NL2013132B1 - Ringbeugelslot met losneembare ketting of kabel. - Google Patents

Ringbeugelslot met losneembare ketting of kabel. Download PDF

Info

Publication number
NL2013132B1
NL2013132B1 NL2013132A NL2013132A NL2013132B1 NL 2013132 B1 NL2013132 B1 NL 2013132B1 NL 2013132 A NL2013132 A NL 2013132A NL 2013132 A NL2013132 A NL 2013132A NL 2013132 B1 NL2013132 B1 NL 2013132B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lock
fixing element
ring
receiving cavity
locking plate
Prior art date
Application number
NL2013132A
Other languages
English (en)
Inventor
Dimphina Henricus Stunnebrink Marco
Curcho Mendivelso Elmer
Original Assignee
Axa Stenman Nederland B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Axa Stenman Nederland B V filed Critical Axa Stenman Nederland B V
Priority to NL2013132A priority Critical patent/NL2013132B1/nl
Priority to DE202014006369.9U priority patent/DE202014006369U1/de
Priority to DK15175338.1T priority patent/DK2962919T3/da
Priority to EP15175338.1A priority patent/EP2962919B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2013132B1 publication Critical patent/NL2013132B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62HCYCLE STANDS; SUPPORTS OR HOLDERS FOR PARKING OR STORING CYCLES; APPLIANCES PREVENTING OR INDICATING UNAUTHORIZED USE OR THEFT OF CYCLES; LOCKS INTEGRAL WITH CYCLES; DEVICES FOR LEARNING TO RIDE CYCLES
    • B62H5/00Appliances preventing or indicating unauthorised use or theft of cycles; Locks integral with cycles
    • B62H5/14Appliances preventing or indicating unauthorised use or theft of cycles; Locks integral with cycles preventing wheel rotation
    • B62H5/147Appliances preventing or indicating unauthorised use or theft of cycles; Locks integral with cycles preventing wheel rotation by means of circular bolts

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Lock And Its Accessories (AREA)

Abstract

Een ringbeugelslot voorzien van een slothuis, een slotmechanisme dat in het slothuis is opgenomen en een ringbeugel met een in hoofdzaak cirkelsegmentvormige configuratie. De ringbeugel kan in een gesloten stand en een geopende stand worden gebracht en is in de gesloten stand vergrendeld door het slotmechanisme. Door bediening van het slotmechanisme wordt de ringbeugel vrijgegeven om in de geopende stand te worden gebracht. Het ringbeugelslot is verder voorzien van een kabel of ketting voorzien van een kabelpen met een kabelpenomtreksgroef. Op de kabelpenomtreksgroef kan een fixeerelementflens aangrijpen die onderdeel uitmaakt van het slotmechanisme. De fixeerelementflens is met enige speling in het slothuis opgenomen en/of is vervormbaar. Onder invloed van een op de kabel uitgeoefende trekkracht boven wordt de fixeerelementflens in een kamer in het slothuis wordt getrokken, zodat verplaatsing van het fixeerelement vanuit de grendelstand wordt geblokkeerd en de kabelpen dus niet door trekken uit het slothuis kan worden verwijderd.

