NL1034184C2 - Werkwijze voor het opbouwen van een casco voor een gebouw met verschuifbaar ankerelement. - Google Patents

Werkwijze voor het opbouwen van een casco voor een gebouw met verschuifbaar ankerelement. Download PDF

Info

Publication number
NL1034184C2
NL1034184C2 NL1034184A NL1034184A NL1034184C2 NL 1034184 C2 NL1034184 C2 NL 1034184C2 NL 1034184 A NL1034184 A NL 1034184A NL 1034184 A NL1034184 A NL 1034184A NL 1034184 C2 NL1034184 C2 NL 1034184C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
load
bearing wall
anchor element
ceiling element
bearing
Prior art date
Application number
NL1034184A
Other languages
English (en)
Inventor
Petrus Augustinus Van Schaick
Original Assignee
Calduran Kalkzandsteen B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Calduran Kalkzandsteen B V filed Critical Calduran Kalkzandsteen B V
Priority to NL1034184A priority Critical patent/NL1034184C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1034184C2 publication Critical patent/NL1034184C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/74Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge
    • E04B2/7401Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge assembled using panels without a frame or supporting posts, with or without upper or lower edge locating rails

Description

Korte aanduiding: Werkwijze voor het opbouwen van een casco voor een gebouw met verschuifbaar ankerelement.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het opbouwen van een casco voor een gebouw volgens de aanhef van conclusie 1.
Het is tot op heden gebruikelijk om bij het opbouwen van een dergelijk casco eerst de dragende wanden te plaatsen, en om vervolgens daarop één of meerdere plafondelementen 5 aan te brengen. Eerst nadat dit deel van het casco gereed is, worden tussen de dragende wanden de niet-dragende scheidingswanden opgebouwd. Deze worden opgebouwd uit meerdere bouwelementen, bijvoorbeeld kalkzandsteen blokken, die met elkaar worden verlijmd. Tussen de bovenzijde van de scheidingswand en de onderzijde van het plafondelement wordt een ruimte vrijgelaten van enkele centimeters. Teneinde te voorkomen 10 dat de scheidingswanden weer om zouden kunnen vallen, worden deze aan de bovenzijde met behulp van hoekijzers verankerd aan de plafondelementen. De hoekijzers worden hierbij zowel op een kopse kant van een bouwblok alsook op de onderzijde van het plafondelement vastgeschroefd.
Nadelig hierbij is dat het aldus opbouwen van het casco, en in het bijzonder van de 15 niet-dragende scheidingswanden daarvan, een arbeidsintensief en tijdrovend proces is. De volgorde van de handelingen luistert hierbij nauw. Zo dienen bijvoorbeeld de hoekijzers pas tijdens het lijmen van de bovenste laag bouwblokken geplaatst te worden, opdat ze onzichtbaar weggewerkt kunnen worden. Voor het op het plafondelement vastschroeven van een hoekijzer is dan weinig ruimte beschikbaar. Tevens dienen de hoekijzers op nauwgezette 20 posities met het plafondelement verbonden te worden, te weten die posities die overeenkomen met scheidingsvlakken tussen twee aangrenzende blokken. Daarnaast vormen de hoekijzers al snel een starre verbinding tussen de scheidingswand en het plafondelement, hetgeen tot beschadigingen kan leiden bij temperatuursveranderingen.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel de bovengenoemde nadelen ten minste 25 gedeeltelijk te ondervangen, dan wel een bruikbaar alternatief te verschaffen. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding tot doel een efficiënte werkwijze en systeem voor het opbouwen van een casco te verschaffen dat zowel een betrouwbare alsook flexibele verankering biedt voor niet-dragende wanden.
