NL1032671C2 - Borstelinrichting met een houder en borstellichamen die in de houder zijn vastgeklemd. - Google Patents

Borstelinrichting met een houder en borstellichamen die in de houder zijn vastgeklemd. Download PDF

Info

Publication number
NL1032671C2
NL1032671C2 NL1032671A NL1032671A NL1032671C2 NL 1032671 C2 NL1032671 C2 NL 1032671C2 NL 1032671 A NL1032671 A NL 1032671A NL 1032671 A NL1032671 A NL 1032671A NL 1032671 C2 NL1032671 C2 NL 1032671C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
holder
brush
brush body
mold
hole
Prior art date
Application number
NL1032671A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Josephus A Brekelmans
Original Assignee
Johannes Josephus A Brekelmans
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Johannes Josephus A Brekelmans filed Critical Johannes Josephus A Brekelmans
Priority to NL1032671A priority Critical patent/NL1032671C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1032671C2 publication Critical patent/NL1032671C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A46BRUSHWARE
    • A46BBRUSHES
    • A46B3/00Brushes characterised by the way in which the bristles are fixed or joined in or on the brush body or carrier
    • A46B3/08Brushes characterised by the way in which the bristles are fixed or joined in or on the brush body or carrier by clamping
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A46BRUSHWARE
    • A46DMANUFACTURE OF BRUSHES
    • A46D1/00Bristles; Selection of materials for bristles
    • A46D1/04Preparing bristles
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A46BRUSHWARE
    • A46BBRUSHES
    • A46B2200/00Brushes characterized by their functions, uses or applications
    • A46B2200/30Brushes for cleaning or polishing
    • A46B2200/3066Brush specifically designed for use with street cleaning machinery
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A46BRUSHWARE
    • A46BBRUSHES
    • A46B3/00Brushes characterised by the way in which the bristles are fixed or joined in or on the brush body or carrier
    • A46B3/08Brushes characterised by the way in which the bristles are fixed or joined in or on the brush body or carrier by clamping
    • A46B3/10Brushes characterised by the way in which the bristles are fixed or joined in or on the brush body or carrier by clamping into rings or the like
    • A46B3/14Brushes characterised by the way in which the bristles are fixed or joined in or on the brush body or carrier by clamping into rings or the like specially adapted for street-cleaning or rail-cleaning brooms

Description

«
Titel: Borstelinrichting met een houder en borstellichamen die in de houder zijn vastgeklemd
De uitvinding heeft betrekking op een borstelinrichting, bestemd om te worden toegepast voor het borstelen van oppervlakken zoals wegen, stoepen en dergelijke, omvattende ten minste één borstellichaam dat bestemd is om in contact met een te borstelen 5 oppervlak te worden gebracht, en een houder voor het vasthouden van het borstellichaam.
Een dergelijke borstelinrichting is bekend. In de praktijk wordt vaak een borstelinrichting met een schijfvormige houder met een cirkelronde omtrek toegepast, waarbij de houder een aantal 10 borstellichamen omvat die nabij een omtreksrand van de houder met de houder verbonden zijn. De borstellichamen van de borstelinrichting zijn doorgaans staafvormig. In een praktische uitvoeringsvorm omvat elk van de borstellichamen een kabelstuk dat uit een veelvoud aan draden is samengesteld.
15 In veel gevallen is de borstelinrichting bestemd om aan de onderzijde van een voertuig te worden gemonteerd. Het borstelen van een oppervlak vindt dan plaats door uiteinden van de borstellichamen in contact met het oppervlak te brengen, de borstelinrichting te laten roteren en tegelijkertijd het voertuig over het oppervlak heen 20 te laten rijden. Het voertuig met de borstelinrichting kent diverse toepassingen. Door een oppervlak zoals een klinkerweg of een stoep te borstelen, is het mogelijk onkruid dat tussen de klinkers of de stoeptegels groeit, te verwijderen.
Voor zowel de houder als de borstellichamen geldt, dat deze 25 doorgaans uit metaal zijn vervaardigd. Omdat de verbinding tussen de borstellichamen en de houder bestand moet zijn tegen hoge krachten die tijdens het borstelen kunnen optreden, is het gebruikelijk dat de verbinding tussen de houder en de borstellichamen een las-verbinding is.
30 EP 1 356 748 toont een borstelinrichting met een schijfvormige houder met een cirkelronde omtrek en een aantal borstellichamen die aan de houder zijn vastgemaakt. In het bijzonder worden de borstellichamen vastgehouden in bussen die in gaten in de houder aan- 1032671 2 gebracht zijn, en die door middel van lasverbindingen vast met de houder verbonden zijn.
EP 1 356 750 toont eveneens een borstelinrichting met een schijfvormige houder met een cirkelronde omtrek en een aantal 5 borstellichamen die aan de houder zijn vastgemaakt, waarbij de borstellichamen in bussen worden vastgehouden, en waarbij de bussen door middel van lasverbindingen vast met de houder verbonden zijn.
Bij deze bekende borstelinrichting heeft de houder echter geen gaten, en zijn de bussen aan één zijde van de houder vastgelast.
10 Een belangrijk nadeel van de bekende borstelinrichtingen is dat het behoorlijk arbeidsintensief is om deze inrichting te vervaardigen. Het is immers noodzakelijk dat elk borstellichaam afzonderlijk aan de houder bevestigd wordt, en dat daarbij een las-verbinding tot stand wordt gebracht. Wanneer gebruik wordt gemaakt 15 van bussen om de borstellichamen aan de houder te bevestigen, zoals getoond in EP 1 356 748 en EP 1 356 750, dan is het eerst nog noodzakelijk dat de bussen op de borstellichamen vastgezet worden.
