NL1027702C2 - Plano voor een verpakkingsdoos, verpakkingsdoos en werkwijzen voor de vervaardiging daarvan. - Google Patents

Description

Titel: Plano voor een verpakkingsdoos, verpakkingsdoos en werkwijzen voor de vervaardiging daarvan

De uitvinding heeft betrekking op een plano voor het vervaardigen van een verpakkingsdoos voor het verpakken van vormvaste verpakkingen, zoals blik-, pot-, flesverpakkingen en dergelijke. De uitvinding heeft ook betrekking op een verpakkingsdoos voor het verpakken van vormvaste 5 verpakkingen en op werkwijzen voor het vervaardigen van een dergelijk plano en een dergelijke verpakkingsdoos.

Voor opslag en distributie van producten in vormvaste verpakkingen, worden de vormvaste verpakkingen die de producten bevatten in veel gevallen verpakt, opgeslagen en getransporteerd in 10 omverpakkingen in de vorm van dozen uit plaatmateriaal, zoals karton. Van belang is daarbij, dat dergelijke omverpakkingsdozen sterk zijn, teneinde beschadiging van de doos, bijvoorbeeld door stoten en/of vallen, ook onder minder gunstige omgevingscondities, tegen te gaan. Naarmate een doos is vervaardigd uit dikker en/of hoogwaardiger plaatmateriaal, is de kans op 15 beschadiging van een doos kleiner, maar is de kostprijs per doos hoger.

Omverpakkingen voor producten in vormvaste verpakkingen worden in zeer grote aantallen vervaardigd. Daarom zijn reeds geringe kostenverschillen voor omverpakkingen van groot belang.

De uitvinding heeft als doel een oplossing te verschaffen, waarmee 20 tegen lage kosten de kans op beschadiging van omverpakkingsdozen die vormvaste verpakkingen bevatten, wordt beperkt.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door het verschaffen van een plano volgens conclusie 1. De uitvinding kan tevens zijn belichaamd in een verpakkingsdoos volgens conclusie 12 vervaardigd uit een dergelijk 25 plano alsook in een werkwijze volgens conclusie 19 voor het vervaardigen van dergelijke plano's of een werkwijze volgens conclusie 22 voor het vervaardigen van degelijke dozen.

Volgens de uitvinding wordt de doos selectief versterkt door middel van bandmateriaal in het gebied van de vouwen waarlangs het 1 027702 ^ . II —-- - 2 bandmateriaal in zijn lengterichting met het plano mee is omgevouwen.

Daardoor wordt een versterking van de doos verkregen, zonder extra zwaar of hoogwaardig plaatmateriaal toe te passen en/of kan een lichter of laagwaardiger, en derhalve goedkoper, plaatmateriaal worden toegepast, 5 zonder dat de sterkte van de doos wezenlijk wordt verminderd. De uitvinding is gebaseerd op het inzicht, dat dozen, vooral als deze vormvaste verpakkingen bevatten in de praktijk voor een belangrijk deel van de schadegevallen zijn beschadigd langs vouwen. Door de doos in het gebied van een of meer van de vouwen selectief te versterken kan tegen lage kosten 10 de beschadigingsgevoeligheid van de dozen worden beperkt en/of een doos met een lagere kostprijs worden verschaft die niet wezenlijk gevoeliger is voor beschadiging.

Uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn neergelegd in de afhankelijke conclusies.

15 In het navolgende wordt de uitvinding nader beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening. Daarbij toont: fïg. 1 in bovenaanzicht een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een plano volgens de uitvinding, fig. 2 een gedeeltelijk opengewerkte perspectivische weergave van 20 een voorbeeld van een verpakkingsdoos volgens de uitvinding opgezet uitgaande van een plano volgens fig. 1, fig. 3 in bovenaanzicht een voorbeeld van een tweede uitvoeringsvorm van een plano volgens de uitvinding, fig. 4 een perspectivische weergave van een voorbeeld van een 25 verpakkingsdoos volgens de uitvinding opgezet uitgaande van een plano volgens fig. 3, fig. 5 in bovenaanzicht een voorbeeld van een derde uitvoeringsvorm van een plano volgens de uitvinding, en 1027702 3 fig. 6 een perspectivische weergave van een voorbeeld van een verpakkingsdoos volgens de uitvinding opgezet uitgaande van een plano volgens fig. 5.

