NL9002029A - Paraattray. - Google Patents

Paraattray. Download PDF

Info

Publication number
NL9002029A
NL9002029A NL9002029A NL9002029A NL9002029A NL 9002029 A NL9002029 A NL 9002029A NL 9002029 A NL9002029 A NL 9002029A NL 9002029 A NL9002029 A NL 9002029A NL 9002029 A NL9002029 A NL 9002029A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wall
panel
support
fold
folds
Prior art date
Application number
NL9002029A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Knp Free Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL9000553A external-priority patent/NL9000553A/nl
Application filed by Knp Free Bv filed Critical Knp Free Bv
Priority to NL9002029A priority Critical patent/NL9002029A/nl
Priority to EP90203521A priority patent/EP0445442A1/en
Publication of NL9002029A publication Critical patent/NL9002029A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D5/00Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper
    • B65D5/001Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper stackable
    • B65D5/0015Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper stackable the container being formed by folding up portions connected to a central panel
    • B65D5/0045Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper stackable the container being formed by folding up portions connected to a central panel having both integral corner posts and ledges
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D5/00Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper
    • B65D5/36Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper specially constructed to allow collapsing and re-erecting without disengagement of side or bottom connections
    • B65D5/3607Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper specially constructed to allow collapsing and re-erecting without disengagement of side or bottom connections formed by folding or erecting a single blank
    • B65D5/3635Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper specially constructed to allow collapsing and re-erecting without disengagement of side or bottom connections formed by folding or erecting a single blank by folding-up portions connected to a central panel from all sides to form a container body
    • B65D5/3642Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper specially constructed to allow collapsing and re-erecting without disengagement of side or bottom connections formed by folding or erecting a single blank by folding-up portions connected to a central panel from all sides to form a container body the secured corners presenting diagonal, bissecting or similar folding lines, the central panel presenting no folding line

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Cartons (AREA)