Het is een doel van de uitvinding om een borstelinrichting te verschaffen, waarvan het vervaardigingsproces eenvoudiger is dan het 20 vervaardigingsproces van bekende borstelinrichtingen, en minder arbeidsintensief is. Dit doel wordt bereikt door een borstelinrichting met een houder en ten minste één borstellichaam, waarbij de houder ten minste één gat omvat, waarbij het borstellichaam zich in het gat in de houder bevindt en zich door de houder heen uit-25 strekt, en waarbij de houder ter plaatse van het gat op het borstellichaam is vastgeklemd.
In de hiernavolgende beschrijving van de borstelinrichting volgens de uitvinding wordt er van uit gegaan, dat de borstelinrichting meer dan één borstellichamen omvat. Dat neemt echter niet 30 weg, dat de uitvinding tevens betrekking heeft op een borstelinrichting die slechts één borstellichaam omvat.
Bij de borstelinrichting volgens de uitvinding is de houder op de borstellichamen geperst. De borstellichamen worden derhalve op basis van klemkrachten door de houder vastgehouden, en het is niet 35 nodig dat nog een andere verbindingsmethode is toegepast. De houder is voorzien van gaten, waarbij de borstellichamen zich door de gaten heen uitstrekken. In het algemeen wordt het vastklemmen van de borstellichamen in de houder bewerkstelligd door eerst de borstellichamen op hun posities in de gaten te brengen, en dan drukkrachten 40 op de houder uit te oefenen, waarbij de drukkrachten er op gericht 3 zijn de gaten te vernauwen, zodat de houder zich op de borstel-lichamen vastzet. Het is daarbij niet nodig dat er per borstel-lichaam afzonderlijk een verbindingshandeling wordt verricht. Nadat de borstellichamen op de juiste wijze zijn gepositioneerd, kan de 5 houder in één keer onder druk worden gezet om alle borstellichamen tegelijkertijd in de houder vast te klemmen. Het is zeer effectief wanneer de drukkrachten in tegenovergestelde richtingen worden uitgeoefend, op twee tegenover elkaar gelegen posities op de houder.
Het is voor de sterkte van de verbinding tussen de houder en de 10 borstellichamen bijzonder gunstig wanneer per borstellichaam een gedeelte van het borstellichaam aan één zijde van de houder wordt gepositioneerd, en een ander gedeelte van het borstellichaam aan een andere zijde van de houder wordt gepositioneerd, zodat wordt bewerkstelligd dat zich aan twee zijden van de houder een gedeelte van het 15 borstellichaam uitstrekt. Aangezien de borstellichamen ter plaatse van de gaten in de houder onder invloed van de drukkrachten enigszins ingesnoerd raken, wordt hiermee bereikt dat het praktisch onmogelijk is voor de borstellichamen om nog uit de houder los te raken. Dit kan in ieder geval zeker niet gebeuren onder invloed van 20 krachten zoals die tijdens het borstelen optreden.
Bij voorkeur hebben de gedeeltes van het borstellichaam die zich aan de twee zijden van de houder uitstrekken, verschillende lengtes, waarbij het gedeelte dat bestemd is om voor het borstelen toegepast te worden en in contact met een te borstelen oppervlak te 25 worden gebracht, de grootste lengte kan hebben. Het andere gedeelte van het borstellichaam wordt verder niet functioneel toegepast, en kan daarom de kleinste lengte hebben.
De houder van de borstelinrichting kan binnen het kader van de uitvinding elke geschikte vorm hebben. Zo kan de houder schijfvormig 30 zijn en een cirkelronde omtrek hebben. Ook is het mogelijk dat de houder een rechthoekige plaat omvat. In dat geval kunnen desgewenst een aantal borstelinrichtingen op een enkele drager gemonteerd worden. Wanneer de gaten in de houders van de borstelinrichtingen volgens een cirkelsegment zijn gepositioneerd, is het ondanks de 35 rechthoekige vorm van de houders mogelijk uiteindelijk een gesloten cirkelronde kring van borstellichamen te realiseren. Het is tevens mogelijk dat de gaten in de houders van borstelinrichtingen volgens ten minste twee concentrische cirkelsegmenten zijn gepositioneerd, zodat een aantal concentrische kringen van borstellichamen kunnen 40 worden verkregen.
4
In een praktische uitvoeringsvorm omvat het borstellichaam een kabelstuk dat uit een veelvoud aan draden is samengesteld. Bij voorkeur zijn deze draden metaaldraden, die op een op zich bekende wijze gewikkeld zijn om gezamenlijk een sterke bundel te vormen. De bundel 5 draden kan op elke willekeurige geschikte wijze bijeen worden gehouden, waarbij het een reële mogelijkheid is dat de bundel van een kunststof coating is voorzien.
De werkwijze voor het vervaardigen van de borstelinrichting 10 volgens de uitvinding, waarbij de borstellichamen door de gaten in de houder heen gepositioneerd worden, en waarbij de houder vervolgens aan drukkrachten onderworpen wordt, is praktisch goed uitvoerbaar wanneer een persmal wordt toegepast. In het algemeen wordt een persmal met een inwendige ruimte voor het opnemen van de houder 15 van een te vervaardigen borstelinrichting, ten minste twee maldelen voor het omsluiten van de inwendige ruimte; en ten minste twee aandrukdelen voorgesteld, waarbij ten minste één gat voor het naar de inwendige ruimte doorlaten van het borstellichaam van de te vervaardigen borstelinrichting verschaft is, en waarbij ten minste twee 20 gaten voor het naar de inwendige ruimte doorlaten van de aandrukdelen verschaft zijn. De borstelinrichting kan dan vervaardigd worden door de houder in de persmal op te sluiten, het borstellichaam door zowel het gat in de persmal als het gat in de houder heen te positioneren, de aandrukdelen door de gaten in de persmal 25 heen te positioneren, en drukkrachten op de houder uit te oefenen door de aandrukdelen tegen de houder te drukken.