Het in fig. 1 getoonde plano 1 verkeert in een vlakke toestand en 5 kan gevouwen worden tot een rechthoekige verpakkingsdoos volgens fig. 2. Het plano 1, dat bijvoorbeeld uit golfkarton (een laag gegolfd karton met aan een of twee zijden een laag vlak karton), vouwkarton (grijsbord met papier aan een kant) of massiefkarton (grijsbord met paper aan weerszijden daarvan) kan zijn gestanst, omvat inkepingen 2 die zich uitstrekken vanuit 10 de lange zijden van het plano, alsmede verbindingsrandpanelen 3 aan de korte zijden van het plano 1. Een bodemvouwlijn 4, een dekselvouwlijn 5 en vier zijwandvouwlijnen 6, 7, 8 en 9 strekken zich over het plano 1 uit. Langs de bodemvouwlijn 4 grenzen bodempanelen 10a-lOd aan zijpanelen 11a-lid, waarbij de bodempanelen 10a- lOd door een aantal van de inkepingen 2 van 15 elkaar gescheiden zijn. Langs de dekselvouwlijn 5 grenzen dekselpanelen 12a-12d aan de zijpanelen lla-lld, waarbij de dekselpanelen 12a-12d door een aantal van de inkepingen 2 van elkaar gescheiden zijn. Na het ten opzichte van elkaar omvouwen van panelen van het plano 1 tot een verpakkingsdoos vormen de vouwlijnen 4-9 vouwen 4a-4d, 5a-5d, 6-9 die in 20 fig. 2 zijn aangeduid met verwijzingscijfers identiek aan die waarmee de corresponderende vouwlijnen in fig. 1 zijn aangeduid.

Bij het vanuit de getoonde vlakgelegen vouwen van het plano 1 wordt de verpakkingsdoos gevormd door de panelen ten opzichte van elkaar om te vouwen om de vouwlijnen 4-9. Daarbij worden de bodempanelen 10a 25 t/m lOd ten opzichte van de zijwandpanelen lla-lld om de bodemvouwlijn 4 gevouwen in de zwenkzin die in fig. 1 is aangegeven met pijl R4. De dekselpanelen 12a-12d worden ten opzichte van de zijwandpanelen lla-lld om de dekselvouw 5 gevouwen als aangegeven met pijl R5. De zijwand lid wordt ten opzichte van de zijwand 11c om de zijwandvouw 9 gevouwen als 30 aangegeven met pijl R9. De zijwand 11c wordt ten opzichte van de zijwand 1 027702 4 11b om de zijwandvouw 8 gevouwen als aangegeven met pijl R8. De aan de zijwand 11a grenzende flap 3 wordt ten opzichte van de zijwand 11a om de zijwandvouw 6 gevouwen als aangegeven met pijl R6. De zijwand 11a wordt ten opzichte van de zijwand 11b om de zijwandvouw 7 gevouwen als 5 aangegeven met pijl R7.

Telkens nadat het omvouwen om de relevante vouwlijnen is uitgevoerd kan het maken van verbindingen tussen een aantal van de panelen en zijwandpanelen uitgevoerd worden, bijvoorbeeld met behulp van lijm, door nieten of met plakband. Zo kan bijvoorbeeld de aan de zijwand 10 11a grenzende flap 3 aan de zijwand lid worden bevestigd en kunnen de bodempanelen 10a-lOd onderling worden gefixeerd. De onderlinge bevestiging van de dekselpanelen 12a-12d geschiedt bij voorkeur het laatst, nadat de doos is gevuld met de beoogde inhoud. Als de doos is opgezet zijn de vouwlijnen 4, 5 langs de bodem- en dekselpanelen lOa-lOd, 12a-12d 15 verdeeld in vouwen 4a-4d en, resp. 5a-5d.

De vouwlijnen 4 t/m 9 kunnen op een op zich bekende wijze zijn verkregen door het aanbrengen van rillijnen. Volgens het getoonde voorbeeld zijn de bodemvouwen 4a-4d en de dekselvouwen 5a-5d voorzien van bandmateriaal 14, 15. Daarbij verloopt een strook van het 20 bandmateriaal 14 in zijn lengterichting over de bodemvouwen 4a-4d en verloopt de andere strook van het bandmateriaal 15 in zijn lengterichting over de gehele lengte van de dekselvouwen 5a-5d. Maar ook diverse andere uitvoeringen van de uitvinding zijn mogelijk, waarbij het bandmateriaal in zijn lengterichting over ten minste een, in die lengterichting georiënteerde 25 vouw van het plano verloopt. Na het opzetten van de doos is het bandmateriaal 14, 15 in lengterichting met de vouwen 4a-4d, 5a-5d waarover het in zijn lengterichting verloopt mee omgevouwen.