Dit doel wordt bereikt door een werkwijze volgens conclusie 1. Hierbij worden zowel 30 de dragende als ook de niet-dragende wanden geplaatst voordat de één of meerdere plafondelementen worden aangebracht. Ook de één of meerdere ankerelementen zijn reeds 1034184 - 2 - voorafgaand aan het aanbrengen van de één of meerdere plafondelementen voorzien, dat wil zeggen de één of meerdere ankerelementen maken integraal deel uit van of zijn reeds verbonden met hetzij het plafondelement hetzij de niet-dragende wand. Het positioneren van het plafondelement boven de niet-dragende wand en het neerlaten van het plafondelement 5 totdat deze afsteunt bovenop de dragende wanden, zorgt er vervolgens automatisch voor dat de verankering tussen de niet-dragende wand en het plafondelement tot stand wordt gebracht. Aldus kunnen de niet-dragende wanden met voordeel reeds worden geplaatst voordat de plafondelementen worden aangebracht. De niet-dragende wanden kunnen hierbij nog steeds worden opgebouwd uit meerdere bouwelementen die bijvoorbeeld met elkaar 10 verlijmd worden. De bouwelementen kunnen hierbij zoals gebruikelijk handmatig op elkaar worden geplaatst. Doordat het plafondelement echter nog niet aanwezig is, is het met voordeel ook mogelijk om de bouwelementen machinaal te plaatsen, bijvoorbeeld door ze met behulp van een kraan van bovenaf neer te laten tussen de eerder geplaatste dragende wanden. Dit maakt het mogelijk om bouwelementen voor de niet-dragende wanden te 15 gebruiken met een gewicht dat uitstijgt boven het volgens de Arbo-wet maximum handmatig te tillen gewicht. Doordat de verankering automatisch tot stand komt als gevolg van het aanbrengen van het plafondelement, hoeven voor het verankeren geen verdere afzonderlijke handelingen verricht te worden. Dit bespaart tijd en derhalve ook kosten.
In een bijzondere uitvoeringsvorm wordt het ankerelement geplaatst in een zich in 20 hoofdzaak in verticale richting uitstrekkende uitsparing die voorzien is in de bovenzijde van de niet-dragende wand of in de onderzijde van het plafondelement. Het ankerelement wordt hierbij zodanig in de uitsparing geplaatst dat een deel daarvan naar buiten toe uitsteekt. Dit plaatsen van het ankerelement vindt voorafgaand aan het op de dragende wanden aan brengen van het plafondelement in de uitsparing plaat. Het uit de uitsparing naar buiten 25 stekende deel van het ankerelement heeft een zodanige lengte dat het in staat is om ten minste een eventuele tussenruimte tussen de niet-dragende wand en het plafondelement te overbruggen die na plaatsing van het plafondelement overblijft. Het ankerelement ligt dan zowel tegen de niet-dragende wand als ook tegen het plafondelement aan en vormt daartussen een verankering. Het uit de uitsparing naar buiten stekende deel kan hierbij 30 bijvoorbeeld middels een lijmverbinding met het plafondelement of de niet-dragende wand worden verbonden. In een variant kan ook een tweede uitsparing zijn voorzien waarin het uit de eerste uitsparing naar buiten toe stekende deel van het ankerelement aangrijpt na aanbrengen van het plafondelement. In weer een andere variant wordt het uitstekende deel van het ankerelement op een andere wijze verbonden met het betreffende plafondelement of 35 niet-dragende wand, bijvoorbeeld middels een schroefverbinding.
Met voordeel wordt het ankerelement met een verschuifbare passing, in het bijzonder een perspassing, in de uitsparing geplaatst. Hierdoor ontstaat een in de hoogte flexibele - 3 - verbinding van de niet-dragende wand met het plafondelement, doordat het ankerelement in de uitsparing op- en neer kan schuiven. Verder maakt dit het mogelijk om het ankerelement in eerste instantie met een bepaalde overmaat uit de uitsparing naar buiten stekend in de uitsparing te plaatsen. Het gewicht van het plafondelement zorgt er dan tijdens aanbrengen 5 voor dat het ankerelement verder in de uitsparing naar binnen wordt gedrukt. Bij voorkeur wordt het ankerelement met een zodanige overmaat uitstekend in de uitsparing geplaatst, dat deze overmaat groter is dan een gewenste tussenruimte tussen het plafondelement en de niet-dragende wand. Dit garandeert te allen tijde een solide aanligging van het ankerelement tegen zowel het plafondelement als ook tegen de niet-dragende wand.
