NL1038577C2 - Kas en scherminrichting daarvoor. - Google Patents

Description

KAS EN SCHERMINRICHTING DAARVOOR

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kas welke is verbeterd door middel van een daarboven geplaatste scherminrichting, alsmede op een 5 scherminrichting geschikt voor plaatsing op een bestaande kas, zoals weergegeven in de aanhef van althans de navolgende conclusie 1.

Dergelijke buiten de kas geplaatste scherminstallaties zijn algemeen bekend, zowel bij kassen van het zogenaamde breedkap type, als bij kassen van het zogenaamde Venlo-type. Ze hebben ten opzichte van intern opgenomen 10 scherminstallaties het voordeel dat zich geen warmte ophoopt tussen het scherm en de nok van de kas, hetgeen het kasklimaat en daarmee de gewas-ontwikkeling, ofwel de productiviteit van de kas, negatief kan beïnvloeden. Breedkap type kassen worden gekenmerkt door een relatief brede overkapping van steunen voor een kas, en wel met een enkel nokvormig dek. Venlo type kassen dekken relatief kleinere 15 overspanningen af, en daarbij veelal met twee of meer nok-vormige dekken. De beide zijden van een Venlo-dek zijn daarmee kleiner in diagonale strekking.

Bij het type breedkap worden dergelijke scherminstallaties, ook wanneer het om buitenschermen gaat, tot nu toe gevormd door zogenaamde oprolschermen, hetgeen als voordelen heeft dat het aanbrengen van de inrichting relatief eenvoudig is, en dat 20 de inrichting per schuine kapzijde opgerold dan wel uitgerold kan worden. Dit kan bijvoorbeeld in afhankelijkheid van een dominerende oriëntatie op het zuiden dan wel noorden, en/of het algehele niveau van instraling van buitenlicht. Het bekende oprolscherm dekt het betreffende kapdeel af vanaf de onderzijde van beluchtingsluchtramen in het dek. Voor het Venlo-type kas bestaan verschillende 25 constructie-varianten, die alle gekenmerkt zijn door een overwegend horizontaal scherm dat, zoals bijvoorbeeld bekend uit de Japanse octrooipublicatie 2002-061325 direct of met enige tussenliggende afstand op de nokken van een Venlo-kas is afgesteund. Met behulp van in overeenkomstige richting opgenomen draden wordt hierbij een dwars op de kappen van de kas in- en uitschuifbaar opgenomen 30 schermdoek ondersteund en op zijn plaats gehouden.

Conform een variant op dit op zich bekende schermings-principe voor Venlo-kassen, kan een ondersteuningsconstructie zijn afgesteund in de goot tussen twee kappen, welke goot hiertoe aangepast, in het bijzonder breder dient te zijn uitgevoerd. Hierdoor is het achteraf aanbrengen van een scherminrichting niet mogelijk zonder 35 ingrijpende aanpassingen van de kas. Het aanbrengen van de inrichting dient met de 1 03 85 77 2 bouw van de kas te zijn voorzien en dient te gebeuren voordat het glasdek is geplaatst. Uit een poging tot oplossing van dit probleem is het bekend om buiten de kas om steunen voor de scherminrichting aan te brengen. Het nadeel hiervan, voor zover om de kas heen benodigde ruimte beschikbaar is, is dat er evenzeer als bij de 5 variant met afsteuning in de dakgoot, een relatief complex en duur raamwerk over de kas heen dient te worden aangebracht. Bij alle oplossingen voor een extern scherm voor de Venlo-kas blijven, afgezien van kosten ten gevolge van verzwaarde uitvoering zoals bij afsteuning in de goot of buiten de kas om, de nadelen bestaan van gecompliceerd en/of zwaar montagewerk, en van het “alles of niets” afschermen, ten 10 gevolge van overdwarse, dan wel relatief brede uitspanning van het scherm ten opzichte van kas-secties, ofwel ten opzichte van een kasdek.

De onderhavinge uitvinding stelt zich dan ook ten doel te komen tot een universele, lichtgewicht oplossing, en wel met een scherminrichting welke eveneens achteraf kan worden aangebracht, zowel bij het Venlo- als bij het breedkap type. 15 Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt met de maatregelen zoals weergegeven in het kenmerkend deel van de navolgende conclusie 1. Deze maatregelen omvatten de toepassing van een ondersteuning van het buitenscherm met een uit de tentenbouw bekende koepel-, dan wel piramideconstructie. Ingezien is dat uit te gaan van een dergelijk concept voor de uitvoering van een schermsteun, de afsteuning van het de 20 scherminrichting zeer licht van gewicht kan blijven. Met de koepelvormige ondersteuning worden steunvlakken voor het doek gecreëerd. Bij voorkeur zijn ten minste de nokken van dergelijke koepels verbonden door een stijf verbindingselement. Het scherm kan een doek zijn dat op op zich bekende wijze in de richting van een dergelijk nok-element beweegt. Bij voorkeur is het doek opgenomen in een eveneens 25 bekend oprolscherm. Een verder voordeel is dat een opstaande helft schaduwwerking kan veroorzaken voor de andere helft zodat deze relatief makkelijk, dat wil zeggen zonder grote licht-effecten open gelaten kan worden. Bij uitvoering met een oprolscherm kan gemakkelijk een gedeeltelijk openen of sluiten gerealiseerd worden.