Het bandmateriaal 14, 15 vormt een selectieve versterking van de doos langs de bodem- en dekselvouwen 4a-4d, 5a-5d. Door de dozen in het 30 gebied van vouwen selectief te versterken, wordt een doos met een grotere 1027702 5 sterkte verkregen zonder dat het nodig is de gehele doos uit sterker plaatmateriaal te vervaardigen. Dit laatste zou sterk kostenverhogend werken.

Het bandmateriaal kan tenminste deels tussen lagen van het 5 plaatmateriaal waaruit het plano is vervaardigd zijn aangebracht. Het bandmateriaal wordt dan bij voorkeur tijdens de vervaardigen van het plaatmateriaal aangebracht, voordat lagen van het plaatmateriaal op elkaar aangebracht worden. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat het bandmateriaal zowel vanuit de binnenkant als vanuit de buitenkant van de 10 doos niet zichtbaar is. Ook is voordelig dat het bandmateriaal op zijn plaats gehouden wordt door hechting aan lagen aan weerszijden van het bandmateriaal, waardoor een zeer goede fixatie van het bandmateriaal wordt verkregen.

Volgens het getoonde voorbeeld is het bandmateriaal 14, 15 tegen 15 het plaatmateriaal gehecht. Dit biedt het voordeel, dat niet ingegrepen hoeft te worden in het veelal grootschalige proces van vervaardiging van plaatmateriaal. De hechting is bij voorkeur adhesief. Dit maakt hechting over een groot oppervlak zonder perforatie van het plaatmateriaal mogelijk en zorgt voor een gelijkmatig verdeelde krachtenoverbrenging van het 20 bandmateriaal 14,15 naar het plaatmateriaal. De hechting kan bijvoorbeeld worden verkregen door dispersielijm, of door een zelfklevende of door smelting hechtende laag tussen het bandmateriaal 14, 15 en het plaatmateriaal.

Het bandmateriaal 14, 15 kan verstevigingsmateriaal bevatten, 25 zoals een folielaag en/of vezels. Ook kan het bandmateriaal 14, 15 scheurstoppende middelen omvatten, zoals een flexibel materiaal waarbij spanningsconcentraties niet snel optreden. Een effectieve scheurstoppende werking kan ook verkregen worden door vezelversterkt bandmateriaal toe te passen. Het bandmateriaal 14, 15 is verder bij voorkeur vervaardigd uit 1 027702 6 papier, zoals kraftpapier, dat goed met karton te verlijmen is en tegen lage kosten een grote versterkende werking mogelijk maakt.

Volgens het getoonde voorbeeld bevindt het bandmateriaal 14, 15 zich aan de in de gevouwen toestand naar het inwendige van de 5 verpakkingsdoos gekeerde zijde van de vouwen 4a-4d, 5a-5d. Een voordeel hiervan is dat uitscheuren van de doos van binnen naar buiten ten gevolge van lokaal geconcentreerde belastingen uitgeoefend door de in de doos aanwezige inhoud wordt tegengegaan. In het gebied van de vouwen geconcentreerde lokale belastingen doen zich in het bijzonder voor bij dozen 10 die harde voorwerpen met harde randen die de vorm van de vouwranden niet volgen, zoals conservenblikken 16 met felsranden 17, 18 bevatten. Bovendien drukt de inhoud bij belasting van de doos het bandmateriaal 14, 15 dan tegen het plaatmateriaal van de doos, waardoor afschuiven van het bandmateriaal 14, 15 over het plaatmateriaal wordt tegengegaan.

15 Bij de getoonde doos verloopt het bandmateriaal 14, 15 over de vouwen 4a-4d, 5a-5d tussen de zijwanden 11a-lid en de bodem 10 en het deksel 12. Het versterken van juist deze vouwen 4a-4d, 5a-5d is van bijzonder belang, omdat juist die vouwen 4a-4d, 5a-5d relatief zwaar belast worden, in het bijzonder als de doos harde voorwerpen met harde randen die 20 de vorm van de vouwranden niet volgen, zoals conservenblikken 16 met felsranden 17, 18 bevat, van welke blikken 16 de boven- of onderzijde aanligt tegen de bodem 10 of het deksel 12 van de doos.

