NL1035450C2 - Connector. - Google Patents

Connector. Download PDF

Info

Publication number
NL1035450C2
NL1035450C2 NL1035450A NL1035450A NL1035450C2 NL 1035450 C2 NL1035450 C2 NL 1035450C2 NL 1035450 A NL1035450 A NL 1035450A NL 1035450 A NL1035450 A NL 1035450A NL 1035450 C2 NL1035450 C2 NL 1035450C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
housing
hole
connector
contact
component part
Prior art date
Application number
NL1035450A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1035450A1 (nl
Inventor
Yuji Umemura
Yukitaka Tanaka
Goro Haga
Original Assignee
Japan Aviation Electron
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Japan Aviation Electron filed Critical Japan Aviation Electron
Publication of NL1035450A1 publication Critical patent/NL1035450A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1035450C2 publication Critical patent/NL1035450C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/40Securing contact members in or to a base or case; Insulating of contact members
    • H01R13/42Securing in a demountable manner
    • H01R13/426Securing by a separate resilient retaining piece supported by base or case, e.g. collar or metal contact-retention clip
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/40Securing contact members in or to a base or case; Insulating of contact members
    • H01R13/42Securing in a demountable manner
    • H01R13/436Securing a plurality of contact members by one locking piece or operation
    • H01R13/4361Insertion of locking piece perpendicular to direction of contact insertion
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/40Securing contact members in or to a base or case; Insulating of contact members
    • H01R13/42Securing in a demountable manner
    • H01R13/436Securing a plurality of contact members by one locking piece or operation
    • H01R13/4367Insertion of locking piece from the rear