Description

Titel: Ringbeugelslot met losneembare ketting of kabel
VELD
De uitvinding heeft betrekking op een ringbeugelslot met een losneembare ketting of kabel met behulp waarvan het ringbeugelslot aan een extern object kan worden bevestigd.
ACHTERGROND
Een ringbeugelslot is onder andere bekend uit de het Nederlandse octrooi NL 1.028.885. Deze publicatie openbaart een rijwielslot dat is voorzien van een slothuis, een slotmechanisme dat in het slothuis is opgenomen, en van een ringbeugel met een in hoofdzaak cirkelsegmentvormige configuratie. De ringbeugel is in een gesloten stand en een geopende stand brengbaar. In de gesloten stand is de ringbeugel vergrendeld door het slotmechanisme. Door bediening van het slotmechanisme kan de ringbeugel worden vrijgegeven om in de geopende stand te worden gebracht. Verder is het bekende slot voorzien van een kabelpenopening waarin een kabelpen van een kabel of ketting kan worden gestoken, zodat het ringbeugelslot kan worden bevestigd aan een extern object zoals bijvoorbeeld een hek, een boom of een paal. Het bekende slot is verder voorzien van een fixeerelement dat door rotatie van een slotcilinder vanuit een grendelstand in een ontgrendelstand kan worden bewogen. In de grendelstand reikt het fixeerelement in de kabelpenopening en grijpt deze aan op een omtreksgroef die in de kabelpen is opgenomen. Wanneer het fixeerelement in de ontgrendelstand is gebracht, is het fixeerelement uit de kabelpenopening bewogen en daarmee ook uit de omtreksgroef van de kabelpen, zodat de kabelpen uit de kabelpenopening van het slot kan worden genomen.
Alhoewel het bekende ringbeugelslot een uitstekende beveiliging tegen diefstal biedt, zijn er mogelijkheden voor verdere verbetering.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Bij sabotagepogingen van het bekende ringbeugelslot voorzien van kabel of ketting met kabelpen die in het slothuis van het ringbeugelslot is gestoken, wordt er vaak met kracht aan de kabel getrokken. Eventueel wordt tegelijkertijd met een hamer op het slot geslagen waardoor door trilling en massatraagheid het fixeerelement geleidelijk naar de vrijgavestand kan bewegen. Het rijwiel kan dan van het externe object, zoals een hek, boom of paal, worden losgenomen en worden meegenomen naar een werkplaats waar vervolgens in alle rust het ringbeugelslot verder kan worden opengebroken.
De uitvinding beoogt een ringbeugelslot dat een nog betere beveiliging biedt tegen deze wijze van sabotage.
Hiertoe verschaft de uitvinding een ringbeugelslot dat ten minste omvat: een slothuis; een slotmechanisme dat in het slothuis is opgenomen; een ringbeugel met een in hoofdzaak cirkelsegmentvormige configuratie, waarbij de ringbeugel in een gesloten stand en een geopende stand brengbaar is en in de gesloten stand is vergrendeld door het slotmechanisme en door bediening van het slotmechanisme wordt vrijgegeven om in de geopende stand te worden gebracht; een kabel of ketting voorzien van een kabelpen met een kabelpenomtreksgroef; een kabelpenopening, die is aangebracht in het slothuis en die zich uitstrekt in de richting van een kabelpenopeninghartlijn, waarin de kabelpen opgenomen kan worden; een fixeerelement dat verplaatsbaar is aangebracht in het slothuis en dat in een grendelstand brengbaar is waarin een fixeerelementflens van het fixeerelement zich althans gedeeltelijk uitstrekt in de kabelpenopening, zodat de fixeerelementflens in de grendelstand in aangrijping is met de kabelpenomtreksgroef van een in de kabelpenopening ingebrachte kabelpen, waarbij het fixeerelement door bediening van het slotmechanisme in een ontgrendelstand verplaatsbaar is waarin de fixeerelementflens buiten aangrijping met de kabelpenomtreksgroef is gebracht; een fixeerelementopneemholte die is gevormd in het slothuis en waarin het verplaatsbare fixeerelement is opgenomen, waarbij de fixeerelementopneemholte een flensopneemholte omvat waarin de fixeerelementflens van de grendelstand naar de ontgrendelstand en omgekeerd beweegbaar is opgenomen; gekenmerkt doordat de flensopneemholte aan een naar de kabelpenopening toegekeerde zijde daarvan is voorzien van een kamer, waarvan de afmeting, gezien in de bewegingsrichting van fixeerelementflens tijdens het grendelen en ontgrendelen, in hoofdzaak overeenstemt met de afmeting van de fixeerelementflens in die richting, en waarbij het fixeerelement met enige speling in de fixeerelementopneemholte is op genomen en/of enigszins vervormbaar is, zodanig dat als gevolg van een uitoefening van een trekkracht op de kabelpen, de fixeerelementflens in de kamer beweegt, zodat verplaatsing van het fixeerelement in de grendelstand wordt geblokkeerd.