Door iedere vouw 4a-4d, 5a-5d tussen de zijwanden 11a-lid en de bodem 10 en/of iedere vouw tussen de zijwanden 11a-lid en het deksel 12 25 van de doos over zijn gehele lengte te voorzien van het bandmateriaal 14, 15, wordt het voordeel bereikt dat de vouwen 4a-4d en/of 5a-5d die het zwaarst belast worden over hun gehele lengte versterkt worden. Afhankelijk van de vorm en gewichtsverdeling van de inhoud van de doos kan het voldoende zijn alleen de bodemvouwen 4a-4d of alleen de dekselvouwen 5a-30 5d te versterken. Bij dozen die cilindrische vormvaste verpakkingen 1027702 7 bevatten en die ook ondersteboven getransporteerd en opgeslagen worden, zijn bij voorkeur zowel de bodemvouwen 4a-4d als de dekselvouwen 5a-5d versterkt.

Het plano 1 omvat op een rij gelegen zijwandpanelen lla-lld, 5 welke rij in een baanrichting (dubbele pijl 19) is georiënteerd en waarbij de lengterichting van het bandmateriaal 14, 15 in de baanrichting 19 is georiënteerd. Het bandmateriaal 14, 15 is daarbij aangebracht over de in de baanrichting georiënteerde vouwlijnen 4, 5 van het plano 1. Voor het aanbrengen van de versterkingen van de bodem- en/of dekselvouwen 4a-4d, 10 5a-5d volstaat aldus het aanbrengen van het bandmateriaal 14, 15 in de baanrichting 19. Dit is eenvoudig te realiseren door een relatieve beweging uitsluitend in de baanrichting 19 van het plano 1 of van een serie van dergelijke plano's 1 ten opzichte van een positie of posities, vanwaar het aan te brengen bandmateriaal 14, 15 wordt afgegeven.

15 Door erin te voorzien, dat het bandmateriaal 14, 15 uitsluitend langs de vouwen 4a-4d tussen zijwanden lla-lld en de bodem 10 en/of langs de vouwen 5a-5d tussen zijwanden lla-lld en het deksel 12 in de lengterichting van het bandmateriaal met het plano mee omgevouwen is, is het mogelijk de versterking te verkrijgen uit bandmateriaal 14, 15 dat, zoals 20 in fig. 1 weergegeven, uitsluitend in één richting over het plano 1 is georiënteerd. Dit biedt het voordeel, dat al het aan te brengen bandmateriaal 14, 15 gemakkelijk aangebracht kan worden met een enkele relatieve beweging van het plano 1 of een opeenvolging van plano's ten opzichte van een applicatieorgaan of applicatieorganen vanwaar het aan te 25 brengen bandmateriaal 14, 15 wordt afgegeven.

De vervaardiging van de plano's 1 geschiedt dan bij voorkeur door het in een baanrichting 19 verplaatsen van het plaatmateriaal waaruit de plano's 1 worden vervaardigd; en het uitsluitend in de baanrichting 19 op het plaatmateriaal aanbrengen van het bandmateriaal 14, 15. Dit kan op 30 eenvoudige wijze en met hoge snelheid geschieden, omdat het aanbrengen 1027702 8 van bandmateriaal in richtingen anders dan de baanrichting 19 waarin de plano's 1 bewegen niet nodig is.

Voor productie van plano's met een hoge snelheid is het verder voordelig, indien opeenvolgende plano's van elkaar worden gescheiden 5 nadat het bandmateriaal 14, 15 is aangebracht. Het bandmateriaal 14, 15 van een serie opeenvolgende plano's kan dan door middel van een ononderbroken bewerkingshandeling aangebracht worden.

Het bandmateriaal 14, 15 kan aangebracht worden voordat de vouwlijnen aangebracht worden. Dit is voordelig voor een goede hechting 10 van het bandmateriaal 14, 15 in het gebied van de vouwlijn. Ook kan het bandmateriaal 14, 15 aangebracht worden voorafgaand aan het uitstansen van het plano of althans van de inkepingen 2. Zodoende kan bereikt worden dat in eenzelfde bewerkingsstap een inkeping 2 zowel in het plaatmateriaal als in het bandmateriaal 14, 15 aangebracht wordt.