De nieuwe constructie kan eenvoudig met afsteuning op de nok van een dek 30 dan wel in een kas worden opgenomen. Met dit nieuwe concept kan de scherminrichting evenzeer als binnenscherm worden toegepast. Althans buiten steunt de koepelconstructie met twee van de vier hoekpunten telkens op twee nokken van de kas, doorgaans twee naburige nokken. De krachten uit de koepel worden op gunstige wijze in een nok-constructie en vervolgens in het kasdek en daarna in het 35 kasgestel ingeleid. Met het aanbrengen van een aantal koepelconstructies 3 naast elkaar creëert de onderhavige uitvinding een steunvlak dat gebruikt kan worden voor het aanbrengen, althans ondersteunen van een overlangs, dat wil zeggen in lijn met de uitstrekking van een kasdek opgenomen rolscherm.

De nieuwe constructie is eenvoudig en zonder aanpassingen aan te brengen op 5 een bestaande bestaande kas, zowel van het Venlo type als van het breedkap type, en heeft daarbij wel het voordeel, maar niet het nadeel van de bekende scherminrichting voor breedkapschermen. De nieuwe constructie dekt dan ook een gehele nokhelft af in plaats van tot de onderzijde van een luchtraam, verschaft daarbij de mogelijkheid tot openen van het raam, en staat toe dat uitsluitend de scherming 10 van slechts één nokhelft wordt bediend in plaats van beide of meerdere nokhelften tegelijk. De nieuwe constructie staat dan ook toe dat het op zich bekende oprolscherm optimaal en universeel, dat wil zeggen ongeacht kastype, kan worden toegepast, met alle voordelen van dien.

De huidige uitvinding is ten slotte uniek en verrassend in de zin dat het afziet van 15 een constructie voor een overwegend horizontaal scherm zoals bij het type Venlo-kas, en dat het op nieuwe wijze, in het bijzonder door een tussen twee nokken uitstrekkend stangenstelsel, voorziet in steunvlakken, in het bijzonder schuin opwaarts in een eigen nok samenkomend, voor oprolschermen zoals bekend uit de breedkapschermen. Hiermee staat het nieuwe ontwerp toe dat de luchtramen zowel bij het venlo als bij de 20 breedkapkas ruim geopend kunnen worden, en dat de twee helften van een nok onafhankelijk van elkaar en van andere kasdelen, en in het bijzonder per kassectie geschermd kunnen worden. Het huidige ontwerp heeft verder het voordeel dat het evenzeer voor interne gebruik, ofwel interne scherming kan worden toegepast als voor de hiervoor besproken buitenscherming. Het nieuwe buitenscherm kan tenslotte zowel 25 in de richting 'van kasgoot naar kasgoot' verlopen, maar ook in de richting 'van tralie naar tralie'.

De uitvinding zal thans bij wijze van voorbeeld nader worden toegelicht aan de hand van een tekening waarin: 30 Figuur 1 illustreert een bekend buitenscherm voor een breedkap type kas, waarbij een oprolscherm over het dek tot aan de onderzijde van een luchtraam wordt uitgerold;

Figuur 2A een uit de stand van de techniek algemeen bekende constructie voor een Venlo-kas met buitenscherm, waarbij het scherm in de kasgoot is afgesteund; 4

Figuur 2B illustreert een algemeen schermprincipe dat eveneens als horizontaal scherm boven een kas bekend is;

Figuur 3A en 3B zijn tekeningen uit JP A 2002 061 325, welke illustratief zijn voor een horizontaal scherm dat direct op een nok of op enige afstand daarvan met 5 een tussengelegen luchtdoorvoerlaag op de nokken van een Venlo-kas is afgesteund;

Figuur 4A illustreert een deel van de constructie voor de uitvinding volgens een eerste uitvoeringsvorm, en figuur 4B volgens een tweede uitvoeringsvorm;

Figuur 5A illustreert een met een dwarsdoorsneden een deel van een kas volgens de uitvinding, en figuur 5B illustreert dit deel vanuit zij-aanzicht; 10 Figuur 6 illustreert aan de hand van een bovenaanzicht, een dwarsdoornede en een zijaanzicht van een deel van een kas, de krachtverdeling en opname met de constructie volgens de uitvinding;

Figuren 7 tot 8 illustreren een toepassing van de scherminrichting volgens de uitvinding aan de binnenzijde van een kas.

15 In de figuren zijn overeenkomstige constructieve delen met gelijke verwijzingstekens aangeduid.

Figuur 1 toont de kap van het breedkap kastype, waarbij hetzij een, hetzij beide dekken voorzien zijn van een beluchtingsraam. Het buitenscherm systeem hiervan berust op het basisprincipe van een rolscherm. Het schermdoek wordt op en 20 afgewikkeld door een buis welk gekoppeld is aan een motor. Dit kan een buismotor van 220V zijn, welke dan in de buis is opgenomen, maar ook een krachtstroom motor op 380V, welke aan het buisuiteinde wordt gekoppeld. Per dekhelling wordt het buiten rolscherm aangedreven door een eigen motor. De keuze van het type motor is afhankelijk van het aantal vierkante meters schermdoek dat per dekhelling opgerold 25 dient te worden. Voor het afzetten van het door de motor opgebouwde moment is een langsgeleiding aan de kopse kant dan wel midden op de breedkap kas gemonteerd.