Zoals reeds eerder is opgemerkt, is het gunstig wanneer de drukkrachten in tegenovergestelde richtingen worden uitgeoefend, op twee tegenover elkaar gelegen posities op de houder. Met het oog 30 daarop heeft het de voorkeur dat de gaten voor het naar de inwendige ruimte van de persmal doorlaten van de aandrukdelen op twee tegenover elkaar gelegen posities toegang tot de inwendige ruimte geven.
In een gunstige uitvoeringsvorm van de persmal definieert elk van de maldelen slechts een gedeelte van de gaten voor het naar de 35 inwendige ruimte doorlaten van de borstellichamen. Elk van de maldelen heeft hierbij gebogen oppervlaktedelen, en wanneer de maldelen tegen elkaar worden geplaatst, dan worden de gaten gevormd door ruimtes die zich tussen de gebogen oppervlaktedelen van de verschillende maldelen bevinden.
5
Bij voorkeur omvat de persmal ten minste één spie voor het in de persmal vastklemmen van de houder, waarbij ten minste één spiegat voor het opnemen van de spie en de houder in de persmal voorzien is. Op deze wijze kan de houder stevig in de persmal worden vastgezet, 5 en kunnen op effectieve wijze gerichte drukkrachten op de houder worden uitgeoefend. In een mogelijke uitvoeringsvorm van de persmal omvat elk van de maldelen een paar spieën en een spie-opneemstuk, waarbij het spie-opneemstuk aan één zijde een trapeziumvormig spiegat voor het opnemen van het paar spieën omvat, en waarbij het spie-10 opneemstuk aan een andere zijde is voorzien van een gat voor het naar het spiegat doorlaten van een aandrukdeel.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de hiernavolgende beschrijving van de uitvinding onder verwijzing naar 15 de tekening, waarin: figuur 1 schematisch een zijaanzicht van de borstelinrichting volgens de uitvinding toont; figuur 2 schematisch een perspectivisch aanzicht van de borstelinrichting volgens de uitvinding toont; 20 figuur 3 een houder van de borstelinrichting volgens de uitvinding toont; figuur 4 een borstellichaam van de borstelinrichting volgens de uitvinding toont; figuur 5 schematisch een aanzicht toont van een doorsnede door een 25 gedeelte van de houder en een gedeelte van een daarin vastgeklemd kabelstuk; figuur 6 een perspectivisch aanzicht toont van een eerste mogelijke uitvoeringsvorm van een persmal volgens de uitvinding; figuur 7 een bovenaanzicht toont van maldelen van de persmal zoals 30 getoond in figuur 6; figuren 8a en 8b aanzichten tonen van een aandrukdeel van de persmal zoals getoond in figuur 6; figuren 9a, 9b en 9c aanzichten tonen van een eerste onderste spie-element van een tweede mogelijke uitvoeringsvorm van een persmal 35 volgens de uitvinding; figuren 10a, 10b en 10c aanzichten tonen van een tweede onderste spie-element van de tweede mogelijke uitvoeringsvorm van een persmal volgens de uitvinding; 6 figuren 11a, 11b en 11c aanzichten tonen van een onderste spie-opneemstuk van de tweede mogelijke uitvoeringsvorm van een persmal volgens de uitvinding; figuren 12a, 12b en 12c aanzichten tonen van een insteekelement van 5 een onderste aandrukdeel van de tweede mogelijke uitvoeringsvorm van een persmal volgens de uitvinding; figuren 13a, 13b en 13c aanzichten tonen van een basiselement van het onderste aandrukdeel van de tweede mogelijke uitvoeringsvorm van een persmal volgens de uitvinding; 10 figuren 14a en 14b aanzichten tonen van een geassembleerd onderste maldeel van de tweede mogelijke uitvoeringsvorm van een persmal volgens de uitvinding, met een daarin geplaatste houder voor de borstelinrichting volgens de uitvinding; en figuren 15a en 15b aanzichten tonen van onderdelen van een bovenste 15 maldeel van de tweede mogelijke uitvoeringsvorm van een persmal volgens de uitvinding.
De uitvinding heeft betrekking op een borstelinrichting 1 met een houder 10 en ten minste één borstellichaam 20 dat bestemd is om 20 met een te borstelen oppervlak (niet getoond) in aanraking te worden gebracht. De borstelinrichting 1 volgens de uitvinding is in het bijzonder geschikt om onder een voertuig (niet getoond) te worden gemonteerd, waarbij het voertuig dan gebruikt kan worden om de borstelinrichting 1 op een geschikte positie ten opzichte van een te 25 borstelen oppervlak te houden, en om de borstelinrichting 1 op een geschikte wijze over het te borstelen oppervlak te bewegen. Zo kan de borstelinrichting bijvoorbeeld worden ingezet om onkruid van oppervlakken zoals wegen en stoepen te verwijderen door dit onder invloed van een borstelbeweging volledig van de ondergrond los te 30 maken.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van de borstelinrichting 1 volgens de uitvinding is getoond in figuren 1 en 2. De houder 10 van deze borstelinrichting 1 is getoond in figuur 3, en een borstellichaam 20 van deze borstelinrichting 1 is getoond in figuur 4.
35 De houder 10 van de borstelinrichting 1 omvat een plaat van metaal, waarin in een aantal gaten 11 zijn aangebracht. In het getoonde voorbeeld is de houder 10 van zeven gaten 11 voorzien. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat het aantal gaten 11 binnen het kader van de uitvinding vrij kan worden gekozen.