15 Het vervaardigen van een verpakkingsdoos, omvat verder nog het opzetten van de doos door het langs vouwlijnen 6-9 ten opzichte van elkaar omvouwen van zijwandpanelen lla-lld en het langs de vouwlijnen 4, 5 die in de lengterichting van het daarover verlopende bandmateriaal 14,15 zijn georiënteerd ten opzichte van zijwandpanelen 11-a-lld omvouwen van ten 20 minste bodempanelen lOa-lOd of dekselpanelen 12a-12d.

Fig. 3 toont een tweede voorbeeld van een plano volgens de uitvinding en fig. 4 toont een tweede voorbeeld van een verpakkingsdoos, die is opgezet uitgaande van het plano 101 volgens fig. 3. Een dergelijke verpakkingsdoos wordt ook wel "tray" genoemd.

25 Over het plano 101 strekken zich twee paren onderling evenwijdige vouwlijnen 104, 105 en 106, 107 uit. Langs deze vouwlijnen grenzen wandpanelen HOa-llOc, lila, 111c en 112a-112c aan een bodempaneel 111b van de op te zetten tray. In het verlengde van elk uiteinde van de vouwlijnen 104 en 105 van een van de paren is telkens een inkeping 102 30 gelegen. De inkepingen 102 strekken zich respectievelijk uit tussen de 1 027702 9 panelen 110a en lila, lila en 112a, 110c en 111c, en, 111c en 112c. De in fig. 4 getoonde tray wordt gevormd door de panelen HOa-llOc ten opzichte van de panelen 11 la-111c om de vouwlijn 104 te zwenken volgens de in fig.

3 getoonde pijl R104, de panelen 112a-112c ten opzichte van de panelen 5 11 la- 111c om de vouwlijn 105 te zwenken volgens pijl R105, de panelen 110a-112a ten opzichte van de panelen 110b-112b om de vouwlijn 106 te zwenken volgens pijl R106, en de panelen 110c-112c ten opzichte van de panelen 110b-112b om de vouwlijn 107 te zwenken volgens pijl R107.

In het getoonde voorbeeld zijn twee van de vouwlijnen 104, 105 in 10 een baanrichting (dubbele pijl 119 in fig. 3) georiënteerd waarin het materiaal waaruit de plano's worden vervaardigd bij fabricage wordt getransporteerd. Alleen deze twee van de vier vouwlijnen zijn voorzien van bandmateriaal 114 en 115. De lengterichting van het bandmateriaal 114, 115 is derhalve in de baanrichting 119 georiënteerd. Het bandmateriaal 15 114, 115 kan soortgelijk zijn aan het bandmateriaal 14,15 dat bovenstaand beschreven is met verwijzing naar de figuren 1 en 2, en kan op soortgelijke wijze als daar beschreven, zijn aangebracht.

Voor het aanbrengen van de versterkingen van de vouwlijnen 104 en 105 volstaat dus het aanbrengen van het bandmateriaal 114,115 in de 20 baanrichting 119, hetgeen, zoals in samenhang met het voorbeeld getoond in fig. 1 en 2 uiteen is gezet, tijdens vervaardiging van plano's, waarbij deze in de baanrichting worden getransporteerd, eenvoudig te realiseren is. Op een eenvoudig te realiseren wijze kan aldus een groot gedeelte van de vouwlijnen worden versterkt, waarbij vooral de vouwlijnen langs de bodem 25 gevoelig zijn voor beschadiging. De versterking langs de bodem is dus van bijzonder belang voor het reduceren van de algemene beschadigingsgevoeligheid.

Bij het in fig. 3 en 4 getoonde voorbeeld is bovendien de tray selectief versterkt langs die vouwlijnen die grenzen aan de lange 30 rechthoekszijden van het bodempaneel 111b van de tray. Hierdoor wordt 1027702 10 een relatief groot aandeel van de vouwlijnen verstrekt door uitsluitend in de transportrichting van de plano’s tijdens fabricage versterkingsband aan te brengen. Het risico van beschadiging van de tray kan aldus op bijzonder effectieve wijze worden beperkt, zonder dat versterkingsband dwars op de 5 transportrichting tijdens fabricage hoeft te worden aangebracht.