De montage van dit rolscherm systeem is betrekkelijk eenvoudig. Hiertoe wordt onder meer onder het luchtraam dan wel in de nok een aaneengesloten aluminium peesprofiel gemonteerd. Systeemvoordelen van dit type scherm zijn derhalve zijn 30 grote oppervlakken en eenvoudige montage. Systeem nadelen zijn dat de grote doeklengte krimp gerelateerde problemen oplevert, dat de montage weersafhankelijk is en dat het gebruik in sterke mate weersafhankelijk is: bij wind is het systeem gevoelig voor opwaaien. Het systeem is ook niet universeel toepasbaar in verband met afwerking en diversiteit van breedkap kas constructies.

5

Figuur 2A illustreert een dek van een kas van het Venlo type, weergegeven met meerdere nokken, en met een ophangconstructie voor een schermsysteem. Dit type schermsysteem, weergegeven in figuur 2B, is op zich bekend en wordt al jaren toegepast in voornamelijk het buitenland in buitenteelten of open veld teelten zonder 5 aanwezigheid van een kas constructie. Het betreft een hangend systeem, waarbij het schermdoek in breedte richting iedere 40centimer is voorzien van een rij kunststof haakjes. Deze zijn in het doek om kunststof strips gehaakt, welke in lengte richting om de 40 centimeter meegebreid zijn in het schermdoek. Deze haakjes worden opgehangen aan bovenlangs verlopende RVS steundraden. Aan beide doekuiteinden 10 worden de kunststof strips individueel opgespannen en vast geknoopt aan ‘loopwielen’. Deze loopwielen rollen in een C-vormig profiel. Bij het open en dicht gaan van het scherm kunnen de loopwielen met het doek meerollen. Door het opspannen van de kunststof strips ontstaan over de gehele lengte mooie plooien in het schermdoek en ligt het uiteinde goed vast zodat de wind hierop geen vat kan krijgen.

15 Voor het verplaatsen van de doeklijsten is er een semi-trekduw installatie boven het schermdoek gemonteerd. De doeklijsten zijn aan een trekduw buis gekoppeld door middel van een vaste verbinding. In de midden van de afdeling is er een wikkelas gemonteerd die RVS kabel op en afwikkelt. De uiteinden van de kabel zijn weer aan de doorlopende trekduw buis gekoppeld. De gehele schermconstructie 20 hangt aan een staalconstructie die opgebouwd is uit stalen kokers in de orde van 50x50mm en die ongeveer tweeënhalf meter boven de kasgoot uitsteekt. Aan alle kokeruiteinde zijn kopstrippen gelast waarmee het geheel aan elkaar is gebouwd. Tezamen vormen de kokers een compleet raamwerk bovenop de kas. De koker-constructie staat op voetsteunen in de extra brede aluminium kasgoot. De voetsteun is 25 opgebouwd uit strip 50x5mm en staat geborgd in de Aluminium goot door middel van een boutverbinding. De aluminium goot is bovenzijde voorzien van drie groeven waarvan de twee buitenste een open U-vorm hebben en de middelste een C-vorm hebben. In de C groef zit een stalen strip in de orde van 20x20 mm waarin de voetsteunbouten geborgd zijn.

30 Systeemvoordelen zijn dat het schermsysteem betrekkelijk eenvoudig van opzet is, dat er weinig schermonderdelen en kleinmaterialen verbruikt worden; dat een zogenaamde Goot-goot montage kar kan worden toegepast, en dat er eventueel nog een dekwasinrichting over de kas verplaatst kan worden, mits de kopkant vrij is. Systeemnadelen zijn dat de kas voorzien dient te worden van een speciale, extra 35 brede kasgoot, dat de onderbouwconstructie voor het scherm enorm zwaar en log is, 6 dat de onderbouwconstructie voor het beglazen van de kas dient te worden gemonteerd, dat de onderbouwconstructie veel schaduw oplevert, dat de aandrijving boven het scherm zit en niet zichtbaar is, en dat het bij montage moeilijk loopwielen aan scherm doek uiteinde op te spannen.

5 De figuren 3A en 3B illustreren ten slotte een door octrooipublicatie JPA2002061325 bekende scherminrichting althans draagconstructie daarvoor, waarbij deze steeds afsteund op de nokken van een kasgebouw. Het voordeel hiervan is dat hierdoor relatief weinig materiaal ten behoeve van een draagconstructie voor het scherm benodigd is. Figuur 3B illustreren een variant hiervan waarbij de 10 draagconstructie, nog immer met afsteuning op de nok, op enige hoogte daarvan boven het kasgebouw is opgenomen, dat wil zeggen dat er tussen het buitenscherm en de nok een luchtdoorvoeropening aanwezig is. Hiertoe kunnen schoren tussen nok en drager zijn opgenomen. Bij dit type constructie is het schermsysteem soortgelijk aan een conventioneel schermsysteem binnen in de kas. De schermdoeken liggen 15 hier tussen ondersteuningsdraden die onder en bovenlangs van kopgevel tot kopgevel lopen. De schermdoek uiteinden in de langsrichting zijn voorzien van kunststof strippen welk in het schermdoek zijn meegebreid. Deze zijn aangebracht als versteviging ter plaatse van de montageklemmen voor het doek aan zowel spant als doeklijst zijde. De schermdoeken zijn voorzien van soepele vouwlijnen zodat de 20 doeken goed plooien bij het op pakket gaan. De doek uiteinden worden door middel van schuifhaken of een loopwielconstructie gefixeerd zodat wind geen grip kan krijgen op het doek.