10 Bijvoorbeeld in het geval van een lijm verbinding met het ankerelement zorgt dit met voordeel voor een goede aandrukking daarvan.
Verdere voorkeursuitvoeringsvormen zijn vastgelegd in de onderconclusies.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een ankerelement volgens één van de conclusies 13-20, alsmede op een casco voor een gebouw volgens één van de conclusies 15 21-27.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin: - Fig. 1 een schematisch aanzicht is in perspectief van een casco voor een gebouw met 20 verankering volgens de uitvinding met nog niet geplaatst plafondelement; - Fig. 2 een schematisch deelaanzicht is in doorsnede van fig. 1 met geplaatst plafondelement; en - Fig. 3 een schematisch aanzicht is in doorsnede van het bouwelement met daarin verschuifbaar opgenomen ankerelement uit fig. 2 in een eerste en tweede stand.
25
In figuur 1 is een casco voor een gebouw in zijn geheel aangeduid met het verwijzingscijfer 1. Het casco 1 omvat dragende wanden 2 en een nog daar bovenop te plaatsen plafondelement 3. Zowel de dragende wanden 2 alsook het plafondelement 3 zijn hier vervaardigd uit geprefabriceerde betonnen platen. Andersoortige materialen zijn echter 30 ook mogelijk. Tussen de dragende wanden 2 bevindt zich een niet-dragende wand 4. De niet-dragende wand 4 is hier opgebouwd uit een bouwelement 5, in het bijzonder van gips, kalkzandsteen of cellenbeton. Het bouwelement 5 is hierbij voorzien van een zich in verticale richting uitstrekkende uitsparing 7 waarin een ankerelement 8 met een verschuifbare passing gestoken is. In figuur 2 is het ankerelement 8 verder uitgewerkt, waarbij het plafondelement 3 35 inmiddels zover is neergelaten dat het rust op de dragende wanden 2. Het ankerelement 8 omvat een dookdeel 9 dat aan de bovenzijde voorzien is van een plaatvormig contactvlak 10. Het dookdeel 9 is hierbij uitgevoerd als een zich naar beneden toe verjongend hulsvormig - 4 - deel dat voorzien is van meerdere zich in verticale richting uitstrekkende langssleuven 11. De langssleuven 11 en de verjonging van het dookdeel 9, vergemakkelijken het om het ankerelement 8 in de uitsparing 7 te steken. Hierbij wordt met voordeel al snel een klemmende passing verkregen, terwijl het nog steeds mogelijk is om het ankerelement 8 5 verder in de uitsparing 7 naar binnen te drukken onder geringe vervorming van het dookdeel 9. Figuur 3 toont hiervan een eerste stand I en een tweede stand II.
Tussen de bovenzijde van de niet-dragende wand 4 en de onderzijde van het plafondelement 3 is een tussenruimte met een speling S vrijgelaten. Het ankerelement 9 is met zijn contactvlak 10 middels een dosis lijm 14 verlijmd met het plafondelement 3. De lijm 10 is bij voorkeur een vullende montagekit. Aldus is een flexibele verankering verkregen van de niet-dragende wand 4 aan het plafondelement 3. Bij toenemende belasting van het plafondelement 3 wordt het ankerelement 8 automatisch zoveel verder in de uitsparing 7 naar binnen gedrukt als overeenkomt met de extra doorbuiging van het plafondelement 3. De verankering blijft tijdens dit gehele proces in stand. Indien de belasting van het 15 plafondelement 3 vervolgens weer afneemt kan het ankerelement 8 automatisch zover uit de uitsparing 7 naar buiten getrokken worden als overeenkomt met de verminderde vervorming van het plafondelement 3. Hiervoor is het wel vereist dat de passing tussen het ankerelement 8 en de uitsparing 7 niet te sterk klemmend is. In een variant is het ook mogelijk om de passing tussen het ankerelement 8 en de uitsparing 7 zodanig te maken dat het 20 ankerelement 8 daarin wel verder naar binnen kan worden gedrukt, maar daar vervolgens niet weer uit omhoog kan bewegen.