Fig. 5 toont een derde voorbeeld van een plano volgens de uitvinding en fig. 6 toont een derde voorbeeld van een verpakkingsdoos die is opgezet uitgaande van het plano 201 volgens fig. 5. Een dergelijke verpakkingsdoos, waarvan de langste vouwlijnen vier onderling evenwijdige 10 vouwlijnen zijn, wordt ook wel omwikkeldoos of "wrap around" doos genoemd.

Over het plano 201 strekken zich vouwlijnen 204-209 uit. Door deze vouwlijnen worden panelen 210a-210d, 211a-211d en -212a-212d, alsmede een verbindingsrand-paneel 203 van de op te zetten omwikkeldoos 15 begrensd. In het verlengde van elk van de vier langste, onderling evenwijdige vouwlijnen 206-209 is telkens een inkeping 202 gelegen aan weerszijden waarvan eindflenspanelen 210a-210d en 212a-212d zijn gelegen. De in fig. 6 getoonde omwikkeldoos is getoond in een stand, waarin het paneel 211a tussen de vouwlijnen 206 en 209 de bodem vormt en het 20 paneel 211c tussen de vouwlijnen 207 en 208 het deksel vormt. De doos wordt opgezet door de langs de langste vouwlijnen 206-209 aan elkaar grenzende panelen 210a-212a langs de vouwlijnen 206-209 om te vouwen tot een gewikkelde koker met vouwen 206-209 zoals aangegeven met pijlen R206-R209. De eindflenspanelen 210a~210d en 212a-212d worden ten 25 opzichte van de panelen 211a-211d om de vouwlijnen 204, 205 omgevouwen volgens pijlen R204 en R205. Volgens dit voorbeeld is de koker rechthoekig, maar een andere veelhoekige vorm is in beginsel ook mogelijk.

In het getoonde voorbeeld zijn de vouwlijnen 206-209 in een baanrichting (dubbele pijl 219 in fig. 5) georiënteerd en respectievelijk 30 voorzien van bandmateriaal 226-229 waarvan de lengterichting in de 1027702 11 lengterichting van de vouwen ligt en dat de vouwlijnen afdekt. De lengterichting van het bandmateriaal 226-229 is derhalve in de baanrichting 219 georiënteerd. Het bandmateriaal 226-229 kan soortgelijk zijn aan het bandmateriaal 14, 15 dat bovenstaand beschreven is met 5 verwijzing naar de figuren 1 en 2, en kan op soortgelijke wijze als daar beschreven, zijn aangebracht.

Voor het aanbrengen van de versterkingen van een groot gedeelte van de lengte van de vouwlijnen volstaat ook volgens dit voorbeeld het aanbrengen van het bandmateriaal 226-229 in de baanrichting 219, 10 hetgeen, zoals in het kader van de hiervoor besproken voorbeelden is toegelicht, eenvoudig te realiseren is. Daarbij komt dat de vouwlijnen 206-209 waarlangs de doos bij het wikkelen gevormd zijn de vouwlijnen zijn waarlangs na het wikkelen de grootste en gesloten (en dus stijfste) vlakken van de doos aan elkaar grenzen en die derhalve in de praktijk, gemiddeld 15 genomen, relatief vaak beschadigd raken.

Opgemerkt wordt dat, bij toepassing van golfkarton, de richting waarin de rillen, die als opeenvolging de golven van het golfkarton vormen, van plano's zich uitstrekken gebruikelijkerwijs dwars staat op de baanrichting van het materiaal waaruit de plano's worden gestanst. Dit in 20 verband met de wijze waarop golfkarton vervaardigd wordt. Het toepassen van het bandmateriaal in een richting dwars op de richting waarin de rillen van het golfkarton van plano's zich uitstrekken, biedt als voordeel dat het aanbrengen van bandmateriaal op golfkarton efficiënt gecombineerd kan worden met de vervaardiging van golfkarton.

25 Opgemerkt wordt dat het na het voorgaande voor de vakman duidelijk zal zijn, dat binnen het raamwerk van de uitvinding als neergelegd in de conclusies diverse modificaties mogelijk zijn. Zo kan bijvoorbeeld over een vouw van het plano meer dan één strook bandmateriaal verlopen. Toepassing van twee of meer bandmaterialen, al dan niet van hetzelfde 30 type, op der gelijke verschillende of gelijke posities is mogelijk.

