NL1032086C2 - Vouwinrichting en werkwijze voor het uit een plano opzetten van een verpakking met langgerekte hoekverstevigingen. - Google Patents

Vouwinrichting en werkwijze voor het uit een plano opzetten van een verpakking met langgerekte hoekverstevigingen. Download PDF

Info

Publication number
NL1032086C2
NL1032086C2 NL1032086A NL1032086A NL1032086C2 NL 1032086 C2 NL1032086 C2 NL 1032086C2 NL 1032086 A NL1032086 A NL 1032086A NL 1032086 A NL1032086 A NL 1032086A NL 1032086 C2 NL1032086 C2 NL 1032086C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
folding
shoes
sub
blank
corner reinforcement
Prior art date
Application number
NL1032086A
Other languages
English (en)
Inventor
Peter Paul Van Eijndhoven
Original Assignee
Smurfit Kappa Gsf B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Smurfit Kappa Gsf B V filed Critical Smurfit Kappa Gsf B V
Priority to NL1032086A priority Critical patent/NL1032086C2/nl
Priority to EP07111299A priority patent/EP1873070A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1032086C2 publication Critical patent/NL1032086C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B50/00Making rigid or semi-rigid containers, e.g. boxes or cartons
    • B31B50/26Folding sheets, blanks or webs
    • B31B50/52Folding sheets, blanks or webs by reciprocating or oscillating members, e.g. fingers
    • B31B50/54Folding sheets, blanks or webs by reciprocating or oscillating members, e.g. fingers operating on moving material
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D5/00Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper
    • B65D5/42Details of containers or of foldable or erectable container blanks
    • B65D5/64Lids
    • B65D5/66Hinged lids
    • B65D5/6626Hinged lids formed by folding extensions of a side panel of a container body formed by erecting a "cross-like" blank
    • B65D5/665Hinged lids formed by folding extensions of a side panel of a container body formed by erecting a "cross-like" blank the lid being held in closed position by self-locking integral flaps or tabs
    • B65D5/6661Flaps provided over the total length of the lid edge opposite to the hinge
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D5/00Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper
    • B65D5/42Details of containers or of foldable or erectable container blanks
    • B65D5/44Integral, inserted or attached portions forming internal or external fittings
    • B65D5/441Reinforcements
    • B65D5/443Integral reinforcements, e.g. folds, flaps
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B2120/00Construction of rigid or semi-rigid containers
    • B31B2120/502Construction of rigid or semi-rigid containers having integral corner posts or reinforcements

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Making Paper Articles (AREA)