Met het ringbeugelslot volgens de uitvinding wordt bewerkstelligd dat, wanneer een saboteur het slot tracht te saboteren door aan de kabel of ketting te trekken en eventueel tegelijkertijd met een hamer op het slot te slaan, de fixeerelementflens zich dankzij de speling en/of dankzij de vervormbaarheid onder invloed van de op de kabel of ketting uitgeoefende trekkracht in de kamer van de flensopneemholte beweegt. Eenmaal opgenomen in deze kamer, kan de fixeerelementflens niet meer op en neer bewegen van de grendelstand naar de ontgrendelstand. Het trekken aan de kabel of ketting heeft derhalve een averechtse werking, in die zin dat daarmee het ongeoorloofd losraken van de kabelpen uit de kabelpenopening vrijwel onmogelijk wordt, omdat de fixeerelementflens niet meer uit de omtreksgroef van de kabelpen kan wegbewegen.
Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen hierna aan de hand van een voorbeeld, onder verwijziging naar de figuren, nader worden verduidelijkt.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
Figuur 1 is een perspectief-aanzicht met uiteen genomen delen van een voorbeeld van een ringbeugelslot waarin diverse uitvoeringsvormen van de uitvinding in zijn belichaamd;
Figuur 2 is een perspectief-aanzicht van het in figuur 1 weergegeven ringbeugelslot onder weglating van de slotvoorkap en de slotachterkap;
Fig. 3 toont een detail uit figuur 2;
Fig. 4 toont een perspectief-aanzicht van het ringbeugelslot 1 uit figuur 1 met uiteengenomen delen, voorafgaand aan het assembleren;
Fig. 5 toont een detail uit figuur 4;
Fig. 6 toont een ander perspectiefaanzicht van het in figuur 1 weergegeven voorbeeld van het ringbeugelslot;
Fig. 7 toont een doorsnede van het in figuur 1 weergegeven voorbeeld van het ringbeugelslot over een vlak waarin de ringbeugel beweegt wanneer deze van de gesloten stand naar een geopende stand wordt bewogen en omgekeerd;en
Fig. 8 toont een soortgelijke doorsnede als weergegeven in figuur 7, waarbij de kabelpen in de kabelpen is gestoken en vergrendeld en waarbij aan de kabelpen wordt getrokken.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
Figuren 1-8 tonen een voorbeeld van een ringbeugelslot waarin diverse uitvoeringsvormen zoals beschreven in de volgconclusies zijn belichaamd. Opgemerkt wordt dat de uitvoeringsvormen ook onafhankelijk van elkaar kunnen worden toegepast en dat de uitvinding niet is beperkt tot het voorbeeld dat is getoond in de figuren. De verwijzingscijfers worden hierin gebruikt ter verduidelijking maar hebben geen beperkende werking. Een uitvoeringsvorm kan ook op andere wijze zijn uitgevoerd dan weergegeven in het voorbeeld dat is getoond in de figuren.
In de meest algemene termen is het ringbeugelslot 1 voorzien van een slothuis 2 en een slotmechanisme dat in het slothuis 2 is opgenomen. Verder is het ringbeugelslot 1 voorzien van een ringbeugel 3 met een in hoofdzaak cirkelsegmentvormige configuratie. De ringbeugel 3 is in een gesloten stand en een geopende stand brengbaar. In de gesloten stand is de ringbeugel 3 vergrendeld door het slotmechanisme en door bediening van het slotmechanisme wordt de ringbeugel 3 vrijgegeven om in de geopende stand te worden gebracht. Verder is het ringbeugelslot voorzien van een kabel of ketting 28 voorzien van een kabelpen 29 met een kabelpenomtreksgroef 29a. In het slothuis 2 is een kabelpenopening 16 aangebracht die zich uitstrekt in de richting van een kabelpenopeninghartlijn P. In de kabelpenopening 16 kan de kabelpen 29 worden op genomen. Het ringbeugelslot 1 is verder voorzien van een fixeerelement 17 dat verplaatsbaar is aangebracht in het slothuis 2. Het fixeerelement 17 is in een grendelstand brengbaar waarin een fixeerelementflens 17a van het fixeerelement 17 zich althans gedeeltelijk uitstrekt in de kabelpenopening 16, zodat de fixeerelementflens 17a in de grendelstand in aangrijping is met de kabelpenomtreksgroef 29a van een in de kabelpenopening 16 ingebrachte kabelpen 29. Het fixeerelement 17 is door bediening van het slotmechanisme in een ontgrendelstand verplaatsbaar. In deze ontgrendelstand is de fixeerelementflens 17a buiten aangrijping met de kabelpenomtreksgroef 29a gebracht. In het slothuis 2 is een fixeerelementopneemholte 18 gevormd waarin het verplaatsbare fixeerelement 17 is opgenomen. De fixeerelementopneemholte 18 omvat een flensopneemholte 18a waarin de fixeerelementflens 17a van de grendelstand naar de ontgrendelstand en omgekeerd beweegbaar is opgenomen.
Het ringbeugelslot 1 wordt gekenmerkt doordat de flensopneemholte 18a aan een naar de kabelpenopening 16 toegekeerde zijde daarvan is voorzien van een kamer 18b, waarvan de afmeting, gezien in de bewegingsrichting van fixeerelementflens 17a tijdens het grendelen en ontgrendelen, in hoofdzaak overeenstemt met de afmeting van de fixeerelementflens 17a in die richting. Het fixeerelement 17 is met enige speling in de fixeerelementopneemholte opgenomen en/of is enigszins vervormbaar, zodanig dat als gevolg van een uitoefening van een trekkracht op de kabelpen 29 de fixeerelementflens 17a in de kamer 18b beweegt. Als gevolg daarvan wordt verplaatsing van het zich in de grendelstand bevindende fixeerelement 17 geblokkeerd.