7
De gaten 11 van de houder 10 dienen om het de borstellichamen 20 van de borstelinrichting 1 mogelijk te maken zich door de houder 10 heen uit te strekken. Aangezien de houder 10 in het getoonde voorbeeld zeven gaten 11 heeft, zijn in het getoonde voorbeeld zeven 5 borstellichamen 20 in de houder 10 aangebracht. Voorts zijn in het getoonde voorbeeld de gaten 11 van de getoonde houder 10 volgens een cirkelsegment gepositioneerd. Dientengevolge zijn de borstellichamen 20 van de borstelinrichting 1 volgens een cirkelsegment gepositioneerd. Wanneer een aantal borstelinrichtingen 1 op een 10 gemeenschappelijke drager worden gemonteerd, dan is het op basis van deze configuratie van de borstellichamen 20 in de afzonderlijke borstelinrichtingen 1 mogelijk een kring van borstellichamen 20 te realiseren. Het is ook mogelijk een borstelinrichting met één enkele schijfvormige houder met een cirkelronde omtrek te verschaffen, maar 15 het toepassen van afzonderlijke borstelinrichtingen 1 met houders 10 met een rechthoekige omtrek en het vervolgens op een gemeenschappelijke drager monteren van een aantal van deze borstelinrichtingen 1 heeft de voorkeur, omdat deze borstelinrichtingen 1 gemakkelijker te vervaardigen en te hanteren zijn.
20 Zoals in figuren 1 en 2 te zien is, bevindt van elk borstel- lichaam 20 een relatief kort gedeelte 21 zich aan één zijde van de houder 10, terwijl een relatief lang gedeelte 22 zich aan een andere zijde van de houder 10 bevindt. Alleen het relatief lange gedeelte 22 van het borstellichaam 20 is bestemd om functioneel te worden 25 gebruikt, met andere woorden, om ten behoeve van het borstelen van oppervlakken te worden ingezet.
Het borstellichaam 20 zelf kan op elke geschikte wijze zijn vormgegeven. In een praktische uitvoeringsvorm omvat het borstellichaam 20 een bundel van metaaldraden, die op een op zich bekende 30 wijze een metaalkabelstuk vormt. In het getoonde voorbeeld heeft het borstellichaam 20 een cirkelronde dwarsdoorsnede.
De borstellichamen 20 zijn ter plaatse van de gaten 11 in de houder 10 vastgeklemd. In figuur 5 is geïllustreerd hoe een borstellichaam 20 ter plaatse van een gat 11 waar het zich door heen uit-35 strekt, ingesnoerd is, waarbij wordt opgemerkt, dat omwille van de duidelijkheid de mate van insnoering in de figuur overdreven is voorgesteld. In de borstelinrichting 1 is de diameter van het gat 11 kleiner dan de diameter van het borstellichaam 20 als zodanig.
In figuur 5 is tevens geïllustreerd dat het borstellichaam 20 40 van een kunststof coating 23 voorzien kan zijn. Op deze wijze worden 8 de draden van het borstellichaam 20 bijeen gehouden, en kan een goede borstelwerking worden verkregen.
De wijze waarop het vastklenunen van de borstellichamen 20 in de 5 houder 10 volgens de uitvinding wordt gerealiseerd, zal in het hiernavolgende aan de hand van figuren 6, 7, 8a en 8b nader worden beschreven.
Figuur 6 toont een eerste mogelijke persmal· 40 volgens de uitvinding. Deze persmal 40 omvat twee maldelen 41, 42 en twee aandruk-10 delen 43. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat in figuur 6 slechts één van de twee aandrukdelen 43 te zien is. Begrippen als "boven" en "onder" zoals die in het hiernavolgende toegepast worden, zijn gerelateerd aan de oriëntatie van de persmal 40 zoals getoond in figuur 6.
15 Figuur 7 toont een bovenaanzicht van de maldelen 41, 42, waar bij de maldelen 41, 42 tegen elkaar zijn geplaatst en hiermee een inwendige ruimte 44 voor het opnemen van een houder 10 van een te vervaardigen borstelinrichting 1 omsluiten. De inwendige ruimte 44 is vanaf een bovenzijde en een onderzijde van de maldelen 41, 42 20 toegankelijk voor de aandrukdelen 43.
Eén 41 van de maldelen 41, 42, dat hiernavolgend zal worden aangeduid als voorste maldeel 41, is voorzien van gaten 45, waarbij de gaten 45 op dezelfde wijze zijn gepositioneerd als de gaten 11 in de hóuder 10. Wanneer de houder 10 zich tussen de maldelen 41, 42 25 bevindt, dan maken de gaten 45 in het voorste maldeel 41 het mogelijk dat de borstellichamen 20 van de te vervaardigen borstelinrichting 1 op de juiste wijze in de houder 10 worden gestoken. Een ander 42 van de maldelen 41, 42, dat hiernavolgend zal worden aangeduid als achterste maldeel 42, is op een vergelijkbare wijze van 30 gaten (niet getoond) voorzien, waarbij de gaten echter geen doorlopende gaten, maar blinde gaten zijn. Door de aanwezigheid van de blinde gaten in het achterste maldeel 42 is het mogelijk dat een gedeelte 21 van de borstellichamen 20 voorbij de houder 10 wordt bewogen. Overigens is het in het kader van de uitvinding niet uit-35 gesloten dat het achterste maldeel 42, net als het voorste maldeel 41, ook van doorlopende gaten is voorzien.
Eén van de aandrukdelen 43 van de persmal 40 is afzonderlijk getoond in figuren 8a en 8b. Elk aandrukdeel 43 omvat een insteek-element 46 dat bestemd is om tussen de maldelen 41, 42 ingebracht te 40 worden, en een basiselement 47. De afmetingen van de insteek- 9 elementen 46 van de aandrukdelen 43 zijn precies afgestemd op de afmetingen van de inwendige ruimte 44 en de openingen die toegang tot deze inwendige ruimte 44 geven, in die zin, dat de insteek-elementen 46 er precies passend in geschoven kunnen worden.
5 Een vervaardigingsproces van een borstelinrichting 1 volgens de uitvinding, dat onder toepassing van de persmal 40 wordt uitgevoerd, omvat stappen zoals hiernavolgend beschreven.