De flexibele verankering maakt het mogelijk om eventuele afwijkingen in het plafondelement 3, bijvoorbeeld een eventuele boiling of holling daarvan, op te vangen als gevolg waarvan de beoogde tussenruimte tussen de niet-dragende wand 4 en het 25 plafondelement 3 zal toenemen of afnemen. Indien het plafondelement 3 na verloop van tijd door een veranderende belasting vervormt, bijvoorbeeld als gevolg van temperatuursveranderingen, dan heeft het ankerelement 8 de vrijheid om ten minste verder in de uitsparing 7 naar binnen te schuiven, en desgewenst ook weer daaruit omhoog te komen. Het ankerelement 8 heeft als het ware de vrijheid om ten minste mee neer en 30 eventueel ook mee op te bewegen met het plafondelement 3, terwijl de zijdelingse begrenzing van de niet-dragende wand 4 ten opzichte van het plafondelement 3 behouden blijft. Het ankerelement 8 sluit altijd goed aan tussen de overblijvende vrije tussenruimte tussen de niet-dragende wand 4 en het plafondelement 3. De lijmverbinding kan hierbij eventuele optredende afschuifkrachten opnemen, en een omvallen van de niet-dragende 35 wand 4 voorkomen. Het ankerelement 8 zelf is zodanig begrensd en/of gefixeerd in het bouwelement 5 dat ook deze de eventueel optredende zijdelingse krachten op kan nemen.
- 5 -
Het casco 1 kan met voordeel worden volgens de volgende werkwijze worden opgebouwd:
Zowel de dragende wanden 2 alsook de niet-dragende wand 4 worden machinaal geplaatst met behulp van een kraan. Vervolgens wordt het ankerelement 8 zover in de uitsparing 7 5 geperst dat een overmaat blijft uitsteken die groter is dan de uiteindelijk beoogde speling S. Daarna wordt bovenop het ankerelement 8 de dosis lijm 14 aangebracht, en wordt het plafondelement 3 eveneens met behulp van een kraan in positie gebracht. Tijdens het neerlaten van het plafondelement 3 komt de onderzijde daarvan als eerste aan te liggen tegen de dosis lijm 14 bovenop het ankerelement 8. Het gewicht van het plafondelement 3 10 drukt dan de beoogde lijmverbinding stevig aan en drukt het ankerelement 8 net zover in de uitsparing 7 naar binnen totdat het plafondelement 3 rust op de dragende wanden 2. Na uitharding van de lijm 14 is de beoogde verankering voltooid. Eventuele schoren die tijdelijk geplaatst zijn voor het steunen van de niet-dragende wand 4, kunnen dan weer worden verwijderd.
15 Naast de getoonde uitvoeringsvorm zijn vele varianten mogelijk. Zo kunnen het ankerelement en/of de uitsparing andersvormig worden uitgevoerd. Ook is het mogelijk om het ankerelement reeds voorafgaand aan plaatsing van de niet-dragende wand in de uitsparing aan te brengen en desgewenst daarop reeds een dosis lijm te voorzien. De niet-dragende wand kan ook uit andere (lichtgewicht) materialen worden vervaardigd. Bij 20 voorkeur is de niet-dragende wand net als de dragende wanden vervaardigd uit een waterbestendig materiaal. Dit voorkomt dat de niet-dragende wand door regen kan worden aangetast zolang het plafonelement 3 nog niet geplaatst is. In plaats van een lijmverbinding is het ook mogelijk om het ankerelement op een andere wijze te verbinden met het plafondelement, bijvoorbeeld schroeven. Hiertoe dient het ankerelement dan wel te worden 25 uitgevoerd met een zijdelings uitstekend bevestigingsdeel waarin een of meerdere schroefgaten voorzien zijn. Het ankerelement kan uit elk gewenst materiaal verwaardigd zijn, maar is bij voorkeur vervaardigd uit RVS en/of kunststof. De plafondelementen kunnen enkel een afdekfunctie hebben, maar kunnen ook dienen als verdiepingsvloeren.
Aldus is volgens de uitvinding een zeer efficiënt te bouwen casco voor een gebouw 30 verkregen dat tot in lengte van jaren een zekere mate van flexibiliteit zal blijven verschaffen in de verankering tussen de niet-dragende wanden en de plafondelementen.
1034184