Het fixeerelement 17, de fixeerelementflens 17a, de fixeerelementopneemholte 18 en de flensopneemholte 18a en de kamer 18b zijn duidelijk zichtbaar in figuren 2-7.
Nadere uitvoeringsvormen worden hierna achtereenvolgens verduidelijkt onder verwijzing naar de figuren.
Figuur 1 toont een slotvoorkap 21 en een slotachterkap 22. Naast de verplaatsbare ringbeugel 3 is het ringbeugelslot 1 ook nog voorzien van een vaste ringbeugel 23. Deze vaste ringbeugel 23 is over het algemeen net als de verplaatsbare ringbeugel 3 vervaardigd uit gehard materiaal dat niet of nauwelijks met een zaag of slijpschijf kan worden doorgezaagd of doorgeslepen. In een gesloten toestand van het ringbeugelslot 1 vormen de verplaatsbare ringbeugel 3 en de vaste ringbeugel 23 een gesloten cirkelvormige ring die op geen enkele omtrekspositie is onderbroken. Verder toont figuur 1 nog een bevestigingselement 24 met behulp waarvan de vaste ringbeugel 23 wordt verbonden met de slotvoorkap 21 en de slotachterkap 22 en die een aangrijpingspunt verschaft voor een eerste uiteinde van spiraaltrekveer (niet getoond). De spiraaltrekveer is met een tweede uiteinde verbonden met de verplaatsbare ringbeugel 3. Wanneer het slotmechanisme wordt bediend, wordt de verplaatsbare ringbeugel 3 vrijgegeven en trekt de spiraaltrekveer de verplaatsbare ringbeugel 3 in de geopende stand. Om het ringbeugelslot 1 te sluiten moet een gebruiker de verplaatsbare ringbeugel 3 tegen de veerwerking van de spiraaltrekveer in, in de gesloten stand bewegen. Daartoe is de ringbeugel 3 over het algemeen voorzien van een knop, die in dit uitvoeringsvoorbeeld is verbonden met de flens 3a die in figuur 1 zichtbaar is. Tot slot toont figuur 1 nog een afdekkap 10 die op het slothuis 2 is geplaatst en die hierna in meer detail zal worden beschreven.
Figuur 2 is een perspectivistisch vooraanzicht van het voorbeeld van het ringbeugelslot 1 uit figuur 1, waarbij de afdekkap 10 van het slothuis 2 is op gelicht, zodat onderdelen van het slotmechanisme zichtbaar zijn. Figuur 3 toont een detail uit figuur 2. In figuren 2 en 3 is een slotcilinder 5 getoond die is op genomen in een slotcilinderopening 6 van het slothuis 2. De slotcilinder 5 strekt zich uit in de richting van een slotcilinderhartlijn S en is verbonden met een excenternok 7 (zie figuren 4, 5 en 7), die excentrisch ten opzichte van de slotcilinderhartlijn S is opgesteld. Ook zichtbaar is een grendelplaat 8, die beweegbaar in het slothuis 2 opgenomen is en in aangrijping is met de excenternok 7. De grendelplaat 8 grijpt in een gesloten toestand van de ringbeugel 3 aan op een inkeping 20 (zie ook figuur 4) die is voorzien in de ringbeugel 3. Daartoe is een eerste veer 26 (zie ook figuren 3-5 en 7) aanwezig die de grendelplaat 8 naar de ringbeugel 3 dwingt. In de geopende toestand van de ringbeugel 3 kan de grendelplaat 8 ook op een inkeping 25 in de ringbeugel 3 aangrijpen om te verhinderen dat de ringbeugel 3 op een ongewenst moment uit de geopende stand beweegt. Een dergelijke gebeurtenis is ongewenst omdat die er tijdens het fietsen toe zou kunnen leiden dat de ringbeugel 3 tussen de spaken van het fietswiel komt en aldus tot een plotselinge blokkade van het wiel leidt met alle gevolgen van dien. Door rotatie van de slotcilinder 5 en de daarmee verbonden excenternok 7 is de grendelplaat 8 tegen de veerwerking van de eerste veer 26 in, in een ontgrendelstand brengbaar, waarin deze buiten aangrijping met de inkeping 20 is gebracht. De ringbeugel 3 is dan vrijgegeven om in de geopende stand te worden gebracht. Dit vindt over het algemeen automatisch plaats door middel van de niet getoonde, eerder genoemde spiraaltrekveer. De grendelplaat 8 is op genomen in een grendelplaatopneemholte 9, die is gevormd in het slothuis 2. De grendelplaatopneemholte 9 is voorzien van een grendelplaatopneemholte-toevoeropening, via welke de grendelplaat 8 tijdens assemblage in de grendelplaatopneemholte 9 brengbaar is.
Fig. 2 toont tevens duidelijk de afdekkap 10 die een in hoofdzaak U-vormige configuratie heeft. In dit uitvoeringsvoorbeeld bestaat de afdekkap 10 uit een afdekkaphjf 10a en twee zich vanaf het afdekkaplijf 10a uitstrekkende afdekkapbenen 10b. De afdekkapbenen 10b strekken zich in geassembleerde toestand van het ringbeugelslot 1 aan weerszijden van het slothuis 2 uit. De afdekkap 10 dekt in die toestand de grendelplaatopneemholte-toevoeropening zodanig af dat de grendelplaat 8 in de grendelplaatopneemholte 9 is opgesloten. De afdekkap 10 is bij voorkeur vervaardigd uit een gehard metaal, zoals gehard staal, of uit een harde legering. Hierdoor kan een saboteur zich zelfs met een boor of slijptol geen of slechts met zeer veel moeite toegang verschaffen tot de grendelplaat 8 en het fixeerelement 17.