Description

Titel: Paraattray
De uitvinding heeft betrekking op een paraattray die vanuit een samengevouwen toestand opzetbaar dan wel opgezet is, omvattende een bodempaneel waaraan langs bodem-wand-vouwen een eerste en een tweede paar, tegenover elkaar gelegen wandelemen-ten grenzen, alsmede twee paar verbindingspanelen, die elk langs een wand - verbinding s-vouw grenzen aan een wandelement van het eerste paar wandelementen, langs een opzet-vouw scharnierend zijn verbonden met een wandelement van het tweede paar wandelementen, waarbij de wand-verbindings-vouw zich telkens dwars op de aan het resp. wandelement grenzende bodem-wand-vouw uitstrekt, de opzet-vouw zich telkens schuin uitstrekt ten opzichte van de genoemde vouwen en het verlengde van elk van de opzet-vouwen een meest nabijgelegen snijpunt van de bodem-wand-vouwen ongeveer snijdt.
Een dergelijke tray is bekend uit de 'Code International pour Caisses Carton' (ASSCO/FEFCO; Londen/Parijs; 1987) en is daarin aangeduid met het codenummer 0773. In de samengevouwen toestand zijn de wandelementen naar het bodempaneel toe gevouwen en bevinden de binnengelegen en de buitengelegen verbindingspanelen zich elk tussen een wandelement van het eerste paar wandelementen en een wandelement van het tweede paar wandelementen. Bij het opzetten van de tray zwenken de wandelementen om de bodem-wand-vouwen tot in een stand dwars op het bodempaneel en zwenken de verbindingspanelen ten opzichte van het tweede paar wandelementen over een hoek van ongeveer 180° tot de verbindingspanelen zich bevinden in een positie dwars op het eerste paar wandelementen en evenwijdig aan het tweede paar wande1ementen.
Deze bekende tray heeft het nadeel, dat bij het vormen van een stapel uit een aantal van dergelijke trays de bereikbare stapelhoogte sterk beperkt wordt door de maximale verticale belastbaarheid van deze trays. Dit probleem doet zich in het bijzonder voor als de inhoud van die trays niet geschikt is voor het, althans mede, dragen van daarboven opgestapelde trays. Dit is een belangrijke reden waarom voor het verpakken van groenten, zoals tomaten, houten kisten worden gebruikt met versterkingsstaanders op de hoeken.
Uit de genoemde 'Code International pour Caisses Car-ton' is verder een met het codenummer 0771 aangeduide paraat-tray bekend, waarbij in het gebied van de hoeken telkens een verticale, schuin van een wandelement naar het dwars daarop verlopende wandelement teruggevouwen wand is aangebracht. Elk van deze wanden moet bij het opzetten van de tray afzonderlijk op zijn plaats worden gebracht, door een aan die wand aangebrachte lip in een sleuf van een van de wanddelen te steken.
Dit is een omslachtige tijdrovende bezigheid.
De uitvinding heeft als doel een paraattray te verschaffen met een grote stapelsterkte, die snel kan worden opgezet.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een paraattray van de bovengenoemde soort uit te rusten met twee paar steunelementen, die elk langs een wand-steun-vouw grenzen aan een wandelement van het tweede paar wandelementen, waarbij de wand-steun-vouw telkens dwars verloopt ten opzichte van de bodem-wand-vouw waaraan het resp.. wandelement grenst, elk steunelement een binnengelegen, aan het wandelement grenzend steun-paneel, een daaraan grenzende steun-vouw en een aan een steun-vouw grenzend buitengelegen steunpaneel heeft, de buitengelegen steunpanelen elk een vrije rand tegenover de steun-vouw hebben, die op afstand van het bodempaneel naar de steun-vouw toe verloopt, in de samengevouwen toestand de buitengelegen steunpanelen aan de van het bodempaneel af gekeerde zijde zijn teruggevouwen ten opzichte van de binnengelegen steunpanelen van eenzelfde steunelement, een gedeelte van het buitengelegen steunpaneel zich bevindt tussen het verbindingspaneel en een wandelement van het eerste paar wandelementen en de buitengelegen steunpanelen zich, in de opgezette toestand, elk ongeveer dwars op het binnengelegen steunpaneel van eenzelfde steunelement uitstrekken.
Bij het opzetten van de tray volgt, terwijl elk van de wandelementen van het bodempaneel af wordt gezwenkt, de vrije rand van elk van de buitengelegen steunpanelen de corresponderende wand-verbindingsvouw en wordt door het naar buiten zwenken van de wandelementen van het tweede paar wandelementen, ten opzichte van die wandelementen, naar binnen gedrongen. Doordat elk van de buitengelegen steunpanelen zich in de samen-gevouwen toestand bevindt tussen het verbindingspaneel en een wandelement van het eerste paar wandelementen, wordt dit bij het opzetten betrouwbaar naar binnen gedwongen en kan de vrije rand niet van dat wandelement af verplaatsen. Het op afstand van het bodempaneel naar de steun-vouw toe verlopende gedeelte van de vrije rand van het buitengelegen steunpaneel bewerkstelligt daarbij, dat het buitengelegen steunpaneel bij het opzetten van de tray geleidelijk naar binnen wordt gedwongen, terwijl door het van het bodempaneel af zwenken van de wandelementen van het tweede paar wandelementen aan de binnenzijde van die wandelementen ruimte voor de buitengelegen steunpanelen ontstaat. Door de positie van het buitengelegen steunpaneel ongeveer dwars ten opzichte van het binnengelegen steunpaneel vormen de steunpanelen in de opgezette toestand een een hoek-profiel met een grote knikstabiliteit en een dienovereenkomstig grote axiale drukbelastbaarheid.
Om de tray volgens de uitvinding op te zetten hoeft slechts een paar van de wandelementen van het bodempaneel af te worden gezwenkt. Terwijl het andere paar wandelementen automatisch volgt worden de steunelementen automatisch in de beoogde stand gedwongen.