Gedurende een eerste stap wordt een houder 10 tussen de mal-delen 41, 42 gepositioneerd, en worden de maldelen 41, 42 tegen 10 elkaar geplaatst. De houder 10 bevindt zich dan nagenoeg zonder speling in de inwendige ruimte 44 die door de maldelen 41, 42 omsloten wordt, in ieder geval in één richting. In het getoonde voorbeeld, waarin de houder 10 een rechthoekige omtrek heeft, liggen beide korte zijden van de houder 10 aan tegen binnenoppervlakken van 15 de maldelen 41, 42.
Gedurende een tweede stap worden borstellichamen 20 door de gaten 45 in het voorste maldeel 41 en de gaten 11 in de houder 10 heen gestoken, en verder in de persmal 40 bewogen totdat uiteinden van de borstellichamen 20 in aanraking komen met achterwanden van de 20 blinde gaten in het achterste maldeel 42.
Gedurende een derde stap worden insteekelementen 46 van de aandrukdelen 43 vanaf de bovenzijde en de onderzijde tussen de maldelen 41, 42 geschoven, totdat deze de houder 10 raken.
Gedurende een vierde stap worden de aandrukdelen 43 tegen de 25 houder 10 gedrukt. Daarbij worden drukkrachten op de houder 10 uitgeoefend die hoog genoeg zijn om een vervorming van de houder 10 te veroorzaken, zodat de houder 10 op de borstellichamen 20 geperst wordt, waarbij de gaten 11 van de houder 10 zich enigszins vernauwen, en de borstellichamen 20 dientengevolge door de houder 10 30 vastgeklemd worden. Doordat op de lange omtrekszijden van de rechthoekige houder 10 druk wordt uitgeoefend, en de korte omtrekszijden van de houder 10 tegen binnenoppervlakken van de maldelen 41, 42 aanliggen, neemt hierbij een dikte van de houder 10 toe.
De houder 10 kan bijvoorbeeld voorafgaand aan de uitoefening 35 van de vierde stap 300 mm lang, 70 mm hoog en 6 mm dik zijn. Na de uitoefening van de vierde stap is met name de hoogte van de houder 10 gewijzigd, omdat de houder 10 gedurende de uitoefening van de vierde stap door de aandrukdelen 43 in hoogterichting onder druk wordt gezet. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de hoogte van de 10 houder 10 is teruggebracht tot 60 mm, terwijl de dikte van de houder 10 met 0,1 mm is toegenomen.
Nadat de handeling van het tussen de maldelen 41, 42 opsluiten van de houder 10 is uitgevoerd, worden de maldelen 41, 42 tegen 5 elkaar aan gehouden, totdat in een vijfde stap de maldelen 41, 42 weer van elkaar worden genomen, zodat de borstelinrichting 1, die het geheel van houder 10 en daarin vastgeklemde borstellichamen 20 omvat, uit de persmal 40 kan worden verwijderd.
Ten behoeve van de uitoefening van de vierde stap is het een 10 praktische optie het samengestelde geheel van maldelen 41, 42, daar in opgenomen houder 10 en borstellichamen 20, en aandrukdelen 43 in te spannen in een geschikte inrichting voor het bijeenhouden van de maldelen 41, 42 en het uitoefenen van de benodigde drukken.
Uit het voorgaande volgt, dat tijdens het vervaardigen van de 15 borstelinrichting 1 de houder 10 op de borstellichamen 20 wordt geperst en de borstellichamen 20 als gevolg daarvan in de houder 10 gefixeerd worden.
In het hiernavolgende zal een tweede mogelijke persmal worden 20 beschreven, die evenals de eerste mogelijke persmal 40 twee maldelen 51, 52, twee aandrukdelen 53, een inwendige ruimte voor het opnemen van een houder 10, gaten voor het naar de inwendige ruimte doorlaten van borstellichamen 20 en gaten voor het naar de inwendige ruimte doorlaten van de aandrukdelen 53 heeft. Bij de tweede mogelijke 25 persmal zijn de maldelen 51, 52 echter aan te duiden als een onderste maldeel 51 en een bovenste maldeel 52, waarbij elk van de maldelen 51, 52 een gedeelte van het gatenpatroon van de persmal voor het opnemen van borstellichamen 20 definieert. Voorts omvatten de maldelen 51, 52 van de tweede mogelijke persmal elk een aantal 30 onderdelen, zoals hiernavolgend zal worden toegelicht.
Figuren 9a, 9b en 9c tonen aanzichten van een eerste onderste spie-element 54 van de persmal. Figuren 10a, 10b en 10c tonen aanzichten van een tweede onderste spie-element 55 van de persmal. In dwarsdoorsnede, zoals in figuren 9c en 10c te zien is, hebben beide 35 onderste spie-elementen 54, 55 een afgeschuinde zijde. Het eerste onderste spie-element 54 omvat een onregelmatig gevormd oppervlak 56 met gebogen oppervlaktedelen 57, die zich over een volledige breedte van het spie-element 54 uitstrekken. Het tweede onderste spie-element 55 omvat eveneens een onregelmatig gevormd oppervlak 58 met 40 gebogen oppervlaktedelen 59. Bij het tweede onderste spie-element 55 11 strekken de gebogen oppervlaktedelen 59 zich echter slechts over een gedeelte van een breedte van het spie-element 55 uit, vanaf een zijde van het spie-element 55 die bestemd is om in de persmal naar het eerste onderste spie-element 54 gericht te zijn. De gebogen 5 oppervlaktedelen 57, 59 van de onderste spie-elementen 54, 55 definiëren een onderste gedeelte van de gaten van de persmal die dienen om borstellichamen 20 naar de inwendige ruimte van de persmal door te laten.