Verder tonen figuren 2-8 dat slothuis 2 in deze uitvoeringsvorm is uitgevoerd als een gietstuk, zodat alle vormelementen, zoals bijvoorbeeld de fixeerelementopneemholte 18, de grendelplaatopneemholte 9, de slotcilinderopening 6, de kabelpenopening 16 en de diverse uitsparing bij het gieten in één keer kunnen worden gevormd. De eerder genoemde fixeerelementopneemholte 18 in het slothuis 2, waarin een fixeerelement-as 19 is op genomen, maakt in die uitvoeringsvorm bij voorkeur ook een integraal onderdeel uit van het slothuis 2. De fixeerelement-as 19 heeft een hartlijn die haaks staat op een kabelpenopeninghartlijn P van een kabelpenopening 16 (weergegeven in figuur 5). Het fixeerelement 17, dat verplaatsbaar, en in dit voorbeeld meer in het bijzonder verzwenkbaar, is aangebracht in het slothuis 2, is in dit voorbeeld in aangrijping met de grendelplaat 8. In een alternatieve uitvoering zou het fixeerelement 17 ook in aangrijping kunnen zijn met de excentemok 7. In het getoonde voorbeeld is een tweede veer 27 aanwezig (zie figuren 2-4) die aangrijpt op het fixeerelement 17 en die het fixeerelement 17 in een grendelstand dwingt. In die grendelstand strekt het fixeerelement 17, meer in het bijzonder de fixeerelementflens 17a zich gedeeltelijk uit in de kabelpenopening 16 (zichtbaar in figuur 7) in een vlak dat zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt op de kabelpenopeninghartlijn P. In de grendelstand is het fixeerelementflens 17a in aangrijping met een kabelpenomtreksgroef 29a van een in de kabelpenopening 16 aangebrachte kabelpen 29. In een alternatieve uitvoeringsvorm zou in plaats van door middel van de veerwerking van de tweede veer 27, het fixeerelement 17 ook door middel van de veerwerking van de eerste veer 26 in de grendelstand kunnen worden gedwongen. In die alternatieve uitvoeringsvorm zou dan slechts sprake zijn van een enkele veer. Door rotatie van de slotcilinder 5 en de daarmee verbonden excenternok 7, wordt de grendelplaat 8 tegen veerwerking in een ontgrendelstand bewogen. Door de verplaatsing van de grendelplaat 8 wordt tevens het fixeerelement 17 verplaatst, meer in het bijzonder verzwenkt, en wordt het fixeerelement 17 aldus buiten aangrijping met de kabelpenomtreksgroef gebracht, zodat de kabelpen 29 uit de kabelpenopening 16 kan worden genomen.
In een alternatieve uitvoeringsvorm kan het fixeerelement 17, in plaats van te worden aangegrepen door de grendelplaat 8, direct worden aangegrepen door de excenternok 7, zodat de excenternok 7 niet alleen de grendelplaat 8 verplaatst maar tevens het fixeerelement 17.
Het fixeerelement 17 is in de fixeerelementopneemholte 18 plaatsbaar via een fixeerelementopneemholte-toevoeropening, die toegang verschaft tot de fixeerelementopneemholte 18. Het fixeerelement 17 is in dit voorbeeld gelagerd op de fixeerelement-as 19. In de geassembleerde toestand wordt het fixeerelement 17 omsloten door de zich aan weerszijden van het slothuis 2 uitstrekkende afdekkapbenen 10b van de afdekkap 10.
Figuren 4 en 5 tonen het hierboven beschreven voorbeeld in een explosie-aanzicht. Sommige aspecten van het ringbeugelslot 1, zoals bijvoorbeeld de fixeeropneemholte 18, de flensopneeholte 18a en de kamer 18b en de fixeerelementflens 17a, zijn daarin nog beter zichtbaar. De ringbeugel 3 is op genomen in het ringbeugelkanaal 4 en wordt omsloten door het ringbeugelkanaalwanden 2a, zodanig dat de ringbeugel 3 uitsluitend in de richting van de cirkelsegmentvormige hartbjn C uit het ringbeugelkanaal 4 verwijderbaar is en daarin plaatsbaar is.
Figuur 6 toont het slothuis 2 vanuit een ander gezichtspunt. Daarin zijn de fixeerelementflens 17a, de flensopneemholte 18a en de kamer 18b duidelijk zichtbaar. Ook is zichtbaar is dat de kamer 18b een drempel 18c in de flensopneemholte 18a vormt die verticale beweging de fixeerelementflens 17a blokkeert wanneer de fixeerelementflens 17a door verplaatsing als gevolg van spehng en/of vervorming van de fixeerelementflens 17a in de kamer 18b is getrokken als gevolg van een op de kabelpen 29 uitgeoefende trekkracht. Wanneer de fixeerelementflens 17a naar beneden zou willen bewegen indien deze als gevolg van op de kabelpen 29 uitgeoefende trekkracht in de kamer 18b is getrokken, loopt deze aan tegen de drempel 18c. De fixeerelementflens 17a is daardoor gedwongen om in de grendelstand te blijven. Deze toestand is duidehjk weergegeven in figuur 8. Wanneer geen trekkracht op de kabelpen 29 wordt uitgeoefend, bevindt de fixeerelement flens 17a zich niet in de kamer 18b en is deze omhoog en omlaag beweegbaar in de flensopneemholte 18a. Deze situatie is weergegeven in figuur 7.
