NL1035232C2 - Animal interaction system provided with at least one UV light unit. - Google Patents
Animal interaction system provided with at least one UV light unit. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1035232C2 NL1035232C2 NL1035232A NL1035232A NL1035232C2 NL 1035232 C2 NL1035232 C2 NL 1035232C2 NL 1035232 A NL1035232 A NL 1035232A NL 1035232 A NL1035232 A NL 1035232A NL 1035232 C2 NL1035232 C2 NL 1035232C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- animal
- interaction system
- light
- light unit
- illuminate
- Prior art date
Links
- 241001465754 Metazoa Species 0.000 title claims description 262
- 230000003993 interaction Effects 0.000 title claims description 58
- 210000002445 nipple Anatomy 0.000 claims description 52
- 210000000481 breast Anatomy 0.000 claims description 30
- 241000233866 Fungi Species 0.000 claims description 25
- 241000894006 Bacteria Species 0.000 claims description 24
- 210000003323 beak Anatomy 0.000 claims description 4
- 238000011109 contamination Methods 0.000 description 2
- 230000003213 activating effect Effects 0.000 description 1
- 244000052616 bacterial pathogen Species 0.000 description 1
- 238000001514 detection method Methods 0.000 description 1
- 238000005286 illumination Methods 0.000 description 1
- 238000000034 method Methods 0.000 description 1
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01J—MANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
- A01J7/00—Accessories for milking machines or devices
- A01J7/02—Accessories for milking machines or devices for cleaning or sanitising milking machines or devices
- A01J7/025—Teat cup cleaning, e.g. by rinse jetters or nozzles
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01J—MANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
- A01J7/00—Accessories for milking machines or devices
- A01J7/04—Accessories for milking machines or devices for treatment of udders or teats, e.g. for cleaning
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01K—ANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
- A01K1/00—Housing animals; Equipment therefor
- A01K1/12—Milking stations
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01K—ANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
- A01K11/00—Marking of animals
- A01K11/006—Automatic identification systems for animals, e.g. electronic devices, transponders for animals
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01K—ANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
- A01K13/00—Devices for grooming or caring of animals, e.g. curry-combs; Fetlock rings; Tail-holders; Devices for preventing crib-biting; Washing devices; Protection against weather conditions or insects
- A01K13/001—Washing, cleaning, or drying devices
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01K—ANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
- A01K5/00—Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
- A01K5/01—Feed troughs; Feed pails
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Animal Husbandry (AREA)
- Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
- Zoology (AREA)
- Birds (AREA)
- Animal Behavior & Ethology (AREA)
- Apparatus For Disinfection Or Sterilisation (AREA)
- Feeding And Watering For Cattle Raising And Animal Husbandry (AREA)
Description
Titel: Dier-interactiesysteem voorzien van tenminste één UV-lichteenheid.Title: Animal interaction system with at least one UV light unit.
De uitvinding heeft betrekking op een dier-interactiesysteem voor het melken, voeren en/of selecteren van dieren.The invention relates to an animal interaction system for milking, feeding and / or selecting animals.
Een dergelijk dier-interactiesysteem is op zich bekend. Het dier-interactiesysteem kan bijvoorbeeld zijn voorzien van, of bestaan uit, een 5 melkrobot, een voerautomaat, een selectiebox, een selectiehek, een dierdetectiepoortje etc.Such an animal interaction system is known per se. The animal interaction system can for instance be provided with, or consist of, a milking robot, a feeding machine, a selection box, a selection gate, an animal detection gate, etc.
Een dergelijk dier-interactiesysteem komt, in gebruik, in aanraking met het dier. Eén of meer van deze dieren kunnen zijn besmet met ziekteverwekkende bacteriën, sporen en/of schimmels. Een gevolg is dat 10 ook het dier-interactiesysteem kan worden vervuild met dergelijke bacteriën, sporen en/of schimmels. Dit heeft weer tot gevolg dat andere dieren die met het dier-interactiesysteem in aanraking komen, kunnen worden besmet met genoemde bacteriën, sporen en/of schimmels. De uitvinding beoogt het gevaar van besmetting van dieren te verminderen.Such an animal interaction system comes into contact with the animal in use. One or more of these animals can be infected with pathogenic bacteria, spores and / or fungi. A consequence is that the animal interaction system can also be contaminated with such bacteria, spores and / or fungi. This in turn has the consequence that other animals that come into contact with the animal interaction system can be infected with said bacteria, spores and / or fungi. It is an object of the invention to reduce the risk of contamination of animals.
15 De uitvinding wordt dienovereenkomstig gekenmerkt in dat het systeem is voorzien van tenminste een UV-lichteenheid voor het opwekken van UV-licht waarbij het systeem dusdanig is ingericht dat wanneer de UV-lichteenheid het UV-licht opwekt, het UV-licht een deel van het systeem belicht dat, in gebruik, in contact komt met een dier voor het doden van 20 bacteriën, sporen en/of schimmels die zich op het deel van het systeem bevinden en/of dat het UV-licht een deel van een dier kan belichten dat zich in de nabijheid van het systeem bevindt voor het doden van bacteriën, sporen en/of schimmels die zich op het deel van het dier bevinden. Doordat overeenkomstig de uitvinding met behulp van de tenminste één UV-25 lichteenheid bacteriën, sporen en/of schimmels die zich op het systeem en/of op het dier bevinden worden gedood, wordt het risico van besmetting van 1035232 2 gezonde dieren verminderd. Immers, wanneer een dier is besmet met genoemde bacteriën, sporen en/of schimmels kunnen dergelijke bacteriën, sporen en/of schimmels bij het dier worden gedood waardoor het risico dat het dier andere dieren besmet wordt verkleind. Wanneer sporen, bacteriën 5 en/of schimmels zich op het dier-interactiesysteem bevinden, wordt het risico dat een dier wordt besmet eveneens verkleind wanneer deze bacteriën, sporen en/of schimmels worden gedood. Bovendien wordt, indien besmette delen van het dier zelf worden belicht, het dier zelf behandeld door het doden van sporen, bacteriën en/of schimmels die zich op of in de 10 besmette delen van het dier bevinden.The invention is accordingly characterized in that the system is provided with at least one UV light unit for generating UV light, the system being arranged such that when the UV light unit generates the UV light, the UV light forms a part of illuminates the system that, in use, comes into contact with an animal for killing bacteria, spores and / or fungi that are present on the part of the system and / or that the UV light can illuminate a part of an animal which is in the vicinity of the system for killing bacteria, spores and / or fungi that are present on the part of the animal. Because according to the invention bacteria, spores and / or fungi that are present on the system and / or on the animal are killed with the aid of the at least one UV light unit, the risk of contamination of healthy animals is reduced. After all, when an animal is contaminated with said bacteria, spores and / or fungi, such bacteria, spores and / or fungi can be killed in the animal, thereby reducing the risk of the animal infecting other animals. When spores, bacteria and / or fungi are on the animal interaction system, the risk of an animal being infected is also reduced when these bacteria, spores and / or fungi are killed. Moreover, if infected parts of the animal itself are exposed, the animal itself is treated by killing spores, bacteria and / or fungi that are on or in the infected parts of the animal.
