NL1031949C2 - Snijraam voor toepassing in een wrongelvat. - Google Patents

Snijraam voor toepassing in een wrongelvat. Download PDF

Info

Publication number
NL1031949C2
NL1031949C2 NL1031949A NL1031949A NL1031949C2 NL 1031949 C2 NL1031949 C2 NL 1031949C2 NL 1031949 A NL1031949 A NL 1031949A NL 1031949 A NL1031949 A NL 1031949A NL 1031949 C2 NL1031949 C2 NL 1031949C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
knives
longitudinal
cutting
knife
cams
Prior art date
Application number
NL1031949A
Other languages
English (en)
Inventor
Wieger Van Der Meulen
Original Assignee
Tetra Laval Holdings & Finance
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Tetra Laval Holdings & Finance filed Critical Tetra Laval Holdings & Finance
Priority to NL1031949A priority Critical patent/NL1031949C2/nl
Priority to US11/756,943 priority patent/US7823504B2/en
Priority to EP07109381A priority patent/EP1862065B1/en
Priority to PL07109381T priority patent/PL1862065T3/pl
Priority to AU2007202535A priority patent/AU2007202535B2/en
Priority to NZ555577A priority patent/NZ555577A/en
Priority to DK07109381.9T priority patent/DK1862065T3/da
Application granted granted Critical
Publication of NL1031949C2 publication Critical patent/NL1031949C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J25/00Cheese-making
    • A01J25/06Devices for dividing curdled milk

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Knives (AREA)
  • Crushing And Pulverization Processes (AREA)
  • Food-Manufacturing Devices (AREA)