Description

Titel: Vouwinrichting en werkwijze voor het uit een plano opzetten van een verpakking met langgerekte hoekverstevigingen.
De uitvinding heeft betrekking op een vouwinrichting en een werkwijze voor het uit een plano opzetten van een verpakking met kokervormige hoekverstevigingen.
Dergelijke hoekverstevigingen worden gebruikelijk gevormd door 5 een plano langs een aantal opeenvolgende vouwstations te leiden, alwaar hoekverstevigingspanelen van de plano in opeenvolgende vouwstappen worden omgevouwen langs daartoe voorziene vouwlijnen. Elk vouwstation omvat daartoe een vouwschoen, die beweegbaar is tussen een uitgangspositie en een eindpositie en die zich bij voorkeur uitstrekt over de 10 gehele lengte van de te realiseren vouw. Aan het einde van hun vouwbeweging worden de respectieve vouwschoenen in hun eindpositie gehouden totdat het hoekverstevigingspaneel de betreffende vouwschoenen geheel is gepasseerd. Aldus wordt verhinderen dat het omgevouwen paneel kan terugveren of door terugbeweging van de vouwschoen wordt 15 teruggevouwen. Vervolgens wordt de vouwschoen terugbewogen naar de uitgangspositie en is de vouwschoen gereed om een volgend hoekverstevigingspaneel om te vouwen. Teneinde te verhinderen dat dit volgende paneel de vouwschoen te vroeg bereikt dient het planodeel tussen opeenvolgende hoekverstevigingspanelen een lengte te hebben die groter is 20 dan de lengte van de hoekverstevigingspanelen. Immers, wanneer de lengte van dit planodeel kleiner is dan of gelijk is aan de lengte van de hoekverstevigingspanelen, dan zal een volgend hoekverstevigingspaneel de vouwschoen willen binnentreden op het moment dat het voorgaande hoekverstevigingspaneel zich nog in de vouwschoen bevindt, respectievelijk 25 deze net verlaat. De vouwschoen moet dan nog worden terugbewogen naar haar uitgangspositie, hetgeen tijd kost. Gedurende deze tijd zal de plano een bepaalde afstand afleggen. Het planodeel tussen opeenvolgende 1032086' 2 hoekverstevigingen dient derhalve een lengte te hebben die ten minste gelijk is aan de lengte van de hoekverstevigingspanelen vermeerderd met de afstand die door de plano wordt afgelegd tijdens het terugbewegen van een vouwschoen. Hieruit volgt dat de bekende vouwinrichting aanzienlijke 5 beperkingen oplegt aan de afmetingen van de op te zetten verpakkingen, in het bijzonder aan de hoogte van de verpakking (bepaald door de lengte van de hoekverstevigingen) versus de breedte of lengte van de verpakking (bepaald door de minimaal benodigde afstand tussen opeenvolgende hoekverstevigingspanelen).
10 De uitvinding beoogt een vouwinrichting te verschaffen, waarmee de nadelen van de bekende vouwinrichting zijn opgeheven, met behoud van de voordelen daarvan. In het bijzonder beoogt de uitvinding een vouwinrichting te verschaffen waarmee uit een plano een verpakking kan worden opgezet met relatief lange hoekverstevigingen, in verhouding tot een 15 lengte- en breedtemaat van de verpakking.
Daartoe wordt een vouwinrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
Dankzij het opdelen van een vouwschoen in meerdere, onafhankelijk van elkaar beweegbare deelschoenen, kan elke deelschoen 20 ongestoord naar zijn uitgangspositie worden terugbewogen zodra het hoekverstevigingspaneel deze deelschoen is gepasseerd. Immers, alsdan is deze deelschoen niet langer nodig om het paneel vast te houden en tegen terugveren te beletten, en kan de deelschoen bovendien worden terugbewogen zonder het hoekverstevigingspaneel te verstoren. De 25 deelschoen kan aldus in een zeer vroeg stadium worden teruggebracht in haar uitgangspositie, waardoor een volgend hoekverstevigingspaneel het vouwstation kan binnentreden vóórdat het voorgaande hoekverstevigingspaneel dit station geheel heeft verlaten. Hierdoor kunnen hoekverstevigingspanelen veel korter na elkaar worden verwerkt en kan de 30 planoafstand tussen opeenvolgende hoekverstevigingspanelen 3 dienovereenkomstig worden verkort, terwijl deze hoekverstevigingspanelen toch tot aan het einde van een vouwstation kunnen worden vastgehouden om terugveren te beletten.
De benodigde lengte van het planodeel tussen opeenvolgende 5 hoekverstevigingspanelen (en daarmee de lengte- of breedtemaat van het bodempaneel) kan dus worden verkleind door de lengte van de deelschoenen te verkleinen. Immers, de benodigde lengte tussen opeenvolgende hoekverstevigingspanelen is gelijk aan de lengte van een deelschoen vermeerderd met de afstand die door de plano wordt afgelegd tijdens het 10 terugbewegen van de deelschoen. Bijkomend voordeel van een kleinere deelschoen is dat deze lichter zal zijn en daardoor sneller zal kunnen worden terugbewogen waardoor de afstand die de plano zal afleggen gedurende deze beweging ook kleiner zal zijn.
Voorts kan de lengte van de hoekverstevigingspanelen (en daarmee 15 de hoogte van de verpakking) worden vergroot, door het aantal deelschoenen te vergroten, net zo lang tot zij tezamen de gehele lengte van een hoekverstevigingspaneel overbruggen.
Aldus kunnen met een vouwinrichting volgens de uitvinding verpakkingen van vrijwel alle afmetingen worden opgezet, door de 20 respectieve vouwschoenen op te splitsen in een geschikt aantal deelschoenen van geschikte lengte.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het uit een plano opzetten van een verpakking met langgerekte hoekverstevigingen, in het bijzonder verpakkingen waarvan de 25 hoogteafmetingen van de hoekverstevigingen aanzienlijk groter zijn dan de overige verpakkingsafmetingen.