De uitvinding kan tevens zijn belichaamd in een plano gevormd uit ten minste een plaat, voor het vormen van een pa-raattray, omvattende een bodempaneel waaraan langs bodem-wand-vouwen een eerste en een tweede paar, tegenover elkaar gelegen wandelementen grenzen, alsmede twee paar verbindingspanelen die elk aan een opzet-vouw grenzen, waarbij wand-verbindings-vouwen zich dwars op de aan het resp. wandelement grenzende bodem- wand-vouwen uitstrekken en de opzet-vouwen zich schuin uitstrekken ten opzichte van de genoemde vouwen.
Volgens de uitvinding is het plano uitgerust met twee paar steunelementen die elk langs een wand-steun-vouw grenzen aan een wandelement van het tweede paar wandelementen, welke wand -steun -vouw dwars verloopt ten opzichte van de bodem-wand-vouw waaraan het resp. wandelement grenst, waarbij elk steunelement een binnengelegen, aan het wandelement grenzend steun-paneel en een daaraan langs een steun-vouw grenzend buitengele-gen steunpaneel heeft, de buitengelegen steunpanelen vrije randen tegenover de steun-vouw hebben, waarvan telkens ten minste een uiteindegedeelte naar de steun-vouw toe verloopt.
Het plano kan door samenvouwen van het vlakke uitgangsmateriaal tot een tray in samengevouwen en verlijmde toestand worden verwerkt met behulp van een conventionele dozen-vouwmachine. Dit is mogelijk, doordat de om te vouwen panelen en elementen allen vanaf de buitenzijde kunnen worden omgeklapt in de richting van het bodempaneel en daarbij allen aan eenzelfde zijde naar het bodempaneel gevouwen kunnen worden. De opzet-vouwen worden bij het verwerken van het plano uitgaand van een in geringe mate voorgebogen positie in tegengestelde richting omgevouwen bij het omvouwen van het eerste paar wandelementen.
Navolgend wordt de uitvinding nader geïllustreerd en toegelicht aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden, waarbij wordt verwezen naar de bijgaande tekening. Daarbij toont: fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een tray volgens de uitvinding in opgezette toestand, fig. 2 een bovenaanzicht in doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1 van een hoekgedeelte van de tray, fig. 3 een schematisch zijaanzicht van een hoekgedeelte van de tray volgens fig. 1, in samengevouwen toestand, fig. 4 een schematisch zijaanzicht in doorsnede van het hoekgedeelte volgens fig. 3, fig. 5 een patroon van een plano voor het vormen van de tray volgens fig. 1 fig. 6 een patroon van een tweede plano voor het vormen van een tray volgens de uitvinding, en fig. 7 een patroon van een derde plano voor het vormen van een tray volgens de uitvinding.
Een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de paraattray volgens de uitvinding is in samengevouwen toestand weergegeven in de figuren 3 en 4 en in opgezette toestand weergegeven in de figuren 1 en 2.
De tray omvat een bodempaneel 1 waaraan langs bodem-wand-vouwen 2 een eerste en een tweede paar, tegenover elkaar gelegen wandelementen 3 en 4 grenzen, alsmede twee paar verbin-dingspanelen 5, die elk langs een wand-verbindings-vouw 6 grenzen aan een wandelement 3 van het eerste paar wandelementen. De verbindingspanelen 5 zijn elk langs een opzet-vouw 7 scharnierend verbonden met een wandelement 4 van het tweede paar wandelementen. De wand-verbindings-vouwen 6 strekken zich dwars uit ten opzichte van de aan het resp. wandelement 3 grenzende bodem -wand -vouwen 2, de opzet-vouwen 7 strekken zich elk schuin uit ten opzichte van de genoemde .vouwen 2 en 6 en het verlengde van elk van de opzet-vouwen 7 snijdt ongeveer een meest nabijgelegen snijpunt van de bodem-wand-vouwen 2. Twee paar steunelementen 8 grenzen elk langs een wand-steun-vouw 9 aan een wandelement 4 van het tweede paar wandelementen, elke wand-steun-vouw 9 dwars verloopt ten opzichte van de bodem-wand-vouw 2 waaraan het resp. wandelement 4 grenst. Elk van de steunelementen 8 heeft een binnengelegen, aan het wandelement 4 grenzend steunpaneel 10 en een daaraan langs een steun-vouw 11 grenzend buitengelegen steunpaneel 12. Daarvan heeft het bui-tengelegen steunpaneel 12 een vrije rand 13 tegenover de steun-vouw 9, waarvan (zie fig. 5) een gedeelte 14 bijvoorbeeld evenwijdig aan de steun-vouw 11 verloopt en waarvan een gedeelte 15 aan de zijde van het bodempaneel 1 naar de steun-vouw 11 toe verloopt. In de samengevouwen toestand zijn de buitengelegen steunpanelen 12 aan de van het bodempaneel 1 af gekeerde zijde teruggevouwen ten opzichte van de resp. binnengelegen steun-panelen 10. Een gedeelte van elk van de buitengelegen steun-panelen bevindt zich daarbij telkens tussen een van de verbinding spanelen 5 en een van de wandelementen 3 van het eerste paar wandelementen. In de opgezette toestand van de tray strekken de buitengelegen steunpanelen 12 zich telkens ongeveer dwars uit ten opzichte van de bijbehorende binnengelegen steunpanelen 10.
Bij het opzetten van de tray wordt, terwijl de wandelementen 3 en 4 van het bodempaneel 1 af worden gezwenkt, de vrije rand 13 van elk van de buitengelegen steunpanelen 12 in de corresponderende wand-verbindingsvouw 6 gehouden en door het ten opzichte van die vouw naar buiten zwenken van de wandelementen 4 van het tweede paar wandelementen ten opzichte van die wandelementen 4 naar binnen gedrongen. Doordat elk van de buitengelegen steunpanelen 12 zich in de samengevouwen toestand bevindt tussen het verbindingspaneel 5 en een wandelement 4 van het eerste paar wandelementen 3, wordt dit bij het opzetten betrouwbaar naar binnen gedwongen en kan de vrije rand 13 niet van het wandelement 3 af verplaatsen. De op afstand van het bodempaneel 1 naar de steun-vouwen 11 toe verlopende gedeeltes 15 van de vrije rand 13 van het buitengelegen steunpaneel 12 bewerkstelligen daarbij, dat de buitengelegen steunpanelen 12 bij het opzetten van de tray geleidelijk naar binnen wordt gedwongen, terwijl door het van het bodempaneel 1 af zwenken van de wandelementen 4 van het tweede paar wandelementen aan de binnenzijde van die wandelementen 4 ruimte voor de buitengelegen steunpanelen 12 ontstaat.