In het bijzonder geldt dat het systeem is voorzien van een inrichting voor het melken van dieren die is voorzien van tenminste één tepelbeker. Bij voorkeur geldt hierbij dat het systeem dusdanig is ingericht dat UV-licht de tenminste ene tepelbeker kan belichten wanneer deze niet 15 wordt gebruikt voor het melken van een dier. Bij het belichten van de tepelbeker worden eventuele bacteriën, sporen en/of schimmels die zich op de tepelbeker bevinden, gedood. In het bijzonder geldt hierbij dat het systeem is voorzien van een veelvoud van tepelbekers waarbij het systeem is ingericht om elke tepelbeker wanneer deze niet wordt gebruikt voor het 20 melken, met het UV-licht te belichten. Meer in het bijzonder geldt hierbij dat het systeem is ingericht om een binnenzijde van de tenminste ene tepelbeker te belichten.In particular, it holds that the system is provided with a device for milking animals that is provided with at least one teat cup. Preferably, it holds here that the system is arranged such that UV light can illuminate the at least one teat cup when it is not used for milking an animal. When illuminating the teat cup, any bacteria, spores and / or fungi that are present on the teat cup are killed. In particular, it holds here that the system is provided with a plurality of teat cups, the system being adapted to illuminate each teat cup when it is not used for milking with the UV light. More in particular, it holds here that the system is adapted to illuminate an inside of the at least one teat cup.
In het bijzonder geldt voorts dat het systeem is ingericht voor het voederen van het dier en hiertoe is voorzien van tenminste één voersysteem, 25 dat in het bijzonder is voorzien van een voerbak. In het bijzonder geldt hierbij dat het systeem is ingericht om tenminste een deel van het voersysteem, zoals een deel van de voerbak waarmee een dier in contact kan komen te belichten met het UV-licht. Een voordeel is dat bacteriën, sporen en/of schimmels die zich op het genoemde deel van het voersysteem 30 bevinden, worden gedood waardoor een dier dat met dit deel van het 3 voersysteem in aanraking komt wederom niet kan worden besmet. In het bijzonder geldt dat het systeem is voorzien van tenminste een selectiebox en/of een selectiehek voor het selecteren van dieren. Hierbij geldt bij voorkeur dat het systeem is ingericht om tenminste een deel van de 5 selectiebox en/of tenminste een deel van het selectiehek te belichten met het UV-licht. Net als bij de voerbak gaat het hier wederom om een deel van de selectiebox en/of het selectiehek dat, in gebruik, in aanraking komt met dieren en hierdoor kan worden besmet met genoemde bacteriën, sporen en/of schimmels. Doordat deze delen worden belicht met UV-licht zullen de 10 bacteriën, sporen en/of schimmels die zich op deze delen bevinden, worden gedood.In particular, it further holds that the system is adapted to feed the animal and for this purpose is provided with at least one feeding system, which in particular is provided with a feeding trough. In particular, it holds here that the system is adapted to illuminate at least a part of the feeding system, such as a part of the feeding trough with which an animal can come into contact with the UV light. An advantage is that bacteria, spores and / or fungi that are present on the said part of the feeding system 30 are killed, so that an animal that comes into contact with this part of the feeding system cannot be infected again. In particular, it holds that the system is provided with at least one selection box and / or a selection gate for selecting animals. In this case it preferably applies that the system is adapted to illuminate at least a part of the selection box and / or at least a part of the selection fence with the UV light. Just as with the food bowl, this is again a part of the selection box and / or the selection fence that, in use, comes into contact with animals and can therefore be contaminated with the bacteria, spores and / or fungi mentioned. Because these parts are exposed with UV light, the bacteria, spores and / or fungi that are present on these parts will be killed.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm geldt dat het systeem is ingericht om, in gebruik, tenminste een uier en/of bek van een dier te belichten. De uier en de bek van het dier zijn immers juist de delen van het 15 dier die bacteriën, sporen en/of schimmels kunnen dragen. Ook zijn het delen van een dier die, in gebruik, in aanraking komen met het dier-interactiesysteem. Door juist deze delen van het dier te belichten, worden bacteriën, sporen en/of schimmels bij het dier gedood. Bij voorkeur geldt dat het systeem is ingericht om tenminste een uier en/of bek van het dier te 20 belichten wanneer het dier zich in de nabijheid van de plaats bevindt waar deze zal worden gemolken met behulp van de tenminste ene tepelbeker. Omdat het dier zich regelmatig naar de plaats bevindt waar deze zal worden gemolken, is dit een plaats die bij uitstek geschikt is om het dier met UV-licht te behandelen.According to a preferred embodiment, it holds that the system is arranged, in use, to illuminate at least one udder and / or mouth of an animal. After all, the udder and the mouth of the animal are precisely the parts of the animal that can carry bacteria, spores and / or fungi. They are also parts of an animal that, in use, come into contact with the animal interaction system. By illuminating precisely these parts of the animal, bacteria, spores and / or fungi are killed in the animal. Preferably, it holds that the system is adapted to illuminate at least one udder and / or mouth of the animal when the animal is in the vicinity of the place where it will be milked with the aid of the at least one teat cup. Because the animal regularly comes to the place where it will be milked, this is a place that is ideally suited to treat the animal with UV light.
25 Bij voorkeur geldt dat het systeem is ingericht om tenminste een uier en een bek van het dier te belichten wanneer het dier zich in de nabijheid van de plaats bevindt waar deze zal worden gevoederd met behulp . van het systeem. Ook deze plaats is een plaats die regelmatig door het dier zal worden bezocht waardoor deze plaats geschikt is om het dier met UV-30 licht te behandelen.Preferably, it holds that the system is adapted to illuminate at least one udder and a mouth of the animal when the animal is in the vicinity of the place where it will be fed with the aid of. of the system. This place is also a place that will be regularly visited by the animal, making this place suitable for treating the animal with UV light.
44
In het bijzonder geldt dat het systeem is ingericht om tenminste een uier en/of bek van het dier te belichten wanneer het dier zich in de nabijheid van een selectiebox en/of selectiehek van het systeem bevindt. Ook de selectiebox en/of het selectiehek markeert een positie van het systeem 5 waar het dier zich met enige regelmaat bevindt zodat ook deze positie geschikt is om het dier te belichten.In particular, it holds that the system is adapted to illuminate at least one udder and / or mouth of the animal when the animal is in the vicinity of a selection box and / or selection gate of the system. The selection box and / or the selection gate also marks a position of the system 5 where the animal is regularly situated so that this position is also suitable for illuminating the animal.
In het bijzonder geldt dat het systeem is voorzien van dieraanwezigheids-herkenningsmiddelen voor het herkennen van de aanwezigheid van een dier op een vooraf bepaalde plaats en voor het, 10 afhankelijk van de wel of niet herkende aanwezigheid van een dier op de vooraf bepaalde plaats, activeren van de tenminste ene UV-lichteenheid voor het belichten van het deel van het dier. De vooraf bepaalde plaats kan dan bijvoorbeeld de plaats zijn waar de tepelbeker zich bevindt (dat wil zeggen, de plaats waar het dier wordt gemolken), de plaats zijn waar zich de 15 voerbak bevindt, de plaats zijn waar zich de selectiebox bevindt en/of de plaats zijn waar het selectiehek zich bevindt. In het bijzonder geldt hierbij dat de dieraanwezigheids-herkenningsmiddelen een dieridentificatiesysteem voor het detecteren van een transponder van een dier.In particular, it holds that the system is provided with animal presence recognition means for recognizing the presence of an animal at a predetermined location and for activating, depending on the presence or non-recognition of an animal at the predetermined location, of the at least one UV light unit for illuminating the part of the animal. The predetermined location may then be, for example, the location where the teat cup is located (ie, the location where the animal is milked), the location where the feeding trough is located, the location where the selection box is located and / or be the place where the selection gate is located. In particular, it holds here that the animal presence recognition means have an animal identification system for detecting a transponder of an animal.