In de verdere volgconclusies zijn verdere voordelige uitvoeringsvormen van een inrichting en werkwijze volgens de uitvinding beschreven. Ter verduidelijking van de uitvinding zullen 30 uitvoeringsvoorbeelden van een inrichting en werkwijze volgens de 4 uitvinding, alsmede daarmee vervaardigd verpakkingen nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont: FIG. 1 een plano die opzetbaar is tot een verpakking als getoond in Figuur 2 met een vouwinrichting volgens de uitvinding; 5 FIG. 2 een uit de plano van Figuur 1 opgezette verpakking met hoekverstevigingen; FIG. 3A schematisch, in dwarsdoorsnede, de hoekversteviging aan het begin en einde van de tweede vouwstap; FIG. 3B schematisch een tweede vouwstation volgens de 10 uitvinding, tijdens het uitvoeren van een tweede vouwstap; FIG. 4A schematisch, in dwarsdoorsnede, de hoekversteviging aan het begin en het einde van de derde vouwstap; FIG. 4B schematisch een derde vouwstation volgens de uitvinding, tijdens het uitvoeren van een derde vouwstap; 15 FIG. 5 in perspectivisch bovenaanzicht, een inrichting volgens de uitvinding met twee opeenvolgende vouwstations en een aandrukstation; FIG. 6A-D schematisch, in bovenaanzicht, dwarsdoorsneden van verschillende hoekverstevigingsvarianten die met een inrichting volgens de uitvinding kunnen worden gerealiseerd; en 20 FIG. 7A-C schematisch drie opeenvolgende vouwstappen van een alternatieve vouwwijze voor het realiseren van een hoekversteviging volgens Figuur 6B of C.
Figuur 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een plano 1 waaruit met behulp van een werkwijze en inrichting volgens de uitvinding een 25 verpakking 2 kan worden opgezet als getoond in Figuur 2. Waar in het vervolg van deze beschrijving wordt gesproken van een 'binnenzijde' of een 'naar binnen vouwen' van de plano wordt de in Figuur 1 zichtbare bovenzijde van de plano 1 bedoeld, terwijl met de term 'buitenzijde' of 'naar buiten' van de plano 1, de in Figuur 1 niet zichtbare onderzijde wordt 30 bedoeld.
5
De plano 1 omvat een in hoofdzaak rechthoekig bodempaneel 4, dat aan paarsgewijs tegenovergelegen zijden is voorzien van eerste zijwandpanelen 5 en tweede zijwandpanelen 6. Voorts zijn vier hoekverstevigingspanelen 7 voorzien, die langs eerste vouwlijnen 11 met de 5 eerste zijwandpanelen 5 zijn verbonden, aan weerszijden daarvan. De hoekverstevigingspanelen 7 zijn door middel van een tweede en derde vouwlijn 12, 13 onderverdeeld in respectievelijk een beginstrook 7A, een middenstrook 7B en een eindstrook 7C. In alternatieve uitvoeringsvormen kunnen de hoekverstevigingspanelen 7 in meer stroken zijn onderverdeeld. 10 De plano 1 kan voorts een dekselpaneel 9 omvatten, dat aan weerszijden is voorzien van derde zijwandpanelen 8 en met een derde zijde is verbonden aan één van de eerste zijwandpanelen 5, aan een van het bodempaneel 4 afgekeerde zijde daarvan.
Relevant voor de onderhavige uitvinding zijn de afmetingen van de 15 verschillende planodelen in de richting van pijl T, dat wil zeggen de transportrichting van de plano 1 tijdens het opzetten daarvan in een vouwinrichting. Zoals te zien in Figuur 1, heeft het bodempaneel 4 in genoemde transportrichting T een afmeting B die aanzienlijk kleiner is dan de afmeting H van de aangrenzende eerste zijwandpanelen 5 en de 20 hoekverstevigingspanelen 7. Zoals te zien in Figuur 2, wordt hierdoor een verpakking 2 gekregen met een relatief grote hoogte H in verhouding tot de afmetingen B, L van het bodempaneel 5.
Voorts hebben de tweede en derde zijwandpanelen 6,8 in een richting haaks op genoemde transportrichting T elk een afmeting W die bij 25 voorkeur ongeveer de helft is van genoemde hoogde H, zodat deze zijwandpanelen 6,8 tezamen één gesloten zijwand van de verpakking 2 kunnen vormen. De hoekverstevigingspanelen 7 hebben bij voorkeur dezelfde afmeting W, zodat de plano 1 een uit oogpunt van materiaalverbruik efficiënte rechthoekige contour heeft. Gevolg van deze 30 maatvoering is dat de hoekverstevigingen 3 een relatief slanke vorm 6 hebben. De beschreven verpakking 2 is bijvoorbeeld geschikt als buitenverpakking voor een zogenaamde 'Bag-in-box'-verpakkingen, waarbij in de verpakking 2 een uit foliemateriaal gevormde binnenzak kan worden opgenomen, als bijvoorbeeld getoond en beschreven in NL 1 029 146 en 5 NL 1 029 147 van aanvraagster.
De hoekverstevigingspanelen 7 kunnen met een vouwinrichting 10 volgens de uitvinding worden omgevouwen tot in hoofdzaak kokervormige hoekverstevigingen 3, met een in zichzelf gesloten dwarsdoorsnede, als getoond in Figuur 6A. Dit omvouwen geschiedt in een aantal opeenvolgende 10 vouwstappen, in opeenvolgende vouwstations, welke nu nader zullen worden beschreven, onder verwijzing naar de Figuren 3, 4 en 5.
In een eerste vouwstap worden de hoekverstevigingspanelen 7 langs de eerste vouwlijn 11 omgevouwen over een hoek α van ongeveer 90 graden, zodat het hoekverstevigingspaneel 7 zich in hoofdzaak haaks 15 uitstrekt op het eerste zijwandpaneel 5, als getoond in Figuur 3A, in onderbroken lijnen. Deze eerste vouwstap kan geschieden op een conventioneel vouwstation (niet getoond), met een vouwschoen die zich over nagenoeg de gehele lengte H van de te vormen hoekversteviging kan uitstrekken.
20 In een tweede vouwstap wordt de eindstrook 7C van het hoekverstevigingspaneel 7 langs de derde vouwlijn 13 naar binnen gevouwen, richting het eerste zijwandpaneel 5, over een hoek 8 van ongeveer 135 graden, als getoond in Figuur 3A.