Voor het verplaatsen van de doeklijsten wordt ook hier een semi-trekduw installatie toegepast. Deze is onder het schermdoek gemonteerd. De doeklijsten zijn 25 aan een trekduw buis gekoppeld door middel van een vaste verbinding. In het midden van de afdeling is er een wikkelas gemonteerd die een RVS kabel op en afwikkelt, de uiteinden van de kabel zijn weer aan de doorlopende trekduw buis gekoppeld. Het gewicht van de onderbouwconstructie van dit schermsysteem, dat afsteunt op de nokken van de kasconstructie, wordt direct opgevangen door de kasroedes en 30 overgedragen op de kasgoot. Het zogenoemde spant waar het horizontale schuifscherm tegen afsluit wordt gedragen door een op de nok scharnierende omgekeerde V-constructie. Uitsluitend aan de zijgevels worden deze zogenoemde spanten gefixeerd. Voor deze fixatie dient er een speciale staal constructie aan zijgevels te worden opgebouwd. Aan de kopgevels dient ook een speciale staal 35 constructie te worden opgebouwd, alwaar de ondersteuningsdraden worden 7 bevestigd. Deze speciale staalconstructies aan kas kop en zijgevels kan of om en aan de gevels gemonteerd worden dan wel geïntegreerd worden in een nieuw te bouwen kas.

Systeemvoordelen zijn dat het schermsysteem standaard is, dat de aandrijving 5 onder het scherm zit en zichtbaar is, dat de onderbouwconstructie relatief licht is, dat deze na het beglazen van de kas kan worden opgebouwd met een goot-goot montage kar, en dat een V-vormige dekwasinrichting eventueel nog over de kas kan, mits de kop kant vrij is. Systeemnadelen zijn dat er veel schermonderdelen en kleinmaterialen benodigd zijn, dat de kas voorzien dient te worden van een speciale kop en zijgevel 10 constructie, dat de scherm onderbouw gevoelig is voor uitzetting van de kasconstructie, en dat na opbouw van onderbouw, voor de montage uitsluitend een V-goot montage kar worden toegepast.

Ook vele werkgangen per kasgoot in het voorgaande systeem zette aan tot het bedenken van een alternatief schermsysteem. Hierbij lag de focus op eenvoud en 15 degelijkheid, weinig materialen, werkzaamheden enkel in kasgoot, rekening houdend met goede werkhoudingen bij montage, weinig werkgangen per kasgoot, zowel toepasbaar op bestaande en nieuwbouwkassen zonder ingrijpende wijzigingen.

Ondermeer geïnspireerd op de opbouw van een lichtgewicht kampeer koepel tent werd een geheel nieuw idee voor de onderbouw van een schermsysteem op de 20 kas ontwikkeld, weergegeven in de figuren 4A en 4B, waarbij de draagconstructie telkens op twee nokken steunt. Hierdoor ontstaat er een X-vormig raamwerk in de vorm van een piramide. Door de montage punten links en rechts van een luchtraam te houden, en daarbij de piramide althans ongeveer dezelfde dekhelling te geven ontstaat er een sterk geheel waarbij geen verticale uitlijning problemen kunnen 25 ontstaan. Een verdere maatregel is daarbij de belasting van en uit de schermconstructie in lijn te laten liggen met de kasdekroedes. Het X-vormige raamwerk kan zowel zoals bij tenten uit twee elementen, als uit vier, eveneens in de nok samenkomende elementen zijn gevormd. Invloed van kas nok tot nok maatverschillen en bijbehorende uitzettingsverschillen, voortkomend uit de onderbouw 30 van de kas constructie worden opgevangen door de scharnierende constructie op de kasnokken en/of de kasknooppunten per plaatse van de piramide top. Wanneer maatverschillen optreden in de kasconstructie ontstaat er enkel een klein verschil in onderlinge hoogte van de knooppunten, hetgeen met het nu ontwikkeld schermsysteem niet problematisch is, nog bij toepassing aan de buitenzijde van de 35 kas, noch bij toepassing aan de binnen in de kas.

8

Met dit nieuwe type onderbouw volgens de uitvinding, kunnen diverse type schermen worden opgebouwd. Zowel een horizontaal abri systeem dan wel schuifsysteem en zelfs een rolscherm systeem is mogelijk. De horizontale schermsystemen kunnen in verschillende oriëntatierichtingen worden aangebracht. De 5 doeklijst beweegt daarbij haaks op de kasgoot dan wel van kasgoot naar kasgoot. Bij het rolschermsysteem loopt de schermdoek-wikkelbuis parallel aan de kasgoot en rolt van goot in kasnok richting.