Figuren 11a, 11b en 11c tonen aanzichten van een onderste spie-10 opneemstuk 60 van de persmal. Het onderste spie-opneemstuk 60 is aan een bovenzijde voorzien van een trapeziumvormig spiegat 61, dat bedoeld is voor het opnemen van de beide onderste spie-elementen 54, 55. Aan een onderzijde is het spie-opneemstuk 60 voorzien van een gat 62 voor het doorlaten van een insteekelement 63 van een onderste 15 aandrukdeel 53, waarvan aanzichten in figuren 12a, 12b en 12c getoond zijn. Aanzichten van een basiselement 64 van het onderste aandrukdeel 53 zijn in figuren 13a, 13b en 13c. Zowel het insteekelement 63 als het basiselement 64 zijn in hoofdzaak plaatvormig.
Het basiselement 64 omvat twee langwerpige randen 65, die zich op 20 een onderlinge afstand van elkaar uitstrekken, waarbij het insteekelement 63 zich tussen de randen 65 bevindt en aan deze randen 65 is vastgemaakt, en waarbij het insteekelement 63 zich in hoofdzaak haaks ten opzichte van het basiselement 64 uitstrekt.
Figuren 14a en 14b tonen aanzichten van het onderste maldeel 25 51, waarbij de onderste spie-elementen 54, 55 in het spiegat 61 van het onderste spie-opneemstuk 60 geplaatst zijn, en waarbij het insteekelement 63 van het onderste aandrukdeel 53 zich gedeeltelijk door zowel het gat 62 in het onderste spie-opneemstuk 60 als een ruimte tussen de spie-elementen 54, 55 uitstrekt. In het onderste 30 aandrukdeel 53 zijn geleidingspennen 66 geschroefd, die zich door gaten 67 (zie figuur 11a) in het onderste spie-opneemstuk 60 uitstrekken.
Het bovenste maldeel 52 van de persmal is in grote lijnen op dezelfde wijze vormgegeven als het onderste maldeel 51, en omvat 35 eveneens twee spie-elementen 68, 69, een spie-opneemstuk 70 met een trapeziumvormig spiegat 71 voor het opnemen van de spie-elementen 68, 69, en een gat 72 voor het doorlaten van een insteekelement van een bovenste aandrukdeel (niet getoond), zoals getoond in figuren 15a en 15b, waarbij het laatstgenoemde gat 72 door middel van 40 streeplijnen is aangeduid.
12
Wanneer een houder 10 zoals getoond in figuren 14a en 14b in de persmal wordt gepositioneerd, dan wordt allereerst een onderste gedeelte van de houder 10 tussen de onderste spie-elementen 54, 55 ingebracht. Vervolgens wordt het bovenste maldeel 52 op het onderste 5 maldeel 51 geplaatst, waarbij correponderende spie-elementen 54, 55; 68, 69 van de maldelen 51, 52 tegen elkaar komen te liggen, en waarbij tevens een gedeelte van de houder 10 tussen de bovenste spie-elementen 68, 69 wordt gepositioneerd.
Ten behoeve van het vervaardigen van een borstelinrichting 1 10 met een houder 10 en daarin vastgeklemde borstellichamen 20 wordt allereerst een houder 10 in de persmal geplaatst, op een wijze zoals hierboven beschreven is. Tevens worden de borstellichamen 20 door de gaten 11 in de houder 10 gestoken, waarbij uiteinden van de borstellichamen 20 voorbij de houder 10 worden bewogen, totdat ze vastlopen 15 in het onderste tweede spie-element 55 en eventueel het bovenste tweede spie-element 69 wanneer de borstellichamen 20 pas nadat de maldelen 51, 52 op elkaar geplaatst zijn, door de houder 10 heen worden gestoken. Vervolgens wordt door middel van de aandrukdelen 63 vanaf een bovenzijde en een onderzijde hoge druk op de houder 10 20 uitgeoefend, om te bewerkstelligen dat de gaten 11 van de houder 10 worden vernauwd en de borstellichamen 20 daardoor in de houder 10 vastgeklemd komen te zitten. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat het onderste spie-opneemstuk 60 aan een bovenzijde is voorzien van gebogen oppervlaktedelen 73 om tijdens het vervaardigingsproces van 25 de borstelinrichting 1 ruimte te laten voor de borstellichamen 20.
Volgens een praktische optie wordt de persmal met de houder 10 en de borstellichamen 20 ingespannen in een inrichting die in staat is om de persmal vast te houden en de benodigde drukken uit te oefenen. Als gevolg van de specifieke vormen van de spie-elementen 30 54, 55; 68, 69 en van de spiegaten 61, 71 waarin ze opgenomen zijn, en het gegeven dat de aandrukdelen 63 zich tussen de spie-elementen 54, 55; 68, 69 uitstrekken, worden gedurende de tijd dat de druk wordt uitgeoefend, de diverse onderdelen van de persmal bijzonder stevig tegen elkaar geklemd, hetgeen bijdraagt aan een effectieve 35 vervorming van de houder 10, waarbij de houder 10 zich op een gewenste wijze rond de borstellichamen 20 vastklemt, en daarbij tevens gedeeltes van de borstellichamen 20 die zich ter hoogte van de gaten 11 in de houder 10 bevinden, enigszins vervormt.
13
Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken voorbeelden, maar dat diverse variaties en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals 5 gedefinieerd in de aangehechte conclusies.
Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de houder 10 elke willekeurige geschikte vorm heeft. In het getoonde voorbeeld heeft de houder 10 een rechthoekige omtrek, en het is tevens beschreven dat de houder 10 een cirkelronde omtrek kan hebben. Volgens een andere mogelijke 10 variant binnen het uitgebreide scala van mogelijkheden omvat de houder 10 een plaat met een gebogen vorm, bijvoorbeeld een plaat in de vorm van een segment van een ring met een cirkelronde binnen- en buitenomtrek.
15 De uitvinding is als volgt kort samen te vatten. Een borstel- inrichting 1 die bestemd is om te worden toegepast voor het borstelen van oppervlakken zoals wegen, stoepen en dergelijke, omvat een aantal borstellichamen 20 die in een houder 10 zijn vastgezet.