Deze tweede stap wordt uitgevoerd tijdens het doorlopen van een 25 tweede vouwstation 20, als getoond in de Figuren 3B en 5. Dit tweede vouwstation 20 omvat daartoe een vouwschoen 22, welke zwenkbaar is opgehangen rond een zich in hoofdzaak parallel aan de transportrichting T uitstrekkende zwenkas 21, en aandrijfmiddelen 24, waarmee de vouwschoen 22 rond genoemde zwenkas 21 kan worden verzwenkt tussen een 30 beginpositie I en een eindpositie II, als getoond in Figuur 3B. De 7 vouwschoen heeft een lengte Lz die bij voorkeur gelijk is aan de hoogte H van de hoekverstevigingen 3, zodat de hoekverstevigingen over de gehele lengte kan worden ondersteund bij het vouwen. De aandrijfmiddelen 24 omvatten in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld een zuigercilindersamenstel, 5 doch kunnen in alternatieve uitvoeringsvoorbeelden uiteraard anders zijn uitgevoerd. Het vouwstation 20 omvat in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld voorts twee geleideplaten 23, 25. Deze strekken zich uit aan weerszijden van het hoekverstevigingsparieel 7 dat in gebruik langs het vouwstation 20 wordt gevoerd, tot aan de derde vouwlijn 13 in dit paneel 7, zodat de stroken 10 7A, 7B min of meer tussen deze geleidplaten 23, 25 zullen zijn opgesloten en niet kunnen meebuigen terwijl strook 7C wordt omgevouwen. De geleideplaat 25 die in gebruik aan de binnenzijde van het hoekverstevigingspaneel 7 ligt kan bovendien als aanslag fungeren voor de vouwschoen 22 en kan daartoe zijn voorzien van een afgeschuinde 15 bovenrand 27, als getoond in Figuur 3B. Daarbij kan de hoek van de afschuining in hoofdzaak overeen komen met de gewenste vouwhoek, in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld ongeveer 45 graden.
Nadat de buitenstrook 7C is omgevouwen wordt de vouwschoen 22 terugbewogen naar de uitgangspositie I (zie Figuur 3B). Uit de figuur is te 20 zien dat dit terugbewegen kan geschieden zonder het ingevouwen hoekverstevigingspaneel 7 te verstoren, zodat dit terugbewegen dus kan plaatsvinden terwijl het paneel 7 zich nog (althans gedeeltelijk) in de vouwschoen 22 bevindt. Teneinde te verhinderen dat de omgevouwen strook 7C terugveert naar de oorspronkelijke, ongevouwen toestand is aansluitend 25 op het tweede station 20 een fixeerelement 28 voorzien (zie Figuur 5), dat is opgesteld in de terugveerbaan van strook 7C en aldus terugveren daarvan belet. Voorts kunnen tussen het tweede en derde vouwstation een of meerdere lijmapplicatoren 29 zijn voorzien (niet getoond), voor het aanbrengen van lijm tegen een buitenzijde van de omgevouwen eindstrook 30 7C.
8
In de derde vouwstap wordt het hoekverstevigingspaneel 7 langs de tweede vouwlijn 12 naar binnen gevouwen over een hoek γ die in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld van Figuur 4A ongeveer 135 graden bedraagt. Hierdoor komt de eerder omgevouwen eindstrook 7C met de van 5 lijm voorziene buitenzijde aan te liggen tegen het eerste zijwandpaneel 5, bij voorkeur zodanig dat een eindrand van deze eindstrook 7C op korte afstand van de eerste vouwlijn 11 ligt. Aldus wordt een (nagenoeg) in zichzelf gesloten koker gevormd met een driehoekige dwarsdoorsnede.
Deze derde vouwstap wordt uitgevoerd in een derde vouwstation 10 30, als getoond in de Figuren 4B en 5. Het derde vouwstation 30 omvat een vouwschoen 32, welke is opgedeeld in een aantal deelschoenen 32A,B,C.
Deze deelschoenen 32A,B,C hebben in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede, zodat zij rond de omgevouwen bovenrand van het hoekverstevigingspaneel 7 kunnen grijpen. Elke 15 deelschoen 32A,B,C heeft een lengte Ld en is zwenkbaar opgesteld rond een zwenkas 31 die zich in hoofdzaak evenwijdig aan de transportrichting T uitstrekt. De deelschoenen 32A,B,C zijn onafhankelijk van elkaar verzwenkbaar tussen een uitgangspositie I en een eindpositie II, met behulp van daartoe voorziene aandrijfmiddelen 34A,B,C. Deze aandrijfmiddelen 20 34A,B,C kunnen bijvoorbeeld een zuigercilinder-samenstel omvatten, als getoond, doch kunnen uiteraard ook andere aandrijftechnieken omvatten, zoals elektromechanische of pneumatische aandrijfmiddelen.
Bij aanvang van de derde vouwstap staan alle deelschoenen 32A,B,C in de uitgangspositie I. Wanneer het hoekverstevigingspaneel 7 25 zich voor de deelschoenen 32A,B,C bevindt worden deze simultaan naar hun eindpositie II bewogen. Om terugveren van het hoekverstevigingspaneel 7 te voorkomen worden de deelschoenen 32A,B,C bij voorkeur in genoemde eindpositie II gehouden, totdat de hoekversteviging 3 het vouwstation 30 heeft verlaten. Dit is evenwel niet mogelijk bij een plano 1 als getoond in 30 Figuur 1, waarbij de lengte B van het bodempaneel 4 tussen opeenvolgende 9 hoekverstevigingspanelen 7', 7" korter is dan de lengte H van de hoekverstevigingspanelen 7', 7". Bij dergelijke afmetingen, zal een volgend hoekverstevigingspaneel 7" het derde station 30 bereiken voordat het voorgaande hoekverstevigingspaneel 7' dit station 30 geheel heeft verlaten.
5 Dankzij de deelschoenen 32A,B,C volgens de uitvinding is dit evenwel geen probleem, aangezien de eerste deelschoen 32A (in transportrichting T gezien) kan worden terugbewogen onmiddellijk nadat het eerste hoekverstevigingspaneel 7' deze deelschoen 32A is gepasseerd. Hierdoor kan het volgende hoekverstevigingspaneel 7" het station 30 binnentreden. De 10 volgende deelschoenen 32B, C kunnen op overeenkomstige wijze worden opengezwenkt, direct nadat het eerste hoekverstevigingspaneel 7' is gepasseerd. Wanneer het volgende hoekverstevigingspaneel 7" zich volledig in het derde vouwstation 30 bevindt kunnen de deelschoenen 32A,B,C vervolgens weer simultaan naar de eindpositie II worden bewogen. Etc.