Technisch voordeel van de nieuwe constructie is dat het ongevoelig is voor maatafwijkingen van ‘onderaf. Bijkomend voordeel is dat de onderbouw van de 10 schermsystemen per goot kan worden opgebouwd, ofwel dat er niet, of niet bij voorbaat in een algeheel overkoepelende constructie hoeft te worden voorzien.

Bij de vormgeving van het nieuwe concept is er rekening mee gehouden dat het nieuwe schermsysteem geschikt is voor zowel bestaande kassen als voor nieuwbouw kassen; dat de onderbouw van het schermsysteem zo licht mogelijk en met weinig 15 schaduwwerking moet zijn; dat de scherm onderbouwconstructie eenvoudig ofwel voordelig moet zijn; dat het systeem zorgt voor montagegemak, en weinig montagehandelingen en gereedschappen vereist; dat het schermsysteem eenvoudig is; dat er weinig scherm onderdelen en kleinmaterialen nodig zijn; dat er uitsluitend werkgangen in gootrichting zijn; dat er zo min mogelijk werkgangen zijn; dat het een 20 degelijk, onderhoudsarm systeem is; dat het kasdek toegankelijk blijft voor een zogenaamde dekwasser; en dat kasdek reparaties mogelijk blijven na montage van het schermsysteem; Hiertoe is onder meer de constructie zelfdragend en als geschoorde constructie uitgevoerd. In het nieuwe ontwerp oefent de schermconstructie uitsluitend een verticale belasting op de kasdek constructie uit, en 25 wel zonder daar momenten op uit te oefenen. De nieuwe constructie maakt het ook mogelijk om rechtop door de kasgoot te kunnen blijven lopen.

Het nieuwe ontwerp kan zijn uitgevoerd met rechte en met gekromde dekhelling, dat wil zeggen rolvlak. Wanneer er een recht rolvlak wordt aangehouden met een dezelfde dekhelling als de venlo constructie, dit is veelal 22 graden, dient een 30 minimale nokophoging te worden aangehouden. Bij een gekromd rolvlak is de nokophoging achterwege gelaten. Echter het rolvlak aan de bovenzijde van de boog is hier nagenoeg vlak en dit kan voor problemen zorgen bij het rollen. Het voordeel is echter dat wanneer het rolscherm gesloten is, de massa van de doek wikkelbuis, dan wel groefpijp ‘meer’ aan het schermdoek hangt waardoor de kans op opwaaien kleiner 35 wordt. Ter voorkoming van opwaaien wordt boven de ondersteuning piramide/ koepel 9 constructie een zelfde constructie aangebracht. Deze bovenliggende constructie hangt, deze steunen af met de piramide/ koepel punten op elkaar. Het nieuwe schermsysteem gaat uit van de toepassing van althans zo veel mogelijk standaard materiaal.

5 De fundering van de nieuwe rolschermconstructie is de onderliggende kasdek constructie. Dit is een zeer lichte constructie bestaand uit slanke roedes en nokprofielen. De stevigheid van de dekconstructie wordt verkregen uit de combinatie van het eigengewicht van het glas en de gekruiste schoren, ofwel van driehoek geometrie van de constructie. De schoren zijn aluminium profielen die zeer slank zijn, 10 maar individueel zo vorm gegeven dat de maximale buigsterkte met een minimaal doorsnedeoppervlak is bereikt.

Het rolscherm systeem is gefundeerd op de nokken van een kasdek. Nokbevestigingen van het systeem worden links en recht op gepaste maat naast een luchtraam aangebracht. Om een hellend rolvlak te creëren is er lichtgewicht 15 constructiemateriaaltoegepast. Dit zijn aluminium buisjes die ook worden toegepast als opdrukkers in het luchtingsmechaniek van Venlo kassen. Dit materiaal wordt in willekeurige lengte geproduceerd door bestaande toeleveranciers. Dat het op willekeurige lengte leverbaar is, is een groot voordeel voor de diverse typen Venlo kassen, in combinatie met verschillende luchtraamafmetingen.

20 De uitvinding voorziet erin een vrije doorloophoogte aan te houden van minimaal 1.85 meter onder het scherm, althans een zodanige hoogte dat daarbij ook bij geopende ramen het schermdoek wordt vrijgehouden van contact tussen raamprofielen en schermdoek. Om boven de luchtramen uit te komen en de gewenste doorloophoogte te bereiken met een gelijke hellingshoek van het kasdek dient er een 25 nokophoging aangebracht te worden. In de praktijk komt het voor dat er kasdek beregening op het dek is aangebracht. Deze steken gemiddeld 200mm boven de kasnok uit en bepalen de uiteindelijk hoogte van de nokophoging. Voordeel van de nokophoging is dat bij een gesloten scherm er luchtuitwisseling kan plaatsvinden over de kasnokken.

30 De nokophoging dient ‘scharnierend’ op de kasnok gemonteerd te worden. Dit omdat het kasdek zelf niet maatvast is. De hart op hart maat van een kasnok kan zomaar 10mm verschillen. Daarbij ‘leeft’ het kasdek door temperatuur schommelingen en windbelasting op druk en zuiging. Door deze constructie scharnierend uit te voeren kunnen deze toleranties worden opgevangen. Constructief nadeel van de combinatie 10 van scharnierende nok bevestiging en nokophoging is dat dit een instabiliteit geeft op de fundatie constructie van het rolscherm systeem.