Claims (27)

1. Werkwijze voor het opbouwen van een casco voor een gebouw, omvattende: - het plaatsen van dragende wanden; - het op de dragende wanden aanbrengen van een plafondelement; - het plaatsen van ten minste één niet-dragende wand; en 5. het middels een ankerelement verankeren van de niet-dragende wand met het plafondelement, met het kenmerk, dat de niet-dragende wand wordt geplaatst voordat het plafondelement op de dragende wanden wordt aangebracht, 10 dat het ankerelement, voorafgaand aan het op de dragende wanden aanbrengen van het plafondelement, voorzien is tussen de niet-dragende wand en het plafondelement, en dat de verankering tussen de niet-dragende wand en het plafondelement tot stand wordt gebracht door het op de dragende wanden aanbrengen van het plafondelement.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het ankerelement, voorafgaand aan het op de dragende wanden aanbrengen van het plafondelement, geplaatst wordt in een zich in hoofdzaak in verticale richting uitstrekkende uitsparing die voorzien is in de bovenzijde van de niet-dragende wand dan wel in de onderzijde van het plafondelement, zodanig dat een deel van het ankerelement uit de uitsparing naar buiten steekt. 20
3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij het ankerelement met een verschuifbare passing in de uitsparing wordt geplaatst.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij het ankerelement met een verschuifbare 25 perspassing in de uitsparing wordt geplaatst.
5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, waarbij het ankerelement met een bepaalde overmaat uitstekend in de uitsparing wordt geplaatst, waarbij het plafondelement, tijdens aanbrengen, door neerwaartse druk de overmaat aan ankerelement in de uitsparing naar binnen drukt. 30
6. Werkwijze volgens conclusies 5, waarbij de overmaat ten minste 3mm is.
7. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij er na het aanbrengen van het plafondelement een speling vrij blijft tussen de bovenzijde van de niet-dragende wand en 1034184 « - 7 - het plafondelement, terwijl de niet-dragende wand en het plafondelement beide aanliggen tegen het ankerelement.
8. Werkwijze volgens conclusie 7 en één van de conclusie 5 of 6, waarbij de overmaat groter 5 is dan de genoemde speling.
9. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij voorafgaand aan het aanbrengen van het plafondelement, lijm tussen het ankerelement en een beoogd contactvlak van de niet-dragende wand dan wel van het plafondelement wordt aangebracht. 10
10. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de niet-dragende wand wordt opgebouwd uit één of meerdere gips, kalkzandsteen of cellenbeton bouwelementen.
11. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de niet-dragende wand 15 wordt opgebouwd uit één of meerdere bouwelementen met een massa van meer dan 14 kilo.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij de blokken met een massa van meer dan 14 kilo machinaal worden geplaatst, in het bijzonder met behulp van een kraan.
13. Ankerelement voor gebruik in de werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies.
14. Ankerelement volgens conclusie 13, omvattende een dookdeel dat is ingericht om te worden opgenomen in een uitsparing die voorzien is in de bovenzijde van een niet-dragende wand dan wel in de onderzijde van een plafondelement van een casco voor een gebouw, 25 zodanig dat een deel van het ankerelement uit de uitsparing naar buiten steekt.
15. Ankerelement volgens conclusie 14, waarbij het dookdeel hulsvormig is.
16. Ankerelement volgens conclusie 14 of 15, waarbij het dookdeel voorzien is van ten 30 minste één zich in hoofdzaak in verticale richting uitstrekkende sleuf.
17. Ankerelement volgens één van de conclusies 14-16, waarbij het dookdeel aan een uiteinde is voorzien van een verjongd gedeelte.
18. Ankerelement volgens één van de conclusies 14-17, waarbij het dookdeel aan een uiteinde is voorzien van een plaatvormig contactvlak. - 8 -
19. Ankerelement volgens één van de conclusies 14-18, waarbij het dookdeel ten minste gedeeltelijk vervaardigd is uit staal, in het bijzonder RVS.
20. Ankerelement volgens één van de conclusies 14-19, waarbij het dookdeel ten minste 5 gedeeltelijk vervaardigd is uit kunststof.
21. Casco voor een gebouw, omvattende: - dragende wanden; - een op de dragende wanden rustend plafondelement; en 10 - ten minste één niet-dragende wand, waarbij de niet-dragende wand verankerd is met het plafondelement middels ten minste één ankerelement, met het kenmerk, dat het ankerelement gedeeltelijk in een zich in hoofdzaak in verticale richting uitstrekkende 15 uitsparing steekt die voorzien is in de bovenzijde van de niet-dragende wand dan wel in de onderzijde van het plafondelement.
22. Casco volgens conclusie 21, waarbij het ankerelement met een verschuifbare passing is opgenomen in de uitsparing. 20
23. Casco volgens conclusie 22, waarbij het ankerelement met een verschuifbare perspassing is opgenomen in de uitsparing.
24. Casco volgens één van de conclusies 21-23, waarbij er een speling vrij is tussen de 25 bovenzijde van de niet-dragende wand en het plafondelement, terwijl de niet-dragende wand en het plafondelement beide aanliggen tegen het ankerelement.
25. Casco volgens één van de conclusies 21-24, waarbij het ankerelement verlijmd is met een beoogde contactvlak van het plafondelement dan wel van de niet-dragende wand. 30
26. Casco volgens één van de conclusies 21-25, waarbij de niet-dragende wand is opgebouwd uit één of meerdere gips, kalkzandsteen of cellenbeton bouwelementen.
27. Casco volgens één van de conclusies 21-26, waarbij de niet-dragende wand is 35 opgebouwd uit één of meerdere bouwelementen met een massa van meer dan 14 kilo. 1034184
NL1034184A 2007-07-24 2007-07-24 Werkwijze voor het opbouwen van een casco voor een gebouw met verschuifbaar ankerelement. NL1034184C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034184A NL1034184C2 (nl) 2007-07-24 2007-07-24 Werkwijze voor het opbouwen van een casco voor een gebouw met verschuifbaar ankerelement.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034184 2007-07-24
NL1034184A NL1034184C2 (nl) 2007-07-24 2007-07-24 Werkwijze voor het opbouwen van een casco voor een gebouw met verschuifbaar ankerelement.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1034184C2 true NL1034184C2 (nl) 2009-01-27