Description

Korte aanduiding: Connector.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Gebied van de Uitvinding 5 Deze uitvinding heeft betrekking op een connector, en meer in het bijzonder op een connector die geschikt is voor gebruik in een vacuümomgeving,
Beschrijving van de Stand van de Techniek
Er is een connector verschaft die is opgebouwd uit isolatiemateriaal 10 (behuizing), vasthoudklemmen en buscontacten (zie de gepubliceerde Japanse octrooiaanvrage (Kokai) No. S62-131485 (pagina 3, linker kolom beneden, regel 6 tot rechter kolom boven, regel 1; figuur 1).
Het isolatiemateriaal is voorzien van met een veelheid holten. De holten zijn ruimtes die een in het algemeen cilindrische vorm hebben en elk met een 15 deel van kleine diameter, een deel van grote diameter en een deel van gemiddelde diameter. Het deel van kleine diameter is gelegen aan het einde van de behuizing in de richting van een passende connector. Het deel van gemiddelde diameter is gelegen aan een einde van de behuizing tegenover en weg van het einde in de richting van de passende connector. Het deel van grote diameter is gelegen tussen 20 het deel van kleine diameter en het deel van gemiddelde diameter.
Elke vasthoudklem heeft in het algemeen een holle cilindrische vorm en is van een elastisch materiaal gemaakt. De vasthoudklem heeft een buitenste omtreksvlak dat voorzien is van een paar tegenover elkaar gelegen veerdelen. Het paar veerdelen is vrijdragend en de afstand daartussen wordt kleiner 25 in de richting van de voorste einden (vrije einden) daarvan. Het buitenste omtreks-gebied van de vasthoudklem is verder voorzien van een sleuf evenwijdig aan de middenas van de vasthoudklem. Wanneer de vasthoudklem radiaal wordt gedwongen, neemt de breedte van de sleuf af om de buitendiameter van de vasthoudklem te verminderen.
30 Elk buscontact heeft een vorm waarin drie cilinders verschillende buitendiameters hebben welke opeenvolgend in lijn zijn geplaatst.
Deze connector wordt als volgt geassembleerd:
Als eerste wordt de buitendiameter van de vasthoudklem verminderd en in deze toestand wordt de vasthoudklem in het deel van grote 1035450 2 diameter van een van de holten van de behuizing ingebracht, via het deel van gemiddelde diameter daarvan. De buitendiameter van de in het deel van grote diameter ingebrachte vasthoudklem' keert terug naar zijn oorspronkelijke toestand om de vasthoudklem in dicht contact met het binnenoppervlak van het deel van 5 grote diameter te brengen.
Vervolgens wordt het buscontact via het deel van gemiddelde diameter in het deel van kleine diameter en het deel van grote diameter ingebracht. Het in het deel van kleine diameter en het deel van grote diameter ingebrachte buscontact wordt in aanraking gebracht met de veerdelen van de vasthoudklem, 10 hetgeen verhindert dat het buscontact uit de holte kan worden getrokken.
Anderzijds, wanneer het noodzakelijk is om de connector te demonteren, bijvoorbeeld voor reparatie, wordt een holle cilindrische kam tussen de veerdelen van de vasthoudklem en het buscontact gebracht om de veerdelen en het buscontact van elkaar te ontkoppelen. Dit maakt het mogelijk om het contact uit de 15 behuizing te trekken.
In de bovenbeschreven connector, wanneer de connector bijvoorbeeld voor reparatie is gedemonteerd, is het mogelijk om het buscontact uit de behuizing te trekken, maar is het onmogelijk om de vasthoudklemmen daaruit te trekken, wanneer derhalve een van de vasthoudklemmen en de behuizing is 20 beschadigd of gebroken, hetgeen noodzaakt tot vervanging daarvan, is het nodig om zowel de vasthoudklem als de behuizing te vervangen.
Wanneer de vasthoudklem uit de behuizing moet worden getrokken is het noodzakelijk om een deel van de behuizing weg te breken hetgeen een derde gat daarin definieert.
25 In een connector welke in de atmosfeer wordt gebruikt kan een goedkoop hars als materiaal van de behuizing worden gebruikt en worden de vasthoudklemmen tegen lage kosten vervaardigd. Daarom, zelfs wanneer zowel de vasthoudklem als de behuizing moeten worden vervangen, kan dit geen serieus probleem veroorzaken.
30 Recentelijk is het gebruik van connectoren verbreed en bestaat er een connector die in vacuüm wordt gebruikt. Hoewel de in vacuüm gebruikte connector dezelfde constructie heeft als van de bovenbeschreven connector, wordt keramiek als materiaal van de behuizing daarvan gebruikt om het uitgassen van de behuizing te voorkomen.
3
Ook in de in vacuüm gebruikte connector, wanneer het nodig is om beschadigde vasthoudklemmen te vervangen, moeten de vasthoudklemmen samen met de behuizing van de connector worden vervangen.
Omdat de keramische behuizing van de in vacuüm gebruikte 5 connector echter zeer gevoelig is, is het oneconomisch om de beschadigde vasthoudklemmen samen met de niet-beschadigde behuizing te vervangen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
De onderhavige uitvinding is vervaardigd gezien deze 10 omstandigheden en een doel hiervan is het verschaffen van een connector welke het mogelijk maakt om een vasthoudorgaan voor een contact weg te nemen zonder de behuizing te breken.