Om de tray volgens de uitvinding op te zetten hoeft slechts een paar van de wandelementen 3 of 4 van het bodempaneel 1 af te worden gezwenkt. Terwijl het andere paar wandelementen 4 of 3 automatisch volgt, worden de steunelementen 8 automatisch in de beoogde stand gedwongen.
De wandelementen 4 van het tweede paar wandelementen kunnen enkelvoudig zijn uitgevoerd. Bij het getoonde uitvoe-ringsvoorbeeld bestaan deze wandelementen 4 echter telkens uit een binnengelegen wandpaneel 16 en een buitengelegen wandpaneel 17, dat langs een wand-vouw 18 grenst aan het binnengelegen wandpaneel 16. In de opgezette toestand van de tray vormt de wand-vouw 18 althans een deel van de bovenrand van het resp. wandelement 4 en vormen de buitengelegen wandpanelen binnenwanden van de tray. Hiermee wordt een wandelement met een relatief grote stijfheid verschaft.
Voorts zijn bij het getoonde uitvoeringsvoorbeeld de buitengelegen steunpanelen 12 in de samengevouwen toestand telkens om een gedeelte van het corresponderende binnengelegen wandpaneel 16 gevouwen, zodat dit binnengelegen wandpaneel 16 voor het verschaffen van een verdere versterking in het hoekge-bied van de tray tot nabij het wandelement 3 van het eerste paar wandelementen kan reiken, zonder dat het buitengelegen steunpaneel 12 verhinderd wordt gedeeltelijk tussen het verbinding spaneel 5 en een wandelement 3 van het eerste paar wandelementen te zijn opgesloten. Het tot nabij een wandelement 3 van het eerste paar wandelementen reikende binnengelegen wandpaneel 16 kan voorts in de opgezette toestand verhinderen, dat het buitengelegen steunpaneel 12 door een eventuele voorspanning op de steun-vouw 11 eventueel in combinatie met een belasting, uitgeoefend door een zich in de tray bevindende inhoud, van dat wandelement 3 af kan zwenken en in een teruggevouwen stand tegen een wandelement 4 van het tweede paar wandelementen aan komt te liggen. Met een buitengelegen steunpaneel 12 in de genoemde teruggevouwen stand is de stabiliteit van het steunelement 8 aanzienlijk geringer, dan wanneer dat steunpaneel 12 zich ongeveer dwars op het aangrenzende binnengelegen steunpaneel 10 uitstrekt.
De paraattray volgens het getoonde uitvoeringsvoor-beeld is voorzien van een paar kleppen 19, waarbij elk van de kleppen 19 langs een wand-klep-vouw 20 grenst aan een wandelement 3 van het eerste paar wandelementen. Elk van de kleppen 19 dekt in de opgezette toestand de kopzijden van een paar steunelementen 8 tegenover het bodempaneel 1 althans gedeeltelijk af. De kleppen 19 vormen daarbij steunvlakken voor een soortge lijke op de onderhavige tray te stapelen tray en schermen de kopzijden van de steunelementen 8 visueel af van de gebruiker.
Elk van de kleppen 19 is voorzien van een paar klep-verb inding spanel en 21, die elk aan een tussen-klepverbindings-vouw 22 grenzen, die ongeveer in het vlak van een van de wand-verbindingsvouwen 6 is gelegen. De kleppen 19 zijn elk voorzien van een centraal paneel 23 en van aan weerszijden langs een schuine tussen-vouw 24 daaraan grenzende tussenpanelen 25, waaraan de klepverbindingspanelen 21 langs de tussen-klepver-bindings-vouwen 22 grenzen. Elk van de klepverbindingspanelen 21 is daarbij tegen het binnenoppervlak van een van de verbin-dingspanelen 5 gehecht terwijl het verlengde van elk van de tussen-vouwen 24 zich ongeveer uitstrekt door het snijpunt van het verlengde van de wand-klep-vouw 20 en de corresponderende wand-verbindings-vouw 6. In samengevouwen toestand bevindt elk van de centrale kleppanelen 23 zich hierdoor in het verlengde van het corresponderende wandelement 3 van het eerste paar wan-delementen, hetgeen voordelig is voor het beperken van de dikte van de samengevouwen tray, terwijl de kleppen 19 bij het opzetten van de tray automatisch een stand dwars op de wandelementen 3 en 4 innemen.
Doordat bij de tray volgens het onderhavige uitvoe-ringsvoorbeeld de uiteinden van de wand-klep-vouw 23 elk aansluiten op een begrenzing van een zich, van het bodempaneel 1 af, voorbij de wand-klep-vouw 23 uitstrekkend gedeelte van het aangrenzende wandelement 3, vormt dat wandelement, wanneer de tray is opgezet, een opstaande rand, die het verschuiven van een op de onderhavige tray gestapelde soortgelijke tray in langsrichting van het tweede paar wandelementen 4 verhindert.
Het verschuiven van een op de onderhavige tray gestapelde soortgelijke tray in langsrichting van het eerste paar wandelementen 3 wordt bij de tray volgens het getoonde uit-voeringsvoorbeeld verhinderd, doordat de aan het resp. wandelement 3 grenzende verbindingspanelen 5 elk een gedeelte hebben, dat zich ongeveer even ver van het bodempaneel 1 af uitstrekt als het genoemde gedeelte van het genoemde wandelement 3.