20 De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening.The invention will now be further elucidated with reference to the drawing.
Hierin toont:It shows:
Fig. 1 een mogelijke uitvoeringsvorm van een dier-interactiesysteem volgens de uitvinding; 25 Fig. 2 een tweede uitvoeringsvorm van een dier-interactiesysteem volgens de uitvinding; enFIG. 1 a possible embodiment of an animal interaction system according to the invention; FIG. 2 a second embodiment of an animal interaction system according to the invention; and
Fig. 3 een tepelbeker van het systeem volgens figuur 2.FIG. 3 a teat cup of the system according to figure 2.
In figuur 1 is met referentienummer 1 een dier-interactiesysteem voor het melken, voeren en/of selecteren van dieren aangeduid. Het dier-30 interactiesysteem is voorzien van een eerste ruimte 2 waarin voerbakken 5 4,6 staan opgesteld. De eerste ruimte 2 heeft een ingang 8 en een uitgang 10. De uitgang 10 geeft toegang tot een selectiebox 12 met een eerste uitgang 14 en een tweede uitgang 16. De selectiebox 12 is voorzien van een hek 18 dat in een eerste stand de uitgang 16 kan afsluiten en daarmee de 5 uitgang 14 vrijgeven en in een tweede stand de uitgang 14 kan afsluiten en daarmee de uitgang 16 kan vrijgeven. De uitgang 14 geeft toegang tot een melkruimte 20. De uitgang 16 geeft toegang tot een stalruimte 22. In de melkruimte 20 staan twee op zich bekende inrichtingen 24, 26 opgesteld voor het melken van de dieren. Elke melkinrichting 24, 26 is voorzien van 10 een veelvoud van melkplaatsen 28 waar een dier kan worden gemolken. In de tekening zijn bij elke melkinrichting 24, 26 drie van deze melkplaatsen 28 in gebruik. Meestal zijn alle melkplaatsen in gebruik. De melkruimte is voorts nog voorzien van vier uitgangen 30, 31, 32, 34, elk voorzien van tenminste een hek dat de betreffende uitgang kan afsluiten of vrijgeven.In Figure 1, reference number 1 designates an animal interaction system for milking, feeding and / or selecting animals. The animal interaction system is provided with a first space 2 in which feed trays 5, 4,6 are arranged. The first space 2 has an input 8 and an output 10. The output 10 gives access to a selection box 12 with a first output 14 and a second output 16. The selection box 12 is provided with a gate 18 which, in a first position, has the output 16. can close and thereby release the output 14 and in a second position can close the output 14 and thereby release the output 16. The outlet 14 gives access to a milking space 20. The outlet 16 gives access to a stall space 22. In the milking space 20, two per se known devices 24, 26 are arranged for milking the animals. Each milking device 24, 26 is provided with a plurality of milking places 28 where an animal can be milked. In the drawing, three of these milking places 28 are in use at each milking device 24, 26. All milking parlors are usually in use. The milking space is furthermore provided with four outlets 30, 31, 32, 34, each provided with at least one gate that can close or release the relevant outlet.
15 In dit voorbeeld geldt dat de voerbak 4 is voorzien van drie UV- lichteenheden 40.1, 40.2 en 40.3. Elke UV-lichteenheid 40.i (i=l,2,3) is verbonden met een besturingsinrichting 42.i. De besturingsinrichting 42.i is ingericht voor het activeren en deactiveren van de UV-lichteenheid 40.i. Nabij iedere UV-lichteenheid 40.i is in dit voorbeeld tevens een 20 dieraanwezigheids-herkenningsmiddel 44.i aangebracht voor het herkennen van de aanwezigheid van een dier wanneer deze zich bij de voerbak bevindt. In het bijzonder geldt in dit voorbeeld dat het dieraanwezigheids-herkenningsmiddel 44.i een dier herkent wanneer het dier zich nabij de UV-lichteenheid 40.i bevindt (i=l,2,3). Iedere dieraanwezigheids-25 herkenningsmiddel 44.i is verbonden met een in dit voorbeeld centrale computer 46. In dit voorbeeld betreft iedere dieraanwezigheids-herkenningsmiddel 44.i een op zich bekend dieridentificatiemiddel voor het detecteren van een transponder van een dier. Wanneer een dier zich bijvoorbeeld in de nabijheid het dieridentificatiemiddel 44.i bevindt, zal deze 30 een transponder van het dier detecteren en de aldus bepaalde identiteit van 6 het dier doorgeven aan de computer 46 middels een signaal S. De computer 46 zal vervolgens een controlesignaal C genereren dat wordt toegevoerd aan de besturingsinrichting 42.i. De besturingsinrichting 42.i activeert vervolgens in reactie op de ontvangst van het controlesignaal C de UV-5 lichteenheid 40.i. Het gevolg is dat de UV-lichteenheid 40.i, in dit voorbeeld, de bek van het dier belicht met UV-licht. Hierdoor zullen bacteriën, sporen enVof schimmels die zich op de bek van het dier bevinden, worden gedood. In dit voorbeeld wordt de bek van het dier dus belicht wanneer het dier aanwezig is. Het is echter ook mogelijk dat de computer 46 de 10 besturingsinrichting 42.i bestuurt in afhankelijkheid van de bepaalde identiteit van het dier. Zo kan de computer 46 afhankelijk van de bepaalde identiteit van het dier via de besturingsinrichting 42.i de UV-lichteenheid wel of niet activeren. Zo kan bijvoorbeeld een boer in de computer hebben opgeslagen dat bij bepaalde dieren wel de bek van het dier moet worden 15 belicht en bij andere bepaalde dieren de bek van het dier niet moet worden belicht. Deze keuze van de boer kan te maken hebben met een hem bekende gezondheidstoestand van het dier. Ook is het mogelijk dat afhankelijk van de bepaalde identiteit van het dier de computer de intensiteit of een maximale tijdsduur van het belichten van het betreffende deel van het dier 20 regelt. Ook kan de computer 46 het belichten staken, dat wü zeggen de UV-lichteenheid uitschakelen, wanneer vervolgens geen identiteit meer van het dier wordt gedetecteerd met het dieridentificatiemiddel. Het dier is dan kennelijk weggelopen zodat het niet zinvol is ook de UV-lichteenheid aan te laten staan. Wanneer zich geen dier bevindt nabij het 25 dieridentificatiemiddel 44.i, wordt dit in dit voorbeeld eveneens door het dieridentificatiemiddel 44.i aan de centrale computer 46 doorgegeven. In dit voorbeeld is de centrale computer 46 dusdanig ingericht dat deze op regelmatige tijdstippen, bijvoorbeeld tweemaal per etmaal, de besturingsinrichting 42.i activeert wanneer zich geen dier in het bereik van 30 het dieridentificatiemiddel 44.i bevindt. Het gevolg is dan dat een deel van 7 de voerbak wordt belicht met UV-licht dat wordt opgewekt door de UV-lichteenheid 44.i. Dit heeft weer tot gevolg