Figuur 6 toont tevens een blokkeeruitsparing 14, die integraal is opgenomen in het slothuis 2. De blokkeeruitsparing 14 is zodanig aangebracht dat de excenternok 7 in de blokkeeruitsparing 14 reikt wanneer de slotcilinder 5 vanuit een gesloten, normale gebruiksstand in een axiaal inwaarts bewogen stand is geforceerd. De in de blokkeeruitsparing 14 reikende excenternok 7 is dan geblokkeerd en de daarmee in aangrijping zijnde grendelplaat 8 kan niet meer uit de grendelstand worden bewogen. Hierdoor is de grendelplaat 8 niet meer van de vergrendelde naar de ontgrendelde staat brengbaar. Deze blokkeeruitsparing 14 is ook duidelijk zichtbaar is in figuur 7.
Figuren 4, 5 en 7 tonen dat de slotcihnder 5 nabij de verbinding tussen de slotcilinder 5 en de excenternok 7 over een omtreksgroef 11 beschikt. Deze verbinding vormt ter plaatse van de omtreksgroef 11 een eerste breekbeveiliging, die breekt bij het uitoefenen van een axiale kracht boven een bepaalde drempelwaarde. Ook is in die figuren zichtbaar is dat de slotcilinder 5 in dit voorbeeld een eerste en een tweede deel omvat, waarbij een tweede omtreksgroef 15 zich bevindt tussen genoemd eerste en genoemd tweede deel van de slotcilinder 5. De tweede omtreksgroef 15 vormt een tweede breekbeveiliging, die bij het uitoefenen van een axiale kracht op de slotcilinder 5 boven een bepaalde drempelwaarde breekt.
Figuren 2-8 tonen ook dat het slothuis 2 is voorzien van een uitsparing 12, die reikt tot in de slotcilinderopening 6. De afdekkap 10 is voorzien van een blokkeerflens 13, die zich in hoofdzaak uitstrekt in een vlak dat zich loodrecht uitstrekt op de cilinderslothartlijn S. De blokkeerflens 13 reikt door de uitsparing 12 tot in de slotcilinderopening 6 en de omtreksgroef 11 van de slotcilinder 5, zodanig dat de slotcilinder 5 in axiale richting is opgesloten door de blokkeerflens 13.
Bij de assemblage van het ringbeugelslot 1 wordt de ringbeugel 3, met de in hoofdzaak cirkelsegmentvormige configuratie, over (e. along) de cirkelsegmentvormige hartlijn C in het ringbeugelkanaal 4 geschoven. De ringbeugel 3 wordt daarbij door de ringbeugelkanaalwanden 2a omvat en is in een gesloten stand en een geopende stand brengbaar.
Vervolgens wordt de grendelplaat 8 en de daarmee geassocieerde eerste veer 26 in een richting evenwijdig aan de Y-richting ingebracht in de in het slothuis 2 voorziene grendelplaatopneemholte 9. De grendelplaat 8 grijpt daarbij in gesloten toestand van het ringbeugelslot aan in een inkeping 20 in de cirkelsegmentvormige ringbeugel 3. Verder wordt evenwijdig aan de Y-richting het fixeerelement 17 en de daarmee geassocieerde tweede veer 27 ingebracht in de fixeerelementopneemholte 18 die een integraal onderdeel uitmaakt van het slothuis 2. Het fixeerelement 17 wordt aangebracht op de fixeerelement-as 19, zodanig dat het fixeerelement 17 verzwenkbaar is aangebracht in het slothuis 2. Het fixeerelement 17 is daarbij in aangrijping met de grendelplaat 8 of, in een alternatieve uitvoeringsvorm, in aangrijping met de excenternok 7.
Daarna wordt de slotcilinder 5 evenwijdig aan de X-richting in de slotcilinderopening 6 van het slothuis 2 gestoken, zodanig dat de excenternok 7 van de slotcilinder 5 aangrijpt op de grendelplaat 8. De ringbeugel 3 is in de gesloten stand vergrendeld door de grendelplaat 8 en wordt door rotatie van de slotcilinder 5 vrijgegeven zodat deze in de geopende stand kan worden gebracht bijvoorbeeld door middel van de niet weergegeven spiraaltrekveer.
De afdekkap 10 wordt evenwijdig aan de Z-richting over het slothuis 2 geplaatst. De plaatsing is zodanig dat de afdekkapbenen 10b zich aan weerszijden van het slothuis 2 uitstrekken, waarbij de afdekkap 10 de grendelplaatopneemholte-toevoeropening afdekt zodanig dat de grendelplaat 8 in de grendelplaatopneemholte 9 is opgesloten. Ook strekt ten minste één van de afdekkapbenen 10b zich zo uit dat deze de fixeerelementopneemholte-toevoeropening afdekt, zodanig dat het fixeerelement 17 in de fixeerelementopneemholte 18 is opgesloten.
De hiervoor beschreven assemblage van het ringbeugelslot 1 is eenvoudig en snel en kan zelfs geautomatiseerd plaatsvinden. Doordat de onderdelen vanuit verschillende richtingen naar elkaar toe worden gebracht is deassemblage bij sabotage van het slot veel lastiger dan bij conventionele sloten die via de traditionele stapelmethode in elkaar zijn gezet.
De diverse uitvoeringsvormen die hierboven zijn beschreven kunnen onafhankelijk van elkaar worden toegepast en met elkaar op verschillende wijze worden gecombineerd. De verwijzingscijfers in de gedetailleerde beschrijving en de conclusies beperken de beschrijving van de uitvoeringsvormen en de conclusies niet en dienen slechts ter verduidelijking.