De afstand tussen de klep-verbindingsvouwen 22 van elk van de kleppen 19 is bij het getoonde uitvoeringsvoorbeeld groter dan de afstand tussen de wand-verbindings-vouwen 6 die het aangrenzende wandelement 3 begrenzen. Hierdoor staan de centrale panelen 23 van de kleppen 19, nadat de tray is opgezet vanaf de wandelementen 3 van de tray schuin van het bodempaneel 1 af, zodat de vrije randen van de centrale panelen 23 zich op een grotere afstand van het bodempaneel 1 bevinden dan de van het bodempaneel 1 af gerichte randen van de corresponderende wandelementen 3 en van de verbindingspanelen 5. De tussenpane-len 25 verlopen elk schuin van een van de centrale panelen 23 naar het corresponderende klepverbindingspaneel 21, waarbij telkens de tussen-klepverbindings-vouw 22 ter hoogte van de, van het bodempaneel 1 af gerichte kopse uiteinden van de steunelementen 8, evenwijdig aan dat bodempaneel 1 verlopen. Wanneer op de onderhavige tray een soortgelijke tray met een zekere massa wordt geplaatst worden de centrale panelen 23 in de richting van het bodempaneel 1 gedrukt, waardoor de schuin verlopende tussenpanelen 25 een buitenwaartse druk uitoefenen op de verbindingspanelen 5. Hierdoor verplaatsen de van het bodempaneel 1 af gerichte randen van de verbindingspanelen 5 van elkaar af, zodat het bodempaneel van de soortgelijke tray, die op de onderhavige tray wordt geplaatst tussen die opstaande randen tegen de kleppen 19 kan rusten.
De hoek a tussen de opzet-vouw 7 en de wand-verbin-dings-vouw 6, die elk van de verbindingspanelen 5 begrenzen is groter dan 45°. Hierdoor neemt de afstand tussen de tegenover elkaar gelegen wandelementen 3 van het eerste paar wandelementen toe met de afstand tot het bodempaneel 1, zodat het bodempaneel 1 in langsrichting een geringere lengte heeft dan de afstand tussen de tegenover elkaar gelegen opstaande randen van het eerste paar wandelementen en het bodempaneel van een soortgelijke tray tussen de genoemde opstaande randen geplaatst kan worden.
Voorts eindigen de bodem-wand-vouwen 2, die grenzen aan de wandelementen 4 van het tweede paar wandelementen, elk op afstand van een wandelement 3 van het eerste paar wandele-menten. In een gebied tussen elk uiteinde van de bodem-wand-vouwen 2 en het wandelement 3 van het eerste paar wandelementen aan de zijde van dat uiteinde verloopt telkens een vrije rand 26 van het bodempaneel 1, waarbij tegenover elkaar gelegen vrije randen 26, over althans een gedeelte van hun lengte, in de richting van laatstgenoemd wandelement 3 naar elkaar toe verlopen. Per hoekpunt van het bodempaneel 1 zijn met dat hoekpunt corresponderende hoekgebieden van verbindingspanelen 5 en wandelementen 3 en 4 telkens voorzien van een gemeenschappelijke uitsparing.
Hierdoor heeft de tray in het gebied van elk van de wandelementen 3 van het eerste paar wandelementen een verkleinde breedte, die is aangepast aan de breedte tussen de opstaande randen van de verbindingspanelen 5 in dat gebied, die niet of beperkt van elkaar af verplaatsbaar zijn, omdat deze daar zijn verbonden met de dwars daarop verlopende opstaande randen van de wandelementen 3 van het eerste paar wandelementen.
De vrije randen 26 worden bepaald door insnijdingen tussen de wandelementen 4 van het tweede paar wandelementen en het bodempaneel. Deze insnijdingen verschaffen bij een enkelvoudige uitvoering van de wandelementen 4 de mogelijkheid telkens een gedeelte van dat wandelement naar binnen te vouwen als steunelement. Bij een dubbelwandige uitvoering van de wandelementen 4 wordt de mogelijkheid verschaft de buitengelegen wandpanelen 17 in opgezette stand tot het bodempaneel 1 te laten reiken, waarbij die buitengelegen wandpanelen 17 zich in de samengevouwen toestand elk tussen een binnengelegen wandpaneel 16 en het bodempaneel 1 bevinden, zonder dat het buitengelegen aangrenzende wandpaneel 17 tegen de bodem-wand-vouw 2 stuit.
De tegenover elkaar gelegen vrije randen 26 van het bodempaneel 1 hebben telkens tegenover elkaar gelegen gedeelten, die op een afstand van elkaar liggen, die ongeveer een wanddikte van het plaatmateriaal groter is dan de onderlinge afstand tussen de bodem-wand-vouwen 2, die grenzen aan de wand- elementen 4 van het tweede paar wandelementen. De randen van de wandelementen 4 van het tweede paar wandelementen aan de zijde van het bodempaneel 1 steken daardoor niet buiten het bodem-paneel 1 uit, zodat de tray bij plaatsing op een soortgelijke tray, nadat het bodempaneel 1 langs de opstaande randen is geleid, niet nogmaals met een rand tegen de opstaande rand zal stuiten.
De plano volgens figuur 6 is voorzien van telkens om een vouwlijn 18 tot een dubbelwandig steunpaneel 10 tegen elkaar te vouwen subpanelen 101 en 102. Voorafgaand aan het tegen elkaar vouwen van de subpanelen 101 en 102 wordt ten minste een van de tegen elkaar te voegen oppervlakken daarvan voorzien van een lijmlaag, zodat de subpanelen 101 en 102 bij het tegen elkaar vouwen tevens met elkaar worden verlijmd. De met elkaar verlijmde subpanelen 101 en 102 verschaffen een verdubbeling van de dikte en daarmee van de knikstijfheid van het binnengelegen steunpaneel 10. Een verder voordeel van deze uitvoeringsvorm is, dat het plano eendelig is en het vervaardigen van een dergelijke paraattray slechts extra vouwhandelingen, maar behoudens lijm, geen extra materiaal vergt.
Elk binnengelegen steunpaneel 10 heeft een subpaneel 102, dat langs een buitengelegen wand-steun-vouwgedeelte 92 aan het corresponderende buitengelegen wandpaneel 17 grenst en heeft een ander subpaneel 101, dat langs een binnengelegen wand-steun-vouwgedeelte 91 aan het corresponderende binnengelegen wandpaneel 16 grenst. Het aan het buitengelegen wandpaneel 17 grenzende subpaneel 102 grenst bovendien langs de wand-vouw 18 aan het genoemde, aan het binnengelegen wandpaneel 16 grenzende subpaneel 101. Bij de gerede paraattray is het aan het buitengelegen wandpaneel 17 grenzende subpaneel 102 om de wand-vouw 18 tegen het aan het binnengelegen wandpaneel 16 grenzende subpaneel 101 gevouwen.