In het bijzonder strekken de borstellichamen 20 zich uit door gaten 20 11 in de houder 10. Tijdens een vervaardigingsproces van de borstel- inrichting 1 wordt een vaste verbinding tussen de houder 10 en de borstellichamen 20 tot stand gebracht door de borstellichamen 20 door de gaten 11 in de houder 10 heen te steken, en vervolgens druk-krachten op de houder 10 uit te oefenen, die er op gericht zijn de 25 gaten 11 te vernauwen. Hierbij vervormt de houder 10 en zet de houder 10 zich vast op de borstellichamen 20, zodat de borstellichamen 20 in de houder 10 vastgeklemd worden. Een belangrijk voordeel van deze wijze van vervaardigen van de borstelinrichting 1 is dat het niet nodig is omslachtige en arbeidsintensieve verbindings-30 methodes zoals lassen toe te passen om verbindingen tussen de borstellichamen 20 en de houder 10 tot stand te brengen.
1032671

Claims (17)

1. Borstelinrichting (1), bestemd om te worden toegepast voor het borstelen van oppervlakken zoals wegen, stoepen en dergelijke, omvattende ten minste één borstellichaam (20) dat bestemd is om in contact met een te borstelen oppervlak te worden gebracht, en een 5 houder (10) voor het vasthouden van het borstellichaam (20), waarbij de houder (10) ten minste één gat (11) omvat, waarbij het borstellichaam (20) zich in het gat (11) in de houder (10) bevindt en zich door de houder (10) heen uitstrekt, en waarbij de houder (10) ter plaatse van het gat (11) op het borstellichaam (20) is vastgeklemd. 10
2. Borstelinrichting (1) volgens conclusie 1, waarbij zich aan twee zijden van de houder (10) een gedeelte (21, 22) van het borstellichaam (20) uitstrekt.
3. Borstelinrichting (1) volgens conclusie 2, waarbij de gedeeltes (21, 22) van het borstellichaam (20) die zich aan de twee zijden van de houder (10) uitstrekken, verschillende lengtes hebben.
4. Borstelinrichting (1) volgens een willekeurige der conclusies 20 1-3, waarbij de houder (10) een rechthoekige plaat omvat.
5. Borstelinrichting (1) volgens een willekeurige der conclusies 1-4, omvattende een aantal borstellichamen (20), waarbij de houder (10) een aantal gaten (11) omvat, en waarbij de gaten (11) volgens 25 een cirkelsegment zijn gepositioneerd.
6. Borstelinrichting (1) volgens een willekeurige der conclusies 1-5, waarbij het borstellichaam (20) een kabelstuk omvat dat uit een veelvoud aan draden is samengesteld. 30
7. Borstelinrichting (1) volgens conclusie 6, waarbij het kabelstuk is voorzien van een kunststof coating (23).
8. Samenstel van een drager en een aantal borstelinrichtingen (1) 35 volgens een willekeurige der conclusies 1-7, die op de drager gemonteerd zijn. 1 03 2 6 7 1
9. Werkwijze voor het vervaardigen van een borstelinrichting (1) die bestemd is om te worden toegepast voor het borstelen van oppervlakken zoals wegen, stoepen en dergelijke, omvattende de volgende stappen: 5. het verschaffen van ten minste één borstellichaam (20); - het verschaffen van een houder (10) met ten minste één gat (11) voor het opnemen van het borstellichaam (20); - het door het gat (11) in de houder (10) heen positioneren van het borstellichaam (20); en 10. het uitoefenen van drukkrachten op de houder (10), die er op gericht zijn het gat (11) waarin het borstellichaam (20) zich bevindt, te vernauwen.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij een gedeelte (21) van 15 het borstellichaam (20) aan één zijde van de houder (10) wordt gepositioneerd, en waarbij een ander gedeelte (22) van het borstellichaam (20) aan een andere zijde van de houder (10) wordt gepositioneerd.
11. Werkwijze volgens conclusie 9 of 10, waarbij op twee tegenover elkaar gelegen posities op de houder (10) drukkrachten in tegenover gestelde richtingen worden uitgeoefend.
12. Werkwijze volgens een willekeurige der conclusies 9-11, om-25 vattende de stappen van het verschaffen van een persmal (40) met een inwendige ruimte (44) voor het opnemen van de houder (10), waarbij de persmal (40) ten minste twee maldelen (41, 42; 51, 52) voor het omsluiten van de inwendige ruimte (44) en ten minste twee aandruk-delen (43; 53) omvat, en waarbij de persmal (40) is voorzien van ten 30 minste één gat (45) voor het naar de inwendige ruimte (44) doorlaten van het borstellichaam (20) , en van ten minste twee gaten voor het naar de inwendige ruimte (44) doorlaten van de aandrukdelen (43; 53); het in de persmal (40) opsluiten van de houder (10); het door zowel het gat (45) in de persmal (40) als het gat (11) in de houder 35 (10) heen positioneren van het borstellichaam (20); het door de gaten in de persmal (40) heen positioneren van de aandrukdelen (43; 53); en het uitoefenen van drukkrachten op de houder (10) door de aandrukdelen (43; 53) tegen de houder (10) te drukken.
13. Persmal (40) voor toepassing ten behoeve van het uitoefenen van de werkwijze volgens een willekeurige der conclusies 9-12, omvattende : - een inwendige ruimte (44) voor het opnemen van de houder (10) van 5 een te vervaardigen borstelinrichting (1); - ten minste twee maldelen (41, 42; 51, 52) voor het omsluiten van de inwendige ruimte (44); en - ten minste twee aandrukdelen (43; 53); waarbij ten minste één gat (45) voor het naar de inwendige ruimte 10 (44) doorlaten van het borstellichaam (20) van de te vervaardigen borstelinrichting (1) verschaft is, en waarbij ten minste twee gaten voor het naar de inwendige ruimte (44) doorlaten van de aandrukdelen (43; 53) verschaft zijn.