Standaard worden aluminium opdrukkers aan het ene uiteinde voorzien van een enkel gat en aan het andere uiteinde een dubbel gat. Wanneer de opdrukkers in 5 een luchtingmechanisme worden gemonteerd worden deze vooraf deels in elkaar gezet. Twee of meer opdrukkers worden volgens de uitvinding met het uiteinde met dubbele gaten tesamen gevoegd met een zogenoemde Stabimax®. Aan het andere ‘losse’ uiteinde zit het enkele gat welk met een splitpen aan het luchtraam wordt gemonteerd. Zowel de Stabimax® als het ‘losse’ uiteinde worden scharnierend 10 bevestigd.

In het ontwerp volgens de uitvinding is het gewenst het principe van voormontage te handhaven voor de rolvlakconstructie van het schermsysteem. Echter het voorgemonteerde geheel heeft aan beide uiteinden een enkel montagegat voor de scharnierende bevestiging. Dit is een knelpunt voor toepassing voor de constructie 15 van het rolvlak. Het in de vinding toegepaste principe berust op het principe van een zogenaamde kniespant constructie. Deze wordt veel toegepast in de bouw van grote overspanningen van gebouwen zoals fabriek en sporthallen. De constructie bestaat uit twee starre kniespanten die ondanks de drie schanier punten in de constructie tesamen een solide constructie vormen. Elke spantstijl is gefundeerd op voet scharnier 20 en in de nok zijn de beide spantbenen met elkaar verbonden met een scharnierende verbinding. De stabiliteit wordt verkregen door de starre knie- dan wel hoekverbinding van het kniespant. De knieverbinding is ‘zwaar’ uitgevoerd omdat in de knie de grootste kracht optreed. Wanneer de bekende kniespantconstructie wordt gespiegeld aan de bedachte rolvlakconstructie voor het dekrolsysteem betekent dit dat de 25 spantbenen gelijk zijn aan de voorgemonteerde opdrukbuizen en dat de spantstijl overeenkomt met de nokophoging.

Om soortgelijke stabiliteit te verkrijgen als het kniespant is een starre verbinding tussen spantbeen en nokophoging noodzakelijk. Aan deze verbinding worden hoge sterkte eisengesteld omdat deze de constructie ‘staande’ houden.

30 Wanneer deze onvoldoende stevig zijn zakt de constructie in elkaar. De voorgemonteerde opdrukkers hebben standaard een enkel gat aan de losse uiteinden. De uiteinden zijn platgeslagen en worden volgens de uitvinding voorzien van een extra gat. Door middel van het ‘dubbele’ gatenpatroon is het mogelijk een ‘starre’ verbinding te realiseren met de nokophoging. Het materiaal en de verbinding zijn niet zwaar 11 uitgevoerd maar blijken in de praktijk desondanks voldoende sterk te zijn. Deze verbinding is bepalend voor de stabiliteit van het systeem.

In de nok worden de twee Stabimax® elementen gekoppeld aan de scherm nokbeugel. De twee Stabimax® elementen vallen niet samen in dezelfde hartlijn. Rede 5 hiervoor is het horizontaal stabiliseren van het scherm nokprofiel. Door de vormgeving van de scherm nokbeugel gedraagt het geheel zich als een enkel scharnierpunt zoals bij de kniespant constructie. Door deze schanierconstructie kan de uitzetting van de kasconstructie in tralierichting, ofwel dwars op de gootrichting, worden gecompenseerd. Door temperatuurwisselingen is de uitzetting van de kasconstructie 10 in goot richting het grootst. Het scherm nokprofiel heeft dezelfde oriëntatie als de kasgoot, alleen zit de ene boven het scherm en de ander eronder waardoor uitzettings verschillen kunnen ontstaan. Deze thermische lengteverschillen worden in de nieuwe constructie opgevangen door een ‘schuivende’ verbinding tussen schermnokbeugel en scherm nokprofiel. De rolvlak constructieelementen volgen de uitzetting van de 15 onderliggende kasdekconstructie in gootrichting. De uitzetting van het scherm nokprofiel kan door de schuivende constructie een andere positie innemen ten opzichte van de onderliggende, dat wil zeggen ondersteunende constructie.

Ter plaatse van de schermaandrijving in de laatste twee vakken aan de kopgevel dienen scherm nokbeugel en scherm nokprofiel wel gefixeerd te worden ten 20 opzichte van elkaar. De complete gefixeerde constructie ter plaatse van de aandrijving vormt zo de ‘schoorbok’ van het buiten rolscherm systeem. De schoorbok is er voor om de uitzetting van scherm nokprofiel en doek wikkelbuis ook wel groefbuis genaamd te blokkeren. Tevens komt er een zogenoemde huismangevel verticaal aan de kopgevels te hangen. Dit om zo de wind af te vangen voor de roldoek uiteinden. De 25 windbelasting op de Huismangevel komt ook voor rekening van de schoorbok en aandrijfconstructie. Een starre aandrijfconstructie is dus van groot belang.