15 Aldus kunnen hoekverstevigingen 3 worden gerealiseerd met een lengte H die aanzienlijk groter is dan de lengte B van een in transportrichting T gezien tussen opeenvolgende hoekverstevigingspanelen 7', 7" gelegen paneel 4. De minimaal benodigde lengte Bmin van een dergelijk tussenpaneel 4 kan worden bepaald aan de hand van volgende formule: 20 Bmin >Ld +vT *TS +C (1) waarbij Ld de lengte is van een deelschoen 32A,B,C, vt de transportsnelheid is van de plano 1, Ts de tijd is die nodig is om een deelschoen 32A,B,C terug te bewegen vanuit de eindpositie II naar de beginpositie I, en C een veiligheidsfactor is, welke een constante waarde kan 25 hebben of bijvoorbeeld afhankelijk kan zijn van de transportsnelheid vt.
Stel bijvoorbeeld dat de transportsnelheid vt van de plano 1 m/s bedraagt en de deelschoenen 32 een tijdduur Ts van 30 milliseconde nodig hebben om terug te bewegen naar de uitgangspositie I. Gedurende deze tijd verplaatst de plano 1 zich over een afstand vt * Ts= 30 mm. De minimale 10 lengte Bmin van het tussenpaneel dient derhalve ten minste 30 mm langer te zijn dan de lengte Ld van de deelschoen 32A,B,C en bij voorkeur nog iets langer, hetgeen met de veiligheidsfactor C kan worden gewaarborgd.
Omgekeerd kan met formule (1) een maximale lengte Ld,max van de 5 deelschoenen en him benodigd aantal worden bepaald, wanneer de plano-afmetingen B, H, de transportsnelheid vt en de terugtrektijd Ts van de deelschoenen 32 bekend is. Stel bijvoorbeeld dat de bodemlengte B 200 mm bedraagt, de transportsnelheid ντ 1 m/s bedraagt en de terugtrektijd T8 30 msec bedraagt. Dan volgt uit formule (1) dat de lengte Ld,max van een 10 deelschoen maximaal 170 mm mag bedragen (Ld,max < B - vt*T8 - C => Ld,max < 200 - 30 mm) en bij voorkeur iets korter is, in verband met de veiligheidsfactor C. Stel dat de lengte H van de hoekverstevigingen 300 mm is, dan kan met twee deelschoenen worden volstaan, die elk een lengte Ld kunnen hebben van 150 mm. Is een lengte H van 400 mm gewenst, dan zijn 15 drie deelschoenen nodig, die elk een lengte Ld van ongeveer 130 mm kunnen hebben. Is een lengte H van 500 mm gewenst dan kan ofwel net met drie deelschoenen worden volstaan, die dan elk een lengte Ld van ongeveer 165 mm kunnen hebben. Veiliger is het in dat geval om met vier deelschoenen te werken met elk een lengte Ld van ongeveer 120 mm.
20 Naast of in plaats van de lengte Ld van de deelschoenen en/of het aantal deelschoenen kan uiteraard ook de transportsnelheid vt van de plano 1 worden gevarieerd. Vaak echter zal deze transportsnelheid vast liggen, althans worden gedicteerd door een volgende processtap, bijvoorbeeld het vullen van de opgezette verpakkingen.
25 Na het verlaten van het derde vouwstation 30 doorloopt de
hoekversteviging 3 een vierde vouw- of aandrukstation 40 (zie Figuur 5), hetwelk is ingericht om de in voorgaande stappen gevormde hoekversteviging 3 in zijn eindpositie te drukken. Dit vierde vouw- of aandrukstation 40 heeft een soortgelijke opbouw als het derde vouwstation 30 30, dat wil zeggen drie beweegbaar opgestelde aandrukelementen 42A,B,C
11 die onafhankelijk van elkaar aandrijfbaar zijn door middel van daartoe geschikte aandrijfmiddelen (niet getoond). Daarbij is het aantal aandrukelementen 42 en de aansturing daarvan gelijk aan die van de deelschoenen 32 in het derde vouwstation 30. Aparte bespreking lijkt 5 derhalve niet nodig.
Hierna kunnen de gevormde hoekverstevigingen 3 nog langs een vast op gestelde aandrukker 50 worden geleid, teneinde de lijm voldoende tijd te geven om te drogen. De lengte van deze aandrukker 50 kan daartoe variëren, afhankelijk van onder andere de transportsnelheid vt, de 10 toegepaste lijm en benodigde droogtijd, etc.
Zoals gezegd kan met de hiervoor beschreven inrichting 10 en werkwijze een kokervormige hoekverstevigingen 3 worden gerealiseerd met een in hoofdzaak in zichzelf gesloten, driehoekige dwarsdoorsnede, als getoond in Figuur 6A. Het moge evenwel duidelijk zijn dat met relatief 15 geringe aanpassingen in het aantal vouwstappen en vouwstations, de vouwrichting (naar binnen of buiten) en/of de vouwhoek (α,β,γ) vele alternatieve hoekverstevigingen kunnen worden gerealiseerd, met andere dwarsdoorsneden. Hiervan zijn schematisch drie mogelijke uitvoeringsvoorbeelden getoond in de figuren 6B-D. Uiteraard zijn vele 20 andere uitvoeringsvarianten mogelijk.
Zo kan een hoekversteviging 103 volgens Figuur 6B op een soortgelijke inrichting 10 worden gevormd als hiervoor beschreven. De eerste vouwstap kan zelfs geheel analoog geschieden. Bij de tweede vouwstap kan een eindstrook 107C rond een derde vouwlijn 113 naar buiten 25 worden gevouwen (in plaats van naar binnen als getoond in Figuur 3A), over een hoek β' die kleiner zal zijn dan de in Figuur 3A getoonde hoek β. Gedurende een derde vouwstap kan de middenstrook 107B langs de tweede vouwlijn 112 naar binnen worden gevouwen, over een hoek γ', op soortgelijke wijze als getoond in Figuur 4A en 4B. Daarbij kunnen de vouwschoenen een 12 enigszins aangepaste doorsnedevorm hebben teneinde zich rond de omgevouwen bovenrand 107B,C te kunnen uitstrekken. Ook in dit geval kan de vouwschoen van het derde vouwstation zijn opgesplitst in een aantal deelschoenen, wanneer de lengte H van de hoekversteviging 103 groter is 5 dan de lengte B van het tussengelegen bodempaneel. Eventueel kan ook de vouwschoen van het tweede vouwstation zijn opgedeeld in meerdere deelschoenen, teneinde de tijdens dit station gevormde vouw zo lang mogelijk vast te houden.