14. Persmal (40) volgens conclusie 13, waarbij de gaten voor het naar de inwendige ruimte (44) doorlaten van de aandrukdelen (43; 53) op twee tegenover elkaar gelegen posities toegang tot de inwendige ruimte (44) geven.
15. Persmal volgens conclusie 13 of 14, waarbij elk van de maldelen (51, 52) slechts een gedeelte van het gat voor het naar de inwendige ruimte doorlaten van het borstellichaam (20) definieert.
16. Persmal volgens een willekeurige der conclusies 13-15, om-25 vattende ten minste één spie (54, 55, 68, 69) voor het in de persmal vastklemmen van de houder (10), waarbij ten minste één spiegat (61, 71) voor het opnemen van de spie (54, 55, 68, 69) en de houder (10) in de persmal voorzien is.
17. Persmal volgens een willekeurige der conclusies 13-16, waarbij elk van de maldelen (51, 52) een paar spieën (54, 55, 68, 69) en een spie-opneemstuk (60, 70) omvat, waarbij het spie-opneemstuk (60, 70) aan één zijde een trapeziumvormig spiegat (61, 71) voor het opnemen van het paar spieën (54, 55, 68, 69) omvat, en waarbij het spie-35 opneemstuk (60, 70) aan een andere zijde is voorzien van een gat (62, 72) voor het naar het spiegat (61, 71) doorlaten van een aandrukdeel (53). 1 03 267 1
NL1032671A 2006-10-12 2006-10-12 Borstelinrichting met een houder en borstellichamen die in de houder zijn vastgeklemd. NL1032671C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1032671A NL1032671C2 (nl) 2006-10-12 2006-10-12 Borstelinrichting met een houder en borstellichamen die in de houder zijn vastgeklemd.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1032671A NL1032671C2 (nl) 2006-10-12 2006-10-12 Borstelinrichting met een houder en borstellichamen die in de houder zijn vastgeklemd.
NL1032671 2006-10-12

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1032671C2 true NL1032671C2 (nl) 2008-04-15

Family

ID=38157946

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1032671A NL1032671C2 (nl) 2006-10-12 2006-10-12 Borstelinrichting met een houder en borstellichamen die in de houder zijn vastgeklemd.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1032671C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3314095A (en) * 1965-09-24 1967-04-18 Flexible Sewertool Corp Sewer cleaning brush and method of fabricating the same
EP1110479A1 (de) * 1999-12-22 2001-06-27 G.B. Boucherie, N.V. Verfahren zum Befestigen von Borstenbüscheln für Bürsten an Trägern aus thermoplastischem Kunststoff
EP1356750A1 (en) * 2002-04-25 2003-10-29 VR Construct, besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Brush and method for manufacturing such a brush
WO2005053875A1 (en) * 2003-12-04 2005-06-16 Bishop Innovation Limited Steering rack manufacture

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3314095A (en) * 1965-09-24 1967-04-18 Flexible Sewertool Corp Sewer cleaning brush and method of fabricating the same
EP1110479A1 (de) * 1999-12-22 2001-06-27 G.B. Boucherie, N.V. Verfahren zum Befestigen von Borstenbüscheln für Bürsten an Trägern aus thermoplastischem Kunststoff
EP1356750A1 (en) * 2002-04-25 2003-10-29 VR Construct, besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Brush and method for manufacturing such a brush
WO2005053875A1 (en) * 2003-12-04 2005-06-16 Bishop Innovation Limited Steering rack manufacture

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1032671C2 (nl) Borstelinrichting met een houder en borstellichamen die in de houder zijn vastgeklemd.
US20050258059A1 (en) Magnetic tool organizing system and method of manufacturing a magnetic tool organizing system
DE60020678D1 (de) Verfahren zum herstellen einer biegung mit kleinem krümmungsradius an einem geflanschten blechteil sowie damit hergestelltes verbindungselement
FR2738878A1 (fr) Fixation a encliquetage pour elements de panneaux montes dans un meme plan
FR2727542A1 (fr) Carte incorporant au moins un element electronique
ITMI992629A0 (it) Articolo a base di una lega metallica di nichel cromo ed elementi meta lloidi includente precipitati microcristallini lega metallica e metodo
BE1020769A3 (nl) Koepelinrichting met meerdere koepelschalen.
US5603247A (en) Ratchet wrench
DE60130966D1 (de) Zusammenbauverfahren für eine reifenradvorrichtung und dazugehörendemontagestrasse, rad und dessen herstellungsverfahren
FR3043152A1 (fr) Attache perfectionnee pour la fixation d'un panneau sur un support
DE50202247D1 (de) Vorrichtung umfassend einen piezoelektrischen aktor
BE1014800A3 (nl) Borstel en werkwijze voor het vervaardigen van zulke borstel.
DE60316615D1 (de) Verfahren und vorrichtung in einem zellularen telekommunikationssystem
BE1006064A6 (fr) Procede de fabrication de supports de cables.
NL8503098A (nl) Kap met lamellenwanden.
FR2849292A1 (fr) Composant de mise en contact et procede de fabrication d'un tel composant
DE60221764D1 (de) Elektro-mechanische Gittervorrichtung mit stufenlos steuerbarer Diffraktionseffizienz
US6250341B1 (en) Super pegs
EP0265339B1 (fr) Barrette de contacts électriques, procédé de fabrication d'une telle barrette et connector électrique en comportant application
DE602004020824D1 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Einführen der Spurfolge und damit versehene optische Plattenvorrichtung
NL8800143A (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een magnetisch spangereedschap.
EP1034580A1 (fr) Piquet de prise de terre avec cosse de connexion et procede de fabrication de la cosse
BE1019514A5 (nl) 0mheining voor gebruik als aanrijdingsbeveiliging.
WO1995027644A1 (de) Klemmplatte
PT977649E (pt) Processo de colocacao no lugar de dois discos metalicos de chapa para serem soldados bordo com bordo por um feixe de energia de alta densidade

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20110501