Claims (9)

1. Een ringbeugelslot ten minste omvattend: een slothuis (2); een slotmechanisme dat in het slothuis (2) is opgenomen; een ringbeugel (3) met een in hoofdzaak cirkelsegmentvormige configuratie, waarbij de ringbeugel (3) in een gesloten stand en een geopende stand brengbaar is en in de gesloten stand is vergrendeld door het slotmechanisme en door bediening van het slotmechanisme wordt vrijgegeven om in de geopende stand te worden gebracht; een kabel of ketting (28) voorzien van een kabelpen (29) met een kabelpenomtreksgroef (29a); een kabelpenopening (16) die is aangebracht in het slothuis (2) en die zich uitstrekt in de richting van een kabelpenopeninghartlijn (P), waarin de kabelpen (29) opgenomen kan worden; - een fixeerelement (17) dat verplaatsbaar is aangebracht in het slothuis (2) en dat in een grendelstand brengbaar is waarin een fixeerelementfLens (17a) van het fixeerelement (17) zich althans gedeeltelijk uitstrekt in de kabelpenopening (16), zodat de fixeerelementfLens (17a) in de grendelstand in aangrijping is met de kabelpenomtreksgroef (29a) van een in de kabelpenopening (16) ingebrachte kabelpen (29), waarbij het fixeerelement (17) door bediening van het slotmechanisme in een ontgrendelstand verplaatsbaar is waarin de fixeerelementfLens (17a) buiten aangrijping met de kabelpenomtreksgroef (29a) is gebracht; een fixeerelementopneemholte (18) die is gevormd in het slothuis (2) en waarin het verplaatsbare fixeerelement (17) is opgenomen, waarbij de fixeerelementopneemholte (18) een flensopneemholte (18a) omvat waarin de fixeerelementflens (17a) van de grendelstand naar de ontgrendelstand en omgekeerd beweegbaar is opgenomen; gekenmerkt doordat de flensopneemholte (18a) aan een naar de kabelpenopening (16) toegekeerde zijde daarvan is voorzien van een kamer (18b), waarvan de afmeting, gezien in de bewegingsrichting van fixeerelementflens (17a) tijdens het grendelen en ontgrendelen, in hoofdzaak overeenstemt met de afmeting van de fixeerelementflens (17a) in die richting, en waarbij het fixeerelement (17) met enige speling in de fixeerelementopneemholte (18) is opgenomen en/of enigszins vervormbaar is, zodanig dat als gevolg van een uitoefening van een trekkracht op de kabelpen (29) de fixeerelementflens (17a) in de kamer (18b) beweegt, zodat verplaatsing van het fixeerelement (17) in de grendelstand is geblokkeerd.
2. Het ringbeugelslot volgens conclusie 1, waarbij het ringbeugelslot (1) is voorzien van: - een afdekkap (10) dat een in hoofdzaak U-vormige configuratie heeft met een afdekkaplijf (10a) en afdekkapbenen (10b), waarbij de afdekkap over het slothuis (2) is geplaatst, zodanig dat de afdekkapbenen (10b) zich aan twee tegenover elkaar gelegen zijden van het slothuis (2) bevinden, waarbij de afdekkap (10) is vervaardigd uit een gehard metaal, zoals gehard staal, of uit een harde legering.
3. Het ringbeugelslot volgens conclusie 2, waarbij het slothuis (2) een gietstuk is en is voorzien van: - een fixeerelement-as (19) die een integraal onderdeel uitmaakt van het slothuis (2) en in de fixeerelementopneemholte (18) is opgenomen, waarbij de fixeerelement-as (19) een hartlijn heeft die haaks op de kabelpenopeninghartlijn (P) staat; - een fixeerelementopneemholte-toevoeropening die toegang verschaft tot de fixeerelementopneemholte (18) en via welke fixeerelementopneemholte-toevoeropeninghet fixeer-element (17) plaatsbaar is in de fixeerelementopneemholte (18), waarbij in een geassembleerde toestand van het ringbeugelslot (1) het fixeerelement (17) zwenkbaar is gelagerd op de fixeerelement-as (19), waarbij het fixeerelement (17) is opgesloten door één van de zich aan weerszijden van het slothuis (2) uitstrekkende afdekkapbenen (10b).
4. Het ringbeugelslot volgens conclusie 2 of 3, waarbij het slotmechanisme omvat: - een slotcilinder (5) die is op genomen in een slotcibnderopening (6) van het slothuis (2) en die zich uitstrekt in de richting van een slotcilinderhartlijn (S); een excenternok (7) die excentrisch ten opzichte van de slotcilinderhartlijn (S) is opgesteld en is verbonden met de slotcilinder (5); een grendelplaat (8) die beweegbaar in het slothuis (2) is opgenomen en in aangrijping is met de excenternok (7), waarbij de grendelplaat (8) in een gesloten toestand van de ringbeugel (3) aangrijpt op een inkeping (20) die is voorzien in de ringbeugel (3) en door rotatie van de slotcilinder (5) en de daarmee verbonden excenternok (7) tegen veerwerking in, in een ontgrendelstand brengbaar is waarin deze buiten aangrijping met de inkeping (20) is gebracht; waarbij het ringbeugelslot (1) verder is voorzien van: - een grendelplaatopneemholte (9) die is gevormd in het slothuis (2) en die is voorzien van een grendelplaatopneemholte-toevoeropening, waarbij de grendelplaat (8) in een geassembleerde toestand van het ringbeugelslot (1) in de grendelplaatopneemholte (9) is opgenomen, waarbij tijdens assemblage de grendelplaat (8) via de grendelplaatopneemholte-toevoeropening in de grendelplaatopneemholte (9) brengbaar is; en waarbij althans één van de afdekkapbenen (10b) de grendelplaatopneemholte-toevoeropening afdekt zodanig dat de grendelplaat (8) in de grendelplaatopneemholte (9) is opgesloten.
5. Het ringbeugelslot 1 volgens conclusie 4, waarbij de slotcilinder (5) een omtreksgroef (11) bevat nabij de verbinding tussen de slotcilinder (5) en de excenternok (7), zodat ter plaatse van de omtreksgroef (11) een eerste breekbeveiliging is verschaft, die bij het uitoefenen van een axiale kracht boven een bepaalde drempelwaarde breekt.
6. Het ringbeugelslot 1 volgens conclusie 5, waarbij: - het slothuis (2) is voorzien van een uitsparing (12) die reikt tot in de slotcilinderopening (6); en waarbij de afdekkap (10) is voorzien van een blokkeerflens (13) die zich in hoofdzaak uitstrekt in een vlak dat zich loodrecht uitstrekt op de cilinderslothartlijn en die in een geassembleerde toestand van het slot door de uitsparing (12) tot in de slotcilinderopening (6) reikt in de omtreksgroef (11) in de slotcilinder (5), zodanig dat de slotcilinder (5) in axiale richting is opgesloten door de blokkeerflens (13).
7. Het ringbeugelslot 1 volgens conclusie 6, omvattend: - een blokkeeruitsparing (14) die integraal is opgenomen in het slothuis (2) en die zodanig is aangebracht dat de excenternok (7) in de blokkeeruitsparing (14) reikt wanneer de slotcilinder (5) vanuit een gesloten, normale gebruiksstand in een axiaal inwaarts bewogen stand is geforceerd, waarbij de in de blokkeeruitsparing (14) reikende excenternok (7) is gefixeerd en de daarmee in aangrijping zijnde grendelplaat (8) blokkeert, zodanig dat de grendelplaat (8) niet meer van de vergrendelde naar de ontgrendelde staat brengbaar is.
8. Het ringbeugelslot 1 volgens conclusie 6 of 7, waarbij de slotcilinder (5) een eerste en een tweede deel omvat, waarbij de slotcilinder (5) is voorzien van een tweede omtreksgroef (15), die zich bevindt tussen genoemd eerste en genoemd tweede deel van de slotcilinder (5), en waarbij de tweede omtreksgroef (15) een tweede breekbeveiliging vormt, die bij het uitoefenen van een axiale kracht op de slotcilinder (5) boven een bepaalde drempelwaarde breekt.
9. Het ringbeugelslot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het slothuis (2) een enkel gietstuk omvat met een ringbeugelkanaal (4) dat zich uitstrekt langs een cirkelsegmentvormige harthjn (C), waarbij het ringbeugelkanaal (4) wordt begrensd door ringbeugelkanaalwanden (2a) die een integraal onderdeel uitmaken van het gietstuk en die de ringbeugel (3) die zich in het ringbeugelkanaal (4) bevindt omsluiten, zodanig dat de ringbeugel (3) uitsluitend in de richting van de cirkelsegmentvormige hartlijn (C) uit het ringbeugelkanaal (4) verwijderbaar is en daarin plaatsbaar is.
NL2013132A 2014-07-04 2014-07-04 Ringbeugelslot met losneembare ketting of kabel. NL2013132B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2013132A NL2013132B1 (nl) 2014-07-04 2014-07-04 Ringbeugelslot met losneembare ketting of kabel.
DE202014006369.9U DE202014006369U1 (de) 2014-07-04 2014-08-05 Ringbügelschloss
DK15175338.1T DK2962919T3 (da) 2014-07-04 2015-07-03 Ringlås med aftagelig kæde eller kabel
EP15175338.1A EP2962919B1 (en) 2014-07-04 2015-07-03 Ring lock with detachable chain or cable