Alternatief kan de in Figuur 6B getoonde hoekversteviging 103 10 worden gerealiseerd volgens de in Figuur 7A-C getoonde drie vouwstappen. Daarbij kan de eerste vouwstap wederom analoog zijn aan de hiervoor beschreven eerste vouwstap. Gedurende de tweede vouwstap wordt de middenstrook 107B met daaraan de eindstrook 107C rond de tweede vouwlijn 112 naar binnen gevouwen, over een hoek β' van ongeveer 90°, met 15 behulp van een vouwschoen (niet getoond) en een interne vouwschoen 125. Gedurende de derde vouwstap wordt de middenstrook 107B verder gevouwen rond de tweede vouwlijn 112 en wordt tegelijkertijd de eindstrook 107C in tegengestelde richting gevouwen, rond de derde vouwlijn 113, zodat deze eindstrook 107 komt aan te liggen tegen het eerste zijwandpaneel 5. De 20 vouwschoen 132 van het derde vouwstation 130 kan daartoe een gehoekte vorm hebben als getoond in Figuur 7B,C en is bij voorkeur opgesplitst in een aantal deelschoenen volgens de uitvinding. Alternatief kan de vouwschoen 132 eendelig zijn uitgevoerd. In dat geval kan direct na de vouwschoen 132 een fixeerelement zijn opgesteld dat het omgevouwen paneel 107 van de 25 vouwschoen 132 kan overnemen en terugveren kan beletten, zodat de vouwschoen 132 kan worden terugbewogen, op vergelijkbare wijze als beschreven voor het fixeerelement 28 in Figuur 5. Voorts kan na het derde vouwstation 130 wederom een aandrukstation 140 zijn voorzien met beweegbare aandrukelementen 142, teneinde de hoekversteviging in zijn 30 eindpositie te drukken en te fixeren.
13
De hoekversteviging 203 volgens Figuur 6C kan volgens de zelfde twee vouwwijzen en met vergelijkbare vouwmiddelen worden gerealiseerd als de hoekversteviging 103 uit Figuur 6B. Deze derde hoekverstevigingsvariant 203 biedt het voordeel dat deze minimale ruimte 5 inneemt in de verpakking 2, en goed kan aansluiten in geval de verpakking bestemd is voor rechthoekige producten.
Bij voornoemde uitvoeringsvarianten kan de plano steeds met een constante transportsnelheid langs de opeenvolgende vouwstations worden gevoerd. Alternatief kan de transportsnelheid tijdens het doorlopen van de 10 vouwstations worden aangepast of kan het transport zelfs tijdelijk worden stopgezet. Stopzetten biedt met name voordelen bij het realiseren van de hoekverstevigingsvariant 103 volgens Figuur 6B, met name bij het nauwkeurig positioneren van de eindstrook 107C. Dit is als volgt in te zien. Waneer de eindstrook 7C, 107 C, 207C in contact wordt gebracht met het 15 eerste zijwandpaneel 5, zullen tussen beide oppervlakken wrijvingskrachten ontstaan waarvan de werkingsrichting tegengesteld is aan de transportrichting T. Deze wrijvingskrachten oefenen een moment uit op de hoekversteviging 3, 103, 203 dat de hoekversteviging wil doen roteren rond een zich haaks op het eerste zijwandpaneel 5, uitstrekkende as, die de 20 eerste vouwlijn 11, 11, 211 doorsnijdt. Bij de uitvoeringsvariant volgens Figuur 6B is dit moment het grootst omdat de afstand A tussen de wrijvingskrachten en genoemde rotatieas het grootst is. Hierdoor loopt de eindstrook 107C een relatief groot risico om ten opzichte van de eerste vouwlijn 111 verdraaid of, in transportrichting gezien, achterwaarts 25 verschoven te worden gefixeerd, hetgeen de sterkte van de gerealiseerde hoekversteviging nadelig beïnvloedt. Een en ander kan worden verhinderd door het planotransport tijdelijk stop te zetten, zodat de wrijvingskrachten en het moment nul zijn. Bij de uitvoeringsvarianten volgens Figuur 6A en C doen bovenstaande problemen zich in veel mindere mate voor omdat het 30 wrijvingsmoment kleiner is en de eindstroken 7C, resp. 207C bovendien 14 aanliggen tegen de eerste vouwlijn 11, 211 of op korte afstand daarvan liggen, waardoor deze stroken 7C, 107 C geen of nauwelijks ruimte hebben om te roteren.
Figuur 6D tot slot toont een hoekversteviging 303 met een in 5 hoofdzaak vierhoekige, in zichzelf gesloten dwarsdoorsnede. Een dergelijke hoekversteviging 303 kan tot stand kan worden gebracht door middel van vier opeenvolgende vouwstappen, waarbij achtereenvolgens een beginstrook 307A, een eindstrook 307D, een eerste middenstrook 307C en een tweede middenstrook 307B naar binnen worden gevouwen over een hoek van 10 ongeveer 90 graden.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de tekening getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Alle combinaties van (delen van) beschreven en/of getoonde uitvoeringsvormen worden geacht onder de uitvindingsgedachte te vallen. Bovendien zijn vele variaties daarop mogelijk 15 binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.
Zo kunnen de deelschoenen door één gemeenschappelijk aandrijfmiddel worden aangedreven, waarbij geschikte mechanische of elektronische vertragingsmiddelen kunnen zijn voorzien om de deelschoenen in de juiste volgorde te laten bewegen en met de gewenste 20 tussenpozen. Voorts kunnen delen van de hoekverstevigingspanelen tegen elkaar worden dubbelgevouwen en eventueel vastgelijmd zodat, wanneer het hoekverstevigingspaneel vervolgens wordt opgezet op één van de hiervoor beschreven wijzen, een hoekversteviging wordt verkregen met ten minste gedeeltelijk dubbel- of meerwandig uitgevoerde zijden. Ook kan de 25 vouwschoen van het tweede vouwstation 20 in Figuur 5 worden opgedeeld in deelschoenen waardoor het fixeerelement 28 kan worden weggelaten.
Deze en vele variaties worden geacht te liggen binnen het raam van de uitvinding zoals verwoord in de hiernavolgende conclusies.
30 1032086'

Claims (13)

1. Vouwinrichting, omvattende een aantal vouwstations, ingericht om een verpakking met relatief langgerekte hoekverstevigingen op te zetten uit een plano met hoekverstevigingspanelen, waarbij deze hoekverstevigingspanelen in een aantal opeenvolgende vouwstappen 5 worden omgevouwen langs daartoe voorziene vouwlijnen, met behulp van beweegbaar in de vouwstations opgestelde vouwschoenen, waarbij de vouwschoenen een lengte hebben die nagenoeg overeenkomt met die van de te realiseren vouw, waarbij ten minste één van de vouwschoenen is opgedeeld in meerdere deelschoenen, welke onafhankelijk van elkaar 10 beweegbaar zijn.
2. Vouwinrichting volgens conclusie 1, waarbij aandrijfmiddelen van de deelschoenen zijn ingericht om deze simultaan, als ware zij één vouwschoen, een vouwbeweging te laten uitvoeren.
3. Vouwinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij aandrijfmiddelen 15 van de deelschoenen zijn ingericht om deze één voor één terug te bewegen na een vouwbeweging.
4. Vouwinrichting volgens conclusie 3, waarbij de aandrijfmiddelen zijn ingericht om de respectieve deelschoenen terug te bewegen in een volgorde waarin zij door het om te vouwen hoekverstevigingspaneel worden 20 doorlopen.
5 Ts de tijd is die nodig is om de betreffende deelschoen terug te bewegen na afloop van een vouwbeweging;
5. Vouwinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij aandrijfmiddelen van de deelschoenen zijn ingericht om een deelschoen na afloop van een vouwbeweging terug te bewegen, nadat een daarmee omgevouwen hoekverstevigingspaneel deze betreffende deelschoen volledig 25 heeft gepasseerd. 1032086 '
6. Vouwinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste de vouwschoen van het laatste vouwstation is opgedeeld in deelschoenen.
7. Vouwinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij 5 een afstand tussen twee opeenvolgende hoekverstevigingspanelen van een plano die in gebruik langs de vouwstations wordt getransporteerd, gemeten in die transportrichting, kleiner is dan de lengte van de vouwschoenen.
8. Vouwinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een lengte (Ld) van de deelschoenen voldoet aan de volgende formule:
9. Vouwinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het aantal deelschoenen (N) waarin de vouwschoen is opgedeeld voldoet aan de volgende formule: H N=—-—- waarbij N wordt afgerond naar het dichtst bijzijnde B-vT*Ts gehele getal, en waarbij: 25. de lengte is van de hoekverstevigingspanelen die in gebruik langs de vouwinrichting worden getransporteerd, gemeten in de transportrichting; B de afstand tussen twee opeenvolgende hoekverstevigingspanelen is van een plano die in gebruik langs de vouwinrichting wordt getransporteerd; vt de transportsnelheid is van genoemde plano;
10. Vouwinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij alle vouwschoenen zijn ingericht een vouwbeweging naar binnen uit te voeren.
10 La < B - vt * Ts - C waarin: B de afstand tussen twee opeenvolgende hoekverstevigingspanelen is van een plano die in gebruik langs de vouwinrichting wordt getransporteerd; 15 vt de transportsnelheid is van genoemde plano; Ts de tijd is die nodig is om de betreffende deelschoen terug te bewegen na afloop van een vouwbeweging; en C een veiligheidsfactor is, welke afhankelijk kan zijn van vt of een constante waarde kan hebben.
11. Vouwinrichting volgens een van de conclusies 1-9, waarbij ten minste een van de vouwschoenen is ingericht een vouwbeweging naar buiten uit te voeren, en de resterende vouwschoenen zijn ingericht een vouwbeweging naar binnen uit te voeren.
12. Vouwinrichting volgens een van de conclusies 1-10, omvattende 15 drie vouwstations, ingericht om drie opeenvolgende vouwstappen uit te voeren, waarbij een in gebruik langs deze vouwstations gevoerd hoekverstevigingspaneel langs drie respectieve vouwlijnen wordt omgevouwen tot een kokervormige hoekversteviging met een driehoekige dwarsdoorsnede.
13. Werkwijze voor het uit een plano opzetten van een verpakking met relatief langgerekte hoekverstevigingen, waarbij hoekverstevigingspanelen van deze plano langs opeenvolgende vouwschoenen worden geleid, welke de panelen door middel van een vouwbeweging omvouwen langs respectieve vouwlijnen, waarbij ten minste een van de vouwschoenen is opgedeeld in 25 deelschoenen, welke na een vouwbeweging één voor één worden terugbewogen. 1032086
NL1032086A 2006-06-29 2006-06-29 Vouwinrichting en werkwijze voor het uit een plano opzetten van een verpakking met langgerekte hoekverstevigingen. NL1032086C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1032086A NL1032086C2 (nl) 2006-06-29 2006-06-29 Vouwinrichting en werkwijze voor het uit een plano opzetten van een verpakking met langgerekte hoekverstevigingen.
EP07111299A EP1873070A1 (en) 2006-06-29 2007-06-28 Folding apparatus and method for setting up a package with elongated corner reinforcements from a blank