Doordat de subpanelen 101 en 102 om de wand-vouw 18 aan elkaar grenzen en tegen elkaar te vouwen zijn, kan het tegen elkaar vouwen in één handeling met het omvouwen van het buitengelegen wandpaneel 17 worden uitgevoerd. Voorts kan het plano uit een rechthoekige plaat materiaal met eenzelfde formaat worden gesneden als een plano voor een tray met gelijke afmetingen volgens het hiervoor besproken uitvoeringsvoorbeeld (fig. 5). Het binnengelegen wand-steun-vouwgedeelte 91, waarlangs het op een binnengelegen wandpaneel 16 aansluitende sub-paneel 101 met dat wandpaneel is verbonden, maakt het mogelijk, dat dit subpaneel 101 bij het opzetten van de paraattray gemakkelijk met het subpaneel 102 mee kan zwenken. Het binnengelegen wand-steun-vouwgedeelte 91 en het buitengelegen wand-steun-vouwgedeelte 92 vormen samen de wand-steun-vouw 9.
Het plano volgens fig. 7 bevat bovendien voor elk binnengelegen steunpaneel 10 een buiten-subpaneel 103 en voor elk buitengelegen steunpaneel 12 een buiten-subpaneel 122. Deze buiten-subpanelen 103 en 122 kunnen om een steunpaneel-vouw 130 tegen resp. een bijbehorend, aan het buitengelegen wandpaneel grenzend subpaneel 102 van het binnengelegen steunpaneel 10 en een bijbehorend binnen-subpaneel 121 van het buitengelegen steunpaneel 12 worden gevouwen. De subpanelen 121 en 122 van het buitengelegen steunpaneel 12 grenzen langs die steunpaneel-vouw 130 aan elkaar.
Bij het vouwen van een plano volgens deze uitvoeringsvorm tot een dichtgevouwen paraattray worden de buiten-subpanelen 103 en 122 om een steunpaneel-vouw 130 omgevouwen tegen resp. een bijbehorend, aan het buitengelegen wandpaneel 17 grenzend subpaneel 102 van het binnengelegen steunpaneel 10 en een bijbehorend binnen-subpaneel 121 van het buitengelegen steunpaneel 12. Ten minste een van de tegen elkaar te voegen oppervlakken van het buiten-subpaneel 103 en het aan het buitengelegen wandpaneel 17 grenzende subpaneel 102 van het binnengelegen steunpaneel 10 wordt voor het tegen elkaar vouwen van die subpanelen 102 en 103 voorzien van een lijmlaag, zodat ook deze subpanelen 102 en 103 bij het tegen elkaar vouwen met elkaar worden verlijmd.
Bij voorkeur worden eerst de laatstgenoemde subpanelen 102 en 103 tegen elkaar gevouwen en met elkaar verlijmd en worden deze vervolgens gezamenlijk tegen het aan het binnenge legen wandpaneel 16 grenzende subpaneel 101 van het binnengelegen steunpaneel 10 gevouwen. Door dit laatstgenoemde steunpa-neel 101 voorafgaand aan het vouwen van een lijmlaag te voorzien kunnen de met het buitengelegen wandpaneel 17 om te vouwen subpanelen 102 en 103 van het binnengelegen steunpaneel 10 bij het vouwen met het steunpaneel 101, dat op het binnengelegen wandpaneel 101 aansluit worden verbonden zonder het vouwen te onderbreken voor het aanbrengen van lijm.
Nadat de genoemde subpanelen 101, 102 en 103 zijn omgevouwen en met elkaar zijn verlijmd vormt de steunpaneel-vouw 130 een gedeelte van de vrije rand 13 van het buitengelegen steunpaneel 10 en is het buiten-subpaneel 103 van het binnengelegen steunpaneel 10 tussen het aan het buitengelegen wandpaneel 17 grenzende subpaneel 102 en het aan het binnengelegen wandpaneel 16 grenzende subpaneel 101 gelegen.
Het extra buiten-subpaneel 103 vormt een verdere verdikking van het binnengelegen steunpaneel 10, waardoor de knik-stijfheid van de steun 8 verder wordt vergroot. Ook deze uitvoeringsvorm met een verder versterkte steun kan uit een eendelig plano worden vervaardigd, welk plano uit een rechthoekig stuk materiaal met eenzelfde grootte kan worden gesneden als een plano voor een tray van gelijke afmetingen volgens een van de hiervoor besproken uitvoeringsvormen. Het plano volgens fig. 7 kan overigens ook zonder de op de binnengelegen wandpanelen 16 aansluitende subpanelen 101 worden uitgevoerd. In dat geval worden binengelegen steunpanelen 10 met een in principe gelijke dikte als de binnegelegen steunpanelen 10 van de uitvoeringsvorm volgens fig. 6 verkregen, waarbij de ook na het opzetten tot de wandelementen 3 van het eerste paar wandelementen recht doorlopende binnengelegen wandpanelen 16 enige extra sterkte verschaffen.
In het plano omvat de steun-vouw 11 telkens op gelijke afstand van de steunpaneel-vouw 130 gelegen, daarmee evenwijdige vouwen 111 en 112. In het verlengde daarvan zijn uitsparingen 114 resp. 113 gelegen, waarbij de vouwen 111 en 112 in langsrichting telkens binnen het bereik van de tegenovergelegen uitsparingen 114 resp. 113 zijn gelegen.
Na het omvouwen van de buiten-subpanelen 122 en 103 liggen de vouwen 111 en 112 van de steun-vouw 11 tegenover eikaars verlengde, waar de uitsparingen 113 en 114 zich bevinden. Dit maakt het mogelijk, dat bij het vervaardigen van de tray, waarbij de buitengelegen steunpanelen 12 ten opzichte van de bijbehorende binnengelegen steunpanelen 10 omvouwen, de op de buiten-subpanelen 103 en 122 aansluitende vouw 112 zich tot in de uitsparing 113 naar het verlengde van de andere vouw 111 van de steun-vouw 11 verplaatst. De andere vouw 111 verplaatst daarbij tot in de uitsparing 114 in het verlengde van de op de buiten-subpanelen 103 en 122 aansluitende vouw 112. Doordat de vouwen 111 en 112 tot in eikaars verlengde kunnen verplaatsen wordt de buigzaamheid van de steun-vouw 11 vergroot en wordt zowel het vervaardigen als het opzetten van de paraattray vereenvoudigd .
De steunelement kunnen voorts worden versterkt door deze te voorzien van ten minste twee steunvouwen tussen het binnengelegen steunpaneel en het buitengelegen steunpaneel, tussen welke steunvouwen zich telkens een tussenpaneel uit-strekt, zodanig, dat de dwarsdoorsnede van het steunelement een cirkelsectorvorm benadert.
Ook bij de uitvoeringsvormen volgens de figuren 6 en 7 dienen alle om te vouwen panelen en elementen vanaf de buitenzijde te worden omgeklapt in de richting van het bodempaneel 1 en daarbij allen aan eenzelfde zijde van het bodempaneel naar dat bodempaneel gevouwen te worden, zodat ook deze uitvoeringsvorm van de paraattray middels een conventionele dozenvouwma-chine kan worden vervaardigd.