Description

P77147NL00
Titel: Snijraam voor toepassing in een wrongelvat.
De uitvinding heeft betrekking op een snijraam voor toepassing in een wrongelvat welk snijraam in hoofdzaak evenwijdige framebalken omvat, waartussen zich een uit langsmessen en dwarsmessen gevormd rasterwerk bevindt, waarvan de dwarsmessen door lassen aan de framebalken zijn 5 bevestigd en in lijn liggende openingen hebben, waarin de langsmessen zijn opgenomen en waarbij middelen zijn voorzien om verschuiving van de langsmessen in de lengterichting in hoofdzaak te voorkomen.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een wrongelvat, ook wel aangeduid als bijvoorbeeld kaasvat, wrongeltank, wrongelhouder, kaastank 10 etc., voorzien van één of meer van dergelijke snijramen. Een dergelijk wrongelvat kan bijvoorbeeld van een type zijn als beschreven in het Amerikaans octrooischrift 4 108 058 of bijvoorbeeld van een type als door Tetra Pak Tebel onder de benaming OST5 op de markt gebracht. Deze bekende wrongelvaten hebben een enkele, van een aantal versprongen 15 bevestigde snijramen voorziene roteerbare as. De snijramen volgens de onderhavige uitvinding zijn echter ook toepasbaar in anders opgebouwde wrongelvaten, bijvoorbeeld wrongelvaten met twee van snijramen voorziene assen zoals bijvoorbeeld beschreven in het Amerikaans octrooischrift 4 989 504. De wrongelvaten kunnen voorts van staand of liggend type zijn waarbij 20 de van snijramen voorziene as of assen zich in hoofdzaak verticaal respectievelijk horizontaal uitstrekt of uitstrekken.
Een snijraam van de bovenbeschreven soort en een van dergelijke snijramen voorzien wrongelvat voor het snijden en roeren van wrongel zijn bekend uit het Europees octrooi 1084609.
25 Alle bekende inrichtingen zijn ingericht om wrongel die zich in het wrongelvat heeft gevormd doordat het vat met melk is gevuld, waaraan zuursel en stremsel is toegevoegd, te roeren en te snijden. Daartoe worden [0319*9 2 afhankelijk van het type vat één of meer van snijramen voorziene centrale assen voor rotatie aangedreven zodat de snijramen door de gevormde wrongel bewegen. De snijramen zijn gebruikelijk zodanig uitgevoerd, dat de messen en de framebalken langs de ene rand een snijrand vormen en langs 5 de andere rand stomp en afgerond zijn. Derhalve treedt bij rotatie van de centrale as(sen) in de ene richting in hoofdzaak een snijwerking op, terwijl bij rotatie in de andere richting in hoofdzaak een roerwerking optreedt.
Een probleem dat zich bij oudere bekende inrichtingen voordoet, maar dat door de in het Europees octrooi 1084609 beschreven constructie is 10 opgelost, is dat de snijramen in de oudere inrichtingen veel lassen omvatten, die alle zeer goed gepolijst dienen te worden om het ophopen van verontreinigingen en bacteriegroei te voorkomen. De langsmessen kunnen bijvoorbeeld met tussenafstanden in de orde van 4 a 5 cm zijn aangebracht en de dwarsmessen met tussenafstanden van bijvoorbeeld 14,5 a 17,5 cm.
15 Een snijraam kan bijvoorbeeld een totale breedte hebben in de orde van 50 cm en een lengte van bijvoorbeeld 150 cm. Dit betekent dat een enkel snijraam bijvoorbeeld ± 100 rechthoekige rasteropeningen kan omvatten, die elk vier hoeken hebben, waar een langsmes of een framebalk is vastgelast aan een dwarsmes. Elk van die lassen dient niet alleen 20 aangebracht te worden maar dient ook nauwkeurig gepolijst te worden om aan de door overheidsvoorschriften gestelde eisen met betrekking tot reinigbaarheid te kunnen voldoen. Voor de lasbewerking is echter weinig ruimte beschikbaar binnen de door de langs- en de dwarselementen van een snijraam gevormde rasteropeningen. Het laswerk en het polijstwerk zijn 25 hierdoor zeer tijdrovend en duur.
Volgens de in het Europees octrooi 1084609 beschreven oplossing van het geschetste probleem, liggen de langsmessen met ruime speling in openingen van de dwarsmessen, waarbij verschuiving van de langsmessen in de lengterichting door speciale middelen wordt voorkomen. Deze speciale 30 middelen kunnen bijvoorbeeld een door openingen in de dwarsmessen en de 3 framebalken aangebrachte borgpen omvatten of bijvoorbeeld een gering aantal lassen, bij voorkeur een enkele las ter bevestiging van een langsmes aan een gering aantal dwarsmessen, bij voorkeur één, dwarsmes. Hierdoor wordt het benodigde las- en polijstwerk aanzienlijk gereduceerd en 5 vereenvoudigd, terwijl toch een doeltreffende snij- en roerwerking en een goede reinigbaarheid gewaarborgd blijven.