Uitgangspunt voor de aandrijving van de doek wikkelbuis is een buismotor, bijvoorbeeld van het type RB50E+. Deze motor komt op een loopwagen zonder kogellagers in verband met de weersbestendigheid. Het koppel wordt afgezet op een 30 geleide railbuis. Deze constructie is op zich bekend van de toepassing voor padgevelschermen, en staat bekend als degelijk en betrouwbaar. De zijgevel van de kas constructie kan op verschillende eindigen. Standaard is dat de kas eindigt met een kasgoot maar deze kan ook eindigen met een halve kap en eindigt met een kasnok. Wanneer deze eindigt met een kasnok is het voordeel dat het buiten rolscherm met 35 een hele ‘kap’ eindigt. Wanneer de kas eindigt met een kasgoot dient er een extra 12 zijgevelscherm constructie opgebouwd te worden in de kasgoot. Om zo de halve rolvlak constructie te en het zijgevel rolscherm te ondersteunen.

Figuur 5A illustreert het in het voorgaande, aan de hand van de figuren 4A en 4B beschrevene, aan de hand van een dwarsdoorsnede van een kasconstructie, waarbij 5 onder in de kas op zich bekende, over een spoor verrijdbare gewashouders zijn weergegeven. Dit betreft het type Venlo, maar is daar niet toe beperkt, ofwel kan ook worden toegepast in of op een breedkapscherm onder geëigende aanpassing van afmetingen. Het nieuwe schermsysteem steunt via steun-elementen 9 op schermnokken 8, en laat kasgoot 7 vrij voor bewandeling dan wel voor afsteuning van 10 een montagekar, dan wel een dekwas/inrichting. De figuur maakt duidelijk dat ramen 5, open ofwel opgedrukt via drukstang 6, in een kasdek volledig geopend kunnen worden. De gekromde pijl 4 illustreert een situatie waarbij de scherminrichting althans het schermdoek 10 aan de van de zon 1 afgekeerde zijde 3 niet of niet geheel is uitgerold, zodat warme lucht uit de kas eenvoudig kan ontsnappen. Aan de 15 schermzijde 3 bevindt de oprolbuis 11 zich dan ook ongeveer halverwege de hoogte van de schermzijde. Aan de projectie van zijgevel van de kas is een verticaal scherm, veelal als 'huismanscherm' aangeduid, opgenomen, eveneens voorzien van een oprolbuis voorzien van een oprolmotor. Deze rolt af tegen een via schoren 13 gecreëerd verticaal oprolvlak. Ten slotte kan ook aan de kopse kant van de kas een 20 dergelijk verticaal oprolschermsysteem zijn gemonteerd. Figuur 5B is een zij-aanzicht van hetgeen is weergegeven in figuur 5A. Als bijzonderheid is hier ter linkerzijde van de figuur een stel schermsteunen 9 weergegeven welke anders dan de overige schermsteunen om een minder breed raam dan de overige weergegeven schermsteunen reiken.

25 In figuur 6 is met een boven-aanzicht, dwarsdoorsnede, en een zij-aanzicht, delattste beide deels conform figuur 5A en figuur 5B, de zeer gunstige krachtverdeling in het systeem volgens de uitvinding weergegeven. Hierbij gaat vanuit een boven een kasgoot 7 gepositioneerde nok van een schermsysteem, telkens een kwart van de belasting, via elk van de vier richtingen van de steunelementen van het systeem, naar 30 een steunpunt op een nok 8 van de kas. Van een nok 8 worden de uit de belasting voortkomende krachten op gunstige wijze in het raamwerk van de kasconstructie geleidt. Bij dit laatste spelen zowel het glasdek als de nabij het afsteunpunt gelegen roedes ter ondersteuning van het raam een rol.

De figuren 7A, 7B en 8 illustreren een toepassing van de constructie volgens de 35 uitvinding aan de binnenzijde van een kasgebouw, respectievelijk geïllustreerd voor 13 het type Venlo als het type breedkap. De figuren 7A en 7B, illustreren hierbij de mogelijkheid het nieuwe schermsysteem in combinatie met een buitenscherm toe te passen, in het bijzonder met een buitenscherm van het type volgens de uitvinding. Het systeem wordt bij toepassing aan de binnenzijde eveneens afgesteund op het 5 raamwerk van de kas, bijvoorbeeld door ophanging aan nokken van de kas. Zoals weergegeven bij het type Breedkap in figuur 8, kan dit echter ook een bovengelegen overdwarse vakwerk en/of stangconstructie zijn. Het zij-aanzicht van figuur 7B illustreert dat hierbij gebruik gemaakt kan worden van trekdraden en/of stangen ten einde het onderlinge verband en de afsteuning van de steun-elementen voor koepel 10 en piramide te realiseren. In dit uitvoeringsvoorbeeld is het scherm opgehangen aan overdwarse, in vakwerk uitgevoerde liggers van de kas. Deze kunnen ter positionering van het binnenscherm ook overdwars ten opzichte van de nokrichting worden toegepast. Met betrekking tot het buitenscherm illustreert figuur 7B een overlangs opgenomen stijf verbindinselement 12 voor het onderling koppelen van de nokken van 15 piramidevormen. Deze is bij het binnenscherm gevormd door een flexibel, ofwel zo dun mogelijk verbindingselement. Figuur 7B illustreert tevens een aan het kopse uiteinde opgenomen verticaal rolscherm 14, in geval van een buiten toegepast schermsysteem volgens de uitvinding.