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1032086 2006-06-29
NL1032086A NL1032086C2 (nl) 2006-06-29 2006-06-29 Vouwinrichting en werkwijze voor het uit een plano opzetten van een verpakking met langgerekte hoekverstevigingen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1032086C2 true NL1032086C2 (nl) 2008-01-02

Family

ID=37945082

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1032086A NL1032086C2 (nl) 2006-06-29 2006-06-29 Vouwinrichting en werkwijze voor het uit een plano opzetten van een verpakking met langgerekte hoekverstevigingen.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1873070A1 (nl)
NL (1) NL1032086C2 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2010096536A2 (en) * 2009-02-23 2010-08-26 Meadwestvaco Corporation Carton and carton blank corner structure
JP2011042376A (ja) * 2009-08-19 2011-03-03 Kao Corp 包装箱
ITBO20110426A1 (it) * 2011-07-15 2013-01-16 Gd Spa Metodo ed unita' di incarto per realizzare un incarto rigido provvisto di una costolatura cava

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1054991A (fr) * 1952-03-13 1954-02-15 Imprimerie Des Archives Procédé d'empaquetage pour ampoules et flaconnage en materiaux fragiles
FR1492259A (fr) * 1966-07-06 1967-08-18 Verreries Appliquees Procédé et dispositif pour le façonnage d'emballages en carton à renforts prismatiques verticaux
US3626660A (en) * 1970-04-07 1971-12-14 Grand City Container Corp Carton erecting and packaging machine
US20030066871A1 (en) * 2001-10-05 2003-04-10 Dalrymple Bruce H. Box with gusseted corner and method of forming same

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1054991A (fr) * 1952-03-13 1954-02-15 Imprimerie Des Archives Procédé d'empaquetage pour ampoules et flaconnage en materiaux fragiles
FR1492259A (fr) * 1966-07-06 1967-08-18 Verreries Appliquees Procédé et dispositif pour le façonnage d'emballages en carton à renforts prismatiques verticaux
US3626660A (en) * 1970-04-07 1971-12-14 Grand City Container Corp Carton erecting and packaging machine
US20030066871A1 (en) * 2001-10-05 2003-04-10 Dalrymple Bruce H. Box with gusseted corner and method of forming same

Also Published As

Publication number Publication date
EP1873070A1 (en) 2008-01-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20220153462A1 (en) Box template folding process and mechanisms
US7470225B2 (en) Method for forming a double glued corner tray structure
NL1032086C2 (nl) Vouwinrichting en werkwijze voor het uit een plano opzetten van een verpakking met langgerekte hoekverstevigingen.
US5876319A (en) Container forming method and apparatus
US20200207491A1 (en) System and method for forming boxes from cardboard blanks
WO2019246344A1 (en) Packaging machine and systems
HU205730B (en) Method and machine for forming boxes of polygon cross section from plate material
NL1021145C1 (nl) Verpakkingslijn en werkwijze voor het continu verpakken van discrete producten.
US5669551A (en) Packaging for books and/or other products and method and apparatus of the production thereof
NL193826C (nl) Stapelbare kartonnen doos met hoekverstevigingen.
US4023471A (en) Apparatus for assembling a carton
US7074171B2 (en) Method for two-piece box construction
US20130090221A1 (en) Apparatus And Methods For Folding Paper Boxes
NL193994C (nl) Paraatdoos.
BE1027617B1 (nl) Vouwsequentie
NL1034270C1 (nl) Inrichting voor het verwerken van dozen.
NL1013920C1 (nl) Sigarettenverpakking.
NL9201068A (nl) Platte kokervormige hoeksteunstructuur voor een paraatdoos.
NL8400304A (nl) Uitvouwbare doos, kartonnen verpakking of bak.
NL2026890B1 (en) an apparatus for manufacturing a cardboard tray from a sheet of cardboard and a method of manufacturing a cardboard tray from a sheet of cardboard
NL1011685C1 (nl) Halffabrikaat, daarvan vervaardigde afstandhouder, stapel van dergelijke halffabrikaten, plano, samenstel van afstandhouder en draagbord.
NL1019539C2 (nl) Plano voor een dubbelwandige doos en vouwinrichting voor het vouwen van een plano.
NL9002029A (nl) Paraattray.
NL1027702C2 (nl) Plano voor een verpakkingsdoos, verpakkingsdoos en werkwijzen voor de vervaardiging daarvan.
BE1020254A3 (nl) Plaat voor een verpakking, doos verkregen uitgaande van een dergelijke plaat, en werkwijze voor het vervaardigen van een verpakking.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20100101