dat genoemde bacteriën, sporen en/of schimmels die zich op dit deel van de voerbak bevinden, worden gedood. Een dergelijke procedure wordt met elk van de UV-lichteenheden 5 40.i (i=l,2,3) op regelmatige tijdstippen uitgevoerd om verschillende delen van de voerbak te belichten wanneer er geen dieren in de nabijheid van deze delen van de voerbak aanwezig zijn.In this example, it holds that the feed trough 4 is provided with three UV light units 40.1, 40.2 and 40.3. Each UV light unit 40.i (i = 1, 2.3) is connected to a control device 42.i. The control device 42.i is adapted to activate and deactivate the UV light unit 40.i. Adjacent to each UV light unit 40.i there is also arranged in this example an animal presence recognition means 44.i for recognizing the presence of an animal when it is at the feeding trough. In particular, in this example, the animal presence recognition means 44.i recognizes an animal when the animal is near the UV light unit 40.i (i = 1.2.3). Each animal presence recognition means 44.i is connected to a computer 46 central in this example. In this example, each animal presence recognition means 44.i relates to an animal identification means known per se for detecting a transponder of an animal. For example, when an animal is in the vicinity of the animal identification means 44.i, it will detect a transponder of the animal and transmit the thus determined identity of the animal to the computer 46 by means of a signal S. The computer 46 will then have a control signal Generate C which is supplied to the control device 42.i. The control device 42.i then activates the UV-5 light unit 40.i in response to the reception of the control signal C. The result is that the UV light unit 40.i, in this example, illuminates the animal's mouth with UV light. This will kill bacteria, spores and fungi that are on the animal's mouth. In this example, the animal's mouth is thus exposed when the animal is present. However, it is also possible that the computer 46 controls the control device 42.i depending on the determined identity of the animal. For example, the computer 46 may or may not activate the UV light unit via the control device 42.i depending on the determined identity of the animal. For example, a farmer may have stored in the computer that in certain animals the mouth of the animal must be exposed and in other particular animals the mouth of the animal must not be exposed. This choice of the farmer may have to do with a health condition of the animal known to him. It is also possible that, depending on the determined identity of the animal, the computer controls the intensity or a maximum duration of exposure of the relevant part of the animal. The computer 46 can also stop the exposure, that is to say switch off the UV light unit, when subsequently no identity of the animal is detected with the animal identification means. The animal apparently ran away so that it is not useful to leave the UV light unit on as well. If no animal is located near the animal identification means 44.i, in this example this is also passed on to the central computer 46 by the animal identification means 44.i. In this example, the central computer 46 is arranged such that it activates the control device 42.i at regular times, for example twice a day, when no animal is in the range of the animal identification means 44.i. The result is then that a portion of 7 the feed trough is illuminated with UV light generated by the UV light unit 44.i. This in turn has the consequence that the said bacteria, spores and / or fungi that are present on this part of the manger are killed. Such a procedure is carried out with each of the UV light units 40.i (i = 1, 2.3) at regular intervals to illuminate different parts of the manger when no animals are present in the vicinity of these parts of the manger to be.
De UV-lichteenheden 40.1-40.3 hebben bij deze uitvoeringsvorm derhalve als doel het belichten van delen van de voerbak en het belichten 10 van delen van een dier voor het doden van bacteriën, sporen en/of schimmels.The UV light units 40.1-40.3 therefore have the purpose in this embodiment of illuminating parts of the feeding trough and illuminating parts of an animal for killing bacteria, spores and / or fungi.
De voerbak 6 is in dit voorbeeld eveneens voorzien van dergelijke UV-lichteenheden 40.i (i=4,5), dieridentificatiemiddelen 44.i (i=4,5) alsmede besturingsinrichtingen 42.1 (i=4,5) die geheel analoog werken zoals 15 omschreven met betrekking tot de voerbak 4.In this example, the feeding trough 6 is also provided with such UV light units 40.i (i = 4.5), animal identification means 44.i (i = 4.5) and control devices 42.1 (i = 4.5) which operate entirely analogously as described with regard to the trough 4.
In de vloer bij de ingang 8 (in de figuur gestippeld weergegeven middels een rechthoek) is in dit voorbeeld eveneens een UV-lichteenheid 40.6 en 40.7 aangebracht. Tevens is een dieridentificatiemiddel 44.6 aangebracht die de aanwezigheid van een dier bij de ingang 8 detecteert.A UV light unit 40.6 and 40.7 is also arranged in the floor at the entrance 8 (shown in dotted lines in the figure by means of a rectangle) in this example. An animal identification means 44.6 is also provided which detects the presence of an animal at the entrance 8.
20 Het dieridentificatiemiddel 44,6 is in dit voorbeeld rechtstreeks verbonden met een besturingsinrichting 42.6. Wanneer een dier bij de ingang 8 wordt gedetecteerd door het dieridentificatiemiddel 44.6 zal deze dit doorgeven aan de besturingsinrichting 42.6. De besturingsinrichting 42.6 zal vervolgens de UV-lichteenheden 40.6 en 40.7 activeren. Een gevolg hiervan 25 is dat de uier van het betreffende dier en daarmee elk van de spenen van de uier van het betreffende dier zullen worden belicht zodat eventuele bacteriën, sporen en/of schimmels die zich op de spenen en/of de uier bevinden, zullen worden gedood.In this example, the animal identification means 44.6 is directly connected to a control device 42.6. When an animal is detected at the entrance 8 by the animal identification means 44.6, it will pass this on to the control device 42.6. The control device 42.6 will then activate the UV light units 40.6 and 40.7. A consequence of this is that the udder of the relevant animal and thus each of the teats of the udder of the relevant animal will be illuminated so that any bacteria, spores and / or fungi that are present on the teats and / or the udder will get killed.