De uitvinding heeft behalve op het in het voorgaande beschrevene eveneens 20 betrekking op alle details in de figuren, althans voor zover deze onmiddellijk en eenduidig voor een vakman herleidbaar zijn, en op al hetgeen is beschreven in het navolgende stel conclusies.

1038577

Claims (22)

1. Kas voorzien van een door schermdoek gevormd scherm van een scherminrichting welke is voorzien van een schermsteun ter ondersteuning van het 5 scherm, en van bedieningsmiddelen voor het ten behoeve van althans het openen van het scherm samenbrengen van het schermdoek, met het kenmerk, dat de schermsteun met behulp van stangvormige steunelementen althans grosso modo een koepel- dan wel piramidevorm definieert, daarbij is gesteund door het raamwerk van de kas, en dat steun-elementen van twee van dergelijke vormen gezamenlijk een 10 steunvlak voor het schermdoek vormen.

2. Kas volgens conclusie 1, waarbij het hoogste punt van de schermsteun tussen deze nokken is opgenomen.

3. Kas volgens conclusie 1 of 2, waarbij een schermsteun in de kas is afgesteund door twee afzonderlijke nokken van de kas.

4. Kas volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het scherm is uitgevoerd als een op zichzelf bekend, zogenaamd oprolscherm.

5. Kas volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een schermsteun aan beide tegenover liggende zijden is voorzien van een oprolscherm.

6. Kas volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een scherm zodanig in 20 de inrichting is opgenomen dat deze zich in opgerolde toestand in het hoogste punt daarvan bevindt.

7. Kas volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een schermsteun is gevormd door een stellage met ten minste vier, althans vrijwel schuin opwaarts verlopende hoeken van een piramide dan wel koepelvorm vormende steunelementen, 25 welke elementen in een hoogste punt samen komen, en gevormd zijn uit stang- dan wel buis-, althans kokervormige elementen.

8. Kas volgens de voorgaande conclusie, waarbij de steunelementen zijn gevormd door, althans met althans deels op zich, als opduwstang voor luchtramen bekende, op basis van aluminium gevormde buisdelen.

9. Kas volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een scherm wordt ondersteund door ten minste twee schermsteunen. 1 038577 .

10. Kas volgens een der voorgaande conclusies, waarbij steunelementen in een nokdeel daarvan onderling zijn verbonden door een trek en duwvast verbindingselement, zoals een stang of buis.

11. Kas volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de scherminrichting aan 5 de buitenzijde van het dek van de kas is aangebracht.

12. Kas volgens de voorgaande conclusies, waarbij steunelementen van een schermsteun, verdeeld over twee nokken van de kas, daarop zijn afgesteund.

13. Kas volgens de voorgaande conclusie, waarbij een paar steun-elementen op twee, aan weerszijden van een in een kasdek opgenomen luchtraam, dan wel van een 10 stel luchtramen gelegen punten, met een nok voor dat kasdek zijn gekoppeld.

14. Kas volgens een der voorgaande conclusies, waarbij althans een deel van het scherm dwars op een nok-richting van de kas open- en sluitbaar is opgenomen,

15. Kas volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een stel schermsteunen telkens is afgesteund ten opzichte van twee direct naburige nokdelen van het kasdek.

16. Kas volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het nokdeel van een schermsteun centraal tussen twee nokken van een kasdek is opgenomen.

17. Kas volgens een der voorgaande conclusies, waarbij aan het kopse uiteinde van een of meer scherminrichtingen, een vertikaal uitstrekkend scherm dan wel scherminrichting is op genomen.

18. Kas, in het bijzonder volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van een zich in de nok-richting van de kas uitstrekkend, schermdoek omvattend scherm van een scherminrichting, en voorzien van een schermsteun, met het kenmerk dat de scherminrichting wordt gevormd door een veelvoud dwars op een nok-richting over de schermsteun oprolbaar opgenomen schermen.

19. Kas volgens de voorgaande conclusie waarbij de scherminrichting wordt ondersteund door ten minste twee, elk althans grosso modo een koepel- dan wel piramidevorm definiërend stel schermsteunen.

20. Scherminrichting zoals ten behoeve van opname aan de buitenzijde van een kas, voorzien van een schermsteun die met behulp van een viertal langwerpige steun-30 elementen een koepel- dan wel piramidevorm definieert, en waarbij twee een gezamenlijk denkbeeldig vlak vormende steunelementen een steunvlak vormen ten behoeve van een scherm.

21. Scherminrichting volgens de voorgaande conclusie waarbij het scherm een oprolscherm is.

22. Scherminrichting volgens de voorgaande conclusie, waarbij de onderzijde van de schermsteun, althans van de steunelementen, bestemd is voor koppeling met een 5 nokdeel van een kas, waarbij de schermsteun bestemd is voor afsteuning van genoemde vorm op twee parallel georiënteerde nokdelen. 1038577