Family

ID=40473767

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1034184A NL1034184C2 (nl) 2007-07-24 2007-07-24 Werkwijze voor het opbouwen van een casco voor een gebouw met verschuifbaar ankerelement.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1034184C2 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2260672A1 (en) * 1974-02-07 1975-09-05 Dussel Christian Sound-proof and fire-proof interior partition - has sandwich formation with two outer layers enclosing core
DE29823604U1 (de) * 1998-05-02 1999-09-09 Lissmac Maschb & Diamantwerkz Vorgefertigte Wandtafel

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2260672A1 (en) * 1974-02-07 1975-09-05 Dussel Christian Sound-proof and fire-proof interior partition - has sandwich formation with two outer layers enclosing core
DE29823604U1 (de) * 1998-05-02 1999-09-09 Lissmac Maschb & Diamantwerkz Vorgefertigte Wandtafel

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8734691B1 (en) Method for constructing site-cast or precast concrete floors, decks, roofs and walls using foam panels as forms and wooden joists
EP2066850B1 (en) Method and means to assemble a building board on a support
US5234654A (en) Concrete forming system
NL1034184C2 (nl) Werkwijze voor het opbouwen van een casco voor een gebouw met verschuifbaar ankerelement.
KR20160124047A (ko) 보 시공용 거푸집의 지지 장치
CA3091031A1 (en) Method for producing composite floors, and composite floor
US10156070B2 (en) Method for producing a ceiling in a building
US20070193194A1 (en) Joists and Floor Panels containing same
JP2001254315A (ja) 沓座の補修方法
KR20060068818A (ko) 건축용 건식벽체 시공공법
CN219430550U (zh) 一种用于桥梁方柱模板的固定组件
CN218786984U (zh) 一种用于框架双柱伸缩缝施工的模板安装装置
US20220120090A1 (en) A hanger and installation thereof on a cladding panel
US4616800A (en) Swimming pool bond beam form system
US11585100B2 (en) Tiled floor assembly and components
US20060150556A1 (en) Method and apparatus for precision slip-forming of complex precast shapes
CN212613203U (zh) 一种钢筋混凝土墙体结构
CN117386022A (zh) 装配式墙体与楼板连接结构及施工方法
KR20240066842A (ko) 측벽프레임의 밀림을 방지하는 지지프레임
EP2006466A2 (en) Covering panels and a method for laying covering panels
KR200326613Y1 (ko) 거푸집 수평 조절 레모드
NL1019055C1 (nl) Werkwijze alsmede inrichting voor het installeren van een draag- of ondersteuningsorgaan op de vloer- en/of plafonddragende bouwelementen.
KR200412757Y1 (ko) 거푸집 수평조절구용 받침대
KR101125420B1 (ko) 국부압축력 현장재하 장치
KR100582850B1 (ko) 건물 기둥의 횡 골조 연결부위용 거푸집구조

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20160801