Claims (21)

1. Paraattray die vanuit een samengevouwen toestand opzetbaar dan wel opgezet is, omvattende een bodempaneel waaraan langs bodem-wand-vouwen een eerste en een tweede paar, tegenover elkaar gelegen wandelementen grenzen, alsmede twee paar verbindingspanelen, die elk langs een wand-verbindings-vouw grenzen aan een wandelement van het eerste paar wandelementen, langs een opzet-vouw scharnierend zijn verbonden met een wandelement van het tweede paar wandelementen, waarbij de wand-verbindings-vouw zich telkens dwars op de aan het resp. wandelement grenzende bodem-wand-vouw uitstrekt, de opzet-vouw zich telkens schuin uitstrekt ten opzichte van de genoemde vouwen en het verlengde van elk van de opzet-vouwen een meest nabijgelegen snijpunt van de bodem-wand-vouwen ongeveer snijdt, gekenmerkt door twee paar steunelementen (8) die elk langs een wand-steun-vouw (9) grenzen aan een wandelement (4) van het tweede paar wandelementen, waarbij de wand-steun-vouw (9) telkens dwars verloopt ten opzichte van de bodem-wand-vouw (2) waaraan het resp. wandelement (4) grenst, elk steunelement (8) een binnengelegen, aan het wandelement grenzend steunpaneel (10), een daaraan grenzende steun-vouw (11) en een aan een steunvouw (11) grenzend buitengelegen steunpaneel (12) heeft, de buitengelegen steunpanelen (12) elk een vrije rand (13) tegenover de steun-vouw (11) hebben, die op afstand van het bodempaneel (1) naar de steun-vouw (11) toe verloopt, in de samengevouwen toestand de buitengelegen steunpanelen (12) aan de van het bodempaneel (1) af gekeerde zijde zijn teruggevouwen ten opzichte van de binnengelegen steunpanelen (10) van eenzelfde steunelement (8), een gedeelte van het buitengelegen steunpaneel (10) zich bevindt tussen het verbindingspaneel (5) en een wandelement (3) van het eerste paar wandelementen en de buitengelegen steunpanelen (12) zich, in de opgezette toestand, elk ongeveer dwars op het binnengelegen steunpaneel (10) van eenzelfde steunelement (8) uitstrekken.
2. Paraattray volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de wandelementen (4) van het tweede paar wandelementen elk bestaan uit een binnengelegen wandpaneel (16) en een buitenge -legen wandpaneel (17), dat langs een wand-vouw (18) grenst aan het binnengelegen wandpaneel (16), waarbij indien de tray in opgezette toestand verkeert, de wand-vouwen (18) elk althans een deel van de bovenrand van het resp. wandelement (4) vormen en de buitengelegen wandpanelen (12) binnenwanden van de tray vormen.
3. Paraattray volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat elk binnengelegen steunpaneel (10) met elkaar verlijmde, tegen elkaar gevouwen subpanelen (101 en 102, 103) bevat.
4. Paraattray volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat van elk binnengelegen steunpaneel (10) een subpaneel (102) langs een buitengelegen wand-steun-vouwgedeelte (92) aan het corresponderende buitengelegen wandpaneel (17) grenst en een ander subpaneel (101) langs een binnengelegen wand-steun-vouwgedeel te (91) aan het corresponderende binnengelegen wandpaneel (16) grenst, waarbij het aan het buitengelegen wandpaneel (17) grenzende subpaneel (102) om de wand-vouw (18) tegen het aan het binnengelegen wandpaneel (16). grenzende subpaneel (101) is gevouwen.
5. Paraattray volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat elk binnengelegen steunpaneel (10) een buiten-subpaneel (103) heeft en elk buitengelegen steunpaneel (12) een buiten-subpaneel (122) heeft, welke buiten-subpanelen (103 en 122) om een steunpaneel-vouw (130) zijn omgevouwen tegen resp. een bijbehorend, aan het buitengelegen wandpaneel grenzend subpaneel (102) van het binnengelegen steunpaneel (10) en een bijbehorend binnen-subpaneel (121) van het buitengelegen steunpaneel (12), waarbij de steunpaneel-vouw (130) een gedeelte van de vrije rand (13) van het buitengelegen steunpaneel (10) vormt.
6. Paraattray volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de steun-vouw (11) ongeveer in eikaars verlengde gelegen vouwen (111 en 112) omvat, waarbij een eerste van die vouwen (111) grenst aan het binnen-subpaneel (121) van het buitengele- gen steunpaneel (12) en een tweede van die vouwen (112) grenst aan het buiten-subpaneel (122) van het buitengelegen steunpaneel (12) , waarbij de vouwen (111 en 112) althans gedeeltelijk zijn gelegen in uitsparingen (114 resp. 113) in eikaars verlengde tussen telkens een van de subpanelen (122 resp. 121) van het buitengelegen steunpaneel (12) en een daarop aansluitend subpaneel (103 resp. 102).
7. Paraattray volgens de conclusie 4 en 5, met het kenmerk, dat het buiten-subpaneel (103) van elk binnengelegen steunpaneel (10) tussen het bijbehorende aan het buitengelegen wandpaneel (17) grenzende subpaneel (102) en het bijbehorende aan het binnengelegen wandpaneel (16) grenzende subpaneel (101) is gelegen en met beide genoemde subpanelen (101 en 102) is verlijmd.
8. Paraattray volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk steunelement ten minste twee steunvouwen omvat tussen het binnengelegen steunpaneel en het buitengelegen steunpaneel, tussen welke steunvouwen zich telkens een tussenpaneel uit- strekt, zodanig, dat de dwarsdoorsnede van het steunelement een cirkelsectorvorm benadert.
9. Paraattray volgens conclusie 1, waarbij aan elk van de wandelementen van het eerste paar langs een wand-klep-vouw een klep grenst, met het kenmerk, dat de kleppen (19) elk in de opgezette toestand de kop'zijden van een paar steunelementen (8) tegenover het bodempaneel (1) althans gedeeltelijk afdekken.
10. Paraattray volgens conclusie 9, waarbij elk van de kleppen is voorzien van een paar klepverbindingspanelen die elk aan een vouw grenzen, die ongeveer in het vlak van een van de wand-verbindingsvouwen is gelegen, met het kenmerk, dat de kleppen (19) elk zijn voorzien van een centraal paneel (23) en aan weerszijden langs een schuine tussen-vouw (24) daaraan grenzende tussenpanelen (25), waaraan de klepverbindingspanelen (21) langs tussen-klepverbindings-vouwen (22) grenzen, waarbij elk van de klepverbindingspanelen (21) tegen het binnenopper-vlak van een van de verbindingspanelen (21) is gehecht, het verlengde van elk van de tussen-vouwen (25) zich ongeveer uitstrekt door het snijpunt van het verlengde van de wand-klep-vouw (20) en de corresponderende wand-verbindings-vouw (6).
11. Paraattray volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de uiteinden van de wand-klep-vouwen (20) elk aansluiten op een begrenzing van een zich, van het bodempaneel (1) af, voorbij de wand-klep-vouw (20) uitstrekkend gedeelte van het desbetreffende wandelement (3) .
12. Paraattray volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de verbindingspanelen (5) elk een gedeelte hebben, dat zich ongeveer even ver van het bodempaneel (1) uitstrekt als de genoemde, zich voorbij de wand-klep-vouw (20) uitstrekkende gedeeltes van het genoemde wandelement (3).
13. Paraattray volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de afstand tussen de klep-verbindingsvouwen (22) van elk van de kleppen (19) groter is dan de afstand tussen de wand-verbindings-vouwen (6) die de daaraan grenzende wandele-menten begrenzen.
14. Paraattray volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de hoek (a) tussen de opzet-vouw en de wand-verbin-dings-vouw (7), die de verbindingspanelen (5) begrenzen, telkens groter is dan 45°.
15. Paraattray volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de bodem-wand-vouwen (2), die grenzen aan de wandelementen (4) van het tweede paar wandelementen, elk op afstand van een wandelement (3) van het eerste paar wandelementen eindigen, dat in een gebied tussen elk uiteinde van de bodem-wand-vouwen (2) en het wandelement (3) van het eerste paar wandelementen aan de zijde van dat uiteinde telkens een vrije rand (26) van het bodempaneel (1) verloopt, waarbij tegenover elkaar gelegen vrije randen (26), over althans een gedeelte van hun lengte, in de richting van laatstgenoemd wandelement (3) naar elkaar toe verlopen en dat per hoekpunt van het bodempaneel (1), met dat hoekpunt corresponderende hoekgebieden van verbindingspanelen (5) en wandelementen (3 en 4) telkens zijn voorzien van een gemeenschappelijke uitsparing.
15. Paraattray volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de tegenover elkaar gelegen vrije randen (26) van het bodempaneel (1) tegenover elkaar gelegen gedeelten hebben, die op een afstand van elkaar liggen, die ongeveer een wanddikte van het plaatmateriaal groter is dan de onderlinge afstand tussen de bodem-wand-vouwen (2), die grenzen aan de wand-elementen (4) van het tweede paar wandelementen.
17. Plano gevormd uit ten minste een plaat, voor het vormen van een paraattray volgens één der voorgaande conclusies omvattende een bodempaneel waaraan langs bodem-wand-vouwen een eerste en een tweede paar, tegenover elkaar gelegen wandelementen grenzen, alsmede twee paar verbindingspanelen die elk aan een opzet-vouw grenzen, waarbij wand-verbindings-vouwen zich dwars op de aan het resp. wandelement grenzende bodem-wand-vouwen uitstrekken, de opzet-vouwen zich schuin uitstrekken ten opzichte van de genoemde vouwen, gekenmerkt door twee paar steunelementen (8) die elk langs een wand-steun-vouw (9) grenzen aan een wandelement (4) van het tweede paar wandelementen, welke wand-steun-vouw (9) dwars verloopt ten opzichte van de bodem-wand-vouw (2) waaraan het resp. wandelement (4) grenst, waarbij elk steunelement (8) een binnengelegen, aan het wandelement (4) grenzend steunpaneel (10) en een daaraan langs een steun-vouw (11) grenzend buitengelegen steunpaneel (12) heeft, de buitengelegen steunpanelen (12) vrije randen (13) tegenover de steun-vouw (11) hebben, waarvan telkens ten minste een uiteindegedeelte naar de steun-vouw (11) toe verloopt.
18. Plano volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat elk binnengelegen steunpaneel (10) ten minste twee om een vouwlijn (18, 130) tegen elkaar te vouwen subpanelen (101 en 102, 103) bevat.
19. Plano volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat van elk binnengelegen steunpaneel (10) een subpaneel (102) langs een buitengelegen wand-steun-vouwgedeelte (92) aan het corresponderende buitengelegen wandpaneel (17) grenst en een ander subpaneel (101) langs een binnengelegen wand-steun-vouwgedeelte (91) aan het corresponderende binnengelegen wandpaneel (16) grenst, waarbij het aan het buitengelegen wandpaneel (17) grenzende subpaneel (102) langs de wand-vouw (18) aan het aan het binnengelegen wandpaneel (16) grenzende subpaneel (101) grenst.
20. Plano volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat elk binnengelegen steunpaneel (10) een buiten-subpaneel (103) heeft en elk buitengelegen steunpaneel (12) een buiten-subpaneel (122) heeft, welke buiten-subpanelen (103 en 122) om een steunpaneel-vouw (130) tegen resp. een bijbehorend, aan het buitengelegen wandpaneel grenzend subpaneel (102) van het binnengelegen steunpaneel (10) en een bijbehorend binnen-subpaneel (121) van het buitengelegen steunpaneel (12) zijn om te vouwen, waarbij de subpanelen (121 en 122) van het buitengelegen steunpaneel (12) langs de steunpaneel-vouw (130) aan elkaar grenzen.
21. Plano volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de steun-vouw (11) telkens op gelijke afstand van de steun-paneel-vouw (130) gelegen, daarmee evenwijdige vouwen (111 en 112. omvat, in het verlengde waarvan uitsparingen (114 resp. 113. zijn gelegen, waarbij de vouwen (111 en·112) in langsrich-ting telkens binnen het bereik van de tegenovergelegen uitsparingen (114 resp. 113) zijn gelegen.
NL9002029A 1990-03-09 1990-09-14 Paraattray. NL9002029A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9002029A NL9002029A (nl) 1990-03-09 1990-09-14 Paraattray.
EP90203521A EP0445442A1 (en) 1990-03-09 1990-12-28 Tray and blank therefor