1 027702 1027702

Claims (22)

1. Plano voor het in een gevouwen toestand vormen van een verpakkingsdoos voor het verpakken van vormvaste verpakkingen, omvattende panelen (10a-lOd, lla-lld, 12a-12d; HOa-llOc, llla-lllc, 112a-112c; 210a-210d, 211a-211d, 212a-212d) uit plaatmateriaal, die langs ; 5 vouwlijnen (4-9; 104-107; 204-209) onderling omvouwbaar aan elkaar grenzen en bandmateriaal (14, 15; 114, 115; 214, 215) dat is georiënteerd in ten minste een lengterichting en verloopt over ten minste een aantal van de vouwlijnen (4, 5; 104,105; 204, 205) die in de lengterichting van het daarover aangebrachte bandmateriaal (14,15; 114, 115; 214, 215) zijn 10 georiënteerd.

2. Plano volgens conclusie 1, waarbij het bandmateriaal (14, 15; 114, 115; 214, 215) tegen het plaatmateriaal is gehecht.

3. Plano volgens conclusie 2, waarbij het bandmateriaal (14, 15; 114, 115; 214, 215) adhesief tegen het plaatmateriaal is gehecht.

4. Plano volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het bandmateriaal (14, 15; 114, 115; 214, 215) verstevigingsmateriaal omvat.

5. Plano volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het bandmateriaal (14, 15; 114, 115; 214, 215) scheurstoppend materiaal omvat.

6. Plano volgens conclusie 4 of 5, waarbij het bandmateriaal (14, 15; 20 114, 115; 214, 215) vezels omvat.

7. Plano volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het bandmateriaal (14, 15; 114, 115; 214, 215) een papierstrook omvat. | 1027702

8. Plano volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de lengterichting van het bandmateriaal (14,15; 114, 115; 214, 215) uitsluitend in één richting (19; 119; 219) is georiënteerd.

9. Plano volgens conclusie 8, vervaardigd uit golfkarton met een 5 opeenvolging van rillen die een golfpatroon vormen en waarbij de lengterichting van het bandmateriaal (14,15; 114, 115; 214, 215) verloopt over vouwlijnen (4a-4d, 5a-5d, 6-9; 104-107; 204-209) die dwars staan op de rillen.

10. Plano volgens conclusie 8 of 9, waarbij de panelen op een rij 10 gelegen zijwandpanelen (lla-lld) omvatten, welke rij in een baanrichting (19) is georiënteerd en waarbij de lengterichting van het bandmateriaal (14, 15. in de baanrichting (19) is georiënteerd en het bandmateriaal (14, 15) is aangebracht over ten minste een in de baanrichting (19) georiënteerde vouwlijn.

11. Plano volgens conclusie 10, waarbij het bandmateriaal (14, 15; 114, 115; 214, 215) aan weerszijden van het plaatmateriaal over ten minste een van de vouwlijnen (4, 5; 104,105, 206-209) verloopt.

12. Verpakkingsdoos voor het verpakken van vormvaste verpakkingen (16; 116; 216), gevouwen uit een plano (1; 101; 201) volgens een der 20 voorgaande conclusies, waarbij de panelen (lOa-lOd, lla-lld, 12a-12d; 110a-110c, llla-lllc, 112a-112c; 210a-210d, 211a-211d, 212a-212d) langs de vouwlijnen (4a-4d, 5a-5d, 6-9; 104-107; 204-209) ten opzichte van elkaar omgevouwen zijn en waarbij het bandmateriaal (14, 15; 114, 115; 214, 215) in lengterichting van het bandmateriaal langs ten minste een van genoemde 25 vouwlijnen (4a-4d, 5a-5d; 104, 105; 204, 205) met het plaatmateriaal mee omgevouwen is. 1 027702

13. Verpakkingsdoos volgens conclusie 12, waarbij het bandmateriaal (14, 15; 114, 115; 214, 215) zich tenminste deels bevindt aan een binnenzijde van de doos.

14. Verpakkingsdoos volgens conclusie 12 of 13, in de vorm van een 5 tray waarbij één van de genoemde panelen een bodempaneel (111b) van de tray vormt en waarbij het bandmateriaal (114, 115) verloopt over vouwlijnen (104, 105) langs langste rechthoekszijden van het bodempaneel (111b).

