppeld met de de open stand definiërende blokkeeruitsparing 16 van de slotbeugel 4. Wordt nu de slotcilinder 17 door de gebruiker versteld, dan wordt de grendel 18 uit de koppeling met de blokkeeruitsparing 16 van de slotbeugel 4 gebracht en door de grendeldoorgang 24 tegen de blokkeerspang 8 gedrukt. Door deze verstelling, die tegen de veerwerking van de blokkeerspang 8 plaats vindt, wordt nu de blokkeerspang 8 uit de koppeling met de sluitpen 6 van het secundaire blokkeerelement 12 gebracht. Daardoor kan nu enerzijds de sluitpen 6 van het secundaire blokkeerelement 12 uit de penopneming 7 verwijderd worden, en bovendien ook de slotbeugel 4 versteld worden. Er is ook voorzien, dat de sluitpen 6 door een sluitpen uitwerpelement 25 uit de penopneming 7 gestoten wordt. Bij het sluiten van het frameslot 1 wordt nu de grendel 18 in koppeling met de de sluitpositie gedefinieerde blokkeeruitsparing 16 van de slotbeugel 4 gebracht. Door een conische vormgeving van de sluitpen 6 van het secundaire blokkeerelement 12 kan het secundaire blokkeerelement 12 ook dan in de penopneming 7 gebracht worden, wanneer de blokkeerspang 8 niet door de blokkeergrendel 18 versteld is. Het openen van het frameslot 1 vindt in omgekeerde volgorde plaats. Door het verstellen van de grendel 18 wordt de slotbeugel 4 door de terugbrengkracht van het als veer 5 gevormd terugbrengelement uit de spaken van de fiets getrokken en vergrendeld in de de open stand definiërende blokkeeruitsparing 16 van de slotbeugel 4. Gelijktijdig wordt door de grendel 18 de blokkeerspang 8 buiten de koppeling met de sluitpen 6 van het secundaire blokkeerelement 12 gebracht en door het sluitpen uitwerpelement 25 wordt dan de sluitpen 6 actief uit de interne slotbehuizing 2 geworpen, kan echter ook weer erin gebracht worden, zonder de slotbeugel 4 te hoeven sluiten.

Lijst van referentietekens 1 Fraraeslot 2 Interne slotbehuizing 3 Externe slotbehuizing 4 Slotbeugel 5 Veer 6 Sluitpen 7 Penopneming 8 Blokkeerspang 9 U-vormige beugel 10 L-vormige beugel 11 Geleidingsrail 12 Secundair blokkeerelement 13 Blokkeerspangkoppeling 14 Blokkeergroef 15 Primair blokkeerelement 16 Blokkeeruitsparing 17 Slotcilinder 18 Grendel 19 Beugel omspannende klem 20 Houdelement 21 Torsieveer 22 Beugel vereffeningselement 23 Bout 24 Grendeldoorgang 25 Sluitpen uitwerpelement 26 Opening

Claims (10)

1. Frameslot voor een tweewieler, in het bijzonder een fiets, een e-bike of dergelijke, met een externe slotbehuizing (3), een als slotbeugel (4) gevormd primair blokkeerelement (15), een met de externe slotbehuizing (3) verbonden interne slotbehuizing (2) , die een slotcilinder (17) herbergt en waaraan een penopneming (7) voor de opneming van de sluitpen (6) van een secundair blokkeerelement (12) verbonden is, een grendel (18) , die voor de vergrendeling van de slotbeugel (4) tussen een vergrendelingsstand en een ontgrendelingsstand verstelbaar is, alsook een met de interne slotbehuizing (2) verbonden blokkeerdeel voor de vergrendeling van het secundaire blokkeerelement (12), met het kenmerk, dat het blokkeerdeel als een een veerwerking overbrengende blokkeerspang (8) gevormd is, en dat in de interne slotbehuizing (2) een blokkeerspangkoppeling (13) voor de inwerking van de blokkeerspang (8) op de sluitpen (6) in de penopneming (7) aangebracht is.

2. Frameslot volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat aan de interne slotbehuizing (2) tenminste één geleidingsrail (11) voor het houden en vastleggen van de positie van de blokkeerspang (8) aangebracht is.

3. Frameslot volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de blokkeerspang (8) uit een U-vormige beugel (9) alsook tenminste een L-vormige beugel (10) voor de wisselwerking met de tenminste ene geleidingsrail (11) gevormd is.

4. Frameslot volgens één der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat in de interne slotbehuizing (2) een grendeldoorgang (24) voor de inwerking van de grendel (18) in de ontkoppelingsstand op de blokkeerspang (8) aangebracht is.

5. Frameslot volgens één der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat aan de interne slotbehuizing (2) een beugel vereffeningselement (22) voor de geleiding van de slotbeugel (4) verbonden is.

6. Frameslot volgens één der conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat aan de interne slotbehuizing (2) bij voorkeur centraal en in het bereik van de grendel (18) een beugel omspannende klem (19) voor de radiale vastlegging van de positie van de slotbeugel (4) verbonden is.

7. Frameslot volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat aan de beugel omspannende klem (19) een U-vormige gestalte met twee benen verbonden is.

8. Frameslot volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat aan de interne slotbehuizing (2) tenminste één houdelement (20) voor het vasthouden van de de slotbeugel (4) in het bereik van de grendel (18) omvattende beugel omspannende klem (19) verbonden is.

9. Frameslot volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat aan de benen van de U-vormige beugel omspannende klem (19) corresponderende openingen (26) voor de wisselwerking met het tenminste ene houdelement (20) verbonden zijn.

10. Frameslot volgens één der conclusies 1 tot 9, met het kenmerk, dat aan de slotbeugel (4) een terugbrengelement en/of aan de interne slotbehuizing (2) een sluitpen uitwerpelement (25) verbonden i s.