In de praktijk is gebleken, dat de snijrand van de langsmessen ter plaatse van de openingen van de dwarsmessen, alsmede in een klein gebied vóór en achter de dwarsmessen na verloop van tijd slijtage kunnen 10 vertonen. Dit is een gevolg van het feit dat tijdens een roerbeweging van het snijraam de snijrand van de langsmessen, die immers met ruime speling in de openingen in de dwarsmessen liggen, tegen de rand van de openingen geduwd worden, waarbij bovendien nog enige torsie in de langsmessen kan optreden, hetgeen vermoedelijk de genoemde slijtage verergert.
15 De uitvinding beoogt het geschetste probleem te ondervangen.
Hiertoe wordt volgens de uitvinding een snijraam van de in de aanhef beschreven soort daardoor gekenmerkt, dat althans een aantal openingen van althans een aantal dwarsmessen is voorzien van steunorganen die de langsmessen zowel in de zijdelingse richting als in de breedtedimensie in 20 hoofdzaak opsluiten, waarbij de steunorganen de scherpe snijrand vrijlaten.
In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening.
Fig. 1 toont schematisch in langsdoorsnede een voorbeeld van een bekend wrongelvat waarin wrongel geroerd en gesneden kan worden; 25 Fig. 2 toont schematisch de inrichting van Fig. 1 in opengewerkt aanzicht volgens de pijl II in Fig. 1;
Fig. 3 toont schematisch in bovenaanzicht een voorbeeld van een snijraam volgens Europees octrooi 1084609; 4
Fign. 4 en 5 tonen schematisch in doorsnede langs de lijn IV-IV in Fig. 3 voorbeelden van in een dwarsmes aangebrachte opneemopeningen in een snijraam volgens Europees octrooi 1084609;
Fig. 6 toont schematisch ter illustratie een dwarsmes met een paar 5 openingen voor een langsmes volgens Europees octrooi 1084609 en een aantal voorbeelden van paren openingen volgens de uitvinding; en de
Fign. 7 t/m 11 tonen nog op iets grotere schaal voorbeelden van opneemopeningen voor langsmessen volgens de uitvinding.
In de figuren 1 en 2 is een bekend cilindrisch liggend opgesteld 10 wrongelvat 1 weergegeven dat ondersteund is door een aantal poten 2. De kopwanden 3, 4 van het wrongelvat 1 zijn in dit voorbeeld conisch uitgevoerd en door één van deze kopwanden strekt zich centraal een as 5 in het wrongelvat uit. Deze as, die in dit voorbeeld gelagerd is in de tegenoverliggende kopwand, draagt een in het algemeen met 6 aangegeven 15 stel snijramen 19 voor het snijden en roeren van wrongel in het wrongelvat. Met verwijzingscijfer 7 is een afdichtelement tussen de as 5 en de wand 3, waardoorheen de as 3 zich in het wrongelvat uitstrekt, aangeduid.
Buiten het wrongelvat is de as 5 in dit voorbeeld door middel van een koppeling 8 verbonden met een tweede as 9 van een aandrijfmotor 10. 20 De motor 10 is ingericht om de snijramen rondom de hartlijn van het wrongelvat 1 afwisselend in de ene en de andere richting te draaien.
Het wrongelvat 1 heeft in dit voorbeeld in zijn bovendeel een mangat 13 dat afgedekt is door een mangatdeksel 13a. Voorts bevindt zich in dit voorbeeld nog een andere opening in het bovendeel van het 25 wrongelvat 1 welke opening met 14 is aangeduid, en bestemd is voor de onderdompeling van een weizeef 15 in het wrongelvat 1. De weizeef 15 wordt in dit voorbeeld gesteund door een gebogen pijp 16 die bij 17 draaibaar met het wrongelvat 1 is verbonden. Het wrongelvat 1 heeft een niet getoonde inlaat en bij het laagste deel een uitlaat 18. Een driehoek P 30 geeft een gebruikelijk niveau van de wrongel in het wrongelvat aan.
5
Opgemerkt wordt dat de uitvinding ook van toepassing is op anders uitgevoerde wrongelvaten, zoals bijvoorbeeld wrongelvaten met meer dan één in- en/of uitlaat of wrongelvaten met meer dan één van snijramen voorziene as, of wrongelvaten met één of meer verticale assen etc. De as 5 5 draagt een aantal snijramen 19 die naast elkaar langs de as 5 zijn gelegen, zoals uit figuur 1 blijkt. In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn zes snijramen toegepast. Het aantal snijramen is afhankelijk van de grootte van het vat. De snijramen zijn in dit voorbeeld zodanig met de as verbonden dat ze hoeken met elkaar vormen, zoals in figuur 2 te zien is. In de weergegeven 10 uitvoeringsvorm zijn de snijramen zo langs de as 5 geplaatst dat ze zich volgens een schroeflijnvormige configuratie vanaf de as buitenwaarts uitstrekken.
Elk van de snijramen kan ook nog onder een hoek op de as 5 zijn aangebracht, zoals in figuur 1 is geïllustreerd door een stippellijn 20, die de 15 sectie aangeeft die het meest naar links is gelegen en door de as 5 verborgen is.
Figuur 3 toont schematisch in bovenaanzicht een voorbeeld van een snijraam zoals bekend uit het Europees octrooi 1084609, dat hier middels referentie geacht wordt geïncorporeerd te zijn, en figuur 4 toont schematisch 20 een gedeeltelijke dwarsdoorsnede langs de lijn IV-IV van het snijraam van figuur 3. Het getoonde snijraam kan op gebruikelijke wijze zijn bevestigd aan een centrale roteerbare as 5, waarvan in figuur 3 schematisch de hartlijn 27 is aangegeven. Het getoonde snijraam omvat twee in hoofdzaak evenwijdige framebalken 30, 31, waartussen zich in dwarsrichting 25 dwarsmessen 32 uitstrekken. De framebalken hebben een scherpe snijrand 33, die zich in figuur 4 aan de bovenzijde bevindt en een stompe, in dit voorbeeld afgeronde onderrand 34. Ook de dwarsmessen 32 hebben overeenkomstige snijranden 35 en stompe randen 36. Evenzo hebben de langsmessen een scherpe snijrand 40 en een stompe rand 41, zie Fig. 4 en 30 Fig. 5. De langsmessen hebben voorts een lengtedimensie, waarin de 6 snijrand ligt, een breedtedimensie en een dikte. De dwarsmessen 32 en/of de langsmessen 38 kunnen desgewenst ook aan beide zijden een snijrand hebben. De dwarsmessen zijn op gebruikelijke wijze aan de uiteinden door lassen 37 (Fig. 4 en Fig. 5) met de framebalken verbonden. De dwarsmessen 5 zijn voorts elk van een reeks openingen voorzien, die over de lengte van de dwarsmessen gelijkmatig verdeeld zijn aangebracht. Elke opening van een dwarsmes ligt in lijn met overeenkomstige openingen van de andere dwarsmessen en de openingen zijn zodanig uitgevoerd, dat daarin een langsmes 38 kan worden geschoven, de langsmessen 38 liggen met een 10 relatief grote speling los in de openingen. Hierdoor wordt opeenhoping van wrongelmateriaal bij de kruispunten van dwars- en langsmessen voorkomen en wordt een goede reinigbaarheid verkregen. De langsmessen kunnen op eenvoudige wijze door inschuiven in de openingen van de dwarsmessen gemonteerd worden. De langsmessen kunnen vervolgens gezamenlijk 15 bijvoorbeeld op de uit het Europees octrooi 1084609 bekende wijze bevestigd worden met één of meer dwarspennen, of individueel met een gering aantal lassen, bij voorkeur één las, worden gefixeerd, zoals eveneens in Europees octrooi 1084609 is beschreven. In het getoonde voorbeeld zijn U-vormige langsmessen toegepast die telkens bestaan uit twee rechte langsmessen 38, 20 die met elkaar verbonden zijn door een gebogen deel 42. Een der benen van een dergelijk U-vormig mes is in de uitvoeringsvorm van Fig. 3 vastgelast aan het dwarsmes dat het dichtst bij de hartlijn 27 van de centrale as ligt. De lassen zijn bij 44 in Fig. 3 aangegeven.
De openingen in de dwarsmessen hebben volgens Europees octrooi 25 1084609 diverse vormen bijvoorbeeld een cirkelvormige, ovale, rechthoekige of ruitvormige vorm. In het algemeen is de vorm van de openingen zodanig, dat de zijdelingse bewegingsvrijheid van de langsmessen nabij de snijrand en de stompe rand wordt beperkt. De randen van een opening of althans het onderste gedeelte daarvan kunnen zijn voorzien van snijkanten. Desgewenst 30 kunnen ook de bovenranden, dan wel alle randen van de openingen scherp 7 zijn uitgevoerd om een zo gering mogelijk contactoppervlak met de langsmessen en een zo klein mogelijke kans op aankoeken van vuil te verkrijgen.
Voorbeelden van in een dwarsmes aangebrachte op nee mope nin gen 5 voor een langsmes zijn schematisch getoond in figuren 4 en 5, die elk een tweetal naast elkaar gelegen openingen 60 respectievelijk 61 tonen waarin een U-vormig gebogen langsmes 38 is opgenomen.
Zoals reeds opgemerkt is in de praktijk gebleken, dat na verloop van tijd de snijrand 40 van de langsmessen van een snijraam als beschreven 10 in het Europees octrooi 1084609 slijtage vertoont in het gebied 43 ter hoogte van en nabij de openingen in de dwarsmessen, zoals aangegeven in Fig. 4 en Fig. 5.
Dit probleem kan volgens de uitvinding worden opgelost zonder de constructie van het snijraam ten aanzien van punten als reinigbaarheid, 15 doorspoelbaarheid, eenvoud, snelle montage en afwerking nadelig te beïnvloeden.
Fig. 6 toont schematisch een dwarsmes 32 voor een snijraam, waarin bij wijze van voorbeeld een aantal paren van varianten van doorvoeropeningen volgens de uitvinding alsmede één paar bekende 20 doorvoeropeningen voor U-vormige langsmessen 38 zijn getekend. De langsmessen zijn in Fig. 6 telkens met onderbroken lijnen aangegeven. De paren doorvoeropeningen zijn van links naar rechts aangegeven met 62, 63, 64, 65 en 66. De openingen 62 komen overeen met de ruitvormige openingen 60 van het in Fig. 4 getoonde bekende dwarsmes en zijn uitsluitend ter 25 vergelijking getoond.
De andere openingen 63 t/m 66 wijken van deze bekende openingen af, doordat deze steunorganen vormen, die een door een opening reikend langsmes ter hoogte van het wigvormige gedeelte, dat de scherpe snijrand 40 vormt, steunt. De steunorganen laten daarbij de snijrand zelf echter vrij, 30 zoals in Fig. 6 en ook in de Fign. 7 t/m 11 te zien is.
8
De steunorganen hebben in het algemeen de vorm van, bij voorkeur afgeronde, nokken in de vorm van bijvoorbeeld vingers, oren of dergelijke, die deel uitmaken van de randen van de openingen in de dwarsmessen. Door de afgeronde vorm wordt een klein contactoppervlak met de langsmessen 5 verkregen. De openingen 64 en 65 zouden als vaasvormige openingen omschreven kunnen worden, waarbij de vaasvorm een smalle halszone heeft, die twee afgeronde nokken 70, 71 vormt.
De scherpe snijrand van de messen is gevormd door de messen aan één zijde schuin te slijpen, zodat een schuin snijvlak 50 ontstaat, die 10 uitloopt in de eigenlijke snijrand 40.
De nokken 70,71 liggen ter hoogte van de wigvormige rand 50 van de langsmessen tegen de langsmessen, zoals in de Fign. 7 en 8 op iets grotere schaal is getekend. De scherpe snijrand 40 zelf reikt echter juist voorbij de nokken en ligt vrij. De langsmessen 38 worden derhalve door de 15 nokken 70, 71 zowel in de horizontal als in de verticale richting gefixeerd (horizontaal en verticaal is hier gerelateerd aan de situatie in de Figuren 6, 7 en 8; in de praktijk kan een snijraam vele posities innemen met een bijbehorende oriëntatie van de messen).
De openingen 64 hebben een bovenste gedeelte 64a, dat boven het 20 nokkenpaar 70, 71 ligt en een onderste gedeelte 64b, dat onder de nokken ligt. De scherpe snijrand van een langsmes 38 reikt juist voorbij de nokken tot in het bovenste gedeelte 64a van de opening 64. De rest van het langsmes bevindt zich, in doorsnede gezien, in het onderste gedeelte 64b van de opening 64. Daarbij ligt de stompe onderrand 41 van een langsmes 38 op 25 het onderste randgedeelte van het onderste deel 64b van de opening. In het geval van de openingen 64 is het onderste randgedeelte zodanig gevormd, dat dit in het vlak van tekening, dat wil zeggen in een vlak dat zich dwars op de lengterichting van de langsmessen uitstrekt, een ongeveer komvormig of V-vormig gedeelte 64c vormt, waarin de stompe onderrand 41 van het 30 langsmes is opgenomen. De stompe onderrand kan daardoor niet of 9 nauwelijks zijdelings bewegen. De op het schuine snijvlak 50 van het langsmes aangrijpende nokken beperken zowel de zijdelingse bewegingsmogelijkheid van de bovenrand van het langsmes als de verticale bewegingsmogelijkheid van het langsmes. Het kom vormige of V-vormige 5 gedeelte 64c van de onderrand van de opening 64 voorkomt derhalve samen met de nokken in hoofdzaak tordering van een langsmes.
De in Fig. 8 getoonde openingen 65 zijn iets smaller en aan de onderzijde spitser dan de openingen 64 doch hebben voor het overige soortgelijke nokken 70, 71 en hebben een soortgelijk fixatie-effect als de 10 openingen 64.
De in Figuren 10 en 11 getoonde openingen 63 en 66 verschillen van de openingen 64 en 65, doordat de openingen 63 en 66 naast de nokken 70, 71 nabij de scherpe rand 40 van een langsmes 38 ook nabij de stompe onderrand 41 van een zich in een opening bevindend langsmes nokken 72, 15 73 hebben, die het onderste deel van het langsmes zijdelings steunen. De zijwaartse bewegingsmogelijkheid kan op deze wijze met behoud van de goede doorspoelbaarheid van de constructie in nog sterkere mate worden beperkt.
De openingen 63 en 66 hebben derhalve een bovenste gedeelte 63a 20 respectievelijk 66a dat boven de nokken 70, 71 ligt, een middelste gedeelte 63b respectieve lijk 66b, waarin het lijf van een langsmes ligt, en een onder nokken 72, 73 gelegen onderste gedeelte 63c respectievelijk 66c, waarin de onderrand 36 van een langsmes ligt in het voorbeeld van de openingen 63 op een in hoofdzaak rechte onderrand van het onderste gedeelte 63c.
25 In het voorbeeld van de openingen 66 van Fig. 11 ligt de stompe onderrand 41 van een langsmes op een plaatselijk omhoog reikende sectie 66d van de onderrand van het onderste gedeelte 66c, zodat een nog meer open constructie met een zeer goede doorspoelbaarheid ontstaat. Het onderste gedeelte 66c van de opening 66 bestaat in dit voorbeeld uit twee 10 lobben 66c en 66c2 die zich aan weerszijden van de plaatselijk omhoog reikende sectie 66d bevinden.
Een andere variant is getoond bij de openingen 63 in Fig. 10, waarvan het bovenste gedeelte 63a is voortgezet tot aan de rand 35 van het 5 dwarsmes 32. Ook dit bevordert de openheid van de constructie. Een bovenste gedeelte van de doorvoeropening voor een langsmes, dat open is naar de bovenrand 35 van het dwarsmes kan desgewenst ook bij andere varianten van de doorvoeropeningen toegepast worden. Evenzo kan een omhoog reikende sectie tussen twee lobben, zoals getoond in Fig. 11 ook bij 10 andere uitvoeringsvoorbeelden met nokken 72, 73 die het onderste deel van een langsmes steunen worden toegepast.
Opgemerkt wordt dat vele varianten van de opneemopeningen voor de langsmessen in de dwarsmessen mogelijk zijn. Volledigheidshalve is in Fig. 9 nog een variant van het voorbeeld van Fig. 8 getoond, waarbij een 15 vaasvormige opening 68 met een bovenste deel 86a en een onderste deel 68b en nokken 70, 71 zijn toegepast, en waarbij het onderste deel 68b iets hoekiger is uitgevoerd dan in Fig. 8.
Voorts wordt op gemerkt, dat de snijrand van de langsmessen in de getoonde voorbeelden is gevormd door de messen vanaf één zijde schuin te 20 slijpen. Derhalve ligt één nok (70) tegen een schuine snijvlak, terwijl de andere nok (71) tegen een vlak gedeelte van het langsmes ligt. De nokken dienen derhalve asymmetrisch te zijn. Het is echter desgewenst ook mogelijk de messen aan beide zijden schuin af te slijpen waardoor een symmetrische snijrand ontstaat, waarbij beide nokken tegen een schuine 25 rand liggen en wel symmetrisch kunnen zijn. Dit vergt echter een extra slijpbewerking.
De openingen in de dwarsmessen kunnen bijvoorbeeld met behulp van een laser nauwkeurig uitgesneden worden. Desgewenst kunnen de afgeronde steunorganen ter plaatse van het contactoppervlak met de 30 langsmessen scherp geslepen zijn om het contactoppervlak verder te 11 verkleinen. Ditzelfde kan ook gedaan worden op de plaats waar een langsmes op een openingsrand ligt.
Verder wordt opgemerkt, dat de uitvinding toepasbaar is bij alle varianten van de in het Europees octrooi 1084609, dat hier middels 5 verwijzing geacht wordt geïncorporeerd te zijn beschreven snijramen, dwarsmessen en langsmessen, alsmede bevestigingsmethoden daarvoor. Zo kunnen behalve de reeds beschreven U-vormige langsmessen ook enkelvoudige rechte messen worden toegepast, of U-vormige messen, die vanaf verschillende uiteinden van een snijraam in de openingen in de 10 dwarsmessen worden geschoven. Ook kunnen dwarsmessen toegepast worden, die bestaan uit twee met tussenafstand boven elkaar gelegen messen, waarbij het bovenste mes een bovenste deel van een opneemopening voor een langsmes bevat en het onderste mes een onderste deel van de opneemopening bevat. Ook dergelijke gedeelde dwarsmessen 15 worden begrepen onder de term dwarsmessen als gebruikt in deze beschrijving en de conclusies.
Voorts is het mogelijk dat niet alle dwarsmessen opneemopeningen met steunorganen hebben. Ook kan een dwarsmes bijvoorbeeld voor het ene langsmes een opening met steunorganen hebben en voor een naastgelegen 20 langsmes een opening zonder steunorganen.
Ook is het mogelijk om steunorganen in andere configuraties toe te passen waarbij sommige nokken niet recht tegenover elkaar liggen.
Al deze en soortgelijke varianten en modificaties liggen voor de deskundige voor de hand en worden geacht binnen het kader van de 25 uitvinding te vallen.
1031949

Claims (14)

1. Snijraam voor toepassing in een wrongelvat, welk snijraam in hoofdzaak evenwijdige framebalken omvat, waartussen zich een uit langsmessen en dwarsmessen gevormd rasterwerk bevindt, waarvan de dwarsmessen door lassen aan de framebalken zijn bevestigd en in lijn 5 liggende openingen hebben, waarin de langsmessen zijn opgenomen, waarbij de langsmessen strookvormige messen zijn met een lengtedimensie en een breedtedimensie en met een zich in de lengtedimensie uitstrekkende scherpe snijrand, die door ten minste één schuin geslepen snijvlak wordt gevormd, waarbij de breedte van de langsmessen kleiner is dan de 10 corresponderende afmeting van de openingen van de dwarsmessen, en waarbij middelen zijn voorzien om verschuiving van de langsmessen in de lengtedimensie in hoofdzaak te voorkomen, met het kenmerk dat althans een aantal openingen van althans een aantal dwarsmessen is voorzien van steunorganen die de langsmessen zowel in zijdelingse richting als in de 15 breedtedimensie van de langsmessen in hoofdzaak opsluiten, waarbij de steunorganen de scherpe snijrand vrijlaten.
2. Snijraam volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de steunorganen een aantal zich vanaf de randen van het genoemde aantal openingen van het genoemde aantal dwarsmessen uitstrekkende, in het 20 vlak van de dwarsmessen liggende nokken omvatten, waarbij ten minste twee nokken nabij de snijrand aan weerszijden tegen een langsmes liggen, waarbij ten minste één der nokken tegen het tenminste ene schuin geslepen snijvlak ligt.
3. Snijraam volgens conclusie 2 met het kenmerk dat de nokken 25 althans ter hoogte van het contact met de langsmessen afgerond zijn.
4. Snijraam volgens conclusie 2 of 3 met het kenmerk dat de nokken althans ter plaatse van het contact met de langsmessen aangescherpt zijn. 1031949
5. Snijraam volgens één der conclusies 2 t/m 4 met het kenmerk dat de nokken tenminste één paar van aan weerszijden tegen een langsmes liggende nokken omvat.
6. Snijraam volgens conclusie 5 met het kenmerk dat de nokken 5 van althans één paar in hoofdzaak recht tegenover elkaar liggen.
7. Snijraam volgens een der conclusies 2 t/m 6 met het kenmerk dat de nokken tenminste twee nokken omvatten, die op afstand van de snijrand aan weerszijden tegen een langsmes liggen.
8. Snijraam volgens conclusie 7 met het kenmerk dat de op afstand 10 van de snijrand tegen een langsmes liggende nokken tenminste twee nabij de tegenover de snijrand gelegen mesrand aan weerszijden tegen een langsmes liggende nokken omvatten.
9. Snijraam volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het genoemde aantal openingen althans een aantal openingen 15 omvat met een bovenste gedeelte dat zich uitstrekt vanaf nabij de snijrand van de langsmessen gelegen steunorganen tot aan een nabij gelegen snijrand van het dwarsmes.
10. Snijraam volgens één der conclusies 7 t/m 9 met het kenmerk dat het langsmes met de tegenover de snijrand gelegen mesrand op een zich in 20 hoofdzaak dwars op die mesrand uitstrekkende sectie van de rand van de opening in het dwarsmes steunt.
11. Snijraam volgens één der conclusies 7 t/m 9 met het kenmerk dat het langsmes met de tegenover de snijrand gelegen mesrand op een tussen twee lobben van de opening in het dwarsmes omhoog reikende sectie van de 25 rand van de opening ligt.
12. Snijraam volgens één der conclusies 1 t/m 11 met het kenmerk dat de steunorganen een integraal deel van de dwarsmessen vormen, doordat de steunorganen tegelijk met de openingen uit de dwarsmessen zijn gesneden.
13. Dwarsmes voor een snijraam volgens één der conclusies 1 t/m 12 voorzien van tenminste één met steunorganen voor een langsmes uitgevoerde opening.
14. Wrongelvat voorzien van tenminste één snijraam volgens één der 5 voorgaande conclusies 1 t/m 12. 1031949
NL1031949A 2006-06-02 2006-06-02 Snijraam voor toepassing in een wrongelvat. NL1031949C2 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1031949A NL1031949C2 (nl) 2006-06-02 2006-06-02 Snijraam voor toepassing in een wrongelvat.
US11/756,943 US7823504B2 (en) 2006-06-02 2007-06-01 Cutting frame for use in a curd vat
EP07109381A EP1862065B1 (en) 2006-06-02 2007-06-01 Cutting frame for use in a curd vat
PL07109381T PL1862065T3 (pl) 2006-06-02 2007-06-01 Rama tnąca do zastosowania w kadzi na skrzep mleka
AU2007202535A AU2007202535B2 (en) 2006-06-02 2007-06-01 Cutting frame for use in a curd vat
NZ555577A NZ555577A (en) 2006-06-02 2007-06-01 Cutting frame for use in a curd vat comprising substantially parallel frame girders comprising a lattice of longitudinal and transverse mounted knives
DK07109381.9T DK1862065T3 (da) 2006-06-02 2007-06-01 Skæreramme til anvendelse i et ostemassekar

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1031949 2006-06-02
NL1031949A NL1031949C2 (nl) 2006-06-02 2006-06-02 Snijraam voor toepassing in een wrongelvat.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1031949C2 true NL1031949C2 (nl) 2007-12-04

Family

ID=37698229

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1031949A NL1031949C2 (nl) 2006-06-02 2006-06-02 Snijraam voor toepassing in een wrongelvat.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US7823504B2 (nl)
EP (1) EP1862065B1 (nl)
AU (1) AU2007202535B2 (nl)
DK (1) DK1862065T3 (nl)
NL (1) NL1031949C2 (nl)
NZ (1) NZ555577A (nl)
PL (1) PL1862065T3 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DK177919B1 (en) * 2009-04-15 2015-01-05 Tetra Laval Holdings & Finance A cutting device having exchangeable knives
US9114437B2 (en) 2010-04-19 2015-08-25 Cheese & Whey Systems, Inc. Manway for food processing equipment
US9073019B2 (en) 2010-04-19 2015-07-07 Cheese & Whey Systems, Inc. Blade arrangement for a food processing vat

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4108058A (en) 1975-04-18 1978-08-22 Alfa-Laval Ab Cheese-making apparatus
CH666384A5 (en) * 1985-05-17 1988-07-29 Hoegger Alpina Ag Revolving cutter rotated in vessel contg. curds in cheese prodn. - has rectangular frame contg. at least one set of sharp-edged, pref. steel, strips as cutting blades
US4989504A (en) 1988-11-09 1991-02-05 Sherping Systems, Inc. Food processing vat
EP1084609A1 (en) 1999-09-17 2001-03-21 Tetra Laval Holdings & Finance S.A. Apparatus for cutting and stirring curd

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1015016C2 (nl) * 2000-04-25 2001-10-26 Tetra Laval Holdings & Finance Inrichting voor het snijden en roeren van wrongel.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4108058A (en) 1975-04-18 1978-08-22 Alfa-Laval Ab Cheese-making apparatus
CH666384A5 (en) * 1985-05-17 1988-07-29 Hoegger Alpina Ag Revolving cutter rotated in vessel contg. curds in cheese prodn. - has rectangular frame contg. at least one set of sharp-edged, pref. steel, strips as cutting blades
US4989504A (en) 1988-11-09 1991-02-05 Sherping Systems, Inc. Food processing vat
EP1084609A1 (en) 1999-09-17 2001-03-21 Tetra Laval Holdings & Finance S.A. Apparatus for cutting and stirring curd

Also Published As

Publication number Publication date
AU2007202535A1 (en) 2007-12-20
PL1862065T3 (pl) 2012-10-31
AU2007202535B2 (en) 2009-11-26
US20070277680A1 (en) 2007-12-06
EP1862065B1 (en) 2012-05-30
EP1862065A1 (en) 2007-12-05
DK1862065T3 (da) 2012-08-20
US7823504B2 (en) 2010-11-02
NZ555577A (en) 2007-11-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1031949C2 (nl) Snijraam voor toepassing in een wrongelvat.
EP2408599B1 (en) Blade assembly and method for making cut food products
KR101247096B1 (ko) 제면용 절출장치
EP0266259B1 (fr) Machine pour la récolte des fruits, baies et similaires portés par des arbres et arbustes fruitiers plantés en ligne
NL1013083C2 (nl) Inrichting voor het snijden en roeren van wrongel.
NL1036097C (nl) Snoeimachine.
NL1015016C2 (nl) Inrichting voor het snijden en roeren van wrongel.
EP3733564A1 (en) Modular conveyor belt having fluid guiding structures
NL8204771A (nl) Mes.
FR2824770A1 (fr) Appareil pour affiler les lames d'outils tranchants
NL1038072C2 (nl) Inrichting voor het snijden en/of roeren van wrongel.
BE1011915A3 (nl) Mes voor het tot staafjes of andere vormen snijden van knolgewassen, hoofdzakelijk aardappelen.
FR2666534A1 (fr) Dispositif pour decouper en tranches un bloc de viande.
NL1027246C2 (nl) Inrichting voor het bewerken van een bodemlaag.
JP5406536B2 (ja) コンバイン
NL8900578A (nl) Messenhouder voor maaimessen van oogstmachines.
JP4866167B2 (ja) もやしの両端部除去装置
EP0071537A1 (fr) Machine à refendre un produit plat continu, tel qu'un treillis métallique soudé
NL194009C (nl) Schudbak voor het schonen van stortgoedmateriaal.
NL8101568A (nl) Maaiinrichting.
FR2885314A1 (fr) Dispositif destine a decouper des portions de produits alimentaires
BE904183A (nl) Inrichting voor het rooien van groenten en knolgewassen en het verwijderen van de hieraan klevende grond.
BE363000A (nl)
FR2573280A2 (fr) Perfectionnement au dispositif de decoupage de produits ensiles monte sur une desileuse distributrice
NL8901554A (nl) Inrichting voor het transporteren van een kuilvoerblok.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190701