In de selectiebox 12 is eveneens dieridentificatiemiddel 44.8 30 aangebracht voor het herkennen van de aanwezigheid van een dier in de 8 betreffende selectiebox. Wanneer het dier door het dieridentificatiemiddel 44.8 is geïdentificeerd wordt dit middels een signaal S aan de centrale computer 46 doorgegeven. De centrale computer 46 bepaald vervolgens welke uitgang 14, 16 met behulp van het hek 18 moet worden afgesloten en 5 genereert een dienovereenkomstig controlesignaal C dat aan de selectiebox wordt toegevoerd voor het bedienen van het hek 18. Aldus wordt, hetzij de uitgang 14, hetzij de uitgang 16, vrijgegeven. In dit voorbeeld is wederom in de vloer van de uitgang 14 een UV-lichteenheid 40.9 aangebracht en is voorts in de vloer van de uitgang 16 een UV-lichteenheid 40.10 aangebracht. 10 Andere plaatsen boven de vloer zijn echter ook denkbaar zoals bevestiging aan een hek. Wanneer de uitgang 14 wordt vrijgegeven, stuurt de centrale computer 46 middels het controlesignaal C tevens een besturingsinrichting 42.9 aan die bewerkstelligt dat de UV-lichteenheid 40.9 wordt geactiveerd met als gevolg dat de onderzijde van het dier met UV-licht wordt belicht 15 wanneer het dier de uitgang 14 passeert. Het gevolg hiervan is dat zowel de bek van het dier als de uier van het dier worden belicht. Geheel analoog bewerkstelligt de centrale computer 46 middels het controlesignaal C dat de besturingsinrichting 42.10 de UV-lichteenheid 40.10 activeert die zich in de vloer van de uitgang 16 bevindt wanneer een dier deze uitgang passeert.Animal identification means 44.8 is also arranged in the selection box 12 for recognizing the presence of an animal in the relevant selection box. When the animal is identified by the animal identification means 44.8, this is transmitted to the central computer 46 by means of a signal S. The central computer 46 then determines which output 14, 16 is to be closed by means of the gate 18 and 5 generates a corresponding control signal C which is supplied to the selection box for operating the gate 18. Thus, either the output 14 or the output 16. In this example, a UV light unit 40.9 is again arranged in the floor of the exit 14 and furthermore a UV light unit 40.10 is arranged in the floor of the exit 16. However, other places above the floor are also conceivable such as fixing to a fence. When the output 14 is released, the central computer 46 also controls, via the control signal C, a control device 42.9 which causes the UV light unit 40.9 to be activated, with the result that the underside of the animal is exposed to UV light when the animal the output 14 passes. The consequence of this is that both the animal's mouth and the animal's udder are illuminated. Completely analogously, the central computer 46, by means of the control signal C, causes the control device 42.10 to activate the UV light unit 40.10 which is located in the floor of the exit 16 when an animal passes this exit.
20 Het gevolg hiervan is dat zowel de bek van het dier als de uier van het dier worden belichtThe consequence of this is that both the animal's mouth and the animal's udder are illuminated
In dit voorbeeld geldt dat iedere melkplaats 28.i (i=ll,12,13,...) is voorzien van een UV-lichteenheid die ook hier zal worden aangeduid met 40.i (i=ll, 12 ,13 ..). Voorts is op iedere melkplaats 28 een 25 dieridentificatiemiddel 44.i (1=11,12,13,..) aangebracht die met de centrale computer 46 is verbonden. De centrale computer 46 is voorts verbonden met besturingsinrichtingen 42.i (i= 11,12, 13,...) die elk zijn verbonden met een UV-lichteenheid 40.i (i=ll,12, 13) die zich op de melkplaats 28.i bevindt. Geheel analoog zoals hiervoor besproken geldt dat, zodra een dier wordt 30 geïdentificeerd dat zich in één van de melkplaatsen 28.i bevindt, dit wordt 9 doorgegeven aan de centrale computer 46 die vervolgens bewerkstelligd dat de bij de betreffende melkplaats behorende besturingsinrichting 42.i wordt aangestuurd opdat deze de UV-lichteenheid 40.i van de betreffende melkplaats 28.i activeert. Hierdoor wordt in dit voorbeeld wederom de uier 5 van het dier belicht.In this example, it holds that every milking parlor 28.i (i = 11, 12,13, ...) is provided with a UV light unit which will also be referred to here as 40.i (i = 11, 12, 13 .. ). Furthermore, an animal identification means 44.i (1 = 11, 12, 13, ...) is provided on each milking parlor 28, which identification device is connected to the central computer 46. The central computer 46 is further connected to control devices 42.i (i = 11.12, 13, ...) which are each connected to a UV light unit 40.i (i = 11, 12, 13) located on the milking parlor 28.i. Completely analogously as discussed above, it holds that as soon as an animal is identified that is located in one of the milking parlors 28.i, this is passed on to the central computer 46, which then ensures that the control device 42 associated with the milking parlor in question is controlled so that it activates the UV light unit 40.i of the relevant milking parlor 28.i. As a result, the udder 5 of the animal is again illuminated in this example.
In figuur 2 wordt een tweede uitvoeringsvorm van een dier-interactiesysteem 1 volgens de uitvinding getoond. Het dier-interactiesysteem 1 is voorzien van een voerbak 4 die op automatische wijze met behulp van een vulinrichting 50 kan worden gevuld met voer. De 10 vulinrichting 50 is in dit voorbeeld voorzien van een schep die kan worden gevuld met voer 54 en die kan worden geopend om het voer te storten op een geleidingsvlak 52 zodat het voer 54 in de voerbak 4 terecht komt. Het dier-interactiesysteem 1 is voorts voorzien van een melkplaats 70 en een bij de melkplaats 70 opgestelde melkinrichting 56 voor het melken van een dier 15 dat zich op de melkplaats 70 bevindt. De inrichting is in dit voorbeeld voorzien van vier tepelbekers 58.j (j=l,2,3,4). In de tekening zijn twee van deze tepelbekers getoond. Het systeem is voorts voorzien van een dieridentificatiemiddel 60 van een soort zoals aan de hand van figuur 1 besproken voor het herkennen van een aanwezigheid van een dier op een 20 vooraf bepaalde plaats. In dit voorbeeld is het dieridentificatiemiddel aangebracht bij de voerbak 4. Het dieridentificatiemiddel 60 is in dit voorbeeld ingericht voor het detecteren van een transponder 62 van het dier dat rond de nek van het dier wordt gedragen. Het is ook mogelijk dat de transponder aan een oor of poot van het dier is bevestigd of zich in het dier 25 bevindt. Het dier-interactiesysteem 1 is verder voorzien van een eerste UV-lichteenheid 64.1 en een tweede UV-lichteenheid 64.2 die elk van een soort zijn zoals aan de hand van figuur 1 is besproken. Voorts is het dier-. interactiesysteem 1 voorzien van een besturingsinrichting 66.1 die enerzijds met het dieridentificatiemiddel 60 is verbonden en anderzijds met de UV-30 lichteenheid 64.1 is verbonden. Voorts is het systeem voorzien van een 10 besturingsinrichting 66.2 die enerzijds met het dieridentificatiemiddel 60 is verbonden en die anderzijds met de UV-lichteenheid 64.2 is verbonden. De tot op dit punt omschreven inrichting werkt als volgt.Figure 2 shows a second embodiment of an animal interaction system 1 according to the invention. The animal interaction system 1 is provided with a feed trough 4 which can be filled with feed automatically by means of a filling device 50. The filling device 50 in this example is provided with a scoop that can be filled with feed 54 and which can be opened to dump the feed on a guide surface 52 so that the feed 54 ends up in the feed trough 4. The animal interaction system 1 is furthermore provided with a milking parlor 70 and a milking device 56 arranged at the milking parlor 70 for milking an animal 15 which is located at the milking parlor 70. In this example, the device is provided with four teat cups 58.j (j = 1.2.3.4). Two of these teat cups are shown in the drawing. The system is further provided with an animal identification means 60 of a kind as discussed with reference to figure 1 for recognizing a presence of an animal at a predetermined location. In this example, the animal identification means is arranged at the feeding trough 4. In this example, the animal identification means 60 is adapted to detect a transponder 62 of the animal that is carried around the neck of the animal. It is also possible that the transponder is attached to an ear or leg of the animal or is located in the animal. The animal interaction system 1 is further provided with a first UV light unit 64.1 and a second UV light unit 64.2 which are each of a kind as discussed with reference to Figure 1. Furthermore, it is animal. interaction system 1 provided with a control device 66.1 which is connected on the one hand to the animal identification means 60 and on the other hand to the UV-light unit 64.1. The system is furthermore provided with a control device 66.2 which is connected on the one hand to the animal identification means 60 and which is on the other hand connected to the UV light unit 64.2. The device described up to this point works as follows.