Om de bovenstaande doelstelling te bereiken, verschaft de onderhavige uitvinding een connector omvattende een contact, een behuizing welke 15 een inbrenggat heeft voor het inbrengen van het contact, waarbij de behuizing een eerste behuizingscomponentdeel omvat en een met het eerste behuizings-componentdeel verbonden tweede behuizingscomponentdeel waarbij het inbrenggat een in het eerste behuizingscomponentdeel gevormd eerste gat heeft, een in het tweede behuizingscomponentdeel gevormd tweede gat zodanig dat het tweede gat 20 tegenover het eerste gat ligt in de richting van het inbrengen en verwijderen van het contact, waarbij het eerste behuizingscomponentdeel een opneemdeel heeft voor het opnemen van het tweede behuizingscomponentdeel zodanig dat het tweede behuizingscomponentdeel in het eerste behuizingscomponentdeel kan worden gebracht en verwijderd in een richting dwars op de richting van het inbrengen en 25 verwijderen van het contact, en een vasthoudorgaan dat een in het algemeen holle cilindrische vorm heeft en de in het inbrenggat ingebrachte contacten vasthoudt, waarbij het vasthoudorgaan in het eerste gat of het tweede gat is opgenomen, zodanig dat het vasthoudorgaan wordt beperkt in zijn beweging in de richting van het inbrengen en verwijderden van het contact wanneer het eerste 30 behuizingscomponentdeel en het tweede behuizings-componentdeel met elkaar zijn verbonden.
Met de rangschikking van deze connector, wanneer het eerste behuizingscomponentdeel en het tweede behuizingscomponentdeel van elkaar zijn losgekoppeld, wordt de beperking in de beweging van het vasthoudorgaan In de 4 richting van het inbrengen en verwijderen van de contacten vrijgegeven.
Overeenkomstig de onderhavige uitvinding is het mogelijk om het vasthoudorgaan voor het contact uit de behuizing weg te nemen zonder de behuizing te verbreken.
5 De connector omvat verder bij voorkeur een op de behuizing gemonteerd omhulsel op een wijze welke de behuizing bedekt, waarbij het omhulsel een eerste omhulselcomponentdeel en een tweede omhulselcomponentdeel omvat welke in de richting van het inbrengen en verwijderen van de contacten kunnen worden gescheiden. Het eerste omhulselcomponentdeel en het tweede 10 omhulselcomponentdeel zijn bij voorkeur door middel van schroefdraad verbonden.
Het eerste gat heeft bij voorkeur een kleinere diameter dan de diameter van het tweede gat en de diameter van het eerste gat is kleiner dan de buitendiameter van het vasthoudorgaan.
Het eerste gat heeft bij voorkeur een kleinere diameter dan de 15 diameter van het tweede gat en de diameter van het tweede gat is kleiner dan de buitendiameter van het vasthoudorgaan.
Het vasthoudorgaan omvat bij voorkeur een aangrijpveer welke radiaal naar binnen van het vasthoudorgaan uitsteekt, om aan te grijpen op een aangrijpdeel van het contact. De behuizing is bij voorkeur van een keramisch 20 materiaal gemaakt.
De bovenstaande en andere doelstellingen, eigenschappen en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen duidelijker worden uit de navolgende gedetailleerde beschrijving indien gelezen in samenhang met de bijgaande tekeningen.
25 KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN Figuur 1 is een doorsnedeaanzicht van een connector volgens een eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; figuur 2A is een vooraanzicht van de connector van figuur 1; 30 figuur 2B is een bovenaanzicht van de connector van figuur 1; figuur 2C is een onderaanzicht van de connector van figuur 1; figuur 2D is een zijaanzicht van de connector van figuur 1; figuur 3 is een doorsnedeaanzicht dat een hoofdbehuizing en een deelbehuizing van de connector van figuur 1 toont in een toestand waarin de 5 deelbehuizing nog niet in de hoofdbehuizing is opgenomen; figuur 4 is een doorsnedeaanzicht dat de deelbehuizing en een vasthoudklem van de connector van figuur 1 toont in een toestand waarin de vasthoudklem nog niet in de deelbehuizing is gemonteerd; 5 figuur 5A is een vooraanzicht van de vasthoudklem van de connector van figuur 1; figuur 5B is een bovenaanzicht van de vasthoudklem van de connector van figuur 1; figuur 6A is een perspectivisch aanzicht van de vasthoudklem zoals 10 getoond in de figuren 5A en 5B; figuur 6B is een perspectivisch aanzicht van de vasthoudklem, zoals gezien vanuit een richting tegenovergesteld aan de kijkrichting van de vasthoudklem in figuur 6A; figuur 7 is een doorsnedeaanzicht van de behuizing van de 15 connector van figuur 1 en een contact dat de toestand toont waarin het contact is ingebracht in en verwijderd uit de behuizing; figuur 8 is een doorsnedeaanzicht van de behuizing van de connector van figuur 1 en een omhulsel in een toestand voordat de behuizing door het omhulsel wordt omhuld; 20 figuur 9 is een doorsnedeaanzicht van een connector volgens een tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; figuur 10A is een vooraanzicht van de connector van figuur 9; figuur 10B is een bovenaanzicht van de connector van figuur 9; figuur 10C is een onderaanzicht van de connector van figuur 9; en 25 figuur 10D is een zijaanzicht van de connector van figuur 9.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE VOORKEURSUITVOERINGSVORMEN
De onderhavige uitvinding zal nu in detail worden beschreven onder 30 verwijzing naar de tekeningen welke voorkeursuitvoeringsvormen daarvan tonen.
Figuren 1 t/m 2D tonen een connector volgens een eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
Verwijzend naar figuur 1 en de figuren 2A t/m 2D, is de connector opgebouwd uit buscontacten (contacten) 3, een behuizing 5, klemmen 6 (vasthoudorganen) 8 en een omhulsel 10.
Elk buscontact 3 omvat een verbindingsdeel 31, een flensdeel 32, een sleufmontagedeel 33 (zie figuur 7) en een contactdeel 34 (zie figuur 9), omdat de constructie van het contactdeel 34 en zijn bijbehorende delen hetzelfde is als die 5 van de corresponderende delen van een tweede hierin beschreven uitvoeringsvorm welke in het navolgende wordt beschreven onder verwijzing naar de figuren 9 t/m 10D. Het verbindingsdeel 31 heeft in het algemeen een holle cilindrische vorm. Met het verbindingsdeel 33 is een kern 151 van een kabel 15 verbonden. Het flensdeel 32 heeft een grotere buitendiameter dan die van het verbindingsdeel 31. Het 10 sleufmontagedeel 33 is aansluitend met het flensdeel 32. Het sleufmontagedeel 33 heeft een kleinere buitendiameter dan die van het flensdeel 32. Op het sleufmontagedeel 33 is een sleuf 4 gemonteerd. De sleuf beschermt het contactdeel 34. Het contactdeel 34 is met het sleufmontagedeel 33 verbonden. Het contactdeel 34 en een passende connector, niet getoond, worden met elkaar in contact gebracht via 15 een pencontact van de daartussen opgenomen passende connector.
Vervolgens zal een beschrijving worden gegeven van een hoofdbehuizing en een deelbehuizing van de in figuur 1 getoonde connector, onder verwijzing naar de figuren 3 en 4. Opgemerkt dient te worden dat de figuren 1 en 3 doorsnedeaanzichten zijn genomen langs verschillende lijnen zodat de connectoren 20 in de figuren 1 en 3 bijgevolg in doorsnede verschillende vormen hebben (figuur 1 is een doorsnedeaanzicht van de stapsgewijze weggebroken connector zodanig dat er twee inbrenggaten 5a verschijnen).
Zoals getoond in figuur 1, is de behuizing 5 opgebouwd uit de hoofdbehuizing 6 (eerste componentdeel van de behuizing) en de deelbehuizing 7 25 (tweede componentdeel van de behuizing).
Verwijzend naar figuur 3, de hoofdbehuizing 6 omvat een montage-deel 61 en een grijpdeel 62. De hoofdbehuizing 6 is van keramisch materiaal gemaakt. Het montagedeel 61 past bij de passende connector. Het grijpdeel 62 is met het montagedeel 61 verbonden. De hoofdbehuizing 6 is voorzien van een 30 veelheid gaten (eerste gaten) 63. De gaten 63 hebben elk een geleiding 64, een contactdeelopneemdeel 65 en een contactinbrengdeel 66.
De geleiding 64 en het, het contactdeel-opnemende deel 65 zijn in het montagedeel 61 gemonteerd. De geleiding 64 heeft een toelopend oppervlak 64a om het pencontact van de passende connector in het contactopneemdeel 65 te 7 geleiden. Een einde van de geleiding 64 naar het, het contactdeel-opnemende deel 65 heeft een binnendiameter van kleinere afmetingen dan de binnendiameter van het, het contactdeel-opnemende deel 65. Het contactdeel-opnemende deel 65 communiceert met de geleiding 64. Het contactdeel-opnemende deel 65 neemt het 5 contactdeel 34 van het buscontact 3, de sleuf 4 en het contactdeel van het pencontact van de passende connector op.
Het contactinbrengdeel 66 is in het grijpdeel 62 gevormd en heeft een binnendiameter van gelijke afmetingen als de binnendiameter van het, het contactdeel-opnemende deel 65. Het contactinbrengdeel 66 is verschaft voor het 10 inbrengen en verwijderen van het buscontact 3 in en uit de behuizing 5. De geleiding 64, het, het contactdeel-opnemende deel 65 en het contactinbrengdeel 66 zijn op dezelfde rechte lijn gerangschikt.
Het grijpdeel 62 is gevormd met een de deelbehuizing-opnemend deel 67. Het de deelbehuizing-opnemend deel 67 neemt de deelbehuizing 7 15 verwijderbaar op.
Zoals getoond in de figuren 3 en 4, heeft de deelbehuizing 7 een in het algemeen rechthoekige parallellepidedumvorm. De deelbehuizing 7 is van keramisch materiaal gemaakt en is voorzien van klem-opnemende gaten 71. Eik klem-opnemend gat 71 heeft een binnendiameter die iets kleiner in afmetingen is 20 dan de buitendiameter van de klem 8. De klem 8 wordt elastisch gedeformeerd in een richting waarin de buitendiameter daarvan in afmeting is gereduceerd, zodat wanneer de klem 8 in het klem-opnemende gat 71 is opgenomen, de klem 8 door veerkracht hiervan in de deelbehuizing 7 wordt gehouden. Wanneer de deelbehuizing 7 in het, het deelbehuizing-opnemende deel 67 van de hoofd-25 behuizing is opgenomen, is het klem-opnemende gat 71 aaneensluitend met het, het contactdeel-opnemende deel 65 en het contactinbrengdeel 66, zodanig dat zij op dezelfde rechte lijn zijn gerangschikt. Het klem-opnemende gat 71 heeft een binnendiameter van grotere afmetingen dan die van het contactdeel-opnemende deel 65 en het contactinbrengdeel 66. Dit verschil tussen de binnendiameters vormt 30 eerste en tweede aanslagvlakken 68 en 69 tussen respectievelijk het klem-opnemende gat 71 en het contactdeel-opnemende deel 65 en tussen het klem-opnemende gat 71 en het contactinbrengdeel 66 (zie figuren 1 en 7). Wanneer de deelbehuizing 7 in het deelbehuizing-opnemende deel 67 van de hoofdbehuizing 6 is opgenomen, zijn de eerste en tweede aanslagvlakken 68 en 69 in aangrijping met de klem 8 om beweging van de klem 8 in de richting D van het inbrengen en verwijderen van het contact 3 in en uit de behuizing 5 van de connector te blokkeren (zie figuur 7).
δ
Vervolgens zal een beschrijving worden gegeven van de klem van 5 de, in figuur 1 getoonde connector onder verwijzing naar de figuren 5A t/m 6B.
De klem 8 omvat een klemlichaam 81, een paar veerdelen 82, een paar uitsteeksels 83 en een sleuf 84. De klem 8 is van elastisch materiaal gemaakt. Het klemlichaam 81 heeft in het algemeen een holle cilindrische vorm. Het paar veerdelen 82 is vrijdragend en licht hellend naar binnen van het klemlichaam 81. Het 10 paar veerdelen 82 ligt tegenover elkaar in de radiale richting van het klemlichaam 81. Het paar uitsteeksels 83 is aaneensluitend met een einde van het klemlichaam 81 langs de axiale richting van het klemlichaam 81. Het paar uitsteeksels 83 stoot tegen het eerste aanslagvlak 68 van de hoofdbehuizing 6. Het paar uitsteeksels 83 ligt tegenover elkaar in radiale richting van het klemlichaam 81. De sleuf 84, welke 15 vanaf een einde van het klemlichaam 81 naar het andere einde hiervan is gevormd, strekt zich evenwijdig uit aan de as van het klemlichaam 81.
Opnieuw verwijzend naar figuur 1 en figuren 2A t/m 2D, is het omhulsel 10 opgebouwd uit een voorste omhulsel 11 en een achterste omhulsel 12.
Zoals getoond in figuur 8, omvat het voorste omhulsel 11 een 20 montagedeel 111 en een grijpdeel 112. Het montagedeel 111 is aan het montagedeel van het omhulsel van de passende connector gemonteerd. Het montagedeel 111 omvat het montagedeel 61 van de hoofdbehuizing 6. Het grijpdeel 112 is aaneensluitend met het montagedeel 111. Het grijpdeel 112 omvat het grijpdeel 62 van de hoofdbehuizing 6. Het grijpdeel 112 heeft aan vier hoeken van 25 een oppervlak hiervan tegenover het montagedeel 111 gevormde positionerings-uitsteeksels 113 (zie figuur 2A). Het grijpdeel 112 heeft door tegenoverliggende zijdelen hiervan gevormde schroefinbrenggaten 114 (zie figuur 2B).
Opnieuw verwijzend naar figuur 8, het achterste omhulsel 12 heeft een in hoofdzaak plaatachtige vorm. Het achterste omhulsel 12 heeft een van een 30 doorlopend gat voorzien centraal deel voor het blootleggen van het contact-inbrengdeel 66. Door tegenoverliggende zijdelen van het achterste omhulsel 12 zijn schroefdraadinbrenggaten 122 gevormd. De schroefdraadinbrenggaten 122 liggen respectievelijk tegenover de schroefdraadinbrenggaten 114 van het voorste omhulsel 11. Mannelijke schroefdraad, niet getoond welke in vrouwelijke 9 schroefdraad van de passende connector moet worden geschroefd is respectievelijk in de schroefddraadinbrenggaten 114 en 122 ingébracht. Het achterste omhulsel 12 heeft vier hoeken voorzien van positioneringsuitsparingen 123 (zie figuur 2C). De positioneringsuitsparing 123 zijn in aangrijping met betreffende bijbehorende van de 5 positioneringsuitsteeksels 113 van het voorste omhulsel 11, om het achterste omhulsel 12 te positioneren met betrekking tot het voorste omhulsel 11.
Het voorste omhulsel 11 en het achterste omhulsel 12 zijn door schroefdraad 13 verbonden. Vervolgens zal een beschrijving worden gegeven hoe de in figuur 1 getoonde connector wordt geassembleerd.
10 Voor het assembleren van de connector wordt, als eerste, zoals getoond in figuur 4, elke klem 8 in het klem-opnemende gat 71 van de deelbehuizing 7 opgenomen.
Vervolgens, zoals getoond in figuur 3, wordt de deelbehuizing 7 met de daarin gemonteerde klemmen 8 in het deelbehuizing-opnemende deel 67 van de 15 hoofdbehuizing 6 opgenomen. Als resultaat zijn de betreffende bijbehorende van de geleidingen 64, de contactdeel-opnemende delen 65, de contact-inbrengdelen 66 en de klem-opnemende gaten 71 respectievelijk op dezelfde lijnen gerangschikt, waardoor de inbrenggaten 5a (zie figuren 1 en 4) voor het inbrengen van de betreffende bijbehorende buscontacten 3 zijn gevormd.
20 Verder wordt elke klem 8 vast in aangrijping gebracht met de eerste en tweede aanslagvlakken 68 en 69.
Hierna wordt elk buscontact 3 in het bijbehorende inbrenggat 5a ingebracht. De voorste einden van de veerdelen 82 van de klem 8 grijpen aan op de flensdelen 32 van het buscontact 3, waardoor het buscontact 3 wordt verhinderd om 25 uit het inbrenggat 5a te worden getrokken (zie figuur 1). De deelbehuizing 7 wordt verder verhinderd om uit het de deelbehuizing-opnemende deel 67 te worden getrokken middels het buscontact 3.
Vervolgens, zoals getoond in figuur 8, wordt het voorste omhulsel 11 op de behuizing 5 gemonteerd en wordt het achterste omhulsel 12 aan de 30 onderkant daarvan gemonteerd. Voorts worden het voorste omhulsel 11 en het achterste omhulsel stevig verbonden met behulp van de schroeven 13, waardoor de connector als samenstel van deze componenten is voltooid.
Voor het demonteren van de connector worden als eerste, door het verwijderen van de schroeven 13, het voorste omhulsel, de behuizing 5 en het 10 achterste omhulsel gedemonteerd. Vervolgens worden de veerdelen 82 en de flensdelen 32 door middel van een montagekam, niet getoond, uit aangrijping gebracht en worden de buscontacten 3 samen met de montagekam uit de inbrenggaten 5a getrokken. Nadat de buscontacten 3 uit de inbrenggaten 5a zijn 5 getrokken, wordt de deelbehuizing 7 uit het, het deelbehuizing-opnemende deel 67 getrokken.
Wanneer de deelbehuizing uit het, het deelbehuizing-opnemende deel 67 is getrokken, wordt elke klem 8 uit aangrijping gebracht van de eerste en tweede aanslagvlakken 68 en 69 zodat het bijgevolg mogelijk is om de klem 8 uit de 10 deelbehuizing 7 te trekken.
Overeenkomstig de onderhavige uitvoeringsvorm, is de behuizing 5 opgebouwd uit de hoofdbehuizing 6 en de deelbehuizing 7, zodat wanneer de klem 8 uit de behuizing 5 wordt genomen, er geen noodzaak is om de behuizing 5 te verbreken, hetgeen het mogelijk maakt om de behuizing 5 te hergebruiken wanneer 15 de connector is gerepareerd.
Vervolgens zal een beschrijving worden gegeven van een connector volgens een tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, onder verwijzing naar de figuren 9 tot en met 10D. Componentdelen identiek aan die van de connector volgens de eerste uitvoeringsvorm zijn met identieke verwijzingscijfers 20 aangegeven en een gedetailleerde beschrijving hiervan is weggelaten, terwijl alleen hoofdcomponentdelen die verschillend van constructie zijn van die van de eerste uitvoeringsvorm hierna zullen worden beschreven.
Een behuizing 205 is opgebouwd uit een hoofdbehuizing 206 en een deelbehuizing 207.
25 De hoofdbehuizing 206 omvat een montagedeel 261 en een grijpdeel 262. De hoofdbehuizing 206 is voorzien van een veelheid gaten (eerste gaten) 263. Elk gat 263 omvat de geleiding 64 en een contactopneemdeel 265. Het contactopneemdeel 265 heeft een deel van kleine diameter 265a en een deel van grote diameter 265b. Op de grens tussen het deel van kleine diameter 265a en het 30 deel van grote diameter 265b is een eerste aanslagvlak 268 gevormd.
De deelbehuizing heeft een in hoofdzaak plaatachtige vorm en is op het grijpdeel 62 van de hoofdbehuizing 206 geplaatst. De deelbehuizing 2Ö7 is voorzien van doorlopende gaten (tweede gat) 271. Elk doorlopend gat 271 heeft een binnendiameter van kleinere afmetingen dan de binnendiameter van het deel van 11 grote diameter 265b van het bijbehorende contactopneemdeel 265 van de hoofdbehuizing 206. Daarom, wanneer de deelbehuizing 207 op het grijpdeel 262 van de hoofdbehuizing 206 is geplaatst, wordt een tweede aanslagvlak 269 tussen het doorlopende gat 271 en het deel van grote diameter 265b gevormd.
5 Het omhulsel 210 is opgebouwd uit een voorste omhulsel 211 en een achterste omhulsel 212.
Het voorste omhulsel 211 omvat een montagedeel 2111 en een grijpdeel 2112. Het montagedeel 2111 en het grijpdeel 2112 bedekken het montagedeel 261 van de hoofdbehuizing 206.
10 Het achterste omhulsel 212 is in hoofdzaak in de vorm van een behuizing en omvat een opneemdeel 2121 en een doorlopend gat 2122. Het opneemdeel 2121 neemt het grijpdeel 262 van de hoofdbehuizing 206 en de deelbehuizing 207 op. Het doorlopende gat 2122 communiceert met het opneemdeel 2121. Het doorlopende gat 2122 is een gat via welk de buscontacten 3 in de 15 behuizing 205 worden ingebracht.
Voor het assembleren van de connector wordt als eerste elke klem 8 in het deel van grote diameter 265b van het contactopneemdeel 265 van een bijbehorende van de gaten 263 ingebracht. Als resultaat hiervan is het uitsteeksel 38 van de klem 8 in aanraking gebracht met het eerste aanslagvlak 268.
20 Hierna worden het grijpdeel 262 van de hoofdbehuizing 206 en de deelbehuizing 7 op elkaar geplaatst. Als resultaat hiervan zijn elk gat 263 en het bijbehorende doorlopende gat 271 op dezelfde rechte lijn gerangschikt, waarbij het tweede aanslagvlak 269 wordt gevormd. Dit veroorzaakt dat de klem 8 vast aangrijpt op de eerste en tweede aanslagvlakken 268 en 269. Verder wordt door het gat 263 25 en het doorlopende gat 271 een inbrenggat 205a gevormd.
Vervolgens worden het voorste omhulsel 211 en het achterste omhulsel 212 op de behuizing 5 gemonteerd en worden de omhulsels 211 en 212 door schroefdraad 213 verbonden.
Hierna worden de buscontacten 3 in de inbrenggaten 205a 30 ingébracht via respectievelijk de doorlopende gaten 271. Als resultaat hiervan is het voorste einde van elke sleuf 4 in aanraking gebracht met een einde van het contactopneemdeel 165 in de richting van de geleiding 64 en zijn de voorste einden van de veerdelen 82 van de klem 8 in aangrijping met het flensdeel 32 van een bijbehorende van de buscontacten 3, waardoor wordt verhinderd dat het 12 bijbehorende buscontact 3 uit het contactopneemdeel 265 kan worden getrokken.
Om de connector te demonteren worden als eerste de veerdelen 82 en de flensdelen 32 door een montagekam, niet getoond, uit aangrijping gebracht en worden de buscontacten 3 samen met de montagekam uit het inbrenggat 205a 5 getrokken. Nadat de buscontacten 3 uit de inbrenggaten 205a zijn getrokken, worden de draden 213 uit het omhulsel 10 verwijderd en worden het voorste omhulsel 211 en het achterste omhulsel 212 van de behuizing 205 gedemonteerd.
Vervolgens wordt de deelbehuizing 207 uit de hoofdbehuizing 206 verwijderd.
10 Wanneer de deelbehuizing 207 uit de hoofdbehuizing 206 is verwijderd, worden de klemmen 8 uit aangrijping gebracht van het tweede aanslagvlak 269, zodat het mogelijk is om de klemmen 8 uit de hoofdbehuizing 206 te trekken.
Overeenkomstig de onderhavige uitvoeringsvorm is de behuizing 15 205 opgebouwd uit de hoofdbehuizing 206 en de deelbehuizing 207 zodat wanneer de klemmen 8 uit de behuizing 205 worden genomen, er geen noodzaak is om de behuizing 205 te verbreken, hetgeen het mogelijk maakt om de behuizing 205 te hergebruiken wanneer de connector is gerepareerd.
De in de hoofdbehuizing 206 gevormde eerste aanslagvlakken 268 20 zijn voorts niet zodanig geconfigureerd dat zijn uit aangrijping kunnen worden gebracht van de klemmen 8, maar de tweede aanslagvlakken 269 zijn wel zodanig geconfigureerd dat zij uit aangrijping van de klemmen 8 worden gebracht. Dit maakt het mogelijk om de configuraties van de hoofdbehuizing 206 en de deelbehuizing 207 te vereenvoudigen.
25 Zoals boven beschreven maakt de tweede uitvoeringsvorm het mogelijk om dezelfde voordelige eigenschappen te verkrijgen zoals verschaft door de eerste uitvoeringsvorm en de vormen van de hoofdbehuizing 206 en de deelbehuizing 207 te vereenvoudigen. Daarom is het mogelijk om de vervaardigingskosten van de connector verder te reduceren ten opzichte van die van 30 de eerste uitvoeringsvorm.
Opgemerkt dient te worden dat hoewel in de bovenbeschreven uitvoeringsvormen de buscontacten als contacten worden gebruikt, dit niet beperkend is, maar het ook mogelijk is om bijvoorbeeld pencontacten te gebruiken.
Hoewel in de bovenbeschreven uitvoeringsvormen de connectoren 13 respectievelijk de omhulsels 10 en 210 omvatten, kan de uitvinding verder worden toegepast op een connector welke geen enkel omhulsel omvat.
Verder zal door deskundigen worden begrepen dat het voorgaande de voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zijn en dat 5 verschillende veranderingen en wijzigingen hierop kunnen worden aangebracht zonder af te wijken van de aard en omvang daarvan.
10 1 0 3 5 45 0

Claims (7)

1. Connector omvattende: een contact; 5 een behuizing welke een inbrenggat voor het inbrengen van het contact heeft, welke behuizing een eerste behuizingscomponentdeel en een met het eerste behuizingscomponentdeel verbonden tweede behuizingscomponentdeel omvat, welk inbrenggat een in het eerste behuizingscomponentdeel gevormd eerste gat en een in het tweede behuizingscomponentdeel gevormd tweede gat heeft 10 zodanig dat het tweede gat tegenover het eerste gat ligt in de richting van het inbrengen en verwijderen van het contact, waarbij het eerste behuizingscomponentdeel een opneemdeel heeft voor het opnemen van het tweede behuizingscomponentdeel zodanig dat het tweede behuizingscomponentdeel in het eerste behuizingscomponentdeel kan worden gebracht en verwijderd in een richting 15 dwars op de richting van het inbrengen en verwijderen van het contact; en een vasthoudorgaan dat een in het algemeen holle cilindrische vorm heeft en het contact in het inbrenggat ingebracht houdt, welk vasthoudorgaan in het eerste gat of het tweede gat is opgenomen, zodanig dat het vasthoudorgaan is beperkt in zijn beweging in de richting van het inbrengen en verwijderen van het 20 contact wanneer het eerste behuizingscomponentdeel en het tweede behuizingscomponentdeel met elkaar zijn verbonden.
2. Connector volgens conclusie 1, verder omvattende een op de behuizing gemonteerd omhulsel op een wijze welke de behuizing omhult, welk omhulsel een eerste omhulselcomponentdeel en een tweede omhulselcomponent- 25 deel omvat die in de richting van het inbrengen en verwijderen van de contacten kunnen worden gescheiden.
3. Connector volgens conclusie 1, waarin het eerste omhulselcomponentdeel en het tweede componentdeel door schroefdraad met elkaar zijn verbonden.
4. Connector volgens conclusie 1, waarin het eerste gat een kleinere diameter heeft dan de diameter van het tweede gat en de diameter van het eerste gat kleiner is dan de buitendiameter van het vasthoudorgaan.
5. Connector volgens conclusie 1, waarin het eerste gat een kleinere diameter heeft dan de diameter van het tweede gat en de diameter van het tweede 1 0 3* AR Λ gat kleiner is dan de buitendiameter van het vasthoudorgaan.
6. Connector volgens conclusie 1, waarin het vasthoudorgaan een aangrijpveer omvat welke radiaal naar binnen van het vasthoudorgaan uitsteekt, voor aangrijping op een aangrijpdeel van het contact.
7. Connector volgens conclusie 1, waarin de behuizing van een keramisch materiaal is vervaardigd. 10 \ 0 3 5 4.5 0
NL1035450A 2007-05-29 2008-05-20 Connector. NL1035450C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP2007142288 2007-05-29
JP2007142288A JP4358258B2 (ja) 2007-05-29 2007-05-29 コネクタ

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1035450A1 NL1035450A1 (nl) 2008-12-02
NL1035450C2 true NL1035450C2 (nl) 2009-07-30

Family

ID=40088825

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1035450A NL1035450C2 (nl) 2007-05-29 2008-05-20 Connector.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US7591682B2 (nl)
JP (1) JP4358258B2 (nl)
NL (1) NL1035450C2 (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP4358258B2 (ja) * 2007-05-29 2009-11-04 日本航空電子工業株式会社 コネクタ
CN101807757A (zh) * 2009-02-16 2010-08-18 凡甲电子(苏州)有限公司 导电端子组件和使用该端子组件的电连接器
US8290332B2 (en) * 2009-08-13 2012-10-16 Commscope, Inc. Of North Carolina Optical fiber adapter
US8029322B1 (en) * 2010-09-27 2011-10-04 Tyco Electronics Corporation Electrical contact assemblies and connectors including retention clips
JP5826895B2 (ja) * 2013-11-27 2015-12-02 日本航空電子工業株式会社 コネクタ
US9948019B2 (en) 2016-07-22 2018-04-17 Te Connectivity Corporation Cable assembly
JP6386138B1 (ja) 2017-07-14 2018-09-05 日本航空電子工業株式会社 コネクタ
GB2574653B (en) * 2018-06-14 2020-09-09 Knowles (Uk) Ltd Capacitor having an electrical termination
US10454197B1 (en) * 2018-09-26 2019-10-22 Te Connectivity Corporation Electrical connector with plastic latch integrated into contact cavity

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1180954A (en) * 1966-11-29 1970-02-11 Fernand Georges Bac An Electrical Connector with Removable Contacts.
US4666222A (en) * 1985-10-31 1987-05-19 Allied Corporation Grounded contact connector
US4854899A (en) * 1987-11-24 1989-08-08 Elcon Products International Company Terminal bus junction with multiple, displaced contact points
US20070200570A1 (en) * 2006-02-08 2007-08-30 Han-Kuang Lai Test fixture for holding signal terminals and related method for assembling the test fixture

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3200355A (en) * 1961-11-24 1965-08-10 Itt Electrical connector having rf filter
US3721943A (en) * 1969-01-21 1973-03-20 Deutsch Co Elec Comp Electrical connecting device
US4421378A (en) * 1979-11-07 1983-12-20 The Bendix Corporation Electrical contact retention insert and means for molding same
IL80309A0 (en) 1985-11-19 1987-01-30 Raychem Corp Electrical connectors
US5890930A (en) * 1993-11-24 1999-04-06 Itt Manufacturing Enterprises, Inc. Replaceable contact connector
US7172467B1 (en) * 2005-11-22 2007-02-06 Tyco Electronics Corporation Electrical contact assembly
JP4358258B2 (ja) * 2007-05-29 2009-11-04 日本航空電子工業株式会社 コネクタ

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1180954A (en) * 1966-11-29 1970-02-11 Fernand Georges Bac An Electrical Connector with Removable Contacts.
US4666222A (en) * 1985-10-31 1987-05-19 Allied Corporation Grounded contact connector
US4854899A (en) * 1987-11-24 1989-08-08 Elcon Products International Company Terminal bus junction with multiple, displaced contact points
US20070200570A1 (en) * 2006-02-08 2007-08-30 Han-Kuang Lai Test fixture for holding signal terminals and related method for assembling the test fixture

Also Published As

Publication number Publication date
JP2008300079A (ja) 2008-12-11
US20080299832A1 (en) 2008-12-04
NL1035450A1 (nl) 2008-12-02
JP4358258B2 (ja) 2009-11-04
US7591682B2 (en) 2009-09-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1035450C2 (nl) Connector.
US4915641A (en) Modular drawer connector
EP1498754B1 (en) Method of connecting two fibre optic cables with connectors
US8757915B2 (en) Adapter unit
KR101701587B1 (ko) 플러그 커넥터의 절연 바디
US8915652B2 (en) Optical connector device and mating optical connector device
US20070059973A1 (en) Hot plug wire contact and connector assembly
KR100246270B1 (ko) 후방홀더를 구비한 코넥터
US6741783B2 (en) Optical cable adapter or connector
US9551483B1 (en) Multiple cable disconnect
KR101408429B1 (ko) 광학 도파체용 이중 플러그-인 커넥터
US20220224025A1 (en) Connection device and connector
EP1191639B1 (en) Cable management system for connector assemblies
JP2002203644A (ja) 電気コネクタ装置に於けるemi対策用ガスケット
EP1298470B1 (en) Optical connector system
US4588257A (en) Separable splice for optic fibers
JP2002116350A (ja) 光ケーブル用アダプタ又はレセプタクル
US11817642B2 (en) Modular plug connector for a printed circuit board
NL1018440C2 (nl) Optische connector plug.
JP2014232698A (ja) 電子部品付きコネクタ
CN215771615U (zh) 连接器组件、电连接组件和转接连接器
CN220857204U (zh) 电连接器
JP7351687B2 (ja) コネクタ
US11133608B2 (en) Contact member for an IDC terminal, contact member assembly, set of contact members and housing comprising a contact member
US20220069531A1 (en) Connector and cable with connector

Legal Events

Date Code Title Description
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20090529

PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180601