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2013132A NL2013132B1 (nl) 2014-07-04 2014-07-04 Ringbeugelslot met losneembare ketting of kabel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2013132B1 true NL2013132B1 (nl) 2016-08-16

Family

ID=51541261

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2013132A NL2013132B1 (nl) 2014-07-04 2014-07-04 Ringbeugelslot met losneembare ketting of kabel.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2962919B1 (nl)
DK (1) DK2962919T3 (nl)
NL (1) NL2013132B1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20220379985A1 (en) * 2021-06-01 2022-12-01 ABUS August Bremicker Söhne KG Frame lock

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102021114209A1 (de) 2021-06-01 2022-12-01 ABUS August Bremicker Söhne Kommanditgesellschaft Rahmenschloss
DE102022102480A1 (de) * 2022-02-02 2023-08-03 ABUS August Bremicker Söhne Kommanditgesellschaft Klobenschloss

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1990002074A1 (en) * 1988-08-18 1990-03-08 Basta Låsefabrik A/S Locking device for locking a bicycle
EP1418302A1 (de) * 2002-11-08 2004-05-12 ABUS August Bremicker Söhne KG Rahmenschloss
EP1717135A1 (en) * 2005-04-27 2006-11-02 Stenman Holland B.V. Bicycle lock
EP1834864A1 (en) * 2006-03-16 2007-09-19 Luma Industrias, S.A. Ring lock for bicycles with armouring parts and means for locking the latch bolt of a loop padlock
DE202009002004U1 (de) * 2009-03-30 2009-10-01 Yang, Tzu-Ying, Xihu Rahmenschloss
NL1040142A (nl) * 2012-04-03 2013-10-07 Trelock Gmbh Frameslot.

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1990002074A1 (en) * 1988-08-18 1990-03-08 Basta Låsefabrik A/S Locking device for locking a bicycle
EP1418302A1 (de) * 2002-11-08 2004-05-12 ABUS August Bremicker Söhne KG Rahmenschloss
EP1717135A1 (en) * 2005-04-27 2006-11-02 Stenman Holland B.V. Bicycle lock
EP1834864A1 (en) * 2006-03-16 2007-09-19 Luma Industrias, S.A. Ring lock for bicycles with armouring parts and means for locking the latch bolt of a loop padlock
DE202009002004U1 (de) * 2009-03-30 2009-10-01 Yang, Tzu-Ying, Xihu Rahmenschloss
NL1040142A (nl) * 2012-04-03 2013-10-07 Trelock Gmbh Frameslot.

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20220379985A1 (en) * 2021-06-01 2022-12-01 ABUS August Bremicker Söhne KG Frame lock

Also Published As

Publication number Publication date
DK2962919T3 (da) 2017-01-02
EP2962919B1 (en) 2016-09-07
EP2962919A1 (en) 2016-01-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9217265B2 (en) Joint lock
NL2013132B1 (nl) Ringbeugelslot met losneembare ketting of kabel.
US7849720B2 (en) Cam pin stop apparatus
US7770422B1 (en) Round padlock
TWI670195B (zh) 框架鎖
EP3147431B1 (en) Lockset comprising a safety locking mechanism
CN105121761A (zh) 圆筒锁以及这种锁和钥匙的组合
NL2013131B1 (nl) Ringbeugelslot en een werkwijze voor het assembleren van een dergelijk ringbeugelslot.
WO2013135787A1 (fr) Antivol à supercondamnation pour colonne de direction de véhicule automobile
US8459072B2 (en) Security cover for a cylinder lock
EP2036810A2 (en) Wheel fork for a bicycle, and bicycle frame as well as bicycle provided with such a wheel fork
EP2337712B1 (fr) Dispositif antivol de direction pour vehicule automobile
WO2019110989A1 (en) Locking assembly for motorcycles
KR20090064156A (ko) 차량용 록장치
NL1033437C1 (nl) Fietsslot.
NL8300423A (nl) Tweewielerslot.
JP6587836B2 (ja) 南京錠施錠式平面ハンドル
JP3224294U (ja) 開錠用器具
JP4700508B2 (ja) シリンダ錠
EP2736773B1 (fr) Dispositif antivol pour une colonne de direction de véhicule automobile
KR20130065472A (ko) 자전거의 잠금장치
JP2008257534A (ja) 自動販売機の扉ロック装置
JP6140560B2 (ja) シリンダ錠の保護装置
KR20090010454U (ko) 소형 금고용 서랍 개폐수단의 안전장치
JP3195347U (ja) 施錠具

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180801