15. Verpakkingsdoos volgens conclusie 12 of 13, in de vorm van een 10 omwikkeldoos waarvan ten minste drie, op een rij gelegen exemplaren (211a-211d) van genoemde panelen, in een wikkelzin gevouwen een koker van de omwikkeldoos vormen, en waarbij het bandmateriaal (226-229) verloopt over vouwlijnen (206-209) waarlangs naast elkaar gelegen exemplaren van de op een rij gelegen exemplaren (211a-211d) van de 15 panelen die de koker vormen aan elkaar grenzen.

16. Verpakkingsdoos volgens een der conclusies 12-14, bevattende vormvaste verpakkingen (16) en omvattende panelen (lOa-lOd, 12a-12dl0a-lOd, 111b, 211a, 211c) die een bodem (10) of een deksel (12) vormen, waarbij de vormvaste verpakkingen (16) randen (17, 18) hebben die ten minste 20 tegen de bodem (10) of het deksel (12) van de doos rusten, waarbij genoemd bandmateriaal (14, 15; 114, 115; 214, 215) ten minste langs twee randen van de bodem (10) of het deksel (12) in de lengterichting van het bandmateriaal (14, 15; 114, 115; 214, 215) met het plano (1; 101; 201) mee omgevouwen is.

17. Verpakkingsdoos volgens conclusie 16, waarbij het bandmateriaal 25 (14, 15) langs ten minste alle vouwen (4a-4d) tussen de zijwanden (lla-lld) en de bodem (10) of alle vouwen (5a-5d) tussen de zijwanden (lla-lld) en het deksel (12) in de lengterichting van het bandmateriaal (14, 15) met het plano (1) mee omgevouwen is. 1027702

18. Verpakkingsdoos volgens een der conclusies 12-17, waarbij het bandmateriaal (14, 15; 114, 115; 214, 215) uitsluitend langs de vouwen (4a-4d; 104,105; 206, 209) tussen zijwanden (lla-lld; 110b, lila, 111b, 112b; 210a-210d, 212b, 212d) en de bodem (10, 211a) en/of langs de vouwen (5a- 5 5d, 207, 208) tussen zijwanden (lla-lld; 210a-210d, 212b, 212d) en het deksel (12, 211c) in de lengterichting van het bandmateriaal (14, 15; 114, 115; 214, 215) met het plano (1; 101; 201) mee omgevouwen is.

19. Werkwijze voor het vervaardigen van een plano (1; 101; 201) voor het in een gevouwen toestand vormen van een verpakkingsdoos, 10 omvattende: het langs een planocontour uit plaatmateriaal snijden van een plano-element; het aanbrengen van zich over de het plano-element uitstrekkende -vouwlijnen (4-9; 104-107; 204-209); en 15 het aanbrengen van bandmateriaal (14, 15; 114, 115; 214, 215) in een lengterichting; waarbij de vouwlijnen (4-9; 104-107; 204-209) en het bandmateriaal (14, 15; 114, 115; 214, 215) zodanig gepositioneerd en georiënteerd worden aangebracht, dat het bandmateriaal (14, 15; 114, 115; 20 214, 215) in zijn lengterichting over ten minste een in genoemde lengterichting georiënteerd exemplaar van genoemde vouwlijnen (4-9; 104-107; 204-209) verloopt.

20. Werkwijze volgens conclusie 19, waarbij een aantal van genoemde plano's (1; 101; 201) worden vervaardigd, verder omvattende: 25 het in een baanrichting (19; 119; 219) verplaatsen van het plaatmateriaal; en het uitsluitend in genoemde baanrichting (19; 119; 219) op het plaatmateriaal aanbrengen van het bandmateriaal (14, 15; 114, 115; 214, 215). i 1027702

21. Werkwijze volgens conclusie 20, waarbij het bandmateriaal (14, 15; 114, 115; 214, 215) wordt aangebracht voordat opeenvolgende plano-elementen van elkaar worden gescheiden.

22. Werkwijze voor het vervaardigen van een verpakkingsdoos, 5 omvattende een werkwijze volgens een der conclusies 19-21; het langs vouwlijnen (6-9) ten opzichte van elkaar omvouwen van zijwandpanelen (lla-lld); en het langs vouwlijnen (4, 5) georiënteerd in de lengterichting van daarover verlopend bandmateriaal (14, 15) ten opzichte van zijwandpanelen 10 (lla-lld) omvouwen van ten minste bodempanelen (lOa-lOd) of dekselpanelen (12a-12d). 1027702