Wanneer het dier zich naar de voerbak 4 begeeft, zal het 5 dieridentificatiemiddel 60 het dier identificeren. Aldus wordt het dier geïdentificeerd en wordt de aanwezigheid van het dier op de melkplaats 70 herkend. Wanneer de aanwezigheid van het dier op de melkplaats 70 is herkend, geeft het dieridentificatiemiddel dit via een signaalleiding 72 door aan de besturingsinrichting 66.1 die in reactie hierop via een signaalleiding 10 74 bewerkstelligt dat de UV-lichteenheid 64.1 wordt geactiveerd. Het gevolg is dat de bek van het dier zal worden belicht met UV-licht. Wanneer de aanwezigheid van het dier op de melkplaats 70 is herkend, geeft het dieridentificatiemiddel dit tevens via een signaalleiding 76 door aan de besturingsinrichting 66.2 die in reactie hierop via een signaalleiding 78 15 bewerkstelligt dat de UV-lichteenheid 64.2 wordt geactiveerd. Hierdoor wordt bewerkstelligd dat tenminste één speen van het dier wordt belicht. Meer in het bijzonder geldt in dit voorbeeld dat alle spenen van de uier van het dier worden belicht. Immers, wanneer het dier zich met zijn hoofd bij de voerbak bevindt, zullen alle spenen van het dier worden belicht wanneer de 20 UV-lichteenheid 64.2 wordt geactiveerd. Er geldt dan tevens dat het uier en/of de bek van het dier wordt belicht wanneer het dier zich in de nabijheid van de plaats bevindt waar deze zal worden gemolken met behulp van tenminste één van de tepelbekers 58.j. Er geldt dus tevens bij dit voorbeeld dat een systeem is ingericht om een uier en/of de bek van het dier te 25 belichten wanneer het dier zich in de nabijheid van de plaats bevindt waar deze zal worden gevoederd met behulp van het systeem.When the animal goes to the feeding trough 4, the animal identification means 60 will identify the animal. Thus, the animal is identified and the presence of the animal at the milking parlor 70 is recognized. When the presence of the animal at the milking parlor 70 is recognized, the animal identification means communicates this via a signal line 72 to the control device 66.1 which in response thereto causes a UV light unit 64.1 to be activated via a signal line 74. The result is that the animal's mouth will be exposed to UV light. When the presence of the animal at the milking parlor 70 is recognized, the animal identification means also forwards this via a signal line 76 to the control device 66.2 which, in response thereto, via a signal line 78 causes the UV light unit 64.2 to be activated. This ensures that at least one teat of the animal is exposed. More particularly, in this example it holds that all teats of the animal's udder are illuminated. After all, when the animal is standing with its head at the feeding trough, all teats of the animal will be exposed when the UV light unit 64.2 is activated. It then also holds that the udder and / or the mouth of the animal is illuminated when the animal is in the vicinity of the place where it will be milked with the aid of at least one of the teat cups 58.j. It is therefore also the case in this example that a system is arranged to illuminate an udder and / or the mouth of the animal when the animal is in the vicinity of the place where it will be fed with the aid of the system.
Het systeem is in dit voorbeeld tevens dusdanig ingericht dat de UV-lichteenheid 64.1 een binnenzijde van de voerbak kan belichten wanneer geen dier aanwezig is. De besturingsinrichting 66.1 kan 30 bijvoorbeeld dusdanig zijn ingericht dat deze op gezette tijden de voerbak 11 belicht wanneer geen dier aanwezig is. Dit kan bijvoorbeeld tweemaal per etmaal gebeuren. Ook is het mogelijk dat weer gebruik wordt gemaakt van de computer 46. In dat geval wordt de met het dieridentificatiemiddel 60 bepaalde identiteit aan de computer 46 toegevoerd (via gestippeld 5 weergegeven leiding 100). De computer 46 bestuurt vervolgens in afhankelijkheid van de bepaalde identiteit de besturingsinrichtingen 66.1 en 66.2 aan (via gestippeld weergegeven leidingen 102 en 104). Het dier-interactiesysteem is bijvoorbeeld ingericht om, in gebruik, de tenminste ene UV-lichteenheid afhankelijk van de bepaalde identiteit van het dier niet of 10 wel activeert voor het belichten van een deel van het dier. Zo kan de computer afhankelijk van de bepaalde identiteit van het dier bepalen of de bek en/of de uier van het dier moet worden belicht. Zo kan bij een bepaald dier bijvoorbeeld worden bepaald dat alleen de uier moet worden belicht en niet de bek, bij een ander dier alleen de bek, bij weer een ander dier zowel 15 de bek als de uier en bij weer een ander dier kan worden bepaald dat in het geheel geen belichting zal plaatsvinden. Er geldt dan dus dat het dier-interactiesysteem is ingericht om selectief tenminste een deel van een veelvoud van delen van het dier te belichten met behulp van de tenminste ene UV-lichteenheid (in dit voorbeeld de UV-lichteenheden 64.1 en 64.2) en 20 waarbij het dier-interactiesysteem verder is ingericht om, in gebruik, afhankelijk van de bepaalde identiteit van het dier tenminste een bepaald deel van het veelvoud van delen van het dier (in dit voorbeeld de uier en de bek) te selecteren voor belichting met de tenminste ene de UV-lichteenheid. In het bijzonder kan nog gelden dat het dier-interactiesysteem is ingericht 25 om, in gebruik, de intensiteit van het UV-licht dat door de tenminste ene UV-lichteenheid wordt gegenereerd afhankelijk van de bepaalde identiteit van het dier te regelen. Zo kan de computer 46 dusdanig regelen dat bij het ene bepaalde dier de uier relatief zwak worden belicht terwijl bij een ander bepaald dier de uier relatief sterk wordt belicht. Ook kan afhankelijk van de 30 bepaalde identiteit de maximale belichtingduur van de uier en/of de bek 12 wordt geregeld door de computer. Ook kan de computer 46 de UV-lichteenheden 64.1 en 64. 2 uitschakelen wanneer met behulp van het dieridentificatiemiddel 60 geen identiteit en daarmee geen aanwezigheid van een dier meer wordt gedetecteerd. Ook kan het nog zo zijn dat het 5 systeem dusdanig is ingericht dat met behulp van UV-licht tenminste één tepelbeker 58.j wordt belicht wanneer deze niet wordt gebruikt voor het melken van een dier. Een dergelijke variant is in figuur 3 getoond.In this example, the system is also arranged such that the UV light unit 64.1 can illuminate an inside of the feeding trough when no animal is present. The control device 66.1 can for instance be arranged such that it illuminates the feed trough 11 at set times when no animal is present. This can be done, for example, twice a day. It is also possible that use is again made of the computer 46. In that case, the identity determined with the animal identification means 60 is supplied to the computer 46 (via line 100 shown in dotted line). The computer 46 then controls the control devices 66.1 and 66.2 depending on the determined identity (via lines 102 and 104 shown in broken lines). The animal interaction system is, for example, adapted to, in use, depending on the determined identity of the animal, not activate or at least activate the at least one UV light unit for illuminating a part of the animal. For example, the computer can determine, depending on the particular identity of the animal, whether the animal's mouth and / or udder should be illuminated. For example, in a particular animal it can be determined that only the udder needs to be exposed and not the beak, in another animal only the beak, in yet another animal both the beak and the udder can be determined and in yet another animal that no lighting will take place at all. It then holds that the animal interaction system is adapted to selectively illuminate at least a part of a plurality of parts of the animal with the aid of the at least one UV light unit (in this example the UV light units 64.1 and 64.2) and 20, wherein the animal interaction system is further adapted to, in use, depending on the determined identity of the animal, select at least a certain part of the plurality of parts of the animal (in this example the udder and the mouth) for illumination with the at least one the UV light unit. In particular, it may also apply that the animal interaction system is adapted to control, in use, the intensity of the UV light generated by the at least one UV light unit depending on the determined identity of the animal. Thus, the computer 46 can control such that the udder is relatively weakly exposed in one particular animal, while the udder is relatively strongly exposed in another particular animal. Also, depending on the determined identity, the maximum exposure time of the udder and / or the jaw 12 can be controlled by the computer. The computer 46 can also switch off the UV light units 64.1 and 64.2 when no identity and thus no presence of an animal are detected with the aid of the animal identification means 60. It may also be that the system is arranged such that at least one teat cup 58.j is illuminated with the aid of UV light when it is not used for milking an animal. Such a variant is shown in Figure 3.
Figuur 3 toont een tepelbeker 58.j die bijvoorbeeld zou kunnen worden gebruikt bij systemen die in figuur 1 en/of 2 zijn omschreven. De 10 tepelbeker 58.j is aan zijn binnenzijde voorzien van een sensor 80 om te detecteren of een uier 82 van het dier in de tepelbeker 58.j aanwezig is. De sensor 80 is hiertoe verbonden met de besturingsinrichting 42.1 en 42.2. De besturingsinrichting 42.1 is op zijn beurt verbonden met een UV-lichteenheid 40.1 die zich in de tepelbeker bevindt. De besturingsinrichting 15 42.2 is verbonden met een UV-lichteenheid 40.2 die zich eveneens in de tepelbeker bevindt. De besturingsinrichtingen 42.1 en 42.2 zijn in dit voorbeeld dusdanig ingericht dat wanneer met behulp van de sensor 80 wordt gedetecteerd dat geen uier 82 in de tepelbeker aanwezig is, de UV-lichteenheden 40.1 en 40.2 worden geactiveerd voor het belichten van een 20 binnenzijde van de tepelbeker. Eventuele bacteriën die zich in de binnenzijde van de tepelbeker bevinden worden dan gedood. Dit geldt eveneens voor sporen en/of schimmels. Hierbij kan het systeem dusdanig zijn ingericht dat de betreffende tepelbeker aan zijn binnenzijde wordt bestraald met UV-licht nadat deze is gebruikt voor het melken van een dier. 25 Voor een dergelijke besturing kunnen de besturingsinrichtingen 42.1 en 42.2 bijvoorbeeld zijn verbonden met een centrale computer 46 van het dier-interactiesysteem volgens figuur 2 dat de voerinrichting 50 en de melkinrichting 56 voor het melken van de dieren bestuurd. De centrale computer 46 kan dan bijvoorbeeld bewerkstelligen dat, na het melken van 30 een dier, middels de besturingsinrichtingen 42.1 en 42.2 van figuur 3 de UV- 13 lichteenheden 40.1 en 40.2 van de tepelbeker 58.j van figuur 3 worden geactiveerd. Ook is het denkbaar dat de computer 46 bewerkstelligt dat UV-lichteenheden 40.1 en 40.2 van figuur 3 na het melken worden geactiveerd wanneer zich de speen 82 nog in de tepelbeker 58.j bevindt. Een gevolg 5 hiervan is dat de uier zelf wordt belicht met het UV-licht. Opgemerkt wordt dat de sensor 80 kan worden weggelaten wanneer het besturingsinrichtingen 42.1 en 42.2 en/of de centrale computer 46 op andere wijze reeds weten dat de tepelbeker bij de dier is aangesloten.Figure 3 shows a teat cup 58.j which could be used, for example, with systems described in Figures 1 and / or 2. The teat cup 58.j is provided on its inside with a sensor 80 to detect whether an udder 82 of the animal is present in the teat cup 58.j. The sensor 80 is for this purpose connected to the control device 42.1 and 42.2. The control device 42.1 is in turn connected to a UV light unit 40.1 which is located in the teat cup. The control device 42.2 is connected to a UV light unit 40.2 which is also located in the teat cup. In this example the control devices 42.1 and 42.2 are arranged such that when it is detected with the aid of the sensor 80 that no udder 82 is present in the teat cup, the UV light units 40.1 and 40.2 are activated for illuminating an inside of the teat cup . Any bacteria that are in the inside of the teat cup are then killed. This also applies to spores and / or fungi. The system can herein be arranged such that the relevant teat cup is irradiated on its inside with UV light after it has been used for milking an animal. For such a control, the control devices 42.1 and 42.2 can for instance be connected to a central computer 46 of the animal interaction system according to figure 2 which controls the feeding device 50 and the milking device 56 for milking the animals. The central computer 46 can then, for example, ensure that, after the milking of an animal, the UV-light units 40.1 and 40.2 of the teat cup 58.j of Figure 3 are activated by means of the control devices 42.1 and 42.2 of Figure 3. It is also conceivable that the computer 46 causes UV light units 40.1 and 40.2 of Fig. 3 to be activated after milking when the teat 82 is still in the teat cup 58.j. A consequence of this is that the udder itself is illuminated with the UV light. It is noted that the sensor 80 can be omitted when the control devices 42.1 and 42.2 and / or the central computer 46 already know in other ways that the teat cup is connected to the animal.
In het bijzonder geldt dat elke tepelbeker 58.j (j=l,2,3,4) van het dier-10 interactiesysteem volgens figuur 2 is uitgevoerd zoals besproken voor de tepelbeker volgens figuur 3. Er geldt dan in dit voorbeeld dat het systeem volgens figuur 2 is voorzien van een veelvoud van tepelbekers waarbij het systeem is ingericht om elke tepelbeker, wanneer deze niet wordt gebruikt voor het melken, met het UV-licht te belichten. Er geldt tevens dat het 15 systeem is voorzien van een veelvoud van UV-eenheden voor het belichten van een veelvoud van tepelbekers. Meer in het bijzonder geldt dat het systeem is voorzien van een UV-lichteenheid per tepelbeker voor het belichten van de betreffende tepelbeker. Tevens geldt in dit voorbeeld dat het systeem is ingericht om een binnenzijde van de tenminste ene 20 tepelbeker te belichten. Uiteraard is het eveneens denkbaar dat bijvoorbeeld met behulp van één UV-lichteenheid een buitenzijde van alle tepelbekers wordt belicht voor het doden van bacteriën, schimmels en dergelijke die zich op deze buitenzijde bevinden. Dergelijke varianten worden elk geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.In particular, it holds that each teat cup 58.j (j = 1, 2,3,4) of the animal interaction system according to Figure 2 is designed as discussed for the teat cup according to Figure 3. It then applies in this example that the system according to figure 2 a plurality of teat cups is provided, the system being adapted to illuminate each teat cup with the UV light when it is not used for milking. It also holds that the system is provided with a plurality of UV units for illuminating a plurality of teat cups. More in particular, it holds that the system is provided with a UV light unit per teat cup for illuminating the relevant teat cup. In this example it also holds that the system is adapted to illuminate an inside of the at least one teat cup. Of course, it is also conceivable that, for example, one outside of all the teat cups is illuminated with the aid of one UV light unit for killing bacteria, fungi and the like that are located on this outside. Such variants are each understood to fall within the scope of the invention.
25 t 03 5 23 225 t 03 5 23 2
Claims (28)
Priority Applications (2)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL1035232A NL1035232C2 (en) | 2008-03-31 | 2008-03-31 | Animal interaction system provided with at least one UV light unit. |
| PCT/NL2009/050150 WO2009123445A1 (en) | 2008-03-31 | 2009-03-26 | Animal interaction system provided with at least one uv-light unit |
Applications Claiming Priority (2)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL1035232A NL1035232C2 (en) | 2008-03-31 | 2008-03-31 | Animal interaction system provided with at least one UV light unit. |
| NL1035232 | 2008-03-31 |
Publications (1)
| Publication Number | Publication Date |
|---|---|
| NL1035232C2 true NL1035232C2 (en) | 2009-10-01 |
Family
ID=40019481
Family Applications (1)
| Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
|---|---|---|---|
| NL1035232A NL1035232C2 (en) | 2008-03-31 | 2008-03-31 | Animal interaction system provided with at least one UV light unit. |
Country Status (2)
| Country | Link |
|---|---|
| NL (1) | NL1035232C2 (en) |
| WO (1) | WO2009123445A1 (en) |
Cited By (1)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| CN108935158A (en) * | 2017-05-19 | 2018-12-07 | 圆融医疗设备（深圳）有限公司 | Automatic feeding device |
Families Citing this family (3)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| CZ307582B6 (en) * | 2011-07-14 | 2018-12-27 | Výzkumný ústav zemědělské techniky, v.v.i. | Equipment for improve welfare when milking animals |
| EP3809830B1 (en) | 2018-06-21 | 2024-01-03 | LED iBond International A/S | A uv lamp |
| EP3766340A1 (en) * | 2019-07-19 | 2021-01-20 | Urban Holding GmbH | Treatment station and method for in particular automated, germ-reducing irradiation of the integument of agricultural livestock, in particular of young animals, e.g. calves, and feeding station in the form of such a treatment station and automatic feeding machine with such a feeding station |
Citations (3)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| WO2000001224A1 (en) * | 1998-07-06 | 2000-01-13 | Maasland N.V. | A method of and a device for disinfecting a milking machine and/or a cleaning device for the teats of an animal |
| WO2004004791A1 (en) * | 2002-07-05 | 2004-01-15 | Delaval Holding Ab | Method and device at a dairy farm |
| DE10350844A1 (en) * | 2003-10-31 | 2005-06-02 | Westfaliasurge Gmbh | Animal treatment method e.g. for dairy cattle, by identifying the animal, determining if treatment is required, and performing animal-specific treatment |
-
2008
- 2008-03-31 NL NL1035232A patent/NL1035232C2/en not_active IP Right Cessation
-
2009
- 2009-03-26 WO PCT/NL2009/050150 patent/WO2009123445A1/en active Application Filing
Patent Citations (3)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| WO2000001224A1 (en) * | 1998-07-06 | 2000-01-13 | Maasland N.V. | A method of and a device for disinfecting a milking machine and/or a cleaning device for the teats of an animal |
| WO2004004791A1 (en) * | 2002-07-05 | 2004-01-15 | Delaval Holding Ab | Method and device at a dairy farm |
| DE10350844A1 (en) * | 2003-10-31 | 2005-06-02 | Westfaliasurge Gmbh | Animal treatment method e.g. for dairy cattle, by identifying the animal, determining if treatment is required, and performing animal-specific treatment |
Cited By (1)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| CN108935158A (en) * | 2017-05-19 | 2018-12-07 | 圆融医疗设备（深圳）有限公司 | Automatic feeding device |
Also Published As
| Publication number | Publication date |
|---|---|
| WO2009123445A1 (en) | 2009-10-08 |
Similar Documents
| Publication | Publication Date | Title |
|---|---|---|
| CA2737234C (en) | Gate system to grant an animal access to a space | |
| NL1035232C2 (en) | Animal interaction system provided with at least one UV light unit. | |
| US7690327B2 (en) | Milking box expulsion system | |
| EP1070451B1 (en) | A method for automatically milking animals | |
| US5950562A (en) | Apparatus for and a method of managing animals | |
| US6498338B2 (en) | Device and method for automatically milking cows | |
| NL1014260C2 (en) | Device for detecting physical abnormalities in milk. | |
| US7231886B2 (en) | Teat cup carrier | |
| NL1033589C2 (en) | Assembly of a milking robot with a milking robot feeding place, and device for gripping and moving material. | |
| US6622651B1 (en) | Device and method for the automatic milking and feeding of animals | |
| NL1019107C2 (en) | Device for detecting the rut condition in an animal, positioning device, shed with a positioning device and method for detecting a rut condition. | |
| EP1230849B1 (en) | An arrangement for managing a herd of animals | |
| NL8602505A (en) | Method for milking cattle - has milk sample taken at station before milking to check characteristics with result determining which stall should be used | |
| KR20220022992A (en) | Defecation plate for companion animal | |
| NL2013390B1 (en) | System and method for managing dairy animals. | |
| NL2012303C2 (en) | SYSTEM AND METHOD FOR MONITORING AN ANIMAL. | |
| NL1035848C (en) | CONSTRUCTION WITH A MILKBOX OCCUPY INDICATOR. | |
| NL1024997C2 (en) | Assembly and method for managing a herd of animals that are free to walk. | |
| NL8601297A (en) | Electronic identification system for cattle herd - provides unique sound signal transmitter for each animal sensed when passing through gate | |
| US20200205373A1 (en) | Control system for a rotary milking parlor and method of controlling a rotary milking parlor | |
| NL1043080B1 (en) | Cleaning and / or disinfectant treatment device | |
| NL1020892C2 (en) | Method and device for automatic milking with fixed milking times. | |
| NL1022700C2 (en) | Animal stall, e.g. milking stall, has exit and entrance gates in one length side which can present opening with specific width | |
| NL1032150C1 (en) | Device for automatically milking an animal. | |
| NL1024400C2 (en) | Dairy animal's expected teat positions determining device for applying fluid after milking, determines expected post-milking positions for teats based on teat's pre-milking positions |
Legal Events
| Date | Code | Title | Description |
|---|---|---|---|
| PD2B | A search report has been drawn up | ||
| MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20230401 |