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9000553 1990-03-09
NL9000553A NL9000553A (nl) 1990-03-09 1990-03-09 Paraattray.
NL9002029A NL9002029A (nl) 1990-03-09 1990-09-14 Paraattray.
NL9002029 1990-09-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9002029A true NL9002029A (nl) 1991-10-01

Family

ID=26646666

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9002029A NL9002029A (nl) 1990-03-09 1990-09-14 Paraattray.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0445442A1 (nl)
NL (1) NL9002029A (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9102039A (nl) * 1991-12-06 1993-07-01 Trimbach Verpakking Bv Paraatdoos met versterkte hoekzones.
ES2238117B1 (es) * 2002-10-28 2006-11-16 Paper, S.A. Bandeja para el transporte de productos.
DE202012007445U1 (de) * 2012-08-04 2013-08-05 Baypack Gmbh Transportsteige, insbesondere für Obst oder Gemüse
DE202012010231U1 (de) * 2012-10-26 2013-10-28 Baypack Gmbh Transportsteige, insbesondere für Gemüse oder Obst

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2259755A1 (en) * 1974-02-04 1975-08-29 Clergeau Papeteries Leon Cardboard carton for fruit and vegetables - has double thickness corners and end walls leaving stacking projections
EP0076883A1 (en) * 1981-08-21 1983-04-20 H. Kilian Limited Blank for a tray
DE8610403U1 (de) * 1986-04-16 1986-06-05 Herzberger Papierfabrik Ludwig Osthushenrich Gmbh & Co Kg, 3420 Herzberg Vorgeklebte Aufrichteschachtel
IT1219064B (it) * 1987-03-04 1990-04-24 Boix Maquinaria Sa Cassetta per frutta

Also Published As

Publication number Publication date
EP0445442A1 (en) 1991-09-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4373637A (en) Collapsible pallet mounted container
US6520898B1 (en) Process of making a compartmented container
US5452848A (en) Stackable container
US20080265010A1 (en) Multifunctional container with reinforcing structural columns
EP1066199B1 (en) Trays
US5664726A (en) Collapsible box construction
CA2008134C (en) Packaging tray
US4712687A (en) Collapsible pallet container and multi-wall fibreboard container therefor
MX2007007056A (es) Charola para embarque y exhibicion.
GB2188036A (en) Stacking box
US4784270A (en) Corner post for shipping container
US3501081A (en) Collapsible carton and blank for forming it
GB2173480A (en) Stackable tray
US5190212A (en) Collapsible divider for a shipping box
US5447269A (en) Multiple unit box and blank therefor
EP0453015B1 (en) Foldbox
NL9002029A (nl) Paraattray.
NL9101497A (nl) Stapelbare houder.
NZ260044A (en) Container with reinforcing and supporting triangular prisms formed at its corners by side end extensions with three sections folded so that last section lies against the side
US7850064B2 (en) Food-transport container with monoplanar multipart end panels
US20190118995A1 (en) Product tray
NL8220196A (nl) Uitgangsprodukt voor een doodskist en daaruit vervaardigde kist.
EP0109116A1 (en) Foldable box and blank therefor
GB2137170A (en) A Box or Tray made from a Folded Blank
GB2085405A (en) Trays formed from blanks

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed