NL1013083C2 - Inrichting voor het snijden en roeren van wrongel. - Google Patents

Description

\ £

Titel: Inrichting voor het snijden en roeren van wrongel

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het snijden en roeren van wrongel. Dergelijke inrichtingen zijn uit de praktijk bekend en omvatten een tank, waarin zich een roteerbare as bevindt, die zich 5 radiaal vanaf de as uitstrekkende snij ramen draagt, die verspringend aan de as zijn bevestigd. De snij ramen omvatten elk twee op afstand van elkaar gelegen evenwijdige framebalken, die met één uiteinde aan de roteerbare as zijn bevestigd en waarvan het andere uiteinde zich tot nabij de 10 wand van de tank uitstrekt. De tank kan liggend of verticaal zijn opgesteld, waarbij de roteerbare as eveneens liggend of verticaal is.

Tussen de framebalken is een raster van langs- en dwarsmessen aangebracht. De dwarsmessen strekken zich dwars 15 op de framebalken uit en zijn daaraan vastgelast. De langsmessen strekken zich evenwijdig aan de framebalken uit en zijn door lassen aan de dwarsmessen bevestigd.

Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld het door Tetra Pak Tebel onder de benaming 0ST4 op de markt 20 gebrachte wrongelvat. Een dergelijke inrichting is ook bijvoorbeeld beschreven in het Amerikaans octrooischrift 4 108 058. Een variant met twee liggende assen in een liggende ovale tank is beschreven in het Amerikaans octrooischrift 4 989 504.

25 Alle bekende inrichtingen zijn ingericht om wrongel, die zich in de tank heeft gevormd doordat de tank met melk is gevuld, waaraan zuursel en stremsel is toegevoegd, te roeren en te snijden. Daartoe wordt de centrale as voor rotatie aangedreven zodat de snij ramen door de gevormde 30 wrongel bewegen. De snijramen zijn gebruikelijk zodanig uitgevoerd, dat de messen en de framebalken langs de ene rand een snij rand vormen en langs de andere rand stomp en afgerond zijn. Derhalve treedt bij rotatie van de centrale as(sen) in de ene richting in hoofdzaak een snijwerking op, 1013083 i.

* 2 terwijl bij rotatie in de andere richting in hoofdzaak een roerwerking optreedt.

Een probleem dat zich bij de bekende inrichtingen voordoet, is dat deze veel lassen omvatten, die alle zeer 5 goed gepolijst dienen te worden om het ophopen van verontreinigingen en bacteriegroei te voorkomen. De langsmessen kunnen bijvoorbeeld met tussenafstanden in de orde van 4 a 5 cm zijn aangebracht en de dwarsmessen met tussenafstanden van bijvoorbeeld 14,5 a 17,5 cm. Een 10 snij raam kan bijvoorbeeld een totale breedte hebben in de orde van 50 cm en een lengte van bijvoorbeeld 150 cm. Dit betekent dat een enkel snij raam bijvoorbeeld ±10 0 rechthoekige rasteropeningen kan omvatten, die elk vier hoeken hebben, waar een langsmes of een framebalk is 15 vastgelast aan een dwarsmes. Elk van die lassen dient niet alleen aangebracht te worden maar dient ook nauwkeurig gepolijst te worden om aan de door overheidsvoorschriften gestelde eisen met betrekking tot reinigbaarheid te kunnen voldoen. Voor de lasbewerking en in het bijzonder ook voor 20 de polijstbewerking is echter weinig ruimte beschikbaar binnen de door de langs- en dwarselementen van een snijraam gevormde rasteropeningen. Het laswerk en het polijstwerk is hierdoor zeer tijdrovend en duur.

In het verleden is wel voorgesteld om de snij ramen 25 demontabel uit te voeren om een betere reinigbaarheid te verkrijgen. Een groot bezwaar van een dergelijke oplossing is, dat steeds als een wrongelvat gereinigd dient te worden tijdrovende en lastige demontagewerkzaamheden nodig zijn.

Derhalve bestaat behoefte aan een inrichting van de 30 bovenbeschreven soort met een zodanige constructie dat het benodigde las- en polijstwerk aanzienlijk gereduceerd en vereenvoudigd wordt, terwijl toch een doeltreffende snij-en roerwerking en een uitstekende reinigbaarheid gewaarborgd blijven.

35 Volgens de uitvinding wordt hiertoe een inrichting voor het snijden en roeren van wrongel, omvattend een 1013083 * * 3 wrongelvat met een voor rotatie aandrijfbare as, welke as een aantal zich radiaal vanaf de as uitstrekkende, versprongen op de as aangebrachte snij ramen draagt, waarbij elk snij raam framebalken heeft, die zich radiaal vanaf de 5 aandrijfbare as uitstrekken en waartussen zich een uit langsmessen en dwarsmessen gevormd rasterwerk bevindt, waarvan de dwarsmessen door lassen aan de framebalken zijn bevestigd, daardoor gekenmerkt dat de dwarsmessen in lijn liggende openingen vormen, waarin de langsmessen met ruime 10 speling zijn opgenomen, waarbij middelen zijn voorzien om verschuiving van de langsmessen in de lengterichting in hoofdzaak te voorkomen.

In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening.

15 Figuur 1 toont schematisch in langsdoorsnede een voorbeeld van een bekende inrichting voor het snijden en roeren van wrongel; figuur 2 toont schematisch de inrichting van figuur 1 in dwarsdoorsnede langs de lijn II-II in figuur 1; 20 figuur 3 toont schematisch in bovenaanzicht een voorbeeld van een bekend snij raam voor een inrichting voor het snijden en roeren van wrongel; figuur 4 toont schematisch een eindaanzicht van het snijraam van figuur 3; 25 figuur 5 toont schematisch een doorsnede langs de lijn V-V in figuur 4; figuur 6 toont schematisch een bovenaanzicht van een voorbeeld van een snij raam volgens de uitvinding; figuur 7 toont schematisch een zijaanzicht van het 30 snijraam van figuur 6; en figuur 8 toont schematisch een doorsnede langs de lijn VIII-VIII in figuur 7; figuur 9 toont een detail van het snij raam van figuur 6; 1013083 i, 4 figuren 10 en 11 tonen schematisch voorbeelden van de wijze waarop een dwarsmes van een snij raam volgens de uitvinding een langsmes kan openen; figuur 12 toont schematisch enkele voorbeelden van 5 vormen van een gebogen langsmes; figuur 13 toont schematisch een voorbeeld van een geknikt dwarsmes; figuren 14 en 15 tonen in zij-aanzicht en bovenaanzicht schematisch een voorbeeld van een 10 fixeringsmethode voor een langsmes; figuren 16 en 17 tonen schematisch in bovenaanzicht en zij-aanzicht een voorbeeld van een alternatieve bevestigingsmethode voor een langsmes; en figuur 18 toont schematisch in bovenaanzicht enkele 15 voorbeelden van vormen van het vrije uiteinde van een langsmes.

In figuur 1 en 2 is een bekend cilindrisch liggend opgesteld wrongelvat 1 weergegeven dat ondersteund is door een aantal poten 2. De kopwanden 3,4 van het wrongelvat 1 20 zijn in dit voorbeeld conisch uitgevoerd en door een van deze kopwanden strekt zich centraal een as 5 in de wrongelhouder uit. Deze as, die in dit voorbeeld gelagerd is in de tegenoverliggende kopwand, ondersteunt een gereedschap 6 voor het snijden en roeren van wrongel in de 25 wrongelhouder. Met nummer 7 is een afdichtelement tussen de as 5 en de wand 3, waardoorheen de as 3 zich in de wrongelhouder uitstrekt, aangeduid.

Buiten de wrongelhouder is de as 5 door middel van een koppeling 8 verbonden met een as 9, welke meestal 30 direct gekoppeld via overbrengingsmiddelen 10 met een aandrijfmotor 11 is verbonden. De motor 11 is ingericht om het gereedschap 6 rondom de hartlijn van het wrongelvat 1 afwisselend in de ene en de andere richting te draaien.

Het wrongelvat 1 heeft in dit voorbeeld in zijn 35 bovendeel een mangat 13 dat afgedekt is door een mangatdeksel 13a. Voorts bevindt zich in dit voorbeeld nog 1013083 * 5 s een andere opening in het bovendeel van de wrongelhouder 1, welke opening met 14 is aangeduid, en bestemd is voor de onderdompeling van een weizeef 15 in de wrongelhouder 1. De weizeef 15 wordt in dit voorbeeld gesteund door een gebogen 5 pijp 16 die bij 17 draaibaar met de wrongelhouder 1 is verbonden. Het wrongelvat 1 heeft bij het laagste deel een uitlaat 18. Een driehoek P geeft een gebruikelijk niveau van de wrongel in het wrongelvat aan. Opgemerkt wordt dat de uitvinding ook van toepassing is op anders uitgevoerde 10 wronge1vaten.

Het gereedschap 6 omvat een aantal snijramen 19 die naast elkaar langs de as 5 zijn gelegen, zoals uit figuur 1 blijkt. In de weergegeven uitvoeringsvorm bestaat het gereedschap uit zes secties. Het aantal secties is 15 afhankelijk van de grootte van de tank. De secties zijn zodanig met de as verbonden dat ze hoeken met elkaar vormen, zoals in figuur 2 te zien is. In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn de secties zo langs de as 5 geplaatst dat ze zich volgens een schroeflijnvormige configuratie 20 vanaf de as buitenwaarts uitstrekken.

Elk van de secties kan ook nog onder een hoek op de as 5 zijn aangebracht, zoals in figuur 1 is geïllustreerd door een stippellijn 20, die de sectie aangeeft die het meest naar links is gelegen en door de as 5 verborgen is.

25 De figuren 3 en 4 tonen schematisch in bovenaanzicht en eindaanzicht een voorbeeld van een bekend snij raam 19, zoals bijvoorbeeld in de inrichting van de figuren 1 en 2 toegepast kan worden. Het bekende snij raam omvat twee evenwijdige framebalken 21, waartussen zich dwars op de 30 langsbalken 21 dwarsmessen 22 uitstrekken, die aan de framebalken zijn vastgelast. Dwars op de dwarsmessen 22 en evenwijdig aan de framebalken strekken zich weer langsmessen 23 uit, die op de dwarsmessen zijn gelast. De langsbalken, de dwarsmessen en de langsmessen zijn aan één 35 langsrand voorzien van een snijrand 24,25,26 die zich alle ten opzichte van het snij raam aan dezelfde kant bevinden.

1013083

V

6

De andere langsrand is telkens stomp, en veelal afgerond uitgevoerd. De scherpe randen dienen voor het snijden van de wrongel bij de ene rotatierichting van de as 5 en de stompe randen dienen voor het roeren van de wrongel bij de 5 andere rotatierichting.

Opgemerkt wordt, dat in figuur 3 de langsmessen langer zijn dan de framebalken. De framebalken strekken zich echter in werkelijkheid tenminste aan de zijde van de roteerbare as 5, waarvan de hartlijn in figuur 3 bij 27 is 10 aangegeven, ofwel tot aan de roteerbare as uit, ofwel zijn via geschikte verlengstukken, die bijvoorbeeld de vrije uiteinden van de framebalken kunnen opnemen, met de roteerbare as verbonden.

Figuur 5 toont schematisch een doorsnede langs de 15 lijn V-V in figuur 3. Bij 28 en 29 zijn de lassen tussen de dwarsmessen en de langsmessen, respectievelijk de framebalken en de dwarsmessen aangegeven. Elke rasteropening van het in figuur 3 getoonde, door de dwars-en langsmessen en de framebalken gevormde raster omvat vier 20 lassen, die alle gepolijst dienen te worden om holtes en oneffenheden te verwijderen. Ook mogen de lassen geen scheurtjes vertonen. Het aanbrengen en afwerken van deze lassen is een zeer arbeidsintensief, lastig en duur werk, zoals in het voorgaande reeds uiteengezet.

25 Figuur 6 toont schematisch in bovenaanzicht een voorbeeld van een snij raam voor een inrichting volgens de uitvinding, en figuur 7 toont schematisch een zijaanzicht van het snij raam van figuur 6..Het getoonde snij raam kan op soortgelijke wijze als de bekende snij ramen zijn bevestigd 30 aan een centrale roteerbare as 3, waarvan in figuur 6 schematisch de hartlijn 27 is aangegeven. Het getoonde snij raam omvat weer twee in hoofdzaak evenwijdige framebalken 30,31, waartussen zich in dwarsrichting messen 32 uitstrekken. De framebalken hebben weer een scherpe 35 snij rand 33, die zich in figuur 7 aan de bovenzijde bevindt en een stompe, in dit voorbeeld afgeronde onderrand 34. Ook 1013083 7

K

4 de dwarsmessen 32 hebben overeenkomstige snij randen 35 en stompe randen 36. De dwarsmessen en/of de langsmessen kunnen echter desgewenst ook aan beide zijden een snijrand hebben. De dwarsmessen zijn op gebruikelijke wijze aan de 5 uiteinden door lassen 37 met de framebalken verbonden. De dwarsmessen zijn voorts elk van een reeks openingen voorzien, die over de lengte van de dwarsmessen gelijkmatig verdeeld zijn aangebracht. Elke opening van een dwarsmes ligt in lijn met overeenkomstige openingen van de andere 10 dwarsmessen en de openingen zijn zodanig uitgevoerd, dat daarin een langsmes kan worden geschoven. De langsmessen liggen met een relatief grote speling los in de openingen. Hierdoor wordt opeenhoping van wrongelmateriaal bij de kruispunten van dwars- en langsmessen voorkomen en wordt 15 een goede reinigbaarheid verkregen. De langsmessen zijn derhalve niet vast met de dwarsmessen verbonden en kunnen op eenvoudige wijze door inschuiven in de openingen van de dwarsmessen gemonteerd worden. De langsmessen worden vervolgens gezamenlijk op nog te beschrijven wijze 20 bevestigd met één of meer dwarspennen, of op andere wijze.

De openingen in de dwarsmessen kunnen diverse vormen hebben, bijvoorbeeld een cirkelvormige, ovale, rechthoekige of ruitvormige vorm. De randen van de openingen of althans het onderste gedeelte daarvan kunnen zijn voorzien van 25 snijkanten. Met voordeel kunnen ook de bovenranden, dan wel alle randen van de openingen scherp zijn uitgevoerd om een zo gering mogelijk contactoppervlak en een zo klein mogelijke kans op aankoeken van vuil te verkrijgen.

Voorbeelden van in een dwarsmes aangebrachte 30 opneemopeningen voor een langsmes zijn schematisch getoond in figuren 10 en 11, die elk een tweetal naast elkaar gelegen openingen 60 respectievelijk 61 tonen waarin een U-vormig gebogen langsmes 38 is opgenomen.

Om extra stevigheid te verkrijgen kunnen de 35 dwarsmessen desgewenst in dwarsdoorsnede een gebogen of geknikte vorm hebben, zoals schematisch in figuur 13 is 1 Q' Π O, l! J ' . t i> S- ;/ X.Jf *

X

8 getoond. Het in dwarsdoorsnede getoonde dwarsmes heeft een onderste deel 50 en een bovenste deel 51, die een hoek α van bijvoorbeeld 160° of 170° insluiten.

In het in de figuren 7 en 8 schematisch getoonde 5 uitvoeringsvoorbeeld zijn twee rijen met tussenruimte D boven elkaar geplaatste dwarsmessen of dwarselementen 32a, 32b toegepast, waarbij twee boven elkaar gelegen dwarsmessen of -elementen samen een compleet dwarsmes vormen. Het bovenste dwarsmes 32a heeft een bovenste 10 snijrand 35. Het onderste dwarsmes heeft in het getoonde voorbeeld aan de bovenzijde geen snijrand, doch zou desgewenst wel een snijrand kunnen hebben. Voorts zijn beide dwarsmessen van elk stel in dit voorbeeld aan de onderzijde stomp. De benamingen bovenzijde en onderzijde 15 zijn gerelateerd aan figuur 8 en geven de voorlopende respectievelijk achterlopende zijde aan tijdens het snijden van de wrongel. De afstand D tussen de boven elkaar gelegen dwarsmessen is kleiner dan de hoogte van de langsmessen 38. Om de langsmessen te kunnen opnemen en tegen zijdelingse 20 verschuiving te borgen zijn in de dwarsmessen reeksen tegenover elkaar gelegen uitsparingen 39,40 aangebracht, die in het in figuur 8 getoonde voorbeeld ongeveer de vorm van een afgeknotte driehoek hebben. Twee tegenover elkaar gelegen openingen kunnen samen een langsmes 38 opnemen. De 25 snijrand 41 van de langsmessen is naar boven gekeerd in figuur 8. Het langsmes heeft zowel in verticale richting als in horizontale richting enige bewegingsmogelijkheid in de opening 39,40, zoals met SI en S2 in figuur 8 is aangegeven. De langsmessen zijn in het getoonde voorbeeld 30 gevormd als U-vormig gebogen strippen, met ongelijke beenlengte. De U-vormige strippen worden telkens vanaf beide uiteinden van een snij raam in de openingen in de dwarsmessen geschoven, waarbij de benen van de U-vorm in opeenvolgende openingen komen te liggen. Het gebogen deel 35 van de U-vormen is in figuur 6 met 42 aangegeven. Het gebogen deel 42 kan diverse vormen hebben, bijvoorbeeld 1013083 s 9 rond gebogen, puntig gebogen of met tamelijk rechte hoeken gebogen, zoals in figuur 12 schematisch bij 42, 42' en 4211 aangegeven. Voorts komt telkens een lang been van een vanaf de ene zijde ingeschoven U-vormig langsmes in lijn te 5 liggen met een kort been van een vanaf de andere zijde ingeschoven U-vormig langsmes. Daarbij overlappen de lange benen van de U-vormige langsmessen elkaar in een overlappingsgebied 43, dat bij in hoofdzaak identiek gevormde langsmessen halverwege de lengte van een snij raam 10 ligt. In de lange benen zijn nabij de vrije uiteinden en in het overlappingsgebied openingen 44 aangebracht, die met elkaar en met corresponderende openingen 45 in de framebalken in lijn liggen. Door deze in lijn liggende openingen is een pen 46 gestoken, waarvan vervolgens de 15 uiteinden 47 zijn omgebogen, zodat de pen niet meer uit het snij raam kan schuiven. Eén van de uiteinden kan tevoren al omgebogen zijn. De diameter van de openingen in de langsmessen en de framebalken is groter dan de doorsnede van de pen 46, zodat wordt voorkomen dat zich materiaal kan 2 0 vast zetten in en rond de openingen. De openingen in de framebalken zijn bij voorkeur nog naar beide zijden taps uitlopend uitgevoerd, zoals bij 48 getoond, omdat de framebalken relatief dik zijn. Op deze wijze worden nauwe spleten tussen de pen en de framebalken vermeden. Bij de 25 openingen in de langsmessen kan deze techniek desgewenst ook wel gevolgd worden, doch gezien de geringe dikte van de langsmessen is dit normaliter niet nodig.

De beschreven constructie van een snij raam maakt een relatief eenvoudige montage van het snij raam mogelijk met 30 relatief weinig laswerk. Ook wordt door de aard van de constructie waarbij de langsmessen met relatief grote speling in het snijraam zijn bevestigd het aankoeken van vuil op de kruispunten van de langs- en dwarsmessen en ter plaatse van de bevestigingspen 46 op effectieve wijze 3 5 tegengegaan.

1018083 Νι 10

Opgemerkt wordt, dat na het voorgaande diverse modificaties voor de deskundige voor de hand liggen. Zo kunnen, zoals reeds opgemerkt, naar keuze enkelvoudige, relatief brede dwarsmessen met daarin een opening voor de 5 langsmessen toegepast worden of paren van twee boven elkaar gelegen dwarsmessen, met tegenover elkaar gelegen uitsparingen. Ook kunnen lange U-vormige messen die zich over in hoofdzaak de gehele lengte van een snij raam uitstrekken, worden toegepast, die desgewenst om en om 10 vanaf het ene uiteinde van het snij raam en vanaf het andere uiteinde worden aangebracht. Voorts kunnen in plaats van U-vormig gebogen langsmessen rechte langsmessen toegepast worden met dezelfde lengte als het snij raam. Ook kunnen kortere messen toegepast worden, die elkaar kunnen 15 overlappen om met een enkele bevestigingspen vastgezet te kunnen worden. Als alternatief kunnen meer dan één, bijvoorbeeld twee bevestigingspennen toegepast worden. Dit geldt ook indien de U-vormig gebogen langsmessen gelijkbenig zijn uitgevoerd. Voorts is het bij toepassing 20 van U-vormige langsmessen natuurlijk mogelijk de benen even lang te maken als het snij raam. Dan kan weer met een enkele bevestigingspen volstaan worden.

De in de figuren getoonde bevestigingspen heeft twee gebogen uiteinden, hetgeen betekent, dat tenminste één 25 uiteinde na het aanbrengen van de pen omgebogen dient te worden. Als alternatief zijn andere bevestigingsmethoden denkbaar, zoals bijvoorbeeld het vastlassen van de pen aan één of beide framebalken of het toepassen van een uit twee delen bestaande pen, waarvan de delen na het aanbrengen 30 daarvan op een geschikte plaats tussen de framebalken aan elkaar bevestigd worden door schroeven of lassen of dergelijke.

Voorts kunnen de langsmessen van uitsparingen in plaats van openingen zijn voorzien, welke uitsparingen met 35 speling een bevestigingspen opnemen, die voorkomt dat de langsmessen in hun lengterichting verschuiven. In plaats 1013083 t 11 van een door openingen gestoken bevestigingspen kan dan ook een speciaal dwarsmes of -element worden toegepast, dat zich in de uitsparingen uitstrekt en dat na het positioneren van de langsmessen is vastgelast aan de 5 framebalken van het snij raam. Een dergelijke bevestigingmethode is schematisch getoond in figuur 14 en 15. Een dwarselement 53 reikt in de uitsparingen 54 aan de onderzijde (of bovenzijde) van een aantal langsmessen 38 en is met de uiteinden aan de framebalken 30, 31 van het 10 snijraam bevestigd, in dit voorbeeld door lassen, zoals bij 55 aangegeven.

Volgens een ander alternatief kunnen de langsmessen aan één der uiteinden door lassen met een dwarsmes of een speciaal dwarselement worden verbonden. Figuur 16 en figuur 15 17 tonen een dergelijke bevestigingsmethode, in dit voorbeeld toegepast voor U-vormig gebogen langsmessen met een lengte die in hoofdzaak overeenkomt met die van het snijraam en met benen die niet even lang zijn. Deze bevestigingsmethode kan echter ook voor kortere langsmessen 20 en/of niet U-vormig gebogen langsmessen en/of U-vormig gebogen langsmessen met benen die even lang zijn worden toegepast, waarbij afhankelijk van de gekozen configuratie één of beide benen van een U-vormig langsmes vastgelast kunnen zijn.

25 Figuur 16 toont in bovenaanzicht een deel van een snij raam met een U-vormig gebogen langsmes 38 met ongelijke benen. Het einde van het kortste been is bij 56 door lassen verbonden met het laatste dwarsmes 32 of met een speciaal daarvoor aangebracht dwarselement. Het andere been reikt in 30 dit voorbeeld door een opening in het dwarsmes, aangegeven door een pijl 57. De opening kan op één der hiervoor al beschreven wijzen zijn gevormd. Zoals in het zij-aanzicht van figuur 17 is te zien is in dit voorbeeld het dwarsmes 32 een geknikt dwarsmes, ter vergroting van de stijfheid.

35 Het voorbij het dwarsmes of dwarselement reikende vrije uiteinde 58 van het lange been van het langsmes kan 1013083 \ 12 desgewenst nog zijn omgebogen of van een dwarssectie zijn voorzien, zoals in figuur 18 bij wijze van voorbeeld bij a, b, c en d getoond.

Deze en soortgelijke modificaties liggen voor de 5 deskundige voor de hand.

1 Π 'V

Claims (20)

1. Inrichting voor het snijden en roeren van wrongel omvattend een wrongelvat met een voor rotatie aandrijfbare as, welke as een aantal zich radiaal vanaf de as uitstrekkende, versprongen op de as aangebrachte snijramen 5 draagt, waarbij elk snij raam twee framebalken heeft, die zich radiaal vanaf de aandrijfbare as uitstrekken en waartussen zich een uit langsmessen en dwarsmessen gevormd rasterwerk bevindt, waarvan de dwarsmessen door lassen aan de framebalken zijn bevestigd, met het kenmerk, dat de 10 dwarsmessen in lijn liggende openingen vormen, waarin de langsmessen met ruime speling zijn opgenomen, waarbij middelen zijn voorzien om verschuiving van de langsmessen in de lengterichting in hoofdzaak te voorkomen.

2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat 15 tenminste een aantal dwarsmessen elk twee met tussenruimte boven elkaar gelegen dwarselementen omvatten waarbij telkens een reeks tegenover elkaar gelegen uitsparingen zijn aangebracht in de naar elkaar toegekeerde randen van de twee dwarselementen, welke uitsparingen een zodanige 20 diepte hebben dat in de door twee tegenover elkaar gelegen uitsparingen en de daartussen gelegen tussenruimte tussen de twee dwarselementen gevormde opening een langsmes opgenomen kan worden.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk, 25 dat de openingen voor het opnemen van de langsmessen in hoofdzaak driehoekige uiteinden hebben.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3 met het kenmerk, dat uitsluitend de bovenste dwarselementen zijn voorzien van een naar boven gerichte snijrand.

5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de middelen om verschuiving van de langsmessen in de lengterichting te voorkomen tenminste één langwerpig bevestigingsorgaan omvatten, dat met speling 1013083 φ X. door openingen of uitsparingen in de langsmessen reikt, en dat met de uiteinden aan de framebalken is bevestigd.

6. Inrichting volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat het langwerpige bevestigingsorgaan een bevestigingspen is, 5 die met speling door openingen in de framebalken reikt, waarbij de openingen in de framebalken kegelvormige delen hebben, en waarbij de openingen aan tenminste één oppervlak van een framebalk een grotere diameter hebben dan dieper in de framebalk het geval is.

7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6 met het kenmerk dat de pen tenminste één aan de buitenzijde van een framebalk omgebogen uiteinde heeft.

8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de langsmessen gevormd zijn door een 15 aantal U-vormige gebogen strookvormige messen, waarbij de benen van de U-vorm in naast elkaar gelegen openingen van de dwarsmessen zijn gestoken.

9. Inrichting volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat de U-vormig gebogen langsmessen vanaf beide uiteinden van 20 het snij raam in de openingen in de dwarsmessen zijn gestoken.

10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9 met het kenmerk dat de U-vormige langsmessen benen met ongelijke lengten hebben, waarbij het lange been steeds in het voorbij het 25 korte been reikende deel is voorzien van een uitsparing of opening voor het opnemen van een bevestigingsorgaan.

11. Inrichting volgens conclusie 10 met het kenmerk dat de U-vormige langsmessen vanaf twee uiteinden van het snij raam in de door de dwarsmessen gevormde openingen zijn 30 gestoken, waarbij telkens een kort been van een vanaf het ene einde aangebracht U-vormig langsmes tegenover en in hoofdzaak in het verlengde ligt van een lang been van een vanaf het andere einde aangebracht mes.

12. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies met 35 het kenmerk, dat tenminste een aantal dwarsmessen in dwarsdoorsnede gezien een geknikte vorm heeft. 1013083 V

13. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de middelen om verschuiving van de langsmessen te voorkomen een dwarselement omvatten, dat aan beide framebalken is vastgezet en dat middels lassen met de 5 langsmessen is verbonden.

14. Inrichting volgens conclusie 13 met het kenmerk, dat het genoemde dwarselement zich aan een uiteinde van het snij raam bevindt.

15. Inrichting volgens conclusie 14 waarbij U-vormig 10 gebogen langsmessen zijn toegepast, met het kenmerk, dat telkens het ene been van een langsmes aan het genoemde dwarselement is vastgelast, terwijl het uiteinde van het andere been door een opening in het dwarselement tot voorbij het dwarselement reikt.

16. Inrichting volgens conclusie 15 met het kenmerk dat het voorbij het dwarselement reikende uiteinde van het andere been tenminste een zich dwars op het been uitstrekkend gedeelte heeft.

17. Inrichting volgens conclusie 14 waarbij U-vormig 20 gebogen langsmessen zijn toegepast met het kenmerk dat telkens beide benen van een langsmes aan een dwarselement zijn vastgelast.

18. Inrichting volgens één der conclusies 13 t/m 17 met het kenmerk dat het dwarselement door een dwarsmes gevormd 25 wordt.

19. Inrichting volgens conclusie 18 met het kenmerk dat het genoemde dwarsmes een in dwarsdoorsnede geknikte vorm heeft.

20. Snijraam voor toepassing in een inrichting volgens 30 één der voorgaande conclusies. 1013083